NL1039817C2

NL1039817C2 - DEVICE FOR MAKING SLOTS.

Info

Publication number: NL1039817C2
Application number: NL1039817A
Authority: NL
Inventors: Gijsbertus Cornelis Marco Harn; Willem Buitendijk
Original assignee: Jean Heybroek B V
Priority date: 2012-09-24
Filing date: 2012-09-24
Publication date: 2014-03-25
Also published as: EP2711464B1; EP2711464A1

Abstract

Trencher, comprising a frame provided with propelling means, a tool arm attached to the frame and provided with a circulating driven endless tool carrier, which supports an earth moving tool, and a drive for circulating the tool carrier according to an elongated circulation path substantially in a vertical plane, wherein the tool is designed as a brush having elastically bendable bristle pins and the endless tool carrier circulates about two circulation axes that are spaced apart in the vertical plane, wherein the circulation path between the two circulation axes comprises an upwardly inclined excavation path for the bristle pins and wherein the brush is designed as a number of brush units that are attached in series to the tool carrier in sense of circulation, and keep spaces open in between them in sense of circulation.

Description

NL 1039817NL 1039817

Inrichting voor het maken van sleuven 5Device for making slots 5

ACHTERGROND VAN DE UITVINDINGBACKGROUND OF THE INVENTION

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het maken van sleuven, in het bijzonder ten behoeve van het leggen of vervangen van 10 kabels en leidingen onder trottoirs.The invention relates to a device for making trenches, in particular for laying or replacing cables and pipes under pavements.

Voorheen werden dergelijke sleuven gemaakt met een sleuvenfrees, die voorzien was van een omhoog en omlaag zwenkbare arm waarop een omlopende ketting met graaftanden omliep. De arm werd al ingravend tot op de gewenste diepte gebracht, waarna de sleuvenfrees 15 achterwaarts werd verplaatst, met een in diezelfde richting meelopende bres, waarbij de graaftanden van onder af langs de bres omhoog de grond ontgroeven en aan het maaiveld de ontgraven grond binnen het werkbereik van een dwars opgestelde worm brachten. De worm zorgde voor verplaatsing van de ontgraven grond naar een plaats op enige afstand van de gemaakte sleuf.Previously, such slots were made with a slot cutter, which was provided with an up and down pivotable arm on which a circumferential chain with digging teeth encircled. The arm was already burrowed to the desired depth, after which the trenching cutter 15 was moved backwards, with a breach running in the same direction, with the digging teeth digging up the soil from below and at ground level the excavated soil within the soil. brought the working range of a transverse worm. The worm moved the excavated soil to a location at some distance from the trench.

20 Het kwam vaak voor dat de in de bres bewegende graaftanden kabels en leidingen mee omhoog trokken en/of kapot trokken. Het werk moest dan -soms voor lange tijd- worden stilgelegd. De schade als gevolg van kapotte kabels en leidingen kon aanzienlijk zijn.20 It often happened that the digging teeth moving in the breach pulled cables and pipes up and / or broke them. The work then had to be stopped - sometimes for a long time. The damage due to broken cables and pipes could be considerable.

Om dit te voorkomen is men er toe over gegaan om sleuven te 25 maken met een minigraver. Met de arm van de minigraver wordt een met grond gevulde bak zijwaarts tot ruim naast de sleuf verplaatst, waarna de arm weer wordt teruggezwenkt voor een volgende graafbeweging. Het verzwenken van de arm vormt een veiligheidsrisico voor personen, waardoor vaak maatregelen nodig zijn, zoals een extra werkman voor toezicht. Daarenboven vergt het 30 discontinue graafproces vrij veel tijd.To prevent this, it has been decided to make slots with a mini digger. With the arm of the mini digger, a bucket filled with soil is moved sideways to well next to the trench, after which the arm is swung back again for a subsequent digging movement. Swiveling the arm poses a safety risk for people, which often requires measures such as an extra workman for supervision. Moreover, the discontinuous excavation process requires quite a lot of time.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGSUMMARY OF THE INVENTION

Een doel van de uitvinding is een inrichting voor het maken van 35 sleuven ten behoeve van het leggen van kabels en leidingen te verschaffen, waarmee met behoud van efficiency een verminderd risico op kabel/leiding breuk en ongewenst stilleggen van het werk bestaat.An object of the invention is to provide a device for making trenches for laying cables and pipes, with which there is a reduced risk of cable / pipe breakage and undesired shutting down of the work while maintaining efficiency.

“103SB17 2"103SB17 2

Vanuit één aspect voorziet de uitvinding hiertoe in een inrichting voor het in een bodem van grondmateriaal maken van sleuven, omvattend een van voortbewegingsmiddelen voorzien gestel, een werktuigarm, die bevestigd is aan het gestel en voorzien is van een omlopend aangedreven eindloze 5 werktuigdrager, welke een grondverzettend werktuig draagt, en een aandrijving voor het in hoofdzaak in een verticaal vlak, volgens een omloopbaan laten omlopen van de werktuigdrager, waarbij het werktuig uitgevoerd is als borstel met elastisch buigbare borstelpennen en de eindloze werktuigdrager omloopt om tenminste twee in het verticale vlak op afstand van elkaar gelegen omloopassen, 10 waarbij de omloopbaan tussen de twee omloopassen een schuin opwaarts lopend, bij voorkeur gestrekt graaftraject voor de borstelpennen omvat. De borstelpennen vormen een meegevend gereedschap voor het losmaken en meevoeren van de grond langs de bres, omhoog. Wanneer een relatief hard voorwerp wordt geraakt kunnen de borstelpennen uit hun aanvankelijke baan 15 ombuigen om het voorwerp te passeren. Enerzijds wordt zo het voorwerp gespaard, anderzijds wordt het werktuig zelf gespaard. De gebeurtenis kan worden opgemerkt door de bediener van de inrichting, waarna men de bres kan inspecteren en zonodig ter plaatse met een schep de grond om het voorwerp, wanneer het een leiding of kabel is, verwijderen of het voorwerp, wanneer het 2 0 een steen is, zelf verwijderen.From one aspect the invention provides for this purpose a device for making slots in a soil from a base material, comprising a frame provided with propelling means, a tool arm which is attached to the frame and is provided with a continuously driven endless tool carrier, which carries a ground-shifting tool, and a drive for circulating the tool carrier substantially in a vertical plane, according to a circumferential path, the tool being designed as a brush with elastically bendable brush pins and the endless tool carrier circling at least two spaced apart in the vertical plane of spaced-apart by-pass axes, wherein the by-pass path between the two by-pass shafts comprises an upwardly extending, preferably extended, excavation path for the brush pins. The brush pens form a resilient tool for loosening and carrying the soil along the breach, upwards. When a relatively hard object is hit, the brush pens can bend out of their initial path 15 to pass the object. On the one hand this saves the object, on the other hand the tool itself is saved. The event can be noticed by the operator of the device, after which the breach can be inspected and, if necessary, scooped the ground around the object, if it is a pipe or cable, or remove the object, if it is a stone is, remove yourself.

In een uitvoering loopt het graaftraject volgens een rechte lijn Alternatief kan het gestrekte graaftraject volgens een convexe kromme lopen, derhalve volgens een flauwe kromme.In one embodiment, the digging path runs along a straight line. Alternatively, the stretched digging path can run according to a convex curve, therefore according to a slight curve.

De borstel kan uitgevoerd zijn als een aantal borsteleenheden die 25 in serie in omloopzin bevestigd zijn op de werktuigdrager, en in omloopzin tussenruimtes tussen elkaar vrijhouden. Hiermee wordt ruimte aan de borstelpennen gegeven om weg te buigen, zonder daarbij belemmerd te worden door de borstelpennen van de nalopende borsteleenheid. Voorts wordt ruimte verschaft aan grondmateriaal vóór de borstelpennen van een borsteleenheid.The brush can be designed as a number of brush units which are connected in series to the tool carrier in series and which keep gaps between each other clear. Space is hereby given to the brush pins for bending away, without thereby being impeded by the brush pins of the trailing brush unit. Furthermore, space is provided for ground material in front of the brush pins of a brush unit.

30 Van althans enige van de borsteleenheden, bij voorkeur van alle borsteleenheden, kunnen de borstelpennen onder een penhoek ten opzichte van de plaatselijke raaklijn aan de omloopbaan van de werktuigdrager bij de betreffende borsteleenheid staan die afwijkt van 90 graden. Alternatief geformuleerd, indien de borsteleenheid een basis omvat waarop de 35 borstelpennen bevestigd zijn, en de basis een basisvlak heeft, kunnen de borstelpennen vanaf de basis reiken onder een penhoek ten opzichte van het basisvlak die afwijkt van 90 graden. De penhoek, voorwaarts openend in 3 omloopaandrijfrichting, is dan bij voorkeur stomp, groter dan 90 graden, bij voorkeur in het bereik van ongeveer 100 - ongeveer 140 graden, bij voorkeur ongeveer 120 graden. Door het in omlooprichting gezien achterwaarts hellen van de borstelpennen wordt het meegeven van de borstelpennen bij interactie met 5 een voorwerp bevorderd en wordt vastlopen verder voorkomen. Voorts wordt daarbij ophoping van grondmateriaal tussen de borstelpennen tegengegaan, waardoor de borstel anders zou kunnen dichtslibben en de elasticiteit van de borstelpennen zou verminderen.Of at least some of the brush units, preferably of all brush units, the brush pins may be at an angle with respect to the local tangent to the orbit of the tool carrier at the relevant brush unit that deviates from 90 degrees. Alternatively, if the brush unit comprises a base on which the brush pins are mounted, and the base has a base surface, the brush pins can extend from the base at a pin angle to the base surface that deviates from 90 degrees. The pin angle, opening forward in the bypass drive direction, is then preferably blunt, greater than 90 degrees, preferably in the range of about 100 - about 140 degrees, preferably about 120 degrees. The backward inclination of the brush pins, viewed in the direction of circulation, promotes the yielding of the brush pins when interacting with an object, and jamming is further prevented. Furthermore, accumulation of soil material between the brush pins is thereby prevented, as a result of which the brush could otherwise clog up and reduce the elasticity of the brush pins.

In een verdere ontwikkeling hebben de borstelpennen van een 10 borsteleenheid penuiteinden, waarbij de penuiteinden van de voorlopende borstelpennen in een borsteleenheid verder reiken dan de penuiteinden van nalopende borstelpennen. De meer naar achter gelegen pennen liggen met hun peneinden dan wat teruggelegen. In het bijzonder kunnen de voorlopende borstelpennen een grotere lengte hebben dan de nalopende borstelpennen. De 15 penuiteinden van de bostelpennen in een borsteleenheid kunnen daarbij in een vlak gelegen zijn dat een achterwaarts openende scherpe hoek vormt met voornoemde raaklijn dan wel basisvlak. Hierdoor kan slijtage van de (nalopende) pennen worden beperkt.In a further development, the brush pins of a brush unit have pin ends, the pin ends of the leading brush pins in a brush unit extending beyond the pin ends of trailing brush pins. The pins located more to the rear lie with their pen ends somewhat backwards. In particular, the leading brush pins may have a greater length than the trailing brush pins. The pin ends of the forestry pins in a brush unit can herein be situated in a plane which forms a rearwardly opening acute angle with the abovementioned tangent line or base surface. As a result, wear of the (trailing) pins can be limited.

In een uitvoering zijn in de borsteleenheden de borstelpennen 20 verdeeld in een aantal, in een richting dwars op het vlak van de omloopbaan naast elkaar gelegen groepen, die tussen zich spieetvormige doorgangen vrijlaten. Ook hiermee wordt tegengegaan dat grondmateriaal tussen de borstelpennen geraakt en daar blijft zitten.In one embodiment, in the brush units, the brush pins 20 are divided into a number of groups which are adjacent to each other in a direction transverse to the plane of the orbit, and which release spit-shaped passages between them. This also prevents soil material from getting between the brush pins and remaining there.

In een verdere ontwikkeling van de inrichting volgens de uitvinding 25 is van de omloopassen een eerste omloopas aan het proximale eind van de werktuigarm gelegen en is een tweede omloopas aan het distale eind van de werktuigarm gelegen. De eerste omloopas kan aangedreven zijn door de aandrijving, zoals een hydromotor. De hydromotor kan net boven het maaiveld gehouden worden, waarbij de tweede omloopas dan in de sleuf reikt.In a further development of the device according to the invention, a first rotating shaft is located at the proximal end of the tool arm and a second rotating shaft is located at the distal end of the tool arm. The first bypass shaft can be driven by the drive, such as a hydraulic motor. The hydromotor can be kept just above ground level, the second bypass shaft then reaching into the slot.

30 In een eenvoudige uitvoering hiervan zijn er slechts twee omloopassen voor de werktuigdrager. De omloopbaan is bij voorkeur langwerpig, met tussen de twee omloopassen gestrekte trajecten.In a simple embodiment thereof, there are only two shafts for the tool carrier. The orbit is preferably elongated, with routes stretched between the two orbit axes.

De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en 35 maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de 4The aspects and measures described in this description and claims of the application and / or shown in the drawings of this application can, where possible, also be applied separately from each other. These individual aspects can be the subject of split-off patent applications that are aimed at this. This applies in particular to the 4

maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies. KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENmeasures and aspects which are described per se in the subclaims. BRIEF DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

5 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoering. Getoond wordt in:The invention will be elucidated on the basis of an exemplary embodiment shown in the accompanying drawings. Shown is:

Figuur 1 een zijaanzicht op een voorbeelduitvoering volgens de uitvinding, in zijaanzicht, tijdens het maken van een sleuf;Figure 1 shows a side view of an exemplary embodiment according to the invention, in side view, during the making of a slot;

Figuur 2 een achteraanzicht op de inrichting van figuur 1; en 10 Figuren 3A en 3B respectievelijk een zijaanzicht en een achteraanzicht op een borsteleenheid van de inrichting van figuren 1 en 2.Figure 2 is a rear view of the device of Figure 1; and Figures 3A and 3B show a side view and a rear view, respectively, of a brush unit of the device of figures 1 and 2.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENDETAILED DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

15 De inrichting 1 van figuren 1 en 2 omvat een door wielen 4 en 10 gedragen gestel 2 met een trekkerdeel 3 met platform 9 voor een operator. Het om een verticale hartlijn scharnierend met de trekker 3 verbonden achterdeel 5 omvat een werktuigarm 6 waarop een kettingvormige werktuigdrager 11 ondersteund is. De ketting 11 loopt om op respectievelijk een eerste as 7a en 20 een tweede as 7b bevestigde kettingwielen 8a en 8b. De eerste as 7a en daarmee kettingwiel 8a zijn direct aangedreven door een hydromotor, niet weergegeven. De ketting 11 loopt daardoor om in richting B. De werktuigarm 6 is in het verticale vlak in hoek instelbaar (richting A) om een hartlijn die samenvalt met de eerste as 7a, tussen een gekozen graafhoek en een horizontale 25 transportstand.The device 1 of figures 1 and 2 comprises a frame 2 supported by wheels 4 and 10 with a tractor part 3 with platform 9 for an operator. The rear part 5 hingedly connected to the tractor 3 about a vertical axis comprises a tool arm 6 on which a chain-shaped tool carrier 11 is supported. The chain 11 revolves around chain wheels 8a and 8b mounted on a first shaft 7a and a second shaft 7b, respectively. The first shaft 7a and thus the sprocket 8a are directly driven by a hydromotor, not shown. As a result, the chain 11 rotates in direction B. The tool arm 6 is adjustable in angle in the vertical plane (direction A) about a center line which coincides with the first axis 7a, between a selected digging angle and a horizontal transport position.

Op het achterdeel 5 zijn voorts een scherm 19 en een zijwaarts (richting E) afvoerende worm 20 bevestigd.On the rear part 5, furthermore, a screen 19 and a worm 20 discharging sideways (towards E) are attached.

Op de ketting 11 is een reeks houders 12 bevestigd, waarop borsteleenheden 14 op losmaakbare wijze zijn bevestigd, met tussen zich 30 tussenruimtes vrijhoudend. De borsteleenheden 14, zie ook figuren 3A,B, zijn vervaardigd van een geschikte kunststof, zoals polyamide, en omvatten een borstelbasis 15 en daarop als één geheel daarmee gevormd, bijvoorbeeld door spuitgieten, elastisch buigbare borstelpennen 16. De borstelpennen 16 zijn -in dwarsrichting beschouwd- in groepen opgesteld, met tussen de groepen 35 tussenruimtes 17. De borsteleenheden met borstelpennen 16 zijn gekozen met een buigstijfheid en slijtagebestendigheid in afstemming op de soort te verzetten grond. Voor zandachtige grond kunnen de borsteleenheden vervaardigd zijn van 5 polypropeen, met bijvoorbeeld een grootste penlengte van 12 cm en een pendikte van 0,32 cm, De basis 15 kan 30 cm breed zijn en 5,5 cm breed. Een dergelijke borsteleenheid wordt ook wel ingezet in straatveegmachines. De borstelpennen 16 staan onder een stompe hoek α ten opzichte van de 5 omlooprichting B. Deze hoek kan in het algemeen ook beschouwd worden als de hoek tussen de raaklijn van de door de ketting gevormde omloopbaan (welke raaklijn parallel is aan het -hier met de omlooprichting B parallelle- basisvlak 15a van de basis 15, zoals te zien in figuur 3A, en in een rechtlijnig graaftraject zoals is afgebeeld in figuur 1 een constante richting heeft). In dit voorbeeld is de 10 genoemde hoek 120 graden.A series of holders 12 is attached to the chain 11, on which brush units 14 are releasably mounted, with spaces between them being clear. The brush units 14, see also figures 3A, B, are made of a suitable plastic, such as polyamide, and comprise a brush base 15 and are formed thereon as a whole, for example by injection molding, elastically bendable brush pins 16. The brush pins 16 are in transverse direction considered arranged in groups, with gaps 17 between groups 35. The brush units with brush pins 16 are selected with a bending stiffness and wear resistance in accordance with the type of soil to be moved. For sandy soil, the brush units can be made of polypropylene, for example with a largest pin length of 12 cm and a pen thickness of 0.32 cm. The base 15 can be 30 cm wide and 5.5 cm wide. Such a brush unit is also used in street sweepers. The brush pins 16 are at an obtuse angle α with respect to the direction of rotation B. This angle can generally also be considered as the angle between the tangent of the orbit formed by the chain (which tangent is parallel to the here with the direction of rotation B parallel base plane 15a of the base 15, as seen in Figure 3A, and has a constant direction in a linear excavation path as shown in Figure 1). In this example, the angle mentioned is 120 degrees.

De peneinden 16a van de borstelpennen 16 liggen in een vlak dat onder een scherpe hoek β van 10-20 graden ten opzichte van het basisvlak 15a. De voorlopende pennen zijn aldus langer dan de nalopende pennen..Hierdoor kan slijtage worden beperkt.The pin ends 16a of the brush pins 16 lie in a plane that is at an acute angle β of 10-20 degrees with respect to the base plane 15a. The leading pins are thus longer than the trailing pins. As a result, wear can be limited.

15 In bedrijf wordt de inrichting 1 in richting X verreden, met de wielen 4 en 10 over niet weergeven tegels, die liggen op het maaiveld 102 van bodem 100. De ketting 6 wordt aangedreven in richting B, waardoor de borsteleenheden 14 langs een in richting X voortschrijdende bres 103 vegen en grondmateriaal uit de bres 103 losmaken en meenemen in de richting D, om dat op het maaiveld af 20 te geven, waar de worm 20 het grondmateriaal zijwaarts verzet. Aldus wordt een sleuf 101, van bijvoorbeeld 30 cm diepte (H), voor bijvoorbeeld een glasvezelkabel gevormd.In operation, the device 1 is driven in direction X, with wheels 4 and 10 over tiles not shown, which lie on the ground level 102 of bottom 100. The chain 6 is driven in direction B, whereby the brush units 14 pass along a direction X advancing the advancing breach 103 and detaching soil material from the breach 103 and taking it in the direction D, to deliver it to ground level 20, where the worm 20 moves the soil material sideways. Thus a slot 101, of, for example, 30 cm depth (H), is formed for, for example, a fiber optic cable.

In de bodem 100 bevinden zich op onbekende plaatsten kei 200, kabel 201 en leidingen 202,203. Doordat de borstelpennen 16 achterwaarts 25 hellen en bovendien bij aankomst tegen zo’n voorwerp in achterwaartse richting C meegeven worden de kabel en leidingen niet beschadigd en loopt de ketting 11 niet vast op een voorwerp in de bodem.In the bottom 100 there are boulder 200, cable 201 and pipes 202,203 at unknown locations. Because the brush pins 16 slope backwards and, moreover, yield against the object in the rearward direction C upon arrival, the cable and lines are not damaged and the chain 11 does not get stuck on an object in the ground.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte 30 van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties duidelijk zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.The above description is included to illustrate the operation of preferred embodiments of the invention, and not to limit the scope of the invention. Starting from the above explanation, many variations will be apparent to those skilled in the art that fall within the spirit and scope of the present invention.

'1039817'1039817

Claims

1. Device for making trenches in a soil of soil material, comprising a frame provided with propelling means, a tool arm which is attached to the frame and provided with a continuously driven endless tool carrier, which carries a soil-setting tool, and a drive for circulating the tool carrier substantially in a vertical plane, along a circumferential path, the tool being designed as a brush with elastically bendable brush pins and the endless tool carrier circulates around at least two circumferential axes spaced apart in the vertical plane, the orbit between the two rotation axes comprises an upwardly extending digging path for the brush pins.

2. Device as claimed in claim 1, wherein the excavation route is substantially extended.

Device as claimed in claim 2, wherein the digging path runs in a straight line.

Device as claimed in claim 2, wherein the excavation path runs according to a convex curve.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the brush is designed as a number of brush units which are connected in series on the tool carrier, and preferably keep gaps between each other free in rotation.

6. Device as claimed in claim 5, wherein of at least some of the brush units, preferably of all brush units, the brush pins are at a pin angle with respect to the local tangent line of the orbit of the tool carrier at the relevant brush unit which deviates from 90 degrees.

7. Device as claimed in claim 5, wherein the brush unit comprises a base on which the brush pins are mounted, wherein the base has a base surface and the brush pins extend from the base at a pin angle with respect to the base surface that deviates from 90 degrees.

Device as claimed in claim 6 or 7, wherein the pin angle, opening forwards in the circulation drive direction, is greater than 90 degrees, preferably in the range of approximately 100 - approximately 140 degrees, preferably approximately 120 - 35 degrees.

The device of any one of claims 5-8, wherein the brush pins of a brush unit have pin ends, the 1039817 pin ends of the leading brush pins in a brush unit extending beyond the pin ends of trailing brush pins.

Device as claimed in claim 9, wherein the leading brush pins have a greater length than the trailing brush pins.

Device as claimed in claim 9 or 10, wherein the pin ends of the forestry pins in a brush unit are situated in a plane which forms a rearwardly opening acute angle with said tangent line or base surface.

12. Device as claimed in any of the claims 5-11, wherein in the 10 brush units the brush pins are divided into a number of groups which are adjacent to each other in a direction transverse to the plane of the orbit, which release gaps between them.

13. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein of the by-pass shafts a first by-pass shaft is located at the proximal end of the tool arm and a second by-pass shaft is located at the distal end of the tool arm.

Device as claimed in claim 13, wherein the drive is active on the first bypass shaft.

15. Device as claimed in claim 14, wherein the drive is a hydraulic motor engaging the first bypass shaft.

Device as claimed in claim 13, 14 or 15, wherein there are only two rotary axes for the tool carrier.

Device as claimed in claim 16, wherein the orbit is elongated, with paths stretched between the two rotation axes.

18. Device provided with one or more of the characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings. -o-o-o-o-o-o-o-1039B17