NL1031900C2 - Stelsel van een bevestigingsinrichting en één of meer sanitair accessoires en/of één of meer hulpmiddelen. - Google Patents

Description

STELSEL VAN EEN BEVESTIGINGSINRICHTING EN ÉÉN OF MEER SANITAIR ACCESSOIRES ΕΝ/OF ÉÉN OF MEER HULPMIDDELEN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een stelsel van een 5 bevestigingsinrichting en één of meer sanitair accessoires en/of één of meer hulpmiddelen, welke bevestigingsinrichting is ingericht voor montage aan één of meer kraanaansluitingen in een wand.

Een dergelijk stelsel is bekend uit de Europese octrooiaanvrage EP0780082.

Het bekende stelsel heeft betrekking op een houder voor gebruiksartikelen die wordt 10 geplaatst op een mengkraan. De houder wordt op zijn plaats gehouden door klemmen aan de onderzijde van de houder, die worden vastgeklemd op de aanvoerieidingen van de kraan. Op deze wijze kan de houder zonder beschadiging op de kraan gemonteerd worden. De houder heeft als nadeel dat er voor elke type mengkraan een specifieke uitvoeringsvorm ontworpen en gefabriceerd moet worden. Tevens heeft de houder als 15 nadeel dat de houder beperkt is tot een opberginrichting voor gebruiksartikelen.

De uitvinding heeft als doel een uitgebreider en alternatief stelsel te verschaffen van de aan het begin genoemde soort die het bovengenoemde voordeel van het bekende stelsel behoudt, maar niet de nadelen heeft van het bekende stelsel.

Het stelsel volgens de uitvinding heeft daartoe het kernmerk dat de 20 bevestigingsinrichting tenminste één klemdeel omvat bestemd voor klemming nabij de wand middels tenminste één afwerkingselement voor de één of meer kraanaansluitingen. Een voordeel van het stelsel volgens de uitvinding is dat het stelsel altijd gemonteerd kan worden onafhankelijk van het type kraan. Aangezien de afstand van het dragende deel van het stelsel volgens de uitvinding tot de wand korter is dan bij het bekende stelsel, is 25 het stelsels volgens de uitvinding tevens in staat een zwaardere last te dragen dan het bekende stelsel (hefboom principe). Hierdoor komen andere toepassingsmogelijkheden in bereik.

Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het klemdeel bestemd voor klemming tussen de wand en het afwerkingselement voor de één of meer 30 kraanaansluitingen. Op deze wijze kan men bestaande afwegingselementen gebruiken om het klemdeel te klemmen.

Volgens een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het klemdeel tenminste één uitsparing voor de althans gedeeltelijke opname van tenminste één kraanaansluiting. Bij voorkeur omvat het klemdeel de kraanaansluiting maar ten dele. Op 35 deze manier is het mogelijk om het klemdeel aan te brengen tussen de wand en het afwerkingselement zonder het afwerkingselement in zijn geheel te verwijderen. Om praktische redenen kan het klemdeel een kraanaansluiting wel volledig omvatten, bijvoorbeeld om het stelsel meer draagvermogen te geven öf om esthetische redenen.

1031900 2

Volgens een derde voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het klemdeel in hoofdzaak plaatvormig. Door het klemdeel plaatvormig te maken, kan het klemdeel zo dicht mogelijk tegen de wand aan geplaatst worden. Dit heeft als voordeel dat het stelsel volgens de uitvinding in staat is meer krachten kan opvangen.

5 In een nadere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het stelsel volgens de uitvinding voorzien van één of meer afwegingselementen voor een kraanaansluiting.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het afwegingselement een verjonging voor samenwerking met de uitsparing in het klemdeel voorde althans gedeeltelijke opname van een kraanaansluiting. Deze 10 voorkeursuitvoeringsvorm is met name toepasbaar in het geval één of meer kraanaansluitingen en/of één of meer verloopstukken daarvan grotendeels in de wand wegvallen, bijvoorbeeld ten gevolge van verkeerde montage van de kraanaansluiting of een dikke deklaag op de wand. Het klemdeel kan dan onvoldoende steunen op de kraanaansluiting cq. het verloopstuk daarvan. Door de uitsparing in het klemdeel althans 15 ten dele op te nemen in het afwegingselement door middel van een verjonging wordt een betere passing verkregen van het klemdeel.

Volgens een nog verdere uitwerking van deze voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding bestaat het afwegingselement uit tenminste twee samenwerkende delen die zijn ingericht voor tussenplaatsing van het klemdeel. Hiermee wordt het klemdeel indirect 20 tegen de wand aan geklemd. Een eerste deel van het afwegingselement is bestemd voor plaatsing tussen het klemdeel en de wand en heeft een afdichtende functie. Dit eerste deel behoeft na eenmalige montage niet meer te worden verwijderd. De (de)montage van hetzelfde stelsel of andere uitvoeringsvormen daarvan kan plaatsvinden door (de)montage van het tweede deel van het afwerkingselement dat samenwerkt met het 25 eerste deel.

Volgens een praktische voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het afwerkingselement voor de kraanaansluiting een rozet. Een rozet wordt in de praktijk toegepast om een kraanaansluiting aan het zicht te onttrekken en is uitermate geschikt om het klemdeel direct of indirect tegen de wand aan te klemmen in het kader van de 30 onderhavige uitvinding.

Volgens een andere praktische voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het hulpmiddel een steunelement voor een persoon. Met name in situaties waarin een persoon tijdelijk steunmiddelen nodig heeft, kan het stelsel volgens de uitvinding uitkomst bieden. Volgens weer een andere praktische voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding 35 is het hulpmiddel een steunelement voor een object. Deze voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is bijzonder geschikt voor objecten die zwaar en/of moeilijk te hanteren zijn, zoals bijvoorbeeld een emmer. Volgens weer een andere praktische 3 voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is de sanitair accessoire een houder voor gebruiksartikelen, zoals bijvoorbeeld flacons of zeep. Zowel beide varianten van het steunelement als de houder voor gebruiksartikelen kan men bijvoorbeeld tijdelijk monteren zonder beschadiging aan de wand achter de kraan.

5 In een nadere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het stelsel volgens de uitvinding bestemd voor montage aan de kraanaansluitingen voor een mengkraan.

De uitvinding zal nu worden beschreven aan de hand van de figuren, waarbij gelijke verwijzingscijfers overeenkomstige elementen aanduiden. Daarbij tonen: 10 Figuur 1A: een perspectivisch aanzicht van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van het stelsel volgens de uitvinding bevestigd aan de kraanaansluitingen van een mengkraan:

Figuur 1B: een explosie aanzicht van de voorkeursuitvoeringsvorm van het stelsel volgens de uitvinding volgens Figuur 1A; 15 Figuur 2A, 2B en 2C: tweede voorkeursuitvoeringsvorm met verschillend klemdeel waarbij de accessoire gelijk blijft;

Figuur 3: een dwarsdoorsnede van een rozet met verjonging voor samenwerking met de uitsparing in het klemdeel;

Figuur 4A: een perspectivisch aanzicht van een rozet uit twee samenwerkende 20 delen die is ingericht voor tussenplaatsing van het klemdeel;

Figuur 4B: een explosie aanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van het stelsel gemonteerd met behulp van rozetten volgens Figuur 4A

Figuur 5A en 5B: een perspectivisch aanzicht en een explosie aanzicht van een derde voorkeursuitvoeringsvorm van het stelsel volgens de uitvinding; 25 Figuur 6A, 6B, 6C en 6D: verdere voorbeelden van mogelijke uitvoeringsvormen van het stelsel volgens de uitvinding.

Figuur 1A toont een perspectivisch aanzicht van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van het stelsel 1 volgens de uitvinding bevestigd aan de 30 kraanaansluitingen van een mengkraan 3 in de wand 2. Het stelsel 1 omvat een houder 6 voor gebruiksartikelen voor lichaamsverzorging, bijvoorbeeld een fles shampoo. Aan de houder 6 is het klemdeel 5 bevestigd dat ten dele is ingeklemd tussen de rozetten 4 en de wand 2. Bijvoorkeur is het gehele stelsel 1 uitgevoerd in waterbestendige materialen, zoals roestvast staal en kunststof. Voor promotionele activiteiten kan de houder 6 35 geschikt worden gemaakt voor alleen bepaalde typen flacons van één fabrikant.

4

Figuur 1B toont een explosie aanzicht van de voorkeursuitvoeringsvorm van het stelsel 1 volgens de uitvinding zoals getoond in Figuur 1A. De verloopstukken 7-1 en 7-2 worden in de praktijk standaard gemonteerd op de kraanaansluitingen 8-1 en 8-2 teneinde de mengkraan recht te kunnen monteren. De verloopstukken 7-1 en 7-2 vormen 5 om die reden een integraal onderdeel van de kraanaansluitingen 8-1 en 8-2. De bevestigingsinrichting 5 is voorzien van uitsparingen 9-1 en 9-2, die de verloopstukken 7-1 en 7-2 slechts ten dele omvatten. Hierdoor is het mogelijk het stelsel 1 te monteren zonder demontage van de mengkraan 3. Het stelsel 1 steunt daarbij op verloopstuk 7-2, terwijl rotatie van het stelsel 1 om verloopstuk 7-2 wordt voorkomen door de uitsparing 9-10 1.

Figuren 2A, 2B en 2C tonen verschillende tweede uitvoeringsvormen van het stelsel 1 volgens de uitvinding met verschillend klemdeel 5 met accessoire, in dit voorbeeld een zeepbakje 6. De uitsparingen 9-1 en 9-2 zijn bedoeld om de kraanaansluitingen of verloopstukken daarvan gedeeltelijk te omvatten. Hierdoor is het 15 mogelijk het stelsel 1 te monteren zonder enige demontage van onderdelen van de mengkraan. Het is echter ook mogelijk dat de uitsparingen 9-1 en/of 9-2 de kraanaansluitingen geheel omvatten. In dit geval dient eerst de kraan gedemonteerd te worden om het stelsel te monteren op de kraanaansluitingen 8-1 en 8-2.

Figuur 3 toont in een inzet een dwarsdoorsnede van een rozet 4-1 met verjonging 20 10 voor samenwerking met de uitsparing 9-1 in het klemdeel 5. De verjonging 10 kan een diepte hebben kleiner of gelijk aan de dikte van het klemdeel, waardoor na montage de rozet 4-1 tot aan de wand 2 kan worden aangeschroefd. De verjonging 10 kan daarnaast ook een diepte hebben die groter is dan de dikte van het klemdeel, waardoor na montage een deel van de verjonging zichtbaar blijft. Dit deel kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor 25 montage van een hangend element (niet getoond). Bij voorkeur omvat de uitsparing 9-1 het verloopstuk 7-1 in zijn geheel, zodat wordt voorkomen dat er water in de rozet 4-1 komt.

Figuur 4A toont een perspectivisch aanzicht van een rozet 4-1 uit twee samenwerkende rozetdelen 4-1-1, 4-1-2 die zijn ingericht voor tussenplaatsing van het 30 klemdeel 5. Figuur 4B toont de rozet 4-1 in gemonteerde toestand op een (meng)kraan 3 nabij een wand 2 met een tussen de rozetdelen 4-1-1, 4-1-2 geklemd sanitair accessoire, bijvoorbeeld het zeepbakje 6. Na het plaatsen van rozetdeel 4-1-2 op het verloopstuk 7-1 van een leidingaansluiting van mengkraan 3, wordt het klemdeel 5 geplaatst op het verloopstuk. Vervolgens wordt rozetdeel 4-1-1 aangebracht op het verloopstuk 7-1, zodat 35 klemdeel 5 is ingeklemd tussen rozetdelen 4-1-1 en 4-1-2. Het eerste rozetdeel 4-1-2 5 draagt zorg voor de afdichting met de wand 2 en kan na montage veelal in positie blijven. Voor (de)montage van het accessoire 6 volstaat (de)montage van het tweede rozetdeel 4-1-1. Bij voorkeur heeft rozetdeel 4-1-2 een extra binnenring 18 waarop de uitsparing 9-1 van het klemdeel 5 past. Door het toepassen van deze rozet 4-1 kan er geen water 5 tussen de delen van de rozet 4-1, klemdeel 5 en de wand komen. Bij voorkeur worden de twee samenwerkende delen 4-1-1,4-1-2 van de rozet 4-1 door middel van een schroefverbinding aan elkaar gekoppeld.

Figuur 5A toont een perspectivisch aanzicht van een derde voorkeursuitvoeringsvorm van het stelsel 1 volgens de uitvinding, waarbij het stelsel 1 10 beugels 11-1 en 11-2 omvat. Figuur 5B toont een explosie aanzicht van deze voorkeursuitvoeringsvorm. Aangezien er bij gebruik een aanzienlijke belasting op het stelsel 1 kan komen, geniet het de voorkeur dat de uitsparingen 9-1 en 9-2 de verloopstukken 7-1 en 7-2 volledig omvatten. Daarnaast heeft het de voorkeur dat er speciale rozetten 4-1 en 4-2 gebruikt worden, die robuuster zijn en steviger zijn vast te 15 draaien dan gangbare rozetten. Daartoe zijn deze rozetten aan de buitenzijde bij voorkeur voorzien van een ribbelig oppervlak.

Figuur 6A, 6B, 6C en 6D tonen verdere voorbeelden van mogelijke uitvoeringsvormen van het stelsel 1 volgens de uitvinding.

Figuur 6A toont een voorkeursuitvoeringsvorm van het stelsel 1 volgens de 20 uitvinding met een dispenser 12, waarbij de doucheslang 13 door het reservoir van de dispenser 12 wordt geleid. Tijdens het gebruik van de douche wordt de inhoud van de dispenser 12 opgewarmd door het warme water dat door de doucheslang 13 loopt. Hierdoor heeft de gebruiker de beschikking over bijvoorbeeld warme zeep of shampoo.

Figuur 6B toont een voorkeursuitvoeringsvorm van het stelsel 1 volgens de 25 uitvinding met een stoel 15, waarbij de stoel 15 verder wordt ondersteund met een constructie 14 die tot aan de grond reikt.

Figuur 6C en Figuur 6D tonen een voorkeursuitvoeringsvorm van het stelsel 1 volgens de uitvinding met een houder 16 voor een emmer 17.

1 0 3 1 9 00

Claims (9)

1. 5 1) Stelsel van een bevestigingsinrichting en één of meer sanitair accessoires en/of één of meer hulpmiddelen, welke bevestigingsinrichting is ingericht voor montage aan één of meer kraanaansluitingen in een wand, met het kenmerk, dat de bevestigingsinrichting tenminste één klemdeel (5) omvat bestemd voor klemming nabij de wand (2) middels tenminste één afwegingselement (4-1 ,..4-n) voor de één of meer kraanaansluitingen (8-10 1,..8-n).
2. 2. Stelsel volgens conclusies 1, waarin het klemdeel (5) is bestemd voor klemming tussen de wand (2) en het afwegingselement (4-1 ,..4-n) voor de één of meer kraanaansluitingen (8-1,.. 8-n). 15
3. 3. Stelsel volgens conclusies 1 en 2, waarin het klemdeel (5) tenminste één uitsparing (9-1 ,..,9-n) omvat voor de althans gedeeltelijke opname van tenminste één kraanaansluiting (8-1,..8-n). 20 4) Stelsel volgens conclusie 1 tot en met 3, waarin het klemdeel (5) in hoofdzaak plaatvormig is.
4. 5. Stelsel volgens conclusie 1 tot en met 4, waarin één of meer afwegingselementen (4-1,..4-n) voor een kraanaansluiting (8-1 ,..8-n) tevens onderdeel vormen van het stelsel 25 (1).
5. 6. Stelsel volgens conclusie 3 tot en met 5, waarin het afwegingselement (4-1 ,..4-n) een verjonging (10) omvat voor samenwerking met de uitsparing (9-1,...9-n) in het klemdeel (5) voor de althans gedeeltelijke opname van een kraanaansluiting (8-1,..8-n). 30
6. 7. Stelsel volgens conclusie 1 tot en met 6, waarin het afwegingselement (4-1 ,..4-n) uit tenminste twee samenwerkende delen (4-n-1,4-n-2) bestaat die ingericht zijn voor tussenplaatsing van het klemdeel (5). 35 8) Stelsel volgens conclusie 1 tot en met 7, waarin het afwegingselement (4-1,..4-n) een rozet is. 1031900
7. 9. Stelsel volgens conclusie 1 tot en met 8, waarin het hulpmiddel een steunelement (11,15) voor een persoon omvat.
8. 10. Stelsel volgens conclusie 1 tot en met 8, waarin het hulpmiddel een steunelement 5 voor een object (16) omvat.
9. 11. Stelsel volgens conclusie 1 tot en met 8, waarin de sanitair accessoire (6) een houder voor gebruiksartikelen omvat. 10 12) Stelsel volgens conclusie 1 tot en met 11, waarin de kraanaansluitingen (8-1 ,..8-n) bestemd zijn voor aansluiting van een mengkraan (3). 1031900