NL1037615C2 - Combinatie van een eerste houder en een tweede houder voor fluidumtanks. - Google Patents
Combinatie van een eerste houder en een tweede houder voor fluidumtanks. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1037615C2 NL1037615C2 NL1037615A NL1037615A NL1037615C2 NL 1037615 C2 NL1037615 C2 NL 1037615C2 NL 1037615 A NL1037615 A NL 1037615A NL 1037615 A NL1037615 A NL 1037615A NL 1037615 C2 NL1037615 C2 NL 1037615C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- holder
- fluid tanks
- fluid
- combination
- tanks
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D19/00—Pallets or like platforms, with or without side walls, for supporting loads to be lifted or lowered
- B65D19/02—Rigid pallets with side walls, e.g. box pallets
- B65D19/06—Rigid pallets with side walls, e.g. box pallets with bodies formed by uniting or interconnecting two or more components
- B65D19/08—Rigid pallets with side walls, e.g. box pallets with bodies formed by uniting or interconnecting two or more components made wholly or mainly of metal
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D88/00—Large containers
- B65D88/02—Large containers rigid
- B65D88/022—Large containers rigid in multiple arrangement, e.g. stackable, nestable, connected or joined together side-by-side
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F17—STORING OR DISTRIBUTING GASES OR LIQUIDS
- F17C—VESSELS FOR CONTAINING OR STORING COMPRESSED, LIQUEFIED OR SOLIDIFIED GASES; FIXED-CAPACITY GAS-HOLDERS; FILLING VESSELS WITH, OR DISCHARGING FROM VESSELS, COMPRESSED, LIQUEFIED, OR SOLIDIFIED GASES
- F17C2205/00—Vessel construction, in particular mounting arrangements, attachments or identifications means
- F17C2205/01—Mounting arrangements
- F17C2205/0103—Exterior arrangements
- F17C2205/0107—Frames
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Filling Or Discharging Of Gas Storage Vessels (AREA)
Description
Korte aanduiding: Combinatie van een eerste houder en een tweede houder voor fluïdumtanks.
BESCHRIJVING
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een combinatie van een eerste houder waarin een eerste aantal cilindrische langgestrekte fluïdumtanks opneembaar is, en een tweede houder die kleiner is dan de eerste houder, in welke tweede houder een tweede aantal cilindrische langgestrekte fluïdumtanks opneembaar is.
10 De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een tweede houder voor toepassing in een dergelijke combinatie.
Bekend is een houder voor een aantal cilindrische langgestrekte gasflessen ten behoeve van het op een bepaalde locatie verschaffen van een voorraad van een bepaalde soort gas. Onder gasfles wordt begrepen een fles 15 waarin een fluïdum is opgenomen, welke onder omgevingsdruk gasvormig is. De bekende houder heeft een kooiconstructie met een rechthoekig bodemdeel waarop de gasflessen rusten, zich vanaf hoeken van het bodemdeel opwaarts uitstrekkende staanders, en liggers die op afstand van het bodemdeel de staanders onderling verbinden. De kooiconstructie is althans in hoofdzaak van buisvormig staalprofiel 20 vervaardigd. De houder omvat verder een verdeler waarop alle in de houder aanwezige gasflessen, welke overigens alle gas, van dezelfde soort omvatten, aansluitbaar zijn, welke verdeler twee uitlaatpoorten heeft waarop een verbruiker van gas, bijvoorbeeld een snijbrander, kan worden aangesloten. Het aantal in de houder aanwezige gasflessen vormt daarmee als het ware één volume gas ten 25 behoeve van het verschaffen van gas aan de gebruiker. Een nadeel van een dergelijke bekende houder is dat bij snijwerkzaamheden meerdere soorten gas nodig zijn. In de praktijk wordt hiertoe losstaand naast een houder met gasflessen omvattende gas van een eerste soort, een aantal gasflessen omvattende gas van een tweede soort geplaatst. Naast het feit dit voor de gasleverancier evenals voor 30 de afnemer van het gas een onpraktische situatie is, ontstaat door de aanwezigheid van losstaande gasflessen tevens een onveilige situatie. Een doel van de onderhavige uitvinding is derhalve een voorziening voor een voorraad fluïdumtanks te verschaffen, middels welke voorziening op veilige en eenvoudige wijze een gewenst aantal fluïdumtanks omvattende een fluïdum van onderling verschillende 1037615 2 soort aan een afnemer kan worden geleverd en door de afnemer kan worden gebruikt. Het genoemde doel is bereikt met de combinatie volgens de onderhavige uitvinding, de combinatie omvattende een eerste houder waarin een eerste aantal cilindrische langgestrekte fluïdumtanks opneembaar is, en een tweede houder die 5 kleiner is dan de eerste houder, in welke tweede houder een tweede aantal cilindrische langgestrekte fluïdumtanks opneembaar is, waarbij het tweede aantal kleiner is dan het eerste aantal, de eerste houder en de tweede houder elk omvattende een kooiconstructie met een rechthoekig bodemdeel voor het ondersteunen van fluïdumtanks, zich vanaf hoeken van het bodemdeel opwaarts 10 uitstrekkende staanders, en liggers die op afstand van het bodemdeel de staanders onderling verbinden, waarbij ten minste één van de eerste houder en de tweede houder is voorzien van verbindingsmiddelen voor het losmaakbaar met elkaar verbinden van de eerste houder en de tweede houder, waarbij ten minste één van de eerste houder en de tweede houder een zich althans in hoofdzaak tussen twee 15 naburige staanders uitstrekkende afschermplaat heeft, waarbij in met elkaar verbonden toestand van de eerste en de tweede houder de afschermplaat zich tussen de in de eerste houder opgenomen fluïdumtanks en de in de tweede houder opgenomen fluïdumtanks bevindt voor het scheiden van fluïdumtanks behorende tot het eerste aantal en van fluïdumtanks behorende tot het tweede aantal. Een 20 voordeel van de combinatie volgens de onderhavige uitvinding ontstaat door de toepassing van een eerste grotere houder en een tweede kleinere houder welke middels verbindingsmiddelen losmaakbaar met elkaar kunnen worden verbonden en waarbij in verbonden toestand een afschermplaat zich tussen in de eerste houder opgenomen fluïdumtanks en in de tweede houder opgenomen fluïdumtanks bevindt. 25 Aldus is een voorziening voor het verschaffen van een voorraad fluïdumtanks gerealiseerd waarmee het mogelijk is naar believen combinaties te maken van een eerste houder met een aantal daarin opgenomen fluïdumtanks gevuld met fluïdum van een eerste soort en een tweede houder met een daarin opgenomen kleiner aantal fluïdumtanks gevuld met fluïdum van een soort die verschillend is van de 30 eerste soort, zodat op eenvoudige wijze aan de gewenste combinatie van fluïdumtanks met fluïdum van onderling verschillende soort kan worden voldaan. Met de combinatie volgens de onderhavige uitvinding kan op een bouwplaats op eenvoudige en zeer veilige wijze een gewenst aantal fluïdumtanks, in de juiste onderlinge verhouding voor wat betreft de soort fluïdum, worden aangeleverd en 3 worden gebruikt.
In een eenvoudige uitvoeringsvorm maakt de afschermplaat deel uit van de tweede houder.
Bij voorkeur omvatten de verbindingsmiddelen ten minste één 5 haakorgaan dat aan de kooiconstructie van de tweede houder is bevestigd, welk haakorgaan in met elkaar verbonden toestand van de eerste en de tweede houder om een ligger van de eerste houder heen valt zodat de tweede houder met het haakorgaan aan de eerste houder hangt. Aldus is op eenvoudige wijze een robuuste en kostentechnisch gunstige verbinding tussen de eerste en tweede houder 10 verschaft.
Hierbij omvatten de verbindingsmiddelen bij voorkeur een vergrendelorgaan dat verschuifbaar ten opzichte van de kooiconstructie van de tweede houder, met de kooiconstructie van de tweede houder is verbonden, welk vergrendelorgaan in een vrijgeefstand het van de eerste houder verwijderen van de 15 tweede houder toelaat, en welk vergrendelorgaan zich in een blokkeerstand uitstrekt tot onder de ligger van de eerste houder waaromheen het ten minste ene haakorgaan valt, voor het vergrendelen van de verbinding tussen de eerste houder en de tweede houder. Aldus kan de verbinding met het ten minste ene haakorgaan op effectieve wijze worden vergrendeld.
20 In een eenvoudige uitvoeringsvorm omvat het vergrendelorgaan een stift die in een geleiding is opgenomen en tussen de vrijgeefstand en de vergrendelstand verplaatsbaar is.
In een uitermate gunstige voorkeursuitvoeringsvorm is in de eerste houder een eerste aantal fluïdumtanks elk omvattende fluïdum van een eerste soort 25 opgenomen, en is in de tweede houder een tweede aantal fluïdumtanks elk omvattende fluïdum van een soort, die verschillend is van de eerste soort, opgenomen. Bij voorkeur omvat elk van het tweede aantal fluïdumtanks fluïdum van dezelfde soort, maar het Is binnen het kader van de onderhavige uitvinding ook mogelijk dat het tweede aantal fluïdumtanks, fluïdumtanks omvattende fluïdum van 30 onderling verschillende soort omvat.
Het is met name voor snijwerkzaamheden gunstig indien in de eerste houder een eerste aantal fluïdumtanks elk omvattende zuurstof is opgenomen, en dat in de tweede houder een tweede aantal fluïdumtanks elk omvattende acetyleen Is opgenomen.
4
In dit kader is de verhouding van het eerste aantal fluïdumtanks met het tweede aantal fluïdumtanks bij voorkeur omstreeks 2 staat tot 1.
Het is eveneens gunstig indien in de eerste houder een eerste aantal fluïdumtanks elk omvattende zuurstof is opgenomen, en dat in de tweede 5 houder een tweede aantal fluïdumtanks elk omvattende propaan is opgenomen.
In dit geval is de verhouding van het eerste aantal fluïdumtanks met het tweede aantal fluïdumtanks bij voorkeur omstreeks 4 staat tot 1.
Het is binnen het kader van de onderhavige uitvinding gunstig indien de combinatie een derde houder omvat die kleiner is dan de eerste houder, in 10 welke derde houder een derde aantal cilindrische langgestrekte fluïdumtanks opneembaar is, waarbij het derde aantal kleiner is dan het eerste aantal, de derde houder omvattende een kooiconstructie met een rechthoekig bodemdeel voor het ondersteunen van fluïdumtanks, zich vanaf hoeken van het bodemdeel opwaarts uitstrekkende staanders, en liggers die op afstand van het bodemdeel de staanders 15 onderling verbinden, waarbij ten minste één van de eerste houder en de derde houder is voorzien van verbindingsmiddelen voor het losmaakbaar met elkaar verbinden van de eerste houder en de derde houder, waarbij ten minste één van de eerste houder en de derde houder een zich althans in hoofdzaak tussen twee naburige staanders uitstrekkende afschermplaat heeft, waarbij in met elkaar 20 verbonden toestand van de eerste en de derde houder de afschermplaat zich tussen de in de eerste houder opgenomen fluïdumtanks en de in de derde houder opgenomen fluïdumtanks bevindt voor het scheiden van fluïdumtanks behorende tot het eerste aantal en van fluïdumtanks behorende tot het derde aantal. Aldus kan op wens van de klant een groter aantal combinaties van fluïdumtanks omvattende een 25 bij voorkeur onderling verschillende soort fluïdum worden gerealiseerd.
Het is hierbij gunstig indien in de derde houder een derde aantal fluïdumtanks elk omvattende fluïdum van een soort, die verschillend is van de eerste soort, is opgenomen. Bij voorkeur omvatten het eerste aantal, het tweede aantal en het derde aantal fluïdumtanks elk een verschillende respectievelijke soort fluïdum. 30 Het is voor bepaalde toepassingen echter ook gunstig indien het tweede aantal en het derde aantal fluïdumtanks, fluïdumtanks met dezelfde soort fluïdum omvatten.
Bovengenoemde voorkeursuitvoeringsvormen van de tweede houder, in het bijzonder met betrekking tot de afschermplaat en de verbindingsmiddelen omvattende ten minste één haakorgaan, zijn eveneens met 5 voordeel toepasbaar bij de bovengenoemde derde houder.
In een voordelige uitvoeringsvorm heeft de eerste houder een verdeler met een aantal poorten, waarbij de verdeler verder leidingen omvat die elk een toevoeropening van een in de eerste houder opgenomen fluïdumtank met een 5 poort van de verdeler verbinden, waarbij in de verdeler poorten met elkaar in verbinding staan zodat fluïdum in de met de verdeler verbonden fluïdumtanks in vrije verbinding met elkaar staat. Aldus kan op effectieve wijze met de in de eerste houder opgenomen fluïdumtanks één volume aan fluïdum ten behoeve van een bepaalde gebruiker worden verschaft.
10 De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een tweede houder voor toepassing in combinatie met een eerste houder waarin een eerste aantal cilindrische langgestrekte fluïdumtanks opneembaar is, waarbij de tweede houder kleiner is dan de eerste houder, in welke tweede houder een tweede aantal cilindrische langgestrekte fluïdumtanks opneembaar is, waarbij het tweede aantal 15 kleiner is dan het eerste aantal, de eerste houder en de tweede houder elk omvattende een kooiconstructie met een rechthoekig bodemdeel voor het ondersteunen van fluïdumtanks, zich vanaf hoeken van het bodemdeel opwaarts uitstrekkende staanders, en liggers die op afstand van het bodemdeel de staanders onderling verbinden, waarbij ten minste één van de eerste houder en de tweede 20 houder is voorzien van verbindingsmiddelen voor het losmaakbaar met elkaar verbinden van de eerste houder en de tweede houder, waarbij ten minste één van de eerste houder en de tweede houder een zich althans in hoofdzaak tussen twee naburige staanders uitstrekkende afschermplaat heeft, waarbij in met elkaar verbonden toestand van de eerste en de tweede houder de afschermplaat zich 25 tussen de in de eerste houder opgenomen fluïdumtanks en de in de tweede houder opgenomen fluïdumtanks bevindt voor het scheiden van fluïdumtanks behorende tot het eerste aantal en van fluïdumtanks behorende tot het tweede aantal. Voordelen van een dergelijke tweede houder volgens de onderhavige uitvinding zijn analoog aan de bovengenoemde voordelen van de combinatie volgens de onderhavige 30 uitvinding.
Navolgend zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding onder verwijzing naar de navolgende figuren.
Figuur 1 toont in isometrische weergave een voorkeurs- 6 uitvoeringsvorm van een combinatie 'volgens de onderhavige uitvinding, waarbij tevens een onderdeel van de combinatie in detail is weergegeven;
Figuur 2 toont doorsnede ll-ll volgens figuur 1.
In figuur 1 is een combinatie 1 van een eerste houder 2 en een 5 tweede houder 4 voor langgestrekte cilindrische gasflessen getoond. De eerste houder 2 heeft een bodemdeel 10 waarop een aantal gasflessen 5 van tweede houder 2 rust. Bodemdeel 10 heeft twee zich in horizontale richting door het bodemdeel 10 heen uitstrekkende doorgangen 11 waardoor, indien eerste houder 2 dient te worden verplaatst met bijvoorbeeld een vorkheftruck, vorken van de 10 vorkheftruck zich in doorgangen 11 kunnen uitstrekken om zodoende eerste houder 2 te kunnen optillen. Vanaf bodemdeel 10 strekken zich op de hoeken van het bodemdeel 10 verticale staanders 12 uit die zijn gevormd uit buisvormig staalprofiel.
Ter plaatse van een bovenste uiteinde van staanders 12 zijn deze onderling verbonden middels liggers 14. Tussen liggers 14 en bodemdeel 10 strekken zich ter 15 plaatse van drie van de vier zijvlakken van eerste houder 2 tussen twee staanders 12 verder liggers 16 uit om er zodoende voor zorg te dragen dat het aantal gasflessen 5 op effectieve wijze binnen de door bodemdeel 10, staanders 12 en liggers 14, 16 aldus gevormde kooiconstructie opgenomen blijven. De eerste houder 2 omvat verder een verdeler 18 waarop middels slangen elk van het aantal 20 gasflessen 5 is aangesloten. In verdeler 18 staan de slangen en daarmee de gasflessen 5 in open verbinding met elkaar. Verdeler 18 heeft twee uitlaatpoorten 19 (waarvan er één in figuur 1 is getoond) waarop een gebruiker van het in gasflessen 5 aanwezige gas kan worden aangesloten. Afhankelijk van de toepassing kan de verdeler ook van één of van meer dan twee uitlaatpoorten 19 worden voorzien.
25 Tweede houder 4 is op analoge wijze als eerste houder 2 opgebouwd. Tweede houder 4 heeft aldus eveneens een bodemdeel 42, zich vanaf i hoeken van het bodemdeel 42 in verticale richting uitstrekkende staanders 44 en | nabij een bovenste uiteinde van staanders 44 de staanders 44 verbindende liggers 46, 46', 46", welke liggers 46, 46', 46" een bovenvlak vormen waarin een afdekplaat 30 48 is voorzien. De tweede houder 4 is kleiner dan eerste houder 2, wat wil zeggen dat in tweede houder 4 een kleiner aantal gasflessen 6 kan worden opgenomen ten opzichte van het aantal gasflessen 5 dat in eerste houder 2 kan worden opgenomen.
Tussen twee staanders 44 van tweede houder 4 is een afschermplaat 50 van staal aangebracht die zich vanaf bodemplaat 42 in verticale richting uitstrekt tot nabij 7 ligger 46'. Zoals in figuur 1 in onderling verbonden toestand van eerste houder 2 en tweede houder 4 is getoond is afschermplaat 50 in het zijvlak van tweede houder 4 aangebracht dat zich in de verbonden toestand tegen eerste houder 2 aan bevindt. Op deze wijze verschaft afschermplaat 50 aldus een afscherming van gasflessen 5 5 aanwezig in eerste houder 2 en gasflessen 6 aanwezig in tweede houder 4. De reden voor aanwezigheid van deze afschermplaat 50 is dat hiermee de veiligheid van de combinatie van eerste houder 2 en tweede houder 4 wordt gewaarborgd bij aanwezigheid van een andere soort gas in gasflessen 6 ten opzichte van de soort gas aanwezig in gasflessen 5. De afschermplaat 50 kan zich zoals in de figuren is 10 weergegeven vanaf bodemplaat 42 opwaarts tussen twee staanders 44 uitstrekken, of kan zich op enige afstand van bodemplaat 42 bevinden, bijvoorbeeld enkel ter plaatse van een hoger gelegen gedeelte van gasflessen 5, 6.
Gasflessen 6 zijn met twee spanbanden 52 effectief in tweede houder 4 bevestigd en worden tegen afschermplaat 50 aangetrokken. Verder heeft 15 tweede houder 4 een rijplaat 56, die zich in onderling verbonden toestand van eerste houder 2 en tweede houder 4 aan het zijvlak dat zich tegenover het zijvlak van tweede houder 4 dat in contact is met eerste houder 2 bevindt is gelegen, dat wil zeggen het zijvlak van tweede houder 4 waarin ligger 46 is gelegen. Rijplaat 56 kan worden op- en neergelaten om zodoende het uit de tweede houder 4 verwijderen 20 van gasflessen 6 te vergemakkelijken. Een dergelijke plaat is eveneens aanwezig in een (niet in de figuren getoond) zijvlak van eerste houder 2. In ligger 46 zijn twee uitsparingen 47 aangebracht die zich dwars op de betreffende ligger, dus in de richting van eerste houder 2, vanaf ligger 46 tot binnenin liggers 46" uitstrekken. De geometrie van deze uitsparingen 47 is zodanig dat hierdoor tweede houder 4 25 eenvoudig met een vorkheftruck kan worden aangegrepen door de vorken van de vorkheftruck in de uitsparingen 47 te steken. Als alternatief voor uitsparingen 47 kan er ook voor worden gekozen om de twee liggers 46", welke zich vanaf het zijvlak waarin rijplaat 56 is voorzien tot het zijvlak grenzend aan eerste houder 2 uitstrekken, als hol buisprofiel zonder kopse eindvlakken uit te voeren. Aldus worden 30 door de betreffende liggers 46" zelf uitsparingen ten behoeve van vorken van een vorkheftruck verschaft.
In dit kader wordt opgemerkt dat er in de tweede houder 4 zelf ook een verdere afschermplaat kan worden aangebracht indien de tweede houder 4 gasflessen met gas van verschillende soort omvat, om zodoende een veilige 8 afscherming tussen deze gasflessen te waarborgen.
Op ligger 46', die zich in het zijvlak waarin ook afschermplaat 50 zich uitstrekt bevindt, zijn twee stalen haken 58 gelast die met name duidelijk zichtbaar zijn in de schematische figuur 2. Deze haken 58 vallen om de aan ligger 5 46' grenzende ligger 14 van eerste houder 2 heen, waardoor aldus wordt gerealiseerd dat in onderling verbonden toestand tweede houder 4 aan eerste houder 2 hangt.
Om te voorkomen dat de aldus met haken 58 gevormde verbinding tussen tweede houder 4 en eerste houder 2 onbedoeld zou losraken is een 10 vergrendeling 60 aan de onderzijde van ligger 46' van tweede houder 4 aangebracht. Vergrendeling 60 is in detail getoond in figuur 1 waarbij in figuur 2 is getoond dat de vergrendeling 60 zich althans in een vergrendelstand uitstrekt tot onder ligger 14 waardoor aldus de verbinding tussen tweede houder 4 en eerste houder 2 wordt gewaarborgd. Vergrendeling 60 heeft een basisdeel 61 dat aan de 15 kooiconstructie, in dit geval aldus onder ligger 46', van tweede houder 4 is bevestigd, welk basisdeel 61 twee in lijn met elkaar gelegen platen met uitsparingen omvat waardoorheen een vergrendelstift 62 zich uitstrekt. Verder omvat vergrendeling 60 een veer 63 die zich uitstrekt tussen één van de platen van basisdeel 61 en een op vergrendelstift 62 aanwezige pen 64 waardoor 20 vergrendelstift 62 in de in figuur 2 getoonde vergrendelstand wordt gedwongen. Door vergrendelstift 62 middels het haaks omgezet eindgedeelte 65 tegen de veerspanning van veer 63 in te trekken, deze een kwartslag te roteren waardoor pen 64 langs de aan basisdeel 61 bevestigde pen 66 kan bewegen en deze vervolgens weer een kwartslag terug te roteren waardoor pen 64 achter pen 66 haakt wordt 25 bereikt dat vergrendelstift 62 in diens vrijgeefstand is geplaatst. In deze vrijgeefstand strekt vergrendelstift 62 zich niet tot onder ligger 14 van eerste houder 2 uit en kan aldus de tweede houder 4 door deze ten opzichte van eerste houder 2 op te tillen van eerste houder 2 worden afgenomen. Aldus is er op uiterst eenvoudige wijze een zeer effectieve verbinding tussen tweede houder 4 en eerste 30 houder 2 gerealiseerd. Hierbij zijn geen losse onderdelen benodigd waardoor in bedrijf te allen tijden een verbinding tussen houders 4 en 2 kan worden gemaakt zonder het risico dat er onderdelen niet aanwezig zijn.
Hoewel niet noodzakelijk binnen het kader van de onderhavige uitvinding zijn aan staanders 12 van eerste houder 2 nog platen 13 gelast waarbij g platen 13 zich tot buiten het bereik van staanders 12 uitstrekken als gevolg waarvan indien een tweede houder 4 aan eerste houder 2 wordt gehangen deze met de onderzijde tussen twee aan tegenover gelegen zijvlakken van eerste houder 2 aangebrachte platen 13 valt, hetgeen de robuustheid van de verbinding tussen 5 tweede houder 4 en eerste houder 2 verhoogt doordat tweede houder 4 niet meer langs eerste houder 2 kan schuiven.
In plaats van de in figuur 1 en 2 getoonde haken 58 kan ook worden gedacht aan het verschaffen van één haak die gevormd is uit een omgezette plaat (in tegenstelling tot de getoonde omgezette strip als haak 58). Tevens kan als 10 alternatief voor de positie van vergrendeling 60 aan de onderzijde van ligger 46', de vergrendeling 60 eveneens nabij een bovenste uiteinde van een staander 44 worden aangebracht waarbij in dit geval bij voorkeur gebruik wordt gemaakt van twee vergrendelingen 60 aan de twee staanders 44 van tweede houder 4 die althans in verbonden toestand grenzen aan eerste houder 2.
15 De combinatie 1 volgens de onderhavige uitvinding is van groot voordeel bij het op wens van een bepaalde afnemer van gas samenstellen van een pakket van gasflessen omvattende gas van verschillende soorten. In een houder zoals de eerste houder 2 volgens figuur 1 kan vanwege veiligheidseisen slechts gasflessen gevuld met eenzelfde soort gas worden opgenomen. Wanneer nu gas 20 benodigd is bijvoorbeeld ten behoeve van snijwerkzaamheden kan met de combinatie 1 volgens de onderhavige uitvinding een gunstige verhouding van gasflessen worden gerealiseerd doordat bijvoorbeeld in eerste houder 2 een zestiental gasflessen 5 met zuurstof wordt geplaatst en waarbij in tweede houder 4 een viertal flessen gevuld met propaan wordt aangebracht. In dit kader wordt 25 opgemerkt dat de in figuur 1 getoonde aantallen slechts illustratief zijn en dat de uitvinding niet tot houders 2, 4 met deze specifieke aantallen gasflessen is beperkt. Het aanleveren van een voorraad gasflessen in de juiste verhouding heeft als voordeel dat in dat geval alle gasflessen in bedrijf in dezelfde mate worden geleegd zodat op hetzelfde moment alle in de combinatie aanwezige gasflessen leeg zijn. 30 Met name combinaties van twee zuurstof flessen op omstreeks één acetyleen fles en combinaties van vier zuurstof flessen op omstreeks één propaan fles zijn uitermate voordelig. Voor bepaalde werkzaamheden kan het tevens benodigd zijn dat drie soorten gas worden vereist. Vanwege de symmetrische opbouw van zowel houder 4 als houder 2 is het in dit kader zeer praktisch om ook aan de tegenover 10 gelegen zijde van houder 2 een verdere houder die analoog is aan houder 4 aan houder 2 te hangen met hierin gasflessen omvattende gas van een derde soort welke in elk geval afwijkt van het gas van de eerste soort. Een leverancier van gas kan aldus op wens van een bepaalde klant twee of eventueel drie houders 2, 4 met 5 elkaar verbinden waarbij deze respectieve houders zijn voorzien van het gewenste aantal gasflessen gevuld met gas van een bepaalde, onderling verschillende soort. Een dergelijke combinatie 1 kan veilig worden getransporteerd en op de plaats van bestemming veilig worden opgeslagen.
Hoewel in het bovenstaande is gesproken over gasflessen 5, 6 is 10 het in het kader van de onderhavige uitvinding eveneens mogelijk om flessen gevuld met vloeistof in de houders op te nemen. Analoog aan verdeler 18 van eerste houder 2 is het verder mogelijk om ook de in tweede houder 4 aanwezige gasflessen 6, indien deze gas van een zelfde soort omvatten, desgewenst met een verdeler analoog aan verdeler 18 onderling te verbinden. Verder kunnen niet alleen nabij de 15 bovenzijde van een tweede houder 4 haakvormige organen zoals haken 58 worden aangebracht maar kan dit ook op een lager niveau zoals ter plaatse van bodemplaat 42 geschieden zodat ook op dit lagere niveau een robuuste verbinding tussen een tweede houder 4 en een eerste houder 2 wordt gerealiseerd.
20 1037615
Claims (14)
1. Combinatie van een eerste houder waarin een eerste aantal cilindrische langgestrekte fluïdumtanks opneembaar is, en een tweede houder die 5 kleiner is dan de eerste houder, in welke tweede houder een tweede aantal cilindrische langgestrekte fluïdumtanks opneembaar is, waarbij het tweede aantal kleiner is dan het eerste aantal, de eerste houder en de tweede houder elk omvattende een kooiconstructie met een rechthoekig bodemdeel voor het ondersteunen van fluïdumtanks, zich vanaf hoeken van het bodemdeel opwaarts 10 uitstrekkende staanders, en liggers die op afstand van het bodemdeel de staanders onderling verbinden, waarbij ten minste één van de eerste houder en de tweede houder is voorzien van verbindingsmiddelen voor het losmaakbaar met elkaar verbinden van de eerste houder en de tweede houder, waarbij ten minste één van de eerste houder en de tweede houder een zich althans in hoofdzaak tussen twee 15 naburige staanders uitstrekkende afschermplaat heeft, waarbij in met elkaar verbonden toestand van de eerste en de tweede houder de afschermplaat zich tussen de in de eerste houder opgenomen fluïdumtanks en de in de tweede houder opgenomen fluïdumtanks bevindt voor het scheiden van fluïdumtanks behorende tot het eerste aantal en van fluïdumtanks behorende tot het tweede aantal.
2. Combinatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afschermplaat deel uitmaakt van de tweede houder.
3. Combinatie volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen ten minste één haakorgaan omvatten dat aan de kooiconstructie van de tweede houder is bevestigd, welk haakorgaan in met 25 elkaar verbonden toestand van de eerste en de tweede houder om een ligger van de eerste houder heen valt zodat de tweede houder met het haakorgaan aan de eerste houder hangt.
4. Combinatie volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen een vergrendelorgaan omvatten dat verschuifbaar ten opzichte 30 van de kooiconstructie van de tweede houder, met de kooiconstructie van de tweede houder is verbonden, welk vergrendelorgaan in een vrijgeefstand het van de eerste houder verwijderen van de tweede houder toelaat, en welk vergrendelorgaan zich in een blokkeerstand uitstrekt tot onder de ligger van de eerste houder waaromheen het ten minste ene haakorgaan valt, voor het vergrendelen van de verbinding tussen 1 03 7 6 15 de eerste houder en de tweede houder.
5. Combinatie volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het vergrendelorgaan een stift omvat die in een geleiding is opgenomen en tussen de vrijgeefstand en de vergrendelstand verplaatsbaar is.
6. Combinatie volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de eerste houder een eerste aantal fluïdumtanks elk omvattende fluïdum van een eerste soort is opgenomen, en dat in de tweede houder een tweede aantal fluïdumtanks elk omvattende fluïdum van een soort, die verschillend is van de eerste soort, is opgenomen.
7. Combinatie volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat in de eerste houder een eerste aantal fluïdumtanks elk omvattende zuurstof is opgenomen, en dat in de tweede houder een tweede aantal fluïdumtanks elk omvattende acetyleen is opgenomen.
8. Combinatie volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de 15 verhouding van het eerste aantal fluïdumtanks met het tweede aantal fluïdumtanks omstreeks 2 staat tot 1 is.
9. Combinatie volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat in de eerste houder een eerste aantal fluïdumtanks elk omvattende zuurstof is opgenomen, en dat in de tweede houder een tweede aantal fluïdumtanks elk omvattende propaan is 20 opgenomen.
10. Combinatie volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de verhouding van het eerste aantal fluïdumtanks met het tweede aantal fluïdumtanks omstreeks 4 staat tot 1 is.
11. Combinatie volgens één van de voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat de combinatie een derde houder omvat die kleiner is dan de eerste houder, in welke derde houder een derde aantal cilindrische langgestrekte fluïdumtanks opneembaar is, waarbij het derde aantal kleiner is dan het eerste aantal, de derde houder omvattende een kooiconstructie met een rechthoekig bodemdeel voor het ondersteunen van fluïdumtanks, zich vanaf hoeken van het 30 bodemdeel opwaarts uitstrekkende staanders, en liggers die op afstand van het bodemdeel de staanders onderling verbinden, waarbij ten minste één van de eerste houder en de derde houder is voorzien van verbindingsmiddelen voor het losmaakbaar met elkaar verbinden van de eerste houder en de derde houder, waarbij ten minste één van de eerste houder en de derde houder een zich althans in hoofdzaak tussen twee naburige staanders uitstrekkende afschermplaat heeft, waarbij in met elkaar verbonden toestand van de eerste en de derde houder de afschermplaat zich tussen de in de eerste houder opgenomen fluïdumtanks en de in de derde houder opgenomen fluïdumtanks bevindt voor het scheiden van 5 fluïdumtanks behorende tot het eerste aantal en van fluïdumtanks behorende tot het derde aantal.
12. Combinatie volgens conclusie 11 en conclusie 6 of een daarvan afhankelijke conclusie, met het kenmerk, dat in de derde houder een derde aantal fluïdumtanks elk omvattende fluïdum van een soort, die verschillend is van de eerste 10 soort, is opgenomen.
13. Combinatie volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste houder een verdeler heeft met een aantal poorten, waarbij de verdeler verder leidingen omvat die elk een toevoeropening van een in de eerste houder opgenomen fluïdumtank met een poort van de verdeler verbinden, waarbij in 15 de verdeler poorten met elkaar in verbinding staan zodat fluïdum in de met de verdeler verbonden fluïdumtanks in vrije verbinding met elkaar staat.
14. Tweede houder voor toepassing in combinatie met een eerste houder waarin een eerste aantal cilindrische langgestrekte fluïdumtanks opneembaar is, waarbij de tweede houder kleiner is dan de eerste houder, in welke 20 tweede houder een tweede aantal cilindrische langgestrekte fluïdumtanks opneembaar is, waarbij het tweede aantal kleiner is dan het eerste aantal, de eerste houder en de tweede houder elk omvattende een kooiconstructie met een rechthoekig bodemdeel voor het ondersteunen van fluïdumtanks, zich vanaf hoeken van het bodemdeel opwaarts uitstrekkende staanders, en liggers die op afstand van 25 het bodemdeel de staanders onderling verbinden, waarbij ten minste één van de eerste houder en de tweede houder is voorzien van verbindingsmiddelen voor het losmaakbaar met elkaar verbinden van de eerste houder en de tweede houder, waarbij ten minste één van de eerste houder en de tweede houder een zich althans in hoofdzaak tussen twee naburige staanders uitstrekkende afschermplaat heeft, 30 waarbij in met elkaar verbonden toestand van de eerste en de tweede houder de afschermplaat zich tussen de in de eerste houder opgenomen fluïdumtanks en de in de tweede houder opgenomen fluïdumtanks bevindt voor het scheiden van fluïdumtanks behorende tot het eerste aantal en van fluïdumtanks behorende tot het tweede aantal. 1037615
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1037615A NL1037615C2 (nl) | 2010-01-07 | 2010-01-07 | Combinatie van een eerste houder en een tweede houder voor fluidumtanks. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1037615A NL1037615C2 (nl) | 2010-01-07 | 2010-01-07 | Combinatie van een eerste houder en een tweede houder voor fluidumtanks. |
NL1037615 | 2010-01-07 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1037615C2 true NL1037615C2 (nl) | 2011-07-11 |
Family
ID=42651416
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1037615A NL1037615C2 (nl) | 2010-01-07 | 2010-01-07 | Combinatie van een eerste houder en een tweede houder voor fluidumtanks. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1037615C2 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR3123903A1 (fr) * | 2021-06-15 | 2022-12-16 | Felden Industrie | Dispositif de manutention et de transport d’au moins une charge |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4295431A (en) * | 1979-11-23 | 1981-10-20 | Aga Ab | Pallet for pressurized gas cylinders |
US4481972A (en) * | 1982-09-09 | 1984-11-13 | Aga Ab | Pallet for pressurized gas cylinders |
-
2010
- 2010-01-07 NL NL1037615A patent/NL1037615C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4295431A (en) * | 1979-11-23 | 1981-10-20 | Aga Ab | Pallet for pressurized gas cylinders |
US4481972A (en) * | 1982-09-09 | 1984-11-13 | Aga Ab | Pallet for pressurized gas cylinders |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR3123903A1 (fr) * | 2021-06-15 | 2022-12-16 | Felden Industrie | Dispositif de manutention et de transport d’au moins une charge |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CN102186749B (zh) | 用来储存流体的货柜 | |
JP5553453B2 (ja) | 荷の輸送 | |
US7997213B1 (en) | Cargo container cradle | |
US6386393B1 (en) | Tipping rack for bottle | |
US20150360811A1 (en) | Offshore cargo rack for use in transferring loads between a marine vessel and an offshore platform | |
JP5704585B2 (ja) | 運搬陳列用ケース | |
US20090272666A1 (en) | Tank tote | |
RU2591092C1 (ru) | Ящик для транспортировки и демонстрации | |
WO2012078625A2 (en) | Offshore cargo rack for use in transferring loads between a marine vessel and an offshore platform | |
RU2645668C1 (ru) | Ящик для транспортировки и демонстрации товаров | |
US11505401B1 (en) | Method and apparatus for storage and transportation of cargo | |
US11319109B2 (en) | Tank support base | |
US20050098559A1 (en) | Double-skin, low-profile, environmental, tote tank system | |
NL1037615C2 (nl) | Combinatie van een eerste houder en een tweede houder voor fluidumtanks. | |
WO2016026001A1 (en) | Removable lid for a transport structure, transport system and associated method | |
US6685420B1 (en) | Stackable cargo bin with dump feature | |
JP2016132566A (ja) | 吊り荷台の構造 | |
US2541972A (en) | Steel bottle container | |
US20020187028A1 (en) | Fluid container transport device | |
AU621644B2 (en) | Nestable and transportable closed chemical handling system | |
AU712962B2 (en) | Fish transport container | |
US20210155401A1 (en) | Spill Containment System for Container Tanks | |
US20240359952A1 (en) | Offshore lifting system | |
US20150315010A1 (en) | Self draining chemical tote system stand | |
EP4335596A1 (en) | Modular cabinet for storing containers |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20170201 |