NL1032314C2

NL1032314C2 - Chain module for a modular chain conveyor, modular conveyor and transport system provided with a modular chain conveyor.

Info

Publication number: NL1032314C2
Application number: NL1032314A
Authority: NL
Inventors: Leonardus Adrianus Cornelissen; Rutger Jansen
Original assignee: Rexnord Flattop Europe Bv
Priority date: 2006-08-14
Filing date: 2006-08-14
Publication date: 2008-02-15
Also published as: WO2008020755A2; WO2008020755A3

Description

Titel: Kettingmodule voor een modulaire kettingtransporteur, modulaire transporteur en transportsysteem voorzien van een modulaire kettingtransporteurTitle: Chain module for a modular chain conveyor, modular conveyor and transport system with a modular chain conveyor

De uitvinding heeft betrekking op een kettingmodule voor een modulaire kettingtransporteur, een modulaire kettingtransporteur en transportsysteem voorzien van een modulaire kettingtransporteur.The invention relates to a chain module for a modular chain conveyor, a modular chain conveyor and transport system provided with a modular chain conveyor.

Kettingmodules, kettingtransporteurs en van dergelijke 5 transporteurs voorziene transportsystemen zijn algemeen bekend en worden veelvuldig toegepast voor industrieel transport van producten.Chain modules, chain conveyors and transport systems provided with such conveyors are generally known and are frequently used for industrial transport of products.

Afhankelijk van de toepassing, worden aan dergelijke kettingtransporteurs verschillende ontwerpeisen gesteld. Een aantal van deze ontwerpeisen hebben een tegenstrijdig karakter, zodat het niet 10 eenvoudig is om aan al de in een gegeven toepassing gestelde eisen in gepaste mate te voldoen.Depending on the application, different design requirements are imposed on such chain conveyors. A number of these design requirements have a contradictory character, so that it is not easy to meet all the requirements set in a given application to an appropriate extent.

Zo wordt dikwijls niet alleen geëist dat de transporteur een bocht dwars op het transportvlak kan maken, maar ook dat de transporteur een bocht in het transportvlak kan maken.For example, it is often not only required that the conveyor can make a bend transversely of the conveying surface, but also that the conveyor can make a bend in the conveying surface.

15 Voorts wordt vaak geëist dat de transporteur bij het maken van zowel de bocht dwars op het transportvlak als de bocht in het transporvlak een geringe bochtstraal heeft.Furthermore, it is often required that the conveyor has a small bend radius when making both the bend transverse to the conveying surface and the bend in the conveying surface.

Tegelijkertijd moet de kettingtransporteur ook een redelijk hoge werkbelasting kunnen weerstaan, goed een geleiding kunnen volgen en 20 eenvoudig te vervaardigen en te assembleren zijn.At the same time, the chain conveyor must also be able to withstand a reasonably high workload, be able to follow a guide well and be easy to manufacture and assemble.

Door aanvraagster is in NL 1022132 een kettingmodule en modulaire kettingtransporteur voorgesteld van een type waarbij de scharnierpen tussen opeenvolgende modules in het lijfdeel, d.w.z. in het transportbled is gelegen.The applicant has proposed in NL 1022132 a chain module and modular chain conveyor of a type in which the pivot pin is located between successive modules in the body part, i.e. in the conveyor belt.

1032314 21032314 2

De uitvinding beoogt een kettingmodule, een modulaire kettingtransporteur en een van een modulaire kettingtransporteur voorzien transportsysteem waarbij de scharnierpen tussen opeenvolgende kettingmodules in het transportbled is gelegen, die verder is verbeterd.The invention contemplates a chain module, a modular chain conveyor and a conveyor system provided with a modular chain conveyor, wherein the hinge pin is located between successive chain modules in the conveyor belt, which is further improved.

5 In het bijzonder beoogt de uitvinding een kettingmodule, een modulaire kettingtransporteur en een van een modulaire kettingtransporteur voorzien transportsysteem, waarmee zowel dwars op het transportvlak als in het transportvlak bochten kunnen worden genomen met een kleinere minimale straal dan met de uit NL 1022132 bekende 10 kettingmodule, en die toch een aanzienlijke werkbelasting kan weerstaan. Daartoe voorziet de uitvinding in een kettingmodule volgens conclusie 1, een modulaire kettingtransporteur volgens conclusie 10 en een transportsysteem volgens conclusie 15.In particular, the invention contemplates a chain module, a modular chain conveyor and a conveyor system provided with a modular chain conveyor, with which bends can be taken both transversely to the conveying plane and in the conveying plane with a smaller minimum radius than with the chain module known from NL 1022132 , and which can still withstand a considerable workload. To this end, the invention provides a chain module according to claim 1, a modular chain conveyor according to claim 10 and a transport system according to claim 15.

Overeenkomstig de uitvinding omvat de kettingmodule voor een 15 modulaire kettingtransporteur een in hoofdzaak bladvormig lijfdeel, waarvan een bovenzijde een transportvlak vormt. Het lijfdeel omvat een middendeel en twee aan weerszijden daarvan gelegen vleugeldelen die in transportrichting ten opzichte van het middendeel zijn versprongen.According to the invention, the chain module for a modular chain conveyor comprises a substantially leaf-shaped body part, a top side of which forms a conveying surface. The body part comprises a middle part and two wing parts located on either side thereof, which parts are staggered with respect to the middle part in the direction of transport.

Het lijfdeel is aan een in transportrichting gelegen voor- of 20 achterzijde voorzien van twee, elk door een rand van een vleugeldeel gevormde uitstulpingen met een daartussen gelegen uitsparing. Het lijfdeel is aan een overstaande zijde voorzien van een door een rand van het middendeel gevormde uitstulping. De uitstulpingen zijn voorzien van zich door het lijfdeel uitstrekkende scharniergaten, zodanig dat de module met 25 een in transportrichting opeenvolgende module ineen kan grijpen en daarme met behulp van zich dwars op de transportrichting uitstrekkende scharnierpennen koppelbaar is. Door de vleugeldelen elk aan de voor- en/of achterzijde via een getrapte verbinding met het middendeel te verbinden, kan het bladvormige lijfdeel de via de in het lijfdeel gelegen pen tussen de 30 scharnierogen overgebrachte krachten zeer goed doorleiden. Met getrapte 3 verbinding kan in transportrichting een gefaseerde verspringing van de breedte van het lijfdeel worden gevormd. Met dergelijke vertrapping is het bijvoorbeeld mogelijk om een kunststoffen kettingmodule met een standaard breedte van circa 84 mm te construeren met een steek van ongeveer 12,7 5 mm (circa Vi inch) en een hoogte van circa 8,7 mm. Een met dergelijke kettingmodules gevormde transporteur kan in het transportvlak bijvoorbeeld een minimale bochtstraal van ongeveer 500 mm maken en kan bijvoorbeeld dwars op het transportvlak omlopen in een bocht met een minimale straal van circa 9,5 mm. Een kettingmodule met genoemde 10 bemating zal verderop als uitvoeringsvoorbeeld worden besproken.The body part is provided on a front or rear side situated in transport direction with two protrusions formed by an edge of a wing part with a recess situated between them. The body part is provided on a opposite side with a protrusion formed by an edge of the middle part. The protrusions are provided with hinge holes extending through the body part, such that the module can engage with a module successive in the conveying direction and can be coupled therewith with the aid of hinge pins extending transversely to the conveying direction. By connecting the wing parts each at the front and / or rear via a stepped connection with the middle part, the leaf-shaped body part can very well transmit the forces transmitted between the hinge eyes via the pin located in the body part. With a stepped connection, a staggered offset of the width of the body part can be formed in the transport direction. With such a trampling it is, for example, possible to construct a plastic chain module with a standard width of approximately 84 mm with a pitch of approximately 12.7 mm (approximately Vi inch) and a height of approximately 8.7 mm. A conveyor formed with such chain modules can, for example, make a minimum bend radius of approximately 500 mm in the conveying surface and can, for example, rotate transversely to the conveying surface in a bend with a minimum radius of approximately 9.5 mm. A chain module with said dimensioning will be discussed below as an exemplary embodiment.

Indien gewenst kunnen kettingmodules worden voorzien van ten opzichte van een ondervlak van het lijfdeel neerwaarts reikende geleidingselementen, om tegen te gaan dat een kettingtransporteur bij het doorlopen van een bocht in het transportvlak uit de geleiding omhoog komt. 15 Uiteraard kan een dergelijk omhoog komen ook met andere middelen worden tegengegaan, bijvoorbeeld met behulp van op de scharnierpennen inwerkende magneten en/of op zijvlakken van de kettingmodules aangebrachte geleidingselementen.If desired, chain modules can be provided with guide elements extending downwardly relative to a bottom surface of the body part, in order to prevent a chain conveyor from rising out of the guide when a bend in the conveying surface passes. Of course, such an ascent can also be prevented by other means, for instance with the aid of magnets acting on the hinge pins and / or guide elements arranged on side faces of the chain modules.

Door in de kettingtransporteur in transportrichting om en om 20 kettingmodules op te nemen die wel en niet zijn voorzien van neerwaarts reikende geleidingselementen, kan de minimale bochtstraal bij bochten dwars op het transportvlak klein worden gehouden. Er zijn dan namelijk minder geleidingselementen die geaccommodeerd hoeven te worden.By incorporating chain modules in the chain conveyor in the conveying direction that are or are not provided with downwardly extending guide elements, the minimum bend radius can be kept small during bends transversely to the conveying surface. Indeed, there are fewer guide elements that need to be accommodated.

Het foutloos om en om uit twee types kettingmodules samenstellen 25 van een kettingtransporteur kan worden vergemakkelijkt wanneer de vertrapping aan de voorzijde van het lijfdeel van een eerste type module niet complementair wordt uitgevoerd met de vertrapping aan de achterzijde van het lijfdeel van dezelfde module, maar complementair met de achterzijde van het lijfdeel van het tweede type module, terwijl de vertrapping 30 achterzijde van het lijfdeel aan het eerste type module complementair wordt 14 4 uitgevoerd met de vertrapping voorzijde van het lijfdeel van het tweede type module.The error-free alternating assembly of a chain conveyor from two types of chain modules can be facilitated if the front-end of the body part of a first type of module is not complementary to the rear-end of the body part of the same module, but complementary with the rear side of the body part of the second type of module, while the trampling rear of the body part of the first type of module is complementary to the front side of the body part of the second type of module.

Door het ten opzichte van het lijfdeel neerwaarts reikende deel van de geleidingselementen aan de in transportrichting voor- of achtergelegen 5 zijde te voorzien van een uitsparing voor het accommoderen van een deel van de onderzijde van een opeenvolgende module, en door de overstaande zijde te voorzien van een afschuining voor het accommoderen van althans een deel van de voet van het in transportrichting opvolgende geleidingselement, kan worden bereikt dat opeenvolgende modules en 10 geleidingsorganen bij het omlopen van een krappe bocht dwars op het transportvlak in elkaar kunnen grijpen, zodat een relatief krappe bocht kan worden doorlopen.By providing the part of the guide elements extending downwardly with respect to the body part on the front or rear side in the direction of transport, for accommodating a part of the underside of a successive module, and by providing the opposite side with a chamfer for accommodating at least a part of the foot of the guide element succeeding in the conveying direction, it can be achieved that successive modules and guide members can engage each other when turning a tight bend transversely to the conveying surface, so that a relatively tight bend can be traversed.

Door in een kettingtransporteur te voorzien in een omleidingsneus waar de ketting omheen loopt, kan een slechts geringe tussenruimte worden 15 gerealiseerd bij kopse aansluiting van de transporteur. Wanneer de ketting met bovengenoemde voorbeeldbemating bijvoorbeeld over ongeveer 150° omloopt over de omleidneus, kan op deze wijze worden omgelopen om een omleidneus met een diameter van ongeveer 19 mm. Op deze wijze kan een kops-kopse overgang tussen opeenvolgende transporteurs worden 20 gerealiseerd met een hart op hart afstand van de omleidneuzen van circa 40 mm.By providing a bypass nose in a chain conveyor around which the chain runs, only a small gap can be realized with the head connection of the conveyor. For example, when the chain with the above-mentioned example dimensioning runs about 150 ° over the bypass nose, it is possible to turn around a bypass nose with a diameter of about 19 mm. In this way a head-to-head transition between successive conveyors can be realized with a center-to-center distance of the by-pass noses of approximately 40 mm.

Door de omleidneus te voorzien van dwars op de transportrichting door tussenruimten gescheiden leivlakken, kan worden bereikt dat eventuele geleidingsnokken in de sleuven kunnen worden geaccommodeerd 25 terwijl naast en tussen de geleidingsnokken gelegen delen van het ondervlak van het lijfdeel van de module door de geleidingsneus kunnen worden gesteund. Op elegante wijze is de omleidneus daarbij modulair opgebouwd uit dwars op de transportrichting gescheiden delen die op een gemeenschappelijke drager kunnen worden bevestigd. Uiteraard kan de 30 omleidneus ook uit een stuk worden uitgevoerd.By providing the diverting nose with guide surfaces separated transversely to the conveying direction, it can be achieved that any guide cams can be accommodated in the slots, while parts of the lower surface of the body part of the module which are located next to and between the guide cams can be accommodated by the guide nose supported. The diverting nose is elegantly constructed in this case from parts which are separated transversely to the conveying direction and which can be mounted on a common carrier. The diverting nose can of course also be made in one piece.

55

Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn weergegeven in de volgconclusies.Further advantageous embodiments of the invention are shown in the subclaims.

De ui tvinding zal nader worden toe gelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat in een tekening is weergegeven. In de tekening 5 toont:The invention will be further elucidated on the basis of an exemplary embodiment which is represented in a drawing. In the drawing 5 shows:

Fig. 1 een schematisch perspectivisch zijaanzicht van een modulaire kettingtransporteur overeenkomstig de uitvinding;FIG. 1 is a schematic perspective side view of a modular chain conveyor according to the invention;

Fig. 2 een schematisch perspectivisch aanzicht van de onderzijde van een deel van de kettingtransporteur van fig. 1; 10 Fig. 3a-d een schematisch bovenaanzicht van het samenwerken van opeenvolgende modules van een type A en een type B;FIG. 2 is a schematic perspective view of the underside of a part of the chain conveyor of FIG. 1; FIG. 3a-d show a schematic top view of the cooperation of successive modules of type A and type B;

Fig. 4 een schematisch perspectivisch aanzicht van een uit modules op gebouwde omleidneus, enFIG. 4 is a schematic perspective view of a bypass nose constructed from modules, and

Fig. 5 een schematisch perspectivisch aanzicht van het ineen 15 grijpen van opeenvolgende modules bij het omlopen om de omloop neus van fig. 4.FIG. 5 is a schematic perspective view of the interlocking of successive modules when circulating around the circulating nose of FIG. 4.

Opgemerkt wordt dat de figuren slechts schematische weergaven betreffen van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding die wordt gegeven bij wijze van niet-limiterend uitvoeringsvoorbeeld. In de figuren 20 zijn gelijke of corresponderende onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers weergegeven.It is noted that the figures are only schematic representations of a preferred embodiment of the invention which is given by way of non-limiting exemplary embodiment. In the figures, the same or corresponding parts are indicated with the same reference numerals.

Onder verwijzing naar de figuren, in het bijzonder figuren 1 tot en met 3, betreft een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding een kettingmodule 1 voor een modulaire kettingtransporteur 2.With reference to the figures, in particular figures 1 to 3, an exemplary embodiment of the invention relates to a chain module 1 for a modular chain conveyor 2.

25 De kettingmodule 1 omvat een in hoofdzaak bladvormig lijfdeel 3, dat ook wel door de vakman met het woord "bied" wordt aangeduid. Een bovenzijde 4 van het lijfdeel 3 vormt een transportvlak waarop producten direct of indirect kunnen steunen. Het transportvlak is hier vlak, glad en gesloten uitgevoerd, maar het kan uiteraard desgewenst anders zijn 30 uitgevoerd, bijvoorbeeld onvlak, ruw en/of althans gedeeltelijk opengewerkt.The chain module 1 comprises a substantially leaf-shaped body part 3, which is also referred to by the person skilled in the art with the word "bid". An upper side 4 of the body part 3 forms a conveying surface on which products can support directly or indirectly. Here, the conveying surface is flat, smooth and closed, but it can of course be designed differently, if desired, for example flat, rough and / or at least partially cut away.

66

Het lijfdeel 3 omvat een middendeel 5 en twee aan weerszijden daarvan gelegen vleugeldelen 6. De vleugeldelen zijn ten opzichte van het middendeel 5 in een met dubbele pijl P aangegeven transportrichting versprongen. Tussen de vleugeldelen 6 is derhalve een middendeel 5 gelegen 5 dat in transportrichting P is versprongen.The body part 3 comprises a middle part 5 and two wing parts 6 located on either side thereof. The wing parts are staggered relative to the middle part 5 in a direction of transport indicated by double arrow P. A middle part 5 is therefore situated between the wing parts 6 and is staggered in the conveying direction P.

Het lijfdeel 3 is aan een in transportrichting P gelegen voorzijde 7 voorzien van twee, elk door een rand van een vleugeldeel 6 gevormde uitstulpingen 8 met een daartussen gelegen uitsparing. De delen van de vleugels 6 die ten opzichte van het middendeel 5 in transportrichting 10 uitsteken, vormen daarbij de uitstulpingen 8. Dwars op de transportrichting P is tussen de uitstulpingen 8 een vrije tussenruimte aanwezig, die de uitsparing 9 vormt voor het opnemen van een door een rand van het middendeel van een andere module gevormde uitstulping.The body part 3 is provided on a front side 7 in the conveying direction P with two protuberances 8 formed by an edge of a wing part 6 with a recess situated between them. The parts of the wings 6 which protrude in the direction of transport 10 relative to the central part 5 form the projections 8. Transverse to the transport direction P there is a free space between the projections 8 which forms the recess 9 for receiving a a protrusion formed of an edge of the middle part of another module.

Het lijfdeel 3 is voorts aan de overstaande zijde, in dit geval de 15 achterzijde 10 van het lijfdeel, voorzien van een door een rand van het middendeel 5 gevormde uitstulping 11. Het ten opzichte van de vleugeldelen 6 in omgekeerde transportrichting P uitstekende stuk van het middendeel 5 vormt daarbij de uitstulping 11. Dwars op de transportrichting P grenzen derhalve vrije ruimtes aan de uitstulping 11 voor het opnemen van 20 vleugeldelen.The body part 3 is furthermore provided on the opposite side, in this case the rear side 10 of the body part, with a protuberance 11 formed by an edge of the middle part 5. The part of the part protruding relative to the wing parts 6 in reverse conveying direction P middle part 5 thereby forms the protuberance 11. Therefore, free spaces adjoin the conveying direction P to the protuberance 11 for receiving wing parts.

De uitstulpingen 8, 11 zijn voorzien van in het vlak van het lijfdeel gelegen scharniergaten 12, 13. De scharniergaten 12, 13 zijn in het bied gelegen, en strekken zich in hoofdzaak dwars op de transportrichting uit.The protrusions 8, 11 are provided with pivot holes 12, 13 located in the plane of the body part. The pivot holes 12, 13 are located in the area and extend substantially transversely of the direction of transport.

De vleugeldelen 6 zijn aan de voorzijde 7 via een getrapte 25 verbinding 18 met het middendeel 5 verbonden. De vleugeldelen 6 zijn voorts aan de achterzijde 11 van het middendeel via een getrapte verbinding 19 met het middendeel 5 verbonden. Dwars op de transportrichting P verspringt de breedte van het lijfdeel ter plaatse van de overgang tussen vleugeldeel 6 en middendeel 5 niet in een stap, maar via een tussentrap.The wing parts 6 are connected to the middle part 5 at the front side 7 via a stepped connection 18. The wing parts 6 are furthermore connected at the rear side 11 of the middle part via a stepped connection 19 to the middle part 5. The width of the body part at the location of the transition between wing part 6 and middle part 5 does not stagger in a step, but via an intermediate step, transversely of the conveying direction P

30 Deze vertrapping kan, zoals hieronder nog nader zal worden toegelicht, aan 7 de voor- en achterzijde van het lijfdeel 3 verschillend zijn, bijvoorbeeld doordat de vertrappingen 18 aan de voorzijde 7 van het lijfdeel 3 dwars op de transportrichting gezien verder van het midden van het lijfdeel 3 zijn verwijderd, dan de vertrappingen 19 aan de achterzijde 11 van het lijfdeel 3 5 van de kettingmodule 1.This trampling can, as will be explained in more detail below, be different at 7 the front and rear sides of the body part 3, for instance in that the trims 18 on the front side 7 of the body part 3 are seen further from the center of the transverse direction of the transport direction. the body part 3 have been removed, then the traps 19 on the rear side 11 of the body part 3 of the chain module 1.

De doorsnede van het scharnier gat 13 in de uitstulping 11 van het middendeel 5 verschilt van de diameter van de scharniergaten 12 in de uitstulpingen 8 van de vleugeldelen 6.The cross-section of the hinge hole 13 in the protrusion 11 of the middle part 5 differs from the diameter of the hinge holes 12 in the protrusions 8 of the wing parts 6.

De scharniergaten 12 in de uitstulpingen 8 van de vleugeldelen 6 10 zijn cilindrische gaten met in hoofdzaak gelijke, constante doorsneden die dwars op de transportrichting P coaxiaal zijn geplaatst. Eén van de scharniergaten 12 kan eventueel als een potgat of blind gat zijn uitgevoerd. Het in de uitstulping 11 van het middendeel 5 gevormde scharniergat 13 is een slobgat. De doorsnede van het slotgat is tenminste gelijk aan, en/of 15 althans een deel van de lengte van het scharniergat 13 groter dan de doorsnede van de scharniergaten 12 in de uitstulpingen 8 van de vleugeldelen 6.The pivot holes 12 in the protuberances 8 of the wing parts 6 are cylindrical holes with substantially equal, constant cross-sections which are coaxially arranged transversely to the conveying direction P. One of the hinge holes 12 can optionally be designed as a pot hole or blind hole. The hinge hole 13 formed in the protrusion 11 of the middle part 5 is a slotted hole. The cross-section of the lock hole is at least equal to and / or at least a part of the length of the hinge hole 13 greater than the cross-section of the hinge holes 12 in the protrusions 8 of the wing parts 6.

Met behulp van de modules 1 kan een modulaire ketting 2 worden gevormd door de uitstulpingen 8, 11 aan respectievelijk de voorzijde 7 en de 20 achterzijde 10 van in transportrichting P opeenvolgend geplaatste modules ineen te laten grijpen, en met behulp van een zich dwars op de transportrichting P door de scharniergaten 12, 13 van de samenwerkende uitstulpingen 8, 11 reikende scharnierpen. De scharnierpen, die in de figuren niet is weergegeven, kan bijvoorbeeld worden vastgezet in de 25 cilindrische gaten 12. Opeenvolgende modules 1 kunnen dan op een aan de vakman bekende wijze ten opzichte van elkaar in het transportvlak verdraaien door de speling tussen scharnierpen en slobgat 13. Uiteraard werken de voorzijde 7 en de achterzijde 10 van op de lijfdelen 3 van opeenvolgende modules 1 daarbij met enige speling samen om ten opzichte 30 van elkaar te kunnen verdraaien.With the aid of the modules 1, a modular chain 2 can be formed by interlocking the protrusions 8, 11 on the front side 7 and the rear side 10 respectively of modules placed successively in conveying direction P, and with the aid of a transverse to the direction of transport P through the hinge holes 12, 13 of the cooperating protrusions 8, 11 extending hinge pin. The hinge pin, which is not shown in the figures, can for instance be fixed in the cylindrical holes 12. Successive modules 1 can then rotate relative to each other in the conveying surface in a manner known to the skilled person by the play between hinge pin and slotted hole 13. Of course, the front side 7 and the rear side 10 of on the body parts 3 of successive modules 1 thereby cooperate with some play in order to be able to rotate relative to each other.

88

In de kettingtransporteur 2 zijn in transportrichting P om en om kettingmodules 1 opgenomen die wel en niet zijn voorzien van ten opzichte van een onderzijde 20 van het lijfdeel 3 neerwaarts reikende geleidingselementen 21. De geleidingselementen zijn hier uitgevoerd als 5 twee in hoofdzaak L-vormige, van elkaar af gerichte en met vrije tussenruimte uiteen geplaatste haken. Bij het doorlopen van een bocht in het transportvlak zal de voet van de L-vormige haak die de buitenbocht beschrijft onder de baangeleiding haken, zodat kan worden tegengegaan dat de kettingtransporteur uit de geleiding omhoog komt. Een dergelijk 10 geleidingselement is de vakman bekend onder de naam "tab" en kan in vele configuraties worden uitgevoerd.In the chain conveyor 2, chain modules 1 are included in conveying direction P, which modules are or are not provided with guide elements 21 which extend downwards relative to an underside 20 of the body part 3. The guide elements are here embodied as two substantially L-shaped, hooks directed away from each other and spaced apart with free space. When a bend passes through the conveying surface, the foot of the L-shaped hook describing the outer bend will hook under the track guide, so that the chain conveyor can be prevented from rising from the guide. Such a guide element is known to those skilled in the art under the name "tab" and can be designed in many configurations.

In de kettingtransporteur 2 zijn in transportrichting P om beurten kettingmodules opgenomen die wel en niet zijn voorzien van geleidingselementen 21. Hierdoor behoeven er bij het doorlopen van een 15 bocht dwars op het transportvlak minder geleidingsorganen ineen te vouwen, waardoor een krappere bocht kan worden genomen.Chain conveyors are arranged in the chain conveyor 2 in turn in the conveying direction P, which modules are or are not provided with guide elements 21. As a result, fewer guide members need to collapse during the passage of a bend transversely to the conveying surface, as a result of which a narrower bend can be taken.

De kettingtransporteur 2 is derhalve samengesteld uit twee typen kettingmodules 1. In de figuren is het eerste type kettingmodule, dat in dit uitvoeringsvoorbeeld is voorzien van de geleidingselementen 21, aangeduid 20 met de letter A. Het tweede type kettingmodule, dat zonder geleidingselementen is uitgevoerd, is hier aangeduid met de letter B.The chain conveyor 2 is therefore composed of two types of chain modules 1. In the figures, the first type of chain module, which in this exemplary embodiment is provided with the guide elements 21, is designated with the letter A. The second type of chain module, which is embodied without guide elements, is indicated here with the letter B.

De vertrapping 18 aan de voorzijde 7 van het lijfdeel van het eerste type module A is oncomplementair gevormd met de vertrapping 19 aan de achterzijde 10 van het lijfdeel 3 van het eerste type module A, en is 25 complementair gevormd met de vertrapping 19' aan de achterzijde 10 van het lijfdeel 3 van het tweede type module B. De vertrapping 19 aan de achterzijde 11 van het lijfdeel 3 van het eerste type module A is complementair gevormd met de vertrapping 18' aan de voorzijde 7 van het lijfdeel 3 van het tweede type module B.The step 18 on the front side 7 of the body part of the first type of module A is formed in addition to the step 19 on the rear side 10 of the body part 3 of the first type of module A, and is complementary to the step 19 'on the side rear side 10 of the body part 3 of the second type of module B. The step 19 on the rear side 11 of the body part 3 of the first type of module A is complementary to the step 18 'on the front side 7 of the body part 3 of the second type module B.

99

Zoals in figuur 3 getoond, kan hierdoor worden bereikt dat alleen wanneer de twee typen modules A en B elkaar afwisselend opvolgen, de voor- en achterzijden 7, 10 van de lijfdelen 3 opeenvolgende modules 1 zodanig ineen grijpen dat een samenwerking ontstaat waarbij de 5 scharniergaten 12 en 13 zijn opgelijnd en met behulp van een zich dwars op de transportrichting uitstrekkende scharnierpen kunnen worden gekoppeld. De scharnierpen is in de figuren niet weergegeven.As shown in Figure 3, it can be achieved that only when the two types of modules A and B follow each other alternately, the front and rear sides 7, 10 of the body parts 3 consecutive modules 1 interlock in such a way that a cooperation is created in which the hinge holes 12 and 13 are aligned and can be coupled with the aid of a hinge pin extending transversely to the conveying direction. The hinge pin is not shown in the figures.

Het ten opzichte van het ondervlak 20 van het lijfdeel 3 neerwaarts reikende deel 22 van het geleidingselement 21, hier uitgevoerd als de steel 10 van de "L", is aan de in transportrichting P voorgelegen zijde 23 voorzien van een uitsparing 24 voor het accommoderen van een deel van de onderzijde 3 van een opeenvolgende module 1. De overstaande zijde 25 is voorzien van een afschuining 26 voor het accommoderen van de althans een deel van de voet 27 van het in transportrichting opvolgende 15 geleidingselement 21. In figuur 5 is weergegeven dat de opeenvolgende modules met hun onderzijden 20 en geleidingselementen 21 als een puzzel ineen kunnen grijpen bij het doorlopen van een bocht dwars op het transportvlak.The part 22 of the guide element 21 extending downwards relative to the lower surface 20 of the body part 3, here embodied as the stem 10 of the "L", is provided on the side 23 in the direction of transport P with a recess 24 for accommodating a part of the underside 3 of a successive module 1. The opposite side 25 is provided with a chamfer 26 for accommodating the at least a part of the base 27 of the guide element 21 which is successive in the conveying direction. Figure 5 shows that the successive modules with their undersides 20 and guide elements 21 can interlock like a puzzle when traversing a bend transversely to the conveying surface.

In figuur 4 is een omleidneus 30 getoond. De omleidneus is 20 modulair opgebouwd uit dwars op de transportrichting P gescheiden delen 31 die op een gemeenschappelijke drager 32 zijn bevestigd. De afzonderlijke delen 31 kunnen bijvoorbeeld op de gemeenschappelijk drager worden gefixeerd met behulp van inbusbouten, zodat zij dwars op de transportrichting P ten opzichte van elkaar kunnen worden versteld. De 25 kettingtransporteur 2 kan om de hier getoonde omloopneus 30 omlopen over een hoek van 150°. De omleidneus 30 heeft hier een diameter van ongeveer 19 mm. De delen 31 van de omleidneus vormen leivlakken 33, terwijl de tussenruimten tussen de leifvlakken 33 sleuven 34 vormen waarin de geleidingselementen 21 van de modules 1 bij het omlopen kunnen worden 30 geaccommodeerd. De onderzijde 20 van de modules 1 is in figuur 2 goed t 10 zichtbaar. Ter plaatste van de vleugeldelen 6 is het ondervlak 20 uitgerust met een in hoofdzaak vlak steundeel 27 dat bedoeld is om samen te werken met de slijtstrippen van de hier niet-weergegeven baangeleiding. De delen zijn voorts voorzien van een concaaf 28 deel dat kan samenwerken met de 5 neusgeleiding. In figuur 1 is met behulp van lijn G schematisch het verloop van de geleidingsbaan weergegeven.Figure 4 shows a bypass nose 30. The bypass nose is constructed in modular fashion from parts 31 which are separated transversely to the conveying direction P and which are fixed on a common carrier 32. The individual parts 31 can for instance be fixed on the common carrier with the aid of Allen screws, so that they can be adjusted relative to each other transversely of the direction of transport P. The chain conveyor 2 can rotate around the bypass nose 30 shown here through an angle of 150 °. The bypass nose 30 here has a diameter of approximately 19 mm. The parts 31 of the diverting nose form guide surfaces 33, while the interspaces between the guide faces 33 form slots 34 in which the guide elements 21 of the modules 1 can be accommodated during rotation. The underside 20 of the modules 1 is clearly visible in Figure 2. At the location of the wing parts 6, the bottom surface 20 is provided with a substantially flat support part 27 which is intended to cooperate with the wear strips of the web guide (not shown here). The parts are furthermore provided with a concave 28 part which can cooperate with the nose guide. Figure 1 schematically shows the course of the guide track with the help of line G.

De onderzijde 20 van het lijfdeel 3 van de kettingmodule 1 is ter plaatste van het middendeel 5 voorzien van een aandrijfvlak 29 voor samenwerking met een aandrijforgaan, bijvoorbeeld een tandflank van een 10 kettingwiel. Tevens is in figuur 2 goed te zien dat aan de onderzijde 20 van het lijfdeel 3 nabij de basis van de vleugeldelen 9 ook bij kettingmodules 1 die niet van geleidingselementen 21 zijn voorzien, een verdikking is aangebracht om de krachtsdoorleiding tussen vleugeldeel en middendeel verder te verbeteren.The underside 20 of the body part 3 of the chain module 1 is provided at the location of the middle part 5 with a drive surface 29 for cooperation with a drive member, for example a tooth flank of a sprocket. It can also be clearly seen in figure 2 that a thickening is provided on the underside 20 of the body part 3 near the base of the wing parts 9 also with chain modules 1 which are not provided with guide elements 21 to further improve the transmission of force between the wing part and the middle part .

15 De uitvinding is niet beperkt tot het hier weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Vele variaties zijn mogelijk. Dergelijke variaties worden geacht te liggen binnen het bereik van de uitvinding zoals verwoord in de hierna volgende conclusies.The invention is not limited to the exemplary embodiment shown here. Many variations are possible. Such variations are understood to be within the scope of the invention as set forth in the following claims.

20 1 0323 U '20 1 0323 U '

Claims

CLAIMS 1. Chain module for a modular chain conveyor, comprising a substantially leaf-shaped body part, the top of which forms a conveying surface, which body part comprises a middle part and two wing parts located on either side thereof and which are offset in conveying direction relative to the middle part, which body part on a front or rear located in the conveying direction is provided with two protrusions each formed by an edge of a wing part with a recess situated between them, and which body part is furthermore provided on an opposite side with a protrusion formed by an edge of the middle part, wherein protuberances are provided with hinge holes located in the plane of the body part, such that the chain module can engage with a module following in the conveying direction and can be coupled with the aid of a hinge pin extending transversely to the conveying direction, characterized in that the wing parts are each connected to front and / or 15 rear e are connected to the middle part via a stepped connection.

2. Chain module according to claim 1, wherein the stepped connection forms an offset of the width of the body part in the transport direction.

3. Chain module according to claim 1 or 2, wherein the stepped connection on the front side of the body part of the module is not complementary to the step on the rear side of the body part of the module.

4. Chain module as claimed in any of the claims 1-3, wherein guide elements are provided that extend downwards relative to a bottom surface of the body part.

Chain module as claimed in claim 4, wherein a part of the guide element extending downwards relative to the body part is provided on the front or rear side in transport direction with a recess 10323 14 for accommodating a part of the underside of a successive module, and wherein said downwardly extending part is provided on the opposite side with a chamfer for accommodating the foot of a guide element consecutive in the conveying direction.

A chain module according to any one of the preceding claims, wherein the cross-section of the hinge hole in the protrusion of the middle part differs from the diameter of the hinge holes in the protrusions of the wing parts.

7. Chain module as claimed in any of the foregoing claims, wherein an opening of a hinge hole is located near at least one side of the body part near the front or rear side of the module.

8. Chain module as claimed in any of the foregoing claims, wherein the hinge holes in the protuberances of the wing parts are coaxial with substantially the same, constant cross-section, and wherein the hinge hole formed in the protrusion of the middle part is a slotted hole with a cross-section that is at least equal and over at least a part of the length of the hinge hole is larger than the cross-section of the hinge holes in the protuberances of the wing parts.

9. Chain module as claimed in any of the foregoing claims, wherein at least the body part and optionally the guide members are made of plastic material.

10. Chain conveyor, comprising a series of successive chain modules according to any one of claims 1-9, wherein the protrusions on the front and rear sides of the successive modules 25 engage and are coupled with the aid of a hinge pin extending transversely to the direction of transport through the hinge holes.

A chain conveyor as claimed in claim 10, wherein chain conveyors are included alternately in the conveying direction which are provided with downwardly extending guide elements.

12. Chain conveyor as claimed in claims 10 or 11, wherein the chain conveyor is assembled alternately from two types of chain modules in the conveying direction, and wherein the trampling on the front side of the body part of the first type of module is not complementary to the trampling on the rear side of the body part of the same module, but complementary to the rear side of the body part of the second type of module, while the rear side of the body part of the first type of module is complementary to the front side of the body part of the second type of module.

A chain conveyor according to any one of claims 10-12, wherein the hinge pins extend substantially over the entire width of the body part.

A chain conveyor according to any one of claims 9-13, wherein the hinge pins are made of metal.

A conveyor system comprising a chain conveyor, endlessly embodied in a guide track, as claimed in any one of claims 10-14 and chain wheels engaging the chain modules of the chain conveyor for driving the chain conveyor in the conveying direction.

16. Transport system as claimed in claim 15, wherein furthermore a diverting nose is provided around which the chain conveyor runs in a bend transversely to the conveying surface, wherein the diverting nose is modularly composed of parts which are separated transversely to the conveying direction and which are mounted on a common carrier.

The conveyor system of claim 16, wherein the chain rotates about 150 ° over the bypass nose. 1 032 3 14