NL1036274C2 - DEVICE FOR USE IN LOCKING SHIPS. - Google Patents

DEVICE FOR USE IN LOCKING SHIPS. Download PDF

Info

Publication number
NL1036274C2
NL1036274C2 NL1036274A NL1036274A NL1036274C2 NL 1036274 C2 NL1036274 C2 NL 1036274C2 NL 1036274 A NL1036274 A NL 1036274A NL 1036274 A NL1036274 A NL 1036274A NL 1036274 C2 NL1036274 C2 NL 1036274C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
legs
plane
leg
normal position
foregoing
Prior art date
Application number
NL1036274A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Johannes Ludovicus Hubertus Peters
Original Assignee
Johannes Ludovicus Hubertu Peters H O D N Bogrip
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Johannes Ludovicus Hubertu Peters H O D N Bogrip filed Critical Johannes Ludovicus Hubertu Peters H O D N Bogrip
Priority to NL1036274A priority Critical patent/NL1036274C2/en
Priority to PCT/NL2009/000243 priority patent/WO2010064896A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1036274C2 publication Critical patent/NL1036274C2/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B21/00Tying-up; Shifting, towing, or pushing equipment; Anchoring
    • B63B21/54Boat-hooks or the like, e.g. hooks detachably mounted to a pole
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B21/00Tying-up; Shifting, towing, or pushing equipment; Anchoring
    • B63B21/04Fastening or guiding equipment for chains, ropes, hawsers, or the like

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Refuge Islands, Traffic Blockers, Or Guard Fence (AREA)

Description

Inrichting voor gebruik bij het meren van schepenDevice for use in mooring ships

ACHTERGROND VAN DE UITVINDINGBACKGROUND OF THE INVENTION

De uitvinding heeft betrekking op een hulpmiddel voor bij het meren van schepen met behulp van een landvast 5 die om een vast punt, zoals een bolder of paal, gelegd moet worden om het schip via de landvast vast te leggen aan dat vaste punt.The invention relates to an aid for mooring ships by means of a mooring fixed to be fixed around a fixed point, such as a bollard or pole, in order to secure the ship to that fixed point via the mooring fixed.

Het vanaf een schip om een bolder en dergelijke leggen van een landvast vergt vanwege de afstand tussen 10 schip en bolder vaak grote behendigheid. Doorgaans zijn meerdere pogingen nodig voordat de landvast om de bolder is gelegd. Gedurende de tijd die daarmee gemoeid gaat moet de bestuurder van het schip dat schip op de juiste plaats zien te houden, hetgeen ook van die bestuurder voldoende 15 behendigheid vraagt. In die tijd kan de vaartdoorgang in ongewenste mate bezet worden door het schip.Laying a mooring line from a ship around a bollard and the like often requires great agility because of the distance between the ship and bollard. Generally, several attempts are needed before the mooring line is placed around the bollard. During the time involved, the driver of the ship must keep that ship in the right place, which also requires sufficient agility from that driver. During that time, the passage can be occupied to an undesirable extent by the ship.

Om hierin verbetering te brengen zijn in het verleden hulpmiddelen voorgesteld.Tools have been proposed in the past to improve this.

Een voorbeeld hiervan is getoond in US 5.799.602, 20 in de vorm van een hulpmiddel omvattend een steel en aan het eind daarvan een vork, waarbij de benen van de vork tussen zich een opneemruimte bepalen die in wijdte af gestemd is op de bolder. De vork vormt aan de bovenzijde een door zijwanden begrensd kanaal voor opname van de 25 landvast die dan op de bodem van dat kanaal ligt. De vork moet tijdens het gebruik steeds met de goot opwaarts gericht gehouden worden en vrijwel meteen goed geplaatst worden. Het lossen van de vork na het omleggen van de landvast moet in neerwaartse richting plaatsvinden, hetgeen 30 lastig kan zijn.An example of this is shown in US 5,799,602, in the form of an aid comprising a handle and at the end thereof a fork, wherein the legs of the fork define between them a receiving space which is tuned in width to the bollard. The fork forms at the top a channel bounded by side walls for receiving the land fixed which then lies on the bottom of that channel. During use, the fork must always be held with the trough directed upwards and positioned properly almost immediately. The fork must be released after the mooring over has been laid down, which can be difficult.

Een ander voorbeeld is getoond in DE 35 08 470, 1036274 2 waarin het hulpmiddel een holle stang omvat waarin twee langwerpige bladveren in- en uitschuifbaar zijn. In de ingeschoven stand liggen de bladveren tegen elkaar aan binnen de buis. In de uitgeschoven stand worden de veren 5 door een handeling tegen terugschuiven geborgd, in een uitvoering met behulp van een klemwig. De bladveren zijn aan hun uiteinden voorzien van een gootje voor het houden van een landvast. De bladveren kunnen in de uitgeschoven stand over hun gehele lengte ten opzichte van elkaar 10 bewogen worden, waarbij zij als gevolg van de klemwig over hun gehele lengte divergeren. De landvast kan in aangrijping gebracht worden met de gootjes om een lus te vormen dan wel een lus van een landvast open te houden. Door de grote mate van elasticiteit van de bladveren laat 15 de stabiliteit van de lus te wensen over.Another example is shown in DE 35 08 470, 1036274 2 in which the aid comprises a hollow rod in which two elongated leaf springs can be retracted and retracted. In the retracted position, the leaf springs lie against each other within the tube. In the extended position, the springs 5 are secured against sliding back, in an embodiment with the aid of a clamping wedge. The leaf springs are provided with a channel at their ends for holding a landfill. In the extended position the leaf springs can be moved over their entire length with respect to each other, whereby they diverge over their entire length as a result of the clamping wedge. The mooring can be brought into engagement with the gutters to form a loop or to keep a loop of a mooring open. Due to the high degree of elasticity of the leaf springs, the stability of the loop leaves something to be desired.

Uit het US octrooischrift 3.841.685 is een stang met een vorkvormig uiteinde voor het om een meerpaal brengen van een landvast bekend, waarbij de vork gevormd is door twee gebogen rubber armen, die in de naar elkaar 20 toe gekeerde zijden voorzien zijn van een binnenwaarts openende spleet voor het touw van de landvast om dat in het inwendige van de armen te brengen of daaruit te trekken. De rubber armen worden in hun positie gesteund door in het inwendige van de armen gelegen, vanaf de basis 25 van de vork reikende metalen banden en door twee externe metalen schoren die zich uitstrekken vanaf een steeleind tot halverwege de rubber armen, alwaar zij bevestigd zijn _ aan de armen en aan de metalen banden. De constructie is zodanig dat de vrije einden van de armen bij het om een 30 paal leggen van een landvast van elkaar kunnen wijken, waarbij het touw door de spleet kan uittreden wanneer de vork wordt teruggehaald. Het plaatsen van het touw in de beide armen kan lastig zijn. Voorts kan het eerste stadium van het terughalen van de vork bemoeilijkt worden door 35 klemming van binnenwaarts gerichte randgebieden van de spleet in de vrije armeinden tussen het touw en de paal.US Pat. No. 3,841,685 discloses a rod with a fork-shaped end for bringing a mooring around a bollard, the fork being formed by two curved rubber arms which are provided with an inward side in the sides facing each other. opening slit for the rope of the mooring to bring it into the interior of the arms or to pull it out. The rubber arms are supported in their position by metal bands located inside the arms, extending from the base of the fork, and by two external metal braces extending from a stem end to halfway the rubber arms, where they are attached. on the arms and on the metal bands. The construction is such that the free ends of the arms can deviate from one another when laying a mooring post, whereby the rope can exit through the gap when the fork is retrieved. Placing the rope in both arms can be difficult. Furthermore, the first stage of retrieving the fork can be made more difficult by clamping inwardly directed edge areas of the gap in the free arm ends between the rope and the pole.

33

SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGSUMMARY OF THE INVENTION

Een doel van de uitvinding is een hulpmiddel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarmee op 5 snelle en/of beheerste wijze een landvast kan worden omgelegd om een bolder en dergelijke.It is an object of the invention to provide an aid of the type mentioned in the preamble, with which a mooring can be fastened in a fast and / or controlled manner around a bollard and the like.

Een doel van de uitvinding is een hulpmiddel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarmee een lus van/in een landvast op stabiele wijze om een bolder en 10 dergelijke gelegd kan worden.An object of the invention is to provide an aid of the type mentioned in the preamble, with which a loop of / in a landfill can be stably placed around a bollard and the like.

Een doel van de uitvinding is een hulpmiddel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die eenvoudig in opbouw is.It is an object of the invention to provide an aid of the type mentioned in the preamble, which is simple in construction.

Een doel van de uitvinding is een hulpmiddel van 15 de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die gemakkelijk te hanteren is.An object of the invention is to provide an aid of the type mentioned in the preamble, which is easy to handle.

Voor het bereiken van althans één van deze doelen voorziet de uitvinding, vanuit één aspect, in een inrichting voor het uitbrengen van een landvast of iets 20 dergelijks om die om te leggen om een meervoorziening, zoals een bolder, voor een schip, omvattend een steel met aan één eind een greep en aan het andere eind een daarmee verbonden vork met twee benen die in hoofdzaak in een eerste vlak gelegen zijn, waarbij althans één van de benen, 25 bij voorkeur beide benen, voorzien is van middelen voor het langs dat been houden van een gedeelte van de landvast voor het vormen van een lus met de landvast, waarbij althans één van de beide benen een, in het bijzonder in het eerste vlak, relatief buigstijf gedeelte bezit dat buigstijf 30 verbonden is met de steel en althans één van de beide benen een gedeelte bezit dat, in het bijzonder in het eerste vlak, elastisch beweegbaar is ten opzichte van het buigstijf gedeelte, tussen een normaalstand en een buitenwaarts verplaatste stand, waarbij de houdmiddelen een 35 buitenwaarts openend kanaal voor opname van de landvast bepalen, welk kanaal in tegengestelde richtingen loodrecht op het eerste vlak althans deels begrensd is door 4 zijwanddelen.To achieve at least one of these objects, the invention provides, from one aspect, a device for launching a mooring fixture or the like for diverting it around a mooring facility, such as a bollard, for a ship, comprising a stem with a handle at one end and a fork connected thereto at the other end with two legs which are situated substantially in a first plane, wherein at least one of the legs, preferably both legs, is provided with means for moving along said leg holding a portion of the landfill for forming a loop with the landfill, wherein at least one of the two legs has a, in particular in the first plane, relatively bending-rigid part which is bend-rigidly connected to the shank and at least one of the two legs have a part which, in particular in the first plane, is elastically movable relative to the bending-stiff part, between a normal position and an outward displaced position, wherein the holding means define an outwardly opening channel for receiving the land fixed, which channel is at least partially bounded by 4 side wall parts in opposite directions perpendicular to the first plane.

Door het kanaal/de kanalen kan het touw de kabel etc. die de landvast vormt makkelijk worden aangebracht op de inrichting en optimaal worden gehouden. De inrichting 5 hoeft hierbij geen voorkeursrichting te hebben, hetgeen het gebruik vergemakkelijkt. Door de combinatie van buigstijf beengedeelte en elastisch beweegbaar beengedeelte kan enerzijds stabiliteit van de lus worden verschaft en anderzijds aanpassing van de lus tijdens het omleggen 10 mogelijk worden gemaakt. De normaalstand is hier de onbelaste stand van het been met elastisch beweegbaar gedeelte. Dat gedeelte kan door aangrijping met de bolder naar buiten wijken om het plaatsen van de lus en/of het terughalen van de inrichting te vergemakkelijken, waarbij 15 het buigstijve beengedeelte voor stabiliteit kan zorgen. Onder buigstijf wordt hier verstaan dat het betreffende gedeelte of de betreffende verbinding niet of nagenoeg niet kan buigen onder de bij de inrichting behorende gebruiksomstandigheden, de daarbij optredende krachten.Through the channel (s), the rope, the cable, etc., which forms the mooring line, can be easily applied to the device and optimally held. The device 5 does not have to have a preferred direction, which facilitates use. Due to the combination of bending-stiff leg portion and elastically movable leg portion, on the one hand stability of the loop can be provided and on the other hand adjustment of the loop can be made possible during the rearrangement. The normal position here is the unloaded position of the leg with an elastic movable part. That portion can, due to engagement with the bollard, deflect outwards to facilitate the placement of the loop and / or the retrieval of the device, wherein the bending-stiff leg portion can provide stability. Bending rigid is here understood to mean that the part or connection in question cannot bend or can hardly bend under the conditions of use associated with the device, the forces occurring thereby.

20 Bij voorkeur wordt de elastische beweegbaarheid verkregen doordat het betreffende elastisch beweegbare gedeelte elastisch vervormbaar is. Een dergelijke uitvoering is eenvoudig te realiseren.The elastic movability is preferably obtained in that the relevant elastically movable part is elastically deformable. Such an embodiment is easy to realize.

De zijwanddelen van de kanalen hoeven niet 25 continu te zijn, maar kunnen bijvoorbeeld lippen vormen die op afstand van elkaar zijn gelegen. In een voor vervaardiging door vormen gunstige uitvoering liggen de lippen van de ene zijwand op een elkaar niet dekkende wijze versprongen ten opzichte van de lippen van de 30 tegenoverliggende zijwand van dat kanaal.The side wall parts of the channels do not have to be continuous, but can for instance form lips which are spaced apart. In an embodiment which is advantageous for manufacture by forming, the lips of the one side wall lie offset in a non-covering manner with respect to the lips of the opposite side wall of that channel.

In een verdere uitvoering bezit althans één van de beide benen een, in het bijzonder in het eerste vlak, relatief buigstijf gedeelte dat buigstijf verbonden is met de steel en althans één van de beide benen een gedeelte 35 bezit dat, in het bijzonder in het eerste vlak, elastisch beweegbaar is ten opzichte van het buisstijf gedeelte, tussen een normaalstand en een binnenwaarts verplaatste 5 stand. Hierdoor kan in de lus een spanning worden gerealiseerd, die bevorderlijk is voor de stabiliteit van de lus en voor de beheersing van het plaatsen van de lus om de bolder en dergelijke.In a further embodiment, at least one of the two legs has a, in particular in the first plane, relatively bending-rigid portion that is rigidly connected to the handle and at least one of the two legs has a portion 35 which, in particular in the first is flat, elastically movable with respect to the tubular stiff portion, between a normal position and an inwardly displaced position. A tension can hereby be realized in the loop which is favorable for the stability of the loop and for controlling the placement of the loop around the bollard and the like.

5 In een eenvoudige realiseerbare uitvoering omvat het betreffende, elastisch beweegbare gedeelte een eindgedeelte van het betreffende been dat elastisch vervormbaar is. Indien het eindgedeelte binnenwaarts elastisch vervormbaar is wordt in samenhang met voornoemde 10 kanalen het spannen van de lus bevorderd.In a simple realizable embodiment, the relevant elastically movable part comprises an end part of the relevant leg which is elastically deformable. If the end portion is elastically deformable inwards, tensioning the loop is promoted in connection with the aforementioned channels.

De stabiliteit van de lus wordt bevorderd indien het betreffende been met het eindgedeelte in een richting van de steel af convergeert naar het andere been. De lus wordt dan over een groot deel van zijn lengte gehouden, 15 waarbij de elasticiteit van het eindgedeelte, dat mogelijk deels achter de bolder komt te reiken, toch een terughalen van de inrichting mogelijk maakt.The stability of the loop is promoted if the leg in question converges with the end portion in a direction away from the stem to the other leg. The loop is then held over a large part of its length, whereby the elasticity of the end portion, which may come partly to extend behind the bollard, nevertheless allows a retrieval of the device.

In een verdere ontwikkeling daarvan is het betreffende been gebogen, bij voorkeur vloeiend, in het 20 eerste vlak, met de convexe zijde naar buiten gekeerd, waarbij, bij voorkeur, de door het betreffende been bepaalde kromme, gerekend vanaf tweede een vlak dat de steel bevat en loodrecht staat op het eerste vlak, een top heeft, waarbij het eindgedeelte zich tenminste vanaf die 25 top uitstrekt in een richting van de greep af. Onder gebogen wordt mede verstaan een knikvorm. Onder kromme wordt mede verstaan een lijn met discontinuïteiten. De overgang tussen het relatief buigstijf gedeelte en het eindgedeelte kan tussen de top en de steel zijn gelegen, 30 waardoor de mate van mogelijke vervorming vergroot wordt.In a further development thereof, the leg in question is bent, preferably smoothly, in the first plane, with the convex side facing outwards, wherein, preferably, the curve determined by the leg in question, counting from a second plane that the stem and is perpendicular to the first plane, has a top, the end portion extending at least from that top in a direction away from the handle. Bent also means a buckling shape. Curve is also understood to mean a line with discontinuities. The transition between the relatively bending-rigid part and the end part can be situated between the top and the stem, whereby the degree of possible deformation is increased.

In een in gebruik veelzijdige uitvoering zijn beide benen overeenkomstig doch tegengesteld gebogen.In a versatile embodiment, in use, both legs are bent correspondingly but opposite.

In een uitvoering strekken de houdmiddelen zich uit over de gehele lengte van het elastisch beweegbare 35 gedeelte.In one embodiment, the holding means extend over the entire length of the elastically movable portion.

In een uitvoering die veelzijdig is in gebruik bezitten beide benen een dergelijk elastisch beweegbaar 6 gedeelte, bij voorkeur beide ook genoemd buigstijf gedeelte. De nodige mate van beweegbaarheid kan dan verdeeld worden over beide benen.In an embodiment which is versatile in use, both legs have such an elastically movable part, preferably both also mentioned bending-stiff part. The necessary degree of mobility can then be divided between both legs.

Beide benen kunnen zijn voorzien van uiteinden, 5 welke uiteinden voorzien zijn van aanslagvlakken voor aankomst tegen elkaar in een binnenwaarts verplaatste stand, waardoor in een maximaal naar binnen vervormde stand van het eindgedeelte of de eindgedeelten een in zich gesloten ring wordt gevormd, waarmee de stabiliteit van de 10 lus vrijwel optimaal is.Both legs can be provided with ends, which ends are provided with abutment surfaces for arrival against each other in an inwardly displaced position, whereby in a maximally inwardly deformed position of the end portion or end portions a ring is formed, with which the stability is formed. of the 10 loop is practically optimal.

Beschouwd ten opzichte van een tweede vlak dat de steel bevat en loodrecht staat op het eerste vlak, kunnen beide benen in hoofdzaak spiegelsymmetrisch uitgevoerd zijn.Considered with respect to a second surface containing the stem and perpendicular to the first surface, both legs can be substantially mirror-symmetrical.

15 Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een inrichting voor het uitbrengen van een landvast of iets dergelijks om die om te leggen om een meervoorziening, zoals een bolder, voor een schip, omvattend een steel met aan één eind een greep en aan het andere eind een daarmee 20 vaste vork met twee benen die in een eerste vlak gelegen zijn, waarbij althans één van de benen voorzien is van middelen voor het langs dat been houden van een gedeelte van de landvast voor het vormen van een lus met de landvast, waarbij althans één van de beide benen, bij 25 voorkeur beide benen, een eindgedeelte bezit dat in de normaalstand in een richting van de steel af convergeert naar het andere been en in hoofdzaak in het vlak van de benen elastisch beweegbaar is, in het bijzonder vervormbaar is, tussen een normaalstand en een buitenwaarts verplaatste 3 0 stand.From a further aspect, the invention provides a device for launching a mooring or the like to surround it around a mooring facility, such as a bollard, for a ship, comprising a handle with a handle at one end and at the other at the end a fork fixed therewith with two legs which are situated in a first plane, wherein at least one of the legs is provided with means for holding along that leg a part of the land fixed for forming a loop with the land fixed, at least one of the two legs, preferably both legs, has an end portion which converges in the normal position in a direction away from the stem to the other leg and which is elastically movable in the plane of the legs, in particular deformable , between a normal position and an outward displaced position.

De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die 35 afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich 7 zijn beschreven in de volgconclusies.The aspects and measures described in this description and claims of the application and / or shown in the drawings of this application can, where possible, also be applied separately from each other. Those individual aspects can be the subject of split-off patent applications directed to this. This applies in particular to the measures and aspects which per se are described in the subclaims.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENBRIEF DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

5 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voor-beelduitvoering. Getoond wordt in:The invention will be elucidated on the basis of an exemplary embodiment shown in the accompanying drawings. Shown is:

Figuren 1A-C respectievelijk een vooraanzicht, een zijaanzicht en een aanzicht in perspectief op een 10 voorbeelduitvoering van een inrichting volgens de uitvinding;Figures 1A-C show respectively a front view, a side view and a perspective view of an exemplary embodiment of a device according to the invention;

Figuren 2A en 2B vooraanzichten op de inrichting van de figuren 1A-C, met aangebracht landvasttouw, in twee toestanden; en 15 Figuren 3A-E een aantal opeenvolgende stappen in het om een bolder leggen van een landvast met de inrichting van de figuren 1A-C.Figures 2A and 2B show front views of the device of figures 1A-C, with mooring rope fitted, in two states; and Figures 3A-E show a number of consecutive steps in placing a mooring around the bollard with the device of figures 1A-C.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENDETAILED DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

2020

De in figuren 1A-C weergegeven inrichting 1 omvat een steel 2 met aan het niet weergegeven eind een handvat. De steel 2 kan telescopisch zijn en bezit een hartlijn S. Op het uiteinde van de steel 2 is een vork 3 bevestigd, 25 welke vork 3 twee benen 3a,b omvat, die samenkomen bij opzetkoker 4 waarin het uiteinde van de steel 2 bevestigd is, bijvoorbeeld door een vaste lijmverbinding of door een losmaakbare schroefverbinding. De benen 3a, b zijn in hoofdzaak spiegelsymmetrisch ten opzichte van vlak M dat de 30 hartlijn S bevat en loodrecht op het vlak van tekening van figuur IA staat.The device 1 shown in figures 1A-C comprises a handle 2 with a handle at the end not shown. The shank 2 can be telescopic and has a center line S. On the end of the shank 2 a fork 3 is mounted, which fork 3 comprises two legs 3a, b, which come together at top tube 4 in which the end of the shank 2 is mounted , for example by a fixed glue connection or by a releasable screw connection. The legs 3a, b are substantially mirror-symmetrical with respect to plane M which contains the axis S and is perpendicular to the plane of the drawing of figure 1A.

Elk been 3a, b omvat een door ribben 12a, b verstijfd gedeelte 5a,b en een eindgedeelte 6a,b dat in overgang 7a,b overgaat in gedeelte 5a,b. De gedeelten 5a,b 35 zijn buigstijf tegen buiging in het vlak van tekening van figuur IA. Daarentegen zijn de eindgedeelten 6a,b elastisch vervormbaar in dat vlak, respectievelijk vanuit de 8 getekende onbelaste normaalstand binnenwaarts (richting A) en buitenwaarts (richting B), waarmee hun distale uiteinden als het ware een flexibele opening bepalen tot de ruimte bepaald door de benen 3a,b.Each leg 3a, b comprises a portion 5a, b stiffened by ribs 12a, b and an end portion 6a, b that changes into portion 5a, b in transition 7a, b. The portions 5a, b 35 are flexural rigid against flexion in the plane of the drawing of Fig. 1A. On the other hand, the end portions 6a, b are elastically deformable in that plane, respectively, from the unloaded normal position drawn inwards (direction A) and outwards (direction B), with which their distal ends define a flexible opening to the space defined by the legs. 3a, b.

5 De benen 3a,b zijn vloeiend convex gebogen, waarbij de tussen beide toppen Tl en T2 gelegen grootste breedte van de door benen 3a,b in vlak V (figuur 1B) bepaalde ruimte 100 (figuur IA) gelegen is op lijn T. De overgang 7a,b ligt tussen de toppen T1,T2 en de aansluiting 10 op de steel 2. Aan de uiteinden zijn de benen 3a,b voorzien van aanslagvlakken 8a,b, die in onbelaste normaalstand op een afstand U van elkaar gelegen zijn.The legs 3a, b are smoothly convexly bent, the largest width of the space 100 defined by legs 3a, b in plane V (Figure 1B) being located between line 2 T1 and T2 being located on line T. transition 7a, b lies between the tops T1, T2 and the connection 10 on the stem 2. At the ends the legs 3a, b are provided with stop surfaces 8a, b, which are spaced apart at a distance U in the unloaded normal position.

De eindgedeelten 6a, b omvatten een platte, gebogen strook lla,b, die de bodem vormt van buitenwaarts 15 (B) openende kanalen 13a,b. De kanalen 13a,b worden zijwaarts begrensd door lippen 9a,10a en 9b,10b. De kanaalbodems 11a,b gaan in de overgangen 7a,b over in aanligvlakken 14a,b aan de buitenkant van de buigstijve beengedeelten 5a,b.The end portions 6a, b comprise a flat, curved strip 11a, b, which forms the bottom of outwardly opening channels 13a, b. The channels 13a, b are laterally bounded by lips 9a, 10a and 9b, 10b. The channel bottoms 11a, b merge into the transitions 7a, b into abutment surfaces 14a, b on the outside of the flexively stiff leg portions 5a, b.

20 De vork 3 is als één geheel door vormen gevormd, in het bijzonder door spuitgieten, van bijvoorbeeld een kunststof, zoals polyamide, waarbij het deelvlak in de vorm kan samenvallen met het vlak V. De versprongen, elkaar niet-dekkende ligging van de lippen 9a,b enerzijds en de 25 lippen 10a,b anderzijds maakt een eenvoudige spuitgietvorm mogelijk. Door geschikte dimensionering van de benen 3a,b kan de gewenste mate van vervormbaarheid van de eindgedeelten 6a,b worden verkregen. De steel 2 kan van aluminium zijn vervaardigd.The fork 3 is integrally formed by shapes, in particular by injection molding, of for instance a plastic, such as polyamide, wherein the part surface in the mold can coincide with the surface V. The staggered, non-covering location of the lips 9a, b on the one hand and the lips 10a, b on the other hand makes a simple injection mold possible. By appropriate dimensioning of the legs 3a, b, the desired degree of deformability of the end portions 6a, b can be obtained. The handle 2 can be made of aluminum.

30 In gebruik wordt de inrichting 1 met de ene hand aan de steel 2 rechtop vastgehouden, waarbij de steel 2 met het greepeind op de grond kan rusten. Vervolgens plaatst men met de andere hand een gedeelte van een landvast 20, zoals een tros, touw of slappe kabel, over de vork 3, 35 waarbij de landvast 20 komt te liggen in de kanalen 13a, b, zijwaarts opgesloten door de lippen 9a,10a en 9b,10b. De landvast kan een voorgevormde lus omvatten die dan op de 9 vork wordt geplaatst.In use, the device 1 is held upright with one hand on the handle 2, while the handle 2 can rest on the ground with the handle end. Subsequently, with the other hand, a portion of a mooring 20, such as a cable, rope or slack cable, is placed over the fork 3, 35 where the mooring 20 comes to lie in the channels 13a, b, locked sideways by the lips 9a, 10a and 9b, 10b. The mooring fixed can comprise a preformed loop which is then placed on the fork.

In figuur 2A is het plaatsen van de landvast 20 op de inrichting 1 voltooid, waarbij de gedeelten 20a en 20e vanaf de vork 3 naar de steel 2 lopen, en daarop met de 5 hand kunnen worden vastgehouden. De landvast-gedeelten 20b, 20c en 20d reiken respectievelijk door kanaal 13a, over de tussenruimte tussen de aanslagvlakken 8a,b en door kanaal 13b, tevens ondersteund en gericht door de vlakken 14a en 14b.In Fig. 2A the placing of the landfill 20 on the device 1 is completed, wherein the portions 20a and 20e run from the fork 3 to the shank 2, and can be held thereon by hand. The mooring portions 20b, 20c and 20d extend respectively through channel 13a, over the gap between the stop surfaces 8a, b and through channel 13b, also supported and directed by the surfaces 14a and 14b.

10 Door bij het op de steel 2 gaan vasthouden van de gedeelten 20a en 20e een trekkracht in de richting C uit te oefenen op die gedeelten, zal er een in de richtingen A gerichte dwarskracht worden uitgeoefend op de eindgedeelten 6a,b, waardoor de eindgedeelten 6a,b naar elkaar toe worden 15 gedwongen en de ruimte 100 iets verkleind wordt, ruimte 100a, en de tussenruimte U verkleind wordt naar UI. Doordat de eindgedeelten 6a,b elastisch vervormbaar zijn oefenen zij daarbij een buitenwaarts gerichte kracht uit op de landvast, waardoor de lus strak komt te staan en de kans op 20 loskomen van de lus van de vorkbenen 3a,b minimaal is.By retaining the portions 20a and 20e on the stem 2 by holding a tensile force in the direction C on those portions, a transverse force directed in the directions A will be exerted on the end portions 6a, b, whereby the end portions 6a, b are forced towards each other and the space 100 is slightly reduced, space 100a, and the intermediate space U is reduced to U1. Because the end portions 6a, b are elastically deformable, they thereby exert an outwardly directed force on the landfast, whereby the loop becomes tight and the chance of the loop of the fork legs 3a, b coming loose is minimal.

De landvast 20 kan zover worden aangespannen, dat de aanslagvlakken 8a,b tegen elkaar komen te liggen en een ringvormige steun is verkregen voor de lus, waarbij een ruimte 100b gevormd is (fig. 2B).The landfill 20 can be tensioned to such an extent that the stop surfaces 8a, b come to lie against each other and an annular support is obtained for the loop, wherein a space 100b is formed (Fig. 2B).

25 in de toestand van figuur 2A of die van figuur 2B25 in the state of Figure 2A or that of Figure 2B

zwenkt de gebruiker de inrichting, met landvast 20, naar een horizontale stand, om de lus boven een bolder of paal 50 (figuren 3A-E) te brengen, reikend vanaf een te meren schip (richting D, figuur 3A) . In dit voorbeeld is de 30 toestand van figuur 2B genomen.the user pivots the device, with landfill 20, to a horizontal position, to bring the loop above a bollard or pole 50 (figures 3A-E) extending from a ship to be moored (direction D, figure 3A). In this example, the state of Figure 2B is taken.

Vervolgens laat hij de vork 3 zakken, richting E, figuur 3B,C om de bolder 50 in de ruimte 100b te laten reiken. Mocht de bolder een relatief brede kop hebben, dan kan men overwegen om op dat moment de spanning in de 35 richting C iets te laten vieren, zodat de bolder 50 de eindgedeelten 6a,b iets uit elkaar kan dwingen.He then lowers fork 3 in the direction of E, figure 3B, C to allow the bollard 50 to reach into the space 100b. If the bollard has a relatively broad head, then it can be considered that at that moment the tension in the direction C should be slightly celebrated, so that the bollard 50 can force the end sections 6a, b slightly apart.

Nadat de benen 3a,b aan weerszijden om en, vanuit 10 de gebruiker gezien, achter de bolder 50 reiken, trekt de gebruiker de steel 2 terug, richting F, figuur 3D. Ondertussen laat de gebruiker de gedeelten 20a,e langs de steel 2 slippen. De eindgedeelten 6a,b komen dan tegen het 5 oppervlak 51 van de bolder 50, en worden van elkaar af gedwongen in de richtingen B, tot voorbij de normaalstand. De aanslagvlakken 8a,b glijden verder over het oppervlak 51 totdat zij, aan de andere zijde van de bolder 50, loskomen van dat oppervlak en de vorkbenen 3a,b weer terug zijn 10 bewogen in de richtingen A en de vork 3 weer de normaalstand aanneemt en de lus om de bolder 50 ligt, zie figuur 3E. De gebruiker haalt de inrichting 1 terug aan boord, richting G. De landvast ligt nu om de bolder 50 en men kan het meren voltooien.After the legs 3a, b on both sides reach behind the bollard 50, viewed from the perspective of the user, the user pulls back the handle 2, towards F, figure 3D. Meanwhile, the user causes the portions 20a, e to slip along the handle 2. The end portions 6a, b then come against the surface 51 of the bollard 50, and are forced away from each other in the directions B, beyond the normal position. The stop surfaces 8a, b slide further over the surface 51 until, on the other side of the bollard 50, they detach from that surface and the fork legs 3a, b have moved back again in the directions A and the fork 3 returns to the normal position and the loop is around the bollard 50, see figure 3E. The user retrieves the device 1 on board, in the direction of G. The mooring is now around the bollard 50 and the mooring can be completed.

15 Opgemerkt wordt dat in de figuren een eenvoudige uitvoering is afgebeeld waarin de elastische beweegbaarheid van de gedeelten 6a,b gerealiseerd is door keuze in materiaaldikte en/of door ontwerp. Alternatief zou het ook mogelijk zijn om die beweegbaarheid te realiseren door de 20 eindgedeelten 6a, b ter plaatse van overgangen 7a,b verdraaibaar te verbinden met de buigstijve gedeelten 5a,b. Op zich is dat mogelijk, waarbij de -dan- scharnieren 7a,b elastisch kunnen zijn voor het bewerkstelligen van de gewenste veerkracht.It is noted that a simple embodiment is shown in the figures in which the elastic movability of the sections 6a, b is realized by choice of material thickness and / or by design. Alternatively, it would also be possible to realize this movability by pivotally connecting the end portions 6a, b at the location of transitions 7a, b to the bending-rigid portions 5a, b. This is possible per se, in which case the hinges 7a, b can be elastic for achieving the desired spring force.

25 Opgemerkt wordt verder dat de inrichting ook gebruikt kan worden voor het om een kikker leggen van een landvast.It is further noted that the device can also be used for laying a mooring around a frog.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te 30 illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.The above description is included to illustrate the operation of preferred embodiments of the invention, and not to limit the scope of the invention. Starting from the above explanation, many variations will be evident to those skilled in the art that fall within the spirit and scope of the present invention.

t036274 35t036274 35

Claims (16)

1. Inrichting voor het uitbrengen van een landvast of iets dergelijks om die om te leggen om een meervoorziening, zoals een bolder, voor een schip, omvattend een steel met aan één eind een greep en aan het 5 andere eind een daarmee verbonden vork met twee benen die in hoofdzaak in een eerste vlak gelegen zijn, waarbij althans één van de benen, bij voorkeur beide benen, voorzien is van middelen voor het langs dat been houden van een gedeelte van de landvast voor het vormen van een lus 10 met de landvast, waarbij althans één van de beide benen een, in het bijzonder in het eerste vlak, relatief buigstijf gedeelte bezit dat buigstijf verbonden is met de steel en althans één van de beide benen een gedeelte bezit dat, in het bijzonder in het eerste vlak, elastisch 15 beweegbaar is ten opzichte van het buigstijf gedeelte, tussen een normaalstand en een buitenwaarts verplaatste stand, waarbij de houdmiddelen een buitenwaarts openend kanaal voor opname van de landvast bepalen, welk kanaal in tegengestelde richtingen loodrecht op het eerste vlak 20 althans deels begrensd is door zijwanddelen.1. Device for bringing out a mooring or the like for diverting it around a mooring facility, such as a bollard, for a ship, comprising a handle with a handle at one end and a fork connected thereto at the other end with two legs which are substantially situated in a first plane, wherein at least one of the legs, preferably both legs, is provided with means for holding a part of the landfill along that leg for forming a loop 10 with the landfast, at least one of the two legs having a bending-rigid part, in particular in the first plane, that is rigidly connected to the shank and at least one of the two legs has a part which, in particular in the first plane, is elastic is movable with respect to the flexural rigid portion, between a normal position and an outwardly displaced position, wherein the holding means determine an outwardly opening channel for receiving the land fixed, which k is at least partially bounded analally in opposite directions perpendicular to the first plane 20 by side wall parts. 2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de zijwanddelen lippen vormen die op afstand van elkaar zijn gelegen.Device as claimed in claim 1, wherein the side wall parts form lips which are spaced apart. 3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de 25 lippen van de ene zijwand op een elkaar niet dekkende wijze versprongen liggen ten opzichte van de lippen van de tegenoverliggende zijwand van dat kanaal.3. Device as claimed in claim 2, wherein the lips of the one side wall lie offset in a non-covering manner with respect to the lips of the opposite side wall of that channel. 4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij althans één van de beide benen een, in het 30 bijzonder in het eerste vlak, relatief buigstijf gedeelte bezit dat buigstijf verbonden is met de steel en althans 1036274 één van de beide benen een gedeelte bezit dat, in het bijzonder in het eerste vlak, elastisch beweegbaar is ten opzichte van het buisstijf gedeelte, tussen een normaalstand en een binnenwaarts verplaatste stand.4. Device as claimed in claim 1, 2 or 3, wherein at least one of the two legs has a portion that is bending-stiff, in particular in the first plane, that is rigidly connected to the shank and at least one of the two legs a portion has, in particular in the first plane, elastically movable relative to the tubular stiff portion, between a normal position and an inwardly displaced position. 5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij het betreffende been een gedeelte bezit dat, in het bijzonder in het eerste vlak, ten opzichte van het buigstijf gedeelte elastisch beweegbaar is tussen een normaalstand en een binnenwaarts verplaatste uitwijkstand en tussen een 10 normaalstand en een buitenwaarts verplaatste stand.5. Device as claimed in claim 4, wherein the leg in question has a part which, in particular in the first plane, is elastically movable relative to the bending-stiff part between a normal position and an inwardly moved deflection position and between a normal position and an outwardly displaced position. 6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het betreffende, elastisch beweegbare gedeelte elastisch vervormbaar is.Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the relevant elastically movable part is elastically deformable. 7. Inrichting volgens één der voorgaande 15 conclusies, waarbij het betreffende, elastisch beweegbare gedeelte een eindgedeelte van het betreffende been omvat dat elastisch vervormbaar is.7. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the relevant elastically movable part comprises an end part of the relevant leg which is elastically deformable. 8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij het betreffende been met het eindgedeelte in een richting van 20 de steel af convergeert naar het andere been.8. Device as claimed in claim 7, wherein the leg in question converges with the end portion in a direction away from the stem to the other leg. 9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij het betreffende been gebogen, bij voorkeur vloeiend gebogen, is in het eerste vlak, met de convexe zijde naar buiten gekeerd, waarbij, bij voorkeur, de door het betreffende 25 been bepaalde kromme, gerekend vanaf een tweede vlak dat de steel bevat en loodrecht staat op het eerste vlak, een top heeft, waarbij het eindgedeelte zich tenminste vanaf die top uitstrekt in een richting van de greep af, waarbij de overgang bij voorkeur tussen het relatief buigstijf 30 gedeelte en het eindgedeelte tussen de top en de steel is gelegen.9. Device as claimed in claim 8, wherein the leg in question is bent, preferably smoothly bent, in the first plane, with the convex side facing outwards, wherein, preferably, the curve determined by the leg in question, calculated from a second plane comprising the stem and perpendicular to the first plane, has a top, the end portion extending at least from that top in a direction away from the handle, the transition preferably between the relatively bending-rigid portion and the end portion between the top and the stem is located. 10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, waarbij de beide benen overeenkomstig doch tegengesteld gebogen zijn.Device as claimed in claim 8 or 9, wherein the two legs are bent correspondingly but opposite. 11. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de houdmiddelen zich uitstrekken over de gehele lengte van het elastisch beweegbare gedeelte.Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the holding means extend over the entire length of the elastically movable part. 12. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies waarbij beide benen een dergelijk elastisch beweegbaar gedeelte bezitten, bij voorkeur beide ook genoemd buigstijf gedeelte.Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein both legs have such an elastically movable part, preferably both also said bending-rigid part. 13. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij, beschouwd ten opzichte van een tweede vlak dat de steel bevat en loodrecht staat op het eerste vlak, beide benen in hoofdzaak spiegelsymmetrisch uitgevoerd zijn.Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein, viewed with respect to a second surface which contains the handle and is perpendicular to the first surface, both legs are substantially mirror-symmetrical. 14. Inrichting volgens conclusie 4 of 5 of één der daarvan afhankelijke conclusies, waarbij de beide benen voorzien zijn van uiteinden, welke uiteinden voorzien zijn van aanslagvlakken voor aankomst tegen elkaar in een binnenwaarts verplaatste stand.Device as claimed in claim 4 or 5 or one of the claims dependent on it, wherein both legs are provided with ends, which ends are provided with stop surfaces for arrival against each other in an inwardly displaced position. 15. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij althans één van de beide benen, bij voorkeur beide benen, een eindgedeelte bezit dat in de normaalstand in een richting van de steel af convergeert naar het andere been en in hoofdzaak in het vlak van de 20 benen elastisch beweegbaar is, in het bijzonder vervormbaar is, tussen een normaalstand en een buitenwaarts verplaatste stand.15. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein at least one of the two legs, preferably both legs, has an end portion which in the normal position converges in a direction away from the stem to the other leg and substantially in the plane of the stem. legs is elastically movable, in particular deformable, between a normal position and an outward displaced position. 16. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij althans één van de beide benen, bij 25 voorkeur beide benen, een eindgedeelte bezit dat in de normaalstand in een richting van de steel af convergeert naar het andere been en in hoofdzaak in het vlak van de benen elastisch beweegbaar is, in het bijzonder vervormbaar is, tussen een normaalstand en een binnenwaarts verplaatste 30 stand. -o-o-o-o-o-o-o-o- 103627416. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein at least one of the two legs, preferably both legs, has an end portion that converges in the normal position in a direction away from the shank to the other leg and substantially in the plane of the legs is elastically movable, in particular deformable, between a normal position and an inwardly displaced position. -o-o-o-o-o-o-o-1036274
NL1036274A 2008-12-03 2008-12-03 DEVICE FOR USE IN LOCKING SHIPS. NL1036274C2 (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1036274A NL1036274C2 (en) 2008-12-03 2008-12-03 DEVICE FOR USE IN LOCKING SHIPS.
PCT/NL2009/000243 WO2010064896A1 (en) 2008-12-03 2009-12-02 Device for use in mooring boats

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1036274A NL1036274C2 (en) 2008-12-03 2008-12-03 DEVICE FOR USE IN LOCKING SHIPS.
NL1036274 2008-12-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1036274C2 true NL1036274C2 (en) 2010-06-07

Family

ID=40911994

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1036274A NL1036274C2 (en) 2008-12-03 2008-12-03 DEVICE FOR USE IN LOCKING SHIPS.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1036274C2 (en)
WO (1) WO2010064896A1 (en)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB201718954D0 (en) 2017-11-16 2018-01-03 Chep Technology Pty Ltd Support Module

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3841685A (en) * 1973-02-01 1974-10-15 A Kolodziej Line handling device
US3945335A (en) * 1974-12-13 1976-03-23 Kratz David W Boat docking device
SU1411261A1 (en) * 1986-12-22 1988-07-23 Украинская военизированная часть по предупреждению возникновения и по ликвидации открытых газовых и нефтяных фонтанов Device for engaging elongated cargo
US5116260A (en) * 1991-05-29 1992-05-26 Upchurch Paul E Line handling device
US5292160A (en) * 1992-10-22 1994-03-08 Deichman William G Device for passing a rope around an object
US6085681A (en) * 1997-12-19 2000-07-11 Morton; Douglas A. Mooring hook
US20070000451A1 (en) * 2005-06-30 2007-01-04 Porta Industry Co., Ltd. Thrust fork

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3841685A (en) * 1973-02-01 1974-10-15 A Kolodziej Line handling device
US3945335A (en) * 1974-12-13 1976-03-23 Kratz David W Boat docking device
SU1411261A1 (en) * 1986-12-22 1988-07-23 Украинская военизированная часть по предупреждению возникновения и по ликвидации открытых газовых и нефтяных фонтанов Device for engaging elongated cargo
US5116260A (en) * 1991-05-29 1992-05-26 Upchurch Paul E Line handling device
US5292160A (en) * 1992-10-22 1994-03-08 Deichman William G Device for passing a rope around an object
US6085681A (en) * 1997-12-19 2000-07-11 Morton; Douglas A. Mooring hook
US20070000451A1 (en) * 2005-06-30 2007-01-04 Porta Industry Co., Ltd. Thrust fork

Also Published As

Publication number Publication date
WO2010064896A1 (en) 2010-06-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8240787B2 (en) Self-closing rail system
NL1010136C2 (en) Disco-locking.
US20070095692A1 (en) Container
NL1036274C2 (en) DEVICE FOR USE IN LOCKING SHIPS.
US20080263790A1 (en) Telescoping ramp
NL1034769C2 (en) Stretcher for painting canvas, has multiple frame sections containing two profiles, which are made of extruded materials, where one profiles is locked into other profile in longitudinal direction
US7735259B2 (en) Adjustable plant stake assembly with improved ground anchors and kit therefor
US6499905B2 (en) Apparatus for pop-up display structures
US9821715B2 (en) Retractable catwalk and railing device
US9907400B1 (en) Retracting mechanism for a movable furniture part
EP3670742B1 (en) A track-securing device for a track barrier for safeguarding a section of a rail
US20090229626A1 (en) Firm structured hair clip
CN1297773C (en) Hose clamp arrangement
CN110167795B (en) Bicycle retention apparatus
KR101619775B1 (en) Forward Moving Method of Heavy Body
US7431257B1 (en) Foldable painting stand
US7398806B1 (en) Easy mount tire chains
NL2008060C2 (en) COMBINATION COMPRISING TWO CLIP BODIES, CLAMP DEVICE, BUCKET DEVICE DEVICE, AND DEVICE AND METHOD FOR FORMING A THICKED HEAD AT A HEAD END OF A METAL ROD ELEMENT.
CN210896284U (en) Pole numbering device
US2930589A (en) Adjustable telescopic barricade device
BE1024557B1 (en) Folding support for folding a tarpaulin and construction for hanging the tarpaulin
US10622328B2 (en) Control wire clamp and loop systems and methods
NL1021101C2 (en) Cover construction, and support beam therefor.
NL1012518C2 (en) Greenhouse or warehouse with sun screen, has torsion fastener between screen profile and its actuator including sliding part
JP3600205B2 (en) Door stopper and fitting having the door stopper

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20140701