NL1036293A

NL1036293A - Led lamp.

Info

Publication number: NL1036293A
Application number: NL1036293A
Authority: NL
Inventors: Nicolaas Veldboer
Original assignee: Nicolaas Veldboer
Priority date: 2008-12-08
Filing date: 2008-12-08
Publication date: 2010-06-09
Also published as: EP2194315A1; NL1036293C2

Description

LED Lamp.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een LED lamp, omvattend een buisvormige behuizing die binnen is voorzien van een zich, geheel of gedeeltelijk, in de lengterichting van de behuizing uitstrekkende plaat met LEDS en die verder aan de zijde van de LEDs wordt gevormd door een zich, geheel of gedeeltelijk, in de lengterichting van de behuizing uitstrekkend venster voor de doorlaat van het licht van de LEDs tot buiten de behuizing, met aan tenminste een uiteinde van de behuizing een penhouder die is voorzien van openingen voor de doorvoer van een paar aansluitpennen, waarbij de aansluitpennen elk met een uiteinde naar buiten uitsteken en door middel van welke uiteinden de lamp in een armatuur kan worden vastgezet en kan worden aangesloten op een voeding, waarbij de aansluitpennen met hun andere uiteinde binnen de behuizing zijn aangesloten op een bedrading voor de voeding van de LEDs,

Een dergelijke LED lamp is bekend en wordt wel aangeduid als LED TL lamp. De bekende lamp kan in een TL armatuur ofwel TL huisbak, die daartoe is aangepast, worden geplaatst in plaats van een gewone TL buislamp.

De bestaande TL buislamp alsook de bestaande LED TL lamp is voorzien van twee aansluitpennen die vast aan de buis zitten. Daardoor kan de TL lamp niet worden gedraaid wanneer deze in een armatuur is geplaatst. Dit is bij een TL buislamp ook niet nodig omdat deze rondom licht geeft. Het richten van het licht van een TL buis gebeurt door toepassing van een reflector.

Anders dan bij de TL buislamp geeft de bekende LED TL lamp alleen vanuit de zijde waar de LEDs zijn aangebracht licht. Het is bekend om dit licht door een speciale kunststof afscherming breedstralend of diepstralend te maken.

Bij de bekende LED TL lamp bestaat het bezwaar, dat wanneer deze in de TL armatuur is geplaatst, het licht alleen naar beneden is gericht, en niet naar bijvoorbeeld de zijkant kan worden gericht.

De uitvinding beoogt dit bezwaar van de bekende LED lamp te ondervangen.

De LED lamp volgens de uitvinding vertoont daartoe het kenmerk, dat deze is voorzien van middelen met behulp waarvan de behuizing, wanneer de lamp in de armatuur is geplaatst, om zijn langsas draaibaar is, zodanig, dat het venster door draaien kan worden gericht op een te verlichten plaats of object.

Volgens een kenmerk van de LED lamp volgens de uitvinding worden de middelen hierdoor gevormd dat de penhouder draaibaar ten opzichte van de behuizing is aangebracht.

Volgens een verder kenmerk van de LED lamp volgens de uitvinding wordt de penhouder gevormd door een eerste buisvormig deel dat aan een uiteinde is voorzien van een afdekking waarin openingen voor de doorvoer van de aansluitpennen zijn opgenomen en dat aan het andere uiteinde met een rand aansluit op een in het verlengde van het eerste buisdeel gelegen tweede buisvormig deel, waarbij het tweede buisvormig deel een buitendiameter heeft die kleiner is dan de binnendiameter van het uiteinde van de behuizing, zodanig dat het tweede buisdeel in het uiteinde van de behuizing kan worden gestoken en daar binnen draaibaar is. terwijl het eerste buisvormig deel een buitendiameter heeft die groter is dan de binnendiameter van het uiteinde van de behuizing, zodanig dat dit ter plaatse van de rand op het uiteinde van de behuizing rust.

Volgens nog een kenmerk van de LED lamp volgens de uitvinding is de penhouder voorzien van verbindingsmiddelen ingericht voor samenwerking met van het uiteinde van de behuizing deel uitmakende contra-verbindingsmiddelen voor draaibare verbinding van de penhouder aan de behuizing.

Volgens een ander kenmerk van de LED lamp volgens de uitvinding worden de middelen gevormd door een of meer aan of rondom het tw'eede buisvormig deel voorziene voeten met radiaal naar buiten gerichte uitsteeksels die kunnen haken achter een rondom de binnenomtrek van het uiteinde van de behuizing aangebrachte ring.

Volgens nog een verder kenmerk van de LED lamp volgens de uitvinding is deze voorzien van middelen met behulp waarvan de draaibewegingsbaan van het tweede buisdeel in het uiteinde van de behuizing wordt beperkt, waarbij het uiteinde van de behuizing, volgens een verder kenmerk, is voorzien van een zich over een gedeelte van de binnenomtrek uitstrekkende verdikking, terwijl het eerste buisdeel is voorzien van een nok, waarbij de draaibewegingsbaan van het tweede buisdeel in het uiteinde van de behuizing wordt begrensd door de aanslag van de nok tegen de verdikking.

De uitvinding beoogt verder een armatuur te verschaffen die geschikt is voor het opnemen van de behuizing van een LED TL buis, waarbij de armatuur wordt gevormd door een houder met een of meer houdergedeelten voor het opnemen van de aansluitpennen van de lamp, met het kenmerk, dat de armatuur is voorzien van middelen met behulp waarvan de lamp, wanneer deze in de armatuur is geplaatst, om zijn langsas draaibaar is, zodanig, dat het vensterglas van de lamp door draaien kan worden gericht op een te verlichten plaats of object.

Volgens een kenmerk van de armatuur volgens de uitvinding worden de houdergedeelten gevormd door een eerste houdergedeelte dat vast aan de houder is verbonden of daarvan deel uitmaakt en een tweede houdergedeelte dat draaibaar is gemonteerd op het eerste houdergedeelte.

De uitvinding zal thans nader worden beschreven aan de hand van de tekeningen van een uitvoeringsvoorbeeld van de LED lamp volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een LED TL lamp volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede door de LED lamp volgens figuur 1.

Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van een uiteinde van de behuizing van de LED lamp.

Figuur 4a toont een perspectivisch aanzicht van een penhouder volgens de uitvinding, in dit uitvoeringsvoorbeeld bestaande uit twee delen, en een uiteinde van de behuizing van de lamp, waarbij deze uit elkaar zijn genomen.

Figuur 4b toont een perspectivisch aanzicht volgens figuur 4a, waarbij de twee delen van de penhouder in elkaar zijn gevoegd,

Figuur 4c toont een perspectivisch aanzicht volgens figuren 4a en 4b, waarbij de penhouder in het uiteinde van de behuizing van de lamp is aangebracht.

Zoals in figuur 1 en figuur 2 is getoond omvat de LED TL buis 1 een buisvormige behuizing 2 die binnen is voorzien van een zich in de lengterichting van de behuizing 2 uitstrekkende plaat met LEDS 3 (figuur 2) en die verder aan de zijde van de LEDs 3 wordt gevormd door een zich in de lengterichting van de behuizing 2 uitstrekkend venster 4 voor de doorlaat van het licht van de LEDs tot buiten de behuizing 2. Zoals in figuur 1 is getoond, is aan het uiteinde 5 van de behuizing 2 een penhouder 6 aangebracht die is voorzien van openingen 7 voor de doorvoer van een paar aansluitpennen 8. De aansluitpennen steken elk met een uiteinde 9 naar buiten uit. Door middel van deze uiteinden 9 kan de lamp 1 in een armatuur worden vastgezet en worden aangesloten op een voeding.

Zoals verder in de figuren 4a, 4b en 4c is getoond, zijn de aansluitpennen 8 met hun andere uiteinde 10 binnen de behuizing 2 aangesloten op een bedrading 11 voor de voeding van de LEDs.

Wanneer de penhouder 6 in het uiteinde 5 van de behuizing 2 is geplaatst (figuur 1 en figuur 4c), is deze draaibaar in de behuizing 2.

Zoals is te zien in figuur 1 en 4b wordt de penhouder 6 gevormd door een eerste buisvormig deel 12 dat aan een uiteinde 13 is voorzien van een afdekking 14 waarin de openingen 7 voor de doorvoer van de aansluitpennen 8 zijn opgenomen. Aan het andere uiteinde 15 sluit het buisvormig deel 12 met een rand 16 aan op een in het verlengde van het eerste buisvormig deel 12 gelegen tweede buisvormig deel 17. Zoals is te zien in de figuren 1, 4b en 4c heeft het tweede buisvormig deel 17 een buitendiameter die kleiner is dan de binnendiameter van het uiteinde 5 van de behuizing 2, zodanig dat het tweede buisdeel 17 in het uiteinde 5 van de behuizing 2 kan worden gestoken en daar binnen draaibaar is (figuur 1 en 4c). Het eerste buisvormig deel 12 heeft een buitendiameter die groter is dan de binnendiameter van het uiteinde 5 van de behuizing 2, zodanig dat dit ter plaatse van de rand 16 op het uiteinde 5 van de behuizing 2 blijft rusten.

In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld van de LED lamp volgens de uitvinding zijn rondom het tweede buisvormig deel 17 voeten 18 met radiaal naar buiten gerichte uitsteeksels voorzien die kunnen haken achter een rondom de binnenomtrek van het uiteinde 5 van de behuizing aangebrachte ring 19, een en ander zoals is te zien in figuur 4c, en waardoor de penhouder 6 in de behuizing 2, wel nog steeds draaibaar, kan worden vast geklemd. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de ring 19 voorzien van een vertanding 20. Met behulp van deze vertanding kan door middel van de voeten 17 de penhouder 6 in enige mate tegen verdraaiing ten opzichte van de behuizing worden gefixeerd, zodanig dat, wil men de penhouder draaien ten opzichte van de behuizing, daartoe enige druk moet worden gebruikt.

Om te voorkomen dat de penhouder 6 onbeperkt ten opzichte van de behuizing 2 kan worden gedraaid, waardoor de bedrading 11 tussen de in de penhouder 6 opgenomen aansluitpennen 8 en de LEDs zou kunnen worden kapot getrokken, zijn er middelen voorzien met behulp waarvan de draaibewegingsbaan van het tweede buisdeel 17 in het uiteinde 5 van de behuizing 2 wordt beperkt.

Daartoe is, zoals is te zien in figuur 2, het uiteinde 5 van de behuizing 2 voorzien van een zich over een gedeelte van de binnenomtrek uitstrekkende verdikking 21. terwijl het eerste buisdeel (zie figuur 4a en 4b) is voorzien van een nok 22. Het tweede buisdeel 17 dient zodanig in het uiteinde 5 van de behuizing te worden geplaatst dat de nok 22 wordt opgenomen in het traject A, derhalve buiten het gebied van de verdikking 21 in het uiteinde 5 van de behuizing 2. Het tweede buisdeel 17 van de penhouder 6 kan met de nok 22 door het traject A een heen en weer gaande draaibeweging maken, en door middel waarvan de stand van de behuizing van de lamp kan worden versteld.

Claims

1. LED lamp, meer in het bijzonder LED TL buis, omvattend een buisvormige behuizing die binnen is voorzien van een zich, geheel of gedeeltelijk, in de lengterichting van de behuizing uitstrekkendc plaat met LEDS en die verder aan de zijde van de LEDs wordt gevormd door een zich, geheel of gedeeltelijk, in de lengterichting van de behuizing uitstrekkend venster voor de doorlaat van het licht van de LEDs tot buiten de behuizing, met aan tenminste een uiteinde van de behuizing een penhouder die is voorzien van openingen voor de doorvoer van een paar aansluitpennen, waarbij de aansluitpennen elk met een uiteinde naar buiten uitsteken en door middel van welke uiteinden de lamp in een armatuur kan worden vastgezet en kan worden aangesloten op een voeding, waarbij de aansluitpennen met hun andere uiteinde binnen de behuizing zijn aangesloten op een bedrading voor de voeding van de LEDs, met het kenmerk, dat de lamp is voorzien van middelen met behulp waarvan de behuizing, wanneer de lamp in de armatuur is geplaatst, om zijn langsas draaibaar is, zodanig, dat het venster door draaien kan worden gericht op een te verlichten plaats of object.

2. LED lamp volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen hierdoor worden gevormd dat de penhouder draaibaar ten opzichte van de behuizing is aangebracht.

3. LED lamp volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de penhouder wordt gevormd door een eerste buisvormig deel dat aan een uiteinde is voorzien van een afdekking waarin openingen voor de doorvoer van de aansluitpennen zijn opgenomen en dat aan het andere uiteinde met een rand aansluit op een in het verlengde van het eerste buisdeel gelegen tweede buisvormig deel, waarbij het tweede buisvormig deel een buitendiameter heeft die kleiner is dan de binnendiameter van het uiteinde van de behuizing, zodanig dat het tweede buisdeel m het uiteinde van de behuizing kan worden gestoken en daar binnen draaibaar is, terwijl het eerste buisvormig deel een buitendiameter heeft die groter is dan de binnendiameter van het uiteinde van de behuizing, zodanig dat dit ter plaatse van de rand op het uiteinde van de behuizing rust.

4. LED lamp volgens conclusie 1,2 of 3. met het kenmerk, dat de penhouder is voorzien van verbindingsmiddelen ingericht voor samenwerking met van het uiteinde van de behuizing deel uitmakende contra-verbindingsmiddelen voor draaibare v erbinding van de penhouder aan de behuizing.

5. LED lamp volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de middelen worden gevormd door een of meer aan of rondom het tweede buisvormig deel voorziene voeten met radiaal naar buiten gerichte uitsteeksels die kunnen haken achter een rondom de binnenomtrek van het uiteinde van de behuizing aangebrachte ring.

6. LED lamp volgens conclusies 5 , met het kenmerk, dat de ring is voorzien van een vertanding.

7. LED lamp volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze is voorzien van middelen met behulp waarvan de draaibewegingsbaan van het tweede buisdeel in het uiteinde van de behuizing wordt begrensd.

8. LED lamp volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het uiteinde van de behuizing is voorzien van een zich over een gedeelte van de binnenomtrek uitstrekkende verdikking, terwijl het eerste buisdeel is voorzien van een nok, waarbij de draaibew'egingsbaan van het tweede buisdeel in het uiteinde van de behuizing wordt begrensd door de aanslag van de nok tegen de verdikking.

9. Armatuur geschikt voor het opnemen van de behuizing van een LED lamp, meer in het bijzonder voor die van een LED TL buis, waarbij de armatuur wordt gevormd door een houder met een of meer houdergedeelten voor het opnemen van de aansluitpennen van de lamp, met het kenmerk, dat de armatuur is voorzien van middelen met behulp waarvan de lamp, wanneer deze in de armatuur is geplaatst, om zijn langsas draaibaar is, zodanig, dat het vensterglas van de lamp door draaien kan worden gericht op een te verlichten plaats of object.

10. Armatuur volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de houdergedeelten worden gevormd door een eerste houdergedeelte dat vast aan de houder is verbonden of daarvan deel uitmaakt en een tweede houdergedeelte dat draaibaar is gemonteerd op het eerste houdergedeelte.