NL1031411C2 - Tapinrichting. - Google Patents

Description

!

Titel: Tapinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een tapinrichting. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een tapinrichting voor gashoudende, in het bijzonder CO2 houdende drank.

Uit de praktijk zijn tapinrichtingen bekend voor koolzuurhoudende 5 drank zoals frisdrank en in het bijzonder bier, waarbij een tap is voorzien, vast opgesteld op een bar of dergelijke tapkast. Een container zoals een biervat of kelderbierinstallatie is voorzien op afstand van de tap en is daarmee verbonden door een vaste bierleiding die met behulp van een tapkop met de container kan worden verbonden.

10 Uit EP 1 289 874 is een tapinrichting bekend welke een koelkast omvat waarboven een tapblad is aangebracht. Op het tapblad is een holle tap zuil aangebracht die aan de onderzijde uitmondt in de koelkast. Aan het boveneinde van de tapzuil is een bedieningsinrichting aangebracht. In de koelkast kan een vat worden geplaatst waarin een drank zoals bier of 4 15 frisdrank is opgeslagen. Het vat is bijvoorbeeld voorzien van een tapstang met een klepsamenstel waarop aan drukelement is aangebracht dat met behulp van een handle-tapkop of speciale drukinrichting tegen het klepsamenstel kan worden gedrukt, voor het openen van het klepsamenstel. Een gastoevoerleiding is aangesloten op de handle-tapkop of de 20 drukinrichting voor het in het vat voeren van drukgas. Aan het drukelement is een slang aangesloten. De slang is enigszins flexibel, zodat deze vanuit de koelkast in de holle tapzuil kan worden gestoken. Aan het van het drukelement afgekeerde einde van de slang is een kleplichaam aangebracht dat kan samenwerken met de bedieningsinrichting, voor het openen en 25 sluiten van de doorgang van de slang.

Deze bekende tapinrichting is voordelig voor bijvoorbeeld kleine en middelgrote uitgiftepunten van drank.

10 3 14 11 2

De uitvinding beoogt een tapinrichting te verschaffen die eenvoudig is in gebruik en constructie.

De uitvinding beoogt voorts een. tapinrichting te verschaffen die relatief goedkoop te vervaardigen is.

5 Een verder doel van de uitvinding is een tapinrichting te verschaffen die eenvoudig is te verplaatsen, te transporteren en op te slaan.

In een eerste aspect van de uitvinding wordt een tapinrichting gekenmerkt doordat een koelkast is voorzien waarop een tapzuil is geplaatst, welke tapzuil losneembaar op de koelkast is bevestigd, welke 10 tapzuil zodanige afmetingen heeft dat deze in de koelkast opneembaar is.

De tapzuil is voorzien van een ondereinde dat opneembaar is in een opening in een op de koelkast bevestigd tapblad. Genoemde opening overdekt daarbij ten minste grotendeels een doorgang in de bovenzijde van de koelkast. Het tapblad is bij voorkeur ten minste grotendeels vervaardigd door spuitgieten. 15 In een tweede aspect van de uitvinding is onder de koelkast een rolmodule voorzien met ten minste twee en bij voorkeur vier wielen, 9 waarvan twee zwenkbaar kunnen zijn uitgevoerd. Bij voorkeur is ten minste een der wielen geremd of voorzien van remmiddelen, zodat de tapinrichting kan worden afgeremd maar eenvoudig kan worden verplaatst. Genoemde 20 module is bij voorkeur grotendeels door spuitgieten vervaardigd.

In een derde aspect is de koelkast uitgevoerd als een standaard koelkast met condensor of andere bekende koelinrichting. Een tapblad is voorzien op de bovenzijde van de koelkast, welk tapblad is voorzien van een uitstulping aan de onderzijde die zich in een binnenruimte van de koelkast 25 uitstrekt. In of bij de uitstulping is ten minste één ruimte voorzien waarin een blazende ventilator is opgenomen voor het in de tapzuil blazen van in de binnenruimte van de koelkast gekoelde ruimte of een zuigende ventilator voor het uit de tapzuil zuigen van daardoorheen gevoerde, in de binnenruimte van de koelkast gekoelde lucht. Bij voorkeur is zowel een 30 blazende als een zuigende ventilator voorzien. De tapzuil is daarbij voorzien Λ 3 van twee kanalen, onderling verbonden nabij een boveneinde van de tapzuil, zodat lucht vanuit de binnenruimte van de koelkast door de tapzuil kan circuleren, langs de zich door een van de kanalen uitstrekkende drankleiding.

5 In een tapinrichting volgens de uitvinding is bij voorkeur een disposable drankleiding voorzien die via een druklichaam een container in de binnenruimte verbindt met een bedieningsinrichting bovenaan de tapzuil. De leiding is daartoe bij voorkeur voorzien van een in of aan de leiding bevestigde afsluiter zoals een bidon afsluiter die kan samenwerken 10 met de bedieningsinrichting.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm is in de container een drukregelinrichting voorzien waarmee automatisch de druk in de container wordt geregeld. Een dergelijke drukregelinrichting biedt het voordeel dat geen externe gasflessen, drukpompen of dergelijke voorzien hoeven te 15 worden, noch drukregelventielen, kleppen en dergelijke. Tijdens gebruik hoeft het vat slechts in de koelkast geplaatst te worden, waarna de drankleiding door de tapzuil wordt gevoerd en wordt gekoppeld met de bedieningsinrichting. Overigens is uiteraard ook mogelijk op bekende wijze een drukgas in het vat te voeren, vanuit een gasfles of dergelijke. Bovendien 20 kan in plaats van de afsluiter ook een slangkraan worden gevormd door de drankleiding die samenwerkt met de bedieningsinrichting, voor het afknijpen van de drankleiding.

In een voordelige uitvoeringsvorm is in de koelkast een opstelplaats voorzien voor een gasfles, in het bijzonder een CO2 fles.

25 Daardoor wordt het voordeel bereikt dat de volledige aansluiting binnen de koelkast kan geschieden, geen uitstekende delen worden verkregen, de gasfles goed is beschermd en bovendien de mobiliteit van de inrichting verder wordt verbeterd.

De tapzuil van een tapinrichting volgens de uitvinding is bij 30 voorkeur grotendeels opgebouwd uit ten minste een tweetal eerste 4 schaaldelen die tegen elkaar worden vastgezet onder vorming daarin van ten minste twee kanalen naast elkaar en/of om elkaar heen, waarvan er ten minste één aan de onderzijde uitmondt in een inlaatopening voor een ten minste gedeeltelijk flexibele drankleiding en het andere in een in- en/of 5 uitlaat voor gekoelde lucht of ander koelmedium, waarbij de beide kanalen nabij een boveneinde van de tapzuil onderling zijn verbonden. Om de beide schaaldelen zijn bij voorkeur ten minste twee tweede schaaldelen voorzien die onderling verbonden zijn. Tussen de eerste en tweede schaaldelen is bij voorkeur een vulmiddel aangebracht dat de ruimte tussen de eerste en 10 tweede schaaldelen hoofdzakelijk vult. Daardoor wordt enerzijds een goede isolatie verkregen, met name als bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van isolerend schuim, terwijl anderzijds een bijzonder stijve tapzuil wordt verkregen die toch eenvoudig in opbouw en relatief licht is.

De tapzuil heeft bij voorkeur een voet die in een insteekrichting in 15 een opening in een tapblad van de tapinrichting kan worden gestoken, waarbij de voet is voorzien van een profilering die zodanig is gekozen dat opsluitmiddelen door of onder het tapblad en in de voet kunnen worden gestoken, in een richting die een hoek insluit met de insteekrichting, zodanig dat de tapzuil daardoor in de opening wordt opgesloten. Daardoor 20 wordt een bijzonder voordelige en robuuste opsluiting verkregen. De opsluitmiddelen zijn bij voorkeur enigszins kegvormig, zodat deze eenvoudig kunnen worden aangetrokken voor het verkrijgen van een optimale opsluiting.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvormen 25 daarvan nader worden besproken aan de hand van de tekening. Daarin toont: fig. 1 in uiteengenomen toestand en samengestelde toestand een modulair opgebouwde tapinrichting volgens de uitvinding; fig. 2 in boven-, voor- en zijaanzicht een tapinrichting volgens fig. 1; 5 fig. 3 in perspectivisch aanzicht een boven- en onderaanzicht van een rolmodule; fig. 4 in uiteengenomen toestand een rolmodule volgens fig. 3; fig. 5 in gedeeltelijk uiteengenomen toestand een koelkast voor een 5 tapinrichting volgens fig. 1 en 2; fig. 6 in uiteengenomen toestand een tapblad van een tapinrichting volgens de uitvinding; fig. 7 in perspectivisch boven- en onderaanzicht een tapblad volgens de uitvinding, in samengestelde toestand; 10 fig. 8 enigszins uitvergroot de opening met aansluiting voor de tapzuil van een tapblad volgens fig. 6 en 7; fig. 9 in gedeeltelijk uiteengenomen toestand een tapzuil volgens de uitvinding; fig. 10 in voor-, onder- en zijaanzicht een tapzuil volgens fig. 9; 15 fig. 11 een container met een drankleiding voor toepassing in een tapinrichting volgens de uitvinding, in een eerste uitvoeringsvorm; en fig. 12 een container met een drankleiding voor toepassing in een tapinrichting volgens de uitvinding, in een tweede uitvoeringsvorm.

In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen 20 gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. De getoonde uitvoeringsvoorbeelden zijn slechts ter illustratie getoond en dienen geenszins beperkend te worden uitgelegd.

In de beschrijving en tekeningen zijn uitvoeringsvormen getoond en beschreven voor gebruik voor koolzuurhoudende drank, in het bijzonder 25 bier. Het zal evenwel duidelijk zijn dat eenzelfde of vergelijkbare tapinrichting ook voor andere dranken kan worden gebruikt.

In fig. 1 en 2 is een modulaire tapinrichting 1 getoond, in gedeeltelijk uiteengenomen toestand en in samengestelde toestand, waarbij de hoofdcomponenten zijn weergegeven. Deze tapinrichting 1 omvat een 30 koelkast 2 met daaronder een rolmodule 3 en daarboven een tapblad 4 en 6 een tapzuil 5. In de volgende figuren zullen deze delen nader worden beschreven.

Fig. 3 toont in perspectivisch aanzicht een rolmodule 3 volgens de uitvinding, in samengestelde toestand. Fig. 4 toont eenzelfde rolmodule 3 in 5 uiteengenomen toestand. Deze rolmodule 3 omvat een lijf 6, bij voorkeur vervaardigd door spuitgieten uit kunststof, voorzien van een in hoofdzaak gesloten bovenvlak 7 en een ribstructuur 8 aan de onderzijde, voor hoge stijfheid bij laag gewicht. Eventueel kan nog een verstijvingsprofiel 8A zijn voorzien, bijvoorbeeld uit metaal. Twee voorste zwenkwielen 9 zijn aan de 10 onderzijde bevestigd, in bovenaanzicht gezien binnen een stootrand 10, terwijl twee achterwielen 11 nabij een rand van het lijf 6 zijn geplaatst. Bij ten minste een van de achterwielen 11 is een rem 12 voorzien die door een gebruiker bijvoorbeeld met de voet kan worden geactiveerd. Als rem 12 is bijvoorbeeld een remblok 13 voorzien dat naast het achterwiel 11 tegen een 15 as kan worden gedrukt en daar vanafkan worden bewogen, met behulp van een pedaal 15. Een geschikte uitvoering van een dergelijke rem zal door een ' vakman eenvoudig kunnen worden gekozen. Aan de voorzijde van het lijf 6 is langs de stootrand 10 een bumperprofiel 14 vastgezet, ter bescherming * van het lijf 6 in het bijzonder en de tapinrichting 1 in het algemeen. Het lijf 20 6 is voorzien van bevestigingselementen (niet getoond) en/of openingen 16 waardoorheen bijvoorbeeld schroeven of bouten kunnen worden gestoken voor bevestiging van de rolmodule 3 tegen een onderzijde van de koelkast 2.

Het lijf 6 heeft een voorste verhoging 17 en een achterste verhoging 18, waarop de koelkast 2 kan worden gedragen. Daardoor is tussen de 25 verhogingen onder de koelkast een doorgang 19 verkregen waardoor de rolmodule minder volumineus oogt, lucht onder de koelkast kan stromen, bijvoorbeeld tot onder een compressor en/of condensor en/of een condensafvoer van de koelkast en extra stijfheid wordt verkregen.

In fig. 5 is in gedeeltelijk uiteengenomen toestand en in 30 samengestelde toestand een koelkast 2 volgens de uitvinding getoond, 7 omvattende een kast 20, een achterpaneel 21 met bovenin een luchtrooster 22, twee zijpanelen 23 (in bevestigde toestand getoond) en een deur 24 die via scharnieren 25, 26 met de kast 20 kan worden verbonden. De zijpanelen 23 en/of het achterpaneel 22 en/of de deur 24 zijn bij voorkeur uit metaal 5 en/of kunststof vervaardigd en voorzien van een thermisch isolerende laag, bijvoorbeeld schuim. Bij de zijpanelen 23 is een isolerende laag voorzien tussen het betreffende zijpaneel 23 en de betreffende zijkant 27 van de kast 20. Zoals duidelijk blijkt uit fig. 5 kunnen bevestigingsmiddelen D zoals schroeven of draadeinden of dergelijke in of door de bovenzijde 28 en de 10 onderzijde 29 van de kast worden aangebracht voor bevestiging van de rolmodule 3, als aangegeven, en/of het tapblad 4 met tapzuil 5. De deur is aan de bovenzijde, nabij een van de scharnieren 25, 26 afgekeerde zijde voorzien van een pen 30 die kan samenwerken met een sluitinrichting 31 in het tapblad 4, zoals nog nader zal worden toegelicht.

15 Zoals blijkt uit fig. 5 is in de bovenzijde 28 van de kast 20 een eerste opening 32 voorzien die de binnenruimte 33 van de kast 20 verbindt met de omgeving. Op het doel hiervan wordt nog nader teruggekomen. De koelkast 2 is verder voorzien van gebruikelijke koelmiddelen, zoals compressor, condensor en leidingen (niet getoond) voor het koelen van de 20 binnenruimte 33 van de koelkast 2. Door deze modulaire opbouw van de koelkast wordt het voordeel bereikt dat een in wezen standaard koelkast kan worden toegepast. Het achterpaneel 22, de zijpanelen 23 en de deur 24 kunnen steeds aan het gewenste gebruik worden aangepast, bijvoorbeeld door bedrukking, stickers, (plak)folie of dergelijke met daarop bijvoorbeeld 25 branding, kleurstelling, logo's, figuren en dergelijke onderscheidingsmiddelen. Uiteraard kunnen de panelen 22, 23 en/of de deur 24 ook apart worden vervaardigd, bijvoorbeeld in een bijzondere uitvoering, waarbij bijvoorbeeld ook reliëfs kunnen worden toegepast, verlichting kan worden opgenomen en dergelijke bijzondere uiterlijke verfraaiingen. De 30 panelen kunnen aan de kast 20 worden vastgezet maar kunnen ook worden 8 opgesloten tijdens assemblage van de rolmodule en het hierna te bespreken tapblad. Daartoe zijn de panelen 22, 23 voorzien van omgezette randen 34.

Fig. 6 toont in uiteengenomen toestand een tapblad 4 volgens de uitvinding, terwijl fig. 7 hetzelfde tapblad 4 in geassembleerde toestand 5 toont. Het tapblad 4 omvat een onderblad 35 en een bovenblad 36, beide bij voorkeur vervaardigd door spuitgieten, compression moulding of dergelijke matrijsvormende techniek, bij voorkeur uit kunststof.

Voorts omvat het tapblad 4 een aansluitkast 37 waarin een tweetal ventilatoren 38, 39 is opgenomen, alsmede een pijpvormend tussenschot 40. 10 De aansluitkast omvat in een bodemwand 41 een gebogen pijpvormend deel 42 dat samen met het tussenschot 40 een gebogen invoerbuis 43 vormt die enerzijds uitmondt (in gemonteerde toestand van de tap inrichting) in de binnenruimte 33 van de koelkast 2 en anderzijds in een opening 44 in het tapblad 4. Aan een eerste zijde van het pijpvormend deel is in de 15 bodemwand 41 een opening 45 voorzien voor toevoer van lucht naar een eerste ventilator 38, terwijl aan de tegenovergelegen zijde een opening 46 is voorzien voor afvoer van lucht via de tweede ventilator 39. Het tussenschot 40 is daarbij zodanig gevormd dat lucht van de eerste ventilator 38 in de invoerbuis 43 kan worden geblazen, in de richting van de opening 44 in het 20 tapblad 4. Met behulp van de andere ventilator 39 kan tijdens gebruik lucht uit de opening 44 in het tapblad, althans een daarop aangebrachte tapzuil 5 worden gezogen, zoals nog nader zal worden toegelicht. In gemonteerde toestand sluit de aansluitkast 37 in hoofdzaak luchtdicht af tegen de langsrand van de opening 44, althans de onderzijde van het onderblad.

25 In het bovenblad 36 en onderblad 35 is telkens een opening 44 aangebracht, welke bij samengesteld tapblad een bevestigingsopening 47 vormen voor insteken van een voet 48 van de tapzuil 5. Ribben 49 zijn voorzien in de bevestigingsopening 47, welke zich uitstrekken in de insteekrichting Z, voor geleiding en positionering van de voet 48. Vanaf de 30 achterzijde van het tapblad 4 is een tweetal openingen voorzien waarin de 9 tanden 50 van een U-vormig opsluitmiddel 51 kunnen worden gestoken. Deze tanden zijn enigszins wigvormig. Het verbindingsstuk 52 tussen de tanden is voorzien van een gat 53 waardoorheen een bout of dergelijk spanmiddel kan worden gestoken, waarmee de tanden 50 in de openingen 5 kunnen worden gedwongen, in het bijzonder getrokken. In de voet 48 (fig. 9) is aan twee tegenover elkaar gelegen zijden een sleuf 54 voorzien waarin steeds een tand 50 kan worden opgenomen. De sleuven 54 zijn zodanig gevormd en geplaatst dat bij het verder insteken van de tanden 50 de voet 48 vaster in de bevestigingsopening 47wordt getrokken. Daardoor is een 10 bijzonder voordelige, eenvoudig en herhaald te gebruiken bevestiging van de tapzuil in het tapblad verkregen.

Bij plaatsing van het tapblad 4 op de koelkast 2 zal de aansluitkast 37 in de opening 32 worden gestoken, zodat deze wordt afgedicht en de openingen 44 en 45 alsmede de invoerbuis 43 uitmonden in de binnenruimte 15 33.

In de bovenzijde van het bovenblad 36 is een doordieping 55 voorzien die bijvoorkeur waterdicht is. In de doordieping 55 kan een lekbak 56 passend worden opgenomen, zodanig dat een aangrijprand 57 daarvan over een rand 58 van de doordieping 55 hangt. Onder de aangrijprand 57 is 20 in de rand 58 een uitsparing 59 voorzien zodat de lekbak 56 eenvoudig kan worden vastgegrepen en uitgenomen. De lekbak 56 is aan de bovenzijde voorzien van een legrand 61 waarop een rooster of plaat 62 met openingen 63 kan worden gelegd. Een dergelijk tapblad heeft het voordeel dat de lekbak 56 in zijn geheel eenvoudig kan worden opgenomen en leeggegooid, 25 waardoor vervuiling van de tapinrichting 1 in het algemeen en van het tapblad 4 in het bijzonder eenvoudig kan worden verhinderd. Schoonmaken is daardoor bovendien gemakkelijk.

Tussen het bovenblad 36 en het onderblad 35, althans in het tapblad 4 is aan een voorzijde genoemde sluitinrichting 31 aangebracht.

30 Deze omvat een door een veer 64 in een opsluitrichting L voorgespannen 10 haak 65 die in geassembleerde toestand kan haken achter de pen 30, voor het gesloten houden van de deur 24. Een schuifelement 66 is schuifbaar in de richting L en tegengesteld daaraan verschuifbaar binnen een randprofiel 68 van het onderblad. 37. Daarmee kan de haak 65 tegen de richting L in 5 worden bewogen voor het openen, althans vrijgeven van de deur 24. Door deze constructie is een bijzonder voordelig sluitmechanisme verkregen dat nagenoeg volledig in het tapblad 2 kan worden opgenomen. Daardoor is vervaardiging van de koelkast verder vereenvoudigd en dus minder kostbaar gemaakt. Duurdere assemblage handelingen kunnen dan 10 bijvoorbeeld worden uitgevoerd op een plaats op afstand van de fabricage van de ijskast.

Zoals blijkt uit met name hg. 7 is de langsrand van het tapblad aan de onderzijde enigszins ingesprongen aan ten minste een deel van de voorzijde en de beide langszijden. Daarbij is in het bovenblad een 15 ondersnijding 69 voorzien, zodanig dat in geassembleerde toestand accessoires 70 kunnen worden gehaakt, zoals schematisch getoond in fig. 2. Daartoe is het accessoire bijvoorbeeld voorzien van een omhoog staande rand die in de ondersnijding kan worden gestoken. De accessoire rust dan verder op het onderblad en/of de bovenzijde 28 van de kast 20. Dit leidt tot 20 een aangenaam uiterlijk, zowel met als zonder accessoire, biedt eenvoudige plaatsingsmogelijkheden en bij weggenomen accessoire zijn geen montageiniddelen zichtbaar. Aan allerlei accessoires kan worden gedacht, bijvoorbeeld (maar niet beperkt tot) een parasol, een tafeltje of dergelijk aflegvlak, glashouder, een afvalbak, een gereedschapsrek, een koelbak en 25 dergelijke.

Fig. 8 toont enigszins uitvergroot de aansluiting van de aansluitkast 37 op het onderblad 35. Duidelijk zichtbaar is dat de invoerbuis 43 uitmondt in de bevestigingsopening 47. Daarnaast is een doorgang 71 voorzien die de aansluitkast 37 verbindt met de 30 bevestigingsopening 47, gescheiden van de invoerbuis 43.

11

Fig. 9 toont in gedeeltelijk uiteengenomen toestand een tapzuil 5 volgens de uitvinding, die in fig. 10 in verschillende aanzichten geassembleerd is getoond. De tapzuil 5 omvat twee eerste schaaldelen 72, 73 die in hoofdzaak spiegelsymmetrisch zijn langs een middenlangsvlak 74, 5 schematisch weergegeven in fig. 10. De schaaldelen zijn met behulp van klikmiddelen 75, zoals klikvingers en daarbij passende openingen, met elkaar verbonden onder vorming van een binnenbuis 78 met twee kanalen 76, 77. Elk schaaldeel 72, 73 omvat de helft van een eerste kanaal 76 en een naastgelegen tweede kanaal 77. Deze kanalen 76, 77 zijn onderling 10 verbonden binnen de binnenbuis 78, nabij een bovengelegen eerste einde 79. Het eerste einde 79 wordt gevormd door een krans 80 met een opening 81 die in verbinding staat met de kanalen 76, 77. Aan de onderzijde vormen de twee kanalen 76, 77 aansluitstompen die passen op respectievelijk de invoerbuis 43 en de doorgang 71. De tapzuil 5 omvat voorts twee tweede 15 schaaldelen 82, 83, onderling koppelbaar met behulp van klikvingers 84 die achter een rand 85 kunnen vastklemmen. De beide tweede schaaldelen 82, 83 kunnen de binnenhuis 78 omgeven. Een tijdens gebruik voorste tweede schaaldeel 82 is voorzien van een halsvormige opening 86 waarin vanaf de achterzijde de krans 80 kan worden geschoven. Vanaf de voorzijde kan een 20 schroefring 87A in de opening 86 worden vastgezet met behulp van een sluitring 87B. Een tapkraan 88, bijvoorbeeld bekend uit EP 1 289 874 van aanvraagster, kan in de schroefring 87 worden geschroefd, ter bevestiging. De tapkraan kan worden opengeklapt voor het inleggen van een in een drankleiding 101 opgenomen klep 99, zoals bekend uit EP 1284918 en 25 WO01/92142, welke klep door de tapkraan kan worden geopend en gesloten.

De leiding strekt zich tijdens gebruik bij voorkeur uit tot aan of voorbij het einde van een tuit 89 van de tapkraan 88, waardoor contact tussen de drank en de taprinrichting, in het bijzonder de tapzuil 5 wordt verhinderd. De noodzaak tot reiniging is daarmee geminimaliseerd.

12

Het tweede tweede schaaldeel 83 is aan de boven-achterzijde voorzien van een aansluitpunt 91A waarop een schild 91, bijvoorbeeld een lenshouder met een lens 93 kan worden vastgezet. Hierop of hierin kan bijvoorbeeld een merk worden afgebeeld, in woord en/of logo, of een andere 5 (reclame) uiting. Ook kan hierin bijvoorbeeld verlichting worden op genomen.

De beide tweede schaaldelen zijn aan de onder-buitenzijde voorzien van ribben 92 die zich in de insteekrichting Z uitstrekken. Duidelijk zichtbaar zijn de groeven of sleuven 54 in de voet 48, waarin de tanden 50 10 kunnen worden gestoken nadat de voet 48 in de bevestigingsopening 47 is gestoken. De sleuven lopen bij voorkeur in de richting van de voorzijde 100 van de tapzuil 5 enigszins toe en hebben een hoofdrichting ongeveer haaks op de insteekrichting Z. De ribben 92 op de voet 48 en de ribben 49 in de opening 47 passen bij voorkeur glijdend tussen elkaar, zodat extra stabiliteit 15 wordt verkregen.

Nadat de eerste en tweede schaaldelen op genoemde wijze aan elkaar zijn vastgezet wordt bij voorkeur de ruimte tussen de binnenbuis 78 en de tweede schaaldelen 82, 83 volgeschuimd, zodat de schaaldelen nog beter worden verbonden, een isolatiemantel wordt verkregen en bovendien 20 de stijfheid van de tapzuil aanmerkelijk wordt verhoogd, bij een relatief laag gewicht. Uiteraard kunnen ook andere verstijvingmiddelen zoals ribben of dergelijke worden toegepast.

In fig. 11 is een eerste uitvoeringsvorm van een container 94 getoond, in gedeeltelijke doorsnede, voor toepassing bij een tapinrichting 25 volgens de uitvinding. Deze container heeft in een bovenvlak 95 een klep 96 of andere afsluiter, waarop een aansluitelement 97 is aangebracht. Dit aansluitelement sluit aan op een kraag 98 rond de klep 96. Een in hoofdzaak flexibele slang 101 is als drankleiding aan het aansluitelement bevestigd, zodat wanneer de klep 96 met het aansluitelement is 30 opengedrukt drank vanuit de binnenruimte van de container 94 via een 13 stijgbuis 105 en door de drankleiding kan stromen naar de klep 99 nabij het tegenovergelegen einde van de leiding. Tijdens gebruik kan deze klep 99 als aangegeven door de tapkraan 88 worden geopend voor het laten uitstromen van de drank. De leiding 101 kan vanuit de binnenruimte 33 van de 5 koelkast 2 door de invoerpijp 43 in het eerste kanaal 76 worden gestoken en worden doorgeschoven tot in de tapkraan 88, voor koppeling met een bedieningsmechanisme in de tapkraan 88. Overigens kan ook van de klep 99 worden afgezien indien de tapkraan is uitgevoerd met een mechanisme om de bierleiding open en dicht te knijpen. In een dergelijke uitvoering wordt 10 eerst de slang 101 in de tapkraan 88 gelegd en dichtgeknepen en vervolgens de klep 96 opengedrukt. Ook andere middelen voor openen en sluiten van de doorgang van de tapkraan en/of drankleiding 101 kunnen worden toegepast. Met de ventilator 38 kan via de invoerpijp 43 in de binnenruimte 33 gekoelde lucht door het eerste kanaal 76 worden gedwongen, langs de 15 drankleiding 101, welke lucht via het tweede kanaal 77 kan worden afgezogen, terug de binnenruimte 33 in, met behulp van de tweede ’ ventilator 39. Daardoor wordt een continue koeling van de drankleiding verkregen, met minimaal energieverlies, tot bij de tapkraan 88.

In de container 94 is een drukregeleenheid 102 opgenomen 20 waarmee automatisch gas zoals C02 wordt afgegeven wanneer de druk in de container onder een vooringestelde druk daalt, zodat steeds een gewenste regeldruk kan worden geregeld en behouden. Bijvoorbeeld een equilibriumdruk van C02 in de drank. Bij openen van de drankleiding, althans de tapkraan 88 zal drank uit de container worden verdrongen, 25 waardoor de druk in de container afneemt. De drukregeleenheid zal dan de druk terug op het gewenste niveau brenegn. Dergelijke drukregeleenheden zijn op zichzelf bekend, bijvoorbeeld uit EP 1064221 of US 5368207. Toepassing daarvan in een tapinrichting volgens de uitvinding is bijzonder voordelig omdat daardoor de inrichting aanmerkelijk mobieler en 30 eenvoudiger in gebruik wordt.

14

In een alternatieve uitvoeringsvorm is in fig. 12 een container 94 volgens de uitvinding getoond, waarbij op gebruikelijk wijze gas in de container wordt gevoerd en drank wordt afgevoerd. Daarbij wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een adapter en aansluitkop zoals bekend uit 5 NL 1017742 of NL 1016687. Bij een dergelijke uitvoering wordt bij voorkeur een gasfles 104 opgenomen in de binnenruimte 33 van de koelkast 2. In de koelkast 2 is, zoals getoond in fig. 5, een blad 103 aangebracht waarop de gasfles kan worden geplaatst. Uiteraard kan ook een gasfles buiten de koelkast worden toegepast of een pomp, indien bijvoorbeeld lucht of vloeistof 10 wordt toegepast voor het verdringen van de drank uit de container.

Laatstgenoemde middelen zijn met name geschikt bij gebruik van een bag-in-container type container.

Bij de getoonde uitvoeringsvormen van de container 94 is bij voorkeur de slang 101 met de klep 99, indien aanwezig, disposable. De 15 tapzuil 5 heeft bij voorkeur zodanige afmetingen dat deze in de binnenruimte van de koelkast 2 kan worden opgenomen bij transport en opslag van de tapinrichting, hetgeen aanmerkelijke kosten bespaart en bovendien de tapzuil beschermt.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de uitvoeringsvormen zoals 20 beschreven en getoond. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.

'Zo kunnen andere constructies worden toegepast voor bijvoorbeeld de koelkast, kan de tapzuil 5 op andere wijze worden opgebouwd, bijvoorbeeld zoals beschreven in EP 1289874 en kan de rolmodule worden 25 weggelaten. De koelkast 2 kan op andere wijze worden afgewerkt, evenals de tapzuil. Het eerste en tweede kanaal kunnen elkaar geheel of gedeeltelijk omgeven, bijvoorbeeld concentrisch zijn geplaatst of er kan één kanaal zijn voorzien met middelen zoals schotten voor het verkrijgen van circulatie van de gekoelde lucht. In plaats van twee ventilatoren kan ook 30 gebruik worden gemaakt van slechts één ventilator. Ook kunnen andere 15 pomp- of blaasmiddelen voor het verpompen van koelmedium worden toegepast, zoals pompen, blowers en dergelijke. Deze en andere wijzigingen kunnen worden doorgevoerd zonder buiten het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.

5 10 3 14 11

Claims (16)

1. Tapinrichting, voorzien van een kast met daarop een tapblad, waarbij een tapzuil losneembaar is bevestigd op het tapblad en de kast is uitgevoerd als koelkast, welke koelkast is voorzien van een opening in de bovenzijde waardoorheen een aansluitkast van het tapblad is gestoken en 5 waarbij de tapzuil boven genoemde aansluitkast is aangebracht, waarbij de tapzuil ten minste een doorgang omvat tussen de aansluitkast en een tapkraan nabij een boveneinde van de tapzuil, een en ander zodanig dat vanuit een binnenruimte van de koelkast een tapleiding door de aansluitkast in genoemde doorgang kan worden gestoken en met de 10 tapkraan functioneel kan worden gekoppeld.

2. Tapinrichting volgens conclusie 1, waarbij ten minste één pomp- of blaasmiddel zoals een ventilator in de aansluitkast is opgenomen.

3. Tapinrichting volgens conclusie 2, waarbij ten minste twee ventilatoren in de aansluitkast zijn op genomen, waarbij een der 15 ventilatoren een blazende ventilator is en de andere van de twee ventilatoren een zuigende ventilator is.

4. Tapinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de aansluitkast is bevestigd aan het tapblad, zodanig dat deze tezamen met het tapblad wegneembaar is van en plaatsbaar is op de koelkast.

5. Tapinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de tapzuil in losgenomen toestand past binnen een binnenruimte van de koelkast.

6. Tapinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de koelkast is voorzien van een deur met een vergrendel element zoals een pen, 25 waarbij in het tapblad een sluitinrichting is voorzien die in een sluitstand is voorgespannen en waarin het vergrendel element aangrijpt voor het 103 14 11 gesloten houden van de deur, welke sluitinrichting uit de sluitstand beweegbaar is voor het vrijgeven van de deur.

7. Tapinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de tapzuil is voorzien van een voet die in een insteekrichting in een opening in 5 een tapblad van de tapinrichting kan worden gestoken, waarbij de voet is voorzien van een profilering die zodanig is gekozen dat opsluitmiddelen door of onder het tapblad en in de voet kunnen worden gestoken, in een richting die een hoek insluit met de insteekrichting, zodanig dat de tapzuil daardoor in de opening wordt opgesloten.

8. Tapinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de tapzuil ten minste een tweetal eerste schaaldelen omvat die tegen elkaar zijn vastgezet onder vorming daarin van ten minste twee kanalen naast elkaar en/of om elkaar heen, waarvan er ten minste één aan de onderzijde uitmondt in een inlaatopening voor een ten minste gedeeltelijk flexibele 15 drankleiding en het andere in een in- en/of uitlaat voor gekoelde lucht of ander koelmedium, waarbij de beide kanalen nabij een boveneinde van de 5 tapzuil onderling zijn verbonden.

9. Tapinrichting volgens conclusie 8, waarbij twee tweede schaaldelen de eerste schaaldelen omgeven en de ruimte tussen de eerste en tweede 20 schaaldelen ten minste gedeeltelijk en bij voorkeur in hoofdzaak geheel is op gevuld met een isolerend middel zoals schuim.

10. Tapinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een rolmodule is voorzien onder de koelkast, voor het verraden van de tapinrichting.

11. Tapinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij voorts een container is voorzien met daaraan verbonden een drankleiding die door de tapzuil voerbaar is, in welke container een drukregelinrichting is opgenomen waarmee tijdens gebruik in de container een stuurdruk kan worden ingesteld en in stand worden gehouden, in het bijzonder een 30 equilibriumdruk van gas, meer in het bijzonder C02 in de drank.

12. Tapinrichting volgens een der conclusies 1-11, waarbij voorts een container is voorzien met daaraan verbonden een drankleiding die door de tapzuil voerbaar is, aan welke container een drukregelinrichting is opgenomen waarmee tijdens gebruik een stuurdruk kan worden ingesteld 5 en in stand worden gehouden, in het bijzonder een equilibriumdruk van gas, meer in het bijzonder C02 in de drank, welke drukregelinrichting een gasfles, in het bijzonder een C02 fles of -patroon omvat, welke fles of patroon tezamen met de container in de binnenruimte van de koelkast is opgenomen.

13. Werkwijze voor het vervaardigen van een tapinrichting, omvattende de stappen: vervaardigen van een rolmodule; vervaardigen van een koelkast; vervaardigen van een tapblad; 15. vervaardigen van ene tapzuil; waarna de rolmodule, koelkast, tapzuil en tapblad bij elkaar worden gebracht, waarna het tapblad en de rolmodule aan de koelkast worden verbonden en de tapzuil in de koelkast wordt opgeborgen, waarna de tapinrichting naar een gebruikspositie wordt vervoerd.

14. Tapzuil, in het bijzonder voor gebruik in een tapinrichting volgens een der conclusies 1 - 12 of een werkwijze volgens conclusie 13, welke tapzuil ten minste een tweetal eerste schaaldelen omvat die tegen elkaar zijn vastgezet onder vorming daarin van ten minste twee kanalen naast elkaar en/of om elkaar heen, waarvan er ten minste één aan de onderzijde 25 uitmondt in een inlaatopening voor een ten minste gedeeltelijk flexibele drankleiding en het andere in een in- en/of uitlaat voor gekoelde lucht of ander koelmedium, waarbij de beide kanalen nabij een boveneinde van de tapzuil onderling zijn verbonden.

15. Tapzuil volgens conclusie 14, waarbij twee tweede schaaldelen de 30 eerste schaaldelen omgeven en de ruimte tussen de eerste en tweede ·» schaaldelen ten minste gedeeltelijk en bij voorkeur in hoofdzaak is opgevuld met een isolerend middel zoals schuim.

16. Tapzuil volgens conclusie 14 of .15, waarbij nabij een boveneinde middelen zijn voorzien voor bevestiging van een tapkraan en middelen voor 5 bevestiging van een schild. * 10 3 14 11