NL1038918C2 - DEVICE FOR HANGING A POT. - Google Patents

DEVICE FOR HANGING A POT. Download PDF

Info

Publication number
NL1038918C2
NL1038918C2 NL1038918A NL1038918A NL1038918C2 NL 1038918 C2 NL1038918 C2 NL 1038918C2 NL 1038918 A NL1038918 A NL 1038918A NL 1038918 A NL1038918 A NL 1038918A NL 1038918 C2 NL1038918 C2 NL 1038918C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
gripping
pot
members
gripping members
gripping member
Prior art date
Application number
NL1038918A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Franciscus Gerardus Maria Keijzer
Aloysius Leonardus Maria Keijzer
Original Assignee
Franciscus Gerardus Maria Keijzer
Aloysius Leonardus Maria Keijzer
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Franciscus Gerardus Maria Keijzer, Aloysius Leonardus Maria Keijzer filed Critical Franciscus Gerardus Maria Keijzer
Priority to NL1038918A priority Critical patent/NL1038918C2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1038918C2 publication Critical patent/NL1038918C2/en

Links

Landscapes

  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)

Description

P 2011 NL 016P 2011 NL 016

Titel: Inrichting voor het ophangen van een potTitle: Device for suspending a pot

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het ophangen van een pot, in het bijzonder een plantenpot, omvattende een bevestigingsorgaan voor bevestiging aan een extern ophangpunt, en een aantal grijporganen welke 5 zijn bestemd om aan te grijpen op de rand van een pot, waarbij elk grijporgaan via een trekstaaf is verbonden met het bevestigingsorgaan, waarbij de trekstaven deformeerbaar zijn voor het afzonderlijk van elkaar ten opzichte van de rand van de pot positioneren van de grijporganen, waarbij elk grijp-10 orgaan een als een doorgaand kanaal gevormde opneemruimte heeft voor het opnemen van een randdeel van de pot.The present invention relates to a device for suspending a pot, in particular a plant pot, comprising a fixing member for fixing to an external suspension point, and a number of gripping members which are intended to engage on the edge of a pot, wherein each gripping member is connected via a draw bar to the fastening member, the draw bars being deformable to position the gripping members separately from each other relative to the rim of the pot, each gripping member having a receiving space formed as a through channel for picking up an edge part of the pot.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de praktijk. Zo worden er bijvoorbeeld bij tuincentra gevulde plantenpotten 15 aangeboden waarbij een ophanginrichting zoals beschreven is bevestigd aan een rand van de pot. De bekende inrichting wordt geproduceerd als een eendelig spuitgietstuk uit kunststof, waarbij de trekstaven van de ophanginrichting in één vlak liggen. Elk van de grijporganen is daarbij met de axiale as 20 van zijn doorgaande kanaal georiënteerd in een normaalrichting ten opzichte van dat vlak.Such a device is known from practice. For example, filled plant pots 15 are offered at garden centers, wherein a suspension device as described is attached to an edge of the pot. The known device is produced as a one-piece injection-molded piece of plastic, with the draw bars of the suspension device lying in one plane. Each of the gripping members is thereby oriented with the axial axis 20 of its through channel in a normal direction with respect to that plane.

De bekende ophanginrichting wordt aan een pot bevestigd door elk van de grijporganen te bevestigen aan de rand van de 25 pot. De grijporganen worden hierbij onder deformatie van de trekstaven uit elkaar geplaatst. Na het aanbrengen kunnen de grijporganen eventueel nog ten opzichte van elkaar over de rand van de pot worden verschoven om het gewicht van de pot gelijkmatig te verdelen over de trekstaven. Het aanbrengen van 30 de ophanginrichting gebeurt doorgaans met de hand, en kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd door een kweker van planten die worden geleverd in een op te hangen pot.The known suspension device is attached to a pot by attaching each of the gripping members to the edge of the pot. The gripping members are hereby placed apart under deformation of the tension rods. After application, the gripping members can optionally still be shifted relative to each other over the edge of the pot to distribute the weight of the pot evenly over the draw bars. The mounting of the suspension device is usually done manually, and can for instance be carried out by a grower of plants that are supplied in a pot to be suspended.

1038918 21038918 2

Een nadeel van de bekende inrichting is dat om de grijporganen gelijkmatig te verdelen over de rand van een pot, ten minste één van de grijporganen in relatief grote mate tegen de torsieweerstand van een trekstaaf in moet worden 5 geroteerd.A drawback of the known device is that in order to distribute the gripping members evenly over the edge of a pot, at least one of the gripping members must be rotated to a relatively large extent against the torsional resistance of a drawbar.

De uitvinding is gebaseerd op het inzicht, dat, hoewel het uitvoeren van een rotatiehandeling op een grijporgaan op zich niet veel tijd en moeite hoeft te kosten, het voor een 10 leverancier van een grote partij plantenpotten een relatief tijdrovend en vermoeiend karwei kan zijn om bij een ophanginrichting van elke plantenpot apart een dergelijke handeling uit te voeren. Bedrijfseconomisch kan het overbodig maken van de rotatiehandeling derhalve van aanzienlijk belang zijn.The invention is based on the insight that, while performing a rotation operation on a gripping member does not in itself have to take much time and effort, it can be a relatively time-consuming and tiring task for a supplier of a large batch of plant pots to perform such an operation separately from a suspension device of each plant pot. From a business economic point of view, rendering the rotation operation superfluous can therefore be of considerable importance.

1515

Bij het bovenstaande dient te worden opgemerkt, dat de bekende ophanginrichting in de praktijk wijdverbreid wordt toegepast, en dat leveranciers van plantenpotten die zijn voorzien van de bekende ophanginrichting de tijd en moeite die 20 gepaard gaan met de beschreven rotatiehandeling, blijkbaar voor lief nemen. Kennelijk gaat men er van uit dat het niet anders kan.With regard to the above, it should be noted that the known suspension device is widely used in practice, and that suppliers of plant pots which are provided with the known suspension device apparently accept the time and effort associated with the described rotation operation. Apparently it is assumed that it cannot be otherwise.

Een doel van de uitvinding is om dit vooroordeel te 25 doorbreken, en om een inrichting voor het ophangen van een plantenpot te verschaffen welke in vergelijking met de bekende ophanginrichting relatief snel en gemakkelijk is aan te brengen.An object of the invention is to break through this prejudice, and to provide a device for suspending a plant pot which can be fitted relatively quickly and easily in comparison with the known suspension device.

30 Bovenstaand doel is bereikt met een ophanginrichting waarbij ten minste één grijporgaan een opneemruimte heeft waarvan de axiale as in een ongedeformeerde toestand van de trekstaven een hoek maakt met de axiale as van de opneemruimte van een ander grijporgaan.The above object has been achieved with a suspension device in which at least one gripping member has a receiving space whose axial axis, in an undeformed state of the tension rods, forms an angle with the axial axis of the receiving space of another gripping member.

3535

De grijporganen van een ophanginrichting volgens de uitvinding behoeven ten opzichte van elkaar relatief weinig te worden geroteerd om deze aan te brengen aan de rand van een pot. Hierdoor kan de ophanginrichting relatief snel worden 3 aangebracht. Ook hoeft er minder kracht op de grijporganen te worden uitgeoefend, waardoor een persoon die de inrichting aanbrengt minder snel vermoeid raakt of pijn in zijn handen krijgt. Verder zullen de trekstaven relatief zwakke krachten 5 uitoefenen op de grijporganen in hun bevestigde positie.The gripping members of a suspension device according to the invention need to be rotated relatively little relative to each other in order to arrange them on the edge of a pot. The suspension device can hereby be arranged relatively quickly. There is also less force to be exerted on the gripping members, so that a person who installs the device is less likely to get tired or have pain in his hands. Furthermore, the draw bars will exert relatively weak forces on the gripping members in their attached position.

Hierdoor zullen de grijporganen minder snel verschuiven over de rand van de pot.As a result, the gripping organs will shift less rapidly over the edge of the pot.

De inrichting kan een drietal grijporganen omvatten, 10 waarbij een derde en een tweede grijporgaan een gespiegelde oriëntatie hebben ten opzichte van een eerste grijporgaan. Aldus kan het eerste grijporgaan op een centrale plaats langs de rand van de plantenpot worden bevestigd, waarna het tweede en het derde grijporgaan met gespiegelde handelingen kunnen 15 worden bevestigd aan twee in omtreksrichting van de centrale plaats af gelegen randdelen van de pot, of omgekeerd. Een dergelijke combinatie van handelingen kan relatief snel worden uitgevoerd.The device can comprise three gripping members, wherein a third and a second gripping member have a mirrored orientation with respect to a first gripping member. The first gripping member can thus be attached at a central location along the edge of the plant pot, whereafter the second and the third gripping member can be attached with mirroring operations to two edge parts of the pot remote from the central location, or vice versa. Such a combination of operations can be performed relatively quickly.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is een hoek tussen de 20 axiale assen van de opneemruimtes van verschillende grijporganen negentig graden.In a preferred embodiment, an angle between the axial axes of the receiving spaces of different gripping members is ninety degrees.

Een hoek tussen de axiale assen van de opneemruimtes van verschillende grijporganen kan ook omgekeerd proportioneel 25 zijn met het aantal grijporganen. De hoek kan bijvoorbeeld honderdtwintig graden bedragen bij aanwezigheid van drie grijporganen, negentig graden bij vier grijporganen, enzovoort. De grijporganen kunnen dan worden gemonteerd zonder torsie van de trekstaven. De torsiestijfheid van de trekstaven 30 mag dan relatief hoog zijn.An angle between the axial axes of the receiving spaces of different gripping members can also be inversely proportional to the number of gripping members. The angle can be, for example, one hundred and twenty degrees in the presence of three gripping organs, ninety degrees with four gripping organs, and so on. The gripping members can then be mounted without torsion of the draw bars. The torsional rigidity of the draw bars 30 may then be relatively high.

Hieronder zal de uitvinding in meer detail worden beschreven onder verwijzing naar de figuren, waarin gelijke verwijzingscijfers betrekking hebben op gelijke of overeen-35 komstige onderdelen, en waarin: de figuren IA en 1B in perspectiefaanzicht een ophanginrichting volgens de uitvinding tonen; figuur 2 de grijporganen van de inrichting uit figuur 1 op grotere schaal toont.Below, the invention will be described in more detail with reference to the figures, in which identical reference numerals relate to identical or corresponding parts, and in which: figures 1A and 1B show a suspension device according to the invention in perspective view; Figure 2 shows the gripping members of the device of Figure 1 on a larger scale.

44

Onder verwijzing naar figuur 1 omvat een ophanginrichting 1 volgens de uitvinding een haak 10, een drietal trekstaven 20 en grijporganen 30. De ophanginrichting is als een eendelig 5 spuitgietstuk vervaardigd uit kunststof. De ophanginrichting 1 is in figuur 1 getoond in een ongedeformeerde toestand.With reference to Fig. 1, a suspension device 1 according to the invention comprises a hook 10, three pull rods 20 and gripping members 30. The suspension device is made of plastic as a one-piece injection molding. The suspension device 1 is shown in Figure 1 in an undeformed state.

De haak 10 is bestemd om de ophanginrichting 1 te bevestigen aan een extern ophangpunt. Dit ophangpunt kan in de praktijk bijvoorbeeld een stang zijn of de binnenrand van een 10 oog. In de getoonde uitvoeringsvorm heeft de haak 10 de vorm van een vraagteken met een boogdeel 11 en een lijf 13.The hook 10 is intended to attach the suspension device 1 to an external suspension point. This suspension point can in practice be, for example, a rod or the inner edge of an eye. In the embodiment shown, the hook 10 has the shape of a question mark with an arc part 11 and a body 13.

Elke trekstaaf 20 heeft een eerste uiteinde 21 dat vast zit aan het lijf 13 van de haak 10, waarbij de uiteinden 21 naast elkaar liggen in een vlak waarin ook het boogdeel 11 van 15 de haak ligt. De haak 10 en de trekstaven 20 vormen aldus een relatief platte structuur. Ten opzichte van de haak 10 strekken de trekstaven 20 zich in hoofdzaak parallel aan elkaar uit naar onderen. De middelste staaf 20b ligt hierbij in het verlengde van een centrale verticale as door de haak 20 10, waarbij elk van de buitenste staven 20a, 20c een hoek van ongeveer tien graden maakt met de middelste staaf 20b.Each pull rod 20 has a first end 21 which is attached to the body 13 of the hook 10, the ends 21 lying side by side in a plane in which also the bow part 11 of the hook lies. The hook 10 and the draw bars 20 thus form a relatively flat structure. With respect to the hook 10, the pull rods 20 extend downwards substantially parallel to each other. The middle rod 20b is then in line with a central vertical axis through the hook 20, each of the outer rods 20a, 20c making an angle of about ten degrees with the middle rod 20b.

Elke trekstaaf 20, ook aangeduid als grijparm, heeft een vrij uiteinde 22 waaraan een grijporgaan 30 is voorzien. Een grijporgaan 30 is gevormd als een zich dwars op de respectieve 25 trekstaaf 20 over een relatief korte afstand uitstrekkend profiel met een in hoofdzaak U-vormige doorsnede, met een centraal bochtdeel 31 en twee van de grijparm weg wijzende grijpvingers 22, ook aangeduid als kaken.Each pull rod 20, also referred to as gripping arm, has a free end 22 on which a gripping member 30 is provided. A gripping member 30 is formed as a profile extending transversely to the respective drawbar 20 over a relatively short distance with a substantially U-shaped cross-section, with a central bend part 31 and two gripping fingers 22 pointing away from the gripping arm, also referred to as jaws .

30 Figuur 2 toont op grotere schaal, dat een trekstaaf 20 steeds vast zit aan de buitenzijde van het bochtdeel 31 van het corresponderende grijporgaan 30. Tussen de uiteinden van de kaken 32 bevindt zich een in de axiale richting van het profiel uitstrekkende langsopening 33. Deze opening 33 vormt 35 een toegang tot een zich in genoemde axiale richting uitstrekkend, doorgaand binnenkanaal 34, dat is bestemd voor het opnemen van een deel van de rand van een plantenpot. De uiteinden 35 van de kaken 32 zijn in de richting van het binnenkanaal 34 gebogen om achter een omslag van de rand van 5 de plantenpot te haken. Aldus hebben de kaken 32 aan weerszijden van de langsopening 33 gebogen langsdelen 36.Figure 2 shows on a larger scale that a pull rod 20 is always fixed on the outside of the bend part 31 of the corresponding gripping member 30. Between the ends of the jaws 32 there is a longitudinal opening 33 extending in the axial direction of the profile. opening 33 forms an access to a through-going inner channel 34 extending in said axial direction and intended for receiving a part of the edge of a plant pot. The ends 35 of the jaws 32 are bent in the direction of the inner channel 34 to hook behind a cover of the edge of the plant pot. The jaws 32 thus have curved longitudinal parts 36 on either side of the longitudinal opening 33.

Onder verwijzing naar Figuur 1 ligt het grijporgaan 30b aan de middelste trekstaaf 20b met de axiale as 37b van zijn 5 doorgaande kanaal 34 in het vlak waarin de haak 10 en de drie trekstaven 20 liggen. De grijporganen 30a, 30c aan de buitenste trekstaven 20a, 20c liggen met de axiale assen 37a, 37c van hun doorgaande kanalen 34 parallel aan elkaar, waarbij elk van de assen 37a, 37c aldus een hoek van negentig graden 10 maakt met de as 37b van het kanaal 34 van het grijporgaan 30b aan de middelste trekstaaf 20b. Het wordt opgemerkt dat de hoeken die de axiale assen 37a, 37c van de buitenste grijporganen 30a, 30c maken met de as 37b van het middelste grijporgaan 30b binnen de uitvinding ook anders kan zijn dan 15 90 graden. Genoemde hoeken kunnen hierbij gespiegeld zijn.With reference to Figure 1, the gripping member 30b rests on the center draw bar 20b with the axial axis 37b of its through channel 34 in the plane in which the hook 10 and the three draw bars 20 lie. The gripping members 30a, 30c on the outer tension rods 20a, 20c are parallel to each other with the axial axes 37a, 37c of their through-going channels 34, each of the axes 37a, 37c thus making an angle of ninety degrees 10 with the axis 37b of the channel 34 of the gripping member 30b on the center draw bar 20b. It is noted that the angles which the axial axes 37a, 37c of the outer gripping members 30a, 30c make with the axis 37b of the middle gripping member 30b within the invention may also be other than 90 degrees. Said angles can be mirrored here.

Bij het aanbrengen van de ophanginrichting 1 aan de rand van een plantenpot kan allereerst een eerste grijporgaan 30 aan de pot worden vastgemaakt. De inrichting en de pot worden 20 hierbij ten opzichte van elkaar zo gepositioneerd dat een deel van de rand van de pot waarop het grijporgaan 30b dient te worden aangebracht, zich bij de langsopening 33 van het grijporgaan 30 bevindt. De axiale as 37 van het binnenkanaal 34 wordt hierbij in de omtreksrichting van het randdeel 25 georiënteerd.When mounting the suspension device 1 on the edge of a plant pot, a first gripping member 30 can first be attached to the pot. The device and the pot are herein positioned relative to each other such that a part of the edge of the pot on which the gripping member 30b is to be fitted is located at the longitudinal opening 33 of the gripping member 30. The axial axis 37 of the inner channel 34 is hereby oriented in the circumferential direction of the edge part 25.

Het grijporgaan 30 wordt vervolgens op het randdeel geschoven, waarbij het randdeel in contact kan komen met de gebogen langsdelen 36 van de kaken 32 aan weerszijden van de langsopening 33. Vanwege de vorm van de langsdelen 36 kan het 30 randdeel de kaken 32 met relatief weinig wrijving uit elkaar drukken, waarbij het bochtdeel 31 en/of de kaken 32 elastisch deformeren. Aldus wordt de langsopening 33 vergroot en kan het randdeel via de langsopening 33 het binnenkanaal 34 in worden geschoven. Na het passeren van de omslag aan het randdeel 35 veren de langsdelen 36 weer naar elkaar toe, waardoor een naar het binnenkanaal 34 gekeerd uiteinde van een kaak 32 achter genoemde omslag kan worden gehaakt. Hierdoor wordt voorkomen dat bij het ophangen van de inrichting 1 het grijporgaan 30 weer van de rand van de plantenpot af glijdt.The gripping member 30 is then slid onto the edge part, whereby the edge part can come into contact with the curved longitudinal parts 36 of the jaws 32 on either side of the longitudinal opening 33. Due to the shape of the longitudinal parts 36, the edge part can make the jaws 32 relatively small pushing friction apart, the bend part 31 and / or the jaws 32 elastically deforming. The longitudinal opening 33 is thus enlarged and the edge part can be slid into the inner channel 34 via the longitudinal opening 33. After the cover has passed over the edge part 35, the longitudinal parts 36 spring together again, so that an end of a jaw 32 facing the inner channel 34 can be hooked behind said cover. This prevents the gripping member 30 from sliding off the edge of the plant pot when the device 1 is suspended.

66

Een als eerste aan een plantenpot vastgemaakt grijporgaan 30 kan bijvoorbeeld het middelste grijporgaan 30b zijn. Na het aanbrengen daarvan kunnen dan de buitenste grijporganen 30a, 30c worden vastgemaakt aan van het eerder genoemde randdeel af 5 gelegen andere randdelen van de pot. Ten opzichte van het eerstgenoemde randdeel kunnen deze randdelen zich bijvoorbeeld bevinden op honderdtwintig-graden-posities tegen de klok in en met de klok mee in de omtreksrichting van de rand van de pot. De grijporganen 30a, 30c kunnen hierbij tegelijkertijd elk met 10 één hand worden beetgepakt, vervolgens naar de betreffende randdelen van de pot worden verplaatst, en ten slotte op eenzelfde wijze als het middelste grijporgaan 30b op de rand van de pot worden geklemd. Bij het aldus onderling verplaatsen van de verschillende grijporganen 30 zal elk grijporgaan 30 15 via een verbonden trekstaaf 20 een kracht op de haak 10 uitoefenen die de haak 10 in bovenaanzicht van de inrichting in een centrale positie ten opzichte van de grijporganen 30 houdt. Afhankelijk van de onderlinge verplaatsing van de haak 10 en een bepaald grijporgaan 30 kan een met het bepaalde 20 grijporgaan 30 verbonden trekstaaf 20 een buiging ondergaan.A gripping member 30 first attached to a plant pot can be, for example, the middle gripping member 30b. After applying this, the outer gripping members 30a, 30c can then be attached to other edge parts of the pot remote from the aforementioned edge part. With respect to the first-mentioned edge part, these edge parts can be situated, for example, at one hundred and twenty-degree positions counter-clockwise and clockwise in the circumferential direction of the edge of the pot. The gripping members 30a, 30c can each be simultaneously grabbed with one hand, then moved to the relevant edge parts of the pot, and finally be clamped onto the edge of the pot in the same way as the middle gripping member 30b. When the different gripping members 30 are thus displaced relative to each other, each gripping member 30 will exert a force on the hook 10 via a connected drawbar 20, which hook holds the hook 10 in top view of the device in a central position relative to the gripping members 30. Depending on the relative displacement of the hook 10 and a particular gripping member 30, a drawbar 20 connected to the particular gripping member 30 can undergo a bending.

In de praktijk is het echter gebruikelijk dat men eerst de buitenste twee grijporganen 30a, 30c op de rand van de pot drukt, en dan het middelste grijporgaan uit het vlak van zijn twee buren opzij trekt en op de rand van de pot drukt. Bij de 25 hanger volgens de stand der techniek hebben alle grijporganen dezelfde oriëntatie, en het is gebleken dat men nogal eens mis grijpt en bijvoorbeeld de eerste en tweede grijporganen pakt en tegenover elkaar op de rand van de pot drukt. Dan pakt men het overgebleven grijporgaan, dat men op een middenpositie op 30 de rand van de pot moet drukken, en dit is dan lastiger geworden. Het eindresultaat is dan bovendien, dat de trekstaven niet simpel divergeren vanaf de ophanghaak maar in elkaar vervlochten zijn, hetgeen geen esthetisch fraai gezicht is. Bij de hanger volgens de onderhavige uitvinding is het 35 middelste grijporgaan 30b geroteerd ten opzichte van zijn buren, zodat men blindelings voelt wat de buitenste grijporganen zijn. Aldus plaatst men automatisch de goede grijporganen 30a, 30c tegenover elkaar op de rand van de pot, waarna het middelste grijporgaan 30b grijporgaan uit het vlak 7 van zijn twee buren opzij wordt getrokken en zonder de noodzaak van een torsiebeweging op de rand van de pot kan worden gedrukt. Het plaatsen gaat dus gemakkelijker, kost minder tijd, en gaat vrijwel altijd goed zodat het eind-5 resultaat er netjes uitziet.In practice, however, it is customary to first press the outer two gripping members 30a, 30c on the rim of the pot, and then pull the middle gripping member aside from the face of its two neighbors and press on the rim of the pot. In the case of the hanger according to the prior art, all gripping members have the same orientation, and it has been found that people often misunderstand and grab the first and second gripping members, for example, and press each other on the edge of the pot. Then the remaining gripping member is taken, which has to be pressed at a middle position on the edge of the pot, and this has then become more difficult. Moreover, the end result is then that the draw bars do not simply diverge from the suspension hook, but are intertwined, which is not an aesthetically pleasing sight. In the hanger according to the present invention, the middle gripping member 30b is rotated relative to its neighbors, so that one can blindly feel what the outer gripping members are. Thus, the good gripping members 30a, 30c are placed opposite each other on the rim of the pot, whereafter the middle gripping member 30b gripping member is pulled aside from the surface 7 of its two neighbors and can be placed on the rim of the pot without the necessity of a torsional movement. are printed. The placement is therefore easier, takes less time, and almost always goes well so that the end-5 result looks neat.

Afhankelijk van de hoek van elk van de grijporganen 30a, 30c ten opzichte van het middelste grijporgaan 30b dienen de grijporganen 30a, 30c bij het bevestigen te worden geroteerd om hun binnenkanalen 34 te oriënteren in de omtreksrichting 10 van randdelen van de pot. Een rotatie van de grijporganen 30a, 30c zal hierbij torsie van de met de grijporganen verbonden trekstaven 20a, 20b tot gevolg hebben, en er zal aldus een bepaalde kracht op de grijporganen 30a, 30b moeten worden uitgeoefend. Het zal echter duidelijk zijn dat de kracht die 15 hierbij benodigd is, ten gevolge van aanwezigheid van genoemde hoek kleiner is dan wanneer de binnenkanalen 34 van de verschillende grijporganen georiënteerd zouden zijn in eenzelfde richting. Aldus is de ophanginrichting 1 relatief gemakkelijk aan te brengen.Depending on the angle of each of the gripping members 30a, 30c relative to the middle gripping member 30b, the gripping members 30a, 30c must be rotated during mounting to orient their inner channels 34 in the circumferential direction 10 of edge portions of the pot. A rotation of the gripping members 30a, 30c will hereby result in torsion of the tension rods 20a, 20b connected to the gripping members, and a certain force will thus have to be exerted on the gripping members 30a, 30b. It will be clear, however, that the force required here is smaller as a result of the presence of said angle than if the inner channels 34 of the different gripping members were oriented in the same direction. The suspension device 1 is thus relatively easy to fit.

2020

Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken uitvoeringsvoorbeelden, maar dat diverse varianten en modificaties mogelijk zijn binnen de beschermingsomvang van de 25 uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies. Zo kan het bevestigingsorgaan bijvoorbeeld ook een oog zijn, en kunnen in het bijzonder ook de aangrijporganen worden uitgevoerd op een andere wijze.It will be clear to a person skilled in the art that the invention is not limited to the exemplary embodiments discussed above, but that various variants and modifications are possible within the scope of the invention as defined in the appended claims. For example, the fastening member can also be an eye, and in particular the engaging members can also be designed in a different way.

Kenmerken die niet uitdrukkelijk zijn beschreven als 30 zijnde essentieel, mogen ook worden weggelaten.Features that are not explicitly described as being essential may also be omitted.

De in de conclusies gebruikte verwijzingscijfers dienen uitsluitend ter verduidelijking bij het begrijpen van de conclusies in het licht van de beschreven uitvoeringsvoorbeelden, en dienen op geen enkele wijze beperkend te 35 worden geïnterpreteerd.The reference numerals used in the claims are for the purpose of clarification only when the claims are understood in the light of the exemplary embodiments described, and should not be construed as being restrictive in any way.

10389181038918

Claims (9)

1. Inrichting (1) voor het ophangen van een pot, in het bijzonder een plantenpot, omvattende: een bevestigingsorgaan (10) voor bevestiging aan een extern ophangpunt, en 5. een aantal grijporganen (30) welke zijn bestemd om aan te grijpen op de rand van een pot, waarbij elk grijporgaan (30) via een trekstaaf (20) is verbonden met het bevestigingsorgaan (10), waarbij de trekstaven (20) deformeerbaar zijn voor het afzonderlijk van elkaar ten opzichte van de rand van de pot 10 positioneren van de grijporganen (30), waarbij elk grijporgaan (30) een als een doorgaand kanaal gevormde opneemruimte (34) heeft voor het opnemen van een randdeel van de pot, waarbij ten minste één grijporgaan (30a, 30c) een opneemruimte (34) heeft waarvan de axiale as (37a, 37c) in een ongedeformeerde 15 toestand van de trekstaven (20) een hoek maakt met de axiale as (37b) van de opneemruimte (34) van een ander grijporgaan (30b).Device (1) for suspending a pot, in particular a plant pot, comprising: a fastening member (10) for fixing to an external suspension point, and 5. a number of gripping members (30) which are intended to engage on the rim of a pot, wherein each gripping member (30) is connected via a draw bar (20) to the fastening member (10), the draw bars (20) being deformable for positioning separately from each other relative to the rim of the pot 10 of the gripping members (30), wherein each gripping member (30) has a receiving space (34) formed as a through-channel for receiving an edge part of the pot, wherein at least one gripping member (30a, 30c) has a receiving space (34) of which the axial axis (37a, 37c) in an undeformed state of the tension rods (20) makes an angle with the axial axis (37b) of the receiving space (34) of another gripping member (30b). 2. Inrichting volgens de voorgaande conclusie, omvattende ten 20 minste drie grijporganen (30a, 30b, 30c), waarbij een eerste grijporgaan (30a) en een tweede grijporgaan (30c) een onderling gespiegelde oriëntatie hebben ten opzichte van een derde grijporgaan (30b).Device according to the preceding claim, comprising at least three gripping members (30a, 30b, 30c), wherein a first gripping member (30a) and a second gripping member (30c) have a mutually mirrored orientation with respect to a third gripping member (30b) . 3. Inrichting volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij een hoek tussen de axiale assen (37a, 37b; 37b, 37c) van de opneemruimtes (34) van verschillende grijporganen (30a, 30b; 30b, 30c) negentig graden is. 30Device according to any of the preceding claims, wherein an angle between the axial axes (37a, 37b; 37b, 37c) of the receiving spaces (34) of different gripping members (30a, 30b; 30b, 30c) is ninety degrees. 30 4 . Inrichting volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij een hoek tussen de axiale assen (37) van 1038918 de opneemruimtes (34) van verschillende grijporganen (30) proportioneel is met het aantal grijporganen (30).4. Device according to any of the preceding claims, wherein an angle between the axial axes (37) of 1038918 the receiving spaces (34) of different gripping members (30) is proportional to the number of gripping members (30). 5. Inrichting (1) voor het ophangen van een pot, omvattende: 5. een bevestigingsorgaan (10); - een stelsel van ten minste drie aangrijporganen (30a, 30b, 30c) voor aangrijping op een bovenrand van een pot; waarbij elk grijporgaan (30a, 30b, 30c) via een trekstaaf (20a, 20b, 20c) is bevestigd aan het bevestigingsorgaan (10); 10 waarbij een aangrijporgaan (30b) aan een bepaalde trekstaaf (20b) 90 graden is gedraaid ten opzichte van een ander aangrijporgaan (30a; 30c) aan een andere trekstaaf (20a; 20c).Device (1) for suspending a pot, comprising: 5. a fastening member (10); - a system of at least three engaging members (30a, 30b, 30c) for engaging an upper edge of a pot; wherein each gripping member (30a, 30b, 30c) is attached to the fastening member (10) via a draw bar (20a, 20b, 20c); 10 wherein an engaging member (30b) on a particular drawbar (20b) is rotated 90 degrees with respect to another engaging member (30a; 30c) on another drawbar (20a; 20c). 6. Inrichting (1) voor het ophangen van een pot, van het type 15 dat aan zijn bovenzijde een cirkelvormige omtreksrand heeft met een naar buiten gebogen omslag, welke inrichting omvat: - een bevestigingsorgaan (10); - een stelsel van ten minste drie aan het bevestigingsorgaan bevestigde en in een gemeenschappelijk vlak gelegen 20 grijparmen, waarbij elke grijparm bij zijn vrije uiteinde is voorzien van een grijporgaan voor aangrijping op de bovenrand van een pot; waarbij elk grijporgaan een in hoofdzaak omgekeerd-U-vormige contour heeft met twee evenwijdig aan elkaar gerichte 25 grijpvingers, waarbij het onderuiteinde van ten minste één van die grijpvingers is voorzien van een naar binnen gerichte weerhaak; waarbij de buitenste twee grijporganen onderling een gelijke rotatiestand hebben ten opzichte van de respectieve 30 grijparmen; met het kenmerk, dat het middelste grijporgaan een geroteerde oriëntatie heeft ten opzichte van de buitenste twee grijporganen.Device (1) for suspending a pot, of the type 15 which has a circular peripheral edge on its upper side with an outwardly bent cover, which device comprises: - a fastening member (10); a system of at least three gripping arms fixed to the fastening member and located in a common plane, each gripping arm being provided at its free end with a gripping member for engaging the upper edge of a pot; wherein each gripping member has a substantially inverted U-shaped contour with two gripping fingers directed parallel to each other, the lower end of at least one of said gripping fingers being provided with an inwardly directed barb; the outer two gripping members mutually having the same rotational position with respect to the respective gripping arms; characterized in that the middle gripping member has a rotated orientation with respect to the outer two gripping members. 7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de vier grijpvingers van de eerste en de derde grijparm zijn gelegen in een gemeenschappelijk vlak; en waarbij de twee grijpvingers van een tweede, tussen genoemde eerste en derde grijparmen 5 gelegen grijparm zijn gelegen in een vlak loodrecht op genoemd gemeenschappelijk vlak.Device as claimed in claim 6, wherein the four gripping fingers of the first and the third gripping arm are situated in a common plane; and wherein the two gripping fingers of a second gripping arm located between said first and third gripping arms 5 are situated in a plane perpendicular to said common plane. 8. Inrichting (1) volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij het bevestigingsorgaan (10) haakvormig is.Device (1) according to any of the preceding claims, wherein the fixing member (10) is hook-shaped. 9. Samenstel van een inrichting volgens een willekeurige der voorgaande conclusies en een plantenpot van het type dat aan zijn bovenzijde een cirkelvormige omtreksrand heeft met een naar buiten gebogen omslag, waarbij de grijporganen in 15 aangrijping zijn op de bovenrand van de pot. 10389189. Assembly of a device according to any one of the preceding claims and a plant pot of the type which has a circular peripheral edge on its top side with an outwardly bent cover, the gripping members engaging the upper edge of the pot. 1038918
NL1038918A 2011-07-04 2011-07-04 DEVICE FOR HANGING A POT. NL1038918C2 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1038918A NL1038918C2 (en) 2011-07-04 2011-07-04 DEVICE FOR HANGING A POT.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1038918A NL1038918C2 (en) 2011-07-04 2011-07-04 DEVICE FOR HANGING A POT.
NL1038918 2011-07-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1038918C2 true NL1038918C2 (en) 2013-01-07

Family

ID=47846576

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1038918A NL1038918C2 (en) 2011-07-04 2011-07-04 DEVICE FOR HANGING A POT.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1038918C2 (en)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
WO2017060199A1 (en) Improved device for the fastening of cables, tubular bodies and other elongated bodies in general having a differentiated diameter
US6892910B2 (en) Clamp-type garment hanger
US9301625B2 (en) Hanger for displaying floor mats
GB2400307A (en) Folding collapsible combination rack
NL1029661C2 (en) Plastic pot holder and mold for the manufacture thereof.
NL1038918C2 (en) DEVICE FOR HANGING A POT.
NL2011208C2 (en) Bottle holder.
EP0360839A1 (en) Clamping device
US9107520B1 (en) Picture frame hanger
US4742943A (en) Retention clamp for shopping carts
JP3106925U (en) Price card display device for hook-type display fixtures
NL2010536C2 (en) PLANT HOLDER AND METHOD.
US20130185988A1 (en) Device for retaining fishing line on a fishing rod
NL1036475C2 (en) ORCHID PEGER.
NL2011549C2 (en) PLANT HOLDER AND METHOD.
NL2013494B1 (en) Food holder confirmation for a cattle housing.
NL2012112C2 (en) PLANT HOLDER AND METHOD.
US20090211935A1 (en) Display apparatus for implements with handles and working ends
KR200487243Y1 (en) pants hanger
CN209136122U (en) Store positioning component
CA2972786A1 (en) Hanger for horticultural container
KR200487242Y1 (en) pants hanger
US483408A (en) Lid-holder for pans or vessels
NL1026050C2 (en) Plant binding bracket.
NL2008855C2 (en) CONFIRMATION BODY FOR A PLANT POT, AND COMBINATION OF A PLANT POT WITH A CONFIRMATION BODY.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150801