NL1037046C2 - Inrichting geschikt voor het elektro-chemisch bewerken van een voorwerp, werkwijze geschikt voor het elektro-chemisch bewerken van een voorwerp alsmede simulatiemethode geschikt voor het optimaliseren van een dergelijke werkwijze voorafgaande aan het toepassen van een dergelijke werkwijze. - Google Patents

Inrichting geschikt voor het elektro-chemisch bewerken van een voorwerp, werkwijze geschikt voor het elektro-chemisch bewerken van een voorwerp alsmede simulatiemethode geschikt voor het optimaliseren van een dergelijke werkwijze voorafgaande aan het toepassen van een dergelijke werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL1037046C2
NL1037046C2 NL1037046A NL1037046A NL1037046C2 NL 1037046 C2 NL1037046 C2 NL 1037046C2 NL 1037046 A NL1037046 A NL 1037046A NL 1037046 A NL1037046 A NL 1037046A NL 1037046 C2 NL1037046 C2 NL 1037046C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
floating electrode
floating
electrode
electrically conductive
connecting element
Prior art date
Application number
NL1037046A
Other languages
English (en)
Inventor
Bart Juul Wilhelmina Bossche
Original Assignee
Elsyca N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Elsyca N V filed Critical Elsyca N V
Priority to NL1037046A priority Critical patent/NL1037046C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1037046C2 publication Critical patent/NL1037046C2/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C25ELECTROLYTIC OR ELECTROPHORETIC PROCESSES; APPARATUS THEREFOR
    • C25DPROCESSES FOR THE ELECTROLYTIC OR ELECTROPHORETIC PRODUCTION OF COATINGS; ELECTROFORMING; APPARATUS THEREFOR
    • C25D13/00Electrophoretic coating characterised by the process
    • C25D13/22Servicing or operating apparatus or multistep processes
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23HWORKING OF METAL BY THE ACTION OF A HIGH CONCENTRATION OF ELECTRIC CURRENT ON A WORKPIECE USING AN ELECTRODE WHICH TAKES THE PLACE OF A TOOL; SUCH WORKING COMBINED WITH OTHER FORMS OF WORKING OF METAL
    • B23H7/00Processes or apparatus applicable to both electrical discharge machining and electrochemical machining
    • B23H7/22Electrodes specially adapted therefor or their manufacture
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C25ELECTROLYTIC OR ELECTROPHORETIC PROCESSES; APPARATUS THEREFOR
    • C25DPROCESSES FOR THE ELECTROLYTIC OR ELECTROPHORETIC PRODUCTION OF COATINGS; ELECTROFORMING; APPARATUS THEREFOR
    • C25D13/00Electrophoretic coating characterised by the process
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C25ELECTROLYTIC OR ELECTROPHORETIC PROCESSES; APPARATUS THEREFOR
    • C25DPROCESSES FOR THE ELECTROLYTIC OR ELECTROPHORETIC PRODUCTION OF COATINGS; ELECTROFORMING; APPARATUS THEREFOR
    • C25D17/00Constructional parts, or assemblies thereof, of cells for electrolytic coating
    • C25D17/007Current directing devices
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C25ELECTROLYTIC OR ELECTROPHORETIC PROCESSES; APPARATUS THEREFOR
    • C25DPROCESSES FOR THE ELECTROLYTIC OR ELECTROPHORETIC PRODUCTION OF COATINGS; ELECTROFORMING; APPARATUS THEREFOR
    • C25D17/00Constructional parts, or assemblies thereof, of cells for electrolytic coating
    • C25D17/10Electrodes, e.g. composition, counter electrode
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C25ELECTROLYTIC OR ELECTROPHORETIC PROCESSES; APPARATUS THEREFOR
    • C25DPROCESSES FOR THE ELECTROLYTIC OR ELECTROPHORETIC PRODUCTION OF COATINGS; ELECTROFORMING; APPARATUS THEREFOR
    • C25D5/00Electroplating characterised by the process; Pretreatment or after-treatment of workpieces
    • C25D5/16Electroplating with layers of varying thickness

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Electrochemistry (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Metallurgy (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Electroplating Methods And Accessories (AREA)

Description

Inrichting geschikt voor het elektro-chemisch bewerken van een voorwerp, werkwijze geschikt voor het elektro-chemisch bewerken van een voorwerp alsmede simulatiemethode geschikt voor het optimaliseren van een dergelijke werkwijze voorafgaande aan het toepassen van een dergelijke werkwijze 5
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting geschikt voor het elektro-chemisch bewerken van een voorwerp, welke inrichting ten minste is voorzien van een elektrolyt omvattende kamer, ten minste een in de kamer 10 gelegen elektrode, alsmede van middelen voor het aanbrengen van een elektrische stroom tussen de elektrode en het voorwerp.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze geschikt voor het elektro-chemisch bewerken van een voorwerp, waarbij het voorwerp in een van een elektrolyt omvattende kamer wordt gepositioneerd, waarna met behulp van 15 middelen een elektrische stroom wordt aangebracht tussen ten minste een in de kamer gelegen elektrode en het voorwerp.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een simulatiemethode geschikt voor het optimaliseren van een dergelijke werkwijze voorafgaande aan het toepassen van een dergelijke werkwijze.
20 Bij een dergelijke, uit WO2008O10090 bekende inrichting en werkwijze worden een aantal elektroden tegenover het voorwerp gepositioneerd. Tussen dergelijke tegen-elektroden en het voorwerp wordt met behulp van een stroombron of spanningsbron een elektrische stroom tot stand gebracht. Desgewenst worden tussen de tegen-elektroden een aantal mee-elektroden 25 geplaatst om lokaal de te realiseren laagdikte te beïnvloeden. Zowel de elektroden als het voorwerp zijn stationair in de kamer opgesteld. Verder is het oppervlak van het voorwerp dat van een laagdikte van een gewenst materiaal moet worden voorzien of ontdaan naar de elektroden toe gericht.
Indien een dergelijke inrichting wordt toegepast voor het tegelijkertijd 30 bewerken van zowel de binnenzijde als de buitenzijde van een voorwerp, waarbij de elektroden aan de buitenzijde van het voorwerp zijn gelegen, zal op de buitenzijde gebruikelijk een grotere laagdikte worden gevormd dan op de binnenzijde. Bij relatief grote voorwerpen, zoals bijvoorbeeld een carrosserie van een auto of vrachtauto is het hierbij verder moeilijk om overal de gewenste 35 laagdikte te realiseren. Alhoewel het theoretisch mogelijk is om voor elk model 1037046 2 auto en vrachtauto een optimale elektrode-configuratie te berekenen en te vervaardigen, zal het realiseren van dergelijke stationaire elektroden met elk een afzonderlijke spanningsbron en aansturing in de praktijk tot hoge kosten leiden. Bovendien worden voertuigen in de fase van een zogenaamde Body In White 5 (BIW) vaak op continue wijze door een van een elektrolyt voorziene kamer heen getransporteerd, waarbij gedurende het transport het voertuig elektro-chemisch wordt bewerkt. Het voertuig gaat hierbij langs een aantal stationair opgestelde elektroden, die achtereenvolgens worden ingeschakeld op het moment dat het voertuig zich tegenover de betreffende elektrode bevindt. Het aanpassen van een ίο dergelijke transportlijn waarbij in het voertuig ook op stroombronnen of spanningsbronnen aangesloten hulpelektroden worden gepositioneerd, is relatief omslachtig en kostbaar.
De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen, waarbij op relatief eenvoudige wijze een gewenste elektrode-opstelling ten opzichte van een voorwerp 15 kan worden gerealiseerd en die eenvoudig kan worden aangepast.
Dit doel wordt bij de inrichting volgens de uitvinding bereikt doordat de inrichting verder is voorzien van ten minste een eerste zwevende elektrode die nabij de op de middelen aangesloten elektrode is gelegen, ten minste een tweede zwevende elektrode die nabij het op de middelen aangesloten voorwerp is gelegen, 20 alsmede ten minste een elektrisch geleidend verbindingselement dat met een eerste uiteinde met de eerste zwevende elektrode en met een tweede uiteinde met de tweede zwevende elektrode is verbonden.
Een zwevende elektrode, ook wel floating elektrode genaamd, is een elektrode die niet zelf direct op een spanningsbron of stroombron is aangesloten 25 maar die door de elektrische potentiaalverdeling in het elektrolyt waarin het is gelegen een bepaald elektrische interne potentiaal verkrijgt. De elektrische potentiaalverdeling in het elektrolyt ontstaat door de elektrische stroom. Op elk tijdstip is de totale kathodische stroom die de ene zwevende elektrode ontvangt nagenoeg gelijk aan de anodische stroom die de andere zwevende elektrode 30 verlaat.
De eerste en tweede zwevende elektroden zullen door het elektrisch geleidend verbindingselement nagenoeg dezelfde potentiaal hebben. In het geval dat het voorwerp als kathode fungeert terwijl de elektrode als anode fungeert, zal de bij de elektrode gelegen eerste zwevende elektrode een potentiaal hebben die 35 lager is dan de elektrode. De eerste zwevende elektrode fungeert derhalve als 3 zwevende kathode. Indien het elektrolyt een verf omvat, die kathodisch neerslaat zoals bij een zogenaamd elektroforetisch lakproces zal de eerste zwevende elektrode tijdens het lakproces van een laag verf worden voorzien.
Op eenzelfde wijze fungeert de tweede, nabij het voorwerp gelegen, 5 zwevende elektrode als zwevende anode. De tweede zwevende elektrode kan ook in het voorwerp nabij een wand van het voorwerp zijn gelegen. Op het voorwerp zal tegenover de zwevende anode een dikkere laag verf op het voorwerp worden aangebracht dan in het geval zonder de tweede zwevende elektrode.
Het is ook mogelijk om gebruik te maken van een anodisch, elektroforetisch 10 lakproces, in welk geval het voorwerp als anode gepolariseerd dient te zijn. Hieronder zal het elektrolyt dat een verf omvat die kathodisch of anodisch neerslaat, kathodische verf respectievelijk anodische verf worden genoemd.
Door het gebruik van zwevende elektroden is geen elektrische verbinding met de stroombron of spanningsbron nodig. Hierdoor wordt een relatief grote 15 vrijheid gekregen in de mogelijkheden voor het positioneren van de zwevende elektroden en desgewenst het laten meebewegen van het voorwerp door de kamer. De tweede zwevende elektrode kan op een nagenoeg willekeurige positie in of aan het voorwerp worden gehangen of daarin worden gepositioneerd, waarbij een positionering tegenover of nabij een locatie die zonder de aanwezigheid van de 20 tweede zwevende elektrode van een onvoldoende verflaagdikte zal worden voorzien, de voorkeur heeft. Ook het aanpassen van de posities van de zwevende elektroden is relatief eenvoudig.
Een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat het elektrisch geleidende verbindingselement een elektrisch 25 isolerende mantel omvat.
Op deze wijze fungeren enkel de eerste en tweede zwevende elektroden als elektroden en dient het elektrisch geleidend verbindingselement er enkel voor om de eerste en tweede zwevende elektroden op een nagenoeg zelfde potentiaal te brengen en de stroomdoorvoer van de eerste zwevende elektrode naar de tweede 30 zwevende elektrode te verzekeren.
Een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat een elektrisch geleidende draad het elektrisch geleidende verbindingselement vormt.
Door een dergelijke draad kunnen relatief eenvoudig op willekeurige plaatsen 35 en afstand ten opzichte van elkaar gelegen eerste en tweede zwevende elektroden 4 elektrisch met elkaar worden verbonden. De draad kan ook eenvoudig in een gewenste vorm worden gebogen.
Een weer andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de elektrisch geleidende draad de eerste 2wevende 5 elektrode, de tweede zwevende elektrode en het elektrisch geleidend verbindingselement vormt, waarbij het eerste uiteinde van de draad de eerste zwevende elektrode vormt, het tweede uiteinde van de draad de tweede zwevende elektrode vormt en een tussen het eerste en tweede uiteinde gelegen gedeelte van de draad het elektrisch geleidend verbindingselement vormt.
10 De eerste en tweede uiteinde van de draad kunnen eenvoudig op elke gewenste positie tegenover het voorwerp worden gepositioneerd.
Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat ten minste een zwevende elektrode een uit elektrisch geleidend materiaal vervaardigde plaat omvat.
15 Een dergelijke plaat is eenvoudig van opbouw en heeft een relatief groot contactoppervlak met het daaromheen liggende elektrolyt. De gewenste grootte van de plaat kan worden berekend en eenvoudig worden gewijzigd. Een nog groter contactoppervlak kan worden gerealiseerd indien de plaat gaasvormig is. Bij een dergelijke gaasvormige plaat wordt verder een grote 20 oppervlakte/gewichtsverhouding verkregen. Een nog hogere oppervlakte/gewichtsverhouding kan worden verkregen door het gebruik van een gepakt bed of een mat van metaalvezels.
Op de als zwevende kathode werkende plaat zal kathodische verf neerslaan. Deze kan eenvoudig van de plaat worden verwijderd of de plaat kan na enige tijd 25 worden vervangen door een nieuwe plaat.
Een weer verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat ten minste een zwevende elektrode is voorzien van ten minste een cilindervormig element dat elektrisch geleidend is verbonden met het elektrisch geleidende verbindingselement, welke zwevende elektrode verder is 30 voorzien van een membraan, waarbij tussen het membraan en het cilindervormig element een door het membraan van het elektrolyt gescheiden anolyt of katholyt is gelegen.
Door het membraan is het cilindervormige element gescheiden van het elektrolyt en zal het elektrolyt niet worden vervuild. Het membraan dient 35 geschikt te zijn voor ionenuitwisseling tussen het elektrolyt en het tussen het 5 membraan en het cilindervormige element aanwezige anolyt of katholyt. Door de cilindervorm kan relatief lokaal de te realiseren laagdikte worden beïnvloed.
Een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat het membraan cilindervormig is, waarbij het cilindervormige 5 element in het cilindervormige membraan is gelegen.
Op deze wijze wordt een relatief groot oppervlak gerealiseerd, waar ionenuitwisseling doorheen kan plaatsvinden.
Een weer verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat het membraan zich nagenoeg dwars op de hartlijn van 10 het cilindervormige element uitstrekt.
Hierdoor kan zeer lokaal een verandering in de laagdikte worden gerealiseerd. Een dergelijke zwevende elektrode is ook geschikt om bijvoorbeeld in een doorgang in een wand van het voorwerp te worden gestoken om rond de doorgang de laagdikte te beïnvloeden.
15 Een nog andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat het cilindervormig element in een gaasvormige houder is gelegen.
De gaasvormige houder kan stevigheid verschaffen aan de zwevende elektrode, waarbij door de gaasvormige openingen het elektrolyt in contact kan 20 worden gebracht met het anolyt of katholyt.
Een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de zwevende elektrode is voorzien van een overdrukventiel voor een zich in bedrijf in het anolyt of katholyt vormende gasdruk.
Tijdens het bewerken van het voorwerp treden elektro-chemische reacties op, 25 waarbij bijvoorbeeld in het geval dat de zwevende elektrode als een zwevende anode werkt, zuurstofgas vrijkomt. Het laten ontsnappen van het zuurstofgas terwijl de zwevende anode zich in het voorwerp bevindt is ongewenst omdat hierbij het risico bestaat dat er zuurstofgasbellen tegen een wand van het voorwerp aan komen te liggen, waarbij daar ter plaatse het voorwerp niet kan 30 worden bewerkt. In het geval dat de zwevende anode volledig in het elektrolyt is gelegen, dient het zuurstofgas in de zwevende anode te worden opgeslagen totdat de zwevende anode uit het elektrolyt kan worden genomen en het zuurstofgas uit de zwevende anode kan worden vrijgelaten. Door het overdrukventiel kan echter in het geval dat de druk groter wordt dan een voorafbepaalde druk, schade aan de 35 zwevende anode worden voorkomen. Ook is het mogelijk om het gas via een 6 afvoerslang die is aangesloten op het overdrukventiel tot buiten het voorwerp en desgewenst het elektrolyt te geleiden. Een andere mogelijkheid is het opvangen van het gas in een rubberen ballon die aan het overdrukventiel is bevestigd.
Een nog andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding 5 wordt gekenmerkt, doordat ten minste een zwevende elektrode is voorzien van bevestigingsmiddelen voor het losneembaar bevestigen van de zwevende elektrode aan het voorwerp.
Door dergelijke bevestigingsmiddelen kan relatief eenvoudig de zwevende elektrode op een willekeurige plaats in het voorwerp worden gepositioneerd. Ook 10 kan de positie eenvoudig worden gewijzigd.
Een nog verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de bevestigingsmiddelen een elektrisch isolerend conusvormig element omvat dat losneembaar bevestigbaar is in een in het voorwerp voorziene doorgang.
15 Hierdoor wordt een eenvoudige bevestigingsmiddel van de zwevende elektrode gerealiseerd waarbij gebruik wordt gemaakt van de reeds in het voorwerp aanwezige doorgang. In de praktijk zullen vooral in ruimtes die enkel bereikbaar zijn door nauwe doorgangen problemen optreden met het realiseren van een constante of gewenste laagdikte. Door de zwevende elektrode in de 20 doorgang te plaatsen, is de zwevende elektrode tevens meteen op een gewenste locatie gelegen.
Een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de inrichting is voorzien van een transportinrichting die door de kamer verplaatsbaar is, welke transportinrichting in bedrijf ten minste het 25 voorwerp, de eerste en tweede zwevende elektrode en het elektrisch geleidend verbindingselement ondersteunt.
Een dergelijke transportinrichting wordt in praktijk bijvoorbeeld gebruikt om een voorwerp zoals een BIW-voertuig eenvoudig door de kamer heen te leiden. De zwevende elektroden zullen worden geactiveerd, zodra met behulp van de 30 middelen een elektrische stroom tussen het voorwerp en de op de middelen aangesloten elektrode tot stand is gebracht.
Een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat het elektrisch geleidende verbindingselement is voorzien van een elektrische weerstand.
7
Door het gebruik van een elektrische weerstand, die bijvoorbeeld regelbaar is, kan de stroom die van de ene zwevende elektrode naar de andere zwevende elektrode stroomt worden geregeld of gelimiteerd tot een gewenst maximum, waardoor wordt uitgesloten dat nabij de tweede zwevende elektrode te grote 5 stroomdichtheden en derhalve te grote laagdiktes of lagen van onvoldoende kwaliteit op het voorwerp worden gerealiseerd.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze die wordt gekenmerkt, doordat ten minste een eerste zwevende elektrode nabij de op de middelen aangesloten elektrode wordt gepositioneerd, ten minste een tweede 10 zwevende elektrode nabij het op de middelenen aangesloten voorwerp wordt gepositioneerd, waarbij de eerste en tweede zwevende elektroden door ten minste een elektrisch geleidend verbindingselement met elkaar zijn verbonden.
Met behulp van deze werkwijze kunnen eenvoudig elektroden tegenover plaatsen op het voorwerp worden aangebracht voor het aanpassen van de 15 potentiaalverdeling en stroomdichtheidsverdeling over het voorwerp.
Een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat dat de tweede zwevende elektrode nabij een locatie van het te bewerken voorwerp wordt gepositioneerd, voor het ter plaatse van die locatie op een gewenste wijze aanpassen van de te realiseren laagdikte.
20 De positie van de tweede zwevende elektrode, ten opzichte van het voorwerp alsmede desgewenst de positie van de eerste zwevende elektrode kunnen eenvoudig in de praktijk worden aangepast.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een simulatiemethode, die wordt gekenmerkt doordat: 25 - ten minste een eerste zwevende elektrode, een elektrisch geleidend verbindingselement en een tweede zwevende elektrode worden gedefinieerd, de locaties worden bepaald waar naar verwachting zonder het gebruik van een tweede zwevende elektrode niet een gewenste laagdikte kan worden verkregen, - voor deze locaties tweede zwevende elektroden met een naar verwachting 30 gewenste afmeting worden gekozen, - de te verwachte laagdikte over het voorwerp en met name ter plaatse van deze locaties wordt berekend en wordt vergeleken met de gewenste laagdikte, - indien de verwachte laagdikte afwijkt van de gewenste laagdikte, ten minste het aantal tweede zwevende elektroden, de posities daarvan ten opzichte van het 35 voorwerp en/of de afmetingen van de tweede zwevende elektroden worden 8 aangepast totdat wordt berekend dat de verwachte laagdikte overeenkomt met de gewenste laagdikte.
Door de simulatiemethode is het mogelijk om relatief snel de gewenste posities, afmetingen zoals lengtes, breedtes en diameters van de verschillende 5 zwevende elektroden te bepalen.
Een uitvoeringsvorm van de simulatiemethode volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de elektrische weerstand van het elektrisch geleidend verbindingselement wordt aangepast.
Door het gebruik van een elektrische weerstand, die bijvoorbeeld regelbaar 10 is, kan de stroom die van de ene zwevende elektrode naar de andere zwevende elektrode stroomt worden geregeld en kan de invloed van de zwevende elektroden op de te vormen laagdikte worden beïnvloed.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin, 15 Figuur ι een schematische doorsnede toont van een inrichting volgens de uitvinding,
Figuur 2 een perspectivisch aanzicht toont van een door een transportrichting volgens de uitvinding ondersteund BIW-voertuig, alsmede door de transportinrichting ondersteunde eerste en tweede zwevende elektroden en 20 elektrisch geleidende verbindingselementen volgens de uitvinding,
Figuren 3,4A en 4B respectievelijk een perspectivisch aanzicht, een langsdoorsnede en een uitvergrote langsdoorsnede tonen van een uitvoeringsvorm van een zwevende elektrode volgens de uitvinding,
Figuur 5 een perspectivisch aanzicht toont van de in fig. 2 weergegeven 25 transportrichting en daardoor ondersteunde eerste en tweede zwevende elektroden en elektrisch geleidende verbindingselementen volgens de uitvinding,
Figuur 6 en 7 uitvergrote perspectivische aanzichten tonen van de in fig. 5 weergeven transportinrichting,
Figuren 8 en 9 respectievelijk een perspectivisch aanzicht en langsdoorsnede 30 tonen van een andere uitvoeringsvorm van een zwevende elektrode volgens de uitvinding,
Figuur 10A en 10B respectievelijk een perspectivisch aanzicht en doorsnede tonen van de in fig. 8 en 9 weergegeven zwevende elektrode aangebracht in een doorgang in een BIW-voertuig, 9
Figuren π en 12 respectievelijk een perspectivisch aanzicht en langsdoorsnede tonen van een weer andere uitvoeringsvorm van een zwevende elektrode volgens de uitvinding,
Figuur 13A en 13B respectievelijk een perspectivisch aanzicht en doorsnede 5 tonen van de in fig. 11 en 12 weergegeven zwevende elektrode aangebracht in een doorgang in een BIW-voertuig,
Figuur 14 een ander perspectivisch aanzicht toont van de in Fig 2 weergegeven transportrichting volgens de uitvinding,
Figuur 15 een perspectivisch aanzicht toont van een met behulp van een 10 werkwijze volgens de stand der techniek bewerkt BIW-voertuig, met isolijnen die de aangebracht laagdikte weergeven,
Figuur 16 een perspectivisch aanzicht toont van het met behulp van de inrichting zoals gedeeltelijk weergegeven in fig. 2 en 14 en de werkwijze volgens de uitvinding bewerkte BIW-voertuig, met isolijnen die de aangebrachte laagdikte 15 weergeven.
Figuur 17 een perspectivisch aanzicht toont van een door een transportrichting volgens de uitvinding ondersteund BIW-voertuig, alsmede eerste zwevende elektroden, rijen langgestrekte tweede zwevende elektroden en elektrisch geleidende verbindingselementen, 20 Figuur 18 een perspectivisch aanzicht toont van het met behulp van de inrichting zoals gedeeltelijk weergegeven in fig. 17 en de werkwijze volgens de uitvinding bewerkte BIW-voertuig, met isolijnen die de aangebrachte laagdikte weergeven.
In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde 25 verwijzingsdjfer.
Figuur 1 toont een schematische doorsnede van een inrichting 1 volgens de uitvinding die is voorzien van een door wanden 2 begrensde kamer 3 waarin zich een elektrolyt 4 bevindt. Nabij twee tegenover elkaar gelegen wanden 2 zijn elektroden 5 opgesteld. De elektroden 5 zijn met behulp van geleidende draden 6 30 aangesloten aan een eerste zijde van een regelbare spanningsbron 7. In de kamer 3 is een voorwerp 8 gelegen, dat slechts schematisch is weergegeven. Het voorwerp 8 is hol en voorzien van binnen- en buitenwanden 9,10.
De tot dusver beschreven inrichting is op zich bekend en zal derhalve niet nader worden toegelicht.
10
De inrichting 1 volgens de uitvinding is verder voorzien van een eerste zwevende elektrode n die zich in het elektrolyt 4 bevindt tussen de rechter elektrode 5 en de buitenwand 10 van het voorwerp 8. De eerste zwevende elektrode 11 is in de kamer 3 bijvoorbeeld bevestigd aan een drager (niet 5 weergegeven) die het voorwerp 8 ondersteunt. De eerste zwevende elektrode 11 is elektrisch geïsoleerd van de drager. De eerste zwevende elektrode 11 is niet elektrisch verbonden met de spanningsbron 7.
De inrichting 1 is verder voorzien van een tweede zwevende elektrode 12 die zich bevindt in het voorwerp 8 tegenover een binnenwand 9 van het voorwerp 8.
10 De tweede zwevende elektrode 12 is in de kamer 3 bijvoorbeeld bevestigd aan het voorwerp 8 of aan een drager (zie fig. 2) die het voorwerp 8 ondersteunt. De tweede zwevende elektrode 12 is elektrisch geïsoleerd van de drager en van het voorwerp. De tweede zwevende elektrode 12 is niet elektrisch verbonden met de spanningsbron 7.
15 De inrichting 1 is verder voorzien van een elektrisch geleidend verbindingselement 13 dat met een eerste uiteinde 14 is verbonden met de eerste zwevende elektrode 11 en met een tweede uiteinde 15 met de tweede zwevende elektrode 12. Het elektrisch geleidend verbindingselement 13 is bij voorkeur voorzien van een elektrisch isolerende mantel (niet weergegeven) zodat op 20 eenvoudige wijze elektrisch contact tussen het elektrisch geleidend verbindingselement 13 en bijvoorbeeld het voorwerp 8 wordt vermeden.
De werking van de inrichting 1 is als volgt.
Door inschakeling van de spanningsbron 7 wordt tussen de elektroden 5 en het voorwerp 8 een spanning van bijvoorbeeld 400 V aangebracht. De elektroden 25 5 werken hierbij als anode terwijl het voorwerp 8 als kathode optreedt. Door het spanningsverschil gaat er door het elektrolyt 4 een stroom lopen. Het elektrolyt omvat bijvoorbeeld een kathodische verf. Een dergelijke waterige verfoplossing heeft bijvoorbeeld een specifieke geleidbaarheid van 0,1 - 0,5 S/m. Hierdoor zal als eerste een laag neerslaan op die oppervlakken van het voorwerp 8 die zich het 30 dichtst bij de elektroden 5 bevinden. De neergeslagen laag veroorzaakt een relatief hoge ohmse polarisatie val, waardoor de stroom ook verder van de elektroden 5 afgelegen oppervlakken zal bereiken. Indien geen gebruik wordt gemaakt van de zwevende elektroden 11,12 zal de laagdikte over het voorwerp 8 uiteindelijk relatief groot zijn nabij de elektroden 5 en relatief klein zijn op afstand van de 35 elektroden 5.
11
Door de zwevende elektroden 11,12 wordt de laagdikte verdeling gelijkmatiger. Nabij de eerste zwevende elektrode 11 is de potentiaal Ui in het elektrolyt 4 hoger dan de potentiaal U2 nabij de tweede zwevende elektrode 12. Doordat de eerste en tweede zwevende elektroden 11,12 door het elektrisch 5 geleidende verbindingselement 13 elektrisch met elkaar zijn verbonden, verkrijgen de eerste en tweede zwevende elektroden 11,12 een potentiaalwaarde die tussen de potentialen Ui en U2 ligt.
Hierdoor is de eerste zwevende elektrode 11 kathodisch ten opzichte van de elektroden 3 en zal een deel van de stroom van de elektroden 5 in plaats van naar 10 het voorwerp 8 naar de eerste zwevende elektrode 11 stromen. Op de eerste zwevende elektrode n zal ook een laag verf neerslaan. Deze laag zal regelmatig moeten worden verwijderd of de eerste elektrode 11 zal regelmatig moeten worden vervangen nadat het voorwerp is bewerkt.
De tweede zwevende elektrode 12 is anodisch ten opzichte van het voorwerp 15 8 en vanuit de tweede zwevende elektrode 12 zal door het elektrolyt 4 een stroom naar het voorwerp 8 gaan stromen. Hierdoor wordt de laagdikte op het voorwerp 8, met name op relatief dicht nabij de tweede zwevende elektrode 12 gelegen oppervlakten, groter.
Door de op de eerste zwevende elektrode 11 neergeslagen verf zal de 20 elektrische geleidbaarheid daarvan geleidelijk afnemen, waardoor de door de tweede zwevende elektrode 12 geleverde stroom geleidelijk zal afhemen.
Dit betekent dat de tweede zwevende elektrode 12 vooral in het begin van het proces stroom zal afleveren nabij de binnenzijde 9 van het voorwerp 8, terwijl door de elektrode 5 afgegeven stroom pas in een latere fase van het 25 bewerkingsproces voor het neerslaan van verf op de binnenzijde 9 zal zorg dragen.
Het aantal eerste en tweede zwevende elektroden 11,12 en elektrisch geleidende verbindingselementen 13 alsmede de vorm en afmetingen daarvan kan naar wens worden aangepast. Ook de wijze waarop de verschillende eerste en tweede zwevende elektroden elektrisch worden gegroepeerd, kan naar wens 30 worden bepaald.
Volledigheidshalve wordt hier vermeld dat onder het begrip "zwevende elektrode" een elektrode wordt verstaan die niet middels draden op een spanningsbron of stroombron is aangesloten maar op spanning of onder stroom wordt gezet enkel door de heersende potentiaalverdeling in het elektrolyt waar 35 het zich in bevindt.
12
Het elektrisch geleidende verbindingselement 13 kan een flexibele of starre draad zijn die is voorzien van een elektrisch isolerende mantel. De draad is bijvoorbeeld vervaardigd van koper. Het voordeel van een flexibele draad is dat hierdoor de tweede zwevende elektrode 12 eenvoudig ten opzichte van de eerste 5 zwevende elektrode 11 kan worden gepositioneerd. De beide zwevende elektroden η, 12 dienen hierbij wel elk te worden ondersteund.
Bij een starre draad of staaf volstaat het ondersteunen van een van de zwevende elektroden mits de draad of staaf voldoende draagkracht heeft om de andere zwevende elektrode te ondersteunen.
10 De zwevende elektrode waarop een laag wordt gevormd, in het hierboven aangegeven voorbeeld is dat de eerste, als kathode werkende, zwevende elektrode 11, is bij voorkeur vervaardigd van een metalen plaat. Om de plaat een relatief groot contactoppervlak met het elektrolyt te verschaffen, is de plaat bij voorkeur gaasvormig. De voordelen hiervan zijn een relatief hoge verhouding tussen actief 15 contactoppervlak/gewicht, een relatief hoge verhouding tussen actief contactoppervlak/geometrisch oppervlak, relatief klein volume, eenvoudig te vervaardigen in nagenoeg elke gewenste afmeting, goede doorstromingmogelijkheden voor het elektrolyt etc.
De eerste zwevende elektrode 11 kan ook worden gevormd door een draad 20 die een geheel vormt met het elektrisch geleidend verbindingselement 13.
Uiteraard dient de draadvormige eerste zwevende elektrode geen isolerende mantel te omvatten.
Op de eerste zwevende elektrode 11 neergelagen verf kan met een oplosmiddel chemisch worden verwijderd, zodat de zwevende elektrode 11 kan 25 worden hergebruikt.
De zwevende elektrode, in het hierboven aangegeven voorbeeld de tweede, als anode werkende, zwevende elektrode 12, is bij voorkeur cilindervormig.
Diverse uitvoeringsvormen van dergelijke cilindervormige zwevende anodes zullen hieronder aan de hand van de figuren nader worden toegelicht. Andere vormen 30 zijn uiteraard ook mogelijk.
Figuur 2 toont een transportinrichting 21 die verplaatsbaar is door een langgestrekte kamer 3. Door de transportinrichting 21 wordt een zogenaamd BIW-voertuig 22 ondersteund Een dergelijke transportinrichting 21, middelen voor het verplaatsen van de transportinrichting 21 door de langgestrekte kamer 3 en een 35 dergelijke langgestrekte kamer 3 zijn op zich bekend in bijvoorbeeld de 13 automobielindustrie, waar zogenaamde BIW-voertuigen 22 van een basisverflaag of zogenaamde primer moeten worden voorzien.
De transportinrichting 21 onderscheidt zich van bekende transportinrichtingen doordat ze is voorzien van middelen voor het ondersteunen 5 van eerste zwevende elektroden 11. Deze middelen kunnen bijvoorbeeld een U-vormig profiel zijn waarin de gaasvormige plaatvormige zwevende elektrode 11 losneembaar in kan worden gepositioneerd. De zwevende elektroden 11 zijn elektrisch geïsoleerd van de transportinrichting 21. De tweede cilindervormige zwevende elektroden 12 zijn aan de binnenzijde van het BIW-voertuig 22 10 gehangen, bij voorkeur nabij plaatsen waar anders problemen met de laagdikte worden verwacht. Dit is bijvoorbeeld vaak het geval ter plaatse van verstevigingsprofielen 23. Dergelijke verstevigingsprofielen 23 dienen ook aan de binnenzijde van een verflaag te worden voorzien. Hiertoe zijn de verstevigingsprofielen voorzien van doorgangen 24. Dergelijke doorgangen 24 15 zouden voor het goed kunnen aanbrengen van verf aan de binnenzijde van de verstevigingsprofielen bij voorkeur relatief groot en veelvuldig in aantal zijn, maar voor de stevigheid van de verstevigingsprofielen 23 zijn ze in de praktijk relatief klein en beperkt in aantal.
Figuren 3, 4A en 4B tonen een eerste gedetailleerde uitvoeringsvorm van een 20 elektrode 112 die geschikt is om te worden toegepast als zwevende anode in de hierboven beschreven inrichting. De elektrode 112 is echter ook geschikt om te worden toegepast als een op een stroombron of spanningsbron aangesloten elektrode, daarbij fungerend als anode of kathode.
De elektrode 112 omvat een langgestrekt hol cilindervormig element 113 dat is 25 vervaardigd van een gaasvormige metalen plaat. Het cilindervormig element 113 is gelegen in een houder die twee eindkappen 114 en een zich tussen de eindkappen 114 uitstrekkende kunststoffen buis 115 omvat. De wand van de kunststoffen buis 115 is voorzien van een relatief groot aantal doorgangen 116. Aan de binnenzijde van de buis 115 is een cilindervormig membraan 117 gelegen dat met behulp van 30 afdichtringen 118 afdichtend tussen de buis 115 en de eindkappen 114 is gelegen. Door de linker eindkap 114 strekken zich twee buizen 119,120 uit. De eerste buis 119 strekt zich door de eindkap 114 uit en mondt uit in een tussen het membraan 117 en het cilindervormig element 113 gelegen ruimte. De tweede buis 120 strekt zich door de eindkap 114 uit en strekt zich vervolgens uit in de door het 35 cilindervormige element 113 begrensde ruimte. De buizen 119,120 zijn voorzien 14 van losneembare doppen 121. Na het losnemen van de doppen 119 kan via de buis 119 een anolyt of katholyt 122 in de houder worden aangebracht en via de buis 120 uit de houder worden verwijderd. In het geval dat de elektrode als anode werkt wordt een anolyt aangebracht en in het geval dat de elektrode als kathode werkt 5 een katholyt.
Het cilindervormige element 113 is aan een van de buizen 119,120 afgekeerde zijde voorzien van een aansluitelement 123 waarop het elektrisch geleidende verbindingselement 13 aansluitbaar is.
De elektrode 112 is aan een van de buizen 119,120 afgekeerde zijde voorzien 10 van een overdrukventiel 124, dat zich evenwijdig aan de hartlijn van de buis 115 uitstrekt. Het is echter ook mogelijk om het overdrukventiel 124 zich dwars op de hartlijn te laten uitstrekken. Tijdens het bewerkingsproces ontstaat in de houder bijvoorbeeld zuurstofgas. Door dit gas zal de druk in de elektrode 112 toenemen. Indien de druk een voorafbepaalde grens overschrijdt, kan het gas via het 15 overdrukventiel 124 ontsnappen zonder de elektrode 112 te beschadigen. In gebruik zal men het gas bij voorkeur alleen laten ontsnappen, nadat de elektrode 112 uit het elektrolyt is verwijderd. Het is ook mogelijk om op het overdrukventiel 124 een slang aan te sluiten die tot buiten het BIW-voertuig 22 wordt geleidt. Hierdoor kan de overdruk tijdens het bewerkingsproces ontsnappen en uit het 20 elektrolyt worden geleidt. Het is ongewenst dat het gas in het BIW-voertuig geraakt omdat zich dan gasbellen tegen een wand van het BIW-voertuig zullen vormen en daar ter plaatse geen verf meer zal neerslaan.
Zoals zichtbaar in fig. 3 is de elektrode 112 voorzien van haakvormige elementen 125 met behulp waarvan de elektrode 112 aan of nabij het te bewerken 25 voorwerp kan worden bevestigd.
Figuur 5, 6 en 7 tonen de transportinrichting 21 die verder is voorzien van steunen 126 voor het ondersteunen van de elektroden 112. De steunen 126 zijn voorzien van een groot aantal bevestigingsgaten 127 zodat de elektroden 112 op elke gewenste positie ten opzichte van het te bewerken voorwerp kunnen worden 30 gepositioneerd.
Figuren 8, 9,10A en 10B tonen een tweede gedetailleerde uitvoeringsvorm van een elektrode 212 die geschikt is om te worden toegepast als zwevende anode in de hierboven beschreven inrichting. De elektrode 212 is echter ook geschikt om te worden toegepast als een op een stroombron of spanningsbron aangesloten 35 elektrode, daarbij fungerend als anode of kathode.
15
De elektrode 212 omvat een langgestrekt massief cilindervormig element 213 dat is vervaardigd van een metalen staaf. Het cilindervormig element 213 is gelegen in een houder die twee eindkappen 214, 215 en een zich tussen de eindkappen 214, 215 uitstrekkende kunststoffen buis 115 omvat. De wand van de 5 kunststoffen buis 115 is voorzien van een relatief groot aantal doorgangen 116. Aan de binnenzijde van de buis 115 is een cilindervormig membraan 117 gelegen dat met behulp van afdichtringen 118 afdichtend tussen de buis 115 en de eindkappen 214, 213 is gelegen. De linker eindkap 215 is voorzien van een zich dwars op de hartlijn van het cilindervormige element 213 uitstrekkende geperforeerde plaat 216 en een 10 tegen de binnenzijde daarvan aanliggend membraan 217. De plaat 217 en het membraan 216 zijn losneembaar voor het aanbrengen en verversen van het anolyt of katholyt 122.
Het cilindervormige element 213 is aan een van het membraan 217 afgekeerde zijde voorzien van een aansluitelement 123 waarop het elektrisch geleidende 15 verbindingselement 13 aansluitbaar is.
De elektrode 212 is aan een van het membraan 217 afgekeerde zijde voorzien van een overdrukventiel 124, dat zich evenwijdig aan de hartlijn van de buis 115 uitstrekt.
De elektrode 212 is verder voorzien van een conische dop 218 die in de 20 richting van het membraan 217 taps toe loopt. Met behulp van de conische dop 218 is de elektrode 212 eenvoudig losneembaar klembaar in een doorgang 24 van een verstevigingsprofiel 23 van een BIW-voertuig 22 (zie fig. 10A en 10B) of in een willekeurige andere opening van een te bewerken voorwerp. Door het membraan 217 kan in bedrijf eenvoudig ionenuitwisseling plaatsvinden tussen het in de 25 elektrode 212 aanwezig anolyt of katholyt en het elektrolyt dat zich in de ruimte 219 van het verstevigingsprofiel 23 bevindt. De elektrode 212 zal stroom leveren zowel in de ruimte 219 als aan het oppervlak dat zich aan de buitenzijde van de ruimte 219 bevindt.
Figuren 11,12,13A en 13B tonen een derde gedetailleerde uitvoeringsvorm van 30 een elektrode 312 die geschikt is om te worden toegepast als zwevende anode in de hierboven beschreven inrichting. De elektrode 312 is echter ook geschikt om te worden toegepast als een op een stroombron of spanningsbron aangesloten elektrode, daarbij fungerend als anode of kathode.
De elektrode 312 omvat een langgestrekt massief cilindervormig element 213 35 dat is vervaardigd van een metalen staaf. Het cilindervormig element 213 is ιό gelegen in een houder die twee eindkappen 214, 215 en een zich tussen de eindkappen 214, 215 uitstrekkende cilindervormige kunststoffen buis 313 omvat.
De wand van de kunststoffen buis 313 is in tegenstelling tot de buis 115 niet voorzien van doorgangen 116. De linker eindkap 215 is voorzien van een zich dwars 5 op de hartlijn van het cilindervormige element 213 uitstrekkende geperforeerde plaat 216 en een tegen de binnenzijde daarvan aanliggend membraan 217.
Het cilindervormige element 313 is aan een van het membraan 217 afgekeerde zijde voorzien van een aansluitelement 123 waarop het elektrisch geleidende verbindingselement 13 aansluitbaar is.
10 De elektrode 312 is aan een van het membraan 217 afgekeerde zijde voorzien van een overdrukventiel 124, dat zich evenwijdig aan de hartlijn van de buis 115 uitstrekt.
De elektrode 312 is verder voorzien van een conische dop 218 die in de richting van het membraan 217 taps toe loopt. Met behulp van de conische dop 15 218 is de elektrode 212 eenvoudig losneembaar klembaar in een doorgang 24 van een verstevigingsprofiel 23 van een BIW-voertuig 22 (zie fig. 13A en 13B) of in een willekeurige andere opening van een te bewerken voorwerp. Door het membraan 217 kan in bedrijf eenvoudig ionenuitwisseling plaatsvinden tussen het in de elektrode 212 aanwezig anolyt of katholyt en het elektrolyt dat zich in de ruimte 20 219 van het verstevigingsprofiel 23 bevindt. De elektrode 312 zal enkel stroom leveren in de ruimte 219.
Figuur 14 toont een ander aanzicht van de in fig. 2 weergegeven inrichting, waarbij duidelijk zichtbaar is dat een langgestrekte elektrode 112 tegenover een verstevigingsprofiel 23 is gepositioneerd, waarbij de elektrode 112 zich nagenoeg 25 evenwijdig aan het verstevigingsprofiel 24 uitstrekt.
Figuur 15 toont het BIW-voertuig 22 waarop een laag verf is aangebracht zonder dat gebruik is gemaakt van zwevende elektroden en de werkwijze volgens de uitvinding. Zoals duidelijk zichtbaar is de laagdikte nabij het verstevigingsprofiel 23 relatief klein 1-2 micron terwijl op afstand van het 30 verstevigingsprofiel 23 laagdiktes van 10-16 micron worden gerealiseerd.
Figuur 16 toont het BIW-voertuig 22 waarop een laag verf is aangebracht onder gebruikmaking van zwevende elektroden met de transportinrichting 21 zoals weergegeven in fig. 2 en 14 volgens de uitvinding. Zoals duidelijk zichtbaar is de laagdikte nabij het verstevigingsprofiel 23 dikker dan in fig. 15 en varieert 17 tussen 3-6 micron terwijl op afstand van het verstevigingsprofiel 23 laagdiktes van 10-16 micron worden gerealiseerd.
Figuur 17 toont de in fig 2 weergegeven transportinrichting 21 waarbij in plaats van een zich evenwijdig aan het verstevigingsprofiel 23 uitstrekkende 5 zwevende elektrode gebruik wordt gemaakt van een aantal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende, langgestrekte zwevende elektroden 112 die zich dwars op het verstevigingsprofiel 23 uitstrekken.
Figuur 18 toont het BIW-voertuig 22 waarop een laag verf is aangebracht onder gebruikmaking van zwevende elektroden met de transportinrichting 21 10 zoals weergegeven in fig. 17 volgens de uitvinding. Zoals duidelijk zichtbaar is de laagdikte nabij het verstevigingsprofiel 23 constanter en dikker dan in fig. 15 en 16 en varieert tussen 6-8 micron terwijl op afstand van het verstevigingsprofiel 23 laagdiktes van 10-16 micron worden gerealiseerd.
Het optimaliseren van de keuze van het aantal, het type en grootte van de 15 toe te passen zwevende elektroden kan experimenteel worden vastgesteld.
Handiger is echter om gebruik te maken van een simulatiemethode waarbij met behulp van een computermodel de te verwachten laagdiktes bij diverse opstellingen van de zwevende elektroden ten opzichte van het voorwerp, zoals een BIW-voertuig worden berekend.
20 Hierbij worden eerst een aantal eerste zwevende elektroden, elektrisch geleidende verbindingselementen en tweede zwevende elektroden gedefinieerd. Vervolgens wordt met behulp van een computermodel de laagdiktes berekend zonder het gebruik van zwevende elektroden. Hieruit worden de locaties bepaald waar naar verwachting niet een gewenste laagdikte zal worden verkregen. Nabij 25 deze locaties worden bij de simulatiemethode tweede zwevende elektroden met een naar verwachting gewenste type, afmeting en oriëntatie gekozen. Met behulp van een computermodel worden vervolgens de te verwachte laagdiktes berekend en vergeleken met de gewenste laagdiktes, met name ter plaatse van de specifieke locaties.
30 Indien de verwachte laagdiktes afwijken van de gewenste laagdiktes, worden bijvoorbeeld het aantal tweede zwevende elektroden, de posities daarvan ten opzichte van het voorwerp en/of de afmetingen van de tweede zwevende elektroden aangepast totdat wordt berekend dat de verwachte laagdiktes overeenkomt met de gewenste laagdiktes.
ι8
Ook is het mogelijk om het elektrisch geleidend verbindingselement 13 te voorzien van een bij voorkeur regelbare weerstand om het gedrag van de zwevende elektroden te beïnvloeden.
1037046

Claims (17)

  1. 2. Inrichting volgens conclusie ï, met het kenmerk, dat het elektrisch geleidende verbindingselement een elektrisch isolerende mantel omvat.
  2. 3. Inrichting volgens conclusie ι of 2, met het kenmerk, dat een elektrisch geleidende draad het elektrisch geleidende verbindingselement vormt.
  3. 4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de elektrisch geleidende draad de eerste zwevende elektrode, de tweede zwevende elektrode en het elektrisch geleidend verbindingselement vormt, waarbij het eerste uiteinde van de 20 draad de eerste zwevende elektrode vormt, het tweede uiteinde van de draad de tweede zwevende elektrode vormt en een tussen het eerste en tweede uiteinde gelegen gedeelte van de draad het elektrisch geleidend verbindingselement vormt.
  4. 5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat ten minste een zwevende elektrode een uit elektrisch geleidend materiaal 25 vervaardigde plaat omvat.
  5. 6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat ten minste een zwevende elektrode is voorzien van ten minste een cilindervormig element dat elektrisch geleidend is verbonden met het elektrisch geleidende verbindingselement, welke zwevende elektrode verder is voorzien van een 30 membraan, waarbij tussen het membraan en het cilindervormig element een door het membraan van het elektrolyt gescheiden anolyt of katholyt is gelegen.
  6. 7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het membraan cilindervormig is, waarbij het cilindervormige element in het cilindervormige membraan is gelegen. 1037046
  7. 8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat het membraan zich nagenoeg dwars op de hartlijn van het cilindervormige element uitstrekt.
  8. 9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 6-8, met het kenmerk, dat het cilindervormig element in een gaasvormige houder is gelegen.
  9. 10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 6-9, met het kenmerk, dat de zwevende elektrode is voorzien van een overdrukventiel voor een zich in bedrijf in het anolyt of katholyt vormende gasdruk.
  10. 11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste een zwevende elektrode is voorzien van bevestigingsmiddelen voor het 10 losneembaar bevestigen van de zwevende elektrode aan het voorwerp.
  11. 12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen een elektrisch isolerend conusvormig element omvat dat losneembaar bevestigbaar is in een in het voorwerp voorziene doorgang.
  12. 13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 15 inrichting is voorzien van een transportinrichting die door de kamer verplaatsbaar is, welke transportinrichting in bedrijf ten minste het voorwerp, de eerste en tweede zwevende elektrode en het elektrisch geleidend verbindingselement ondersteunt.
  13. 14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het 20 elektrisch geleidende verbindingselement is voorzien van een elektrische weerstand.
  14. 15. Werkwijze geschikt voor het elektro-chemisch bewerken van een voorwerp, waarbij het voorwerp in een van een elektrolyt omvattende kamer wordt gepositioneerd, waarna met behulp van middelen een elektrische stroom wordt 25 aangebracht tussen ten minste een in de kamer gelegen elektrode en het voorwerp, met het kenmerk, dat ten minste een eerste zwevende elektrode nabij de op de middelen aangesloten elektrode wordt gepositioneerd, ten minste een tweede zwevende elektrode nabij het op de middelen aangesloten voorwerp wordt gepositioneerd, waarbij de eerste en tweede zwevende elektroden door ten minste 30 een elektrisch geleidend verbindingselement met elkaar zijn verbonden.
  15. 16. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de tweede zwevende elektrode nabij een locatie van het te bewerken voorwerp wordt gepositioneerd, voor het ter plaatse van die locatie op een gewenste wijze aanpassen van de te realiseren laagdikte.
  16. 17. Simulatiemethode geschikt voor het optimaliseren van de werkwijze volgens conclusie 15 of 16 voorafgaande aan het toepassen van die werkwijze, met het kenmerk, dat - ten minste een eerste zwevende elektrode, een elektrisch geleidend 5 verbindingselement en een tweede zwevende elektrode worden gedefinieerd, - de locaties worden bepaald waar naar verwachting zonder het gebruik van een tweede zwevende elektrode niet een gewenste laagdikte kan worden verkregen, - voor deze locaties tweede zwevende elektroden met een naar verwachting gewenste afmeting worden gekozen, 10. de te verwachte laagdikte over het voorwerp en met name ter plaatse van deze locaties wordt berekend en wordt vergeleken met de gewenste laagdikte, - indien de verwachte laagdikte afwijkt van de gewenste laagdikte, ten minste het aantal tweede zwevende elektroden, de posities daarvan ten opzichte van het voorwerp en/of de afmetingen van de tweede zwevende elektroden worden 15 aangepast totdat wordt berekend dat de verwachte laagdikte overeenkomt met de gewenste laagdikte.
  17. 18. Simulatiemethode volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de elektrische weerstand van het elektrisch geleidend verbindingselement wordt aangepast. 1037046
NL1037046A 2009-06-18 2009-06-18 Inrichting geschikt voor het elektro-chemisch bewerken van een voorwerp, werkwijze geschikt voor het elektro-chemisch bewerken van een voorwerp alsmede simulatiemethode geschikt voor het optimaliseren van een dergelijke werkwijze voorafgaande aan het toepassen van een dergelijke werkwijze. NL1037046C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037046A NL1037046C2 (nl) 2009-06-18 2009-06-18 Inrichting geschikt voor het elektro-chemisch bewerken van een voorwerp, werkwijze geschikt voor het elektro-chemisch bewerken van een voorwerp alsmede simulatiemethode geschikt voor het optimaliseren van een dergelijke werkwijze voorafgaande aan het toepassen van een dergelijke werkwijze.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037046A NL1037046C2 (nl) 2009-06-18 2009-06-18 Inrichting geschikt voor het elektro-chemisch bewerken van een voorwerp, werkwijze geschikt voor het elektro-chemisch bewerken van een voorwerp alsmede simulatiemethode geschikt voor het optimaliseren van een dergelijke werkwijze voorafgaande aan het toepassen van een dergelijke werkwijze.
NL1037046 2009-06-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1037046C2 true NL1037046C2 (nl) 2010-12-21

Family

ID=41435308

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1037046A NL1037046C2 (nl) 2009-06-18 2009-06-18 Inrichting geschikt voor het elektro-chemisch bewerken van een voorwerp, werkwijze geschikt voor het elektro-chemisch bewerken van een voorwerp alsmede simulatiemethode geschikt voor het optimaliseren van een dergelijke werkwijze voorafgaande aan het toepassen van een dergelijke werkwijze.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1037046C2 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3585120A (en) * 1967-09-08 1971-06-15 Stolllack Ag Novel method of electrocoating hollow bodies
US4043891A (en) * 1976-01-14 1977-08-23 Bell Telephone Laboratories, Incorporated Electrolytic cell with bipolar electrodes
US20080041726A1 (en) * 2000-05-24 2008-02-21 Johji Nakamoto Metal plating apparatus and process

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3585120A (en) * 1967-09-08 1971-06-15 Stolllack Ag Novel method of electrocoating hollow bodies
US4043891A (en) * 1976-01-14 1977-08-23 Bell Telephone Laboratories, Incorporated Electrolytic cell with bipolar electrodes
US20080041726A1 (en) * 2000-05-24 2008-02-21 Johji Nakamoto Metal plating apparatus and process

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4094760A (en) Method and apparatus for differentially and simultaneously electrocoating the interior and exterior of a metal container
US4367123A (en) Precision spot plating process and apparatus
KR102551975B1 (ko) 다수의 나노와이어들을 제공하기 위한 시스템 및 방법
JP2009533557A (ja) 装置およびフォームの電気めっき方法
CN102257186A (zh) 用于镀覆导电基材的系统和在镀覆过程中用于夹持导电基材的基材夹持器
US11047057B2 (en) Method for manufacturing a three-dimensional object and apparatus for conducting said method
US20150267311A1 (en) Bipolar electrochemical printing
NL1037046C2 (nl) Inrichting geschikt voor het elektro-chemisch bewerken van een voorwerp, werkwijze geschikt voor het elektro-chemisch bewerken van een voorwerp alsmede simulatiemethode geschikt voor het optimaliseren van een dergelijke werkwijze voorafgaande aan het toepassen van een dergelijke werkwijze.
US5942096A (en) Method and apparatus for electro-depositing a metal or alloy coating onto one or both sides of a metal strip
CN101538730B (zh) 电解处理装置和电解处理方法
WO2015023280A1 (en) Surface modified electrodes
van Nisselroy et al. Electrochemical 3D printing of silver and nickel microstructures with FluidFM
US3640854A (en) Continuous forming of metal oxides
US11426728B2 (en) Apparatus for high throughput continuous droplet electroporation for delivery of a material, and a method for droplet electroporation using the same
US7824621B2 (en) Apparatus and method for ejecting droplets using charge concentration and liquid bridge breakup
US6168691B1 (en) Device for electrochemical treatment of elongate articles
Jagminienė et al. The influence of the alumina barrier-layer thickness on the subsequent AC growth of copper nanowires
US7927468B2 (en) Electrode assembly for use in an electrodeposition process
CN113897663A (zh) 一种去除导电辊上镀铜的方法及装置
US4119522A (en) Nozzle apparatus for electrophoretic coating of interior surfaces
US4378284A (en) Continuous electrolytic processing apparatus
JP5915602B2 (ja) 金属皮膜の成膜装置および成膜方法
Galus Mercury electrodes
CN215757392U (zh) 微结构、生物芯片以及基因测序装置
CN113564650B (zh) 一种电沉积方法和电沉积装置

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130101