NL1031300C2 - Samenstel voor het in plantpluggen plaatsen van stekken. - Google Patents

Description

Samenstel voor het in plantpluggen plaatsen van stekken

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een samenstel voor het in plantpluggen plaatsen van stekken, omvattende een aanvoer voor stekken, een eerste 5 inrichting voor het aangrijpen van de individuele stekken en het plaatsen voor een tweede inrichting voor het ovememen van de individuele stekken van de eerste inrichting en het positioneren daarvan in een plantplug.

Een dergelijk samenstel is in de stand der techniek algemeen bekend. Daarbij worden stekken op een band toegevoerd en met behulp van grijpers die de eerste in-10 richting vormen overgebracht naar de tweede inrichting waarna deze in plantpluggen geplaatst worden. Dergelijke grijpers maken een reciprocerende beweging. Gewassen zoals stekken worden daardoor na het oppakken aan een verhoudingsgewijs grote versnelling onderworpen en bij het overgeven naar de tweede inrichting vindt een dienovereenkomstige vertraging plaats. Bij het streven naar steeds hogere doorvoercapaci-15 teiten blijft steeds minder tijd over voor het overbrengen van de stekken. Dit probleem kan opgelost worden door een groot aantal eerste inrichtingen naast elkaar aan te brengen. Echter neemt daardoor de prijs van het stelsel volgens de onderhavige uitvinding aanzienlijk toe terwijl de gewassen een aanzienlijke belasting ondergaan.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding dit nadeel te vermijden.

20 Dit nadeel wordt bij een hierboven beschreven samenstel weggenomen doordat die eerste inrichting omvat een in slechts een richting volgens een gesloten ring bewegende grijpinrichting.

Volgens de onderhavige uitvinding vindt het overzetten naar de tweede inrichting niet langer als reciprocerende beweging plaats, maar is een eerste inrichting zodanig 25 uitgevoerd volgens de uitvinding dat een continue verplaatsing verwezenlijkt wordt. Een dergelijke continue verplaatsing kan een roterende beweging omvatten waarbij voortdurend stekken vanaf de aanvoertransporteur via de eerste inrichting overgebracht worden naar de tweede inrichting. Zonder verdere bijzondere maatregelen kan een aanzienlijke vergroting van de capaciteit verkregen worden. Verdere vergroting 30 kan verwezenlijkt worden volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding indien de eerste inrichting volgens de uitvinding van aangrijp/afgeefkoppen voorzien is. Aangrijpen/afgeven kan op enige in de stand der techniek bekende wijze plaatsvinden. Volgens een bijzondere uitvoering van de uitvinding wordt een en ander met behulp 1031300 2 van grijpvingers verwezenlijkt waarbij het aangrijpen door naar elkaar toe bewegen van tegenoverliggende vingers plaatsvindt. De inrichting volgens de onderhavige uitvinding kan opgebouwd zijn uit een aantal armen waarbij elke arm voorzien is van een ten opzichte daarvan manipuleerbare grijpkop. Deze grijpkop kan voorzien zijn van 5 grijpvingers. Het is ook mogelijk al dan niet in combinatie met grijpvingers onder druk te gebruiken voor het aangrijpen van de gewassen.

Stroomopwaarts van de inrichting voor het aangrijpen van de gewassen kan een inrichting aanwezig zijn voor het verenkelen van de stekken uit een groep stekken. Een dergelijke inrichting kan bestaan uit een roterend stel armen voorzien van holtes voor 10 het doorleiden van onderdruk/overdruk voor het aangrijpen/afstoten van een stek.

De tweede inrichting, dat wil zeggen de inrichting waaraan de stekken overgegeven worden door de eerste inrichting, kan bestaan uit een band of ander bewegend middel waaraan grijpers aangebracht zijn die enerzijds de gewassen ovememen van de eerste inrichting en vervolgens de gewassen plaatsen boven de pluggen. Deze plantplug-15 gen kunnen al dan niet voorzien zijn van een vooraf vervaardigde opening. Volgens een bijzondere uitvoering van de uitvinding is een aantal eerste inrichtingen volgens de uitvinding achter elkaar aangebracht bij voorkeur boven een aanvoertransporteur. Elke inrichting is voorzien van een tweede inrichting die zich weer uitstrekt boven een afvoertransporteur op bijvoorbeeld een tray die met een groot aantal plantpluggen 20 bewogen wordt Op deze wijze kunnen de verschillende plantpluggen in een tray door opeenvolgende tweede inrichtingen successievelijk gevuld worden. Daardoor kan de bewegingssnelheid van de tray verhoudingsgewijs laag gekozen worden terwijl toch een hoog rendement van de vulhandeling verkregen wordt. Eventueel kan een sortering plaatsvinden.

25 De uitvinding heeft met name toepassing voor het hanteren van boomstekken.

Begrepen dient te worden dat ook andere stekken met de inrichting volgens de onderhavige uitvinding verplaatst kunnen worden.

Bij het uitvoeren van de roterende beweging met de eerste inrichting is het mogelijk de stekken een behandeling te laten ondergaan. Zo is het mogelijk de stekken 30 te voorzien van een groei bevorderend middel of andere behandeling. Volgens een verdere uitvoering van de uitvinding zijn sensormiddelen aanwezig die de aanwezigheid van een stek in de nabijheid van de eerste inrichting detecteren en vervolgens de eerste inrichting activeren. Dergelijke sensormiddelen kunnen een 3 lichtsluis omvatten, maar zijn bij voorkeur cameramiddelen voor het positioneren van de grijpkop met vingers. Bediening van de grijpers van de tweede inrichting kan verwezenlijkt worden door stationair daarbij aangebrachte bedieningsmiddelen.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het plaatsen van stek-5 ken in plantpluggen, omvattende het voorzien in een groep stekken, het transporteren van die stekken bij het vergroten van de onderlinge afstand daarvan, het aangrijpen van individuele stekken, het verplaatsen daarvan in een positie boven die plantpluggen en het in die plantpluggen plaatsen daarvan, waarbij het aangrijpen en verplaatsen van die individuele stekken wordt omvat, het aangrijpen van een eerste stek en het verplaatsen 10 daarvan, waarbij tijdens de veiplaatsing van die eerste stek een volgende stek aangegrepen wordt.

Verdere details van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden uit een aan de hand van de beschrijving van de in de tekening getoonde voorkeursuitvoering van de uitvinding. Daarbij toont: 15 Fig. 1 het samenstel volgens de onderhavige uitvinding;

Fig. 2 een detail van de eerste inrichting;

Fig. 3 de toevoertrechter met een deel van de hulptransporteur;

Fig. 4 de verenkelaar, en

Fig. 5 een detail van de eerste inrichting en een snij-inrichting.

20 In fig. 1 is met 1 een aanvoertransporteur voor stekken zoals boomstekken aan gegeven. Stroomopwaarts daarvan bevindt zich een hulptransporteur 12 waarmee de stekken via verenkelaar 13 op de aanvoertransporteur 1 gebracht worden. Verenkelaar 13 bevindt zich op hetzij de aanvoertransporteur 1 hetzij de hulptransporteur 12. De verenkelaar 13 is voorzien van armen 14 uitgevoerd met holte 15 om steeds één stek 25 met onderdruk aan te grijpen en met overdruk af te stoten. Indien een opeenhoping van stekken aanwezig is wordt steeds één stek met de betreffende arm 14 opgenomen en aan de andere zijde van de rol op de aanvoertransporteur gedeponeerd. Zo ontstaat een vaste afstand tussen de stekken. In plaats van de getoonde toevoerkrachten kan een triltafel/plaat gebruikt worden.

30 Met 2 is een frame aangegeven waarin een as 3 voorzien van een aantal armen 4 met aan de uiteinden aangrijp/afgeefkoppen 9 aangebracht is. De inrichting is roteerbaar volgens pijl 7 en deze rotatie wordt aangedreven met behulp van een motor 4 6. Grijpkop 9 met arm 36 is roteerbaar om arm 4 en kan eveneens ten opzichte van arm 36 draaien. Aan het eind is deze voorzien van grijpvingers 31.

Indien zich een stek onder de verticaal naar beneden gerichte aangrijp/afgeelkop 9 bevindt wordt dit waargenomen door de camera 8, welke de positie van de stek op de 5 band bepaalt. Op niet nader afgebeelde wijze worden de grijpvingers 31 van de betreffende aangrijp/afgeefkop effectief voor het aangrijpen van de betreffende stek 16. De inrichting voert gelijktijdig een roterende beweging in de richting van pijl 7 uit waardoor na een verdraaiing over ongeveer 90 graden de stek komt in de positie voor de tweede inrichting of afgeeftransporteur 24. De afgeeftransporteur 24 bestaat uit een 10 band 25 waarop zich een aantal grijpers 26 bevinden. Deze zijn met behulp van stationaire bedieningen 22 en 23 bedienbaar. Daardoor lom op eenvoudige wijze een stek 16 overgegeven worden van de eerste inrichting die in fig. 2 met 27 respectievelijk 28 respectievelijk 29 en respectievelijk 30 aangegeven is.

Tot het moment van ovememen door gripper 26 wordt de betreffende stek 16 te-15 gen de aangrijp/afgeefkop 9 gehouden door de grijpvingers 31. Op het moment dat voldoende aangrijping met behulp van grijpers 26 gewaarborgd is, worden de vingers 31 uit elkaar bewogen. Deze actie kan met behulp van besturing en kleppen geregeld worden maar eveneens is het mogelijk in het inwendige van de as 3 een dienovereenkomstig kleppen/schuifsysteem aan te brengen.

20 De grijpers van de tweede inrichting of afgeefbanden 24 strekken zich uit tot boven een afvoerband 18. Daarop kunnen trays 20 geplaatst worden waarin zich een groot aantal plantpluggen 21 bevinden. Deze kunnen al dan niet van openingen voorzien zijn. Door bediening van grippen 22 kan een stek losgelaten worden waardoor deze precies in de juiste positie in de betreffende opening in de betreffende plantplug 25 valt. Eventueel is het mogelijk het gewas op positief gestuurde wijze in de plantplug te steken.

Door het uitvoeren van de roterende beweging volgens pijl 7 kan een bijzondere hoge capaciteit van de draaiende as voorzien van armen 4 met aangrijp/afgeefkoppen, respectievelijk de eerste inrichting, verkregen worden.

30 Bovendien is het bij gelijke opstelling van het hier getoonde samenstel mogelijk verdere behandelingen uit te voeren. Daartoe dienen de armen 4 in de richting volgens pijl 7 bewogen te worden. Daardoor komt ruimte vrij voor het plaatsen van een aantal stations zoals een station voor het opbrengen van een (wortel) groei bevorderend 5 middel op de stekken. De capaciteit van de inrichting verder vergroot worden door het achter elkaar plaatsen van een aantal eerste inrichtingen.

De roterende beweging volgens de onderhavige uitvinding bestaat een dode tijd zoals in de stand der techniek bekend is bij reciprocerend werkende inrichtingen. Bo-5 vendien kunnen verschillende soorten gewassen met de inrichting behandeld worden zonder dat bijzondere nastelwerkzaamheden noodzakelijk zijn.

De tweede inrichting of afgeefband 24 draait in de richting van pijl 32. Stroomafwaarts van positioneringsplaats van de stekken is een snijinrichting 34 aanwezig met snijkanten 35, 36. Bovendien is de snijinrichting heen en weer 10 beweegbaar in de richting van pijl 37. Daarmee is het mogelijk de stekken alle tot dezelfde lengte af te korten.

Begrepen zal worden dat langs band 24 verdere stations aangebracht kunnen worden.

Na het bovenstaande zullen bij degenen bekwaam in de stand der techniek dade-15 lijk varianten opkomen die liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies. Bovendien dient begrepen te worden dat uitdrukkelijk rechten gevraagd worden voor uitvoeringen die uitsluitend door de volgconclusies beschermd worden, dat wil zeggen zonder combinatie met de hoofdconclusie.

1031300

Claims (10)

1. 2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij die eerste inrichting omvat een frame (2) met een om een hartlijn roteerbaar aangebrachte aangrijp/afgeefkop (9).
2. 3. Samenstel volgaas conclusie 2, waarbij die aangrijp/afgeefkop (9) omvat een aantal in de draairichting op elkaar volgende aangrijp/afgeefkoppen. 15
3. 4. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een aantal in de aanvoenichting van die stekten achter elkaar geplaatste eerste inrichtingen (27,30).
4. 5. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die 20 aanvoerinrichting (1) omvat een inrichting (13) voor het op regelmatige afstand van elkaar plaatsen van die stekken.
5. 6. Samenstel volgens conclusie 5, waarbij die inrichting (13) voor het op regelmatige afstand plaatsen van die stekken een van roteerbare armen (14) voor het 25 oppakken en afgeven van die stekken omvat.
6. 7. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die tweede inrichting (24) omvat een band (25) voorzien van grijpers (26).
7. 8. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die tweede inrichting zich uitstrekt over een afvoerinrichting (18). 1031300
8. 9. Werkwijze voor het plaatsen van stekken in plantpluggen, omvattende het voorzien in een groep stekken, het transporteren van die stekken bij het vergroten van de onderlinge afstand daarvan, het aangrijpen van individuele stekken, het verplaatsen daarvan in een positie boven die plantpluggen en het in die plantpluggen plaatsen daar- 5 van, met het kenmerk, dat het aangrijpen en verplaatsen van die individuele stekken omvat, het aangrijpen van een eerste stek en het verplaatsen daarvan, waarbij tijdens de verplaatsing van die eerste stek een volgende stek aangegrepen wordt.
9. 10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij het aangrijpen en verplaatsen van die 10 individuele stekken een roterende beweging omvat.
10. 11. Werkwijze volgens conclusie 9 of 10, waarbij die stek een boomstek is. ^31300