NL1040022C2

NL1040022C2 - Zwaluwstaartverbinding voor het losmaakbaar verbinden van twee constructie-elementen.

Info

Publication number: NL1040022C2
Application number: NL1040022A
Authority: NL
Inventors: Adrianus Franciscus Maria Verbossen
Original assignee: Adrianus Franciscus Maria Verbossen
Priority date: 2013-01-25
Filing date: 2013-01-25
Publication date: 2014-07-28
Also published as: EP2759716B1; EP2759716A1

Description

!

Zwaluwstaartverbinding voor het losmaakbaar verbinden van twee constructie-elementen.

5 De uitvinding heeft betrekking op een zwaluwstaartverbinding voor het losmaakbaar verbinden van twee constructie-elementen, omvattende een vrouwelijk deel en een mannelijk deel die elk aan een van de constructie-elementen bevestigbaar zijn en beiden zijn voorzien van taps toelopende, 10 zwaluwstaart profielen die door een schuifbeweging in elkaar grijpbaar zijn voor het vormen van de zwaluwstaartverbinding, welke zwaluwstaartverbinding is voorzien van grendelmiddelen om de verbinding in, in elkaar geschoven toestand, tegen beweging in de schuifrichting te vergrendelen.

15 Een dergelijke zwaluwstaartverbinding is bekend uit het

Europese octrooischrift EP 1 718 812 BI. Bij deze bekende zwaluwstaartverbinding bestaan de grendelmiddelen uit een bladveer die is bevestigd op het vrouwelijk deel en die bij het in elkaar schuiven van de zwaluwstaart profielen wordt 20 ingedrukt door het mannelijk deel en in de volledig in elkaar geschoven toestand van de zwaluwstaartverbinding vrijkomt van het mannelijk deel om terug te veren, waarbij het uiteinde van de bladveer tegen het uiteinde van het mannelijk deel stuit om het mannelijk deel tegen ontgrendeling te borgen. Ter 25 ontgrendeling kan de bladveer met een hulpmiddel worden ingedrukt om het mannelijk deel vrij te geven.

Een nadeel van deze bekende zwaluwstaartverbinding is dat de bladveer bij vergrendeling alleen het uit elkaar schuiven van de zwaluwstaartverbinding verhindert, maar niet een verder in 30 elkaar schuiven van de zwaluwstaartverbinding hetgeen tot een ongewenste klemming van de zwaluwstaartverbinding kan leiden waardoor de verbinding moeilijk te verbreken is. Een verder 1 04 0022 2 nadeel van deze bekende vergrendeling met een bladveer is dat deze het inschuiven van het mannelijk deel in het vrouwelijk deel kan hinderen.

De uitvinding stelt zich tot doel een 5 zwaluwstaartverbinding voor het los neembaar verbinden van twee constructie-elementen te verschaffen die deze nadelen niet heeft.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de grendelmiddelen zijn gevormd door ten minste één pen bij een 10 van de koppelen zwaluwstaartdelen en ten minste één gat in het andere te koppelen zwaluwstaartdeel, welke pen bij gevormde zwaluwstaartverbinding beweegbaar is in een richting loodrecht op het schuifvlak en in de richting van een gat om in dat gat te vallen voor het vergrendelen van de zwaluwstaartverbinding 15 en in tegenovergestelde richting beweegbaar is om weer uit dat gat te komen voor het ontgrendelen van de zwaluwstaartverbinding.

Hierdoor wordt ten opzichte van de stand van de techniek bereikt dat met een enkel grendelelement de zwaluwstaartdelen 20 in gekoppelde toestand vergrendeld zijn tegen zowel het uit elkaar schuiven van de zwaluwstaartdelen, als het verder in elkaar schuiven van de zwaluwstaartdelen.

Opgemerkt zij dat uit het Amerikaanse octrooischrift 2 793 407 een zwaluwstaartverbinding bekend is met een inkeping in een 25 van de zwaluwstaartdelen en een uitstulping in het andere zwaluwstaartdeel, waarbij door elastische vervorming de uitstulping in de inkeping valt bij het in elkaar schuiven van de zwaluwstaartdelen. Vanwege de benodigde elastische vervorming vergt deze verbinding relatief veel kracht bij het 30 vergrendelen en het ontgrendelen en is daardoor erg kwetsbaar.

In een aantrekkelijke uitvoeringsvorm van een zwaluwstaartverbinding volgens de uitvinding zijn de taps 3 toelopende zwaluwstaartprofielen aan zowel het vrouwelijk deel en het mannelijk deel aan hun smalste zijde verlengd met een niet taps toelopend zwaluwstaartprofiel en bevindt de pen-gat verbinding zich in het gedeelte van het vrouwelijk deel en het 5 mannelijk deel dat is voorzien van het niet taps toelopende zwaluwstaartprofiel.

Hierdoor wordt bereikt dat het mannelijk deel en het vrouwelijk deelde bij het in elkaar schuiven van de zwaluwstaartverbinding niet meer van elkaar af kunnen bewegen wanneer de niet taps 10 toelopende profielen met elkaar in aanraking komen.

In een verdere aantrekkelijke uitvoeringsvorm van een zwaluwstaartverbinding is de pen beweegbaar gemonteerd in een gat in het vrouwelijk deel van de zwaluwstaartverbinding tussen een eerste stand waarin de pen geheel in het gat in het 15 vrouwelijk deel is en een tweede stand waarin de pen passend in het gat valt dat in het mannelijk deel is gevormd en is een veer aanwezig die de pen in de richting van de tweede stand drukt en dat de pen tegen de werking van de veer in de eerste stand plaatsbaar is.

20 Bij voorkeur is het mannelijk deel aan een uiteinde waarin zich het niet taps toelopende zwaluwstaartprofiel bevindt voorzien van een schuine oploopbaan waarin de pen beweegbaar is bij het in elkaar schuiven van het mannelijk deel en het vrouwelijk deel van de zwaluwstaartverbinding en is de pen aan het 25 uiteinde waarmee het bij het in elkaar schuiven van het mannelijk deel en het vrouwelijk deel in het mannelijk deel valt voorzien van afgeschuind deel dat kan samenwerken met de schuine oploopbaan in het mannelijk deel. Hierdoor wordt bereikt dat bij het in elkaar schuiven van de zwaluwstaartdelen 30 de pen automatisch in het gat van het mannelijk deel valt.

4

Andere kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de hierna volgende beschrijving van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van 5 bijgaande tekeningen, waarin:

Fig.1 een aanzicht van een mannelijk deel van een zwaluwstaartverbinding volgens de uitvinding weergeeft,

Fig. 2 een aanzicht volgens lijn A-A in fig. 1 weergeeft, Fig. 3 een doorsnede volgens lijn B-B in fig. 1 weergeeft, 10 Fig. 4 een aanzicht van een vrouwelijk deel van een zwaluwstaartverbinding volgens de uitvinding weergeeft,

Fig. 5 een aanzicht volgens lijn C-C in fig. 4 weergeeft, Fig. 6 een doorsnede volgens lijn D-D in fig. 4 weergeeft, Fig. 7 een pen voor het vergrendelen van de in fig. 1 t/m 15 6 getoonde zwaluwstaartverbinding weergeeft en

Fig. 8 de in fig. 7 getoonde pen weergeeft in de in elkaar geschoven toestand van de zwaluwstaartverbinding.

Over het in figuren 1-3 weergegeven mannelijk deel 1 van 20 de zwaluwstaartverbinding bestaat uit een plat metalen blok met afmetingen van bijvoorbeeld 120 bij 120 mm. Aan een platte zijde is dit blok 1 voorzien van een uitstekende rug 2 in de vorm van een zwaluwstaart. Over de helft 3 van zijn lengte loopt de zwaluwstaart 2 taps toe van een breedte van 25 bijvoorbeeld 90 mm tot een breedte van bijvoorbeeld 50 mm. Over de andere helft 4 van zijn lengte heeft de zwaluwstaart een constante breedte van 50 mm. De hoogte van de zwaluwstaart 2 bedraagt ongeveer 15 mm en de ingesloten hoek α ongeveer 60°. Met verwijzingscijfers 5 zijn de plaatsen aangegeven waar blok 30 1 met de in fig. 3 schematisch weergegeven kopplaat 6, die is verbonden met een te verbinden constructie-element, is bevestigd met bijvoorbeeld inbusbouten.

5

Ongeveer halverwege deel 4 van de zwaluwstaart 2 dat een constante breedte heeft zijn aan weerszijden van deel 4 doorlopende gaten 8 en 9 in het blok 1 gevormd, die een functie hebben bij het vergrendelen van de gevormde 5 zwaluwstaartverbinding zoals verderop zal worden toegelicht. Gezien in de lengterichting van de zwaluwstaart 2 zijn in het blok 1 onder de gaten 8 en 9 inkepingen 10 en 11 aangebracht in een rand van het blok 1 die een schuine inloopbanen 12 vormen zoals te zien in fig. 3 en waarvan de werking eveneens verderop 10 zal worden toegelicht.

Het in figuren 4-6 weergegeven vrouwelijk deel 13 van de zwaluwstaartverbinding bestaat ook uit een plat metalen blok met afmetingen van bijvoorbeeld 120 bij 120 mm. Aan een platte zijde is dit blok 13 voorzien van een inkeping 14 in de vorm 15 van een zwaluwstaart. Over de helft 15 van zijn lengte loopt de zwaluwstaart 14 taps toe van een breedte van bijvoorbeeld 90 mm tot een breedte van bijvoorbeeld 50 mm. Over de andere helft 16 van zijn lengte heeft de zwaluwstaart een constante breedte van 50 mm. De diepte van de zwaluwstaart 14 bedraagt ongeveer 15 mm 20 en de ingesloten hoek α ongeveer 60°. De diepte van de zwaluwstaart bedraagt eveneens ongeveer 15 mm.

Met verwijzingscijfers 17 zijn de plaatsen aangegeven waar blok 13 met de in fig. 6 schematisch weergegeven kopplaat 20, die is verbonden met een te verbinden constructie-element, is 25 bevestigd met bijvoorbeeld inbusbouten. Ongeveer halverwege deel 16 van de zwaluwstaart 14 dat een constante breedte heeft zijn aan weerszijden van deel 16 doorlopende gaten 18 en 19 in het blok 1 gevormd, die een functie hebben bij het vergrendelen van de gevormde zwaluwstaartverbinding zoals verderop zal 30 worden toegelicht. De ronde gaten 18 en 19 hebben over het grootste deel van hun lengte een diameter van 14 mm, maar 6 hebben aan het uiteinde aan de van de zwaluwstaart 14 afgekeerde zijde een kleinere diameter van bijvoorbeeld 8 mm. Daardoor ontstaat een rand 18a, respectievelijk 19a, die een aanslag vormt voor een veer zoals hierna zal worden toegelicht.

5 Fig. 7 toont een as 21 die is gevormd door een cilindrisch deel 22 met een doorsnede van bijvoorbeeld 8 mm en een kop 23 met een doorsnede van bijvoorbeeld 10 mm. De as 21 kan door gat 18, respectievelijk 19 worden gestoken, waarbij de kop 23 tegen aanslag 20 stuit. De as 21 is aan zijn andere uiteinde voorzien 10 van schroefdraad 24. Een pen 25, die als grendelorgaan voor zwaluwstaartverbinding fungeert, heeft een gat met binnenschroefdraad waarmee de pen 25 op as 21 kan worden geschroefd. Alvorens dat gebeurt, wordt een veer 26 om de as 21 geschoven. De pen 25 heeft een cilindrische doorsnede om te 15 passen in gat 18, respectievelijk gat 19. Het vrije uiteinde van de pen 25 dat buiten de zwaluwstaart 14 van het vrouwelijke deel 13 valt heeft een afgeschuind deel 27 dat overeenkomt met het afgeschuinde loopvlakken 12 van de inkepingen 10 en 11 van het mannelijk deel.

20 De werking van de zwaluwstaartverbinding voor het losmaakbaar verbinden van twee constructie-elementen is als volgt:

Aan twee losmaakbaar met elkaar te verbinden constructie-elementen zijn kopplaten 6 en 18 bevestigd.

25 Een mannelijk deel 2 van de zwaluwstaartverbinding is met behulp van inbusbouten 5 aan de kopplaat 6 vastgemaakt en een vrouwelijk deel 14 van de zwaluwstaartverbinding is met behulp van inbusbouten 17 aan de kopplaat 20 vastgemaakt.

Om de twee constructie-elementen met elkaar te verbinden wordt 30 het mannelijk deel 2 dat aan een van de constructie-elementen vastzit bij het vrouwelijk deel 14 gebracht dat aan het andere constructie-element vastzit. Daarbij zijn de breed uitlopende 7 delen 3 en 15 van respectievelijk het mannelijk deel 2 en het vrouwelijk deel naar boven gericht. Door vervolgens het onderste, rechte deel 4 van het mannelijk deel 2 binnen het toelopende deel 15 van het vrouwelijk deel 14 te brengen en het 5 mannelijk deel 2 omlaag te schuiven, komt het rechte deel 4 van het mannelijk deel 2 in het rechte deell6 van het vrouwelijk deel 14. Het mannelijk deel 2 kan nu niet meer van het vrouwelijk deel af bewegen. Bij het verder omlaag bewegen van het mannelijk deel 2 stuiten de oploopbanen 10 en 11 bij de 10 onderrand van het mannelijk deel tegen de schuine kant 27 van de pennen 27 en drukken deze tegen de werking van de veren 26 in opzij totdat de pennen 27 geheel in het vrouwelijk deel 14 zijn gedrukt. Wanneer bij omlaaggaande beweging van het mannelijk deel 2 de pennen 27 ter hoogte van de gaten 8 en 9 15 zijn gekomen, drukken de veren 26 de pennen 27 in deze gaten en is de zwaluwstaartverbinding vergrendeld. In deze vergrendelde stand zijn de taps toelopende delen 3 en 15 van respectievelijk het mannelijk deel 2 en het vrouwelijk deel met elkaar in aanraking.

20 Voor het ontgrendelen van de zwaluwstaartverbinding worden de pennen 27 uit de gaten 8 en 9 getrokken door de koppen 23 uit te trekken en een afstandsstuk tussen de kop 23 en het vrouwelijk deel 13 te schuiven. Het vrouwelijk deel 14 kan nu omhoog geschoven worden , waarbij het loskomt van het mannelijk 25 deel.

30 1 04 00 22

Claims

1. Zwaluwstaartverbinding voor het losmaakbaar verbinden van twee constructie-elementen(20,6), omvattende een vrouwelijk 5 deel(13) en een mannelijk deel(l) die elk aan een van de constructie-elementen(18,6) bevestigbaar zijn en beiden zijn voorzien van taps toelopende, zwaluwstaart profielen((14,15/2,3) die door een schuifbeweging in elkaar grijpbaar zijn voor het vormen van de zwaluwstaartverbinding, 10 welke zwaluwstaartverbinding is voorzien van grendelmiddelen(18,19/8,9;fig.7)om de verbinding, in in elkaar geschoven toestand van de verbinding, tegen beweging in de schuifrichting te vergrendelen, met het kenmerk, dat de grendelmiddelen(18,19/8,9;fig.7)zijn gevormd door ten minste 15 één pen(25) bij een van de koppelen zwaluwstaartdelen(13) en ten minste één gat(8) in het andere te koppelen zwaluwstaartdeel(1), welke pen(25) bij gevormde zwaluwstaartverbinding beweegbaar is in een richting loodrecht op het schuifvlak en in de richting van een van de gaten(8) om 20 in dat gat(8) te vallen voor het vergrendelen van de zwaluwstaartverbinding en in tegenovergestelde richting beweegbaar is om weer uit dat gat(8) te komen voor het ontgrendelen van de zwaluwstaartverbinding.

2. Zwaluwstaartverbinding volgens conclusie 1, met het 25 kenmerk, dat de pen(25) beweegbaar is gemonteerd in een gat(18) in het vrouwelijk deel(13) van de zwaluwstaartverbinding en dat de pen(25) in uit elkaar geschoven toestand van de verbinding zich in een eerste stand bevindt waarin de pen geheel in het gat (18) in het vrouwelijk deel(13) is en in de in elkaar 30 geschoven toestand van de verbinding zich in een tweede stand bevindt waarin de pen(25) passend in het gat(8) valt dat in het mannelijk deel(l) is gevormd. 1 04 0 0 22

3. Zwaluwstaartverbinding volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een veer(26) aanwezig is die de pen(25) in de richting van de tweede stand drukt en dat de pen(25) tegen de werking van de veer(26) in de eerste stand plaatsbaar is.

4. Zwaluwstaartverbinding volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de taps toelopende zwaluwstaartprofielen(15;3) aan zowel het vrouwelijk deel(13) en het mannelijk deel(l) aan hun smalste zijde zijn verlengd met een niet taps toelopend zwaluwstaartprofiel(16;4) en de pen(25)-gat(8) verbinding zich 10 in het gedeelte van het vrouwelijk deel(13) en het mannelijk deel(l) bevindt dat is voorzien van het niet taps toelopende zwaluwstaartprofiel(16;4).

5. Zwaluwstaartverbinding volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het mannelijk deel(l) aan een uiteinde waarin zich 15 het niet taps toelopende zwaluwstaartprofiel(4) bevindt is voorzien van een schuine oploopbaan(10;11) waarin de pen(25) beweegbaar is bij het in elkaar schuiven van het mannelijk deel(l) en het vrouwelijk deel(13) van de zwaluwstaartverbinding.

6. Zwaluwstaartverbinding volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de pen(25) aan het uiteinde waarmee het in het gat(8) valt bij het in elkaar schuiven van het mannelijk deel(l) en het vrouwelijk deel(13) is voorzien van afgeschuind deel(27) dat kan samenwerken met de schuine oploopbaan(10;11) 25 in het mannelijk deel.

7. Zwaluwstaartverbinding volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat in zowel het vrouwelijk deel(13) en het mannelijk deel(l) respectievelijk twee pennen(25) en twee gaten(8) aanwezig zijn.

8. Zwaluwstaartverbinding volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de twee pennen(25) en de twee gaten(8) zich aan weerszijden van de zwaluwstaartprofielen bevinden.

9. Zwaluwstaartverbinding volgens een der conclusies 4 t/m 6 en een der conclusies 7 en 8, met het kenmerk, dat de twee pennen(25) en de twee gaten(8) zich in het gedeelte van respectievelijk het mannelijk deel(l) en het vrouwelijk 5 deel(13) bevinden waarin zich de niet taps toelopende delen(16;4) van de zwaluwstaartprofielen bevinden. 15 20 25 30 1 04 00 22