NL1033373C2 - Werkwijze en besturingssysteem voor het verwerken van grijswater. - Google Patents
Werkwijze en besturingssysteem voor het verwerken van grijswater. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1033373C2 NL1033373C2 NL1033373A NL1033373A NL1033373C2 NL 1033373 C2 NL1033373 C2 NL 1033373C2 NL 1033373 A NL1033373 A NL 1033373A NL 1033373 A NL1033373 A NL 1033373A NL 1033373 C2 NL1033373 C2 NL 1033373C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- water
- reservoir
- water quality
- gray
- collecting
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E03—WATER SUPPLY; SEWERAGE
- E03B—INSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
- E03B1/00—Methods or layout of installations for water supply
- E03B1/04—Methods or layout of installations for water supply for domestic or like local supply
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C02—TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
- C02F—TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
- C02F1/00—Treatment of water, waste water, or sewage
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E03—WATER SUPPLY; SEWERAGE
- E03B—INSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
- E03B1/00—Methods or layout of installations for water supply
- E03B1/04—Methods or layout of installations for water supply for domestic or like local supply
- E03B1/041—Greywater supply systems
- E03B1/042—Details thereof, e.g. valves or pumps
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E03—WATER SUPPLY; SEWERAGE
- E03D—WATER-CLOSETS OR URINALS WITH FLUSHING DEVICES; FLUSHING VALVES THEREFOR
- E03D5/00—Special constructions of flushing devices, e.g. closed flushing system
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C02—TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
- C02F—TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
- C02F2103/00—Nature of the water, waste water, sewage or sludge to be treated
- C02F2103/02—Non-contaminated water, e.g. for industrial water supply
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E03—WATER SUPPLY; SEWERAGE
- E03B—INSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
- E03B1/00—Methods or layout of installations for water supply
- E03B1/04—Methods or layout of installations for water supply for domestic or like local supply
- E03B1/041—Greywater supply systems
- E03B2001/045—Greywater supply systems using household water
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E03—WATER SUPPLY; SEWERAGE
- E03B—INSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
- E03B1/00—Methods or layout of installations for water supply
- E03B1/04—Methods or layout of installations for water supply for domestic or like local supply
- E03B1/041—Greywater supply systems
- E03B2001/047—Greywater supply systems using rainwater
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02A—TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
- Y02A20/00—Water conservation; Efficient water supply; Efficient water use
- Y02A20/108—Rainwater harvesting
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T137/00—Fluid handling
- Y10T137/0318—Processes
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Water Supply & Treatment (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Hydrology & Water Resources (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Environmental & Geological Engineering (AREA)
- Aviation & Aerospace Engineering (AREA)
- Organic Chemistry (AREA)
- Sanitary Device For Flush Toilet (AREA)
- Domestic Plumbing Installations (AREA)
- Cleaning In General (AREA)
- Treatment Of Sludge (AREA)
- Paper (AREA)
Description
WERKWIJZE EN BESTURINGSSYSTEEM VOOR HET VERWERKEN VAN
GRIJSWATER
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 werkwijze voor het verwerken van grijswater, een besturingssysteem voor het besturen van een grijswaterinrichting, een systeem voor het hergebruik van grijswater en een grijswaterverbruiker aangesloten op een dergelijk systeem.
10 Een methode om zuinig met energie en milieu om te gaan is door licht verontreinigd water te hergebruiken. In plaats van leidingwater, dat met veel inspanningen en kosten in rioolwaterzuiveringsinstallaties is gezuiverd, kan voor sommige toepassingen, zoals bijvoorbeeld het doorspoelen van 15 een toilet, ook minder zuiver niet-drinkbaar water worden gebruikt. Zo kan gedacht worden aan toepassing van op te vangen regenwater en het hergebruik van licht verontreinigd bad- en douchewater, alsmede water dat gebruikt is door vaatwassers en wasmachines. Dergelijk licht verontreinigd 20 water wordt ook wel grijswater genoemd. Bovendien levert de waterbesparing ten gevolge van het hergebruik van water tevens een evenredige reductie in belasting van het riool op.
Het Nederlandse octrooischrift NL-1011371 van 25 aanvraagster beschrijft een reservoir voor grijswater, met een toevoer voor grijswater en een met een grijswaterverbruiker, zoals een toilet of dergelijke, verbonden afvoer. Het reservoir is voorzien van een met de riolering in verbinding staande uitgang, die is voorzien van 30 een door een tijdklok op geregelde tijden te openen afsluiter. Door het regelmatig afstorten van grijswater wordt getracht de ontwikkeling van ongewenste geuren die leidt tot stankoverlast te beperken.
1 03 3 3 73 2
Een nadeel van de in bovengenoemd Nederlands octrooischrift beschreven inrichting is dat het zuiver op tijd gebaseerd afstorten van het reservoir in de praktijk ongeschikt is gebleken om de grote verscheidenheid aan 5 situaties die in praktische toepassingen optreedt op te vangen en in deze diverse situaties geurontwikkeling te voorkomen.
Een doel van de onderhavige uitvinding is om een werkwijze voor het verwerken van grijswater van de in de 10 inleiding genoemde soort te verbeteren, en in het bijzonder om een werkwijze te verschaffen die geschikt is om ongewenste geurontwikkeling in praktische toepassingen tegen te gaan.
Het genoemde doel is bereikt met de werkwijze voor 15 het verwerken van grijswater volgens de onderhavige uitvinding, omvattende de stappen: - het aanvoeren van water naar een opvangreservoir van een grijswaterinrichting; - het in het opvangreservoir opvangen van het 20 aangevoerde water; - het uit het opvangreservoir doorvoeren van water naar ten minste een reservoir van een waterverbuiker; - het bewaken van de waterkwaliteit, omvattende het aan het opgevangen water toekennen van een waarde voor 25 de waterkwaliteit, en het in afhankelijkheid van een parameter die de waterkwaliteit beïnvloedt aanpassen van de waarde van de waterkwaliteit; en - het uit het opvangreservoir van de grijswaterinrichting en/of uit het reservoir van de 30 waterverbruiker naar een rioolafvoer afstorten van het water wanneer de waterkwaliteit onder een aanvaardbaar niveau komt.
3
Doordat in de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding de waterkwaliteit bepaald wordt en aan de hand daarvan op interactieve wijze een beslissing wordt genomen of het in het reservoir van de grijswaterinrichting en/of 5 het reservoir van de waterverbruik bevindende water naar een rioolafvoer afgestort dient te worden, wordt een werkwijze verschaft die - in tegenstelling tot tijdgeschakelde werkwijzen - in staat is om op flexibele wijze de diverse situaties die bij praktische toepassingen voorkomen op te 10 vangen. De werkwijze omvat verder de stappen van het aan het opgevangen water toekennen van een waarde voor de waterkwaliteit, en het in afhankelijkheid van een parameter die de waterkwaliteit beïnvloedt aanpassen van de waarde van de waterkwaliteit.
15 Door volgens de werkwijze van de onderhavige uitvinding zowel het reservoir van de grij swaterinrichting en/of het reservoir van de waterverbruiker, zoals bijvoorbeeld de stortbak van een toilet, af te storten, wordt lange stilstand van grijswater die leidt tot 2 0 stankoverlast ook in de waterverbruikers voorkomen. Met name wanneer de waterverbruikers zich in een relatief warme omgeving bevinden, zoals bijvoorbeeld in een doucheruimte, zullen de in het grijswater aanwezige bacteriën sneller in staat zijn om een cultuur en/of fauna in de stortbak te 25 ontwikkelen. Door ook de stortbak van een toilet af te storten, wordt stankoverlast in de ruimte waar deze door een gebruiker het snelst wordt ervaren voorkomen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de stap van het bewaken van de waterkwaliteit het 3 0 voldoende vaak bepalen van ten minste één van voor de waterkwaliteit bepalende eigenschappen of parameters. Op basis van waargenomen veranderingen in de waterkwaliteit reageert het systeem door het uit het opvangreservoir en/of 4 het reservoir van de waterverbruiker naar een rioolafvoer af storten van het water wanneer de waterkwaliteit onder een aanvaardbaar niveau komt. Doordat de waterkwaliteit voldoende vaak wordt bepaald of gemeten, is de werkwijze in 5 staat om wisselende omstandigheden waar te nemen en hier interactief op te reageren. Voor de vakman zal het duidelijk zijn dat in de toepassing van de onderhavige uitvinding de bewoording voldoende vaak zowel continu (analoog) als een periodieke bemonstering (digitaal) met een voldoende hoge 10 monsterfrequentie, zoals bijvoorbeeld in de ordegrootte van 1 Hz, omvat.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder de stap van het aanpassen van de waterkwaliteit in afhankelijkheid van ten minste één van de 15 parameters: - temperatuur van het aangevoerde water; - temperatuur van een omgeving van het opvangreservoir van de grijswaterinrichting; - temperatuur van een omgeving van het reservoir 20 van de waterverbruiker; - herkomst van het aangevoerde water; - in het water aanwezige verontreinigingen; - in het water aanwezige toevoegingen; - de hoeveelheid van het aangevoerde water; en 25 - in welk reservoir het water zich bevindt.
Daar bacteriën zich beter ontwikkelen in een warme omgeving, zal de temperatuur van het aangevoerde water -welke bijvoorbeeld varieert wanneer iemand een koude of warme douche neemt - invloed hebben op de te verwachten 30 bacteriegroei. Daarnaast heeft de temperatuur van de omgeving van de opvangreservoirs waarin grijswater wordt opgevangen, zowel van de grijswaterinrichting als van de waterverbruiker, invloed op de ontwikkeling van 5 bacteriegroei in de betreffende reservoirs. Verder heeft de hoeveelheid van het aangevoerde water - welke fluctueert met de duur van een douchegebruik - invloed op de concentratie van de in het aangevoerde water aanwezige verontreinigingen.
5 Door deze en andere bovengenoemde parameters mee te nemen in het bepalen van de waterkwaliteit, is de werkwijze volgens de uitvinding in staat om op flexibele wijze op diverse praktische situaties te reageren.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de 10 uitvinding is de herkomst van het aangevoerde water ten minste één van de bronnen: douche, bad, vaatwasser, wasmachine of regenwater. Daar elk van deze bronnen karakteristieke verontreinigingen omvat, kan aan de hand van de bron van de herkomst de te verwachten waterkwaliteit 15 worden bepaald en een daarvoor geschikte verwerking worden ingesteld. In douche- en badwater zullen bijvoorbeeld zeepresten aanwezig zijn die op het wateroppervlak drijven en haren en huidschilfers aanwezig zijn die, wanneer een hogere dichtheid dan water omvatten, zullen zinken. De 20 aanwezigheid van zeepresten zal douche- en badwater een enigszins basische zuurgraad meegeven, terwijl dit bij water dat afkomstig is van regenwater niet te verwachten is. Daarnaast is bij water afkomstig uit een vaatwasser aanwezigheid van verontreinigingen in de vorm van vetten en 25 etensresten te verwachten.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder de stap van het waarnemen van in het water aanwezige verontreinigingen door ten minste een van: - het meten van een elektrische geleidbaarheid van 30 het water; - het meten van de concentratie koolwaterstoffen; - het meten van de zuurstofconcentratie; - het meten van de concentratie ureum; 6 - het meten van de concentratie coliforme elementen; - het meten van het ijzergehalte in het water; - het meten van de zuurgraad van het water; 5 - het meten met behulp van bio-sensoren; en - het meten van de aanwezigheid van bijproducten die ontstaan ten gevolge van verontreinigingen.
In de praktijk is gebleken dat de aanwezigheid van koolwaterstoffen in het water, bijvoorbeeld ten gevolge van 10 het wassen van met benzine of diesel verontreinigde lichaamsdelen, in het grijswatersysteem tot een grote kans op stankoverlast leidt. Ook de zuurstofconcentratie is een belangrijke graadmeter gebleken bij het bepalen van de ontwikkeling van anaërobe bacteriën, die in het bijzonder 15 verantwoordelijk zijn gebleken voor het optreden van een ongewenste geurontwikkeling. Door het meten van de concentratie ureum en de concentratie coliforme elementen kan respectievelijk de aanwezigheid van urine en faceas worden waargenomen. Met name wanneer kinderen gebruikmaken 20 van een douche en baby's worden afgespoeld, kunnen deze elementen die een sterk nadelige invloed op de kwaliteit van het grijswater hebben in het water terecht komen. Door het ijzergehalte in het water te meten kan voorts de aanwezigheid van bloed worden waargenomen. Daarnaast kan de 25 zuurgraad van het water worden bepaald met een zogenaamde pH-meting en kunnen met behulp van biosensoren overige in het water aanwezige verontreinigingen worden waargenomen. Door het meten van de aanwezigheid van bijproducten die ontstaan ten gevolge van verontreinigingen, bijvoorbeeld het 30 meten van nitriet dat door sommige bacteriën vanaf nitraat wordt omgezet, kan duiden op de aanwezigheid van deze bacteriën.
7
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm worden de in het water aanwezige toevoegingen waargenomen, waarbij deze toevoegingen bijvoorbeeld reinigingsadditieven, zoals desinfecterende middelen, omvatten. Door het toevoegen van 5 een reinigingsadditief, in het bijzonder chloor, kan de waterkwaliteit worden beïnvloed. Tevens is het denkbaar dat andere additieven, zoals kleur- of geurstoffen aan het water worden toegevoegd. In sommige landen, zoals bijvoorbeeld Spanje, is het toevoegen van kleurstof verplicht om 10 grijswater op zichtbare wijze te onderscheiden van leidingwater.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder de stap van het in afhankelijkheid van de waterkwaliteit actief toevoegen van een reinigingsadditief, 15 waardoor de waterkwaliteit wordt beïnvloed. Hoewel het de voorkeur geniet om op actieve wijze afhankelijk van de waterkwaliteit het reinigingsadditief toe te voegen, zal het duidelijk zijn dat tevens een passieve toevoeging van reinigingsadditief mogelijk is om de waterkwaliteit te 20 beïnvloeden. Daarnaast zijn andere mogelijkheden voor de bestrijding van bacteriën mogelijk, zoals bijvoorbeeld het gebruik van een UV-lichtbron.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het aanvaardbare niveau van de waterkwaliteit dat als ondergrens 2 5 dient voor de bepaling of water naar de rioolafvoer dient te worden afgestort afhankelijk van het type reservoir waarin het water zich bevindt, waardoor afhankelijk van het type reservoir, de locatie waar deze zich bevindt, en de gevoeligheid voor een ontwikkeling van stankoverlast voor 30 het betreffende reservoir, het systeem optimaal gebruikmaakt van het aanwezige grijswater. Er wordt voorkomen dat in de grij swaterinrichting het ontstaan van een cultuur en/of fauna optreedt. In het reservoir van een waterverbruiker, 8 veelal een stortbak van een toilet, is een slechtere waterkwaliteit toegestaan, doch deze zal tevens worden afgestort voordat hier een geurontwikkeling optreedt.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de 5 werkwijze verder de stap van het door een sensor waarnemen van de hoeveelheid van het aangevoerde water, waarbij de sensor ten minste een van de parameters waterniveau, hoeveelheid doorstroming, overstort van water in het opvangreservoir van de grijswaterinrichting, en doorstroming 10 van water in een omloopleiding van de grijswaterinrichting, bewaakt. Door de hoeveelheid van het aangevoerde water te bepalen kan tevens de te verwachten concentratie van de in het aangevoerde water aanwezige verontreinigingen worden ingeschat. In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt 15 hierbij tevens de herkomst van het water meegenomen. Wanneer het systeem wordt aangevuld met leidingwater, wordt de concentratie van grijswater verdund, hetgeen de waterkwaliteit verbetert.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de 20 werkwijze verder de stap van het in het opvangreservoir van de grijswaterinrichting opgevangen water afstorten wanneer de hoeveelheid van het aangevoerde waarde onder een bepaalde drempelwaarde blijft. Op deze wijze wordt voorkomen dat water met een te geconcentreerde hoeveelheid 25 verontreinigingen in het reservoir wordt opgevangen.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder de stap van het na een bepaalde tijdsperiode afstorten van het water dat is opgevangen in het opvangreservoir van de grijswaterinrichting.
30 Door in een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm het af stort en van het water in het opvangreservoir van de grijswaterinrichting te voorkomen wanneer vóór het verstrijken van de tijdsperiode door een waterverbruiker 9 water wordt verbruikt, wordt tegengegaan dat onnodig water wordt afgestort. Wanneer grijswater met een hoge concentratie verontreinigingen op korte termijn wordt gebruikt zal er immers geen geurontwikkeling plaatsvinden 5 daar dit pas optreedt bij langere stilstand.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze wordt een aanvoer van water in een hoeveelheid kleiner dan een vooraf bepaalde waarde als aanvoer van water genegeerd. Hierdoor wordt voorkomen dat een kortstondig 10 toestroom van douchewater, bijvoorbeeld doordat iemand iets afspoelt onder de douche, als een kortstondig douchegebruik met een verhoogd risico op een hoge concentratie verontreinigingen wordt beschouwd. Aldus wordt voorkomen dat het systeem onnodig grijswater afstort. Bovendien wordt het 15 systeem door deze maatregel ongevoelig voor foutmeldingen ten gevolge van een lekkende kraan of anderszins onbedoelde zeer geringe aanvoer van water.
De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze omvattende de stappen van: 20 - het meten van het tijdsverloop tussen navolgende aanvoeren van water naar het opvangreservoir van de grij swaterinrichting; - het als één enkele aanvoer van water definiëren van navolgende aanvoeren wanneer deze binnen een 25 voorafbepaald tijdsverloop plaatsvinden; en - het als een afzonderlijke eerste en volgende aanvoer definiëren van navolgende aanvoeren wanneer deze buiten een vooraf bepaald tijdsverloop plaatsvinden, en verder omvattende het uit het opvangreservoir afstorten van 30 het water van de eerste aanvoer en het vullen van het opvangreservoir met het water van de volgende aanvoer.
Door twee navolgende aanvoeren van water binnen een tijdsverloop van een vooraf bepaalde waarde, typisch 10 enkele uren, bijvoorbeeld 3 uur, als één enkele aanvoer te definiëren wordt het reservoir van de grijswaterinrichting gevuld zonder dat er een tussentijds afstort plaatsvindt. Wanneer het tijdsverloop tussen de twee navolgende aanvoeren 5 echter meer is dan de vooraf gedefinieerde tijdsperiode, wordt het in het reservoir aanwezige, 'oude' water afgestort en wordt het reservoir aangevuld met het 'nieuw' aangevoerde grijswater, waardoor het water jong wordt gehouden.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de 10 werkwijze verder de stap van het bijhouden van het aantal navulbeurten sinds een afstort naar de rioolafvoer en het bij het bereiken van een vooraf bepaald aantal navulbeurten sinds de laatste afstort afstorten van het in het opvangreservoir opgevangen water. Als alternatief of 15 aanvullend omvat de werkwijze het bijhouden van het tijdsverloop sinds een af stort naar de rioolafvoer en het bij het bereiken van een vooraf bepaald tijdsverloop sinds de laatste afstort afstorten van het in het opvangreservoir opgevangen water. Afhankelijk van (een combinatie van) 20 bovenstaande criteria wordt het opvangreservoir van de grijswaterinrichting periodiek afgestort, waardoor het in het opvangreservoir aanwezige water naar de rioolafvoer wordt afgevoerd en daarbij tevens in het opvangreservoir opgehoopte verontreinigingen mee afvoert naar het riool.
25 Door in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm na het afstorten van het reservoir deze met leidingwater te vullen, wordt het reservoir periodiek van schoon leidingwater voorzien, waardoor mogelijk ontwikkeling van bacteriën en de daarmee samenhangende geurontwikkeling wordt 30 gereduceerd. Bij voorkeur wordt het reservoir slechts gedeeltelijk met een zodanige hoeveelheid leidingwater gevuld, dat ten minste voldoende water aanwezig is voor het uitvoeren van één a twee keer af storten van het reservoir 11 van de waterverbruiker. Het systeem blijft op deze wijze continu beschikbaar, terwijl het verbruik van leidingwater wordt beperkt.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is in het 5 reservoir een reinigingseenheid aangebracht dat onder hoge druk water tegen de binnenwanden van het reservoir aansluit en op deze wijze op de wanden gevormde aanwas van bacteriën verwijdert en afvoert naar de rioolafvoer.
Door in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm het 10 met leidingwater gevulde reservoir een voorafbepaald maximaal aantal keren af te storten naar de rioolafvoer, wordt voorkomen dat bij een langere stilstand van de grijswaterinrichting, deze niet telkens wordt afgestort en met leidingwater wordt gevuld. Een dergelijke situatie kan 15 zich bijvoorbeeld voordoen tijdens een langere afwezigheid ten gevolge van een vakantie van de gebruiker. Na een vooraf bepaald maximaal aantal keren navullen, bijvoorbeeld na twee keer, wordt het in het reservoir aanwezige water als schoon verondersteld, waarna geen verdere afstort meer nodig is.
20 De onderhavige uitvinding heeft voorts betrekking op een besturingssysteem voor het besturen van een grijswaterinrichting, omvattende: - ten minste een op het besturingssysteem aangesloten sensor voor het meten van een waterkwaliteit van 25 in een opvangreservoir van de grijswaterinrichting opgevangen water, waarbij aan het opgevangen water een waarde voor de waterkwaliteit wordt toegekend, waarbij deze waarde in afhankelijkheid van een parameter die de waterkwaliteit beïnvloedt wordt aangepast,* en 30 - het in afhankelijkheid van de waterkwaliteit uit het opvangreservoir van de gr ij swaterinrichting en/of uit een reservoir van een met de grijswaterinrichting verbonden 12 waterverbruiker afstorten van het water wanneer de waterkwaliteit onder een aanvaardbaar niveau komt.
Verder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een systeem voor het hergebruik van grijswater, 5 omvattende een grijswaterinrichting en een besturingssysteem, de grijswaterinrichting omvattende: - een wateraanvoer voor het aanvoeren van grijswater; - een opvangreservoir voor het opvangen van het 10 aangevoerde grijswater; - een met een waterverbruiker verbonden leiding; - een rioolafvoer en een besturingssysteem, zoals hierboven beschreven.
Voorts heeft de onderhavige uitvinding betrekking 15 op een grijswaterverbruiker, in het bijzonder een toilet, welke wordt aangestuurd door een besturingssysteem zoals hierboven beschreven.
In de navolgende beschrijving wordt een uitvoeringsvoorbeeld aan de hand van de tekening verder 20 verklaard, waarin de figuur een schematische weergave van een grij swaterinrichting met een besturingssysteem voor de verwerking van grijswater volgens de onderhavige uitvinding.
De voorkeursuitvoeringsvorm zoals getoond in de figuur omvat een grijswaterinrichting 1 met een 2 5 opvangreservoir 2, een opslagtank 4, een overloop 6 met een afroomorgaan (skimmer) 8, een omloopleiding 10, een overhevelbuis 12 die het opvangreservoir 2 en de opslagtank 4 verbindt, een aanvoerleiding 14 voor de aanvoer van grijswater, een afvoerleiding 16 voor de afvoer van water 30 naar een stortbak 20 van een waterverbruiker 18 zoals een toilet, die tevens een rioolafvoer 22 omvat. De grijswaterinrichting 1 bevat voorts een rioolafvoer 24 en aan de bovenzijde in het opvangreservoir 2 en de opslagtank 13 4 zijn beluchters 26, 28 aangebracht. Wanneer het water in het opvangreservoir 2 een bepaald niveau bereikt (zoals getoond in de figuur) wordt dit water via het afroomorgaan 8, de overloop 6 en de omloopleiding 10 naar de rioolafvoer 5 24 afgevoerd. In de getoonde uitvoeringsvorm is in de omloopleiding een sensor 30 aangebracht die via een bedrading 32 in verbinding staat met een besturingssysteem 34 (Ecoplay Control Unit: ECU). Dit besturingssysteem is via een bedrading 36 aangesloten op een (niet-getoonde) actuator 10 van een afstortventiel 38 en via een bedrading 40 aangesloten op een spoel 42 die door middel van een stoterstang 44 een vulventiel 46 bedient. Verder is het opvangreservoir 2 van de grij swaterinrichting 1 voorzien van een leidingwateraanvoer 48.
15 Hoewel de in de bijgevoegde figuur getoonde grijswaterinrichting 1 een opvangreservoir 2 en een opslagtank 4 omvat, zal het voor de vakman duidelijk zijn dat de in dit octrooischrift beschreven uitvindingsgedachte van toepassing is op elk type grijswaterinrichting. In het 20 bijzonder wordt daarbij opgemerkt dat een dergelijke grij swaterinrichting in plaats van een opvangreservoir 2 en een opslagtank 4 slechts één opslagreservoir kan omvatten, en dat de in de figuur getoonde verhoudingen tussen de volumes van het opvangreservoir 2 en de opslagtank 4 niet op 25 schaal zijn weergegeven.
De in de figuur getoonde grijswaterinrichting, die gebruikmaakt van een opvangreservoir 2, een opslagtank 4 en een zich daartussen bevindende overhevelverbinding 12 heeft het bijzondere voordeel dat de combinatie van deze 30 reservoirs een variabel volume kunnen omvatten en een compacte en efficiënte grijswaterinrichting verschaffen, zoals beschreven in het Nederlandse octrooischrift NL-1030110 van aanvraagster.
14
De figuur toont de grijswaterinrichting volgens de onderhavige uitvinding in een ruststand, waarbij het opvangreservoir 2 geheel met water is gevuld. Wanneer dit water afkomstig is van douche of bad, zal het water licht 5 verontreinigd zijn met onder andere zeepresten, huidschilfers en haren. Door gebruik te maken van een opvangreservoir 2 en een opslagtank 4 en hiertussen een overhevel verb inding 12 aan te brengen die aangesloten is op een in hoofdzaak middengebied van het opslagreservoir 2, zal 10 relatief schoon grijswater naar de opslagtank 4 worden overgeheveld voor opslag. Verontreinigingen waarvan de dichtheid kleiner is dan dat van water, zoals bijvoorbeeld zeepresten, zullen immers drijven in het opslagreservoir 2 en verontreinigingen met een dichtheid groter dan dat van 15 water, zoals bijvoorbeeld zandresten, zullen bezinken in het opvangreservoir 2. Als gevolg daarvan zal het schoonste water zich in hoofdzaak in het middengedeelte, dat wil zeggen tussen onder- en bovenzijde van het opvangreservoir 2, bevinden.
2 0 In het opvangreservoir 2 en de opslagtank 4 opgeslagen water wordt via een afvoerleiding 16 van de grijswaterinrichting 1 naar de stortbak 20 van het toilet 18 geleid, die met grijswater wordt gevuld teneinde bij het volgende toiletgebruik hiermee door te kunnen spoelen.
25 Het door de aanvoerleiding 14 voor grijswater aangevoerde water kan afkomstig zijn van een aantal bronnen, waaronder douche, bad, vaatwasser, wasmachine of regenwater. Al deze bronnen hebben hun eigen karakteristieke verontreinigingen en bacteriën, waardoor het grijswater bij 30 langere stilstand ongewenste geuren zal gaan ontwikkelen die kunnen leiden tot stankoverlast. Teneinde de vorming van stankoverlast te voorkomen, wordt de waterkwaliteit bepaald en wordt het water in het reservoir 2 en de opslagtank 4 van 15 de grijswaterinrichting 1 en/of de stortbak 20 van een op de grijswaterinrichting 1 aangesloten toilet 18 afgestort naar respectievelijk de rioolafvoer 24 van de grijswaterinrichting 1 en de rioolafvoer 22 van het toilet 5 18, wanneer de waterkwaliteit onder een aanvaardbaar niveau komt.
Het grijswatersysteem omvat een besturingseenheid 34 die ook wel Ecoplay Control Unit (ECU) wordt genoemd. Het besturingssysteem 34 staat door middel van bedradingen 32, 10 52, 56, 60 in verbinding met verschillende sensoren 30, 50, 54, 58 in het systeem die het besturingssysteem 34 van informatie voorzien om de waterkwaliteit te bepalen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is in het opvangreservoir 2 een sensor 54 aangebracht die met een 15 bedrading 56 is verbonden met het besturingssysteem 34.
Sensor 54 meet bijvoorbeeld de temperatuur van het in het reservoir aanwezige water, en kan daarnaast een biosensor omvatten die in het water aanwezige verontreinigingen meet. Parameters die in de praktijk een graadmeter zijn gebleken 20 voor de waterkwaliteit zijn de elektrische geleidbaarheid van het water, de concentratie koolwaterstoffen, het zuurstofgehalte van het water, de concentraties ureum en coliforme elementen, het ijzergehalte van het water en de zuurgraad. Daarnaast kan de aanwezigheid van bijproducten 25 die ontstaan ten gevolge van verontreinigingen, bijvoorbeeld de aanwezigheid van nitriet dat kan ontstaan uit door bacteriën omgezet nitraat, de aanwezigheid van bacteriën aanduiden.
In de grijswateraanvoerleiding 14 is bij voorkeur 30 een sensor 50 aangebracht die met een bedrading 52 is verbonden met het besturingssysteem 34. De sensor 50 is ingericht om de herkomst van het water te bepalen, maar het is tevens denkbaar dat de herkomst op een andere wijze aan 16 het besturingssysteem 34 wordt gecommuniceerd. Daarnaast kan sensor 50 zijn ingericht om de temperatuur van het aangevoerde water te bepalen.
Afhankelijk van de door de sensoren gemeten 5 waarden en de door het besturingssysteem 34 bepaalde waterkwaliteit, zal het besturingssysteem 34 via bedrading 36 een (niet-getoonde) actuator van het afstortventiel 38 bedienen waardoor het afstortventiel 38 wordt geopend.
Tevens kan het besturingssysteem 34 via een (niet-getoonde) 10 verbinding de beluchters 28 openen, waarna het in het opvangreservoir 2 en/of de opslagtank 4 aanwezige grijswater met de daarin aanwezige verontreinigingen via de opening bij het afstortventiel 38 via de rioolafvoer 24 in het riool verdwijnt.
15 In het geval van een stroomuitval zal, bijvoorbeeld ter voorkoming van legionella, als laatste actie het in het systeem aanwezige grijswater worden afgestort, waarna deze wordt gevuld met leidingwater dat via de leidingwateraanvoer 48 aan het opvangreservoir 2 wordt 20 geleverd. Daarnaast zal door de leidingwateraanvoer 48 leidingwater worden aangevoerd wanneer het beschikbare grijswater onvoldoende is om aan de behoefte van het toilet 18 te voorzien.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm wordt in 25 afhankelijkheid van de waterkwaliteit actief reinigingsadditief toegevoegd.
De sensor 30 die in de omloopleiding 10 is aangebracht registreert wanneer het opvangreservoir 2 geheel gevuld is en water bij de overloop 6 in de omloopleiding 10 30 stroomt. In het geval dat deze in de figuur getoonde situatie optreedt, neemt het besturingssysteem 34 aan dat er een voldoende hoeveelheid water aangevoerd wordt om te veronderstellen dat de concentratie verontreinigingen binnen 17 aanvaardbare grenzen is. Alternatieve wijzen voor het waarnemen van de hoeveelheid aangevoerde grijswater is het meten van het waterniveau in het reservoir 2 en de tank 4, het meten van de hoeveelheid doorstroming in de 5 aanvoerleiding en het reeds getoonde registreren van het optreden van een overloop van het reservoir 2 naar de omloopleiding 10. In het geval dat het aangevoerde grijswater een hoeveelheid omvat die onder een bepaalde drempelwaarde blijft, wordt dit door besturingseenheid 34 10 geregistreerd en zal het aangevoerde grijswater op korte termijn of zelfs direct worden afgestort naar de rioolafvoer 24. Een dergelijke situatie kan bijvoorbeeld optreden wanneer iemand op een waterbesparende wijze doucht, waarbij het lichaam kortstondig wordt bevochtigd, de douche 15 vervolgens wordt uitgeschakeld en de persoon zich wast, gevolgd met het kortstondig afspoelen van de zeepresten.
Door de te verwachten hoge concentratie verontreinigingen bij een dergelijke kort douchegebruik, zal dit water niet of slechts zeer kort in het reservoir van de 20 grijswaterinrichting worden opgeslagen.
Bij voorkeur wordt grijswater dat afkomstig is van een dergelijk kort douchegebruik en tevens ander grijswater waarvan te verwachten is dat het een hoge concentratie verontreinigingen omvat, een korte tijdsperiode vastgehouden 25 alvorens dit wordt afgestort. Wanneer in deze korte tijdsperiode gebruik wordt gemaakt van het toilet, dan kan dit grijswater - ondanks zijn hoge concentratie verontreinigingen - op een zodanige korte termijn worden toegepast dat het risico op geurontwikkeling binnen 30 aanvaardbare grenzen.
Het is echter denkbaar dat een eerste persoon zeer kortstondig doucht waardoor een hoge concentratie van verontreinigingen aannemelijk is, terwijl dit kortstondige 18 douchegebruik binnen afzienbare tijd wordt opgevolgd door een langer douchegebruik dat het water dat door de kortstondige douche is aangevoerd zodanig verdunt dat de waterkwaliteit binnen aanvaardbare grenzen komt.
5 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze wordt een minimale aanvoer van water, bijvoorbeeld gemeten door sensor 50, als aanvoer van water genegeerd, waardoor wordt voorkomen dat een kortstondige aanvoer van water door een foutieve inschatting van een 10 verwachtte hoge concentratie verontreinigingen tot een onnodige afstort van het systeem leidt. Teneinde het systeem onder andere ongevoelig voor foutmeldingen ten gevolge van een lekkende kraan of anderszins onbedoelde zeer geringe aanvoer van water te maken definieert het besturingssysteem 15 34 een aanvoer van water pas als zodanig wanneer deze aanvoer een minimale tijd aanhoudt. Typisch kan deze waarde ingesteld zijn op bijvoorbeeld 5 tot 10 seconden. Een uitvoering van sensor 50 als vloeistofstroommeter of debietmeter vormen alternatieve middelen om de hoeveelheid 20 aanvoer te bepalen.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm wordt het tijdsverloop tussen twee navolgende aanvoeren van water naar het opvangreservoir 2 van de grijswaterinrichting 1 gemeten. Wanneer twee navolgende aanvoeren van grijswater binnen een 25 tijdsverloop van een voorafbepaalde waarde plaatsvinden, worden deze door het besturingssysteem 34 als één enkele aanvoer van grijswater beschouwd. Wanneer de tijdsperiode tussen twee navolgende aanvoeren van grijswater boven een voorafbepaalde tijdswaarde uitkomt, typisch enkele uren, dan 30 wordt de in het opvangreservoir 2 aanwezige grijswater via het afstortventiel 38 naar de rioolafvoer 24 afgevoerd, en wordt het opvangreservoir 2 met nieuw grijswater aangevuld. Op deze wijze wordt het grijswater dat zich in het 19 opvangreservoir 2 van de grij swaterinrichting 1 bevindt in een zo jong mogelijke toestand gehouden.
Zoals reeds vermeld zullen verontreinigingen met zware delen die zich in grijswater bevinden in het 5 opvangreservoir 2 bezinken en zullen lichte delen die op het water drijven via het afroomorgaan 8 via de omloopleiding 10 naar de rioolafvoer 24 worden geleid. De afvoerleiding 16 voor het afvoeren van de in het opslagreservoir 2 opgeslagen grijswater naar een toilet is bij voorkeur op enige afstand 10 vanaf de bodem van het opvangreservoir 2 hiermee verbonden, zodat bezonken verontreinigingen niet via de afvoerleiding 16 naar het toilet worden getransporteerd. Indien er reeds langere tijd geen afstort naar het riool heeft plaatsgevonden, zullen bezonken verontreinigingen zich 15 accumuleren op de bodem van het opvangreservoir 2. Door het aantal navulbeurten en het tijdsverloop sinds een afstort naar de rioolafvoer bij te houden, bepaalt het besturingssysteem 34 wanneer het gewenst is om het in het opvangreservoir 2 aanwezige water af te storten teneinde de 20 in het opvangreservoir 2 bezonken verontreinigingen naar het riool af te voeren.
In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt reservoir 2 na het afstorten met leidingwater gevuld, of wordt het opvangreservoir 2 van de grijswaterinrichting 1 door een 25 (niet-getoonde) reinigingseenheid gereinigd. Deze reinigingseenheid spuit bijvoorbeeld leidingwater onder hoge druk tegen de wanden van het reservoir 2 en de opslagtank 4. Desgewenst kan een desinfecterend additief worden toegevoegd.
3 0 Om te voorkomen dat het systeem meerdere malen wordt afgestort en met leidingwater wordt gevuld wanneer het langere tijd niet wordt gebruikt, wordt in het besturingssysteem 34 een vooraf bepaald maximaal aantal 20 keren afstorten na een navulling met leidingwater opgegeven. Na dit vooraf bepaald maximaal aantal keren afstorten, bijvoorbeeld na twee keer afstorten, zal het besturingssysteem 34 het in het reservoir 2 van de 5 grijswaterinrichting 1 en het in de opslagtank 4 opgeslagen water als zodanig zuiver veronderstellen dat de kans op stankoverlast beneden een aanvaardbaar niveau is en afstorten niet langer noodzakelijk is.
De hierboven beschreven uitvoeringsvormen zijn, 10 hoewel het voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding betreffen, enkel bedoeld om de onderhavige uitvinding te illustreren en niet om op enigerlei wijze de omschrijving van de uitvinding te beperken. In het bijzonder wordt daarbij opgemerkt dat, hoewel het in de figuurbeschrijving 15 geïllustreerde uitvoeringsvoorbeeld slechts één waterverbruiker in de vorm van een toilet vertoont, tevens meerdere waterverbruikers op het systeem kunnen zijn aangesloten. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei 20 modificaties denkbaar zijn.
1033373
Claims (25)
1. Werkwijze voor het verwerken van grijswater, omvattende de stappen van: 5. h«st aanvoeren van water naar een opvangreservoir van een grijswaterinrichting; - het in het opvangreservoir opvangen van het aangevoerde water; - het uit het opvangreservoir doorvoeren van water 10 naar ten minste een reservoir van een waterverbruiker; - het bewaken van de waterkwaliteit, omvattende het aan het opgevangen water toekennen van een waarde voor de waterkwaliteit, en het in afhankelijkheid van een parameter die de waterkwaliteit beïnvloedt aanpassen van de 15 waarde van de waterkwaliteit; en - het uit het opvangreservoir van de grijswaterinrachting en/of uit het reservoir van de waterverbruiker naar een rioolafvoer afstorten van het water wanneer de waterkwaliteit onder een aanvaardbaar niveau 2. komt.
2. Merkwijze volgens conclusie 1, waarbij de stap van het bewaken van de waterkwaliteit het voldoende vaak bepalen van ten minste één van voor de waterkwaliteit 25 bepalende eigenschappen omvat.
3. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende de stap van het aanpassen van de waterkwaliteit in afhankelijkheid van ten minste één van 30 de parameters: - temperatuur van het aangevoerde water; - temperatuur van een omgeving van het opvangreservoir van de grijswaterinrichting; 033373 - temperatuur van een omgeving van het reservoir van de waterverbruiker; - herkomst van het aangevoerde water; - in het water aanwezige verontreinigingen; 5. in het water aanwezige toevoegingen; - de hoeveelheid van het aangevoerde water; en - in welk reservoir het water zich bevindt.
4. Werkwij ze volgens conclusie 3, waarbij de 10 herkomst van het aangevoerde water ten minste een van de bronnen douche, bad, vaatwasser, wasmachine of regenwater is.
5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, verder 15 omvattende de stap van het waarnemen van in het water aanwezige verontreinigingen door ten minste een van: - het meten van een elektrische geleidbaarheid van het water; - het meten van de concentratie koolwaterstoffen; 20. het meten van de zuurstofconcentratie; - het meten van de concentratie ureum; - het meten van de concentratie coliforme elementen; - het meten van het ijzergehalte in het water; 25. het meten van de zuurgraad van het water; - het meten met behulp van bio-sensoren; en - het meten van de aanwezigheid van bijproducten die ontstaan ten gevolge van verontreinigingen.
6. Werkwijze volgens een van de conclusies 4-5, waarbij de in het water aanwezige toevoeging ten minste een reinigingsadditief omvat. 25
7. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende de stap van het in afhankelijkheid van de waterkwaliteit actief toevoegen van een reinigingsadditief. 5
8. Werkwijze volgens een van de conclusies 3-7, waarbij het aanvaardbare niveau van de waterkwaliteit dat als ondergrens dient voor de bepaling of water naar de rioolafvoer dient te worden afgestort afhankelijk is van het 10 type reservoir waarin het water zich bevindt.
9. Werkwijze volgens een van de conclusies 3-8, verder omvattende de stap van het door een sensor waarnemen van de hoeveelheid van het aangevoerde water, waarbij de 15 sensor ten minste een van de parameters waterniveau, hoeveelheid doorstroming, overstort van water in het opvangreservoir van de grijswaterinrichting, en doorstroming van water in een omloopleiding van de grijswaterinrichting, bewaakt. 20
10. Werkwijze volgens een van de conclusies 3-9, verder omvattende de stap van het in het opvangreservoir van de grijswaterinrichting opgevangen water afstorten wanneer de hoeveelheid van het aangevoerde waarde onder een bepaalde 25 drempelwaarde blijft.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, verder omvattende de stap van het na een bepaalde tijdsperiode afstorten van het water dat is opgevangen in het 30 opvangreservoir van de grijswaterinrichting.
12. Werkwijze volgens conclusie 10, verder omvattende de stap van het voorkomen van het afstorten van het water in het opvangreservoir van de grijswaterinrichting wanneer voor het verstrijken van de tijdsperiode door een waterverbruiker water wordt verbruikt.
13. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende het als aanvoer van water negeren van een aanvoer van water in een hoeveelheid kleiner dan een voorafbepaalde waarde.
14. Werkwijze volgens een van de conclusies 3-9, waarbij, verder omvattende de stappen van: - het meten van het tijdsverloop tussen navolgende aanvoeren van water naar het opvangreservoir van de grijswaterinrichting; 15. het als één enkele aanvoer van water definiëren van navolgende aanvoeren wanneer deze binnen een vooraf bepaald tijdsverloop plaatsvinden; en - het als een afzonderlijke eerste en volgende aanvoer definiëren van navolgende aanvoeren wanneer deze 20 buiten een vooraf bepaald tijdsverloop plaatsvinden, en verder omvattende het uit het opvangreservoir afstorten van het water van de eerste aanvoer en het vullen van het opvangreservoir met het water van de volgende aanvoer.
15. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende het bij houden van het aantal navulbeurten sinds een afstort naar de rioolafvoer en het bij het bereiken van een vooraf bepaald aantal navulbeurten sinds de laatste afstort afstorten van het in het 30 opvangreservoir opgevangen water.
16. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende het bijhouden van het tijdsverloop sinds een afstort naar de rioolafvoer en het bij het bereiken van een vooraf bepaald tijdsverloop sinds de laatste afstort afstorten van het in het opvangreservoir opgevangen water. 5
17. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, verder omvattende het na een afstort vullen van het reservoir met leidingwater.
18. Werkwijze volgens conclusie 17, verder omvattende het een vooraf bepaald maximaal aantal keren naar de rioolafvoer afstorten van het met leidingwater gevulde reservoir.
19. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-15, verder omvattende het door een reinigingsorgaan reinigen van het opvangreservoir van de grijswaterinrichting.
20. Besturingssysteem voor het besturen van een 20 grijswaterinrichting, omvattende: - ten minste een op het besturingssysteem aangesloten sensor voor het meten van een waterkwaliteit van in een opvangreservoir van de grijswaterinrichting opgevangen water, waarbij aan het opgevangen water een 25 waarde voor de waterkwaliteit wordt toegekend, waarbij deze waarde in afhankelijkheid van een parameter die de waterkwaliteit beïnvloedt wordt aangepast; en - het in afhankelijkheid van de waterkwaliteit uit het opvangreservoir van de grijswaterinrichting en/of uit 30 een reservoir van een met de grijswaterinrichting verbonden waterverbruiker afstorten van het water wanneer de waterkwaliteit onder een aanvaardbaar niveau komt. 2δ
21. Besturingssysteem volgens conclusie 20, waarbij de werkwijze volgens een of meerdere van de conclusies 1-19 wordt toegepast.
22. Systeem voor het hergebruik van grijswater, omvattende een grijswaterinrichting en een besturingssysteem, de grijswaterinrichting omvattende: - een wateraanvoer voor het aanvoeren van grijswater; 10. een opvangreservoir voor het opvangen van het aangevoerde grijswater; - een met een waterverbruiker verbonden leiding; - een rioolafvoer; en - een besturingssysteem, het besturingssysteem 15 omvattende: - ten minste een op het besturingssysteem aangesloten sensor voor het meten van een waterkwaliteit van in een opvangreservoir van de grijswaterinrichting opgevangen water, waarbij aan het opgevangen water een 20 waarde voor de waterkwaliteit wordt toegekend, waarbij deze waarde in afhankelijkheid van een parameter die de waterkwaliteit beïnvloedt wordt aangepast; en - het in afhankelijkheid van de waterkwaliteit uit het opvangreservoir van de grijswaterinrichting en/of uit 25 een reservoir van een met de grijswaterinrichting verbonden waterverbruiker afstorten van het water wanneer de waterkwaliteit onder een aanvaardbaar niveau komt.
23. Systeem volgens conclusie 22, waarbij de 30 werkwijze volgens een of meerdere van de conclusies 1-19 wordt toegepast.
24. Grijswaterverbruiker, in het bijzonder een toilet, omvattende: - een eerste met een reservoir van een grijswaterinrichting verbonden leiding,- 5. een tweede met een waterleidingstelsel verbonden leiding; - een waterreservoir voor de opslag van water; - een rioolafvoer; en - een actuator voor het uit het waterreservoir 10 naar de rioolafvoer afstorten van in het waterreservoir opgeslagen water, waarbij de actuator wordt aangestuurd door een besturingssysteem, het besturingssysteem omvattende: - ten minste een op het besturingssysteem aangesloten sensor voor het meten van een waterkwaliteit van 15 in een opvangreservoir van de grijswaterinrichting opgevangen water, waarbij aan het opgevangen water een waarde voor de waterkwaliteit wordt toegekend, waarbij deze waarde in afhankelijkheid van een parameter die de waterkwaliteit beïnvloedt wordt aangepast; en 20 - het in afhankelijkheid van de waterkwaliteit uit het opvangreservoir van de grijswaterinrichting en/of uit een reservoir van een met de grijswaterinrichting verbonden waterverbruiker afstorten van het water wanneer de waterkwaliteit onder een aanvaardbaar niveau komt. 25
25. Grijswaterverbruiker volgens conclusie 24, waarbij de werkwijze volgens een of meerdere van de conclusies 1-19 wordt toegepast. 1033373
Priority Applications (13)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1033373A NL1033373C2 (nl) | 2007-02-12 | 2007-02-12 | Werkwijze en besturingssysteem voor het verwerken van grijswater. |
AU2008215185A AU2008215185A1 (en) | 2007-02-12 | 2008-02-06 | Method and control system for processing greywater |
KR1020097018464A KR20090127270A (ko) | 2007-02-12 | 2008-02-06 | 중수도 용수의 처리 방법 및 제어 시스템 |
EP20080712575 EP2115224A1 (en) | 2007-02-12 | 2008-02-06 | Method and control system for processing greywater |
ZA200905162A ZA200905162B (en) | 2007-02-12 | 2008-02-06 | Method and control system for processing greywater |
US12/526,749 US20100043129A1 (en) | 2007-02-12 | 2008-02-06 | Method and control system for processing greywater |
JP2009550088A JP2010517775A (ja) | 2007-02-12 | 2008-02-06 | 排水処理方法および排水処理用制御システム |
BRPI0807511-5A2A BRPI0807511A2 (pt) | 2007-02-12 | 2008-02-06 | Método para o processamento da água servida, sistema de controle para controlar um dispositivo de água servida, sistema de controle para reutilizar água servida, e consumidor de água servida. |
RU2009134111/21A RU2009134111A (ru) | 2007-02-12 | 2008-02-06 | Способ и система управления, предназначенные для обработки слабозагрязненной сточной воды |
CA 2677164 CA2677164A1 (en) | 2007-02-12 | 2008-02-06 | Method and control system for processing greywater |
CN2008800048198A CN101605941B (zh) | 2007-02-12 | 2008-02-06 | 用于处理灰水的方法和控制系统 |
PCT/NL2008/000035 WO2008100132A1 (en) | 2007-02-12 | 2008-02-06 | Method and control system for processing greywater |
IL200302A IL200302A0 (en) | 2007-02-12 | 2009-08-09 | Method and control system for processing greywater |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1033373 | 2007-02-12 | ||
NL1033373A NL1033373C2 (nl) | 2007-02-12 | 2007-02-12 | Werkwijze en besturingssysteem voor het verwerken van grijswater. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1033373C2 true NL1033373C2 (nl) | 2008-08-13 |
Family
ID=38461249
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1033373A NL1033373C2 (nl) | 2007-02-12 | 2007-02-12 | Werkwijze en besturingssysteem voor het verwerken van grijswater. |
Country Status (13)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20100043129A1 (nl) |
EP (1) | EP2115224A1 (nl) |
JP (1) | JP2010517775A (nl) |
KR (1) | KR20090127270A (nl) |
CN (1) | CN101605941B (nl) |
AU (1) | AU2008215185A1 (nl) |
BR (1) | BRPI0807511A2 (nl) |
CA (1) | CA2677164A1 (nl) |
IL (1) | IL200302A0 (nl) |
NL (1) | NL1033373C2 (nl) |
RU (1) | RU2009134111A (nl) |
WO (1) | WO2008100132A1 (nl) |
ZA (1) | ZA200905162B (nl) |
Families Citing this family (17)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2010124037A1 (en) * | 2009-04-23 | 2010-10-28 | Eckman Environmental Corporation | Grey water recycling apparatus and methods |
NL2003756C2 (nl) * | 2009-11-04 | 2011-05-10 | Ecoplay Int Bv | Doseerinrichting, een daarmee voorzien grijswatersysteem en werkwijze voor de toepassing daarvan. |
EP2529055A1 (en) * | 2010-01-26 | 2012-12-05 | Ecoplay International B.V. | Device for throughfeed of greywater to a water user, greywater system provided therewith and method for applying same |
CN102090852A (zh) * | 2010-12-14 | 2011-06-15 | 戴锐 | 淋浴间的节水装置及其方法 |
WO2012144982A1 (en) | 2011-04-18 | 2012-10-26 | Empire Technology Development Llc | Grey water dividing and treatment |
KR20160096638A (ko) * | 2013-12-20 | 2016-08-16 | 오비탈 시스템즈 에이비 | 정화, 순환 및/또는 분리를 포함하는 물 하이브리드 장치를 위한 조절 방법 |
US9482599B1 (en) * | 2014-06-20 | 2016-11-01 | Lyle Johnson | Water testing method and apparatus |
WO2016133267A1 (ko) * | 2015-02-16 | 2016-08-25 | 주식회사 아쿠아테크 | 바이오센서를 이용한 에너지절감형 수처리장치 |
US9663924B2 (en) | 2015-06-16 | 2017-05-30 | James H. Turner | Water collection apparatus |
JP2020507446A (ja) * | 2016-11-25 | 2020-03-12 | オービタル、システムズ、アクチボラグOrbital Systems Ab | 水を再利用するための方法及び水再利用装置 |
EP3596459A4 (en) * | 2017-03-15 | 2021-01-27 | Orbital Systems AB | WATER USE OPTIMIZATION IN A DEVICE USING WATER FOR A CLEANING PROCESS |
CN107386379A (zh) * | 2017-08-02 | 2017-11-24 | 盐城市威隆管夹制造有限公司 | 一种住宅楼房内的糞便回收装置 |
CN108951768A (zh) * | 2018-07-30 | 2018-12-07 | 北京美士科技有限公司 | 一种循环式节水沐浴器 |
JP6955775B6 (ja) | 2019-08-23 | 2021-12-01 | オシュン株式会社 | 水処理システム、及び水処理方法 |
CN114364849B (zh) * | 2019-09-02 | 2024-08-09 | 盧泰植 | 空气净化处理装置 |
DK180926B1 (en) | 2020-05-14 | 2022-06-29 | Gws Grey Water Solutions Aps | System for recycling drained water as toilet flush water |
CN113863434B (zh) * | 2021-08-31 | 2023-09-19 | 青岛海尔科技有限公司 | 供水设备的供水控制方法和装置、存储介质及电子装置 |
Citations (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0855473A2 (de) * | 1994-04-23 | 1998-07-29 | Hans Grohe GmbH & Co. KG | Vorrichtung und Verfahren zur Nutzung von Grauwasser |
Family Cites Families (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4115879A (en) * | 1976-07-21 | 1978-09-26 | The Water-Cyk Corporation | Water recirculation system |
US4753306A (en) * | 1986-08-25 | 1988-06-28 | Package Machinery Company | Combination weighing method and apparatus using multi-bin scales |
JPH0596275A (ja) * | 1991-12-12 | 1993-04-20 | Sanyo Electric Co Ltd | 貯水槽の排水装置 |
JPH0819773A (ja) * | 1994-07-07 | 1996-01-23 | Onochiyuu:Kk | 排水再利用システム |
US6355160B1 (en) * | 2000-07-21 | 2002-03-12 | Cecil A. Wiseman | Gray-water recycling system |
CN1336472A (zh) * | 2000-07-28 | 2002-02-20 | 刘庆和 | 家庭新型循环给排水系统 |
JP3830450B2 (ja) * | 2002-12-10 | 2006-10-04 | 株式会社鎌倉製作所 | 給水連動型薬注装置 |
CN2654707Y (zh) * | 2003-11-17 | 2004-11-10 | 徐皆海 | 中水冲厕装置 |
US6889395B1 (en) * | 2004-06-04 | 2005-05-10 | George Anthony Hodges | Flush reservoir |
CN2786209Y (zh) * | 2005-04-25 | 2006-06-07 | 李焕喜 | 家用自动节水装置 |
NL1030110C2 (nl) * | 2005-10-05 | 2007-04-11 | Ecoplay Int Bv | Grijswaterinrichting en werkwijze voor de toepassing daarvan. |
-
2007
- 2007-02-12 NL NL1033373A patent/NL1033373C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2008
- 2008-02-06 JP JP2009550088A patent/JP2010517775A/ja active Pending
- 2008-02-06 CN CN2008800048198A patent/CN101605941B/zh not_active Expired - Fee Related
- 2008-02-06 RU RU2009134111/21A patent/RU2009134111A/ru unknown
- 2008-02-06 BR BRPI0807511-5A2A patent/BRPI0807511A2/pt not_active IP Right Cessation
- 2008-02-06 WO PCT/NL2008/000035 patent/WO2008100132A1/en active Application Filing
- 2008-02-06 KR KR1020097018464A patent/KR20090127270A/ko not_active Application Discontinuation
- 2008-02-06 CA CA 2677164 patent/CA2677164A1/en not_active Abandoned
- 2008-02-06 ZA ZA200905162A patent/ZA200905162B/xx unknown
- 2008-02-06 AU AU2008215185A patent/AU2008215185A1/en not_active Abandoned
- 2008-02-06 EP EP20080712575 patent/EP2115224A1/en not_active Withdrawn
- 2008-02-06 US US12/526,749 patent/US20100043129A1/en not_active Abandoned
-
2009
- 2009-08-09 IL IL200302A patent/IL200302A0/en unknown
Patent Citations (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0855473A2 (de) * | 1994-04-23 | 1998-07-29 | Hans Grohe GmbH & Co. KG | Vorrichtung und Verfahren zur Nutzung von Grauwasser |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
ZA200905162B (en) | 2010-09-29 |
JP2010517775A (ja) | 2010-05-27 |
RU2009134111A (ru) | 2011-03-20 |
EP2115224A1 (en) | 2009-11-11 |
WO2008100132A8 (en) | 2009-09-11 |
CA2677164A1 (en) | 2008-08-21 |
CN101605941A (zh) | 2009-12-16 |
AU2008215185A1 (en) | 2008-08-21 |
US20100043129A1 (en) | 2010-02-25 |
CN101605941B (zh) | 2011-11-16 |
BRPI0807511A2 (pt) | 2014-05-27 |
IL200302A0 (en) | 2010-04-29 |
KR20090127270A (ko) | 2009-12-10 |
WO2008100132A1 (en) | 2008-08-21 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1033373C2 (nl) | Werkwijze en besturingssysteem voor het verwerken van grijswater. | |
US5406657A (en) | Water recycling device for flush toilet use | |
EP1979552B1 (fr) | Installation pour le recyclage d'eaux sanitaires | |
CN205892901U (zh) | 一种能够储存反渗透净水机中非饮用水的装置 | |
US5084920A (en) | Water recycling system | |
US10138138B2 (en) | System and method of greywater recovery and reuse | |
JP5512032B1 (ja) | 循環水利用システムの課金装置、循環水利用システム | |
US10214880B2 (en) | System and method of greywater recovery and reuse | |
US9739042B1 (en) | Water disposable system using unwanted water | |
EP1979522A2 (en) | Electronic greywater reusing washing machine | |
JP4528288B2 (ja) | 雨水及び生活雑排水の再利用給水システム | |
EP3746605B1 (en) | Water recycling system | |
JP2001288783A (ja) | 洗浄タンク | |
JP2012158971A (ja) | 公衆トイレに於ける汚物の搬送装置及び搬送方法 | |
NL2019174B1 (en) | Grey water treatment systems and methods of treating grey water | |
US20180106028A1 (en) | Water disposable system using unwanted water | |
vellaisamy Kumarasamy et al. | An analysis on optimization of domestic water conservation practices | |
DK180926B1 (en) | System for recycling drained water as toilet flush water | |
CN2727255Y (zh) | 利用洗手盆废水冲厕的装置 | |
CN114837272A (zh) | 集中式清洁水系统 | |
UA149695U (uk) | Система повторного використання питної води | |
SK1592021U1 (sk) | Zariadenie na použitie odpadovej vody vo WC nádržkách a spôsob použitia | |
JP2010121277A (ja) | 小便器システム | |
KR20050035469A (ko) | 다층 건물의 사용수 재활용 장치 | |
TW201348560A (zh) | 污水防溢警示裝置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20130901 |