NL1037495C2 - Inrichting en gestel voor het bewerken van een voorwerp, zoals een tegel, klinker en baksteen, en samenstel van gestel en expansie-eenheid. - Google Patents

Description

Inrichting en gestel voor het bewerken van een voorwerp, zoals een tegel, klinker en baksteen, en samenstel van gestel en expansie-eenheid 5

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en een gestel voor het bewerken van een voorwerp, zoals een tegel, klinker 10 of baksteen, en op een samenstel van zo een gestel en een expansie-eenheid.

Achtergrond van de uitvinding 15

Bekende inrichtingen voor het bewerken van een voorwerp, welke inrichtingen met name geschikt zijn voor het breken van tegels, klinkers en bakstenen, omvatten een hendel voorzien van een mesdeel, welke hendel aan één uiteinde scharnierend is 20 bevestigd en middels hefboomwerking voorwerpen kan breken. Wanneer een tweede mesdeel zich onder de steen bevindt, zal de steen langs een breukvlak, welk breukvlak wordt gedefinieerd door de inkepingen die door de mesdelen zijn gemaakt, breken. Het optillen en weer neerlaten van de hendel wordt als 25 belastend en vermoeiend ervaren. Vaak wordt dit op de grond al knielend uitgevoerd. Dit leidt tot een ergonomisch ongunstige belasting van arm en schouder van de arbeider. Het veelvuldig uitvoeren van deze beweging leidt verder tot ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Een ander nadeel van een dergelijke 30 bekende inrichting is dat zijn grote omvang en gewicht. Voor het opvangen van de krachten dienen de onderdelen van zwaar metaal te zijn vervaardigd. De aanwezigheid van een lange 1037495 2 hendel vergroot zijn omvang. Deze inrichting is derhalve moeilijk te vervoeren.

In BE 1155797 wordt een inrichting voor het bewerken van 5 stenen beschreven waarbij het snijdeel hydraulische wordt aangedreven en in de stenen drukt. Het nadeel van een dergelijke inrichting is met name zijn gewicht en omvang. Een dergelijke inrichting is te gevoelig en te kostbaar om op de werkplaats achter te laten. Bovendien beweegt het snijdeel 10 langzaam waardoor het snijden van de stenen veel tijd vergt.

Er zijn eveneens inrichtingen voor het bewerken, met name snijden, van voorwerpen bekend, welke een verbrandingskamer omvatten. Hierbij wordt een snijdeel door een zuiger, welke 15 zuiger functioneel is gekoppeld met de verbrandingskamer, tegen een aanslag, vaak een ander mesdeel, aan geschoten. Zie WO9603856, EP0123502, EP0349526. De afstand tussen het snijdeel en de aanslag is gefixeerd waardoor een dergelijke inrichting alleen voorwerpen die daartussen passen kan 20 bewerken. Bovendien zal het snijdeel, dat telkens met grote kracht tegen de aanslag terecht komt, onnodig snel slijten. De beweging van het mesdeel is een geforceerde beweging veroorzaakt door verbranding in de verbrandingskamer. De beweging van het snijdeel is namelijk direct gekoppeld met de 25 verbranding. Hierdoor zullen de onderdelen in de inrichting sneller slijten. Dergelijke inrichtingen omvatten geen frame dat kan worden neergezet. Dit maakt de inrichtingen zwaar en vermoeiend om te hanteren.

30 Het snijdeel van de in US4034816 beschreven inrichting omvattende een verbrandingskamer heeft eveneens een beperkte bewegingsmogelijkheid. Ook hier is de beweging direct gekoppeld aan de zuiger van de verbrandingskamer. Bovendien 3 omvat het geen frame zodat de terugslag door de gebruiker van de inrichting wordt opgevangen. Dit wordt veroorzaakt door de directe koppeling van de verbranding in de verbrandingskamer met de beweging van het snijdeel. Hierdoor zullen eveneens de 5 onderdelen in de inrichting sneller slijten.

Dergelijke bekende inrichtingen omvatten geen middelen voor het positioneren van de voorwerpen voor het op gecontroleerde wijze maken van een breukvlak en zijn daardoor niet ingericht 10 voor het bewerken van voorwerpen zoals tegels, klinkers of bakstenen.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting voor het bewerken van een voorwerp, welke 15 inrichting met name geschikt is voor het breken van tegels, klinkers of bakstenen, die de arbeider niet in ergonomisch ongunstige zin belast, eenvoudig en nauwkeurig bedienbaar is en licht en compact is, welke bij voorkeur geheel of gedeeltelijk op de werkplaats kan worden achter gelaten.

20

Samenvatting van de uitvinding

De uitvinding verschaft daartoe een inrichting voor het 25 bewerken van een voorwerp, zoals een tegel, klinker of baksteen, welke inrichting omvat: een eerste deel, welk eerste deel een eerste rand omvat voor het bewerken van het voorwerp; een expansie-eenheid voor het in beweging brengen van het eerste deel, en geleidingsmiddelen voor het verder geleiden 30 van het eerste deel.

Het "voorwerp" is in het bijzonder een hard voorwerp. De inrichting is met name geschikt voor het op maat maken van 4 tegels en klinkers bij het respectievelijk leggen van een vloer of een bestrating, of voor het op maat maken van bakstenen bij het metselen van een bakstenen muur.

5 Onder "bewerken" wordt in het bijzonder verstaan, snijden, breken, maken van een breukvlak, maken van een inkeping, en dergelijke. In het geval van de hierboven beschreven betekenissen van "bewerken van een voorwerp" is de rand bij voorkeur recht en scherp. Onder eerste rand kan dan ook wel 10 eerste mesdeel worden verstaan. Onder "bewerken" kan echter ook worden verstaan het maken van een afbeelding in een voorwerp door de rand in het voorwerp te drukken, bijvoorbeeld voor het markeren van voorwerpen. In deze betekenis is de rand zodanig gevormd dat het een gewenste indruk in het voorwerp 15 achterlaat. In dit laatste geval is het niet wenselijk dat er een breukvlak ontstaat.

De eerste rand bewerkt in het bijzonder een bovenzijde van het voorwerp. De geleidingsmiddelen en de bewegingsrichting van 20 het eerste deel zijn bij voorkeur zodanig dat de zwaartekracht de snelheid van het eerste deel, nadat dit door de expansie-eenheid in beweging is gebracht, kan verhogen.

Met "in beweging brengen" wordt het begin van de beweging 25 bedoeld. Hiermee wordt niet bedoeld dat de expansie-eenheid direct met de gehele beweging van het eerste deel is gekoppeld. De expansie-eenheid brengt het eerste deel bij voorkeur middels een korte stoot in beweging.

30 Met "verder geleiden van het eerste deel" wordt de geleiding bedoeld nadat het eerste deel door de expansie-eenheid in beweging is gebracht. Deze geleidingsmiddelen brengen het eerste deel naar het te bewerken voorwerp. De 5 geleidingsmiddelen en het eerste deel ondervinden daarbij bij voorkeur zo min mogelijk onderlinge wrijving.

Het voordeel van een dergelijke inrichting is dat er een 5 expansie-eenheid gebruikt kan worden die met een zekere energie het eerste deel een snelheid kan geven die voldoende is voor het effectief bewerken van een voorwerp. Deze snelheid kan eventueel door de zwaartekracht worden behouden of worden vergroot. Doordat de afstand tussen de uitgangspositie van het 10 eerste deel en het voorwerp relatief groot is, kunnen voorwerpen met verschillende afmetingen worden bewerkt. De afstand is bij voorkeur zodanig dat voorwerpen gemakkelijk onder het eerste deel kunnen worden geplaatst. Indien deze afstand en eveneens het gewicht van het eerste deel groot 15 genoeg zijn, zal de zwaartekracht ten minste voor een deel bijdragen aan de kracht waarmee de eerste rand het voorwerp raakt. De eerste rand van het eerste deel komt door de geleidingsmiddelen terecht op het voorwerp en maakt daarbij een inkeping. Indien het een hard voorwerp betreft en het 20 maken van een breukvlak gewenst is hoeft de energie waarmee de expansie-eenheid het eerste deel in beweging brengt niet afgemeten te zijn. Hiervoor is het voldoende dat de kracht waarmee de eerste rand op het voorwerp terecht komt zodanig groot is dat er een inkeping wordt gemaakt die groot genoeg is 25 voor het maken van een breukvlak.

De inrichting omvat bij voorkeur positioneringsmiddelen voor het positioneren van het voorwerp, bijvoorbeeld een aanslag om het voorwerp op een specifieke plaats te positioneren zodat 30 dit op een reproduceerbare wijze kan worden bewerkt.

De inrichting volgens de uitvinding omvat bij voorkeur een frame, welk frame is voorzien van een afsteundeel voor 6 afsteuning op een ondergrond, waarbij de geleidingmiddelen zodanig zijn ingericht dat, wanneer het afsteundeel op de ondergrond afsteunt, de bewegingsrichting van het eerste deel in hoofdzaak parallel is aan de richting van de zwaartekracht.

5

Een voordeel van een dergelijke inrichting is dat de zwaartekracht de snelheid van het eerste deel kan doen toenemen zodat het eerste deel met een grotere snelheid op het voorwerp terecht kan komen. Dit kan de bewerking van het 10 voorwerp effectiever maken. Hoe langer de weg is die het eerste deel dient af te leggen, hoe hoger de snelheid is waarmee de eerste rand van het eerste deel op het voorwerp terecht kan komen, onder voorwaarde dat de wrijving tussen de geleidingmiddelen en het eerste deel voldoende klein is. Het 15 eerste deel in een dergelijke uitvoeringsvorm vertoont gelijkenissen met het hakmes van een guillotine. De verschillen tussen de inrichting volgens de uitvinding en een guillotine zijn dat in de inrichting de beweging van het eerste deel door de expansie-eenheid wordt geïnitieerd. 20 Bovendien zal de eerste rand in de praktijk recht zijn en is het hakmes van een guillotine schuin aflopend.

In een voorkeuruitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding omvat de expansie-eenheid een verbrandingskamer, 25 welke verbrandingskamer functioneel is gekoppeld met een stootdeel voor het middels stoten in beweging brengen van het eerste deel.

De energie die vrij komt bij de verbranding van brandstof in 30 de verbrandingskamer in de vorm van hoge druk wordt omgezet in de beweging van het stootdeel. De impuls van het stootdeel wordt vervolgens aan het eerste deel doorgegeven. Dit kan bijvoorbeeld middels een zuiger. De zuiger kan een geheel 7 vormen met het stootdeel. Het van de expansiekamer afgekeerde uiteinde van de zuiger kan zich bijvoorbeeld tot het stootdeel uitstrekken. De zuiger kan ook via een scharnierend deel of op andere wijze het stootdeel in beweging brengen. Bij voorkeur 5 wordt de impuls van de zuiger met zo min mogelijk energieverlies naar het eerste deel overgedragen, waarbij de richtingen van de bewegingen bij voorkeur dezelfde zijn.

De stootkracht die wordt veroorzaakt door de verbranding in de verbrandingskamer dient te passen bij de gewenste wijze van 10 bewerken. Indien met "bewerken" het maken van een breukvlak of het maken van een inkeping wordt verstaan, kan de stootkracht een breder bereik hebben.

De beweging van het eerste is in een dergelijke inrichting 15 geen geforceerde beweging en is alleen indirect, door het stootdeel, gekoppeld met de verbranding. Hierdoor zullen de onderdelen in de inrichting minder snel slijten.

De inrichting volgens de uitvinding omvat bij voorkeur een 20 schakelaar omvat voor het in werking stellen van de expansie-eenheid voor het in beweging brengen van het eerste deel.

De schakelaar kan bijvoorbeeld in de hierboven beschreven voorkeuruitvoeringsvorm brandstoftoevoermiddelen in werking 25 stellen voor het veroorzaken van een verbranding. De schakelaar kan ook de druk of temperatuur in de verbrandingkamer zodanig instellen dat dit resulteert in een verbranding. Het voordeel van een schakelaar is dat het voorwerp gecontroleerd kan worden bewerkt. De schakelaar 30 voorkomt dat ongecontroleerde verbranding plaats vindt en het eerste deel ongewenst in beweging wordt gebracht. In de bouw wordt het in positie brengen van het voorwerp namelijk handmatig uitgevoerd.

8

Naast het eventueel aanwezig zijn van een schakelaar kan de expansie-eenheid ook worden gecontroleerd door een afgifte-deel voor het opslaan en gedoseerd afgeven van brandstof. Het 5 afgifte-deel voorkomt dat ongecontroleerde verbranding plaats vindt en maakt de inrichting daardoor nog veiliger. Bij voorkeur wordt de gedoseerde brandstof door de hierboven beschreven schakelaar afgegeven en komt deze rechtstreeks in de verbrandingskamer. Door het doseren van de hoeveelheid 10 brandstof kan de kracht van de expansie-eenheid worden gereguleerd. Een hoeveelheid brandstof voor het één keer in beweging brengen van het eerste deel kan eventueel apart in het afgifte-deel worden opgeslagen.

15 In een andere voorkeuruitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding omvat de expansie-eenheid een verbrandingskamer en is de inrichting geschikt voor het gebruik van explosieve brandstof in die verbrandingskamer.

20 Een dergelijke inrichting kan bijvoorbeeld geschikt zijn voor het gebruik van kruit als explosieve brandstof. Pistolen voor kogels of voor spijkers zijn voorbeelden van inrichtingen die geschikt zijn voor het gebruik van explosieve brandstof in een brandstofkamer. Een voorbeeld van zo een pistool gebruik 25 makende van kruit is de kruitschiethamer van de firma Spit. Een voorbeeld van zo een pistool gebruik makende van gas is de IM350 CT van de firma Paslode. De expansie-eenheid in de onderhavige uitvinding kan bijvoorbeeld op hetzelfde principe zijn gebaseerd. Hierin kan in plaats van een kogel of een 30 spijker een lange pin voor het gebruik als stootdeel worden gebruikt. Door de geleidingsmiddelen wordt de beweging van het eerste deel niet direct veroorzaakt door verbranding in de verbrandingskamer maar wordt deze veroorzaakt door het stoten 9 van het stootdeel tegen het eerste deel. Hierdoor zal de terugslag als gevolg van verbranding minder sterk zijn.

Een dergelijke inrichting kan ook gebruikmaken van het 5 principe van verbranding van explosief gas, zoals bijvoorbeeld ook voor pistolen voor spijkers wordt gebruikt. Het afgifte-deel dient hiervoor een voor explosief gas geschikte houder te omvatten. De hoeveelheid explosieve brandstof voor het één keer in beweging brengen van het eerste deel kan door het 10 afgifte-deel worden afgemeten of kan apart in eenheidsdoseringen worden opgeslagen.

De vorm van een dergelijke expansie-eenheid kan de vorm hebben van een pistool, met een handvat en een schakelaar voor het in 15 werking stellen van de expansie-eenheid. De verbrandingskamer zal dan in de loop van het pistool aanwezig zijn.

In weer een andere voorkeuruitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding omvat deze een frame, welk frame is 20 voorzien van een afsteundeel voor afsteuning op een ondergrond, waarbij de geleidingmiddelen zodanig zijn ingericht dat, wanneer het afsteundeel op de ondergrond afsteunt, de bewegingsrichting van het eerste deel in hoofdzaak parallel is aan de richting van de zwaartekracht, 25 waarbij het frame zodanig verend met het eerste deel samenwerkt, dat het eerste deel, na de beweging voor het bewerken van het voorwerp, weer naar zijn uitgangspositie terugkeert.

30 Het eerste deel dient elke keer nadat dit een voorwerp heeft bewerkt, weer terug te keren naar zijn uitgangspositie. Er kan dan weer een ander voorwerp voor bewerking in positie worden gebracht. De veerkracht is bij voorkeur groot genoeg om het 10 eerste deel weer naar zijn uitgangspositie te laten terugkeren maar ook zodanig klein dat de beweging van het eerste deel voor het bewerken van het voorwerp zo min mogelijk wordt geremd. De inrichting omvat bij voorkeur spiraalveren, welke 5 worden uitgerekt voor het bewerken van het voorwerp en weer hun oorspronkelijke vorm aannemen wanneer het eerste deel zich weer in zijn uitgangspositie bevindt.

De inrichting omvat bij voorkeur verstelmiddelen voor het 10 verstellen van de uitgangspositie van het eerste deel.

Door het verstellen van de uitgangspositie van het eerste deel kan de afstand die het eerste deel dient af te leggen voor het bewerken van het voorwerp worden gevarieerd. Dit is voordelig 15 indien voorwerpen met verschillende hoogte of hardheid bewerkt dienen te worden of wanneer de expansie-eenheid variërende krachten uitoefent.

De verstelmiddel omvatten bij voorkeur een framedeel, met welk 20 framedeel de expansie-eenheid is verbonden, welk framedeel verend met het eerste deel samenwerkt, waarbij de geleidingsmiddelen de beweging van dit framedeel voor het verstellen ervan kunnen geleiden.

25 De geleidingsmiddelen zouden bijvoorbeeld kunnen bestaan uit twee langwerpige cilinders, waarlangs het eerste deel maar ook het framedeel bewogen kunnen worden. Het framedeel wordt bij voorkeur aan de rest van het frame bevestigd voor het fixeren van zijn positie.

De uitvinding verschaft daartoe eveneens een gestel voor een inrichting voor het bewerken van een voorwerp, zoals een tegel, klinker of baksteen, welk gestel omvat: een frame, een 30 11 ten opzichte van het frame beweegbaar eerste deel, welk eerste deel een eerste rand omvat voor het bewerken van een eerste zijde van het voorwerp, een tweede deel, welk tweede deel een naar de eerste rand gekeerde tweede rand omvat voor het 5 bewerken van een van de eerste zijde gekeerde tweede zijde van het voorwerp, waarbij het eerste deel zodanig verend met het frame samenwerkt dat het eerste deel in de richting van het tweede deel kan worden weg gestoten en weer naar zijn uitgangspositie kan terugkeren.

10

De aanwezigheid van een eerste deel en een tweede deel, waarmee het te bewerken voorwerp aan beide zijden wordt bewerkt, maakt het mogelijk dat er een reproduceerbaar gecontroleerd breukvlak in het voorwerp wordt gemaakt. Het 15 eerste deel kan zodanig verend met het frame samenwerken dat, nadat het door het stoten in beweging is gebracht, de zwaartekracht eveneens een rol speelt bij zijn verdere beweging. Een voordeel van een dergelijk gestel is dat het uit kunststof of verschillende soorten metaal kan bestaan en een 20 compact geheel kan vormen zodat het gestel gemakkelijk is te vervoeren en door zijn eenvoud op de werkplaats kan worden achtergelaten. Een dergelijk gestel kan worden gebruikt in samenhang met middelen voor het wegstoten van het eerste deel. Het eerste deel kan bijvoorbeeld met een hamerslag door middel 25 van een beitel worden weg gestoten. Bij voorkeur stoot een expansie-eenheid echter het eerste deel richting het tweede deel. Het gestel omvat bij voorkeur middelen voor het houden van het voorwerp tussen de eerste rand en de tweede rand. Het frame omvat bij voorkeur een afsteundeel voor afsteuning op 30 een ondergrond. De eerste en tweede rand zijn bij voorkeur recht voor het maken van rechte breukvlakken. Het frame omvat bij voorkeur geleidingsmiddelen voor het geleiden van het eerste deel en deze zijn bij voorkeur zodanig dat het eerste 12 deel bij zijn beweging zo min mogelijk wrijving ondervindt en met behulp van de zwaartekracht snelheid verkrijgt en daardoor met een voldoende grote kracht op het voorwerp terecht kan komen.

5

Het gestel is bij voorkeur voorzien van bevestigingsmiddelen voor het zodanig bevestigen van een expansie-eenheid aan het frame dat bij expansie van het expansie-eenheid het eerste deel kan worden weg gestoten.

10

De bewegingsenergie van de expansie-eenheid kan door de bevestiging met zo min mogelijk energieverlies worden doorgegeven aan het eerste deel. Het gestel dient hierbij een zodanig gewicht te hebben dat het gestel zelf niet door de 15 terugslag van de expansie-eenheid beweegt. De bevestigingsmiddelen zullen afgestemd dienen te worden op een bepaalde expansie-eenheid. Bij voorkeur zijn de bevestigingsmiddelen afgestemd op een expansie-eenheid omvattende een verbrandingskamer, zoals hierboven beschreven.

20 Het gestel dient ook zodanig gevormd te zijn dat het eerste deel door de expansie-eenheid is te bereiken.

Het gestel is bij voorkeur zodanig dat het eerste deel verend samenwerkt met het frame en het omvat bij voorkeur 25 verstelmiddelen voor het verstellen van de afstand van het eerste deel in de uitgangspositie tot het tweede deel. De voordelen van verschillende hoogten van het eerste deel worden hierboven beschreven.

30 Het frame in het gestel omvat bij voorkeur een framedeel, aan welk framedeel de expansie-eenheid kan worden bevestigd, welk framedeel verend samenwerkt met het eerste deel waarbij de 13 verstelmiddelen de afstand van het framedeel tot het tweede deel kunnen verstellen.

De geleidingsmiddelen zouden bijvoorbeeld kunnen bestaan uit 5 twee langwerpige cilinders, waarlangs het eerste deel maar ook het framedeel bewogen kunnen worden. Het framedeel wordt bij voorkeur aan de rest van het frame bevestigd voor het fixeren van zijn positie.

10 Hiermee wordt door het verstellen van de hoogte van het framedeel, ook de uitgangspositie van het eerste deel veranderd. Het voordeel is met name dat verschillende wijzen van bewerken kunnen worden uitgevoerd en dat het gestel kan worden aangepast op voorwerpen met verschillende afmetingen.

15 De positie van de expansie-eenheid hoeft niet te worden aangepast aan de afstand van de uitgangspositie van het eerste deel tot het tweede deel omdat de positie van het eerste deel ten opzichte van het framedeel hier door de verende samenwerking niet wordt veranderd.

20

Bovendien verschaft de uitvinding daartoe een samenstel van een gestel, zoals hierboven beschreven, en een expansie-eenheid.

25 De expansie-eenheid in het samenstel omvat bij voorkeur een verbrandingskamer, welke verbrandingskamer functioneel is gekoppeld met een stootdeel voor het middels stoten in beweging brengen van het eerste deel.

30 De voordelen van een dergelijk samenstel zijn hierboven beschreven. Een extra voordeel is het tweede deel omvattende de tweede rand. Hierdoor kan een gecontroleerd breukvlak worden gemaakt in stenen. Door het tweede deel is de voor het 14 maken van een breukvlak benodigde kracht waarop het eerste deel op het voorwerp neerkomt minder groot. Door de aanwezigheid van de tweede rand kan voor het maken van een breukvlak de aanraking van de eerste rand op het voorwerp zeer 5 kort zijn. Door een eventuele verende samenwerking kan het eerste deel daardoor weer snel naar zijn uitgangspositie.

In een voorkeuruitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding omvat het gestel bevestigingsmiddelen voor het 10 zodanig bevestigen van een expansie-eenheid aan het frame dat bij expansie van het expansie-eenheid het eerste deel wordt weg gestoten, welke bevestigingsmiddelen zodanig zijn ingericht dat ze de expansie-eenheid loskoppelbaar aan het frame kunnen bevestigen.

15

De losmaakbaarheid van de expansie-eenheid is met name gunstig bij het vervoeren en bewaren van het gestel. De expansie-eenheid is vaak een kostbaar en niet ongevaarlijk instrument dat goed bewaard dient te worden. Het frame is door zijn 20 beperkte toepassingsmogelijkheden minder gevoelig voor diefstal en weersinvloeden. Dit zou op de werkplaats achtergelaten kunnen worden. Dit is met name gunstig indien het gestel wordt gebruikt voor het op maat maken van tegels of klinkers voor een bestrating of bakstenen voor een muur.

25

Korte beschrijving van de figuren

De uitvinding wordt in het navolgende toegelicht aan de hand 30 van een niet-beperkende voorkeursuitvoering van een inrichting volgens de uitvinding. Daarin tonen: 15

Figuur IA een schematisch vooraanzicht van een voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding, waarbij het eerste deel zich in zijn uitgangspositie bevindt; 5 Figuur 1B een schematisch vooraanzicht van een voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding, waarbij de eerste rand zich op het voorwerp bevindt;

Figuur 2A een schematische doorsnede van een 10 voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding, waarbij het eerste deel zich in zijn uitgangspositie bevindt;

Figuur 2B een schematische doorsnede van een voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de 15 uitvinding, waarbij het eerste deel in beweging wordt gebracht door de expansie-eenheid;

Figuur 2C een schematische doorsnede van een voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding, waarbij het eerste deel verder beweegt 20 middels de geleidingsmiddelen;

Figuur 2D een schematische doorsnede van een voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding, waarbij de eerste rand zich op het voorwerp bevindt; 25

Beschrijving van de voorkeuruitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding van de uitvinding 30 In figuur la en lb is te zien dat door de geleidingsmiddelen (7), welke bestaan uit twee cilinders, (7a en 7b), het eerste deel (3), nadat het in beweging is gebracht door de expansie-eenheid (5), in de richting van het tweede deel (18) kan 16 worden gestoten, zodat de eerste rand (4) een inkeping kan maken in de naar boven gerichte eerste zijde (17) van het voorwerp (2) en de tweede rand (19) een inkeping kan maken in de naar beneden gerichte van de eerste zijde (17) gekeerde 5 tweede zijde (20) van het voorwerp (2), bij voorkeur zodanig dat een breukvlak ontstaat en het voorwerp gemakkelijk langs dat breukvlak breekt. Indien het voorwerp een baksteen is, is daarvoor een korte harde klap voldoende. In figuur la bevindt het eerste deel (3) zich in zijn uitgangspositie. De tweede 10 rand (19) strekt zich in de figuren naar boven uit. In de praktijk zal deze tweede rand (19) zijn ingebed tussen indrukbaar materiaal, zoals rubber, zodat het voorwerp goed op de tweede rand (19) kan worden geplaatst. Omdat de tweede rand dan niet zichtbaar zou zijn is dit indrukbare materiaal niet 15 getoond. Te zien is dat de inrichting (1) of het samenstel (21) bestaat uit een expansie-eenheid (5) en een gestel (16), welk gestel een frame (6) omvat, welk frame (6) is voorzien van een afsteundeel (8) voor afsteuning op een ondergrond (9). De geleidingsmiddelen (7) zijn in deze uitvoeringsvorm zodanig 20 ingericht dat, wanneer het afsteundeel (8) op de ondergrond (9) afsteunt, de bewegingsrichting van het eerste deel (3) in hoofdzaak parallel is aan de richting van de zwaartekracht. Het frame omvat een framedeel (15) waarmee de expansie-eenheid (5) is verbonden. Het framedeel (15) werkt verend samen met 25 het eerste deel (3) middels twee veren (22a en 22b), welke het eerste deel (3) met framedeel (15) verbinden. De verstelmiddelen (14) (niet getoond) omvatten bijvoorbeeld openingen in de geleidingscilinders (7a en 7b) zodat het framedeel (15) met pinnen op een bepaald hoogte kan worden 30 ingesteld. De expansie-eenheid (5) is bij voorkeur loskoppelbaar met het gestel (16) verbonden.

17

In de figuren 2A, 2B, 2C en 2D is het verloop het eerste deel (3) te zien voor en na verbranding van een brandstof in de brandstofkamer (10). Het stootdeel (11) is een verlengstuk van een zuiger (23), welke zuiger (23) na verbranding in beweging 5 komt, zoals in figuur 2B te zien, waarbij het stootdeel (11) tegen het eerste deel (3) stoot en deze in beweging brengt. Hierdoor verplaatst het eerste deel (3) enigszins langs de geleidingsmiddelen (7). De zuiger keert na de verbranding weer terug in zijn uitgangspositie. De verdere beweging van het 10 eerste deel (3) is te zien in de figuren 2C en 2D. De veren (22a en 22b) strekken zich uit terwijl het eerste deel naar beneden beweegt en trekken na de beweging het eerste deel weer terug in zijn uitgangspositie.

1037495

Claims (16)

1. Inrichting (1) voor het bewerken van een voorwerp (2), zoals een tegel, klinker of baksteen, met het kenmerk, 5 dat deze omvat: - een eerste deel (3), welk eerste deel (3) een eerste rand (4) omvat voor het bewerken van het voorwerp (2) ; 10. een expansie-eenheid (5) voor het in beweging brengen van het eerste deel (3), en - een frame (6), welk frame geleidingsmiddelen (7) omvat voor het verder geleiden van het eerste deel (3) . 15

2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze een frame (6) omvat, welk frame (6) is voorzien van een afsteundeel (8) voor afsteuning op een ondergrond (9) , en de geleidingsmiddelen (7) zodanig zijn ingericht 20 dat, wanneer het afsteundeel (8) op de ondergrond (9) afsteunt, de bewegingsrichting van het eerste deel (3) in hoofdzaak parallel is aan de richting van de zwaartekracht.

3. Inrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de expansie-eenheid (5) een verbrandingskamer (10) omvat, welke verbrandingskamer (10) functioneel is gekoppeld met een stootdeel (11) voor het middels stoten in beweging brengen van het 30 eerste deel (3). 1037495

4. Inrichting (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat deze een schakelaar (12) omvat voor het in werking stellen van de expansie-eenheid (5) voor het in beweging brengen van het eerste deel (3). 5

5. Inrichting (1) volgens conclusies 3 of 4, met het kenmerk, dat deze een afgifte-deel (13) omvat voor het opslaan en gedoseerd afgeven van brandstof.

6. Inrichting (1) volgens één der conclusies 3-5, met het kenmerk, dat deze geschikt is voor het gebruik van explosieve brandstof.

7. Inrichting (1) volgens één der conclusies 1-5, met het 15 kenmerk, dat het frame (6) zodanig verend met het eerste deel (3) samenwerkt, dat het eerste deel (3), na de beweging voor het bewerken van het voorwerp (2) , weer naar zijn uitgangspositie terugkeert.

8. Inrichting (1) volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat deze verstelmiddelen (14) omvat voor het verstellen van de uitgangspositie van het eerste deel (3) .

9. Inrichting (1) volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de verstelmiddelen (14) een framedeel (15) omvatten, met welk framedeel (15) de expansie-eenheid (5) is verbonden, welk framedeel (15) verend met het eerste deel (3) samenwerkt, waarbij de geleidingsmiddelen (7) 30 de beweging van dit framedeel (15) voor het verstellen ervan kunnen geleiden.

10.Gestel (16) voor een inrichting voor het bewerken van een voorwerp (2), zoals een tegel, klinker of baksteen, met het kenmerk, dat dit omvat: 5. een frame (6); - een ten opzichte van het frame (6) beweegbaar eerste deel (3), welk eerste deel (3) een eerste rand (4) omvat voor het bewerken van een eerste zijde (17) van het voorwerp (2); 10. een tweede deel (18), welk tweede deel (18) een naar de eerste rand (4) gekeerde tweede rand (19) omvat voor het bewerken van een van de eerste zijde (17) gekeerde tweede zijde (20) van het voorwerp (2), 15 waarbij het eerste deel (3) zodanig verend met het frame (6) samenwerkt dat het eerste deel (3) in de richting van het tweede deel (18) kan worden weg gestoten en weer naar zijn uitgangspositie kan terugkeren. 20

11.Gestel (16) volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het is voorzien van bevestigingsmiddelen (17) voor het zodanig bevestigen van een expansie-eenheid (5) aan het frame (6) dat bij expansie van de expansie-eenheid het eerste deel (3) wordt weg gestoten. 25

12.Gestel (16) volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het eerste deel (3) verend samenwerkt met het frame (6) en het verstelmiddelen (14) omvat voor het verstellen van de afstand van het eerste deel (3) in de 30 uitgangspositie tot het tweede deel (18).

13.Gestel (16) volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het frame (6) een framedeel (15) omvat, aan welk framedeel (15) de expansie-eenheid kan worden bevestigd, welk framedeel (15) verend samenwerkt met het eerste 5 deel (3), en de verstelmiddelen (14) de afstand van het framedeel (15) tot het tweede deel (18) kunnen verstellen.

14.Samenstel (21) van een gestel (16) volgens één der 10 conclusies 11 - 13, en een expansie-eenheid (5).

15.Samenstel (21) volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de expansie-eenheid (5) een verbrandingskamer (10) omvat, welke verbrandingskamer (10) functioneel is 15 gekoppeld met een stootdeel (11) voor het middels stoten in beweging brengen van het eerste deel (3).

16.Samenstel (21) volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat het gestel (16) bevestigingsmiddelen (17) 20 omvat voor het zodanig bevestigen van een expansie- eenheid (5) aan het frame (6) dat bij expansie van het expansie-eenheid het eerste deel (3) wordt weg gestoten, welke bevestigingsmiddelen (17) zodanig zijn ingericht dat ze de expansie-eenheid (5) loskoppelbaar aan het 25 frame kunnen bevestigen. 1037495