NL1032877C2 - Apparaat voor automatische informatie generatie. - Google Patents

Description

Apparaat voor automatische informatie generatie

De unieke vinding betreft een apparaat dat gebruikt kan worden voor real time informatie vergaring over, en het beoordelen van, gedrag van mensen, dieren en apparaten voor het geven van gerichte informatie zoals geautomatiseerde instructie en/of adviezen voor het 5 al dan niet uitvoeren van handelingen zoals procedures door mensen dieren en apparaten.

Bestaande apparaten of vindingen voor het beïnvloeden van gedrag richten zich op specifieke toepassingen zoals training en/of het gebruik in voertuigen en vaartuigen. Deze bestaande apparaten en 10 vindingen kenmerken zich door enerzijds een gesloten systeem architectuur voor het monitoren van gedrag en het geven van automatische instructie en/of adviezen en anderzijds door geen of beperkte mogelijkheden voor het gebruik van informatie afkomstig van externe bronnen zoals verkeersinformatie en/of geavanceerde observatie 15 technieken zoals beeld herkenning en plaatsbepaling. Doelen van deze vinding zijn; het integreren van informatie over gedrag, omgevingsinformatie, curricula, regels, gewenst gedrag, en referentiegedrag in een apparaat dat op basis van deze informatie de gebruiker automatisch kan assisteren bij het uitvoeren van 20 handelingen, zonder dat daarvoor een mens voor nodig is of een specifiek apparaat met een gesloten systeem architectuur.

De unieke vinding betreft een apparaat waarmee menselijk gedrag, dierlijk gedrag, en het gedrag van apparaten, direct of indirect 25 bestuurt door mensen, wordt gedigitaliseerd en opgeslagen. Het apparaat digitaliseert tevens actuele omgevingsinformatie , analyseert deze informatie en slaat deze op. Het apparaat vergelijkt de nieuw opgeslagen informatie met reeds opgeslagen informatie en berekent welke informatie ze moet communiceren naar de gebruiker om de 30 gebruiker optimaal te assisteren. De berekening worden gemaakt op basis van onder andere omgevingsomstandigheden, regels, curricula en voorbeeld gedrag voortkomende uit eerder vastgelegd gedrag en digitale instructies worden omgezet in waarneembare informatie zoals instructies en/of adviezen (feedback) en/of digitale informatie voor 35 externe intelligente systemen.

1032877 2

Het apparaat is opgebouwd uit 2 modulen die te sasten een systeem vorsten (fig 1). Module A is de zogenaamde 'Virtual Assistant', Module B ie de zogenaastde 'Interface' .

Module A bestaat uit hardware, software en data en omvat 5 verschillende gedistribueerde componenten die samenwerken in een gesloten (LAN) of open netwerk (WAN) gebruik makend van vaste verbinding en/of draadloze verbinding (fig 2). Component 1 is de zogenaamde 'Computer'. De Computer bestaat uit een of meerdere gekoppelde fysieke systemen die data verwerken. De Computer 10 communiceert met Module B, via Component 4, een Input Output Device (fig 3). Component 2 is de zogenaamde 'Intelligentie', de Intelligentie omvat kennis over het curriculum, de omstandigheden zoals plaats (global) omgevingsvariabelen (objecten, maten, regels, obstakels, overige gebruikers van de omgeving, etc.), referentie 15 gedrag van de gebruiker, referentie gedrag van andere gebruikers en/of doelgroep, de communicatie via media zoals audio, beeld, tekst, motion, haptic feedback, vibratie en andere stimulators en geschikte methodieken voor informatie overdracht zoals virtual reality, ambient reality, augmented reality, vaardigheidstraining, inzichttraining, 20 proceduretraining etc. De intelligentie kan verspreid zijn over meerdere componenten die verbonden zijn in een open of gesloten netwerk via een vaste of draadloze verbinding. Een component kan bijvoorbeeld de kennis omvatten over het vervoersnetwerk waarover de gebruikers zich verplaatsen, via deze component wordt kennis verstrekt 25 over maten, vervoersregels, andere gebruikers op dit netwerk, mogelijke obstakels, gewenst gedrag, gedrag van de gebruiker uit het verleden etc. Een voorbeeld van het gebruik van een dergelijk systeem is routenavigatie. Echter routenavigatie is nu nog beperkt tot informatie verstrekking over verplaatsing van de gebruiker tussen 30 opgegeven locaties. Component 3 is 'Data Opslag'. Data Opslag omvat alle opgeslagen en geproduceerde informatie voor en afkomstig van; component 1, 2, 5 en 6.

De componenten kunnen fysiek gescheiden worden. Onderling wisselen de componenten informatie uit via een open en of gesloten 35 netwerk, via een vast of draadloos netwerk.

De Module Interface (B) wordt gevorm door een of meerdere computers, machines, mechanieken of bouwwerken, zoals bijvoorbeeld een mobile computer, productielijn, auto, ruimte of kamer. De Interface, 3 communiceert via component 4 (input output device) (£ig 3) real-time met Module A. De Interface is ten behoeve van de registratie van Gebruiker C en omgevingsinformatie uitgerust met één of meerdere registratiecomponenten (5), zoals elektronische meters, sensoren, 5 spraakherkenning, (camera)beeldherkenning, scanners, radar, gsm, gprs en gps etc. Voor de communicatie (feedback) met Gebruiker C is Module B uitgerust met één of meerdere communicatiecomponenten (6) voor het overbrengen van beeld, tactiele informatie (zoals trilling), geur en audio.

10

Het apparaat geeft Gebruiker C automatisch informatie zoals instructies en of adviezen(f) via component 6. Hiervoor registreert het apparaat de Gebruiker C en zijn omgevingsfactoren (zoals regels, obstakels, verkeersinformatie, weer, gesteldheid van het oppervlak 15 etc) (g) met component 5. Het gedrag van gebruiker en zijn omgevingsfactoren C wordt gedigitaliseerd. De digitale registratie informatie wordt doorgegeven aan Component 4. Component 4 geeft de registratie informatie (data) door (b)aan Module A via een open en of gesloten netwerk. Component 1 activeert de Intelligentie en geeft de 20 registratie data door (e) . Component 2 verwerkt de data op basis van kennis afkomstig uit Component 3 (h) . Nieuwe kennis wordt vastgelegd in de Data Opslag (h) . De Intelligentie bepaalt op basis van de registratie data en kennis of de gebruiker informatie nodig heeft om hem te informeren en zijn gedrag al dan niet te beïnvloeden. Als dit 25 het geval is dan stuurt de Intelligentie via component 1 communicatie data (f) naar Module B (c) . Via component 4 wordt de communicatie data doorgegeven aan component 6 (i) . Component 6 geeft de communicatie data door aan de Gebruiker C (f) . De digitale data wordt omgezet in voor de gebruiker waarneembare en hanteerbare informatie. Gebruiker C 3 0 gebruikt de communicatie data om zich te informeren en/of zijn gedrag te toetsen en eventueel te veranderen. Vervolgens herhaalt het proces zich.

Toepassing van het apparaat zijn divers. Het apparaat kan 35 gebruikt worden voor het aanleren van procedures en het automatisch assisteren van de gebruiker bij de dagelijkse uitvoering van handelingen zoals procedures. Bijvoorbeeld de toepassing voor het aanleren van rijvaardigheden in een simulator en het begeleiden van de 4 rijder tijdens het rijden op de weg. In het eerste geval is de Interface van Module B een rij simulator en in het tweede geval een auto. In de rij simulator maakt Module λ gebruik van onder andere curricula, regels en/of gedragsnormen uit eerder gedrag om de 5 gebruiker van informatie te voorzien. In de rijsimulator zijn de omgevingsfactoren niet relevant. De kennis bepaalt zelf de variabelen en kan ieder moment omschakelen op andere informatie als dat nodig is. Bijvoorbeeld door de omgeving aan te passen aan het gedrag van de gebruiker of aan het gewenst gedrag. De omgeving kan in dat geval 10 andere gebruikers betreffen, maar ook objecten, regels etc. De kennis component werkt in dit geval als regisseur. Tijdens het rijden in de auto maakt Module A gebruik van informatie vergelijkbaar met een routenavigatiesysteem uitgebreid met omgevingsinformatie over regels, gesteldheid van het weer, gesteldheid van het wegdek, andere 15 gebruikers etc. In dit voorbeeld is de gebruiker de regisseur en ondersteunt het apparaat de gebruiker in het uitvoeren van zijn taak. Uniek is dat het apparaat dit doet door gebruik te maken van gedistribueerde kennis

Een andere toepassing is een apparaat voor het begeleiden van 20 ouderen zodat ze langer zelfstandig thuis kunnen wonen. Het apparaat controleert of de oudere de procedures goed uit voert en geeft als het nodig is adviezen en of instructie. Bij ouderen vindt er namelijk versnelde slijtage plaats in het correct uitvoeren van procedures. De kamers van het huis maken in dit geval deel uit van Module B.

25 Nog een toepassing is het gebruik van het apparaat voor amusement. In dit geval wordt het apparaat zodanig ingericht dat de instructie een bijdrage levert aan de beleving van de bezoeker. Het apparaat kan tevens toegepast worden voor het toetsen 1032877

Claims (19)

1 Het octrooi betre£t een apparaat voor automatische informatie vergaring, beoordeling en vertrekking van gerichte informatie.

2 Het apparaat wordt gebruikt om mensen, dieren en apparaten te ondersteunen bij het al dan niet uivoeren van handelingen.

5. Het apparaat verzamelt voor uitvoering van claim 2 relevante informatie over het huidige gedrag van de gebruiker, reeds bekend gedrag van de gebruiker, bekend gedrag van andere gebruikers, gewenst gedrag, omgevingsfactoren (zoals objecten, maten, andere gebruikers, obstakels, veranderingen ten opzichte van reeds bekende situatie, 10 regels, weersomstandigheden, gesteldheid van het oppervlak, energieverbruik etc.)

4 De informatie uit claim 3 wordt door het apparaat gedigitaliseerd en opgeslagen.

5 De nieuw opgeslagen informatie uit claim 4 wordt door het apparaat 15 vergeleken met eerder opgeslagen informatie. Deze eerder opgeslagen informatie omvat onder andere; gewenst gedrag, curricula, gedrag van de gebruiker, gedrag van andere gebruikers, objecten, maten, regels, obstakels, veranderingen, weersomstandigheden, gesteldheid van het oppervlak, natuurkundige wetten, etc.

20. Het apparaat bepaalt op basis van de vergelijking uit claim 5 of gerichte informatie vertrekt moet worden aan de gebruiker uit claim 2

7 Indien gerichte informatie wenselijk is dan communiceert het apparaat deze informatie naar de gebruiker.

8 Het proces uit claim 1 herhaalt zich continu en bijvoorkeur, maar 25 niet noodzakelijk, real-time.

9 Het apparaat vormt een geheel dat bestaat uit 2 geïntegreerde modulen die weer onderverdeeld zijn in componenten. De module Virtual Assistant omvat de componenten Computer, Intelligentie en Dataopslag. . De module Interface omvat de componenten Input-output, Registratie 30 en Communicatie.

10 De modulen en hun componenten uit claim 9 zijn met elkaar verbonden door een open of gesloten netwerk en kunnen fysiek en geografisch gescheiden gebruikt worden.

11 Het netwerk uit claim 10 kan bestaan uit vaste verbindingen en/of 35 draadloze verbinding. 1032877

12 De componenten uit claim 9 kunnen bestaan uit 1 of meerdere fysieke delen die onderling samenwerken

13 De component Intelligentie uit claim 9 omvat kennis over onder andere; gewenst gedrag, curricula, gedrag van de gebruiker, gedrag van 5 andere gebruikers, objecten, maten, regels, obstakels, veranderingen, weersomstandigheden, gesteldheid van het oppervlak, natuurkundige wetten, de communicatie via media zoals audio, beeld, tekst, motion, haptic feedback, fibratie en andere stimulators en geschikte methodieken voor informatie overdracht zoals virtual reality, ambient 10 reality, augmented reality, vaardigheidstraining, inzichttraining, proceduretraining etc.

14 De component Data-opslag omvat het geheel en/of delen van geregistreerde informatie uit claim 3 en het geheel en/of delen van de geproduceerde informatie uit claim 7. 15 14 De component Interface uit claim 9 wordt gevormd door een of meerdere computers, machines, mechanieken of bouwwerken, zoals bijvoorbeeld een mobile computer, productielijn, auto, ruimte of kamer.

15 De Interface uit claim 9 is ten behoeve van de registratie uit 20 claim 3 uitgerust met één of meerdere registratiecomponenten zoals elektronische meters, sensoren, spraakherkenning, (camera)beeldherkenning, scanners, radar, gsm, gprs en gps etc.

16 De component Communicatie uit claim 9 uitgerust met één of meerdere communicatiecomponenten voor het overbrengen van beeld, tekst, 25 tactiele informatie (zoals trilling), geur, audio en andere sensorische informatie.

17 Het apparaat is niet beperkt tot informatieverstrekking gericht op een specifieke toepassing. Het apparaat is generiek inzetbaar voor willekeurige situaties waarin mensen, dieren en apparaten informatie 30 nodig hebben om al dan niet gedrag aan te passen.

18 Toepassingen van het apparaat omvatten onder andere educatie, training, beoordeling, ondersteuning bij dagelijkse handelingen, bediening van apparaten, bediening van programmatuur, entertainment, amusement, spellen, spelen, ontspanning, veiligheid, handhaving, etc. 35 19 Het apparaat biedt informatie aan gebruikers uit claim 2 in fysieke en of virtuele werelden.

20 De component Intelligentie uit claim 9 kan de informatie uit claim 3 betreffende de virtuele wereld uit claim 20 regisseren met het doel de gerichte informatie uit claim 6 en 7 te optimaliseren zoals het wijzigen van gedrag van andere gebruikers, het wijzigen van objecten en maten, het wijzigen van weersomstandigheden en het wijzigen van gesteldheid van het oppervlakte. 5 1032877