NL1032321C2 - Ontgrendelen van een tegen diefstal beveiligde houder. - Google Patents

Description

Λ Λ /

ONTGRENDELEN VAN EEN TEGEN DIEFSTAL BEVEILIGDE HOUDER

5

De onderhavige uitvinding betreft een werkwijze en een inrichting voor het ontgrendelen en/of vergrendelen van een tegen diefstal beveiligde houder volgens de aanhef van conclusie 1.

10 Het is in het algemeen bekend, dat gebruik wordt gemaakt van systemen voor het geautomatiseerd uitlenen of verkopen van vergrendelbare houders met daarin een product, zoals een CD, een DVD, een boek, etc. In hoofdzaak is een dergelijke houder op zichzelf op zeer stevige en betrouwbare 15 manier vergrendelbaar, zodat ongeautoriseerde personen geen toegang kunnen krijgen tot het product, en het product hieruit ook niet kunnen verwijderen, wanneer een locatie van bedrijfsvoering wordt verlaten. Een dergelijke locatie kan een bibliotheek of een winkel zijn. Klanten van een dusdanig 20 etablissement kunnen de producten in de houders kopen of huren, en na registratie en/of afrekening het etablissement verlaten. Daartoe is bij de uitgang van het etablissement bij voorkeur een alarminstallatie opgesteld. De alarminstallatie is gevoelig voor een schrijfbare alarmcode in een label, die 25 in, op of aan tenminste één van de houder en het product kan zijn aangebracht. Bij aanschaf of huur van het product en voltooiing van de transactie, kan de alarmcode in het label op een waarde worden gezet, die overeenkomt met geautoriseerde meename van althans het product. Veelal wordt 30 het product meegenomen met de houder daaromheen, omdat de houder dan een beschermende functie kan hebben. Wanneer een geldige transactie is afgesloten, wordt de alarmcode in het label gezet op een waarde, die overeenkomt met geautoriseerde 1032321 2 meename. Er is dan voor de koop of de huur betaald, en althans het product met mogelijkerwijs daar omheen nog steeds de houder, kan door de alarminstallatie bij de uitgang van het etablissement heen passeren, zonder dat het alarm afgaat, 5 omdat het alarm alleen afgaat als de alarmcode in het label een waarde omvat, die een ongeautoriseerde meename van het product weergeeft.

Bij dergelijke werkwijzen en installaties is het gebruikelijk, dat alsnog een medewerker van het etablissement 10 in actie komt, zelfs als een geldige transactie is afgerond. Deze medewerker dient de vergrendeling te ontgrendelen. Aldus kan de klant van het etablissement niet alleen het product meenemen door de uitgang van het etablissement langs de alarminstallatie, zonder dat het alarm afgaat, maar kan 15 tevens - mogelijk thuis aangekomen - de houder vrij openen en het product op een daarvoor geëigende manier gebruiken. Om deze reden dient de houder ook ontgrendeld te worden, als en nadat een geldige transactie tot stand is gekomen. Echter, dat daartoe nog een medewerker van het etablissement in actie 20 moet komen, is één van vele (mogelijke) nadelen. Met de uitvinding is beoogd deze en mogelijk ook nog andere nadelen van de bekende techniek te verhelpen, waartoe een werkwijze en een inrichting zich onderscheiden van de bekende techniek met betrekking tot de in de kenmerkende delen van de 25 onafhankelijke conclusies gedefinieerde eigenschappen.

Volgens de onderhavige uitvinding is een volledig geautomatiseerd systeem mogelijk gemaakt. Medewerkers voor het zogenaamd "uitchecken" van producten, die in een etablissement zijn omhuld door een houder ter bescherming en 30 ook diefstal beveiliging van de producten, kunnen op volledig geautomatiseerde wijze ter beschikking worden gesteld van de klanten van het etablissement. Deze klanten kunnen verder door de uitgang, waar een alarminstallatie is opgesteld, het t 3 etablissement verlaten, zonder dat de alarminstallatie afgaat, doordat in het label de alarmcode is gesteld op een waarde, die overeenkomt met geautoriseerde meename. Deze zelfde alarmcode wordt, volgens de onderhavige uitvinding, 5 gebruikt voor het ontgrendelen van de houder. Dit kan aan de klanten worden overgelaten, wanneer de werkwijze wordt bewerkstelligd of verschaft op afstand van een afzonderlijk systeem voor het voltooien van de transactie en het schrijven van een waarde in de alarmcode, die overeenkomt met het 10 geautoriseerd meenemen van althans het product. De klanten kunnen dan van een transactiestation naar een ontgrendelstation gaan om de houder om het product te ontgrendelen. Wordt dit vergeten, dan zal de alarminstallatie nog steeds niet afgaan, maar zullen de klanten, eenmaal thuis 15 aangekomen, niet de beschikking hebben over het product en terug moeten naar het etablissement. Echter, in een voorkeursuitvoeringsvorm, kan worden gestreefd naar een gecombineerde installatie, waarbij het voltooien van de transactie en het ontgrendelen van de houder in een enkel 20 station plaatsvinden.

De onderhavige uitvinding kent een verscheidenheid aan voorkeursuitvoeringsvormen, die zijn gedefinieerd in de afhankelijke conclusies.

Bijvoorbeeld is het mogelijk de maatregelen te 25 treffen, die zijn gedefinieerd in conclusie 2. Wanneer een houder met een vergrendeling wordt aangeboden aan een besturingsinrichting voor het ontgrendelen van de houder, kan het vaststellen van de momentane status van de vergrendeling diverse voordelen bieden. Wanneer een alarmcode weergeeft, 30 dat een geldige transactie is uitgevoerd, maar de vergrendeling in werking is gesteld, zal de besturingsinrichting op de vergrendeling moeten inwerken om de vergrendeling te ontgrendelen. Omgekeerd geldt, dat als de t 4 vergrendeling open is, maar de alarmcode zich verzet tegen meename, kan de besturingsinrichting worden toegepast om de vergrendeling in werking te stellen en zo te voorkomen, dat het product uit de houder kan worden verwijderd. Verder zijn 5 nog vele andere permutaties en mogelijkheden beschikbaar. In een dusdanige uitvoeringsvorm kan een werkwijze derhalve de eigenschappen volgens conclusie 3 vertonen. Niet alleen het ontgrendelen, maar tevens het vergrendelen van de vergrendeling behoort aldus tot de mogelijkheden.

10 In een uitvoeringsvorm, waarin de status van de vergrendeling wordt vastgesteld, kan een werkwijze in een uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding de eigenschappen vertonen van conclusie 4. Als de houder en/of de vergrendeling een indicator omvat, kan visueel of op 15 anderen wijze een indicatie worden verkregen van de status van de vergrendeling. Door een detector te gebruiken, kan uit deze indicatie op geautomatiseerde wijze informatie worden onttrokken. Deze informatie kan worden gebruikt om op de allereerste plaats de status van de houder en meer in het 20 bijzonder van de vergrendeling daarvan te bepalen. Daartoe kan, conform conclusie 5, gebruik worden gemaakt van een beeldvormingsinrichting, bijvoorbeeld een camera. De vergrendeling kan, conform conclusie 4, een selectief reciproque verplaatsbare grendel omvatten. Als daarbij de 25 indicator een venster in de houder omvat met bijvoorbeeld een kleurcodering, kan de status van de vergrendeling zichtbaar worden gemaakt aan de omgeving van de houder. Een dergelijke kleurcodering kan bestaan uit twee kleuren, bijvoorbeeld rood en groen. Rood kan hierbij een aanduiding zijn voor een 30 gesloten vergrendeling, terwijl groen een indicatie is van een geopende vergrendeling. Als de camera detecteert, dat de kleur in of achter het venster rood is, betekent dit voor de besturingsinrichting, dat de vergrendeling van de houder in 5 werking is gesteld en de houder niet kan worden geopend. Als gelijktijdig wordt geconstateerd, dat de alarmcode geautoriseerde raeename aanduidt, kan de vergrendeling op basis van deze twee informaties worden ontgrendeld.

5 Bij voorkeur is verder de indicator op een goed gedefinieerde positie of plaats in, aan of op de houder gepositioneerd. Aldus is het mogelijk om de oriëntatie van de houder ten opzichte van de besturingsinrichting te bepalen. Ook hiermee kan diefstal worden voorkomen. Wanneer de 10 vergrendeling bijvoorbeeld een schuif omvat en de alarmcode van het label zich verzet tegen meename wegens een niet geldig voltooide transactie, dan zou een besturingsinrichting geneigd kunnen zijn om met zekerheid te bewerkstellingen, dat de vergrendeling gesloten is. Als echter de houder zich 15 daarbij in precies de tegenover gestelde oriëntatie bevindt dan een gewenste oriëntatie, zou het bedoeld vergrendelen juist resultere'n in het ontgrendelen van de houder. Om die reden is het nuttig en nodig om te verzekeren, dat de houder in een juiste oriëntatie wordt aan aangeboden aan de 20 besturingsinrichting. In een uitvoeringsvorm met een indicator volgen conclusie 4 kan het derhalve nuttig en nodig zijn om deze indicator op een goed gedefinieerde plaats, bijvoorbeeld langs een zijde van de houder op afstand van eht midden daarvan, aan te brengen. Aldus kan worden verzekerd 25 dat de houder een gewenste oriëntatie en/of positionering heeft ten opzichte van de besturingsinrichting, voordat deze wordt geactiveerd om in te werken op de vergrendeling van de houder, om zo onbedoeld ontgrendelen te voorkomen. Alleen als de aanwezigheid van de indicator kan worden bepaald of 30 vastgesteld, zal een grendelsignaal worden gegenereerd voor de besturingsinrichting. Aldus kan van informatie gebruik worden gemaakt van niet alleen de alarmcode van het label, maar tevens met betrekking tot een gewenste positionering 6 en/of oriëntatie van de houder ten opzichte van de besturingsinrichting. Met de bewoordingen van conclusie 8 wordt echter niet alleen gedoeld op het exclusief genereren van het grendelsignaal; vanzelfsprekend is het ook mogelijk 5 om een EXOR of een soortgelijke andere functie te bewerkstellingen, waarbij inwerking van de besturingsinrichting op de vergrendeling van de houder alleen plaatsvindt, als en in overeenstemming met de alarmcode van het label en een geconstateerde juiste oriëntatie en 10 positionering van de houder ten opzichte van de besturingsinrichting.

Bij voorkeur werkt de besturingsinrichting contact vrij in op de vergrendeling van de houder. Daarbij kan worden gewerkt met afgestemde magneten en/of resonerende 15 schakelingen, etc., die geëxiteerd kunnen worden om wederzijdse inwerking tussen de vergrendeling en de besturingsinrichting mogelijk te maken. Bij het uitblijven van afstemming, kan de vergrendeling niet in of buiten werking worden gesteld door de besturingsinrichting. Aldus is 20 een verdere maatregel verschaft om ongeautoriseerde meename van de producten te voorkomen.

In het bijzonder in het geval van CD's en/of DVD's kunnen metalen zijn verwerkt in deze schijfvormige media. Dergelijke metalen kunnen velden verstoren, die bijvoorbeeld 25 worden gebruikt om de labels uit te lezen. Dergelijke velden kunnen RF-velden zijn, zoals die gebruikelijk worden toegepast bij RFID-labels, waartoe de onderhavige uitvinding echter niet is beperkt, maar hetgeen hier wordt genoemd bij wijze van voorbeeld. Ook exitatievelden, die worden gebruikt 30 door de besturingsinrichting om in te werken op de vergrendeling, kunnen worden gemoduleerd om een bepaalde storing, die kan worden veroorzaakt door metalen in producten in de houders of in de houder zelf, te verhelpen.

7

Verder wordt hier nog opgemerkt, dat de onderhavige uitvinding niet alleen een werkwijze betreft, maar tevens een inrichting voor het verwezenlijken en/of tot stand brengen van een dergelijke werkwijze.

5 Hieronder zal nader een mogelijke niet-limitatieve uitvoeringsvorm worden beschreven van een voorbeeld van een werkwijze en een inrichting volgens de onderhavige uitvinding. Daarbij toont: fig. 1 een mogelijk voorbeeld van een administratie-10 of transactie station; en fig. 2 een mogelijke uitvoeringsvorm van een ont- en vergrendelstation.

In fig. 1 is schematisch een transactie station 1 getoond, het transactiestation 1 is afzonderlijk weergegeven 15 van een mogelijke uitvoeringsvorm van een ont- en vergrendelstation 2 in fig. 2, hoewel de beide zeer wel technisch integreerbaar zijn.

In het transactiestation 1 wordt gebruik gemaakt van een computer 3, waarop een kaartlezer 4 en een labellezer 5 20 zijn aangesloten.

De labellezer 5 dient om informatie te lezen uit een label 6. Het label 6 is aangebracht op een houder 7. In de houder 7 kan een product zijn aangebracht, zoals een DVD 8 of een CD. Ook op het product 8 kan een label 13 zijn verschaft. 25 De informatie uit het label 6, die wordt gelezen met de labellezer 5, omvat bijvoorbeeld identificatie-informatie over de DVD 8. Tevens omvat het label 6 een alarmcode. Deze kan met behulp van de labellezer 5 worden ingesteld of geschreven. De labellezer 5 is derhalve niet alleen bedoeld 30 om informatie te lezen, maar kan deze ook schrijven. Verder wordt opgemerkt, dat een dergelijke alarmcode ook afzonderlijk van het label 6 in, op of aan de houder 7 en/of 8 de DVD 8 kan zijn opgeslagen in een (niet getoond) afzonderlijk schrijfbaar element.

De kaartlezer 4 dient om informatie te verkrijgen over een cliënt van het etablissement, die hiertoe een kaart 5 9 dient in te brengen in de kaartlezer 4. Aldus kan een tegoed worden aangesproken voor de huur van een DVD 8, of voor aanschaf daarvan, etc. De informatie over de klant, die met de kaartlezer 4 wordt gelezen vanaf de daarin gestoken kaart 9, en de informatie over de DVD 8 kan worden opgeslagen 10 in of verkregen uit een database 10, die hier schematisch is weergegeven in de vorm van een trommel.

De computer 3 en de database 10 staan via een schematisch weergegeven netwerk 11 in verbinding met elkaar. Het netwerk 11 kan het internet zijn, of een inwendige bus 15 van de computer 3, wanneer de databus 10 is opgeslagen in de computer 3, die dan derhalve als "stand-alone" kan worden aangemerkt.

Als een geldige transactie (huur of aanschaf) tot stand is gebracht, kan de alarmcode in het label 6 (of op een 20 andere plaats in, op of aan de houder of het label 13 van de DVD 8) worden geschreven met behulp van de labellezer 5. Daarbij zal het tegoed van de eigenaar (klant) van de kaart 9 worden belast met de huur of de aanschaf, of kan automatisch een (af-)rekening worden gegenereerd. Het staat daarna de 25 klant vrij om het etablissement te verlaten via de uitgang daarvan, waar een alarminstallatie (niet getoond) is opgesteld om een alarm te genereren, wanneer een poging tot diefstal wordt geconstateerd. Dit zal blijken, wanneer de alarmcode in het label 6,13 (of een ander element) niet is 30 gezet op een waarde, die overeenkomt met geautoriseerde meename van althans de DVD 8. Het alarm blijft dan namelijk uit.

\ 9

Als een geldige transactie tot tand is gebracht op de in fig. 1 getoonde wijze, kan een vergrendeling 12 van de houder 7 worden ontgrendeld. Dit is in fig. 2 weergeven. Fig. 2 toont een afzonderlijke ont- en vergrendelstation 2. Het 5 doel hiervan is om duidelijk te maken dat het ontgrendelen van de vergrendeling 12 alleen moet plaatsvinden, als een overeenkomstige alarmcode wordt aangetroffen in het label 6, 13 of op een andere locatie. Als alleen ontgrendelen wordt gebaseerd op het gegeven, dat een (nieuwe) alarmcode is 10 geschreven, die overeenstemt met geautoriseerde meename, om daarna pas de vergrendeling 12 van de houder 7 te ontgrendelen, kan worden voorkomen dat, in het (mogelijk zeer korte) tijdbestek tussen het schrijven van de veilige alarmcode en het ontgrendelen van de vergrendeling 12, een 15 andere houder 7 met daarin een andere DVD 8 bij de labellezer 5 kan worden geplaatst. Aldus zou anders nog altijd diefstal worden bewerkstelligd. Dit is op aanname, dat een ontgrendeling van de vergrendeling 12 van de houder 7 niet langer plaatsvindt op basis van een geschreven alarmcode en 20 het hernieuwd uitlezen daarvan, maar op basis van het gegeven, dat direct voorafgaand aan het ontgrendelen een alarmcode is geschreven, die overeenkomt met geautoriseerde weergave.

Vandaar, dat in fig. 2 bij wijze van illustratief 25 voorbeeld een afzonderlijk ont- en vergrendelstation 2 is weergegeven. Deze vormt een uitvoeringsvorm van een besturingsinrichting. Deze omvat een labellezer 14, die slechts in hoofdzaak in staat is om een label 6, 13, en meer in het bijzonder een alarmcode daarin of daaruit te lezen. De 30 labellezer 14 is niet bedoeld om enig deel van de inhoud van een van de labels 6, 13 te schrijven. Aldus geldt, dat als een cliënt van een etablissement een geldige transactie heeft afgesloten, deze cliënt een houder 7 kan ontgrendelen bij het 10 ontgrendelstation 2, waarvan een labellezer 14 slechts geschikt is om (de alarmcode in) tenminste een van de labels 6, 13 uit te lezen en niet om hierin enige veranderingen aan te brengen.

5 Als een alarmcode wordt uitgelezen, die geautoriseerde meename aanduidt, kan een motor 15 in werking worden gesteld. Met de motor 15 wordt een as 16 aangedreven. Langs deze as 16 is een magneet 17 in een gleuf 18 heen en weer beweegbaar om in te werken op een overeenkomstige 10 magneet (niet getoond) of andere, voor inwerking in de vergrendeling 12. De magneet 17 en de (niet getoonde) magneet in de vergrendeling 12 zijn afgestemd of wordt gebruik gemaakt van afgestemde schakelingen met resonantie frequenties of andere herkenningsmethoden om ongeautoriseerd 15 openen met een willekeurige magneet van de vergrendeling 12 te kunnen voorkomen.

De houder 7 wordt in de richting van de pijl A geplaatst in een uitsparing 19 langs of bij de gleuf 18.

In de uitsparing 19 is tevens een lens 20 20 aangebracht. Deze is verbonden met of maakt deel uit van een (niet getoonde) camera of soortgelijke beeldvormingsinrichting. In een zijkant van de houder 7 is een venster 21 aangebracht, waarachter een schuif is geplaatst. De schuif kan tenminste twee standen innemen, in 25 overeenstemming met de toestand van de vergrendeling 12.

Bijvoorbeeld kan door het venster 21 een rood vlak zichtbaar zijn, of een groen vlak. Deze kleurcodering komt overeen met een gesloten of een geopende toestand van de vergrendeling 12. De vergrendeling 12 en de schuif achter het venster 21 30 zijn verbonden of hangen op enigerlei wijze samen om de in het venster 21 weergegeven kleur overeen te laten komen met de toestand van de vergrendeling.

11

Het ontgrendelstation 2 functioneert alleen om enige houder 7 te openen, als een venster 21 is geplaatst op de lens 20, zodat een dergelijke kleurcodering kan worden waargenomen.

5 Als deze kleurcodering niet eenduidig is, kan het ontgrendelstation weigeren een actie te ondernemen met betrekking tot de vergrendeling 12 van de houder 7. Ook kan, als zowel rood als groen zichtbaar zijn in of achter het venster 21, het ontgrendelstation 2 worden gebruikt om de 10 motor 15 zodanig aan te drijven, dat met behulp van de magneet 17 een zeker sluiten van de vergrendeling 12 kan worden bewerkstelligd. Als in het geheel geen rode of groene kleuren worden waargenomen bij de lens 20, kan worden geconcludeerd dat er geen houder in de uitsparing 19 is 15 geplaatst, of dat deze verkeerd is georiënteerd en gepositioneerd, in ieder geval ten opzichte van de labellezer 14 en de aangedreven magneet 17. Het ontgrendelstation kan dan dienst weigeren om een houder te openen, zelfs als in een label een voor meename geautoriseerde alarmcode wordt 20 waargenomen.

De labellezer 14 omvat aan de bovenzijde daarvan een drietal lampen als indicatoren van de werkingstoestand van het ontgrendelstation 2. In de hier weergegeven uitvoeringsvorm is een rode lamp 22 aangebracht op de 25 bovenzijde van de labellezer 14. Als de rode lamp 22 oplicht, is dit voor de gebruiker van het ontgrendelstation een aanduiding, dat het ontgrendelstation de in de uitsparing 19 geplaatste houder niet zal openen. Verder is een oranje lamp 23 verschaft. Deze kan knipperen om aan te geven, dat het 30 ontgrendelstation 2 in bedrijf is. Tevens kan een groene lamp 24 zijn aangebracht, welke aanduidt, dat een geopende houder 7 uit de uitsparing 19 kan worden gehaald.

12

Aldus zijn in het voorgaande diverse aspecten en eigenschappen van de onderhavige uitvinding getoond, waaruit al direct duidelijk blijkt, dat de onderhavige uitvinding niet tot deze specifieke uitvoeringsvorm is beperkt. De 5 uitvinding is gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies, in het bijzonder de onafhankelijke conclusies, en in het kader daarvan zullen zich vele alternatieve en aanvullende uitvoeringsvormen opdringen aan de vakman naar kennisneming van het voorgaande. Zo is het mogelijk om een andere 10 aandrijving te gebruiken voor de heen (en weer) gaande beweging van een magneet 17 of een afgestemde schakeling o.i.d. Wel is het handig, dat er geen beweging meer nodig is van een persoon, die het ontgrendelen van de vergrendeling 12 moet bewerkstellingen. Als alternatieve uitvoeringsvorm 15 binnen het kader van de uitvinding is het dan ook nog mogelijk om de magneet 17 te vervangen door een spoel of een soortgelijk instrument, die selectief bekrachtigd kan worden om een dergelijke spoel of soortgelijk element buiten werking te stellen zolang de vergrendeling 12 van een houder 7 niet 20 geopend hoeft te worden of mag worden.

1032521

Claims (12)

1. Werkwijze voor het selectief openen en/of sluiten van een bestuurbare vergrendeling van een houder met daarin 5 een product en in, op of aan ten minste één van de houder en het product een label, welk label een althans uitleesbare alarmcode bevat als aanduiding voor al dan niet geautoriseerde meename althans het product, met het kenmerk, dat 10 de werkwijze omvat: - het uitlezen van de alarmcode uit het label; - het in reactie op de alarmcode verschaffen van een daarop gebaseerd grendelsignaal; - het selectief op de vergrendeling inwerken met een 15 besturingsinrichting in overeenstemming met het grendelsignaal, en het aldus met de besturingsinrichting selectief in en/of buiten werking stellen van de vergrendeling.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, verder omvattende 20 het, voorafgaand inwerking door de besturingsinrichting op de vergrendeling, vaststellen van de status van de vergrendeling.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, omvattende het verschaffen van het grendelsignaal op basis van ten minste 25 één van overeenstemming of discrepantie tussen de vrijgavecode en de vastgestelde status van de vergrendeling.

4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, waarbij ten minste één van de houder en de vergrendeling een indicator omvat voor visuele en/of andersoortige weergave van de status 30 van de vergrendeling, waarbij de werkwijze verder omvat: het gebruik van een detector voor het op basis van de indicator vaststellen van de status van de vergrendeling. 1032321

5. Werkwijze volgens conclusie 4 met een indicator voor visuele weergave, omvattende het gebruik van een beeldvormingsinrichting, zoals een camera.

6. Werkwijze volgens ten minste conclusie 4, waarbij 5 de vergrendeling een selectief reciproque verplaatsbare grendel omvat en de indicator een venster in de houder omvat met daarin of daarachter een met de grendel samenhangende schuif met daarop ten minste twee kleuren voor selectieve weergave van ten minste één van ten minste twee kleuren, 10 welke elk overeenstemmen met ten minste één van de mogelijke statussen van de vergrendeling.

7. Werkwijze volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, verder omvattende het bepalen, voorafgaand aan het op de vergrendeling inwerken met de besturingsinrichting, 15 of een houder in een gewenste oriëntatie ten opzichte van de besturingsinrichting is gepositioneerd.

8. Werkwijze volgens ten minste conclusies 4 en 7, omvattende het exclusief genereren van het grendelsignaal, in het bijzonder alleen bij registratie van de weergave van de 20 indicator.

9. Werkwijze volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, omvattende het contactvrij op de vergrendeling inwerken met de besturingsinrichting.

10. Werkwijze volgens ten minste één van de 25 voorgaande conclusies, verder omvattende het moduleren van ten minste één van het uitlezen en het inwerken.

11. Systeem, omvattende enerzijds - een houder, een product in de houder, en een bestuurbare vergrendeling voor het vergrendelen van de houder, en in, op 30 of aan ten minste één van de houder en het product een label, welk label een althans uitleesbare alarmcode bevat als aanduiding voor al dan niet geautoriseerde meename van de houder; en anderzijds * - een besturingsinrichting voor het selectief openen en/of sluiten van de bestuurbare vergrendeling van de houder met middelen voor het uitlezen van de alarmcode uit het label, middelen voor het in reactie op de alarmcode verschaffen van 5 een daarop gebaseerd grendelsignaal, middelen voor het selectief op de vergrendeling inwerken in overeenstemming met het grendelsignaal, waarbij aldus de vergrendeling met de besturingsinrichting selectief in en/of buiten werking te stellen is.

12. Systeem volgens conclusie 11, verder omvattende middelen voor het uitvoeren van ten minste één van de stappen en/of functies volgens ten minste één van de conclusies 2 - 10.