NL1036378C2

NL1036378C2 - DEVICE FOR FITTING AN OBJECT.

Info

Publication number: NL1036378C2
Application number: NL1036378A
Authority: NL
Inventors: Adrian Pega
Original assignee: Flamco Bv
Priority date: 2008-12-30
Filing date: 2008-12-30
Publication date: 2010-07-01

Description

INRICHTING VOOR MONTAGE VAN EEN VOORWERPDEVICE FOR FITTING AN OBJECT

De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor montage van een voorwerp, zoals een expansievat aan een vast 5 omgevingsdeel, zoals een wand of muur.The present invention relates to a device for mounting an object, such as an expansion vessel to a fixed surrounding part, such as a wall or wall.

Dergelijke montagebeugels zijn in het algemeen bekend. Voorbeelden daarvan zijn getoond in de figuren 1, 2 en 3. Dergelijke bekende inrichtingen vertonen het gezamenlijke nadeel, dat er telkens veel handigheid bij komt kijken om 10 een expansievat of ander voorwerp aan het vaste omgevingsdeel te monteren. Het blijft echter omslachtig en tijdrovend om een dergelijk voorwerp met een bekende inrichting te plaatsen.Such mounting brackets are generally known. Examples thereof are shown in Figs. 1, 2 and 3. Such known devices have the common drawback that a great deal of skill is involved in each case for mounting an expansion vessel or other object on the fixed surrounding part. However, it remains cumbersome and time-consuming to place such an object with a known device.

Zo toont fig. 1 een montagebeugel 1 als uitvoeringsvorm 15 van een bekende inrichting. De montagebeugel omvat een tegen een wand 10 aanliggend plaatelement 5, dat in de wand 10 is vastgezet met schroeven 7. Op het plaatelement 5 staat een beugelelement 6 met daarin een uitsparing 8, welke een accommodatie vormt voor opname daarin van een klemrand 7 aan 20 een expansievat 2. Het expansievat 2 zelf omvat twee vatdelen 3, 4, welke bij de klemrand 7 op elkaar aansluiten. Bij de klemrand 7 komt tevens een membraan 11 ingesloten te zitten tussen de vatdelen 3, 4, om het membraan 11 op dichte en dichtende wijze in het expansievat te positioneren. Bij 25 de bekende techniek wordt de klemrand 7 geplaatst in de opening of uitsparing 8, welke een accommodatie voor de klemrand 7 vormt. Als het vat 2 met de klemrand 7 in de accommodatie 8 is gepositioneerd, moet een monteur het klemvat, dat best groot en zwaar kan zijn, vasthouden 30 terwijl hij gelijktijdig wordt geacht een fixatie in de vorm van bijvoorbeeld een schroef 9 aan te brengen. Het aanschroeven van deze schroef 9, terwijl het expansievat 2 op een juiste wordt vastgehouden met de klemrand 7 in de 1036378 2 accommodatie 8, vergt behendigheid, en leidt helaas veelal, en te vaak, tot een onjuiste montage van het expansievat 2. De gewenste eindtoestand is daarentegen wel getoond in fig.Fig. 1 shows a mounting bracket 1 as an embodiment of a known device. The mounting bracket comprises a plate element 5 which rests against a wall 10 and which is fixed in the wall 10 with screws 7. On the plate element 5 there is a bracket element 6 with a recess 8 therein, which forms an accommodation for receiving a clamping edge 7 thereon. an expansion vessel 2. The expansion vessel 2 itself comprises two vessel parts 3, 4 which connect to each other at the clamping edge 7. At the clamping edge 7 a membrane 11 is also enclosed between the vessel parts 3, 4, in order to position the membrane 11 in a tight and sealing manner in the expansion vessel. With the known technique, the clamping edge 7 is placed in the opening or recess 8, which forms an accommodation for the clamping edge 7. When the vessel 2 with the clamping edge 7 is positioned in the accommodation 8, a fitter must hold the clamping vessel, which can be quite large and heavy, while at the same time it is considered to apply a fixation in the form of, for example, a screw 9. Screwing on this screw 9, while the expansion vessel 2 is correctly held with the clamping edge 7 in the accommodation 1036378 2, requires agility, and unfortunately, often and too often, leads to an incorrect mounting of the expansion vessel 2. The desired end state, on the other hand, is shown in fig.

2.2.

5 Als het vat 2 een geringe afwijking vertoond tijdens het vasthouden daarvan ten opzichte van een perfect verticale stand, zal een goede insluiting van de klemrand 7 met de schroef 9 niet worden bereikt.If the vessel 2 shows a slight deviation while holding it relative to a perfectly vertical position, a good containment of the clamping edge 7 with the screw 9 will not be achieved.

Een alternatieve uitvoeringsvorm volgens de bekende 10 techniek is getoond in fig. 3. Daar is een soortgelijke montagebeugel 13 als uitvoeringsvorm van een bekende inrichting getoond. De montagebeugel 13 omvat als aanvulling op de inrichting 1 in figuren 1 en 2 een doorgang 16, waardoor heen een spanband 12 loopt. De spanband is met 15 spanmiddelen 14 aan te snoeren, welke bijvoorbeeld met behulp van een schroef 15 kunnen worden bekrachtigd. De spanband 12 moet wel exact haaks op de centrale as 21 van het vat 2 zijn georiënteerd, om een deugdelijke aangrijping van het vat 2 te bewerkstelligen. Als het vat 2 onder ook 20 maar de geringste hoek ten opzichte van verticaal wordt gehouden of de band op een andere wijze niet exact haaks op de centrale as 21 van het vat 2 wordt aangebracht, zal het vat 2 gemakkelijk uit de greep van de spanband 12 los kunnen komen en dat is nu juist niet de bedoeling.An alternative embodiment according to the known technique is shown in Fig. 3. A similar mounting bracket 13 as an embodiment of a known device is shown there. The mounting bracket 13 comprises, in addition to the device 1 in figures 1 and 2, a passage 16, through which a strap 12 runs. The tensioning strap can be tightened with tensioning means 14, which can for instance be energized with the aid of a screw 15. The strap 12 must be oriented exactly perpendicular to the central axis 21 of the vessel 2 in order to ensure a sound engagement of the vessel 2. If the vessel 2 is also held at only the slightest angle with respect to the vertical or if the tape is otherwise not arranged exactly perpendicularly to the central axis 21 of the vessel 2, the vessel 2 will easily get out of the grip of the tensioning strap 12 can come loose and that is precisely not the intention.

25 Uit de voorgaande voorbeelden van bekende technieken blijkt wel, dat een verbetering noodzakelijk is. Een dergelijke verbetering als oplossing voor de problemen van de bekende technieken, of althans een aanzienlijke vermindering van de problemen, wordt geboden met de 30 combinatie van maatregelen volgens de hoofdconclusie. Door gebruik te maken van een montagebeugel in combinatie met een aangrijping die in contact met het voorwerp automatisch te bekrachtigen is, kan een voorwerp, zoals een expansievat, al 3 direct veilig worden aangegrepen door de aangrijping als gevolg van het contact, waarnaar het voorwerp, zoals een expansievat, stabiel is gemonteerd via de aangrijping en de montagebeugel aan het vaste omgevingsdeel, bijvoorbeeld de 5 wand.The foregoing examples of known techniques do show that an improvement is necessary. Such an improvement as a solution to the problems of the known techniques, or at least a considerable reduction of the problems, is offered with the combination of measures according to the main claim. By making use of a mounting bracket in combination with an engagement which can be energized automatically in contact with the object, an object, such as an expansion vessel, can already be directly safely engaged by the engagement as a result of the contact to which the object, such as an expansion vessel, is mounted stably via the engagement and the mounting bracket to the fixed surrounding part, for example the wall.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm kan de aangrijping een gearticuleerde accommodatie omvatten. Een dergelijke accommodatie kan deel uitmaken van de aangrijping, zodat een uitstulping of uitsteeksel, zoals een klemrand van een 10 expansievat, daarin kan worden opgenomen. In de accommodatie wordt dan echter nog een maatregel getroffen, zoals een in een opening van de accommodatie aangebrachte en onder belasting uitwijkend haakorgaan, zodat de daardoor gevormde aangrijping in contact met het voorwerp automatisch kan 15 worden bekrachtigd. De rand of klemrand of ander uitsteeksel van het voorwerp, in het bijzonder een expansievat, kan dan gemakkelijk worden gestoken in de accommodatie, waarnaar het haakorgaan automatisch in werking treedt om de aangrijping te bekrachtigen en het voorwerp stabiel te monteren. In een 20 specifieke uitvoeringsvorm kan een dergelijke haakorgaan ook een veerelement omvatten, hetgeen gunstig is om achter een regel aan een klemrand of andere geschikte positie te haken of verend hierop in te werken, om als zodanig een gewenste aangrijping te vormen.In a preferred embodiment, the engagement may comprise an articulated accommodation. Such an accommodation can form part of the engagement, so that a protrusion or protrusion, such as a clamping edge of an expansion vessel, can be received therein. However, a measure is then taken in the accommodation, such as a hook member arranged in an opening of the accommodation and deviating under load, so that the engagement formed thereby in contact with the object can be energized automatically. The edge or clamping edge or other protrusion of the object, in particular an expansion vessel, can then be easily inserted into the accommodation, to which the hook member automatically comes into operation to energize the engagement and mount the object stably. In a specific embodiment, such a hook member can also comprise a spring element, which is advantageous to hook behind a line to a clamping edge or other suitable position or to act resiliently on it, so as to form a desired engagement as such.

25 Daarbij komt, dat in een andere geprefereerde uitvoeringsvorm een inrichting volgens de uitvinding verder een vergrendeling omvat voor het in een stabiel aangegrepen toestand van het voorwerp fixeren daarvan. Een dergelijke vergrendeling biedt derhalve een extra zekerheid of 30 beveiliging tegen het losraken van het voorwerp uit de aangrijping. Een dergelijke vergrendeling is in een specifieke uitvoeringsvorm een penvormig element, en dat kan zich in een nog specifiekere uitvoeringsvorm ten minste 4 gedeeltelijk in de accommodatie uitstrekken, wanneer er sprake is van een uitvoeringsvorm met een dergelijke accommodatie. De pen kan een schroefelement zijn.In addition, in another preferred embodiment, a device according to the invention further comprises a lock for fixing thereof in a stably engaged state of the object. Such a locking therefore offers an additional security or protection against the release of the object from the engagement. Such a locking is in a specific embodiment a pin-shaped element, and in an even more specific embodiment it can extend at least 4 partially into the accommodation, if there is an embodiment with such accommodation. The pin can be a screw element.

Verder kan in de accommodatie in een geprefereerde 5 andere voorkeursuitvoeringsvorm een comprimeerbaar lichaam zijn aangebracht om het deel van het voorwerp te steunen in een aangegrepen toestand daarvan. Een dusdanig deel van het voorwerp kan wederom de klemrand betreffen, en het comprimeerbare lichaam kan als steun dienen hiervoor, 10 enerzijds om beschadiging te voorkomen, en anderzijds om in samenwerking met een veerkrachtig of eventueel kantel draaibaar haakorgaan of andere vergrendeling samen te werken om een uitsteeksel, uitstulping of klemrand veerkrachtig in te klemmen.Furthermore, in the accommodation in a preferred other preferred embodiment, a compressible body can be arranged to support the part of the object in an engaged state thereof. Such a part of the object can again relate to the clamping edge, and the compressible body can serve as a support for this, on the one hand to prevent damage, and on the other hand to cooperate in cooperation with a resilient or possibly tiltable hook member or other locking device for a resiliently clamp projection, protrusion or clamping edge.

15 Bij voorkeur vormen de montagebeugel en de aangrijping een eenheid, en zo'n eenheid kan een hoekprofiel omvatten met een uitsparing of accommodatie voor opname van een uitstulping of rand aan het voorwerp, bijvoorbeeld en bij voorkeur een klemrand.Preferably, the mounting bracket and the engagement form a unit, and such a unit may comprise a corner profile with a recess or accommodation for receiving a protrusion or edge on the object, for example and preferably a clamping edge.

20 Na de voorgaande uiteenzetting zal nog een specifieke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding worden beschreven aan de hand van ten minste één van de bijgevoegde figuren, waarbij gelijke of soortgelijke onderdelen, componenten en aspecten zijn aangeduid met 25 dezelfde referentienummers, waarbij de getoonde en beschreven uitvoeringsvorm slechts illustratief is voor de uitvinding, en niet limitatief, en waarbij:After the foregoing explanation, a specific embodiment of a device according to the present invention will be described with reference to at least one of the attached figures, wherein identical or similar parts, components and aspects are indicated by the same reference numbers, wherein the shown and described embodiment is only illustrative of the invention, and not limitative, and wherein:

Figuren 1 en 2 een eerste uitvoeringsvorm van een bekende inrichting tonen; 30 Fig. 3 een andere uitvoeringsvorm van een bekende inrichting toont; enFigures 1 and 2 show a first embodiment of a known device; FIG. 3 shows another embodiment of a known device; and

Figuren 4A-4D aanzichten tonen van de werkingswijze van een nieuwe inrichting volgens de onderhavige uitvinding.Figures 4A-4D show views of the method of operation of a new device according to the present invention.

55

In figuren 4A-4D is een opeenvolging van stappen getoond, voor het gebruik van een montagebeugel 17 volgens de onderhavige uitvinding. De montagebeugel 17 omvat een montageplaat 5, welke zich op bekende wijze langs een wand 5 10 uitstrekt. Haaks op de montageplaat 5 staat een plaat 6 met een opening 8, welke dienst doet als accommodatie voor een klemrand 7 van een expansievat 2 als uitvoeringsvorm van een te monteren voorwerp. In de accommodatie 8 strekt een been van een veerelement 18 zich uit langs de opening van de 10 accommodatie 8. De klemrand 7 kan, zoals in fig. 4B is getoond, in de accommodatie worden gedrukt. Daarbij wijkt het been van het veerelement 18 om ruimte te bieden voor passage van de klemrand 7. Wanneer de klemrand 7 is bewogen tot voorbij het been van het veerelement 18 sluit het been 15 van het veerelement 18 achter de klemrand 7 aan op het buitenwaarts uitstrekkende deel van het bovenste vatdeel 3 en haakt zo achter de klemrand 7. Aldus kan direct door het contact met de klemrand 7 een vaste bevestiging van het vat 2 worden bewerkstelligd, slechts door middel van het contact 20 tussen het veerelement 18 en de klemrand 7.Figures 4A-4D show a sequence of steps for using a mounting bracket 17 according to the present invention. The mounting bracket 17 comprises a mounting plate 5, which extends along a wall 5 in a known manner. Perpendicular to the mounting plate 5 is a plate 6 with an opening 8, which serves as accommodation for a clamping edge 7 of an expansion vessel 2 as an embodiment of an object to be mounted. In the accommodation 8, a leg of a spring element 18 extends along the opening of the accommodation 8. The clamping edge 7 can be pressed into the accommodation as shown in Fig. 4B. The leg of the spring element 18 thereby deviates to provide room for passage of the clamping edge 7. When the clamping edge 7 has moved beyond the leg of the spring element 18, the leg 15 of the spring element 18 connects behind the clamping edge 7 to the outwardly extending part of the upper vessel part 3 and thus hooks behind the clamping edge 7. A fixed fastening of the vessel 2 can thus be effected directly through contact with the clamping edge 7, only by means of the contact 20 between the spring element 18 and the clamping edge 7.

Aanvullend is nog mogelijk als optie om, zoals in figuren 4C en 4D is getoond, een als schroef 19 vormgegeven penvormig element aan te brengen in een doorgang, welke zich althans langs de opening van de accommodatie 8 uitstrekt. De 25 pen 19 vormt aldus een schroef, en kan zorgen voor bekrachtiging van de vergrendeling. Hiertoe kan de schroef 19 inwerken op de klemrand 7, maar als alternatief is het evenzeer mogelijk, dat de schroef 19 inwerkt op het hakende been van het veerelement 18.In addition, it is still possible as an option to arrange, as shown in figures 4C and 4D, a pin-shaped element shaped as screw 19 in a passage which extends at least along the opening of the accommodation 8. The pin 19 thus forms a screw and can provide for the locking of the lock. For this purpose the screw 19 can act on the clamping edge 7, but alternatively it is also possible that the screw 19 acts on the hooking leg of the spring element 18.

30 Zo blijkt, dat na kennisneming van het voorgaande zich vele alternatieve en aanvullende varianten en uitvoeringsvormen zullen opdringen aan de vakman, welke allen zijn gelegen binnen het bereik van de letter of de 6 geest van de onderhavige uitvinding, zoals gedefinieerd in bijgevoegde conclusies. Zo is het mogelijk, dat geen veerelement wordt gebruikt maar een zwenkbare kantelplaat, om te haken achter bijvoorbeeld een klemrand aan een 5 expansievat als uitvoeringsvorm van een te monteren voorwerp. De vergrendeling in de vorm van de schroef of ander penvormig element is een optie, en kan in principe achterwege blijven, afhankelijk van de betrouwbaarheid van de met de aangrijping gevormde bevestiging van het voorwerp 10 via de inrichting aan het vormvaste omgevingsdeel.Thus it appears that after taking cognizance of the foregoing, many alternative and additional variants and embodiments will occur to those skilled in the art, all of which are within the scope of the letter or spirit of the present invention, as defined in the appended claims. It is thus possible that no pivotal element is used but a pivotable tilting plate for hooking behind, for example, a clamping edge on an expansion vessel as an embodiment of an object to be mounted. Locking in the form of the screw or other pin-shaped element is an option, and can in principle be omitted, depending on the reliability of the attachment of the object 10 formed with the engagement via the device to the form-retaining surrounding part.

10363781036378

Claims

Device for mounting an object, such as an expansion vessel, to a fixed surrounding part, such as a wall or wall, comprising: - a mounting bracket, which can be fixed to the fixed surrounding part with fixing means; and - an engagement associated with the mounting bracket, which can be energized automatically in contact with the object.

Device according to claim 1, wherein the engagement comprises an articulated accommodation.

Device as claimed in claim 2, wherein a hooking device deviating under load is arranged in an opening of the accommodation.

Device as claimed in claim 3, wherein the hook member comprises a spring element.

5. Device as claimed in at least one of the foregoing claims, further comprising a lock for fixing thereof in a stably engaged state of the object.

Device according to at least claims 2 and 5, wherein the locking extends into the accommodation.

7. Device as claimed in claim 5 or 6, wherein the locking is a pin-shaped element.

Device as claimed in claims 6 and 7, wherein the pin-shaped element extends at least partially into the accommodation in an operative condition.

9. Device as claimed in claim 7 or 8, wherein the pin 30 is a screw element.

Device as claimed in at least claim 2, wherein a compressible body is arranged in the accommodation 1036378 for supporting a part of the object in an engaged state thereof.

11. Device as claimed in at least one of the foregoing claims, wherein the mounting bracket and the engagement form a unit.

Device as claimed in claim 11, wherein the unit comprises a corner profile with a recess for receiving a protrusion or edge of the object. t 0 3 3 3 7 8