NL1033191C1

NL1033191C1 - Systeemplafond, alsmede profielen en plafondplaten voor een dergelijk systeemplafond.

Info

Publication number: NL1033191C1
Application number: NL1033191A
Authority: NL
Inventors: Clemens Albertus G Van Dopperen; Vincent Johannes A Van Dopperen
Original assignee: Clemens Albertus G Van Dopperen; Vincent Johannes A Van Dopperen
Priority date: 2007-01-09
Filing date: 2007-01-09
Publication date: 2008-07-10
Also published as: WO2008085040A1

Description

Systeemplafond, alsmede profielen en plafondplaten voor een dergelijk systeemplafond

De uitvinding heeft betrekking op een systeemplafond, 5 omvattende ophangelementen, profielen en plafondplaten. Systeemplafonds van dit type zijn bekend. Ze worden veelvuldig toegepast in bijvoorbeeld kantoren, waar ze leidingen en dergelijke aan het zicht onttrekken en een strak afgewerkt plafond met goede akoestisch eigenschappen 10 realiseren.

Toch is juist deze strakke afwerking soms suboptimaal. In bijvoorbeeld openbare ruimten zoals bioscopen, concertzalen en dergelijke zou een wat speelser afgewerkt plafond de 15 sfeer kunnen veraangenamen. Een mogelijkheid daartoe biedt een systeemplafond beschreven in US-A-6,374,564. Daarbij zijn de hoofdprofielen voorzien van een undulatie, waardoor het plafond een golvend karakter verkrijgt, met een vaste amplitude en een vaste golflengte.

20

Het systeemplafond volgens de uitvinding biedt de mogelijkheid een golvend of hellend plafond te realiseren zonder dat er sprake hoeft te zijn van een vaste amplitude of een vaste golflengte. Het heeft daartoe als kenmerk, dat 25 profielen zodanig zijn uitgevoerd dat ze in een lengterichting kunnen worden voorzien van een geselecteerde kromming en dat de profielen zijn voorzien van arreteer-middelen voor het doen volharden van de profielen in de geselecteerde kromming. Men kan dan bijvoorbeeld eerst de 30 hoofdprofielen van een geschikte kromming voorzien en ophangen aan de ophangelementen, waarna men tussenprofielen voorziet van een geschikte kromming en deze bevestigt tussen de hoofdprofielen, waarna de plafondplaten kunnen worden geplaatst.

35 1 033 1 9 ! ' 2

Een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft als kenmerk, dat het profiel in doorsnede althans in hoofdzaak T-vormig is uitgevoerd, met een draagstrip voor het ondersteunen van plafondplaten en een ophangstrip voor 5 bevestiging aan de ophangelementen, waarbij de draagstrip is voorzien van inkepingen. Voor de produktie van de inventieve profielen kan men dan uitgaan van op zich bekende profielen, waar op een vakman verder voor de hand liggende wijze inkepingen in worden gemaakt, waardoor ze 10 eenvoudig kunnen worden gebogen. Bij voorkeur is daarbij een vrij uiteinde van de ophangstrip voorzien van een uitholling en omvatten de arreteermiddelen tenminste één spanelement, opgenomen in de uitholling. Het spanelement kan bijvoorbeeld bestaan uit een staalkabel, waarvan de 15 uiteinden bijvoorbeeld met een wigje worden vastgezet in de uitholling nadat het profiel in een gewenste stand is gebogen.

Een zeer gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft 20 als kenmerk, dat in de uitholling twee spanelementen zijn opgenomen, waarbij een eerste spanelement is verbonden met een eerste uiteinde van de ophangstrip, een tweede spanelement is verbonden met een tweede uiteinde van de ophangstrip en waarbij de arreteermiddelen tenminste één 25 koppelelement omvatten voor het verbinden van het eerste spanelement met het tweede spanelement.

Een verdere zeer gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft als kenmerk, dat de plafondplaten een relatief dikke 30 hoofdplaat omvatten voorzien van een relatief dunne sierlaag en dat een van de sierlaag afgewende zijde van de hoofdplaat is voorzien van groeven. Met behulp van de groeven wordt aan de plafondplaten een zekere mate van flexibiliteit gegeven, waardoor ze de kromming van een 35 profiel beter kunnen volgen.

3

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat de plafondplaten rechthoekig zijn uitgevoerd met een langszijde en een dwarszijde en dat de van de sierlaag afgewende zijde is voorzien van een eerste groep van 5 onderling parallel en parallel aan de langszijde verlopende equidistant aangebrachte groeven en een tweede groep van onderling parallel en parallel aan de dwarszijde verlopende equidistant aangebrachte groeven, waardoor aan de plafondplaten in twee richtingen een zekere mate van 10 flexibiliteit wordt gegeven.

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat de plafondplaten vierkant zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld met zijden van 60 centimeter. Een dergelijk plafond sluit goed 15 aan bij bekende systeemplafonds, zodat een overgang tussen een bestaand plafond en een plafond volgens de uitvinding vrijwel onzichtbaar kan worden uitgevoerd.

Een gunstige alternatieve uitvoeringsvorm heeft als 20 kenmerk, dat de plafondplaten driehoekig zijn uitgevoerd met een eerste zijde, een tweede zijde en een derde zijde en dat de van de sierlaag afgewende zijde is voorzien van een eerste groep van onderling parallel en parallel aan de eerste zijde verlopende equidistant aangebrachte groeven, 25 een tweede groep van onderling parallel en parallel aan de tweede zijde verlopende equidistant aangebrachte groeven en een derde groep van onderling parallel en parallel aan de derde zijde verlopende equidistant aangebrachte groeven, waardoor aan de plafondplaten in drie richtingen een zekere 30 mate van flexibiliteit wordt gegeven.

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat de plafondplaten driehoekig met drie gelijke zijden is uitgevoerd, bijvoorbeeld met zijden van 90 centimeter. Op 35 deze wijze kan bijvoorbeeld een koepelvormig systeemplafond 4 worden gerealiseerd door enerzijds de profielen een geschikte kromming te geven en anderzijds de ophangelementen instelbaar uit te voeren.

5 De uitvinding heeft tevens betrekking op profielen en plafondplaten, voor gebruik bij een systeemplafond zoals dit in de voorgaande paragrafen is omschreven.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand 10 van de volgende figuren, waarbij:

Fig. 1 schematisch in onderaanzicht een mogelijke uitvoeringsvorm van een systeemplafond weergeeft; 15 Fig. 2A schematisch in doorsnede een mogelijke uitvoeringsvorm van een profiel weergeeft;

Fig. 2B schematisch in zijaanzicht een mogelijke uitvoeringsvorm van een profiel volgens de uitvinding weergeeft; 20 Fig. 2C schematisch in zijaanzicht een alternatieve uitvoeringsvorm van een profiel volgens de uitvinding weergeeft;

Fig. 3A schematisch in bovenaanzicht een mogelijke uitvoeringsvorm van een plafondplaat volgens de 25 uitvinding weergeeft;

Fig. 3B schematisch in zijaanzicht deze uitvoeringsvorm van een plafondplaat weergeeft;

Fig. 4 schematisch in onderaanzicht een alternatieve uitvoeringsvorm van een systeemplafond volgens 30 de uitvinding weergeeft;

Fig. 5A schematisch in bovenaanzicht een alternatieve uitvoeringsvorm van een plafondplaat volgens de uitvinding weergeeft; 5

Fig. 5B schematisch in zijaanzicht een mogelijke uitvoeringsvorm van een verstelbaar ophangelement weergeeft.

5 Fig. 1 geeft schematisch in onderaanzicht een mogelijke uitvoeringsvorm van een systeemplafond weer, bestaande uit hoofdprofielen 1, tussenprofielen 2 en plafondplaten 3. Hoofdprofielen 1 worden met behulp van op zich bekende ophangelementen aan bijvoorbeeld een onderzijde van een 10 vloer of een dak bevestigd, waarna tussenprofielen 2 tussen hoofdprofielen 1 worden bevestigd, waarna plafondplaten 3 kunnen worden geplaatst, zodanig dat de randen daarvan op hoofdprofielen 1 en tussenprofielen 2 rusten. Volgens de stand der techniek zijn hoofdprofielen 1 en tussenprofielen 15 2 recht, wat resulteert in een vlak plafond.

Fig. 2A geeft schematisch in doorsnede een mogelijke uitvoeringsvorm van een profiel 1 weer, bestaande uit een strip metaal, zodanig gevouwen dat een kokerbalkje 4 wordt 20 gevormd, alsmede twee uiteinden 5a,5b waarop plafondplaten kunnen rusten. In de hier getoonde uitvoeringsvorm zijn uiteinden 5a,5b omgeven door een sierstrip 6 uit bijvoorbeeld kunststof.

25 Fig. 2B geeft schematisch in zijaanzicht een mogelijke uitvoeringsvorm van een profiel 1 volgens de uitvinding weer. Bijzonder is dat profiel 1 is voorzien van een aantal inkepingen 7a,7b,.., waardoor profiel 1 eenvoudig kan worden gebogen, zodanig dat ter plaatse het systeemplafond 30 een boiling of een uitholling zal gaan vertonen. In kokerbalkje 4 is een met een onderbroken lijn weergegeven massieve staalkabel 8 opgenomen, die nadat profiel 1 in de gewenste vorm is gebogen kan worden vastgezet met twee wiggen 9a,9b, waarna de uitstekende uiteinden kunnen worden 35 afgeknipt. Hierdoor volhardt profiel 1 in de vorm waarin 6 het is gebogen. In profiel 1 zijn verder nog zichtbaar enkele gaten 10 waaraan profiel 1 kan worden opgehangen en enkele sleufvormige gaten 11 waar dwarsprofielen in kunnen worden gestoken, alsmede een uitsteeksel 12 dat in een 5 sleufvormige opening van een ander profiel kan worden gestoken.

Fig. 2C geeft schematisch in zijaanzicht een alternatieve uitvoeringsvorm van een profiel volgens de uitvinding weer. 10 Bijzonder is dat profiel 1 is voorzien van een aantal inkepingen 7a,7b,.., waardoor profiel 1 eenvoudig kan worden gebogen, zodanig dat ter plaatse het systeemplafond een boiling of een uitholling zal gaan vertonen. In kokerbalkje 4 met onderbroken lijnen weergegeven massieve 15 staalkabels 8a,8b opgenomen, waarvan één uiteinde met respectievelijk puntlassen 13a,13b zijn bevestigd aan kokerbalkje 4. Nadat profiel 1 in de gewenste vorm is gebogen kunnen staalkabels 8a,8b onderling worden vastgezet met behulp van een of meer koppelelementen 14. Hierdoor 20 volhardt profiel 1 in de vorm waarin het is gebogen. In profiel 1 zijn verder nog zichtbaar enkele gaten 10 waaraan profiel 1 kan worden opgehangen en enkele sleufvormige gaten 11 waar dwarsprofielen in kunnen worden gestoken, alsmede een uitsteeksel 12 dat in een sleufvormige opening 25 van een ander profiel kan worden gestoken.

Fig. 3A geeft schematisch in bovenaanzicht een mogelijke uitvoeringsvorm van een plafondplaat 3 volgens de uitvinding weer. In de bovenzijde zijn groeven 15 in 30 langsrichting en in dwarsrichting aangebracht, waardoor plafondplaat 3 eenvoudig te buigen is, zodanig dat hij een kromming van de aanliggende profielen kan volgen. Fig. 3B geeft schematisch in zijaanzicht deze uitvoeringsvorm van een plafondplaat 3 weer, met groeven 15 waarvan de diepte 35 zodanig is gekozen dat een sierlaag 16 intact blijft.

7

Sierlaag 16 bestaat bijvoorbeeld uit doek, terwijl plafondplaat 3 bijvoorbeeld uit geperst steenwol of een ander brandwerend materiaal is vervaardigd.

5 Fig. 4 geeft schematisch in onderaanzicht een alternatieve uitvoeringsvorm van een systeemplafond volgens de uitvinding weer, bestaande uit hoofdprofielen 1, tussenprofielen 2 en plafondplaten 3. Hoofdprofielen 1 worden met behulp van op zich bekende ophangelementen aan 10 bijvoorbeeld een onderzijde van een vloer of een dak bevestigd, waarna tussenprofielen 2 tussen hoofdprofielen 1 worden bevestigd, waarna plafondplaten 3 kunnen worden geplaatst, zodanig dat de randen daarvan op hoofdprofielen 1 en tussenprofielen 2 rusten. In kombinatie met de 15 buigbare profielen en buigbaar uitgevoerde driehoekige plafondplaten 3 kan nu bijvoorbeeld eenvoudig een enigszins koepelvormig plafond worden gerealiseerd.

Fig. 5A geeft schematisch in bovenaanzicht een alternatieve 20 uitvoeringsvorm van een plafondplaat volgens de uitvinding weer. In de bovenzijde zijn groeven 15 in drie richtingen aangebracht, waardoor plafondplaat 3 eenvoudig in drie richtingen te buigen is, zodanig dat hij een kromming van de aanliggende profielen kan volgen.

25

Fig. 5B geeft schematisch in zijaanzicht een mogelijke uitvoeringsvorm van een verstelbaar ophangelement 17 weer, bestaande uit een eerste haak 18 die op een verder voor de hand liggende manier aan een onderkant van een vloer of een 30 dak kan worden bevestigd, alsmede een tweede haak 19 die in een gat 10 van een profiel kan worden gehaakt en een veer 20 die kan worden ingeknepen, waarna een afstand tussen eerste haak 18 en tweede haak 19 kan worden ingesteld. En dergelijk verstelbaar ophangelement 17 is bijvoorbeeld 35 essentieel als een koepelvormig plafond moet worden 8 gerealiseerd, waarbij het hoogteverschil tussen verschillende delen van het plafond relatief groot is.

1033191

Claims

1. Systeemplafond, omvattende ophangelementen, profielen en plafondplaten, met het kenmerk, dat profielen zodanig 5 zijn uitgevoerd dat ze in een lengterichting kunnen worden voorzien van een geselecteerde kromming en dat de profielen zijn voorzien van arreteermiddelen voor het doen volharden van de profielen in de geselecteerde kromming.

2. Systeemplafond volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het profiel in doorsnede althans in hoofdzaak T-vormig is uitgevoerd, met een draagstrip voor het ondersteunen van plafondplaten en een ophangstrip voor bevestiging aan de ophangelementen, waarbij de draagstrip is voorzien van 15 inkepingen.

3. Systeemplafond volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een vrij uiteinde van de ophangstrip is voorzien van een uitholling en dat de arreteermiddelen tenminste één 20 spanelement omvatten, opgenomen in de uitholling.

4. Systeemplafond volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat in de uitholling twee spanelementen zijn opgenomen, waarbij een eerste spanelement is verbonden met een eerste 25 uiteinde van de ophangstrip, een tweede spanelement is verbonden met een tweede uiteinde van de ophangstrip en waarbij de arreteermiddelen tenminste één koppelelement omvatten voor het verbinden van het eerste spanelement met het tweede spanelement. 30

5. Systeemplafond volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de plafondplaten een relatief dikke hoofdplaat omvatten voorzien van een relatief dunne sierlaag en dat een van de sierlaag afgewende zijde van de 35 hoofdplaat is voorzien van groeven. 1033191

6. Systeemplafond volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de plafondplaten rechthoekig zijn uitgevoerd met een langszijde en een dwarszijde en dat de van de sierlaag afgewende zijde is voorzien van een eerste groep van 5 onderling parallel en parallel aan de langszijde verlopende equidistant aangebrachte groeven en een tweede groep van onderling parallel en parallel aan de dwarszijde verlopende equidistant aangebrachte groeven.

7. Systeemplafond volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de plafondplaten vierkant zijn uitgevoerd.

8. Systeemplafond volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de plafondplaten driehoekig zijn uitgevoerd met een 15 eerste zijde, een tweede zijde en een derde zijde en dat de van de sierlaag afgewende zijde is voorzien van een eerste groep van onderling parallel en parallel aan de eerste zijde verlopende equidistant aangebrachte groeven, een tweede groep van onderling parallel en parallel aan de 20 tweede zijde verlopende equidistant aangebrachte groeven en een derde groep van onderling parallel en parallel aan de derde zijde verlopende equidistant aangebrachte groeven.

9. Systeemplafond volgens conclusie 8, met het kenmerk, 25 dat de plafondplaten driehoekig met drie gelijke zijden is uitgevoerd.

10. Profielen en plafondplaten, voor gebruik bij een systeemplafond volgens een der voorgaande conclusies. 1033191