NL1038121C2 - Kleminrichting voor pijpen en/of buizen. - Google Patents

Kleminrichting voor pijpen en/of buizen. Download PDF

Info

Publication number
NL1038121C2
NL1038121C2 NL1038121A NL1038121A NL1038121C2 NL 1038121 C2 NL1038121 C2 NL 1038121C2 NL 1038121 A NL1038121 A NL 1038121A NL 1038121 A NL1038121 A NL 1038121A NL 1038121 C2 NL1038121 C2 NL 1038121C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
clamping
wedges
clamping device
space
wedge
Prior art date
Application number
NL1038121A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrikus Gerardus Antonius Workum
Original Assignee
Workum Machineservice B V Van
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Workum Machineservice B V Van filed Critical Workum Machineservice B V Van
Priority to NL1038121A priority Critical patent/NL1038121C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1038121C2 publication Critical patent/NL1038121C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23BTURNING; BORING
    • B23B31/00Chucks; Expansion mandrels; Adaptations thereof for remote control
    • B23B31/02Chucks
    • B23B31/10Chucks characterised by the retaining or gripping devices or their immediate operating means
    • B23B31/12Chucks with simultaneously-acting jaws, whether or not also individually adjustable
    • B23B31/16Chucks with simultaneously-acting jaws, whether or not also individually adjustable moving radially
    • B23B31/16233Jaws movement actuated by oblique surfaces of a coaxial control rod
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23BTURNING; BORING
    • B23B31/00Chucks; Expansion mandrels; Adaptations thereof for remote control
    • B23B31/02Chucks
    • B23B31/10Chucks characterised by the retaining or gripping devices or their immediate operating means
    • B23B31/12Chucks with simultaneously-acting jaws, whether or not also individually adjustable
    • B23B31/16Chucks with simultaneously-acting jaws, whether or not also individually adjustable moving radially
    • B23B31/16233Jaws movement actuated by oblique surfaces of a coaxial control rod
    • B23B31/16237Details of the jaws
    • B23B31/16241Form of the jaws
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25BTOOLS OR BENCH DEVICES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, FOR FASTENING, CONNECTING, DISENGAGING OR HOLDING
    • B25B5/00Clamps
    • B25B5/14Clamps for work of special profile
    • B25B5/147Clamps for work of special profile for pipes

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)

Description

Kleminrichting voor pijpen en/of buizen
De uitvinding heeft betrekking op een kleminrichting voor pijpen en/of buizen, bevattende een klemruimte voor het insteken van een pijp of buis en een aantal naar binnen in 5 de klemruimte beweegbare klemonderdelen voor het klemmen van een buis.
Een dergelijke kleminrichting is bekend uit het Nederlandse octrooischrift NL7506027. Hierin is een kleminrichting beschreven die een klemmoer bevat. De klemmoer is voorzien van klauwen. Een rondsel grijpt in de vertandingen van de klemmoer. Door het 10 draaien van het rondsel wordt de klemmoer verdraaid en worden de klauwen naar een pijp of van een pijp af bewogen.
Hoewel een dergelijke kleminrichting over het algemeen goed werkt is de constructie gecompliceerd en voor grote diameters buizen niet altijd geschikt.
15
Het is een doel van de uitvinding een verbeterde kleminrichting te verschaffen.
Hiertoe is de kleminrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de kleminrichting een eerste en een tweede eindstuk bevat die onderling verbonden zijn, 20 waartussen zich een beweegbaar middenstuk bevindt, waarbij een eindstuk en het tussenstuk voorzien zijn van enerzijds een aantal in de klemruimte beweegbare klemwiggen, en anderzijds daarmee samenwerkende duwwiggen, waarbij de klemwiggen en de duwwiggen aanliggende schuine oppervlakken vertonen, onder een hoek van tussen de 20 en 40 graden met een hartlijn van de klemruimte voor het doen bewegen van de klemwiggen in de 25 klemruimte, en de klemwiggen en duwwiggen voorzien zijn van middelen voor het terugleiden uit de klemruimte van de klemwiggen en de kleminrichting voorzien is van middelen voor het bewegen van het middenstuk tussen de eindstukken.
Het middenstuk wordt in gebruik heen en weer bewogen over een gebied tussen de 30 eindstukken. De aanliggende schuine oppervlakken zorgen ervoor dat de klemwiggen in de klemruimte beweegbaar zijn. Voor het aangegeven hoekbereik is een groot bereik van beweging mogelijk zodat met een en dezelfde opstelling en een en dezelfde beweging een groot aantal maten pijpen of buizen geklemd kan worden. Ook kan de kracht goed verdeeld worden.
1 0 38 121 - 2
De middelen voor het terugleiden zorgen ervoor dat klemwiggen niet losraken en dat de klemwiggen op de beginpositie terugzetbaar zijn.
Bij voorkeur zijn de duwwiggen bevestigd aan het beweegbare tussenstuk.
Het is mogelijk de duwwiggen aan het beweegbare tussenstuk te bevestigen en de 5 klemwiggen aan het eindstuk, zowel als andersom. Bij voorkeur worden de duwwiggen echter bevestigd aan het beweegbare tussenstuk. In deze opstelling bewegen de klemwiggen niet parallel aan de hartlijn van de klemruimte. Beweging van de klemwiggen doet een ingeklemde pijp of buis bewegen. Dat kan nadelige gevolgen hebben omdat daardoor de positie van de pijp of buis niet vaststaat.
10 Bij voorkeur bevatten de middelen voor het terugleiden een geleidingssleuf onder dezelfde hoek en een geleidingspen voor samenwerking met de geleidingsgleuf.
Een dergelijke constructie is simpel en doeltreffend en geeft weinig onderhoud of slijtage.
De hoek is tussen de 20 en 40 graden. Bij een dergelijke hoek kan een groot bereik 15 worden gekoppeld aan een grote klemkracht zonder dat krachten dwars op de klemkracht te groot worden. Bij voorkeur is de hoek tussen de 25 en 35 graden.
De middelen voor het heen en weer bewegen van het middenstuk bevatten bij voorkeur zuigers (pistons).
20
Bij voorkeur zijn de eindstukken onderling verbonden door geleidingsstangen, waarbij het tussenstuk voorzien is van openingen voor de geleidingsstangen.
De klemwiggen zijn bij voorkeur voorzien van een middel om opzetstukken op te 25 zetten. Dit maakt het mogelijk om, afhankelijk van het te klemmen onderdeel, een ander opzetstuk te gebruiken. Bij verschillende diameters buis kan men dan bijvoorbeeld opzetstukken met verschillende kromtestraal, corresponderend met de straal van de te klemmen buis, gebruiken voor een verbeterd contact tussen de te klemmen buis en de klemwiggen.
30
Bij voorkeur is het eindstuk met de klemwiggen voorzien van een afstandstuk voor het stoppen van een duwwig.
Bij voorkeur zijn de klemwiggen aan een naar de klemruimte gericht eind voorzien van middelen voor het houden van verwisselbare opzetstukken.
3
Deze en verdere aspecten van de uitvinding worden hier volgend beschreven en geïllustreerd aan de hand van de tekening: 5 In de tekening toont:
Figuur 1 een gedeeltelijk zijaanzicht van een kleminrichting volgens de uitvinding
Figuur 2 een gedeeltelijk vooraanzicht van een kleminrichting volgens de 10 uitvinding
Figuur 3 een zijaanzicht van een kleminrichting volgens de uitvinding Figuur 4 een aanzicht van een achterplaat Figuur 5 een aanzicht van de voorplaat V Figuur 6 een aanzicht van de achterplaat A
15 Figuur 7 een aanzicht van een middenplaat M
Figuur 8 een aanzicht van de klemwig Figuur 9 een doorsnede van een klemwig Figuur 10 een aanzicht van een duwwig 20
De figuren zijn voorbeeldfiguren, gelijke onderdelen worden in de regel met gelijke verwijzingscijfers aangeduid.
25 Figuur 1 toont een gedeeltelijk zijaanzicht van een kleminrichting volgens de uitvinding.
De kleminrichting bevat twee eindstukken, in dit voorbeeld aangegeven door de voorplaat V en de achterplaat A, waartussen zich een tussenstuk, in dit voorbeeld aangegeven door de middenplaat M bevindt. De eindstukken zijn onderling verbonden door een 30 onderplaat O, zijstukken Z, en geleidingsstangen G. Het middenstuk wordt bewogen door bewegingsmiddelen, in dit voorbeeld pistons P die het middenstuk doen bewegen van de achterplaat A naar de voorplaat V en terug. Duwwiggen W1 en klemwiggen W2 zijn ook getoond. Ook is getoond een afstandstuk ST. Dit afstandstuk verhindert dat de duwwig W1 te 4 ver wordt geduwd. Aan de bovenzijde van het afstandstuk is een gleuf te zien. Deze gleuf werkt samen met een uitsteeksel op de klemwig voor het geleiden van de klemwig W2.
Figuur 2 toont een gedeeltelijk vooraanzicht van een kleminrichting volgens de uitvinding. Hierin zijn gedeeltelijk de klemwiggen W2, die verbonden zijn met de voorplaat 5 en duwwiggen Wl, die verbonden zijn met de tussenplaat M, te zien. De klemruimte wordt gevormd door de ruimte tussen de wiggen W2. De hartlijn H van de klemruimte is schematisch in figuur 1 aangegeven.
Figuur 3 toont een zijaanzicht van een kleminrichting volgens de uitvinding. In deze figuur is de geleidingssleuf in de wig W2 te zien. Ook is te zien dat de wiggen Wl en W2 10 complementaire schuine vlakken vertonen. Het naar de voorplaat V bewegen van de middenplaat M doet de duwwig Wl de klemwig W2 binnenwaarts drukken. De hoek die de complementaire schuine vlakken van de wiggen Wl met de hartlijn H van de klemruimte maken is bij voorkeur gelegen in het gebied van 20 tot 40 graden. Bij een dergelijke hoek kan een groot bereik worden gekoppeld aan een grote klemkracht zonder dat krachten dwars op de 15 klemkracht te groot worden.
Figuur 4 toont een aanzicht van een achterplaat A. In deze figuur is te zien dat de wiggen W2 aan hun naar de klemruimte gerichte zijde van opzetstukken O voorzien zijn.
Figuur 5 toont een aanzicht van de voorplaat V en wel die kant die naar de middenplaat gericht is. In deze figuur zijn de plaatsen waar de geleidingstangen G bevestigd 20 worden door nummer 51 aangeduid. Sleuven 52 zijn gemaakt voor de klemwiggen W2. De zijstukken Z worden op posities 53 vastgemaakt.
Figuur 6 toont aan aanzicht van een achterplaat A van de kant die naar de middenplaat M gericht is. In deze figuur zijn de plaatsen waar de geleidingstangen G bevestigd worden door nummer 61 aangeduid. De zijstukken Z worden op posities 63 vastgemaakt, de zuigers 25 op posities 64.
Figuur 7 toont een aanzicht van een middenplaat M van de kant die naar de voorplaat gericht is. In deze figuur zijn de plaatsen waar de geleidingstangen G bevestigd worden door nummer 71 aangeduid. De zijstukken Z worden op posities 73 vastgemaakt, de zuigers op posities 74. Op positie 75 worden de duwwiggen Wl vastgemaakt.
30 Figuur 8 toont een zijaanzicht van een klemwig W2. Deze klemwig heeft een zijde 81 die past in sleuf 52 van figuur 5. De zijde 83 loopt parallel met een hartlijn H van de klemruimte. De schuine zijde 82 heeft een hoek van tussen de 20 en 40 graden met deze hartlijn. In dit voorbeeld is een hoek van 30 graden getoond. Parallel aan de schuine zijde loopt een sleuf 84. Wanneer ingezet in de kleminrichting kan de klemwig W2 zich bewegen 5 in een richting dwars op de hartlijn H. Deze beweging is in figuur 8 aangegeven door de dubbele pijl D. De klemwig is ook voorzien van een uitsteeksel U. Dit uitsteeksel U past in een sleuf in deel ST, als getoond in figuur 1. Hierdoor wordt de klemwig geleid langs een rechte baan. De samenwerking tussen uitsteeksel U en een sleuf in deel ST zorgt voor een 5 soepele beweging en voorkomt, of althans verkleint de kans op, het scheefgaan van de klemwig tijdens de klembeweging. In figuur 8 zijn ook enige maten aangegeven in mm. Deze maten dienen niet als beperkend voor de uitvinding te worden beschouwd. Wel is het zo dat de uitvinding bij uitstek geschikt is voor buis of pijpdiameters tussen de 1,5 duim en 16 duim. De aangegeven maten zijn geschikt voor dit gebied. De buismaten die geklemd kunnen 10 worden grotendeels bepaald door de in figuur 8 horizontaal aangegeven maat van de klemwig, in dit voorbeeld dus 230 mm. De lengtemaat, d.w.z. de lengte langs de hartlijn is dan ongeveer tan (30graden) maal zo groot. De dimensies van de klemwig zijn in voorkeursuitvoeringsvormen tussen de 150 en 300 mm dwars op de hartlijn, waarbij in dit geval de maat 230 mm is, en parallel aan de hartlijn H tussen de 250 en 500 mm. De 15 verhouding tussen de maten wordt grotendeels bepaald door de hoek die de schuine kant maakt met de hartlijn.
Figuur 9 toont een doorsnede van een klemwig W2. Aan de zijde 83 is in dit voorbeeld een gleuf 85 gemaakt voor het opnemen van een opzetstuk O. Deze gleuf 85 is een middel om een opzetstuk O op de naar de klemruimte gerichte zijde 83 van klemwig W2 losneembaar 20 vast te maken. Hier niet getoond zijn klemschroeven, dwars op de gleuf 85 om de opzetstukken vast te zetten. Bij voorkeur bevat de kleminrichting een set van verwisselbare opzetstukken. Dit maakt het mogelijk om voor verschillende te klemmen buizen opzetstukken met verschillende vormen en/of fysische eigenschappen te gebruiken. De opzetstukken zijn eenvoudig te verwisselen door de klemwiggen inwaarts te bewegen. Zoals figuur 4 toont kan 25 men dan eenvoudig bij de opzetstukken komen, de klemschroeven losdraaien, de opzetstukken uit de gleuven 85 halen en nieuwe opzetstukken inzetten. Voor verschillende buisdiameters kan men opzetstukken met een profiel 86 gebruiken waarbij de kromtestraal van het profiel bij benadering gelijk is aan de radius van de te klemmen buis. Ook kan men opzetstukken van verschillend materiaal gebruiken, bijvoorbeeld heel harde opzetstukken 30 voordikwandige buizen van hard materiaal en zachtere opzetstukken voor buizen van een zachter materiaal.
Figuur 10 toont een aanzicht van een duwwig W1. De duwwig W1 heeft een schuin oppervlak 102, van een vorm die complementair is met de vorm van schuine zijde 82 van klemwig W2. De hoek die deze zijde maakt met de hartlijn H is gelijk aan die van de schuine 6 zijde 82 van klemwig W2. Zijde 101 wordt vastgezet in deel 75 (zie figuur 7) van middenplaat M. Door middenplaat M naar voorplaat V te duwen met behulp van pistons P drukken de duwwiggen W1 de klemwiggen W2 inwaarts. Een buis kan zo geklemd worden. De grote beweging die gemaakt kan worden maakt het mogelijk eenvoudig een grote variatie 5 aan buizen te klemmen. In deze figuur zijn de duwwiggen W1 bevestigd
Duwwig W1 bevat ook schroefgaten 103. Deze schroefgaten dienen ervoor om zijblokken aan de duwwig vast te maken. Een van de zijblokken is getoond in figuur 11. Het zijblok is voorzien van een drietal gaten 113 die overeenkomen met de gaten 103 in duwwig 10 W1. Hiermee kan het zijblok worden vastgemaakt. Het zijblok bevat tevens een spie of pen 114. Deze pen of spie werkt samen met sleuf 84 als getoond in figuur 8. De samenwerkende 114 delen op duwwig W1 en sleuf 84 op klemwig W2 hebben als functie om, bij beweging van de middenplaat van de voorplaat naar de achterplaat, de klemwiggen W2 in een radiale richting naar buiten te doen bewegen. Hierdoor is het mogelijk met een en dezelfde opstelling 15 de klemwiggen zowel inwaarts, voor het klemmen van een pijp of buis, als uitwaarts voor het loslaten van een pijp of buis en het terugzetten van de klemwiggen naar een beginstand te doen bewegen. Bij een inwaartse beweging kan een buis geklemd worden, een uitwaartse beweging vermindert in eerste instantie de klemdruk en doet vervolgens de duwwiggen loskomen van de buis. De samenwerkende sleuf en pen vormen middelen voor het terugleiden 20 uit de klemruimte van de klemwiggen. De pennen zorgen er tevens, op eenvoudige wijze, dat bovenliggende klemwiggen niet kunnen loskomen van de kleminrichting.
Kort samengevat kan de uitvinding worden omschreven door: 25 Een kleminrichting voor pijpen en/of buizen, die een aantal beweegbare klemonderdelen voor het klemmen van een buis bevat, heeft een eerste (V) en een tweede eindstuk (A), waartussen zich een beweegbaar middenstuk (M) bevindt. Een eindstuk (V) en een tussenstuk (M) zijn voorzien van een aantal in de klemruimte beweegbare klemwiggen (W2), en daarmee samenwerkende duwwiggen (Wl), waarbij de klemwiggen en de 30 duwwiggen aanliggende schuine oppervlakken (82,101) vertonen, onder een hoek van tussen de 20 en 40 graden met een hartlijn H van de klemruimte. De klemwiggen en duwwiggen zijn voorzien van middelen voor het terugleiden uit de klemruimte van de klemwiggen. De kleminrichting is voorzien van middelen (P) voor het bewegen van het middenstuk (M) tussen de eindstukken (V, A).
7
Het zal duidelijk zijn dat in het kader van de uitvinding vele variaties mogelijk zijn en de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven gegeven voorbeelden.
5 De middelen voor het doen terugkeren van de klemwiggen naar een beginpositie kunnen ook gevormd worden door een bevestiging aan de klemwig en een veerconstructie voor het uitoefenen van een trekkracht, radiaal naar buiten gericht, op een klemwig. Een dergelijke constructie doet ook de klemwiggen teruggaan naar een beginpositie als de middenplaat van de voorplaat af wordt bewogen. Een dergelijke constructie heeft als nadeel 10 dat er constant een kracht wordt uitgeoefend op de klemwiggen; deze kracht is afhankelijk van de mate van indrukken van de veer. De totale klemkracht is dan afhankelijk van de uitrekking van de veer en dus verschillend voor verschillende maten buizen. Dit geeft een onnauwkeurigheid in de mate van klemming. Het gebruik van samenwerkende geleidingssleuf en pen is een geprefereerde uitvoeringsvorm omdat in deze uitvoeringsvorm 15 de klemkracht beter bepaald is.
In figuur 8 is een enkelvoudig opzetstuk 86 getoond. In geprefereerde uitvoeringsvormen bevat het opzetstuk ten minste twee delen, een deel voor samenwerking met middel 85 en een deel voor het klemmen van een pijp of buis. Bij voorkeur zijn die twee 20 delen losneembaar. Dit heeft als voordeel dat het deel dat samenwerkt met wig W2 bijvoorbeeld van een ander materiaal kan zijn gemaakt dan het deel dat tegen de buis aanligt. Op eenvoudige wijze kan dan de beste combinatie gemaakt worden. Het deel dat in deel 85 gestoken wordt kan bijvoorbeeld gemaakt zijn van een materiaal met een thermische uitzettingscoëfïïciënt en of een hardheid gelijk aan die van het materiaal van wig W2. Het 25 deel dat in gebruik tegen de buis of pijp aanligt kan van een ander materiaal gemaakt zijn, bijvoorbeeld een zachte of stroever materiaal om beschadiging van de pijp of buis of losschieten van de pijp of buis te verhinderen of althans de kans daarop te verkleinen. In figuur 8 is dat schematisch getoond door een opzetstuk dat een deel 01 en een deel 02 bevat.
30 Sleuf 85 is in figuur 8 getoond in de vorm van een T-sleuf. Er kan ook gebruik worden gemaakt van een zwaluwstaart-vormige sleuf.
1 0 38 1 21

Claims (9)

1. Kleminrichting voor pijpen en/of buizen, bevattende een klemruimte voor het insteken van een buis en een aantal naar binnen in de klemruimte beweegbare 5 klemonderdelen voor het klemmen van een buis, met het kenmerk, dat de kleminrichting een eerste (V) en een tweede eindstuk (A) bevat die onderling verbonden zijn, waartussen zich een beweegbaar middenstuk (M) bevindt, waarbij een eindstuk (V) en een tussenstuk (M) voorzien zijn van enerzijds een aantal in de klemruimte beweegbare klemwiggen (W2), en anderzijds daarmee samenwerkende 10 duwwiggen (Wl), waarbij de klemwiggen en de duwwiggen aanliggende schuine oppervlakken (82, 101) vertonen, onder een hoek van tussen de 20 en 40 graden met een hartlijn H van de klemruimte voor het doen bewegen van de klemwiggen in de klemruimte, en de klemwiggen en duwwiggen voorzien zijn van middelen voor het terugleiden uit de klemruimte van de klemwiggen (W2) en de kleminrichting voorzien 15 is van middelen (P) voor het bewegen van het middenstuk (M) tussen de eindstukken (V, A).
2. Kleminrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de duwwiggen (W2) bevestigd zijn aan het tussenstuk (M).
3. Kleminrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de middelen voor het 20 terugleiden een geleidingssleuf (84) onder dezelfde hoek en een geleidingspen (114) voor samenwerking met de geleidingsgleuf (84) bevatten.
4. Kleminrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de hoek gelegen is tussen 25 en 35 graden
5. Kleminrichting volgens conclusie 1,2 of 3, met het kenmerk, dat de middelen 25 voor het heen en weer bewegen van het middenstuk zuigers (P) bevatten.
6. Kleminrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de klemwiggen voorzien zijn van een middel (85) om opzetstukken (86) op te zetten.
7. Kleminrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de opzetstukken samengesteld zijn uit een deel (01) voor samenwerking met het middel en een 30 klemdeel (02).
8. Kleminrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de genoemde delen losneembaar zijn. 1 0 38 121
9. Kleminrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kleminrichting een set van opzetstukken van verschillend formaat en/of materiaal bevat. 1038121
NL1038121A 2010-07-22 2010-07-22 Kleminrichting voor pijpen en/of buizen. NL1038121C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1038121A NL1038121C2 (nl) 2010-07-22 2010-07-22 Kleminrichting voor pijpen en/of buizen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1038121 2010-07-22
NL1038121A NL1038121C2 (nl) 2010-07-22 2010-07-22 Kleminrichting voor pijpen en/of buizen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1038121C2 true NL1038121C2 (nl) 2012-01-24

Family

ID=43640609

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1038121A NL1038121C2 (nl) 2010-07-22 2010-07-22 Kleminrichting voor pijpen en/of buizen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1038121C2 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2854240A (en) * 1957-03-13 1958-09-30 John J Parker Radial jaw chuck
US3814451A (en) * 1971-08-07 1974-06-04 Roehm Guenter H Multiple-jaw-chuck
GB1381146A (en) * 1972-05-16 1975-01-22 Clarke Chapman Ltd Chuck
US4349207A (en) * 1980-11-14 1982-09-14 Metrology Systems Corp. Fluid actuated chuck
US4424977A (en) * 1982-03-26 1984-01-10 Cushman Industries, Incorporated Wedge chuck
JPH0285514U (nl) * 1988-12-22 1990-07-05

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2854240A (en) * 1957-03-13 1958-09-30 John J Parker Radial jaw chuck
US3814451A (en) * 1971-08-07 1974-06-04 Roehm Guenter H Multiple-jaw-chuck
GB1381146A (en) * 1972-05-16 1975-01-22 Clarke Chapman Ltd Chuck
US4349207A (en) * 1980-11-14 1982-09-14 Metrology Systems Corp. Fluid actuated chuck
US4424977A (en) * 1982-03-26 1984-01-10 Cushman Industries, Incorporated Wedge chuck
JPH0285514U (nl) * 1988-12-22 1990-07-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2535177B1 (en) Quick-connect coupling
AU2013214495C1 (en) Expansion head for expansion tools and expansion tool comprising said expansion head
US10150169B2 (en) System for releasable coupling of a hole saw to a drill arbor
ATE458957T1 (de) Verbindungsanordnung mit endabschnitten zweier zu verbindender fluidleitungen
NL1038121C2 (nl) Kleminrichting voor pijpen en/of buizen.
DE60102276D1 (de) Vorrichtung zum axialen festhalten eines zylinderförmigen elements, insbesondere eines kabels
JP5662554B2 (ja) 回転スピンドルにクランプチャックを取り付けるための取り付け装置
US20110151049A1 (en) Device at a Collapsible Core, Preferably at Injection-Moulding Tool for Plastic Material, Silicone, Rubber and Similar Material
BR0108549B1 (pt) dispositivo para eliminar as aparas dianteiras e de extremidade de uma série de rolos e para selecionar os rolos.
EP2583786B1 (en) Steady rest
TW201713915A (zh) 碟式剎車裝置之來令片的測量工具
US20170066026A1 (en) Tube bending tool
EP1710033A3 (de) Spannmutter
CN216747143U (zh) 一种混凝土抗压强度用检测仪
FR3028018B1 (fr) Element d'echange de chaleur adapte pour un echange de chaleur entre un premier et un deuxieme fluide, un faisceau d'echange comprenant l'element d'echange de chaleur et un echangeur de chaleur comprenant le faisceau d'echange
US2871908A (en) Art of bending and ejecting bent pipes
US188688A (en) Improvement in vises
EP1909024A3 (de) Kombinations- und Mehrzweckwerkzeug
US827874A (en) Clamp for foundry-flasks.
JP2020025794A (ja) 突っ張り支持体
US20240058991A1 (en) Cutting device for manual ceramic cutters
JP5446366B2 (ja) 曲げ工具
JP5766244B2 (ja) スライド機構及びバックゲージ装置
DK201570734A1 (da) Fremgangsmåde til adskil-bar samling og fastholdelse af to cirkulært cylindriske rørender, system til samling af to rørender med samme udvendige diametre og samme godstykkelser samt anvendelse af et sådan system
SE517115C2 (sv) Verktyg för montering och demontering av en bussning innefattande ett presstansdorn

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180801