NL1039151C2

NL1039151C2 - LOCK, MODIFICATION PACKAGE AND LOCK FOR A LOCK.

Info

Publication number: NL1039151C2
Application number: NL1039151A
Authority: NL
Inventors: Benno Maathuis; Henri Boerties
Original assignee: Benno Maathuis; Henri Boerties
Priority date: 2011-11-02
Filing date: 2011-11-02
Publication date: 2013-05-07
Also published as: EP2589730A1

Description

Slot, modificatiepakket en schoot voor een slotLock, modification package and shot for a lock

De uitvinding heeft betrekking op een slot, omvattende een slotdeel voor montage in of op een deur, waarin een schoot 5 voorzien van een schuine zijde verschuifbaar is gemonteerd, en een kapdeel of een sluitplaat voor montage tegen een deurpost, voorzien van een opening waarin de schoot valt als de deur wordt gesloten 10 Sloten van dit type zijn algemeen bekend. Ze worden bijvoorbeeld bij vrijwel elke voordeur toegepast om te bereiken dat de voordeur bij het dichttrekken automatisch in het slot valt. Daarbij komt de schuine zijde in aanraking met een rand van het kapdeel of de sluitplaat en 15 wordt de schoot tegen de werking van een veer naar binnen gedrukt, tot het moment waarop de schoot in de opening kan vallen. Het bezwaar van het bekende slot is dat er een plaatvormig object tussen de deurpost en de deur kan worden geschoven, zodanig dat een rand van dit plaatvormig object 20 tegen de schuine zijde van de schoot komt te rusten. Wordt het plaatvormige object nu verder naar binnen gedrukt, dan schuift de schoot tegen de werking van de veer in het slotdeel en kan de deur worden geopend.The invention relates to a lock, comprising a lock part for mounting in or on a door, in which a bolt provided with an oblique side is mounted so as to be slidable, and a cover part or a closing plate for mounting against a door post, provided with an opening in which the latch falls when the door is closed. Locks of this type are generally known. They are used, for example, with almost every front door to ensure that the front door automatically closes when it is closed. The oblique side thereby comes into contact with an edge of the cap part or the closing plate and the bolt is pressed inwards against the action of a spring until the bolt can fall into the opening. The drawback of the known lock is that a plate-shaped object can be slid between the door frame and the door, such that an edge of this plate-shaped object 20 comes to rest against the oblique side of the bolt. If the plate-shaped object is now pushed further inwards, the bolt slides against the action of the spring in the lock part and the door can be opened.

25 Het slot volgens de uitvinding komt aan dit bezwaar tegemoet en heeft als kenmerk, dat de schuine zijde van de schoot relatief stomp is uitgevoerd, zodanig dat de schuine zijde althans nagenoeg volledig binnen het kapdeel of de sluitplaat is gepositioneerd als de deur is gesloten. Op 30 deze wijze kan eenvoudig worden voorkomen dat tijdens het zogenaamde flipperen de schoot door een plaatvormig object in het slotdeel wordt gedrukt, omdat de door het plaatvormige object uitgeoefende kracht loodrecht op een mogelijke bewegingsrichting van de schoot staat.The lock according to the invention obviates this drawback and is characterized in that the oblique side of the bolt is of relatively blunt design, such that the oblique side is positioned at least almost completely within the cover part or the closing plate when the door is closed. In this way it is easy to prevent the bolt from being pressed into the lock part by a plate-shaped object during so-called pinballing, because the force exerted by the plate-shaped object is perpendicular to a possible direction of movement of the bolt.

3535

Bij de montage van het slot volgens de uitvinding is het 1 0 3 9 1 5 t 2 zaak het kapdeel of de sluitplaat zodanig te monteren dat een rand van het kapdeel of de sluitplaat nog net in aanraking komt met de schuine zijde en dat toch de schuine zijde nagenoeg volledig in het kapdeel kan verdwijnen. Een 5 gunstige uitvoeringsvorm van het slot volgens de uitvinding die dit bereikt en die daardoor de montage belangrijk kan vereenvoudigen heeft als kenmerk, dat een overgang van een korte zijde van de schoot naar de schuine zijde is voorzien van een eerste afronding die in een gebruikstoestand met de 10 rand van het kapdeel of de sluitplaat in aanraking komt.When mounting the lock according to the invention, it is important to mount the cover part or closing plate in such a way that an edge of the cover part or closing plate just comes into contact with the oblique side and that nevertheless the the sloping side can disappear almost completely into the hood part. A favorable embodiment of the lock according to the invention which achieves this and which can thereby considerably simplify the assembly has the feature that a transition from a short side of the bolt to the oblique side is provided with a first rounding which in a position of use with the edge of the cap part or closing plate comes into contact.

Een zeer gunstige uitvoeringsvorm heeft volgens een verder aspect van de uitvinding als kenmerk, dat de korte zijde is voorzien van een althans in hoofdzaak loodrecht op een 15 bewegingsrichting van de schoot verlopende groef. Een plaatvormig object dat bij het flipperen tegen de zijkant van de schoot wordt gedrukt zal dan in de groef belanden, waardoor het vrijwel onmogelijk is een zijwaarts gerichte kracht op de schoot uit te oefenen. Bij voorkeur is de 20 korte zijde voorzien van een over een volledige breedte van de schoot verlopende groef, waarbij een breedte van de groef althans nagenoeg overeenkomt met een afstand tussen het slotdeel en het kapdeel of de sluitplaat, zodat een rand van het plaatvormig object onvermijdelijk op de bodem 25 van de groef belandt. Bij voorkeur bezit de groef bovendien in een dwarsrichting een concaaf, althans nagenoeg halfrond profiel, zodat de rand op de bodem, vrijwel in het midden van de groef belandt, waardoor het onmogelijk is met behulp van het plaatvormig object een zijwaarts gerichte kracht 30 uit te oefenen op de schoot.According to a further aspect of the invention, a very favorable embodiment has the feature that the short side is provided with a groove extending at least substantially perpendicular to a direction of movement of the bolt. A plate-shaped object that is pressed against the side of the bolt during pinballing will then end up in the groove, making it virtually impossible to exert a laterally directed force on the bolt. The short side is preferably provided with a groove extending over a full width of the bolt, wherein a width of the groove substantially corresponds to a distance between the lock part and the cap part or closing plate, so that an edge of the plate-shaped object is inevitably ends up on the bottom 25 of the groove. Preferably, the groove furthermore has a concave, at least substantially semicircular profile in a transverse direction, so that the edge lands on the bottom, practically in the middle of the groove, whereby it is impossible to exert a laterally directed force with the aid of the plate-shaped object. practice on the lap.

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat een nabij de schuine zijde gepositioneerde rand van de groef is voorzien van een tweede afronding. Bij voorkeur is 35 daarbij de tweede afronding een voortzetting van de eerste afronding, zodat de eerste afronding en de tweede afronding 3 samen een niet-scherpe ribbe vormen.A further favorable embodiment is characterized in that an edge of the groove positioned near the oblique side is provided with a second rounding. The second rounding is preferably a continuation of the first rounding, so that the first rounding and the second rounding 3 together form a non-sharp rib.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een modificatie-pakket voor een slot, omvattende een schoot als deel van 5 een slot zoals dit in de voorgaande paragrafen is omschreven. Deze inventieve schoot kan dan in plaats van de originele schoot worden gemonteerd, waarna het voor een inbreker vrijwel onmogelijk is het slot met behulp van een plaatvormig object te openen.The invention also relates to a modification package for a lock, comprising a bolt as part of a lock as described in the preceding paragraphs. This inventive bolt can then be mounted instead of the original bolt, after which it is virtually impossible for a burglar to open the lock with the aid of a plate-shaped object.

1010

De uitvinding heeft tevens betrekking op een schoot voor een slot, voorzien van een lange zijde, een korte zijde en een schuine zijde. De inventieve schoot heeft als kenmerk, dat een hoek tussen de lange zijde en de schuine zijde 55-15 65 graden bedraagt en dat een korte zijde van de schoot is voorzien van een over een volledige breedte van de schoot verlopende, althans in hoofdzaak parallel aan de schuine zijde verlopende groef, waarin een rand van een plaatvormig object belandt als wordt geprobeerd het slot hiermee te 20 openen.The invention also relates to a bolt for a lock, provided with a long side, a short side and an oblique side. The inventive bolt has the feature that an angle between the long side and the oblique side is 55-15 65 degrees and that a short side of the bolt is provided with an at least substantially parallel to the groove running into the oblique side, into which an edge of a plate-shaped object ends up when an attempt is made to open the lock therewith.

Een gunstige uitvoeringsvorm van de inventieve schoot heeft als kenmerk, dat in een dwarsrichting de groef een concaaf, althans nagenoeg halfrond profiel bezit, zodat de rand van 25 het plaatvormige object op de bodem, vrijwel in het midden van de groef belandt, waardoor het onmogelijk is met behulp van het plaatvormig object een zijwaarts gerichte kracht uit te oefenen op de schoot.A favorable embodiment of the inventive bolt has the feature that in a transverse direction the groove has a concave, at least substantially semicircular profile, so that the edge of the plate-shaped object lands on the bottom, virtually in the middle of the groove, making it impossible With the aid of the plate-shaped object, a laterally directed force can be exerted on the lap.

30 Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat een overgang van een korte zijde van de schoot naar de schuine zijde is voorzien van een eerste afronding, dat een nabij de schuine zijde gepositioneerde rand van de groef is voorzien van een tweede afronding en dat de tweede 35 afronding een voortzetting is van de eerste afronding, zodat de eerste afronding en de tweede afronding samen een 4 niet-scherpe ribbe vormen, via welke een rand van het plaatvormige object naar de groef wordt geleid.A further favorable embodiment is characterized in that a transition from a short side of the bolt to the oblique side is provided with a first rounding, that an edge of the groove positioned near the oblique side is provided with a second rounding and that the second rounding is a continuation of the first rounding, so that the first rounding and the second rounding together form a 4 non-sharp rib, via which an edge of the plate-shaped object is guided to the groove.

De uitvinding zal nu nader uiteen worden gezet aan de hand 5 van de volgende figuren, waarbij:The invention will now be explained in more detail with reference to the following figures, wherein:

Fig. 1 in doorsnede een slot volgens de stand der techniek weergeeft, voorzien van een kapvormig deel; 10 Fig. 2 in doorsnede een mogelijke uitvoeringsvorm van een slot volgens de uitvinding weergeeft, voorzien van een kapvormig deel;FIG. 1 is a sectional view of a lock according to the prior art, provided with a cap-shaped part; FIG. 2 is a sectional view of a possible embodiment of a lock according to the invention, provided with a cap-shaped part;

Fig. 3 in doorsnede een slot volgens de stand der techniek weergeeft, voorzien van een sluitplaat; 15 Fig. 4 in doorsnede een mogelijke uitvoeringsvorm van een slot volgens de uitvinding weergeeft, voorzien van een sluitplaat;FIG. 3 is a sectional view of a lock according to the prior art, provided with a closing plate; FIG. 4 is a sectional view of a possible embodiment of a lock according to the invention, provided with a closing plate;

Fig. 5 in zijaanzicht enkele alternatieve uitvoeringsvormen van een schoot volgens de uitvinding 20 weergeeft;FIG. 5 shows in side view some alternative embodiments of a bolt according to the invention;

Fig. 6A in doorsnede een slot volgens de stand der techniek samen met een sluitplaat weergeeft;FIG. 6A represents a lock according to the state of the art together with a closing plate in section;

Fig. 6B in doorsnede een slot volgens de uitvinding weergeeft.FIG. 6B represents a lock according to the invention in cross-section.

2525

Fig. 1 geeft in doorsnede een slot volgens de stand der techniek weer, bestaande uit een slotdeel 1 dat op een deur 2 kan worden bevestigd en een kapvormig deel 3 dat op een deurpost 4 kan worden bevestigd. Slotdeel 1 bevat een 30 schoot 5 die in een opening 6 van kapvormig deel 3 valt als de deur wordt dichtgetrokken, waarna de deur gesloten en afgesloten is. Om de deur van binnenuit weer te openen is voorzien in een greep 7 waarmee via een trekstang 8 en tegen de werking van een veer 9 schoot 5 uit opening 6 kan 35 worden getrokken. Daarbij wordt de vrije slag van schoot 5 beperkt door een ribbe 10 die in een deksel 11 van slotdeel 5 1 is geperst. Om de deur vanaf de buitenzijde te openen is doorgaans voorzien in een niet weergegeven cilinderslot, via hetwelk schoot 5 eveneens uit opening 6 kan worden getrokken. Om bij het sluiten van deur 2 schoot 5 soepel in 5 opening 6 te laten vallen, is schoot 5 voorzien van een schuine zijde 12, die tijdens het sluiten kapvormig deel 3 raakt en door kapvormig deel deel 3 tegen de werking van veer 9 in slotdeel 1 wordt gedrukt. Deze schuine zijde 12 zorgt er ook voor dat het slot relatief eenvoudig van 10 buitenaf kan worden geopend door een inbreker. Het is daarbij voldoende een soepel plaatvormig voorwerp 13, bijvoorbeeld een creditcard, via een kier tussen deur 2 en deurpost 4 naar binnen te schuiven, tot plaatvormig voorwerp 13 rust tegen schuine zijde 12 van schoot 5. Door 15 nu plaatvormig voorwerp 13 krachtig aan te drukken, wordt schoot 5 tegen de werking van veer 9 in slotdeel 1 gedrukt en kan de deur worden geopend.FIG. 1 is a sectional view of a lock according to the prior art, consisting of a lock part 1 that can be mounted on a door 2 and a cap-shaped part 3 that can be mounted on a door post 4. Lock part 1 contains a bolt 5 which falls into an opening 6 of cap-shaped part 3 when the door is pulled shut, whereafter the door is closed and closed. To open the door from the inside again, a handle 7 is provided with which bolt 5 can be pulled out of opening 6 via a pull rod 8 and against the action of a spring 9. The free stroke of the bolt 5 is thereby limited by a rib 10 which is pressed into a cover 11 of the lock part 5. To open the door from the outside, a cylinder lock (not shown) is usually provided, via which bolt 5 can also be pulled out of opening 6. In order to allow latch 5 to fall smoothly into opening 6 when closing door 2, latch 5 is provided with an oblique side 12 which touches cap-shaped part 3 during closing and through cap-shaped part part 3 against the action of spring 9 in lock part 1 is printed. This oblique side 12 also ensures that the lock can be opened relatively easily from the outside by a burglar. It is sufficient for a flexible plate-shaped object 13, for example a credit card, to be slid in through a gap between door 2 and door post 4 until plate-shaped object 13 rests against oblique side 12 of bolt 5. By now firmly pressing plate-shaped object 13 4, bolt 5 is pressed against the action of spring 9 in lock part 1 and the door can be opened.

Fig. 2 geeft in doorsnede een mogelijke uitvoeringsvorm van 20 een slot volgens de uitvinding weer, eveneens bestaande uit een slotdeel 1 dat op een deur 2 kan worden bevestigd en een kapdeel 3 die op een deurpost 4 kan worden bevestigd. Slot 1 bevat een schoot 5 volgens de uitvinding, waarvan een relatief korte schuine zijde 12 in opening 6 van 25 kapvormig deel 3 valt als de deur wordt dichtgetrokken, waarna de deur gesloten en afgesloten is. Om de deur van binnenuit weer te openen is voorzien in een greep 7 waarmee via een trekstang 8 en tegen de werking van een veer 9 schoot 5 uit opening 6 kan worden getrokken. Daarbij wordt 30 de vrije slag van schoot 5 beperkt door een ribbe 10 die in een deksel 11 van slotdeel 1 is geperst. Om de deur vanaf de buitenzijde te openen is doorgaans voorzien in een niet weergegeven cilinderslot, via hetwelk schoot 5 eveneens uit opening 6 kan worden getrokken. Om bij het sluiten van deur 35 2 schoot 5 soepel in opening 6 te laten vallen, is schoot 5 voorzien van een eerste afronding 14, die tijdens het 6 sluiten kapdeel 3 raakt en door kapdeel 3 tegen de werking van veer 9 in slotdeel 1 drukt. Doordat schuine zijde 12 in een gesloten toestand geheel binnen kapvormig deel 3 valt, is het vrijwel onmogelijk om het slot te openen door een 5 plaatvormig voorwerp 13 via een kier tussen deur 2 en deurpost 4 naar binnen te schuiven. Om het volledig onmogelijk te maken om op deze wijze het slot te openen is schoot 5 bovendien voorzien van een groef 15 die een breedte heeft die tenminste overeenkomt met de breedte van 10 de kier tussen deur 2 en deurpost 4. Plaatvormig object 13 belandt dan op de bodem van groef 15, waardoor het onmogelijk is geworden een kracht in de bewegingsrichting van schoot 5 uit te oefenen. Bij een bestaand slot is het doorgaans voldoende om de bestaande schoot te vervangen 15 door een schoot volgens de uitvinding, terwijl de andere onderdelen van het slot, zoals trekstang 8, veer 9 en ribbe 10, ongewijzigd kunnen blijven. Verder is bij voorkeur de overgang van de eerste afronding 14 naar groef 15 voorzien van een tweede afronding 16, waarbij eerste afronding 14 en 20 tweede afronding 16 samen een niet-scherpe ribbe vormen.FIG. 2 is a sectional view of a possible embodiment of a lock according to the invention, also consisting of a lock part 1 that can be mounted on a door 2 and a cap part 3 that can be mounted on a door post 4. Slot 1 comprises a bolt 5 according to the invention, a relatively short oblique side 12 of which falls into opening 6 of cap-shaped part 3 when the door is pulled shut, whereafter the door is closed and closed. To open the door from the inside again, a handle 7 is provided with which bolt 5 can be pulled out of opening 6 via a pull rod 8 and against the action of a spring 9. The free stroke of bolt 5 is thereby limited by a rib 10 which is pressed into a cover 11 of lock part 1. To open the door from the outside, a cylinder lock (not shown) is usually provided, via which bolt 5 can also be pulled out of opening 6. In order to allow latch 5 to fall smoothly into opening 6 when closing door 2, latch 5 is provided with a first rounding 14 which, during closing, touches cap part 3 and presses through cap part 3 against the action of spring 9 in lock part 1 . Because oblique side 12 falls completely within cap-shaped part 3 in a closed state, it is virtually impossible to open the lock by sliding a plate-shaped object 13 inwards through a gap between door 2 and door post 4. In order to make it completely impossible to open the lock in this way, bolt 5 is furthermore provided with a groove 15 which has a width at least corresponding to the width of the gap between door 2 and door post 4. Plate-shaped object 13 then lands on the bottom of groove 15, making it impossible to exert a force in the direction of movement of bolt 5. With an existing lock it is usually sufficient to replace the existing bolt with a bolt according to the invention, while the other components of the lock, such as tie rod 8, spring 9 and rib 10, can remain unchanged. Furthermore, the transition from the first rounding 14 to groove 15 is preferably provided with a second rounding 16, wherein first rounding 14 and second rounding 16 together form a non-sharp rib.

Bij het sluiten van deur 2 wordt schoot 5 met behulp van de relatief korte, steile schuine zijde 12 in slotdeel 1 gedrukt. Intuïtief verwacht men dat dit nu meer kracht kost 25 en dus moeilijker zal gaan. Het tegendeel blijkt waar. Er is minder kracht voor nodig en ook de in slotdeel 1 optredende krachten zijn kleiner, waardoor minder slijtage optreedt en de levensduur van het slot kan worden verlengd.When closing door 2, bolt 5 is pressed into lock part 1 by means of the relatively short, steep oblique side 12. Intuitively, it is expected that this now costs more power 25 and will therefore be more difficult. The opposite is true. Less force is required and also the forces occurring in lock part 1 are smaller, so that less wear occurs and the service life of the lock can be extended.

30 Fig. 3 geeft in doorsnede een verder slot volgens de stand er techniek weer, bestaande uit een slotdeel 1 dat met behulp van een montageplaat 17 in een deur 2 kan worden gemonteerd en dat kan samenwerken met een sluitplaat 18 die aan deurpost 4 is bevestigd. Slotdeel 1 bevat een schoot 5 35 die in een opening 6 van montageplaat 17 valt als de deur wordt dichtgetrokken, waarna de deur gesloten en afgesloten 7 is. Om de deur van weer te openen is voorzien in bijvoorbeeld een deurkruk 19 of een verder niet getoond cilinderslot waarmee schoot 5 via een trekstang 8 en een mechanisme 20 uit een opening 21 in sluitplaat 18 kan 5 worden getrokken. Om bij het sluiten van deur 2 schoot 5 soepel in opening 21 te laten vallen, is schoot 5 voorzien van een schuine zijde 12, die tijdens het sluiten een licht omgebogen rand van sluitplaat 18 raakt, waardoor schoot 5 in slotdeel 1 wordt gedrukt. Deze schuine zijde 12 zorgt er 10 ook voor dat het slot relatief eenvoudig van buitenaf kan worden geopend door een inbreker. Het is daarbij voldoende een soepel plaatvormig voorwerp 13, bijvoorbeeld.een creditcard, via een kier tussen deur 2 en deurpost 4 naar binnen te schuiven, tot plaatvormig voorwerp 13 rust tegen 15 schuine zijde 12 van schoot 5. Door nu plaatvormig voorwerp 13 krachtig aan te drukken, wordt schoot 5 in slot 1 gedrukt en kan de deur worden geopend.FIG. 3 is a sectional view of a further lock according to the prior art, consisting of a lock part 1 which can be mounted in a door 2 by means of a mounting plate 17 and which can cooperate with a closing plate 18 which is attached to door post 4. Lock part 1 comprises a bolt 5 which falls into an opening 6 of mounting plate 17 when the door is pulled shut, whereafter the door is closed and closed 7. To re-open the door, a door handle 19 or a cylinder lock (not further shown) is provided with which bolt 5 can be pulled through a pull rod 8 and a mechanism 20 from an opening 21 in closing plate 18. In order to allow latch 5 to fall smoothly into opening 21 when closing door 2, latch 5 is provided with an oblique side 12 which, during closing, touches a slightly bent edge of closing plate 18, whereby latch 5 is pressed into lock part 1. This oblique side 12 also ensures that the lock can be opened relatively easily from the outside by a burglar. It is sufficient here for a flexible plate-shaped object 13, for example a credit card, to be slid in through a gap between door 2 and door post 4, until plate-shaped object 13 rests against oblique side 12 of latch 5. By now placing plate-shaped object 13 firmly on 5, latch 5 is pushed into slot 1 and the door can be opened.

Fig. 4 geeft in doorsnede een mogelijke uitvoeringsvorm van 20 een slot volgens de uitvinding weer, eveneens bestaande uit een slotdeel 1 dat in een deur 2 kan worden bevestigd en een sluitplaat 18 die op een deurpost 4 kan worden bevestigd. Slot 1 bevat een schoot 5 volgens de uitvinding, waarvan een relatief korte schuine zijde 12 in opening 21 25 van sluitplaat 18 valt als de deur wordt dichtgetrokken, waarna de deur gesloten en afgesloten is. Om de deur van weer te openen is voorzien in bijvoorbeeld een deurkruk 19 of een verder niet getoond cilinderslot waarmee schoot 5 via een trekstang 8 en een mechanisme 20 uit een opening 21 30 in sluitplaat 18 kan worden getrokken. Om bij het sluiten van deur 2 schoot 5 soepel in opening 21 te laten vallen, is schoot 5 voorzien van een schuine zijde 12, die tijdens het sluiten sluitplaat 18 raakt, waardoor schot 5 in slotdeel 1 wordt gedrukt. Deze schuine zijde 12 ligt in een 35 gesloten toestand geheel binnen opening 21 in sluitplaat 18. Daardoor is het vrijwel onmogelijk om het slot te 8 openen door een plaatvormig voorwerp 13 via een kier tussen deur 2 en deurpost 4 naar binnen te schuiven. Om het volledig onmogelijk te maken om op deze wijze het slot te openen is schoot 5 bovendien voorzien van een groef 15 die 5 een breedte heeft die tenminste overeenkomt met de breedte van de kier tussen deur 2 en deurpost 4. Plaatvormig object 13 belandt dan op de bodem van groef 15, waardoor het onmogelijk is geworden een kracht in de bewegingsrichting van schoot 5 uit te oefenen. Bij een bestaand slot is het 10 doorgaans voldoende om de bestaande schoot te vervangen door een schoot volgens de uitvinding, terwijl de andere onderdelen van het slot, zoals mechanisme 20, ongewijzigd kan blijven. Verder is bij voorkeur de overgang van de eerste afronding 14 naar groef 15 voorzien van een tweede 15 afronding 16, waarbij eerste afronding 14 en tweede afronding 16 samen een niet-scherpe ribbe vormen.FIG. 4 is a sectional view of a possible embodiment of a lock according to the invention, also consisting of a lock part 1 that can be mounted in a door 2 and a closing plate 18 that can be mounted on a door post 4. Slot 1 comprises a bolt 5 according to the invention, a relatively short oblique side 12 of which falls into opening 21 of closing plate 18 when the door is pulled shut, whereafter the door is closed and closed. To re-open the door, a door handle 19 or a cylinder lock (not further shown) is provided with which bolt 5 can be pulled through a pull rod 8 and a mechanism 20 from an opening 21 in closing plate 18. In order to allow latch 5 to fall smoothly into opening 21 when door 2 is closed, latch 5 is provided with an oblique side 12 which touches closing plate 18 during closing, whereby partition 5 is pressed into lock part 1. This oblique side 12, in a closed state, lies entirely within opening 21 in closing plate 18. As a result, it is virtually impossible to open the lock by sliding a plate-shaped object 13 through a gap between door 2 and door post 4. In order to make it completely impossible to open the lock in this way, bolt 5 is furthermore provided with a groove 15 which has a width at least corresponding to the width of the gap between door 2 and door post 4. Plate-shaped object 13 then lands on the bottom of groove 15, making it impossible to exert a force in the direction of movement of bolt 5. With an existing lock, it is usually sufficient to replace the existing bolt with a bolt according to the invention, while the other parts of the lock, such as mechanism 20, can remain unchanged. Furthermore, the transition from the first rounding 14 to groove 15 is preferably provided with a second rounding 16, wherein first rounding 14 and second rounding 16 together form a non-sharp rib.

Fig. 5A t/m Fig. 5E geven in zijaanzicht enkele alternatieve uitvoeringsvormen van een schoot volgens de 20 uitvinding weer. Fig. 5A toont een schoot 5 voorzien van een relatief ondiepe groef 15 die nauwelijks in het oog valt. Fig. 5B t/m Fig. 5E tonen schoten 5 waarbij de diepte van groef 15 steeds verder toeneemt. Elke groef 5 heeft een zodanige breedte dat een via een kier tussen deur 2 en 25 deurpost 4 geschoven plaatvormig object onvermijdelijk op de bodem van groef 15 belandt, waarna het onmogelijk is om schoot 5 in slotdeel 1 te drukken. Bij Fig. 5E is groef 15 zodanig diep dat de sterkte van schoot 5 mogelijk onvoldoende is. Om die reden is een stalen pen 22 in schoot 30 5 opgenomen.FIG. 5A to FIG. 5E show in side view some alternative embodiments of a bolt according to the invention. FIG. 5A shows a bolt 5 provided with a relatively shallow groove 15 that hardly catches the eye. FIG. 5B to FIG. 5E show shots 5 with the depth of groove 15 increasing further and further. Each groove 5 has such a width that a plate-shaped object slid through a gap between door 2 and door post 4 inevitably lands on the bottom of groove 15, whereafter it is impossible to press bolt 5 into lock part 1. In FIG. 5E, groove 15 is so deep that the strength of bolt 5 may be insufficient. For that reason a steel pin 22 is included in latch 30.

Fig. 6A geeft in doorsnede een slot 1 volgens de stand der techniek samen met een sluitplaat 18 weer, op het moment dat deur 2 in het slot valt. Daarbij beroert schoot 5 35 sluitplaat 18 met de punt, waardoor daarop naast een naar binnen gerichte kracht tevens een koppel werkt, wat de 9 wrijving en daarmee de slijtage van slot 1 ongunstig beïnvloedt. Fig. 6B geeft in doorsnede een slot 1 volgens de uitvinding weer, op het moment dat deur 2 in het slot valt. Daarbij beroert schoot 5 sluitplaat 18 ver verwijderd 5 van de punt onder een gunstige hoek, waardoor de naar binnen gerichte kracht groter is en het koppel kleiner is, waardoor de schoot gemakkelijker in het slot valt en waardoor bovendien de wrijving en daarmee de slijtage van slot 1 gunstig wordt beïnvloed.FIG. 6A is a sectional view of a lock 1 according to the prior art together with a closing plate 18, at the moment that door 2 falls into the lock. In this case, the bolt plate 18 touches the closing plate 18, whereby a torque acts on it in addition to an inwardly directed force, which adversely affects the friction and thus the wear of lock 1. FIG. 6B is a sectional view of a lock 1 according to the invention, at the moment that door 2 falls into the lock. In this case, bolt 5 touches closing plate 18 far away from the point at a favorable angle, as a result of which the inwardly directed force is larger and the torque is smaller, as a result of which the bolt falls more easily into the lock and, moreover, 1 is favorably affected.

10 103915110 1039151

Claims

1. Lock, comprising a lock for mounting in or on a door, in which a bolt provided with an inclined side is slidably mounted, and a cover part or a closing plate for mounting against a door frame, provided with an opening into which the bolt falls as the door is closed, characterized in that the oblique side of the bolt is relatively stub 10, such that the oblique side is positioned at least substantially completely within the hood part or closing plate when the door is closed, and characterized in that a transition from a short side of the bolt to the oblique side 15 is provided with a first rounding, and characterized in that the short side is provided with a groove extending at least substantially perpendicular to a direction of movement of the bolt.

2. Lock as claimed in claim 1, characterized in that the short side is provided with a groove extending over the full width of the bolt.

3. Lock as claimed in claim 2, characterized in that a width of the groove corresponds at least substantially to a distance between the lock and the cover part or the closing plate. Lock according to claim 1 or 2, characterized in that in a transverse direction the groove has a concave, at least substantially semicircular profile.

5. Lock as claimed in claim 4, characterized in that an edge of the groove positioned near the oblique side is provided with a second rounding. 5

Lock according to claim 5, characterized in that the second rounding is a continuation of the first rounding.

A modification package for a lock, comprising a bolt as part of a lock according to any one of the preceding claims.

8. Latch for a lock provided with a long side, a short side and an oblique side, characterized in that an angle between the long side and the oblique side is 55 - 65 degrees and that a short side of the bolt is provided with a groove extending over the full width of the bolt, or at least substantially parallel to the oblique side.

9. Bolt as claimed in claim 8, characterized in that in a transverse direction the groove has a concave, at least substantially semicircular profile.

10. Bolt as claimed in claim 9, characterized in that a transition from a short side of the bolt to the oblique side is provided with a first rounding, that an edge of the groove positioned near the oblique side is provided with a second rounding and that the second completion is a continuation of the first completion. 1039151