NL1040025C2

NL1040025C2 - LIQUID-RESISTANT FLOOR DEVICE WITH LINKABLE FLOOR ELEMENTS FITTED WITH AN INTEGRATED LIQUID COLLECTION AND DRAIN SYSTEM AND SUCH A FLOOR ELEMENT.

Info

Publication number: NL1040025C2
Application number: NL1040025A
Authority: NL
Inventors: Gerardus Majella Jong
Original assignee: Stichting Kwaliteitsadvies Milieubeheer
Priority date: 2012-01-26
Filing date: 2013-01-25
Publication date: 2013-07-29

Description

TitelTitle

Vloeistofdichte vloervoorziening met koppelbare vloerelementen voorzien van een geïntegreerd vloeistofopvang- en afvoersysteem alsmede een dergelijk vloerelement.Liquid-tight floor facility with connectable floor elements provided with an integrated liquid collection and discharge system and such a floor element.

55

Technisch gebiedTechnical area

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vloeistofdichte vloer- of bodemvoorziening, meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op 10 een vloeistofdichte vloer- of bodemvoorziening omvattende koppelbare vloerelementen van duurzaam en bestendig kunststofcomposiet materiaal, bij voorkeur een vezel versterkt kunststofcomposiet, alsmede een dergelijk vloerelement.The present invention relates to a liquid-tight floor or floor facility, more particularly the invention relates to a liquid-tight floor or floor facility comprising connectable floor elements of durable and resistant plastic composite material, preferably a fiber-reinforced plastic composite, as well as such a floor element .

15 Achtergrond van de uitvindingBackground of the invention

Een vloeistofdichte vloer- of bodemvoorziening vindt in zijn algemeenheid toepassing daar waar voorkomen dient te worden dat als gevolg van bepaalde activiteiten, waaronder begrepen menselijk handelen, bodembedreigende 20 stoffen en vloeistoffen in de bodem of ondergrond kunnen komen.A liquid-tight floor or soil provision is generally used where it must be prevented that as a result of certain activities, including human actions, soil-threatening substances and liquids can get into the soil or subsoil.

De gangbare nationale en internationale wetgeving op het gebied van Milieubeheer en Bodembescherming bindt bijvoorbeeld bedrijfsactiviteiten met een risico op bodemvervuiling aan voorschriften van opvangvoorzieningen, afvalwaterbehandeling en andere beschermende en preventieve maatregelen.Current national and international legislation in the field of Environmental Management and Soil Protection, for example, binds business activities with a risk of soil contamination to regulations for collection facilities, waste water treatment and other protective and preventive measures.

25 Om vervuiling van grond en grondwater door verontreinigingen van bijvoorbeeld brandstoffen, oliën, koelvloeistoffen, koolwaterstoffen of andere chemische of oxiderende stoffen, vloeistoffen, logen en zuren en waswater te verhinderen, dienen op grond van deze nationale en internationale voorschriften, voorzieningen en maatregelen te worden genomen teneinde een verwaarloosbaar 30 risico tegen het weglekken daarvan naar de bodem te realiseren. Daarbij kan onder andere worden gedacht aan het aanbrengen van vloeistofdichte vloervoorzieningen op locaties waar een hoog of verhoogd risico op morsen, weglekken, calamiteiten en dergelijke bestaat als gevolg waarvan gevaarlijke situaties en bodemverontreiniging kunnen ontstaan.25 To prevent soil and groundwater contamination from contaminants of, for example, fuels, oils, coolants, hydrocarbons or other chemical or oxidizing substances, liquids, alkalis and acids and washing water, measures, provisions and measures must be taken based on these national and international regulations. taken to realize a negligible risk of leakage to the bottom. Examples of this are the installation of liquid-tight floor facilities at locations where there is a high or increased risk of spillage, leakage, calamities and the like as a result of which dangerous situations and soil contamination can arise.

1040025 21040025 2

Hierbij kan onder andere gedacht worden aan brandstof-inname of brandstof-beleveringspunten, brandstof-distributiepunten, wasplaatsen voor objecten en/of voertuigen, op- en overslagplaatsen van (bulk)vloeistoffen, opslag en verlading van stort- en stukgoed, distributiedepots, op- en overslagplaatsen voor chemische 5 stoffen, industriële productieruimten, of ruimten voor procesactiviteiten en bewerkingen voor het opvangen, behandelen en afvoeren van afvalwater of proceswater, luchthavens, agrarische industrie zoals stallenbouw en dergelijke.Examples include fuel intake or fuel delivery points, fuel distribution points, washing places for objects and / or vehicles, storage and transfer places for (bulk) liquids, storage and loading of bulk and general cargo, distribution depots, storage and transfer places for chemical substances, industrial production areas, or areas for process activities and operations for the collection, treatment and discharge of waste water or process water, airports, agricultural industry such as stable construction and the like.

Naast de specifieke eisen waaraan dergelijk vloeistofdichte vloervoorzieningen dienen te voldoen en andere relevante milieumaatregelen, is het 10 uiteraard ook noodzakelijk om een vloeistofdicht afvoersysteem, slibvang- en afscheidersysteem te hebben voor de met een dergelijke vloervoorziening opgevangen vloeistoffen en andere stoffen, zoals klei, drab en ander vuil dat onder andere met de vloeistoffen wordt meegevoerd.In addition to the specific requirements that such liquid-tight floor facilities must meet and other relevant environmental measures, it is of course also necessary to have a liquid-tight drainage system, sludge-trap and separator system for liquids and other substances such as clay, sludge and sludge collected with such a floor-provision. other dirt that is carried along with the liquids, among other things.

Er zijn verschillende vormen van vloeistofdichte vloer- of bodem-15 voorzieningen gangbaar en bekend. De bekende voorzieningen worden veelal bouwkundig uitgevoerd. De gebruikte materialen betreffen dikwijls elementen van gewapend of ongewapend beton; ter plaatse gestort gewapend of ongewapend beton; bitumineus gebonden materialen zoals onder andere asfalt of keramische systemen, metalen systemen of combinaties hiervan. De meeste vloeistofdichte 20 vloervoorzieningen worden tevens gedurende hun levensduurverwachting niet verplaatst. De laatste jaren worden ook geomembraan opvangsystemen in de vorm van productbestendige foliesystemen toegepast of een vloeistofdichte zand-bentoniet-polymeergel-laag, bijvoorbeeld als een vloeistofdichte onderlaag voor een industrielocatie, (afval)waterbassin, parkeervoorziening of vuilstort en dergelijke.Various forms of liquid-tight floor or floor facilities are common and known. The known facilities are often implemented in construction. The materials used often concern elements of reinforced or unreinforced concrete; reinforced or unreinforced concrete poured on site; bituminous bonded materials such as asphalt or ceramic systems, metal systems or combinations thereof. Most liquid-tight floor provisions are also not moved during their life expectancy. In recent years, geomembrane collection systems in the form of product-resistant film systems or a liquid-tight sand-bentonite polymer gel layer have also been used, for example as a liquid-tight substrate for an industrial location, (waste) water basin, parking facility or landfill and the like.

25 Additionele voorzieningen zoals afvalwaterafvoersystemen van bijvoorbeeld bedrijfsrioleringen, goten, kolken, slibvangputten en afscheiders behoren eveneens tot de gangbare noodzakelijke vloeistofdichte opvang-, afvoer- en behandelvoorzieningen. Deze opvang- en afvoersystemen zijn verbonden aan een vloeistofdichte vloervoorziening dan wel het (vloei)stofopvang-systeem hiervan.Additional facilities such as waste water drainage systems of, for example, industrial sewers, gutters, gullies, sludge collection pits and separators are also among the usual necessary liquid-tight collection, drainage and treatment facilities. These collection and discharge systems are connected to a liquid-tight floor facility or the (liquid) dust collection system thereof.

30 Zowel de individuele als de samenhang tussen een duurzame weerstand voor dynamische en statische mechanische belastingen en thermische en chemische bestendigheid van de gangbare en bekende vloeistofdichte vloer- en bodemvoorzieningen is begrensd. Deze begrenzing kan onder andere tot uiting komen in scheurvorming, afbrokkeling, verzakking, kruip, onthechting, deformatie en 3 ontbinding van de gebruikte materialen door aantasting van de opgevangen (vloei)stof(fen) of hierop uitgeoefende krachten van op- en overrijdende voertuigen of van geplaatste installaties.Both the individual and the relationship between a durable resistance to dynamic and static mechanical loads and thermal and chemical resistance of the conventional and known liquid-tight floor and floor provisions is limited. This limitation can, among other things, be expressed in cracking, crumbling, subsidence, creep, detachment, deformation and dissolution of the materials used due to damage to the collected (liquid) substance (s) or the forces exerted on it by driving and driving vehicles or of installed installations.

Een bouwkundige vloeistofdichte vloervoorziening beoogt zowel 5 vloeistofdicht te zijn en gedurende het gebruik ook te blijven, alsmede de drager te zijn van installaties maar ook van op- en overrijdend verkeer onder andere in de vorm van (vaak zware) statische en dynamische wiellasten, puntlasten of wiellastherhalingen. De robuustheid van bouwkundige vloeistofdichte vloervoorzieningen is dan ook vaak een niet optimale combinatie van de functie van 10 drager van dynamische en statische as- en puntlasten en de functie van vloeistofdichtheid.An architectural liquid-tight floor provision aims to be both liquid-tight and to remain during use, as well as to be the carrier of installations but also of on-and-off traffic in the form of (often heavy) static and dynamic wheel loads, point loads or wheel load repetitions. The robustness of structural liquid-tight floor facilities is therefore often a non-optimal combination of the function of carrier of dynamic and static axle and point loads and the function of liquid-tightness.

Veel gangbare vloeistofdichte vloer- of bodemvoorzieningen zijn daarnaast beperkt of selectief bestand tegen kortstondige of duurzame invloeden van de chemische, oxiderende stoffen, logen of zuren en andere 15 (vloei)stofbelastingen die het systeem op moet vangen. Metaal kan bijvoorbeeld corroderen of onderhevig zijn aan metaalmoeheid en zo haar eigenschappen verliezen. Beton kan bijvoorbeeld door het aanwezige bestanddeel kalk zeer slecht zuren verdragen zonder aangetast te raken.Many common liquid-tight floor or floor facilities are also limited or selectively resistant to short-term or sustainable influences of the chemical, oxidising substances, alkalis or acids and other (liquid) dust loads that the system must absorb. For example, metal can corrode or be subject to metal fatigue and thus lose its properties. For example, concrete cannot tolerate acids very badly due to the lime component present without being affected.

Beton is voorts sterk op druk maar niet op trek, zodat een bijzondere 20 wapening dit moet compenseren. Optredende scheurvorming doet dan de eis van vloeistofdichtheid weer geweld aan. Voor bepaalde zware belastingen dient een betonconstructie dan ook zeer zwaar te worden gedimensioneerd.Concrete is furthermore strong on pressure but not on draft, so that special reinforcement must compensate for this. Occurring cracking then again violates the requirement of liquid tightness. For certain heavy loads, a concrete structure must therefore be very heavily dimensioned.

Bitumineuze constructies zijn bijvoorbeeld minder bestand tegen oliehoudende producten. Bovendien veroorzaken bepaalde thermische belastingen 25 zoals afwisselende hitte en koude maar ook UV-invloeden een beperking aan het gebruik. Vermoeiing en verwering van de materialen beperken eveneens de levensduur. Bepaalde puntlasten leiden bij betonvoorzieningen dikwijls tot afbrokkeling waarbij de vloeistofdichtheid direct in het geding is. Bij asfalt leiden puntlasten bij een bepaalde temperatuur tot onomkeerbare deformatie.For example, bituminous structures are less resistant to oil-containing products. In addition, certain thermal loads, such as alternating heat and cold, but also UV influences, limit usage. Fatigue and weathering of the materials also limit the service life. Certain point loads in concrete facilities often lead to crumbling, whereby the liquid density is directly at stake. With asphalt, point loads at a certain temperature lead to irreversible deformation.

30 Niet-bouwkundige vloeistofdichte bodemopvangvoorzieningen zoals lekbakken of stellingbassins zijn minder geschikt voor grote statische of dynamische (wiel)lasten waardoor de functie veelal beperkt is tot een vloeistofdichte opvangvoorziening, geschikt voor een bepaalde groep of type stoffen en met beperkingen aan de duurzaamheid. Om de beperking van de duurzaamheid zo klein 4 mogelijk te maken, worden vloeistofdichte opvangvoorzieningen met een bepaalde specifieke bestendigheid tegen de op te vangen stoffen vervaardigd en onder bepaalde gebruiksbeperkingen ingezet. Daarbij moet worden gedacht aan UV-bestendigheid of thermische belastingen (hitte- en of koude-invloeden) en 5 corrosiebestendigheid zoals galvaniseren en bestandheid tegen dynamische en statische lasten.Non-structural liquid-tight soil collection facilities such as drip trays or rack basins are less suitable for large static or dynamic (wheel) loads, as a result of which the function is often limited to a liquid-tight collection facility, suitable for a certain group or type of substances and with limitations on durability. To make the limitation of sustainability as small as possible 4, liquid-tight collection facilities with a specific specific resistance to the substances to be collected are manufactured and used under certain usage restrictions. This includes UV resistance or thermal loads (heat and / or cold influences) and corrosion resistance such as galvanizing and resistance to dynamic and static loads.

Met uitzondering van bepaalde bouwkundige elementen, gaat bovendien het verplaatsen van traditionele voorzieningen gepaard met deformatie waarbij de gehele vloeistofdichte en additionele opvangvoorziening met leidingwerk 10 als verloren beschouwd dient te worden.Moreover, with the exception of certain architectural elements, the relocation of traditional facilities is accompanied by deformation, whereby the entire liquid-tight and additional collection facility with pipework 10 is to be regarded as lost.

Uit het Nederlandse octrooi 1035659 is een uit aangrenzend geplaatste, koppelbare vloerelementen van kunststof vervaardigde verplaatsbare vloeistofdichte vloer- of bodemvoorziening bekend, bestaande uit een rijbaan met een afzonderlijke, naast en buiten de rijbaan geplaatste vloeistofopvangvoorziening. 15 De Amerikaanse octrooiaanvrage US 2005/0204662 beschrijft een systeem van uit één stuk en van kunststof, in het bijzonder polyvinylchloride (PVC), vervaardigde langwerpige vloerplaten met een bovenvlak of topvlak waarin een stelsel van evenwijdige afvoerkanalen is gevormd, voor het in langsrichting (axiaal) van een vloerplaat, over het oppervlak hiervan, afvoeren van door de vloerplaat 20 opgevangen vloeistof naar een aan één of beide kopse zijden naast en buiten de vloerplaat gelegen vloeistofopvangvoorziening waarin elk van de afvoerkanalen uitmondt.Dutch patent 1035659 discloses a movable liquid-tight floor or floor facility made of adjacent, connectable floor elements made of plastic, consisting of a roadway with a separate liquid collection facility placed next to and outside the roadway. US patent application US 2005/0204662 describes a system of elongate floor plates made of one piece and made of plastic, in particular polyvinyl chloride (PVC), with a top surface or top surface in which a system of parallel discharge channels is formed for longitudinally (axially) discharging a liquid collected by the floor plate 20 over a surface plate to a liquid collection facility located on one or both end sides next to and outside the floor plate into which each of the discharge channels ends.

De vloerplaten zijn in dwarsrichting aangrenzend koppelbaar, waarbij de samenwerkende koppelmiddelen van aangrenzende vloerplaten een 25 samengesteld afvoerkanaal in langsrichting (axiaal) van de gekoppelde vloerplaten vormen voor het afvoeren van door de tussen aangrenzende vloerplaten gevormde tussenruimte (koppelspleet) vanaf het bovenvlak doorlekkende vloeistof. Om redenen van gewichtsbesparing is de vloerplaat als een open structuur gevormd, met een aantal zich in langsrichting van de vloerplaat onder het bovenvlak uitstrekkende 30 holle kamers.The floor plates can be joined adjacent in transverse direction, wherein the cooperating coupling means of adjacent floor plates form a composite discharge channel in the longitudinal direction (axially) of the coupled floor plates for draining liquid (coupling gap) formed between the adjacent floor plates from the upper surface. For reasons of weight saving, the floor plate is formed as an open structure, with a number of hollow chambers extending longitudinally of the floor plate below the upper surface.

Uit de Internationale octrooiaanvrage WO 00/62603 is een matwerk van langwerpige matmodules bekend, die in dwarsrichting gezien met hun langsranden aangrenzend plaatsbaar zijn. In en verdeeld over het te belasten oppervlak is elke matmodule van openingen voorzien die uitmonden of aansluiten op 5 dwars onder het te belasten oppervlak van een matmodule in langsrichting hiervan lopende afvoerkanalen. De betreffende afvoerkanalen sluiten aan op aan de kopse zijden naast en buiten een matmodule geplaatste vloeistofopvangvoorziening,From International Patent Application WO 00/62603 a matting of elongated matting modules is known which, viewed in transverse direction, can be placed adjacent to their longitudinal edges. In and distributed over the surface to be loaded, each mat module is provided with openings that open out or connect to discharge channels extending longitudinally below the surface to be loaded from a mat module. The relevant drainage channels connect to liquid collection facilities placed on the ends next to and outside of a mat module,

Opgemerkt wordt dat de uit US 2005/0204662 en WO 00/62603 5 bekende vloerplaten c.q. matwerk onvoldoende robuust is voor het construeren van een vloeistofdichte vloervoorziening als drager van installaties maar ook van op- en overrijdend verkeer onder andere in de vorm van (vaak zware) statische en dynamische wiellasten, puntlasten of wiellastherhalingen.It is noted that the floor slabs or matting known from US 2005/0204662 and WO 00/62603 5 is insufficiently robust for constructing a liquid-tight floor provision as a support for installations, but also for up-and-coming traffic in the form of (often heavy) ) static and dynamic wheel loads, point loads or wheel load repetitions.

Voorts zijn deze bekende structuren ongeschikt voor het flexibel, 10 snel en zonder ingrijpende constructieve voorzieningen aanleggen van een vloeistofdichte vloervoorziening met lengte- en breedte-afmetingen welke een veelvoud zijn van die van één enkel vloerelement, vloerplaat of matmodule.Furthermore, these known structures are unsuitable for flexible, fast and without invasive structural provisions installing a liquid-tight floor provision with length and width dimensions that are a multiple of those of a single floor element, floor plate or mat module.

Samenvatting van de uitvinding 15Summary of the invention

Een belangrijk doel van de onderhavige uitvinding is het realiseren van een vloeistofdichte vloer- of bodemvoorziening zonder de omschreven nadelen die bij vaste bouwkundige vloeistofdichte vloer- of bodemvoorzieningen optreden of van de uit koppelbare vloerdelen losneembare c.q. verplaatsbare vloeistofdichte 20 vloer- of bodemvoorzieningen. Meer specifiek houdt dit in dat de onderhavige uitvinding in gebruik zoveel mogelijk blijft voldoen aan zowel individuele als combinaties van normen en eisen op het vlak van dynamische, statische, mechanische, thermische en chemische resistentie gecombineerd met flexibiliteit in de maatvoering van de gewenste vloeistofdichte vloer- of bodemvoorziening en die 25 bovendien snel en zonder ingrijpende constructieve voorzieningen is aan te leggen en zich hierdoor primair onderscheidt van de gangbare vormen van vloeistofdichte vloer- of bodemvoorzieningen.An important object of the present invention is to realize a liquid-tight floor or floor provision without the described disadvantages that occur with fixed structural liquid-tight floor or floor arrangements or of the liquid-tight floor or floor arrangements that can be detached or displaced from connectable floor parts. More specifically, this means that the present invention, in use, continues to satisfy as much as possible both individual and combinations of standards and requirements in the field of dynamic, static, mechanical, thermal and chemical resistance combined with flexibility in the dimensions of the desired liquid-tight floor covering. or soil provision and which, moreover, can be installed quickly and without major structural provisions and therefore primarily distinguishes itself from the usual forms of liquid-tight floor or floor provisions.

De onderhavige uitvinding voorziet hiertoe in een vloeistofdichte vloervoorziening, omvattende aangrenzend koppelbare, veelhoekige vloerelementen 30 van kunststofcomposiet, waarbij elk vloerelement in hoofdzaak plaatvormig is met een voor gebruik te belasten vloeistofdicht oppervlak en een onbelaste oppervlak voor plaatsing op een ondergrond en met een vloeistofopvang- en afvoersysteem, met het kenmerk, dat elk vloerelement is voorzien van een zich langs tenminste twee op elkaar aansluitende omtreksranden uitstrekkend en in het vloerelement 6 geïntegreerd en vanaf het te belasten oppervlak hiervan voor stoffen en vloeistoffen toegankelijk vloeistofopvang- en afvoersysteem, waarbij het aan het vloeistof op vangen afvoersysteem grenzend te belasten oppervlak van het vloerelement gesloten is.To this end, the present invention provides a liquid-tight floor facility, comprising adjacent connectable, polygonal floor elements of plastic composite, wherein each floor element is substantially plate-shaped with a liquid-tight surface to be loaded for use and an unloaded surface for placement on a substrate and with a liquid collection and drainage system, characterized in that each floor element is provided with a liquid collection and drainage system which extends along at least two contiguous peripheral edges and is integrated into the floor element 6 and accessible from the surface to be loaded thereof for substances and liquids, the surface of the floor element adjacent to the drain system to be caught is caught.

Op deze wijze wordt een relatief lichtgewicht en verplaatsbare 5 vloeistofdichte vloervoorziening gerealiseerd waarbij de mechanische functies en de functies van vloeistofdichtheid volledig geïntegreerd zijn en hierdoor gemakkelijk en snel door het koppelen van vloerelementen tot een vloeistofdichte vloervoorziening van relatief kleine tot relatief grote afmetingen kan worden opgebouwd. De voorziening is door het gebruik van kunststofmateriaal ook elektrisch geïsoleerd.In this way a relatively lightweight and displaceable liquid-tight floor facility is realized in which the mechanical functions and the functions of liquid-tightness are fully integrated and can therefore be built up easily and quickly by coupling floor elements to a liquid-tight floor facility of relatively small to relatively large dimensions. The facility is also electrically insulated due to the use of plastic material.

10 De term vloeistofdicht zoals gebruikt en bedoeld in de onderhavige beschrijving en conclusies en zoals ook gedefinieerd en begrepen in de gangbare nationale en internationale wetgeving op het gebied van Milieubeheer en Bodembescherming, houdt in dat geen vloeistof van het te belasten oppervlak van de vloeistofdichte vloer- of bodemvoorziening, dat wil zeggen het oppervlak dat voor 15 (bedrijfs)activiteiten wordt gebruikt, het onbelaste oppervlak van de vloeistofdichte vloer- of bodemvoorziening, dat wil zeggen het oppervlak van de vloer- of bodemvoorziening dat op een ondergrond rust, mag bereiken. Door de integratie van het vloeistofopvang- en afvoersysteem in het vloerelement, is het vloeistofopvang-en afvoersysteem in de zin van de bovengenoemde definitie op zich ook 20 vloeistofdicht.The term liquid-tight as used and intended in the present description and claims and as also defined and understood in the current national and international legislation in the field of environmental management and soil protection, means that no liquid from the surface to be loaded of the liquid-tight floor-covering or ground supply, that is, the surface used for (business) activities, may reach the unloaded surface of the liquid-tight floor or ground supply, that is to say the surface of the floor or ground supply resting on a surface. Due to the integration of the liquid collection and discharge system in the floor element, the liquid collection and discharge system in the sense of the above definition is per se also liquid-tight.

Een dergelijke vloeistofdichte vloer- of bodemvoorziening van bijvoorbeeld vezel versterkt kunststofcomposiet in de vorm van een plaatvormige sandwichconstructie met een alzijdig omsluitende kunststofhuid is ongeveer een factor 5 lichter dan een betonnen of asfaltvoorziening van eenzelfde afmeting. Door 25 de aard en samenstelling van de elementen, zijn de toegestane aslasten of puntlasten hiervoor, in vergelijking met traditionele vloeistofdichte voorzieningen van beton of asfalt, een equivalentfactor 8 gunstiger. Bij een gelijke as-, punt- of vloeistofbelasting, is de levensduurverwachting van composiet-elementen minimaal 50 jaar en daarmee ook onderscheidend veel gunstiger.Such a liquid-tight floor or bottom provision of, for example, fiber-reinforced plastic composite in the form of a plate-shaped sandwich construction with a plastic skin enclosing on all sides is about a factor of 5 lighter than a concrete or asphalt provision of the same size. Due to the nature and composition of the elements, the permitted axle loads or point loads for this, compared to traditional liquid-tight provisions of concrete or asphalt, an equivalent factor of 8 are more favorable. With an equal axle, point or liquid load, the service life expectancy of composite elements is at least 50 years and therefore also significantly more favorable.

30 Met de term vloeistofopvang- en afvoersysteem wordt in deze beschrijving en de conclusies een systeem bedoeld dat niet alleen geschikt is voor het opvangen en afvoeren van vloeistoffen maar ook van andere al dan niet bodemvervuilende of verontreinigende stoffen zoals klei, drab of ander vuil dat onder andere met de vloeistoffen) wordt meegevoerd.The term liquid collection and discharge system in this description and the claims is understood to mean a system that is suitable not only for collecting and discharging liquids, but also for other substances, whether soil-polluting or polluting, such as clay, sludge or other dirt others with the liquids).

77

Doordat het te belasten oppervlak van elk vloerelement, met uitzondering van het gedeelte aan de omtreksranden hiervan waarlangs het vloeistofopvang- en afvoersysteem zich uitstrekt, gesloten is, is het gelijkmatig overrijden van de vloervoorziening door voertuigen met een hoge wiellast of aslast 5 en het dragen en bevestigen van installaties en apparatuur op of aan de vloervoorziening zonder meer mogelijk. Daarbij wordt een werkwijze toegestaan voor het op of boven deze vloervoorziening reinigen, wassen en tanken van voertuigen en aftappen en vullen van installaties, het opvangen en wegvoeren van chemische (vloei)stoffen en het in en nabij deze opvangvoorziening opvangen, scheiden en 10 behandelen van bodemverontreinigende (vloeistoffen en afvalwater.Because the surface of each floor element to be loaded, with the exception of the part at its peripheral edges along which the liquid collection and discharge system extends, is closed, it is possible to smoothly drive over the floor provision by vehicles with a high wheel load or axle load 5 and bearing and bearing mounting installations and equipment on or to the floor facility is easily possible. A method is hereby allowed for cleaning, washing and refueling vehicles and draining and filling installations on or above this floor provision, collecting and removing chemical (liquids) substances and collecting, separating and treating soil polluting (liquids and wastewater.

Aan de uitvinding ligt verder de opgave ten grondslag de vloerelementen van de vloervoorziening, intrinsiek vloeistofdicht aan elkaar en met een enkel afvoersysteem te verbinden, onder behoud van alle functies. Daarbij is onderscheidend dat elk vloerelement ten minste één geïntegreerd vloeistofopvang-15 en afvoersysteem heeft voor het vanaf het te belasten oppervlak opvangen van vloeistoffen en andere stoffen zoals genoemd, waarbij het vloeistofopvang- en afvoersysteem op ten minste één omtreksrand van een vloerelement aansluit, voor het bij gekoppelde vloerelementen vormen van een aaneengesloten vloeistofopvang -en afvoersysteem van de vloervoorziening..The invention is further based on the task of connecting the floor elements of the floor provision, intrinsically liquid-tight to each other and to a single drainage system, while retaining all functions. A distinctive feature here is that each floor element has at least one integrated liquid collection and discharge system for collecting liquids and other substances as mentioned from the surface to be loaded, wherein the liquid collection and discharge system connects to at least one peripheral edge of a floor element for in the case of coupled floor elements, forming a continuous fluid collection and discharge system for the floor provision.

20 Aan de uitvinding ligt voorts de opgave ten grondslag om de vloervoorziening integraal en onderscheidend duurzaam te kunnen laten voldoen aan de geldende eisen, bepalingen en normen, waaronder NEN-, Euro- en CUR-normen voor dynamische, statische, mechanische, thermische en chemische bestendigheid, met behoud van de functies van vloeistofdichtheid. Daarbij is 25 onderscheidend dat de samenstelling van elk vloerelement een zwaar te belasten zelfdragende constructie van vezel versterkt kunststof materiaal, zoals bijvoorbeeld kunststofcomposiet, kan omvatten zonder een delaminatierisico zoals bekend van traditionele constructies. Voorts zijn er rooster-, brug- of koppelplaten voorzien die enerzijds voldoen aan de normen van de hiervoor genoemde dragende en 30 bestendigheidseisen en anderzijds aan de functie van toegang en doorlaat van vloeistoffen en andere stoffen vanaf het te belasten oppervlak naar het geïntegreerde vloeistofdichte vloeistofopvang- en afvoersysteem.The invention is furthermore based on the task of allowing the floor provision to be integral and distinctive in a sustainable manner to meet the applicable requirements, provisions and standards, including NEN, Euro and CUR standards for dynamic, static, mechanical, thermal and chemical resistance, while retaining the functions of liquid tightness. A distinction is made here that the composition of each floor element can comprise a heavy-duty self-supporting construction of fiber-reinforced plastic material, such as, for example, plastic composite, without a delamination risk as is known from traditional constructions. Grid, bridge or coupling plates are furthermore provided which on the one hand meet the standards of the aforementioned load-bearing and resistance requirements and on the other hand the function of access and passage of liquids and other substances from the surface to be loaded to the integrated liquid-tight liquid collecting device. and drainage system.

Aan de uitvinding ligt tevens de opgave ten grondslag om de voorziening relatief eenvoudig te kunnen koppelen en ontkoppelen, eventueel te 8 stapelen en op te slaan in zeecontainers en te verplaatsen naar een willekeurige andere locatie en daar weer opnieuw in bedrijf te stellen, met behoud van alle functies. Daarbij is onderscheidend dat de maatvoering van elk vloerelement zodanig is ontworpen dat elk element willekeurig past tegen een tweede of derde 5 vloerelement, ongeacht of dit dwars of in lengterichting aangrenzend aan een vloerelement wordt geplaatst. In een voorkeursuitvoeringsvorm is elk vloerelement hiertoe rechthoekig van vorm, met een lengte-breedteverhouding van 2:1.The invention is also based on the task of being able to connect and disconnect the facility relatively easily, optionally stack it and store it in sea containers and move it to any other location and put it back into operation again, while maintaining all functions. A distinction is made here that the dimensions of each floor element are designed such that each element fits randomly against a second or third floor element, regardless of whether this is placed transversely or longitudinally adjacent to a floor element. In a preferred embodiment, each floor element for this purpose is rectangular in shape, with a length-to-width ratio of 2: 1.

De onderhavige uitvinding beoogt tevens een economische verbetering te bieden ten opzichte van de conventionele toepassingen door 10 toepassingen van de omschreven duurzame en lichtgewicht-materialen. Impliciet worden de gestelde eisen aan funderingen van de voorziening eenvoudiger. Daarnaast zijn er grote en structurele besparingen te realiseren in onder andere het transport, de verwerking, het onderhoud of herstel, economische of technische afschrijving en is deze structureel onderscheidend gunstiger dan conventionele 15 voorzieningen.It is also an object of the present invention to provide an economic improvement over conventional applications through applications of the described durable and lightweight materials. The implicit requirements for foundations of the facility become simpler. In addition, large and structural savings can be achieved in, among other things, transport, processing, maintenance or repair, economic or technical depreciation and this is structurally distinctively more favorable than conventional provisions.

In een verdere uitwerking is de vormgeving en samenstelling van het gehele vloeistofopvang- en afvoersysteem zodanig uitgevoerd, dat installaties, nutsvoorzieningen en leidingwerk bovengronds op, aan, in of nabij het opvangsysteem kunnen worden geplaatst of weer worden opgenomen of 20 gedemonteerd. Het gehele opvang- en afvoersysteem is mede door deze vormgeving, samenstelling en eigenschappen relatief eenvoudig verplaatsbaar naar een willekeurige andere locatie.In a further elaboration, the design and composition of the entire liquid collection and discharge system is designed such that installations, utilities and pipework can be placed above, on, in or near the collection system or can be taken up or dismantled again. The design, composition and properties of the entire collection and removal system make it relatively easy to move to any other location.

De opbouw en materiaalkeuze is zodanig, dat de oorspronkelijke vormgeving, de samenstelling of dynamische, statische, mechanische, thermische 25 en chemische eigenschappen van de vloerelementen en het vloeistofopvang- en afvoersysteem niet wijzigen onder invloed van de opgevangen (vloei)stoffen. Hierbij kan gedacht worden aan vrijkomende (vloei)stoffen als gevolg van het reinigen en wassen maar ook tanken, vullen en aftappen van motorvloeistoffen zoals motorolie, koelvloeistof of ruitensproeiervloeistof of op- en overslag van zuren of logen en 30 andere oxiderende of chemische (vloei jstoffen.The construction and choice of materials is such that the original design, composition or dynamic, static, mechanical, thermal and chemical properties of the floor elements and the liquid collection and discharge system do not change under the influence of the collected (liquids) substances. This may include released (liquids) substances as a result of cleaning and washing, but also refueling, filling and draining of engine liquids such as engine oil, coolant or windscreen washer fluid or storage and transfer of acids or alkalis and other oxidizing or chemical (liquids) .

In een verdere uitwerking is de vloervoorziening met het geïntegreerde vloeistofopvang- en afvoersysteem geschikt voor het bij herhaling overrijden of dragen van alle voorkomende wiel- of aslasten zoals zeer zware vaste 9 en mobiele lasten van bedrijfsverkeer en verkeer over de openbare weg, volgens verkeersklasse 600.In a further elaboration, the floor provision with the integrated fluid collection and discharge system is suitable for repeatedly running over or bearing all occurring wheel or axle loads such as very heavy fixed 9 and mobile loads of company traffic and traffic on public roads, according to traffic class 600.

De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat bedrijfsactiviteiten met bodembedreigende (vloei)stoffen op of boven vloeistofdichte opvangvoorzieningen 5 dienen te geschieden en dat het economische voordelen biedt om een verplaatsbaar lichtgewicht, duurzaam en bestendige vloeistofdichte vloervoorziening te realiseren die permanent geschikt is en blijft voor het plaatsen van zware en lichte objecten of overrijdbaar is voor zware of lichte aslasten.The invention is based on the insight that business activities with soil-threatening (liquid) substances must take place on or above liquid-tight collection facilities and that it offers economic advantages to realize a movable lightweight, durable and resistant liquid-tight floor provision that is and remains permanently suitable for the placing heavy and light objects or being wheeled over for heavy or light axle loads.

De uitvinding voorziet ook in een vloerelement voor gebruik in een 10 vloervoorziening zoals in het voorgaande omschreven.The invention also provides a floor element for use in a floor facility as described in the foregoing.

Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende beschrijving van uitvoeringsvormen van een verplaatsbare installatie omvattende een overrijdbare en bestendige lichtgewicht vloeistofdichte vloervoorziening geschikt 15 voor het plaatsen en dragen van zware en lichte voertuigen respectievelijk aslasten, dragen en bevestigen van installaties en apparatuur en voor het op- of boven deze opvangvoorziening reinigen, wassen en tanken van voertuigen en aftappen en vullen van installaties en het in en nabij deze vloervoorziening opvangen, scheiden en behandelen van bodemverontreinigende (vloei)stoffen en afvalwater.These and other aspects, features and advantages of the present invention will be further elucidated by the following description of embodiments of a movable installation comprising a drivable and resistant lightweight liquid-tight floor provision suitable for placing and carrying heavy and light vehicles or axle loads, bearing and carrying attaching installations and equipment and for cleaning or washing vehicles up and over this collection facility and draining and filling installations and collecting, separating and treating soil-polluting substances and waste water in and near this floor facility.

2020

Beknopte omschrijving van de figurenBrief description of the figures

Figuur 1 toont een bovenaanzicht van een voorbeelduitvoeringsvorm van een zelfdragende vloervoorziening volgens de uitvinding.Figure 1 shows a top view of an exemplary embodiment of a self-supporting floor provision according to the invention.

25 Figuur 2 toont een doorsnededetail op vergrote schaal langs de lijn A-A in Figuur 1.Figure 2 shows a cross-sectional detail on an enlarged scale along the line A-A in Figure 1.

Figuur 3 toont een doorsnededetail op vergrote schaal langs de lijn B-B in Figuur 1.Figure 3 shows a cross-sectional detail on an enlarged scale along the line B-B in Figure 1.

Figuur 4 toont perspectivisch de vloervoorziening volgens Figuur 1. 30 Figuur 5 toont perspectivisch een verdere voorbeelduitvoeringsvorm van een vloervoorziening volgens de uitvinding.Figure 4 shows a perspective view of the floor provision according to Figure 1. Figure 5 shows a perspective view of a further exemplary embodiment of a floor provision according to the invention.

Figuur 6 toont in bovenaanzicht een vloerelement van de vloervoorziening volgens Figuur 5.Figure 6 shows in top view a floor element of the floor provision according to Figure 5.

1010

Figuur 7 toont een doorsnede door het vloerelement van Figuur 6 langs de lijn VII-VII.Figure 7 shows a section through the floor element of Figure 6 along the line VII-VII.

Figuur 8 toont een linker zijaanzicht van het vloerelement van Figuur 6.Figure 8 shows a left side view of the floor element of Figure 6.

5 Figuur 9 toont op vergrote schaal detail A van de doorsnede van het vloerelement van Figuur 7.Figure 9 shows detail A of the section of the floor element of Figure 7 on an enlarged scale.

De figuren zijn voorbeeldfiguren, gelijke onderdelen worden met gelijke verwijzingscijfers aangeduid. De uitvinding is geenszins beperkt tot de 10 getoonde en beschreven voorbeelduitvoeringsvormen.The figures are exemplary figures, the same parts are designated with the same reference numerals. The invention is by no means limited to the exemplary embodiments shown and described.

Gedetailleerde beschrijvingDetailed description

Figuur 1 toont schematisch in bovenaanzicht het principe van de 15 uitvinding en illustreert een uitvoeringsvariant van de onderhavige uitvinding. Figuur 4 toont perspectivisch de vloeistofdichte vloervoorziening 10 volgens Figuur 1. In deze uitvoeringsvorm bestaande uit drie gekoppelde zelfdragende, plaatvormige vloerelementen 1 van duurzaam en chemisch bestendig vezel versterkt kunststofcomposiet, elk met een te belasten oppervlak 13, dat wil zeggen het 20 oppervlak waarop activiteiten plaatsvinden zoals in het voorgaande besproken, en een onbelast oppervlak 14 waarmee het vloerelement 1 op een ondergrond rust, met ten minste aan twee omtreksranden of -zijden 11 van een vloerelement 1 een hierin geïntegreerd opgenomen opvang- en afvoersysteem 3 voor vloeistoffen en andere stoffen, zoals klei, drab, stof en ander vuil, etc. De vloerelementen 1 zijn 25 aangrenzend gelegen en hecht verbonden tot één vloeistofdichte vloervoorziening 10 en voorzien van een brug- of koppelplaat 4 met uitsparingen 12 om vloeistoffen vanaf het belaste oppervlak 13 door het geïntegreerde vloeistofopvang- en afvoersysteem 3 af te voeren.Figure 1 schematically shows the principle of the invention in top view and illustrates an embodiment of the present invention. Figure 4 shows a perspective view of the liquid-tight floor provision 10 according to Figure 1. In this embodiment consisting of three coupled self-supporting, plate-shaped floor elements 1 of durable and chemically resistant fiber-reinforced plastic composite, each with a surface 13 to be loaded, that is the surface on which activities take place as discussed above, and an unloaded surface 14 with which the floor element 1 rests on a surface, with at least on two peripheral edges or sides 11 of a floor element 1 an integrated collection and discharge system 3 for liquids and other substances, such as clay, sludge, dust and other dirt, etc. The floor elements 1 are situated adjacent and tightly connected to one liquid-tight floor provision 10 and provided with a bridge or coupling plate 4 with recesses 12 around liquids from the loaded surface 13 through the integrated liquid collection device. and drain system 3.

Het vloeistofdichte vloerelement 1 bestaat bij voorkeur als geheel uit 30 een lichaam dat in de basis is samengesteld uit een glasvezel versterkte matrix, alzijdig omgeven door een gesloten composiethuid, waarbij met behulp van onder andere pultrusie de onderscheidende componenten worden samengevoegd tot een sandwichconstructie volgens een principe zoals onder andere omschreven in octrooi NL 1023445. Deze sandwichconstructie combineert een licht gewicht, hoge stijfheid 11 en duurzaamheid. Deze constructie onderscheidt zich van algemeen voorkomende constructies vervaardigd van kunststoffen, doordat in onderhavige uitvinding bij een vloerelement 1 geen delaminering optreedt en de samenstelling, vorm, stijfheid en bestendigheid duurzaam behouden blijven.The liquid-tight floor element 1 preferably as a whole consists of a body that is basically composed of a glass-fiber reinforced matrix, surrounded on all sides by a closed composite skin, whereby the distinctive components are combined into a sandwich construction according to a principle with the aid of, inter alia, pultrusion as described inter alia in patent NL 1023445. This sandwich construction combines a light weight, high rigidity 11 and durability. This construction differs from generally occurring constructions made of plastics in that in the present invention no delamination occurs with a floor element 1 and the composition, shape, stiffness and durability are permanently retained.

5 Composiet bestaat voornamelijk uit glasvezels, zoals E-glasvezels, C-glasvezels, ECR-glasvezels, S-glasvezels, basaltvezels, koolstofvezels, zoals low modules, intermediate modules, high modules, high strength modules, polyaramide vezels met ultrahoog moleculair gewicht polyethylene (UHMWP) en hybrides van dergelijke vezels. Voorts komen kunststoffen bestaande uit primair thermohardende 10 polymeren, zoals polyester, vinylester, acrylate, polyurethanen, epoxies in aanmerking. Met name zijn E-glasvezels in polyester geschikt. Voor gebruik in een omgeving waar agressieve stoffen worden behandeld zijn C-glasvezels in vinylester geschikt.5 Composite consists mainly of glass fibers, such as E-glass fibers, C-glass fibers, ECR glass fibers, S-glass fibers, basalt fibers, carbon fibers, such as low modules, intermediate modules, high modules, high strength modules, polyaramide fibers with ultra-high molecular weight polyethylene ( UHMWP) and hybrids of such fibers. Furthermore, plastics consisting of primary thermosetting polymers, such as polyester, vinyl ester, acrylate, polyurethanes, epoxies, are suitable. E-glass fibers in polyester are particularly suitable. For use in an environment where aggressive substances are treated, C-glass fibers in vinyl ester are suitable.

Combinaties van de genoemde of verdere vezels zijn ook mogelijk, 15 evenals combinaties van de genoemde kunststoffen alsmede combinaties van kunststofcomposiet met metaalproducten, zoals staalproducten, waaronder begrepen metaalplaten in de vorm van een sandwichconstructie als hybridevorm van een vloerelement..Combinations of the mentioned or further fibers are also possible, as well as combinations of the mentioned plastics as well as combinations of plastic composite with metal products, such as steel products, including metal sheets in the form of a sandwich construction as a hybrid form of a floor element.

Het kunststofmateriaal van een vloerelement 1 kan verdere stoffen 20 of lagen bevatten zoals stoffen voor het tegengaan van UV-beschadiging, voor het verruwen van een oppervlak, voor het tegengaan van aanslag door mossen, anti-slijtlaag of kleurstoffen.The plastic material of a floor element 1 may contain further substances or layers, such as substances for preventing UV damage, for roughening a surface, for preventing deposits from being deposited by moss, anti-wear layer or dyes.

Meer in detail kan elk vloerelement 1 voldoen aan de normeisen voor dynamische, statische, mechanische, thermische en chemische belasting. 25 Onder normeisen wordt in dit verband o.a. verstaan: TGB 1990; NEN 6702; NEN 6706; Eurocodes en CUR 96 dat aan een verkeersklasse 600 kan voldoen.In more detail, each floor element 1 can meet the standard requirements for dynamic, static, mechanical, thermal and chemical loads. 25 In this context, standard requirements are understood to include: TGB 1990; NEN 6702; NEN 6706; Eurocodes and CUR 96 that can meet a 600 traffic class.

Elk vloerelement 1 komt qua functie, samenstelling en kwaliteit overeen met elk ander vloerelement 1. Een voorkeurslengte-breedteverhouding van ieder vloerelement is 2:1, waarbij de maximale lengte- en breedtematen zodanig zijn 30 gekozen, dat een enkel of een set gestapelde vloerelement(en) 1 passend in een zeecontainer kan of kunnen worden getransporteerd.Each floor element 1 corresponds in function, composition and quality to every other floor element 1. A preferred length-width ratio of each floor element is 2: 1, wherein the maximum length and width dimensions are chosen such that a single or a set of stacked floor element ( and) 1 fitting in a sea container can or can be transported.

Elk vloerelement 1 heeft een in het vloerelement geïntegreerd, vanaf het te belasten oppervlak 13 hiervan, voor vloeistoffen toegankelijk, en in de betekenis van de uitvinding vloeistofdicht, vloeistofopvang- en afvoersysteem 3 dat 12 zich langs tenminste twee op elkaar aansluitende omtreksranden of -zijden uitstrekt. Meer in detail houdt dit in dat, als een geïntegreerd onderdeel van ieder vloerelement 1, een ruimte wordt gespaard in het vloerelement 1, in een voorkeursvorm in de vorm van een vanaf het te belasten oppervlak open goot, 5 waarin (vloei)stoffen zich kunnen verzamelen en weg kunnen stromen. Elk geïntegreerd vloeistofopvang- en afvoersysteem 3 sluit aan c.q. mondt uit 2 in tenminste één omtreksrand 11 van een vloerelement 1, zodat verzamelde vloeistoffen via de uitmonding 2 kunnen wegstromen. Het geïntegreerde vloeistofopvang- en afvoersysteem 3 maakt zodanig als geheel onderdeel uit van 10 een vloerelement 1. Doordat het grootste gedeelte van het te belasten oppervlak 13 van een vloerelement grenzend aan het vloeistofopvang- en afvoersysteem 3 gesloten is, dat wil zeggen dat er geen openingen in dit deel aanwezig zijn, kan een vloerelement 1 aan gewenste sterkte of duurzaamheidseisen voldoen en is het te belasten oppervlak 13 hiervan universeel te gebruiken.Each floor element 1 has liquids accessible from the surface 13 thereof, which is integrated into the floor element and is liquid-tight, in the sense of the invention, liquid-collecting and discharge system 3 which extends along at least two circumferential edges or sides connecting to each other . In more detail, this means that, as an integrated part of each floor element 1, a space is saved in the floor element 1, in a preferred form in the form of a gutter open from the surface to be loaded, into which (liquids) substances can form. collect and can flow away. Each integrated liquid collection and discharge system 3 connects or flows out of 2 into at least one peripheral edge 11 of a floor element 1, so that collected liquids can flow away via the outlet 2. The integrated liquid collection and discharge system 3 forms part of a floor element 1 as such as a whole. Because the majority of the surface 13 of a floor element to be loaded adjacent to the liquid collection and discharge system 3 is closed, i.e. there are no openings. present in this part, a floor element 1 can meet desired strength or durability requirements and the surface 13 thereof can be used universally.

15 Het vloeistofopvang- en afvoersysteem 3, c.q. de goten hiervan, kunnen zich langs of nabij twee op elkaar aansluitende omtrekranden 11 of, zoals getoond in Figuur 1, langs bijvoorbeeld de gehele omtrek van een vloerelement 1 uitstrekken.The liquid collection and discharge system 3, or the gutters thereof, can extend along or near two contiguous peripheral edges 11 or, as shown in Figure 1, along, for example, the entire periphery of a floor element 1.

In een verdere uitwerking wordt het geïntegreerde vloeistofopvang -20 en afvoersysteem 3 aan het belaste oppervlak 13 overkluisd met een rooster-, brug-of koppelplaat 4 die bij voorkeur ook is opgebouwd uit vezel versterkt kunststofcomposiet, zoals boven besproken in relatie tot het vloerelement 1. De rooster- of brugplaat 4 wordt in het bijzonder toegepast daar waar de vloeistofopvang- en afvoersystemen 3 van twee aangrenzende vloerelementen zich 25 naast elkaar uitstrekken. Onderscheidend aan deze rooster- of brugplaat 4 is dat deze plaat de functies combineert van zowel rooster als overkluizing, onder behoud van alle mechanische, chemische en duurzaamheidsrandvoorwaarden. Een in principe dichte brugplaat 4 kan elk geïntegreerd vloeistofopvang- en afvoersysteem 3 van één of meer naast elkaar gelegen vloerelementen 1 overkluizen. Figuur 3 30 illustreert dit het beste in detail.In a further elaboration, the integrated liquid collection -20 and discharge system 3 at the loaded surface 13 are covered with a grid, bridge or coupling plate 4 which is preferably also made up of fiber-reinforced plastic composite, as discussed above in relation to the floor element 1. The grid or bridge plate 4 is used in particular where the liquid collection and discharge systems 3 of two adjacent floor elements extend side by side. Distinctive to this grid or bridge plate 4 is that this plate combines the functions of both grid and over-hatching, while maintaining all mechanical, chemical and durability boundary conditions. A bridge plate 4 that is basically tight can overclose any integrated liquid collection and discharge system 3 of one or more adjacent floor elements 1. Figure 3 illustrates this best in detail.

Een rooster- of brugplaat 4 rust zowel op de buitenomtreksrand van een vloerelement 1 als op de binnenrand van het vloeistofopvang- en afvoersysteem 3. Uitsparingen 15 in het belaste oppervlak 13 van een vloerelement 1 maken het 13 mogelijk om de rooster- of brugplaat 4 verdiept in het belaste oppervlak 13 egaal met dit oppervlak hierin op te nemen.A grid or bridge plate 4 rests both on the outer peripheral edge of a floor element 1 and on the inner edge of the liquid collection and discharge system 3. Recesses 15 in the loaded surface 13 of a floor element 1 make it possible to deepen the grid or bridge plate 4 to be accommodated in the loaded surface 13 evenly with this surface.

Uitsparingen 12 in de rooster- of brugplaat 4 maken het mogelijk dat vloeistoffen door deze sparingen vanaf het belaste oppervlak 13 in het geïntegreerde 5 opvang- en afvoersysteem 3 kunnen komen en vervolgens weg kunnen stromen naar een uitmonding 2.Recesses 12 in the grid or bridge plate 4 make it possible for liquids to enter through these recesses from the loaded surface 13 into the integrated collection and discharge system 3 and then to flow away to an outlet 2.

Figuur 2 toont een principeschets van een uitvoeringsvorm van een uitstroom- respectievelijk instroomopening 2 van het geïntegreerde vloeistofopvang-en afvoersysteem 3 van een vloerelement 1. Elke uitstroom- respectievelijk 10 instroomopening 2 is in tegenstelling tot het geïntegreerde vloeistofopvang- en afvoersysteem 3 zelf, op elke hoek van een vloerelement 1 gesloten en buisvormig. Elke uitstroom- en instroomopening 2 wordt vloeistofdicht verbonden met elke uitstroom- en instroomopening 2 van een naastgelegen vloerelement 1, tot één vloeistofdicht opvang- en afvoersysteem. Een dergelijke vloeistofdichte verbinding 15 kan worden gerealiseerd door middel van een verbindingsbuisje dat aan de buitenomtrek voorzien is van op zichzelf bekende afdichtringen, zoals zogeheten O-ringen, die vloeistofdicht in de uitstroom- respectievelijk instroomopening 2 passen, zodanig dat de ruimte tussen de buitenomtrek van het verbindingsbuisje en de binnenomtrek van de uitstroom- en instroomopening 2 door de afdichtring 20 vloeistofdicht wordt afgesloten. Ook kan worden gewerkt met een pees ofwel draad, snoer, streng, vezel of zeen rond een uitstroom- respectievelijk instroomopening 2, waarbij de pees onder een actieve klemming van de vloerelementen 1 tegen elkaar, een vloeistofdichte barrière vormt zoals onderstaand meer in detail is uiteengezet voor de vloeistofdichte verbinding tussen aangrenzende vloerelementen 1.Figure 2 shows a principle sketch of an embodiment of an outflow or inflow opening 2 of the integrated liquid collection and discharge system 3 of a floor element 1. Each outflow or inflow opening 2 is in contrast to the integrated liquid collection and discharge system 3 itself, on each corner of a floor element 1 closed and tubular. Each outflow and inflow opening 2 is connected in a liquid-tight manner to each outflow and inflow opening 2 of an adjacent floor element 1, into one liquid-tight collection and discharge system. Such a liquid-tight connection 15 can be realized by means of a connecting tube which is provided on the outer circumference with sealing rings known per se, such as so-called O-rings, which fit in a liquid-tight manner in the outflow or inflow opening 2, such that the space between the outer circumference of the connecting tube and the inner circumference of the outflow and inflow opening 2 are sealed in a liquid-tight manner by the sealing ring 20. It is also possible to work with a string or wire, cord, strand, fiber or seal around an outflow or inflow opening 2, wherein the string forms an liquid-tight barrier, as explained in more detail below, under an active clamping of floor elements 1 against each other. for the liquid-tight connection between adjacent floor elements 1.

25 Daar waar de uitstroom- respectievelijk instroomopening 2 vrij komt te liggen in een omtreksrand 11 aan een buitenzijde van vloerelement 1, wordt de uitstroom- en instroomopening 2 vloeistofdicht afgedopt dan wel wordt de opening 2 vloeistofdicht verbonden met een separaat geplaatste vloeistofdichte afvoerleiding die het verzamelde product doorvoert via een slibvanger respectievelijk afscheider 30 en controlepunt, naar een algemeen opvangsysteem zoals bijvoorbeeld een gemeentelijke riolering (niet getoond).Where the outflow or inflow opening 2 becomes free in a peripheral edge 11 on an outside of floor element 1, the outflow and inflow opening 2 is sealed in a liquid-tight manner or the opening 2 is connected in a liquid-tight manner to a separately placed liquid-tight drainage pipe that collects it. passes product via a sludge collector or separator 30 and control point, respectively, to a general collection system such as, for example, a municipal sewer system (not shown).

Figuur 3 toont meer in detail een vloeistofdichte afdichting tussen twee aangrenzende vloerelementen 1. Twee of meer vloerelementen 1 kunnen onderling verbonden en gekoppeld worden tot één samengestelde vloeistofdichte 14 vloervoorziening 10. De verbinding tussen meerdere aan elkaar grenzende vloerelementen 1 wordt bij voorkeur uitgevoerd door de vloerelementen 1 zodanig tegen elkaar te plaatsen, dat zowel individuele als collectieve horizontale als verticale bewegingen worden opgeheven. Deze aangrenzende verbinding 7 is eerst 5 en vooral zodanig ingericht dat een verticale beweging dwars op het te belasten oppervlak 13 van een eerste vloerelement 1 steunt op een tweede vloerelement 1 en omgekeerd, waardoor de kracht zich verdeelt over beide vloerelementen 1. Eventuele horizontale bewegingen worden begrensd door het stijf tegen elkaar plaatsen van vloerelementen 1 waardoor de massa van de individuele tegen elkaar 10 geplaatste vloerelementen een verdere beweging niet toelaat.Figure 3 shows in more detail a liquid-tight seal between two adjacent floor elements 1. Two or more floor elements 1 can be mutually connected and coupled to one composite liquid-tight floor provision 10. The connection between a plurality of adjacent floor elements 1 is preferably carried out by the floor elements 1 to be placed against each other in such a way that both individual and collective horizontal and vertical movements are eliminated. This adjacent connection 7 is first of all arranged and in particular such that a vertical movement transversely of the surface 13 of a first floor element 1 to be loaded is supported on a second floor element 1 and vice versa, whereby the force is distributed over both floor elements 1. Any horizontal movements are bounded by rigidly placing floor elements 1 against each other, as a result of which the mass of the individual floor elements placed against each other 10 does not allow any further movement.

Elk vloerelement 1 wordt verbonden met een naastgelegen aangrenzend vloerelement 1. De onderlinge verbinding tussen de elementen wordt bij voorkeur door middel van één of meerdere spankabels 6 van staal, kunststof of ander materiaal tot stand gebracht en geborgd. De spankabels 6 worden in een 15 sparing 8 door of langs de onderscheiden vloerelementen 1 getrokken en aan de buitenzijde van elk element gezekerd en op spanning gebracht.Each floor element 1 is connected to an adjacent adjacent floor element 1. The mutual connection between the elements is preferably established and secured by means of one or more tension cables 6 of steel, plastic or other material. The tension cables 6 are pulled through or along the different floor elements 1 in a recess 8 and secured and tensioned on the outside of each element.

Het effect van de op spanning gebrachte spankabels 6 is dat alle individuele elementen 1 stijf tegen en met elkaar worden verbonden en tot één vloeistofdicht vloersysteem 10 worden gekoppeld. De reactiekracht van de 20 spankabels 6 op de verbinding van de individuele vloerelementen 1 heeft tot gevolg dat de samenstelling van de aan één of meer omtreksranden gekoppelde vloerelementen 1 tot één systeem of vloervoorziening resulteert, waarbij de gestelde eisen en normen van de dynamische, statische, mechanische, thermische en chemische eigenschappen van zowel de individuele vloerelementen 1 als het 25 samengestelde vloersysteem 10, duurzaam in stand blijven.The effect of the tensioned tension cables 6 is that all individual elements 1 are rigidly connected to and with each other and coupled to one liquid-tight floor system 10. The reaction force of the tensioning cables 6 on the connection of the individual floor elements 1 results in the composition of the floor elements 1 coupled to one or more peripheral edges resulting in one system or floor provision, wherein the requirements and standards of the dynamic, static, mechanical, thermal and chemical properties of both the individual floor elements 1 and the composite floor system 10 remain durable.

De vloeistofdichte verbinding 7 tussen meerdere aan elkaar verbonden vloerelementen 1 wordt bij voorkeur uitgevoerd door de elementen zodanig tegen elkaar te brengen en te klemmen, dat de vrije doorgang van vloeistoffen tussen de aangrenzende vloerelementen wordt geblokkeerd. De 30 blokkade wordt in een voorkeursuitvoeringsvorm gevormd door een aangebrachte pees 5 ofwel draad, snoer, streng, vezel of zeen in de gehele wandhuid in de omtreksranden 11 van elk element 1, waarbij de pees 5 onder een actieve klemming van de elementen 1 tegen elkaar, een vloeistofdichte barrière vormt.The liquid-tight connection 7 between several floor elements 1 connected to each other is preferably carried out by bringing the elements together and clamping them in such a way that the free passage of liquids between the adjacent floor elements is blocked. In a preferred embodiment, the blockage is formed by an attached tendon 5, or wire, cord, strand, fiber or seal, throughout the wall skin in the peripheral edges 11 of each element 1, the tendon 5 being actively clamped together by the elements 1 against each other. , forms a liquid-tight barrier.

1515

In een verdere uitwerking kan de verbinding met behulp van luchtdruk op werkelijke dichtheid worden getest, door zowel aan de instroomzijde als aan de uitstroomzijde van het vloeistofopvang- en afvoersysteem van een vloerelement of van de gehele vloervoorziening een ballon te plaatsen en deze 5 zodanig op spanning te brengen, dat de ingesloten kamer, waar de verbinding van twee vloerelementen 1 bijeenkomen, bij dichtheid geen drukverlies laat zien.In a further elaboration the connection can be tested for actual density with the aid of air pressure, by placing a balloon on both the inflow side and the outflow side of the liquid collection and discharge system of a floor element or of the entire floor provision and tension it in such a way to provide that the enclosed chamber, where the connection of two floor elements 1 meet, does not show a loss of pressure at density.

Figuur 5 toont perspectivisch een verdere uitvoeringsvariant van een vloeistofdichte vloervoorziening 20 volgens de onderhavige uitvinding, met drie identieke gekoppelde rechthoekige, plaatvormige vloerelementen 21 van duurzaam 10 en chemisch bestendig vezel versterkt kunststofcomposiet, zoals in het voorgaande beschreven met betrekking tot de vloerelementen 1. Elk vloerelement 21 bezit een te belasten oppervlak 13 en een onbelast oppervlak 14 waarmee het vloerelement 21 op een ondergrond (niet getoond) rust. In de getoonde uitvoeringsvorm bezit een vloerelement 21 een zich langs de gehele omtrek c.q. langs alle vier zijden 11 15 hiervan uitstrekkend en in het vloerelement 21 geïntegreerd opgenomen en in de betekenis van de uitvinding vloeistofdicht, vloeistofdicht opvang- en afvoersysteem 22 voor vloeistoffen. Opgemerkt wordt dat elk vloerelementen 21 ook met een zich slechts langs tenminste twee op elkaar aansluitende omtreksranden of -zijden 11 uitstrekkend vloeistofopvang- en afvoersysteem 22 kan zijn voorzien.Figure 5 shows in perspective a further embodiment of a liquid-tight floor facility 20 according to the present invention, with three identical coupled rectangular, plate-shaped floor elements 21 of durable and chemically resistant fiber-reinforced plastic composite, as described above with regard to the floor elements 1. Each floor element 21 has a surface 13 to be loaded and an unloaded surface 14 with which the floor element 21 rests on a surface (not shown). In the embodiment shown, a floor element 21 has a whole circumference or all four sides 11 thereof and is integrated in the floor element 21 and, in the sense of the invention, liquid-tight, liquid-tight collection and discharge system 22 for liquids. It is noted that each floor element 21 can also be provided with a liquid collection and discharge system 22 extending only along at least two circumferential edges or sides 11 adjoining each other.

20 In tegenstelling tot de in Figuur 1 en Figuur 4 getoonde vloeistofdichte vloervoorziening 10, wordt het geïntegreerde vloeistofopvang- en afvoersysteem 22 in een vloerelement 21 gevormd door relatief bredere en plattere, verdiept ten opzichte van het te belasten oppervlak 13 gelegen, goten dan bij het vloeistofopvang- en afvoersysteem 3 van een vloerelement 1. De goten van het 25 geïntegreerde vloeistofopvang- en afvoersysteem 22 zijn daarbij afgedekt met losneembare, langwerpige roosterplaten 23 voorzien van sleufvormige openingen 24. De roosterplaten 23 liggen egaal vlak met het oppervlak 13. Het gedeelte van het te belasten oppervlak 13 dat grenst aan of wordt omsloten door de goten is gesloten uitgevoerd, dat wil zeggen zonder openingen of gaten of dergelijke hierin.In contrast to the liquid-tight floor facility 10 shown in Figure 1 and Figure 4, the integrated liquid collection and discharge system 22 in a floor element 21 is formed by relatively wider and flatter recesses located near the surface 13 to be loaded, than at the liquid collecting and draining system 3 of a floor element 1. The troughs of the integrated liquid collecting and draining system 22 are thereby covered with detachable, elongated grid plates 23 provided with slot-shaped openings 24. The grid plates 23 lie flat with the surface 13. The part of the surface 13 to be loaded adjacent to or enclosed by the gutters is of closed design, that is, without openings or holes or the like therein.

30 De roosterplaten 23 zijn voor elke omtreksrand of zijde 11 van een vloerelement 21 bij voorkeur vervaardigd uit één stuk vezel versterkte kunststofplaat of composiet zoals boven besproken in relatie tot het vloerelement 1 en de brugplaat 4, of een metaalplaat, zoals bijvoorbeeld RVS of gegalvaniseerd staal, met behoud van alle mechanische, chemische en duurzaamheids-randvoorwaarden De roosters 16 23 hebben hierdoor een voldoende gewicht om zonder verdere klem- of houdmiddelen stevig op een steunrand 29, zoals getoond in detail A in Figuur 9, in een goot 22 te blijven liggen, ook bij hier over rijdend verkeer of dergelijke.The grid plates 23 for each peripheral edge or side 11 of a floor element 21 are preferably made from a single piece of fiber-reinforced plastic plate or composite as discussed above in relation to the floor element 1 and the bridge plate 4, or a metal plate, such as for example stainless steel or galvanized steel. , while retaining all mechanical, chemical and durability boundary conditions. The gratings 16 23 therefore have a sufficient weight to remain firmly on a support edge 29, as shown in detail A in Figure 9, in a gutter 22 without further clamping or holding means. , also with moving traffic or the like here.

Elk geïntegreerd vloeistofopvang- en afvoersysteem 22 mondt uit 25 5 in tenminste één omtreksrand of -zijde 11 van een vloerelement 21, zodat verzamelde vloeistoffen via de uitmonding 25 kunnen in- of uitstromen. Een voorkeurslengte-breedteverhouding van ieder vloerelement 21 is 2:1, waarbij in een lange omtreksrand of zijde 11 twee uitmondingen 25 zijn aangebracht, telkens op gelijke afstanden tot een aangrenzende omtreksrand of -zijde 11, en is in een korte 10 omtreksrand of -zijde 11 één uitmonding 25 in het midden hiervan aangebracht. Aan weerszijden van een uitmonding 25 in een rand 11 van het vloerelement 21 zijn ondiepe langwerpige groeven of uitsparingen 31 aangebracht waarin een losse langwerpige spie 32 kan'worden opgenomen, die dan over een afstand buiten het vlak van de rand 11 uitsteekt.Each integrated liquid collection and discharge system 22 opens out into at least one peripheral edge or side 11 of a floor element 21, so that collected liquids can flow in or out via the mouth 25. A preferred length-to-width ratio of each floor element 21 is 2: 1, wherein two openings 25 are arranged in a long peripheral edge or side 11, each at equal distances to an adjacent peripheral edge or side 11, and is in a short peripheral edge or side. 11 one outlet 25 arranged in the middle thereof. On either side of a mouth 25 in an edge 11 of the floor element 21, shallow elongated grooves or recesses 31 are provided in which a loose elongated key 32 can be received, which then protrudes over a distance beyond the plane of the edge 11.

15 Figuur 6 toont het vloerelement 21 in bovenaanzicht en Figuur 8 toont een aanzicht tegen een korte zijde 11 aan de linkerkant van het in Figuur 6 getoonde vloerelement 21. De uitmonding 25 kan zowel als instroomopening of als uitstroomopening fungeren en sluit aan op het geïntegreerd vloeistofopvang- en afvoersysteem 22. De uitmonding 25 heeft als geheel een afgeronde 20 rechthoekvormige omtreksrand. In een uitvoeringsvorm heeft de uitmonding 25 afmetingen van globaal 4 cm x 25 cm.Figure 6 shows the floor element 21 in top view and Figure 8 shows a view against a short side 11 on the left-hand side of the floor element 21 shown in Figure 6. The mouth 25 can function both as an inflow opening or as an outflow opening and connects to the integrated fluid collection and discharge system 22. The mouth 25 as a whole has a rounded rectangular peripheral edge. In one embodiment, the mouth 25 has dimensions of roughly 4 cm x 25 cm.

Figuur 7 toont een doorsnede door het vloerelement 21 langs de lijn VII-VII in Figuur 6 en Figuur 9 toont detail A van Figuur 7 op vergrote schaal. De uitmonding 25 bezit een rondlopende sponning of groef 27 waarin, om de 25 vloerelementen 21 vloeistofdicht te verbinden of te koppelen, een rondlopende kraag of manchet 26 van een bestendig rubber of van een ander flexibel en duurzaam materiaal is aangebracht.Figure 7 shows a section through the floor element 21 along the line VII-VII in Figure 6 and Figure 9 shows detail A of Figure 7 on an enlarged scale. The mouth 25 has a circumferential groove or groove 27 in which, in order to connect or connect the floor elements 21 in a liquid-tight manner, a circumferential collar or sleeve 26 of a resistant rubber or of another flexible and durable material is provided.

Deze kraag of manchet 26 heeft een passende vorm om deze over een globale lengtedoorsnede in de sponning of groef van de uitmonding 25 hierin op 30 te nemen. Door een ander vloerelement 21 met een identiek gevormde uitmonding 25 tegenover de kraag of manchet 26 te plaatsen, wordt bij het koppelen van de vloerelementen de kraag of manchet 26 in de groef of sponning van dit andere vloerelement 21 gevoerd. Het resultaat is dat ter plaatse van de uitmonding 25, de 17 kraag of manchet 26 de sponningen of groeven vult van beide tegen elkaar geplaatste vloerelementen 21.This collar or sleeve 26 has a suitable shape for receiving it over a global length section in the groove or groove of the mouth 25 therein. By placing another floor element 21 with an identically shaped mouth 25 opposite the collar or sleeve 26, when the floor elements are coupled, the collar or sleeve 26 is fed into the groove or groove of this other floor element 21. The result is that at the location of the mouth 25, the 17 collar or cuff 26 fills the grooves or grooves of both floor elements 21 placed against each other.

Elke kraag of manchet 26 bezit een zijde met een directe vloeistofbelasting en een niet belaste zijde. In de uitmonding 25 en gelegen binnen 5 de omtreksrand hiervan, dat wil zeggen omgeven door de vloeistofbelaste zijde van de kraag of manchet 26, is bij elk element een doorsteekopening 28 aangebracht die eindigt in een goot van het geïntegreerde vloeistofopvang- en afvoersysteem 22. Door een bout 30 door deze doorsteekopening 29 aan te brengen kunnen twee of meer vloerelementen 21 middel passende moeren stevig aaneen worden verbonden 10 tot één geheel. Door de klemcapaciteit van de boutverbinding, wordt de kraag of manchet 26 zodanig strak in de posities van de sponning of groef 27 van elke uitmonding 25 geklemd, dat er een naar buiten toe volledig vloeistofafdichtende verbinding tussen de vloeistofopvang- en afvoersystemen 22 van op deze wijze aan elkaar gekoppelde vloerelementen 21 wordt bewerkstelligd. Daarbij worden de 15 vloerelementen 21 zodanig strak tegen elkaar gekoppeld, dat het geheel als een vloeistofdichte vloervoorziening 20 gaat functioneren.Each collar or cuff 26 has a side with a direct liquid load and an unloaded side. In the mouth 25 and located within the peripheral edge thereof, that is to say surrounded by the liquid-loaded side of the collar or sleeve 26, a piercing opening 28 is provided at each element which ends in a trough of the integrated liquid collection and discharge system 22. By by providing a bolt 30 through this piercing opening 29, two or more floor elements 21 can be tightly connected to one whole by means of suitable nuts. Due to the clamping capacity of the bolt connection, the collar or sleeve 26 is clamped so tightly in the positions of the groove or groove 27 of each mouth 25 that an outwardly completely liquid-tight connection between the liquid collection and discharge systems 22 of this way floor elements 21 coupled to each other is achieved. The floor elements 21 are thereby tightly coupled to each other such that the whole starts to function as a liquid-tight floor facility 20.

Het resultaat is een intrinsieke vloeistofdichte verbinding omdat de kraag of manchet 26 de boutpositie naar buiten toe volledig afdicht. Hoewel de bouten 30 (en moeren) onderdeel uitmaken van de uitmonding 25 (er kan vloeistof 20 bijkomen) zorgt de kraag of manchet 26 aan beide zijden van twee gekoppelde vloerelementen 21 ervoor dat het geheel vloeistofdicht is/wordt.The result is an intrinsic fluid-tight connection because the collar or sleeve 26 completely seals the bolt position outwards. Although the bolts 30 (and nuts) form part of the mouth 25 (fluid 20 may be added), the collar or sleeve 26 on both sides of two coupled floor elements 21 ensures that the whole is / is fluid-tight.

De bouten 30 (en moeren) worden bij voorkeur van een geschikt bestendig materiaal, zoals RVS, gekozen.The bolts (and nuts) are preferably selected from a suitable resistant material, such as stainless steel.

Aan de buitenzijde van de vloerelementen 21 die geen verbinding 25 met een ander vloerelement 21 vormen, wordt op de uitmonding 25 een afsluitkap (niet getoond) aangebracht met een voor elk vloerelement 21 gelijke, gesloten vorm aangepast aan de afgeronde rechthoekvorm van de uitmonding 25 en zodanig dat een rand van deze afsluitkap klemmend aangrijpt in de groef of sponning voor het positioneren van de kraag of manchet 26, zodat een naar buiten toe 30 vloeistofafdichtende sluiting wordt verkregen.On the outside of the floor elements 21 which do not form a connection 25 with another floor element 21, a closing cap (not shown) is provided on the mouth 25 with a closed shape identical for each floor element 21 adapted to the rounded rectangular shape of the mouth 25 and such that an edge of this closure cap engages clampingly in the groove or groove for positioning the collar or sleeve 26, so that an outwardly liquid-tight closure is obtained.

In een verdere uitvoeringsvorm kan op soortgelijke wijze een afvoer/-toevoerkap (niet getoond) ter plaatse van een uitmonding 25 worden gemonteerd, voor aansluiting van het vloeistofopvang- en afvoersystemen 22 op een 18 traditioneel afvoersysteem, teneinde de vloeistoffen bijvoorbeeld in een daartoe bestemd afvalwaterbehandelingssysteem te brengen.In a further embodiment, a drain / supply cap (not shown) can be mounted in a similar manner at the location of an outlet 25, for connection of the liquid collection and discharge systems 22 to a traditional drainage system, in order for the liquids, for example, in a waste water treatment system intended for this purpose to bring.

Zoals verder duidelijk uit Figuren 5, 6 en 8 is te zien, zijn aan weerszijden van een uitmonding 25 in een rand 11 van het vloerelement 21 ondiepe 5 langwerpige groeven of uitsparingen 31 aangebracht waarin een losse langwerpige spie 32 kan worden opgenomen, die dan over een afstand buiten het vlak van de rand 11 uitsteekt. Bij het koppelen van twee vloerelementen 21 grijpt een uitstekende spie 32 van het ene vloerelement 21 aan in een corresponderende groef of uitsparing 31 van het te koppelen vloerelement 21. Hierdoor worden eventuele 10 krachten dwars op het te belasten oppervlak 13 via een spie 32 overgebracht op het naastgelegen vloerelement. De spieën of spieblokjes 32 zijn voorzien van een vellingkant alsook de groef of uitsparing 31 waarin deze wordt ingevoerd.As can furthermore be seen clearly from Figures 5, 6 and 8, shallow elongated grooves or recesses 31 are provided on either side of a mouth 25 in an edge 11 of the floor element 21, into which a loose elongated key 32 can be received, which can then be placed over a distance beyond the plane of the edge 11. When two floor elements 21 are coupled, a protruding key 32 of the one floor element 21 engages in a corresponding groove or recess 31 of the floor element 21 to be coupled. As a result, any forces transverse to the surface 13 to be loaded are transferred via a key 32 to the adjacent floor element. The keys or key blocks 32 are provided with a bevelled edge as well as the groove or recess 31 into which it is inserted.

De afmetingen van de spie 32 en groef of uitsparing 31 zijn zodanig afgestemd dat de spie 32, na het koppelen van de vloerelementen 21, strak geklemd 15 zit in de groeven of uitsparingen 31 aan weerszijden van de spie 32, dus van elk naast elkaar geplaatst vloerelement 21.The dimensions of the key 32 and groove or recess 31 are adjusted such that, after coupling of the floor elements 21, the key 32 is tightly clamped in the grooves or recesses 31 on either side of the key 32, so of each being placed next to each other floor element 21.

De lengteafmeting van een spieblokje 32 is kleiner dan de lengte van de groef of uitsparing 31. De reden hiervoor is dat bij het plaatsen van een tweede vloerelement 21, dit vloerelement 21 niet altijd haaks naar een eerste 20 vloerelement 21 gebracht kan worden, doch dikwijls in een hoekbeweging. Met andere woorden, bij het plaatsen van elk volgend vloerelement 21 dient rekening gehouden te worden dat zowel aangesloten dient te worden op de korte zijde 11 van een naastgelegen vloerelement 21, als tegelijkertijd op de lange zijde 11 van een ander naast gelegen vloerelement 21. De beweging van het te plaatsen vloerelement 25 21 is dan naar de hoek toe waarin de korte zijde en de lange zijde elkaar kruisen.The length dimension of a key block 32 is smaller than the length of the groove or recess 31. The reason for this is that when a second floor element 21 is placed, this floor element 21 cannot always be brought perpendicular to a first floor element 21, but often in a corner movement. In other words, when placing each subsequent floor element 21, it must be taken into account that connection must be made both to the short side 11 of an adjacent floor element 21 and at the same time to the long side 11 of another adjacent floor element 21. The movement of the floor element 21 to be placed is then towards the corner in which the short side and the long side intersect.

Om deze reden kan dus al in de plaatsbeweging het spieblokje 32 in de groef of uitsparing 31 van het te plaatsen vloerelement 21 gebracht worden, terwijl dit nog ruimte overhoudt om in langsrichting hiervan te bewegen. De spie 32 kan dan eventueel nog meebewegen in de langsrichting van de groef of uitsparing 31, terwijl 30 de verbinding als zodanig al tot stand is gekomen.For this reason, therefore, the wedge block 32 can already be introduced into the groove or recess 31 of the floor element 21 to be placed in the positional movement, while this still leaves room to move in the longitudinal direction thereof. The key 32 can then possibly also move along in the longitudinal direction of the groove or recess 31, while the connection as such has already been established.

Het doel van de spieblokjes 32, is om de verticale krachten, dat wil zeggen loodrecht op het te belasten oppervlak 13 van een vloerelement 21 zodanig te spreiden, dat deze steeds overgebracht kunnen worden op een naburig gelegen vloerelement 21 waardoor het geheel stijver is en daardoor sterker is.The purpose of the key blocks 32 is to spread the vertical forces, i.e. perpendicular to the surface 13 of a floor element 21 to be loaded, in such a way that they can always be transferred to a neighboring floor element 21, whereby the whole is stiffer and therefore is stronger.

1919

In een uitvoeringsvorm zijn vloerelementen 21 vervaardigd met een dikte (of hoogte) van ca. 9 cm. Deze vloerelementen kunnen met voordeel op een bestaande verharding van steen of dergelijke worden geplaatst. Tegen een dergelijk relatief dun vloerelement kan met behulp van het aanstraten vanaf een bestaande 5 verharding een glijdende aansluiting tot op de vloervoorziening 20 worden gerealiseerd, bijvoorbeeld in de vorm van een korte oprit van ca. 2 m lang en ca. 9-10 cm hoog.In one embodiment, floor elements 21 are manufactured with a thickness (or height) of approximately 9 cm. These floor elements can advantageously be placed on an existing paving of stone or the like. A sliding connection to the floor provision 20 can be realized against such a relatively thin floor element with the aid of the coating from an existing pavement, for example in the form of a short driveway of approximately 2 m long and approximately 9-10 cm high .

Naast de vloeistofdichte koppeling van de vloeistofopvang- en afvoersystemen 22 van aan elkaar gekoppelde vloerelementen 21, worden in de tot 10 een vloervoorziening 20 gemonteerde toestand, zoals getoond in Figuur 5, de aangrenzend gelegen vloerelementen 21 voorts aan een betreffende zijde 11, vanaf het te belasten oppervlak 13, onderling vloeistofdicht verbonden 33. De vloeistofdichte verbinding 33 wordt bij voorkeur uitgevoerd volgens de eisen van CUR 65 of BRL 2369 aangaande de vorm en uitvoeringswijze van een vloeistofdichte 15 verbinding. Deze verbinding 33 wordt aangebracht op het hechtvlak van een zijde 11, gezien vanaf het te belasten oppervlak 13 in de richting van de onbelaste zijde 14, over een afstand en een vorm zoals algemeen gangbaar voor bodembeschermende voorzieningen en zoals schematisch weergegeven in o.a. de CUR 65. De vloeistofdichte verbinding of afdichting 33 wordt bij voorkeur gevormd 20 door een bestendige voegmassa die middels een hechtprimer op het vlak van de zijde 11 wordt gehecht. Een dergelijke vloeistofdichte verbinding 33 kan op soortgelijke wijze worden aangebracht bij de onderling gekoppelde vloerelementen 1 van de vloervoorziening 10 volgens het boven besproken eerste uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding.In addition to the liquid-tight coupling of the liquid collection and discharge systems 22 of interconnected floor elements 21, in the condition mounted to a floor facility 20, as shown in Figure 5, the adjacent floor elements 21 are furthermore located on a respective side 11, from the load surface 13, mutually fluid-tightly connected 33. The fluid-tight connection 33 is preferably made according to the requirements of CUR 65 or BRL 2369 regarding the shape and method of implementation of a fluid-tight connection. This connection 33 is applied to the bonding surface of a side 11, viewed from the surface 13 to be loaded in the direction of the unloaded side 14, over a distance and a form as is generally accepted for soil protection facilities and as schematically shown in, inter alia, the CUR 65 The liquid-tight connection or seal 33 is preferably formed by a resistant joint mass which is adhered to the surface of the side 11 by means of an adhesive primer. Such a liquid-tight connection 33 can be applied in a similar manner to the mutually coupled floor elements 1 of the floor provision 10 according to the above-discussed first embodiment of the invention.

25 Voor een deskundige zijn aan de hand van de boven beschreven uitvoeringsvormen verdere wijzigingen en aanpassingen denkbaar, onder andere daarin dat meer dan drie vloerelementen tot een vloervoorziening worden gekoppeld of dat bijvoorbeeld vierkante, zeskante of in het algemeen veelhoekige vloerelementen tot een vloeistofdichte vloervoorziening worden gekoppeld. Hoewel 30 niet expliciet getoond, zal de vakman begrijpen dat bijvoorbeeld de kraagvormige uitmondingen 25 of koppelmiddelen 31, 32 zoals getoond in Figuur 5 van een vloerelement 21 ook kunnen worden gebruikt bij een vloerelement 1 van de vloervoorziening zoals getoond in Figuur 1 of omgekeerd, welke verdere wijzigingen en aanpassingen alle worden geacht te zijn omvat door de bijgesloten conclusies.On the basis of the embodiments described above, further modifications and modifications are conceivable to a person skilled in the art, inter alia in that more than three floor elements are coupled to a floor provision or that, for example, square, hexagonal or generally polygonal floor elements are coupled to a liquid-tight floor provision. . Although not explicitly shown, those skilled in the art will understand that, for example, the collar-shaped openings 25 or coupling means 31, 32 as shown in Figure 5 of a floor element 21 can also be used with a floor element 1 of the floor provision as shown in Figure 1 or vice versa, which further changes and modifications are all deemed to be included in the appended claims.

1 0 4 0 0 2 51 0 4 0 0 2 5

Claims

Liquid-tight floor provision, comprising adjacent connectable, polygonal floor elements of plastic composite, each floor element being plate-shaped with a surface to be loaded for use and an unloaded surface for placement on a surface and with a liquid collection and discharge system, characterized in that each floor element is provided with a liquid collection and discharge system extending along at least two circumferentially adjoining circumferential edges and integrated into the floor element and from the surface thereof to be loaded for liquids, wherein the surface of the floor element to be loaded adjacent to the liquid collection and discharge system is closed.

2. Floor provision as claimed in claim 1, wherein the liquid collection and discharge system extends along all peripheral edges of a floor element.

3. Floor provision as claimed in one or more of the foregoing claims, wherein the fluid collection and drainage system connects to at least one peripheral edge of a floor element, for forming a continuous fluid collection and drainage system of the floor provision with coupled floor elements.

4. Floor provision as claimed in claim 3, wherein the liquid collection and discharge system connects to at least one peripheral edge of a floor element by means of at least one tubular outflow or inflow opening.

5. Floor provision as claimed in claim 4, wherein the at least one tubular outflow or inflow opening is arranged such that outflow or inflow openings of adjoining floor elements are connected in a liquid-tight manner to the outside.

6. Floor provision as claimed in claim 5, wherein the outflow or inflow openings of adjacent floor elements are coupled in a liquid-tight manner by means of a connecting tube with sealing rings located on the outer circumference of said connecting tube, such that in use a sealing ring closes the gap between the inner circumference of an outflow or inflow opening of a floor element and the outer circumference of the connecting pipe located in the outflow or inflow opening closes in a liquid-tight manner. 1040025

7. Floor provision as claimed in claim 3, wherein the liquid collection and discharge system of an element connects by means of at least one rectangular mouth to at least one peripheral edge of a floor element, with a circumferential collar or sleeve of a durable flexible accommodated in opposite mouths of adjacent floor elements material, for connecting the outlets of the adjacent floor elements in a fluid-tight manner to the outside.

8. Floor provision as claimed in claim 7, wherein through-openings in the peripheral edge up to the liquid collection and discharge system running along the respective peripheral edge are provided within the circumference of the collar or cuff, for receiving connecting bolts to an adjacent floor element in front of said peripheral openings connecting the floor elements to each other via these connecting bolts.

9. Floor provision as claimed in one or more of the foregoing claims, wherein the integrated fluid collection and discharge system is adapted to cover this from the surface to be loaded of a floor element by means of a grid plate provided with openings for access of liquids from the to be loaded surface to the integrated fluid collection and drainage system of a floor element.

10. Floor provision as claimed in claim 9, wherein the openings comprise recesses on at least one peripheral edge of a grid plate.

A floor arrangement as claimed in claim 9 or 10, wherein a grid plate has dimensions for covering adjacent fluid collection and discharge systems of two different, adjacent floor elements.

12. Floor provision as claimed in one or more of the foregoing claims, wherein the integrated liquid collection and discharge system has a gutter shape.

13. Floor provision as claimed in one or more of the foregoing claims, comprising coupling means for mutually connecting floor elements.

14. Floor provision as claimed in claim 13, wherein the coupling means comprise a string, wire, cord, strand, fiber or seal in the entire peripheral wall skin of each floor element, for fluid-tight coupling of adjacent floor elements.

15. Floor provision as claimed in claim 13 or 14, wherein each floor element comprises at least one through-opening for mounting tension cables arranged between the surface to be loaded and the unloaded surface in the floor element, and wherein adjacent floor elements as a whole by tensioned tension cables held tightly together.

16. Floor provision as claimed in claim 13, 14 or 15, wherein at least one peripheral edge of a floor element is provided with at least one slot-shaped groove or recess, with a detachable key arranged therein which engages in two opposite grooves or recesses.

17. Floor provision as claimed in one or more of the foregoing claims, wherein a floor element is made of a fiber-reinforced plastic composite.

18. Floor provision as claimed in claim 17, wherein the fiber-reinforced plastic composite is a fiber-reinforced plastic composite including glass fibers, such as E-glass fibers, C-glass fibers, ECR glass fibers, S-glass fibers, basalt fibers, carbon fibers, such as low modules, intermediate modules, high modules, high strength modules, poly-aramid fibers with ultra-high molecular weight polyethylene, UHMWP, and hybrids of such fibers, primary thermosetting polymers, comprising polyester, vinyl ester, acrylate, polyurethanes, epoxies and combinations of the mentioned materials.

19. Floor provision as claimed in one or more of the foregoing claims, wherein a floor element is made of a plastic composite combined with metal.

20. Floor provision as claimed in one or more of the foregoing claims, wherein a floor element is built up from a plate-shaped body in the form of a sandwich construction.

A floor provision according to claim 20, wherein the plate-shaped body is surrounded on all sides by a liquid-tight skin.

22. Floor provision according to one or more of the preceding claims in dependence on claims 9, 10 or 11, wherein the grid plate is made of a plastic composite.

Flooring device according to claim 22, wherein the fiber-reinforced plastic composite is a fiber-reinforced plastic composite including glass fibers, such as E-glass fibers, C-glass fibers, ECR glass fibers, S-glass fibers, basalt fibers, carbon fibers, such as low modules, intermediate modules, high modules, high strength modules, poly-aramid fibers with ultra-high molecular weight polyethylene, UHMWP, and hybrids of such fibers, primarily thermosetting polymers, including polyester, vinyl ester, acrylate, polyurethanes, epoxies and combinations of the mentioned materials.

Floor provision according to one or more of the preceding claims, in which the adhesive surfaces of the coupled peripheral edges or sides of the floor elements are connected in a liquid-tight manner from the surface to be loaded by means of a stable joint mass.

A floor provision as claimed in one or more of the preceding claims, wherein a floor element is rectangular in shape and has a length to width ratio of 2: 1.

A floor element for use in a floor facility according to one or more of the preceding claims. 15 1040025