NL1039554C2 - Plant. - Google Patents

Description

Plant

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een potplant of een andere levende plant waarvan de bloemen langs kunstmatige weg zijn gekleurd en wel zodanig dat één of 5 meer bloemen van deze plant naast haar natuurlijke kleur of kleuren ten minste twee kleuren omvatten. Tevens omvat de uitvinding een werkwijze waarmee het verkrijgen van potplanten met meerkleurige bloemen kan worden bewerkstelligd.

Het kleuren van snijbloemen door het uiteinde van een steel van een, van één of meer 10 bloemen voorziene, tak in een kleurstof omvattende oplossing te plaatsen is reeds bekend. Een dergelijke werkwijze wordt onder meer beschreven in het Nederlandse octrooi NL 1030378.

De werkwijze volgens dat octrooischrift omvat tevens het vóór of tijdens het in de oplossing plaatsen van het uiteinde van de steel in de lengterichting klieven van de steel 15 zodat er substelen ontstaan. De verschillende substelen worden vervolgens elk in een houder geplaatst welke is gevuld met een oplossing met een andere kleur. Deze werkwijze bewerkstelligt dat één snijbloem meerde kleuren kan krijgen en dat bloemen van één tak verschillende kleuren kunnen krijgen. Deze werkwijze is uiteraard niet toepasbaar bij potplanten of andere levende planten.

20 Ook behoort het kleuren van één of meer bloemen van een potplant tot de stand van de techniek. Uit NL 2003621 is een werkwijze voor het kleuren van een bloem aan een potplant bekend welke het in de steel van de bloem van de potplant aanbrengen van een boring omvat, waarna een pipet in de boring wordt geplaatst en de pipet vervolgens wordt gevuld met een hoeveelheid kleurvloeistof welke via de boring door de plant kan 25 worden opgenomen. Het betreft een passieve kleuringsmethode, waarmee wordt bedoeld dat het transport van de kleurstof volledig afhankelijk is van het natuurlijke transport via dat deel van het xyleem van de plant dat in verbinding staat met het xyleem waarin de boring is aangebracht. Het is met deze werkwijze volgens de stand van de techniek derhalve niet mogelijk de route van de kleurstof adequaat te sturen.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding potplanten of andere levende planten met, met behulp van het toevoegen van kleurstoffen gekleurde, hierna verder ook kunstmatig 1039554 30 2 gekleurde, meerkleurige bloemen te verschaffen. Daarbij is het tevens een doel van de uitvinding dit bij voorkeur op relatief eenvoudige wijze te kunnen bewerkstelligen, teneinde de kosten van het kleuringsproces zoveel mogelijk te beperken. In het vervolg van deze beschrijving zal de aanduiding ‘plant’ worden gebruikt voor alle potplanten en 5 andere levende planten, waarop de uitvinding betrekking heeft, waaronder ook tuinplanten. Enkele voorbeelden van planten welke deel uitmaken van de vinding zijn rozenstruiken, (pot)orchidee, phalaenopsis, anthurium, hortensia, (pot)lelie, (pot)gerbera.

10 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een plant waarvan de bloemen langs kunstmatige weg zijn gekleurd en wel zodanig dat één of meer bloemen van de plant naast de natuurlijke kleur of kleuren ten minste twee kleuren omvatten. Met langs kunstmatige weg kleuren of inkleuren van bloemen wordt hier gedoeld op het door op enigerlei wijze toedienen van één of meer kleurstoffen aan de plant welke kleurstoffen 15 door inwendig transport via de vaatbundels bewerkstelligen dat ten minste één bloem van de plant, naast de natuurlijke kleur, ten minste twee kleuren omvat. In het vervolg van deze beschrijving en in de conclusies heeft een verwijzing naar “ten minste twee kleuren” van een bloem betrekking op ten minste twee voor het menselijk oog duidelijk waarneembare, onderling verschillende, kleuren. Een voor het oog als één kleur 20 waarneembare kleur welke tot stand komt door menging van twee of meer onderling verschillende kleuren van toegevoegde kleurstoffen wordt in de onderhavige context beschouwt als één kleur. Een bloem welke, naast de natuurlijke kleur of kleuren, ten minste twee kunstmatig aangebrachte kleuren omvat, kan in het vervolg van deze beschrijving ook eenvoudigheidshalve worden aangeduid als een meerkleurige bloem. 25 De, qua intensiteit en verzadiging onderling verschillende gradaties van een in een bloem zichtbare kleur, worden in het onderhavige kader beschouwt als één kleur. Tevens omvat de uitvinding een werkwijze waarmee het verkrijgen van planten met meerkleurige bloemen kan worden bewerkstelligd

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een figuur met een beschrijving 30 van de kleurschakering van de in de figuur schematisch weergegeven bloem en aan de hand van de beschrijving van uitvoeringsvoorbeelden van de werkwijzen voor het verkrijgen van kunstmatig gekleurde meerkleurige bloemen aan een plant.

3

Daarbij toont: - fig. 1 een schematische weergave van een kunstmatig gekleurde meerkleurige bloem van een potplant volgens de vinding.

5

De werkwijzen voor het aan planten verkrijgen van kunstmatig gekleurde meerkleurige bloemen omvat onder meer het bij voorbeeld door middel van het op verschillende plaatsen in de plant met behulp van een injectienaald injecteren van een oplossing met kleurstof. In een uitvoeringsvoorbeeld van de werkwijze volgens de uitvinding wordt bij 10 voorbeeld een eerste klem in de directe nabijheid van de wortel van de plant boven de wortel in de plant geïnjecteerd, een tweede kleur in een blad en een derde kleur in het uiteinde van de steel. In plaats van het in een blad injecteren van kleurstof, is het ook mogelijk een beschadiging, bij voorbeeld een snee, aan te brengen in het blad en deze verwonding van het blad te plaatsen in een oplossing met kleurstof. Hetzelfde geldt 15 voor het uiteinde van een steel. Deze kan ook bij voorbeeld worden afgesneden of ingesneden en daarna in een oplossing met kleurstof worden geplaatst.

De voor het kleuren van de bloemen van planten gebruikte kleurstoffen omvatten bij voorkeur, doch zijn niet beperkt tot, kleurstoffen welke ook voor het kleuren van voedingsmiddelen of voor het kleuren van snijbloemen worden toegepast.

20 De werkwijzen volgens de stand van de techniek voor het kunstmatig kleuren van bloemen van een plant maken allen gebruik van de natuurlijke watertransportrichting via het xyleem. Dit betreft een transportrichting vanuit de wortel naar de bladeren en de groeipunten, hetgeen voor de meeste planten de richting van beneden naar boven omvat. Bij hangplanten, waarbij de wortel, normaliter, althans nagenoeg het hoogst gelegen 25 deel van de plant vormt, vindt het natuurlijke transport feitelijk dus van boven naar beneden plaats. Bovendien maakt bij voorbeeld de in het Nederlandse octrooischrift NL 2003621 beschreven werkwijze gebruik van het zonder overdruk aan een potplant toedienen van de kleurvloeistof. Het met de werkwijze volgens de onderhavige vinding door injectie in de plant inbrengen van kleurvloeistof betreft toediening onder overdruk. 30 Het onder overdruk in een plant inbrengen van kleurvloeistof resulteert in een snellere kleuring en bovendien in een beter stuurbare kleuring van bloemen dan de bekende werkwijze bij atmosferische druk.

4

De werkwijze volgens de uitvinding omvat ook onder meer het in geringe mate, bij voorbeeld ca. 1 centimeter, inkorten van de steel aan het uiteinde van de bloemen en het vervolgens daarin injecteren van de kleurstof. De kleurstof verplaatst zich dan tegen de 5 natuurlijke watertransportrichting van het xyleem in. Dit wordt bewerkstelligd door de plant of een deel daarvan in enige mate uit te drogen, waardoor er een onderdruk in het xyleem kan ontstaan en de boven een bloem bij voorbeeld in de steel ingebrachte kleurstof tegen de natuurlijke transportrichting in naar beneden, naar de bloem, wordt getransporteerd. Door variatie aan te brengen in het tijdstip van injecteren en in de mate 10 van uitdroging en daarmee dus in de mate van onderdruk kan de geïnjecteerde vloeistof met voorkeur naar een bepaalde plaats worden geleid. Deze werkwijze is geheel nieuw en niet voor de hand liggend voor de vakman. Dankzij het creëren van onderdruk kunnen de processtappen conform deze werkwijze relatief snel verlopen en goed worden gestuurd.

15

Hoewel niet altijd per se een vereiste, wordt bij toepassing van de werkwijze volgens de vinding meestal begonnen met toediening van de donkerste kleur of kleuren en volgt de injectie of andersoortige toediening van een lichtere kleur op een later tijdstip. De werkwijze omvat dus het bij voorkeur aanhouden van de volgorde van toediening van 20 kleurstoffen van donkere naar lichtere kleuren.

Een plant welke bij voorbeeld eerst van onder uit is geïnjecteerd met een lichtblauwe kleurstof wordt na enkele weken met geel geïnjecteerd. Dit kan resulteren in een bloem waarvan delen geel worden, delen welke na de eerdere injectie met lichtblauwe kleurstof lichtblauw waren groen worden en delen lichtblauw blijven. Op deze wijze is 25 in één en dezelfde plant reeds een driekleurige bloem gecreëerd door het injecteren van twee verschillende kleuren op twee verschillende tijdstippen. Daarbij kan worden gekozen of de beide injecties op dezelfde plaats (bij voorbeeld in een tak) plaatsvinden of op verschillende plaatsen.

De werkwijze volgens de vinding omvat vele variabelen waaruit kan worden gekozen, 30 waaronder het interval tussen de tijdstippen van toediening en de plaats van toediening in het algemeen en de keuze tussen een plaats die met betrekking tot de natuurlijke 5 watertransportrichting in het xyleem stroomopwaarts of stroomafwaarts is gelegen ten opzichte van de te kleuren bloem of bloemen.

Fig. 1 is een schematische weergave van een bloem van een potplant, de phalaenopsis, 5 waarbij in één bloemblad de vaatbundels 1 zijn ingetekend. De overige bloembladen omvatten uiteraard ook vaatbundels maar deze zijn gemakshalve niet weergegeven in de figuur.

De kleurstelling van dit uitvoeringsvoorbeeld van een bloem volgens de uitvinding, welke bloem van nature wit is, zal nu kort worden samengevat. De vaatbundels in alle 10 bloembladen van deze bloem hebben in hoofdzaak een cerise tot helder rode kleur, hier verder ook eenvoudigheidshalve rode kleur genoemd. Het rechtsboven in de bloem weergegeven bloemblad omvat, naast de niet weergegeven in hoofdzaak rode vaatbundels, een aantal verschillend gekleurde vlakken. De twee vlakken met het verwijzingscijfer 2 hebben in dit uitvoeringsvoorbeeld een in hoofdzaak lichtblauwe 15 kleur. De beide vlakken met het verwijzingscijfer 3 hebben in dit uitvoeringsvoorbeeld een in hoofdzaak gele kleur. En het vlak 4 omvat een in hoofdzaak roze kleur. Het vlak 5 is onderdeel van een lip van de bloem en omvat een in hoofdzaak cerise kleur. Het vlak 5a van de lip heeft een donkerblauwe kleur en de rand van de lip is in hoofdzaak geel.

20 De twee bloemblaadjes 6 hebben naast de in hoofdzaak rode vaatbundels een in hoofdzaak lichtblauwe kleur met aan en in de directe omgeving van de randen van de bloembladen een gele kleur of een gele gloed. Het bloemblaadje 7 omvat in hoofdzaak rode vaatbundels, een zich in het middelste gedeelte van het bloemblad bevindend vlak met een in hoofdzaak lichtblauwe kleur, welk vlak geflankeerd wordt door deels witte 25 en deels gele vlakken.

Een praktijkvoorbeeld van een uitvoeringsvorm van een werkwijze voor het langs kunstmatige weg tot stand laten komen van een meerkleurige bloem aan een potplant, meer in het bijzonder een bloem zoals de in het voorgaande beschreven bloem van een phalaenopsis, zal nu worden beschreven. Dit praktijkvoorbeeld omvatte een 30 phalaenopsis welke bij aanvang van de kleuringsbehandeling tien bloemen omvatte, waarvan vier geopend waren. Het proces omvatte de navolgende stappen of fasen: 6 a. Het in de nabijheid van de wortel boven de wortel in de vaatbundels injecteren van een lichtblauwe kleurstof. Dit resulteerde in het lichtblauw kleuren van de lippen van de meeste bloemen; b. De vaatbundels van de vier geopende bloemen kregen een lichtblauwe kleur, 5 terwijl de ten tijde van het injecteren van de lichtblauwe kleurstof nog gesloten bloemen zich in de op de injectie volgende weken openden met lichtblauwe vlekken in het midden van de bloemblaadjes.

c. Het, circa drie weken na de in punt a. genoemde injectie, injecteren van een cerise kleurstof boven de wortel in de directe nabijheid van de wortel. Op dat 10 tijdstip waren negen van de tien bloemen van de plant geopend.

d. De vaatbundels van de vier bloemen welke als eerste open waren, vertoonden vervolgens een mengkleur van cerise en lichtblauw, hierna ook milka kleurig genoemd.

e. De lippen van de bloemen kleurden van donkerblauw in geval van de lippen 15 van de dichtst bij de injectieplaats gelegen bloemen tot milka kleurig in geval van de bloemen die zich verder van de injectieplaats bevonden. De verhouding tussen de hoeveelheid lichtblauwe kleurstof en cerise kleurstof bepaalt welke kleur uiteindelijk ter plaatse tot stand komt. Niet elke bloem en elke lip ontvangen dezelfde hoeveelheid kleurstof Bij het in de tijd na 20 elkaar injecteren van twee kleurstoffen ontvangt niet elke bloem deze kleurstoffen in de geïnjecteerde verhouding. Dit leidt tot onderlinge kleurverschillen tussen de bloemen.

f. De volgende stap omvatte het in beperkte mate laten uitdrogen van de bloemen waarna aan het uiteinde van de steel een stuk, in dit geval een stuk 25 van bij voorbeeld circa 1 cm lengte, van de steel werd afgeknipt. Het gewonde uiteinde van de steel werd vervolgens in een gele kleurstof ondergedompeld. Als gevolg van de door de beperkte uitdroging ontstane onderdruk in het xyleemstelsel werd de gele kleurstof via het uiteinde van de steel opgezogen en getransporteerd naar de steel en naar de bloemen, dus 30 tegen de natuurlijke stromingsrichting van water in xyleem in.

g. De via het uiteinde van de steel opgezogen gele kleurstof resulteerde erin dat de vaatbundels van de bloemen welke zich het dichtst bij het uiteinde van de 7 steel bevonden geel werden en de vaatbundels van de zich verder van het uiteinde van de steel bevindende bloemen een mengsel van de reeds in verschillende concentraties aanwezige blauwe en cerise kleurstof met de gele kleurstof omvatten. Dit resulteerde in de bij de beschrijving van fig. 1 5 genoemde heldere rode vaatbundels, waarin de gele kleur, als lichte kleur, op zich niet werd waargenomen. De in fig. 1 beschreven bloem betrof derhalve een verder van het uiteinde van de steel gelegen bloem.

h. De via het uiteinde van de steel ingebrachte gele kleurstof wordt niet uitsluitend in de vaatbundels van de bloemen opgenomen, maar verspreidt 10 zich ook in het bloemblad, hetgeen resulteert in de beschreven gele gloed.

i. Zoals in de bovenstaande beschrijving van de in fig. 1 schematisch weergegeven bloem is aangegeven, omvatten de lippen van binnen naar buiten respectievelijk de kleuren blauw, cerise en geel. Daarbij is het blauw dat oorspronkelijk lichtblauw was door menging met de als tweede 15 geïnjecteerde cerise kleurstof donkerblauw geworden en is de cerise kleurstof verder de lippen in getrokken dan het blauw omdat de lippen ten tijde van de injectie van de cerise kleurstof verder ontwikkeld waren dan ten tijde van de injectie van de blauwe kleurstof. Uiteindelijk is de gele kleurstof in de volledig ontwikkelde lippen getrokken en heeft deze zonder een zeer 20 duidelijke invloed op de blauwe en cerise gebieden geresulteerd in de gele rand van de lippen. Het geel heeft uitsluitend een enigszins verzachtende invloed op het cerise van de lippen.

De bovenbeschreven werkwijze om één of meer bloemen van een potplant langs 25 kunstmatige weg zodanig te kleuren, dat deze bloem of bloemen een kleurschakering verkrijgen welke in hoofdlijnen overeenkomt met de kleurschakering van de in fig. 1 schematisch weergegeven bloem, is slechts één van de vele mogelijke werkwijzen om vergelijkbare of andersoortige meerkleurige, kunstmatig gekleurde bloemen van een plant te bewerkstelligen.

30 Door de variabelen zoals de volgorde van injectie, de tijdsintervallen tussen injecties, kleurtypes (bij voorbeeld pastel of hard), kleurstofconcentraties, de toedieningsplaatsen in de plant, de snelheid van toediening (onder overdruk, onderdruk of atmosferische 8 druk), de duur van de injectie, enz. te variëren en/of andere combinaties van deze variabelen te maken, kan er een althans nagenoeg ongelimiteerd aantal meerkleurige bloemvarianten worden gecreëerd.

De onderhavige uitvinding omvat elke plant met ten minste één kunstmatig gekleurde 5 meerkleurige bloem waarvan ten minste één meerkleurige bloem naast de natuurlijke kleur of kleuren twee of meer kleuren omvat.

Tevens heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een plant welke een eerste bloem omvat die naast de natuurlijke kleur slechts één, kunstmatig tot stand gebrachte kleur omvat en ten minste een tweede bloem omvat welke naast de natuurlijke kleur slechts 10 één, kunstmatig tot stand gebrachte kleur omvat, waarbij de kunstmatig tot stand gebrachte kleur van respectievelijk de eerste bloem en de tweede bloem twee voor het menselijk oog duidelijk waarneembare onderling verschillende kleuren zijn.

De in deze beschrijving besproken en in de figuur getoonde uitvoeringsvoorbeelden van 15 kunstmatig gekleurde meerkleurige bloemen van planten en van werkwijzen voor het bewerkstelligen van deze kunstmatige kleuring zijn slechts enkele van de vele in het kader van de vinding mogelijke uitvoeringsvormen en dienen derhalve als niet-limitatief te worden beschouwd.

20 25 1039554 30

Claims (9)

1. Een plant, met het kenmerk, dat bloemen van de plant naast hun natuurlijke kleur ten minste twee via inwendige toediening van kleurstof langs kunstmatige weg tot 5 stand gekomen kleuren omvatten.

2. Plant volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de plant ten minste één langs kunstmatige weg gekleurde bloem omvat waarbij deze ten minste ene bloem ten minste twee door de kunstmatige kleuring bewerkstelligde kleuren omvat.

3. Plant volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de plant ten minste een eerste 10 bloem omvat welke naast de natuurlijke kleur slechts één kunstmatig tot stand gebrachte kleur omvat en ten minste een tweede bloem omvat welke naast de natuurlijke kleur slechts één kunstmatig tot stand gebrachte kleur omvat waarbij de kunstmatig tot stand gebrachte kleur van respectievelijk de eerste bloem en de tweede bloem twee voor het menselijk oog duidelijk waarneembare onderling 15 verschillende kleuren zijn.

4. Plant volgens één of meer van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de plant een rozenstruik, phalaenopsis, orchidee, anthurium, hortensia, lelie of gerbera omvat.

5. Een werkwijze voor het verkrijgen van een plant volgens één of meer van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de werkwijze het op ten minste twee plaatsen 20 of op ten minste twee verschillende tijdstippen in de plant aan de plant toedienen van kleurstof omvat in een vorm waarin de kleurstof via het xyleem kan worden getransporteerd.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het aan de plant toedienen van de kleurstof het onder overdruk in de plant inbrengen van de kleurstof omvat.

7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de kleurstof op een met betrekking tot de normale watertransportrichting in het xyleem van de plant stroomafwaarts van de te kleuren bloem of bloemen gelegen plaats aan de plant wordt toegediend.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de toediening van de 30 kleurstof vooraf wordt gegaan door het door uitdroging laten ontstaan van onderdruk in het xyleem van ten minste een gedeelte van de plant. 1 0 3 9 5 5 4

9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de toediening het verwonden van een blad, tak of steel van de plant en het vervolgens in een oplossing met kleurstof plaatsen van het verwonde deel van de plant omvat. 5 15 20 25 30 1039554