NL1031042C2 - Werkblad voorzien van naar keuze te gebruiken verticaal omhoog stekende wanden. - Google Patents

Description

> *

Werkblad voorzien van naar keuze te gebruiken verticaal omhoog stekende wanden.

[001} De uitvinding heeft betrekking op een werkblad dat langs de randen is voorzien van, naar keuze te gebruiken, 5 verticaal omhoog stekende wanden.

[002} Een dergelijk werkblad is bekend uit FR 2 803 732 en is in het bijzonder bestemd voor gebruik bij de verzorging van kleine kinderen zoals baby's. Bij de vérzorging wordt een baby op een, op het werkblad aanwezig, kussen gelegd waarbij het 10 werkblad deel kan uitmaken van een baby-commode.

[002] Wanneer de verzorgende persoon wordt afgeleid en het kind even los moet laten, bijvoorbeeld omdat een ander kind iets gevaarlijks doet, is het van veel belang dat de baby niet van het werkblad af kan vallen. In de praktijk is gebleken dat 15 het vele malen voorkomt dat een baby van een commode valt en in het ziekenhuis terecht komt.

[003] Om dit tegen te gaan is bij het genoemde octrooischrift het werkblad langs de langsranden en een eindwand voorzien van scharnierend er mee verbonden opklapbare wanden, die vanuit de 20 horizontale, in het vlak van het werkblad liggende, stand naar de verticale omhoog gerichte stand kunnen worden geklapt en in deze stand kunnen worden geblokkeerd.

[004] Een bezwaar is daarbij, dat de achterrand van het werkblad zich op enige afstand van een muur moet bevinden, 25 daar de met deze rand verbonden opklapbare wand zich in de horizontale stand moet kunnen bevinden. De commode zal dus meer ruimte innemen, terwijl het op het werkblad liggende kussen gemakkelijk kan gaan verschuiven.

[005] De met de voorrand verbonden opklapbare wand brengt met 30 zich mee dat, in de horizontale stand er van, de verzorgende persoon zich op grotere afstand dan gewenst van de voorrand van het werkblad bevindt. Om dit tegen te gaan zal deze opklapbare wand relatief laag moeten worden uitgevoerd, waardoor de effectiviteit ervan zal verminderen. Het is duidelijk dat 35 bij de gewenste hoogte van de omhoog gezette opklapbare wand • geen goede en prettige verzorging van een baby mogelijk is.

[006] In verband met dit laatste kan worden gewezen op FR 2 803 733, waarbij in een verticale wand een uitsparing is 1031042 2 » e aangebracht waarin een wanddeel kan worden geschoven. Na verwijdering daarvan blijven omhoog stekende delen achter, met alle bezwaren daarvan. Verder moet het losse wanddeel onder handbereik worden gehouden en vereist het op zijn plaats bren-5 gen ervan tijd wat in noodgevallen een groot bezwaar is. Verder kunnen de betreffende wanden slechts naar binnen toe op het bovenvlak van het werkblad worden geklapt in welke stand van de wanden het werkblad niet kan worden gebruikt.

[007] De uitvinding beoogt nu een werkblad van het hiervoor 10 beschreven type zodanig uit te voeren, dat de beweegbare wanden geen enkele belemmering vormen bij de verzorging van een baby en slechts in gebruik worden genomen wanneer dit echt noodzakelijk is.

[008] Volgens de uitvinding wordt dit bereikt, doordat de 15 wanden zijn gevormd uit een aantal met elkaar gekoppelde, ten opzichte ven elkaar verzwenkbare, in lengte richting van de wand lopende lamellen waarbij de bovenste lamellen, gezien in de opgerichte stand van de wanden, door hoek-verbindingen met elkaar zijn verbonden en waarvan de andere lamellen, in de 20 omlaag gebrachte stand van de wanden, in vlakken direct onder het werkblad en in hoofdzaak evenwijdig daaraan liggen.

[009] In het bijzonder zullen de lamellen zodanig zijn uitgevoerd en door geleiders bij het werkblad worden geleid, dat zij, gezien vanuit een stand waarbij zij in een gemeenschappe- 25 lijk vlak liggen, slechts in één enkele richting ten opzichte van elkaar verzwenkbaar zijn.

[010] De bovenste lamellen vormen tezamen met de hoek-verbindingen daarvan een relatief stijf raamwerk. Doordat van de tegenover elkaar liggende wanden de ene wand, ten gevolge van 30 de hiervoor beschreven uitvoering van de lamellen, niet naar buiten toe uit kan buigen wordt in de omhoog gebrachte stand van de wanden een stevig geheel verkregen.

[011] In de omlaag gebrachte stand van de wanden steken deze slechts over een relatief geringe afstand boven het vlak van 35 het werkblad uit. Dit vormt geen enkel bezwaar, daar zich op het werkblad in het algemeen een kussen zal bevinden dat een zekere dikte bezit. Het raamwerk dat door de bovenste lamellen wordt gevormd kan er gelijktijdig voor zorgen dat het zich op het werkblad bevindende kussen op zijn plaats blijft liggen.

1031042 3 • .

[012] De hoogte van de wanden, waarover deze zich moeten uitstrekken, dan wel de afstand waarover zij moeten worden verplaatst, zal kleiner zijn dan de helft van de breedte respectievelijk van de lengte van het werkblad. Dit betekent, 5 dat de langswanden tezamen in een enkel vlak kunnen liggen evenals de dwarswanden. De onder het werkblad noodzakelijke vrije hoogte voor het daarin opnemen van de lamellen van de genoemde wanden kan daardoor beperkt blijven.

[013] Daarbij is het gewenst het naar de verticale stand 10 brengen van de wanden en het in deze stand blokkeren daarvan zo snel mogelijk uit te kunnen voeren.

[014] Hiertoe kan er volgens de uitvinding in worden voorzien, dat middelen aanwezig zijn die, na het omhoog trekken van twee tegenover elkaar liggende wanden, alle wanden automa- 15 tisch in de hoogste stand blokkeren, welke blokkering kan worden opgeheven door een van buiten af te bedienen deblokke-rings-orgaan.

[015] De middelen voor het blokkeren van de wanden in de omhoog gebrachte stand ervan kunnen worden gevormd door twee 20 poten, die elk met het ene einde verschuifbaar zijn langs de meest binnen liggende lamel van twee tegenover elkaar liggende wanden, waarbij elke poot nabij het andere einde is verbonden met een trekveer die naar het midden van het werkblad toe is gericht en daaraan is vastgezet, waarbij het nabij de trekveer 25 gelegen einde van de poot in twee op afstand van elkaar gelegen punten draaibaar is verbonden met twee steunarmen die in hoofdzaak evenwijdig aam de genoemde veer lopen en waarvan het andere einde draaibaar is verbonden met het werkblad, waarbij de ene poot vast is verbonden met een blokkeerarm voorzien van 30 een uitsparing, terwijl de andere poot scharnierend is verbonden met een tweede blokkeerarm die geleid wordt door gelei-dings-organen en eveneens is voorzien van een uitsparing, waarbij elk der genoemde uitsparingen samenwerkt met een pen aangebracht op een dwarsbalk die haaks staat op de lengte-35 richting van de met de poten gekoppelde lamellen voor het blokkeren van de blokkeerarmen, welke dwarsbalk is verbonden met een haaks er op staand deblokkerings-orgaan waarmee de blokkering kan worden opgeheven, waarbij de genoemde onderdelen liggen in vlakken die evenwijdig lopen aan het werkblad.

4 [016] Bij deze constructie worden de twee tegenover elkaar liggende wanden, na het omhoog trekken ervan, automatisch in deze stand geblokkeerd. De andere twee wanden, die er door de hoekstukken mee verbonden zijn, blijven eveneens in de omhoog 5 gebrachte stand staan. Om de blokkering op te heffen moet het deblokkerings-orgaan worden ingedrukt.

[017] Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding wordt het deblokkerings-orgaan door een veer naar buiten toe getrokken en wordt het, wanneer de lamellen naar binnen toe moeten 10 worden verplaatst, ingedrukt totdat het na een zekere afstand wordt geblokkeerd door een pen aangebracht op een veerbelast schuifstuk, dat haaks op de bewegings-richting van het deblokkerings-orgaan verplaatsbaar is, terwijl wanneer de lamellen de eindstand bereiken, het schuifstuk door een poot, tegen de 15 werking van de veer in, wordt verplaatst voor het vrij geven van het deblokkerings-orgaan.

[018] Hierdoor wordt een eenvoudige en snelle bediening van de wanden mogelijk gemaakt, zodat zij in noodgevallen heel snel omhoog maar daarna ook gemakkelijk weer omlaag kunnen worden 20 gebracht.

[019] Door de aanwezigheid van de veren, die op de einden van de poten aangrijpen, wordt er in voorzien dat bij het opheffen van de blokkering van de omhoog staande wanden deze wanden niet direct naar beneden toe gaan bewegen. Slechts wanneer op 25 twee tegenover elkaar liggende wanden een bepaalde druk wordt uitgeoefend zullen de wanden de laagste stand in gaan nemen. De kans dat de wanden onverhoeds naar beneden toe zullen gaan bewegen wordt daardoor verkleind.

[020] De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van 30 een uitvoerings-voorbeeld, getoond in de tekening, waarin:

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht toont van een werkblad volgens de uitvinding waarbij de wanden zich in de omhoog gebrachte stand bevinden;

Fig. 2 een perspectivisch aanzicht toont overeenkomstig 35 figuur 1 maar met de wanden in de omlaag gebrachte stand;

Fig. 3 schematisch de middelen toont voor de blokkering van de wanden en wel in de stand waarbij de wanden zich in de stand bevinden als getoond in figuur 1, waarbij ter wille van de duidelijkheid de wanden grotendeels zijn weggelaten; en 5

Fig. 4 overeenkomt met figuur 3 maar met de blokkerings en de deblokkerings-middelen in de stand die zij innemen wanneer de wanden zich bevinden in de omlaag gebrachte stand als getoond in figuur 2.

5 [021] Zoals getoond in de figuren 1 en 2 bezit het werkblad 1 uit lamellen 2 bestaande langswanden 3 en dwarswanden 4, die zich in figuur 1 over de maximale hoogte boven het werkblad 1 uitstrekken en in figuur 2 omlaag zijn gebracht. De bovenste lamellen 2 van de langs- en dwarswanden 3 resp. 4 zijn met 10 elkaar verbonden door hoek-verbindingen 5. Deze kunnen door schroeven zijn verbonden met de lamellen maar kunnen ook worden gevormd door delen die passend in de lamellen kunnen worden geschoven en daarin vastgelijmd.

[022] Door met het werkblad 1 verbonden geleiders 6 worden de 15 lamellen 2 van de wanden 3 en 4 zodanig gesteund, dat de wanden in de verticale stand blijven staan. De lamellen 2 kunnen namelijk slechts naar binnen toe en wel in de met de pijl V aangegeven richting ten opzichte van elkaar scharnieren en niet in tegengestelde richting.

20 [023] De figuren 3 en 4 tonen in het bijzonder de middelen voor het vergrendelen van de wanden 3 en 4 in de omhoog gebrachte stand daarvan en voor het ontgrendelen van de wanden.

[024] De middelen omvatten poten 7 die bij hun ene einde 8 verschuifbaar zijn gekoppeld met de meest binnen liggende 25 lamellen 2, zoals van de wanden 4, en in de punten 9 en 10 ervan scharnierend zijn verbonden met steunarmen 11 en 12.

[025] Het andere einde van de steunarmen 11 en 12 is draaibaar verbonden met het werkblad 1, dat in de figuren 3 en 4 niet nader is aangegeven. Nabij de punten 9 en 10 is de poot 7 30 verbonden met een trekveer 13, waarvan het andere einde is vastgezet aan het werkblad l.

[026] De ene poot 7 is vast verbonden met een blokkeerarm 14 voorzien van een uitsparing 15, terwijl de andere poot 7 scharnierend is verbonden met een tweede blokkeerarm 16, die 35 eveneens is voorzien van een uitsparing, die in de figuren niet zichtbaar is.

[027] De tweede blokkeerarm 16 wordt enerzijds geleid door een geleidings-orgaan 17 en anderzijds door een pen 18 aangebracht op een dwarsbalk 19. In de stand van de inrichting getoond in ' f 6 figuur 3 bevindt pen 18 zich in de uitsparing van de tweede blokkeerarm 16. Op de dwarsbalk is verder de pen 20 aangebracht, die in de uitsparing 15 van de blokkeerarm 14 is opgenomen.

5 [028] De dwarsbalk 19 is verbonden met een haaks er op staand deblokkerings-orgasm. 21, dat door een niet getoonde veer in de richting van de pijl P wordt belast. Verder is het deblokke-rings-orgaan 21 voorzien van een uitsparing 22, die samen kan werken met een pen 23, asmgebracht op een schuif stuk 24. Het 10 schuifstuk 24 is over een relatief korte afstand in zijn lengte richting verplaatsbaar en wordt door een, niet getoonde, veer belast in de richting van de pijl R.

[029] In de in figuur 4 getoonde stand bevinden de wanden 3 en 4 zich in de stand getoond in figuur 2. Wanneer nu de 15 wanden 4 naar boven toe worden getrokken bewegen de lamellen 2 daarvan in de richting van de pijlen S. De poten 7 gaan zwenken om de steunarmen 11 en 12 en schuiven met hun einden 8 langs de lamellen 2. De blokkeerarmen 14 en 16 van de poten 7 komen te liggen in de stand als getoond in figuur 3. Daarbij 20 is de dwarsbalk 19 door de bedieningsarm 21 verplaatst in de richting van de pijl P en komt hij nabij het schuifstuk 24 te liggen. Zoals boven vermeld liggen nu de pennen 18 en 20 van de dwarsbalk 19 in de uitsparingen van de blokkeerarmen 14 en 16, zodat de poten 7 en daarmee de wanden 3 en 4 in de omhoog 25 gebrachte stand zijn geblokkeerd. Het deblokkerings-orgaan 21 is naar buiten toe verplaatst in de richting van de pijl P.

[030] Wanneer het deblokkerings-orgaan 21, tegen de werking van de veer in, wordt verplaatst in de richting van de pijl T komen de blokkeerarmen 14 en 16 vrij van de pennen 20 reap. 18 30 van de dwarsbalk 19. De poten 7 worden echter door de steunarmen 11 en 12 en de veren 13 in hun eerst genoemde stand gehouden zodat de wanden 3 en 4 niet van zelf naar beneden toe gaan bewegen. De verplaatsing van het deblokkerings-orgaan 21 wordt begrensd doordat de pen 23 van het schuifstuk 24 komt te val-35 len in de uitsparing 22 er van.

[031] Wanneer nu druk op de wanden 4 wordt uitgeoefend zullen de lamellen 2 daarvan naar elkaar toe gaan bewegen en de poten 7 gaan verdraaien tegen de werking van de veren 13 in. Wanneer nagenoeg de eindstand is bereikt, als getoond in figuur 5, 7 drukt de ene poot 7, dat is in de figuren de linker poot, tegen het schuifstuk 24 aan, zodat de pen 23 ervan uit de uitsparing 22 in het deblokkerings-orgaan 21 wordt gedrukt. Het deblokkerings-orgaan 21 kan dan iets naar buiten toe 5 schuiven waardoor weer de stand van de onderdelen getoond in figuur 4 wordt bereikt.

[032] Het zal duidelijk zijn, dat diverse onderdelen in verschillende vlakken liggen, die in hoofdzaak evenwijdig aan het vlak van het werkblad 1 lopen. Zo liggen de poten 7 bij- 10 voorbeeld zodanig in verschillende vlakken, dat zij langs elkaar heen kunnen bewegen.

[033] Verder zal duidelijk zijn dat voor de verplaatsing van de wanden en de blokkering in de omhoog gebrachte stand er van, ook andere middelen kunnen worden toegepast dan in de 15 figuren getoond. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan elektrisch bediende middelen maar in het algemeen zal de inrichting daardoor duurder worden.

[034] Zoals reeds opgemerkt kan het werkblad 1, tezamen met de er mee verbonden wanden 3, 4 en de bedienings-middelen 20 daarvoor, deel uitmaken van een baby-commode of kan het daarmee op eenvoudige wijze worden verbonden.

[035] Het zal duidelijk zijn, dat slechts een enkele mogelijke uitvoeringsvorm van een werkblad volgens de uitvinding in de tekening is weergegeven en hierboven beschreven en dat vele 25 wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvin-dings-gedachte te vallen, zoals deze in de conclusies is aangegeven.

1031042

Claims (6)

1. Werkblad (1) dat langs de randen is voorzien van, naar keuze te gebruiken, verticaal omhoog stekende wanden (3,4), met het kenmerk, dat de wanden (3,4) zijn gevormd uit een 5 aantal met elkaar gekoppelde, ten opzichte ven elkaar ver-zwenkbare, in lengte richting van de wand lopende lamellen (2) waarbij de bovenste lamellen, gezien in de opgerichte stand van de wanden, door hoek-verbindingen (5) met elkaar zijn verbonden en waarvan de andere lamellen, in de omlaag gebrachte 10 stand van de wanden, in vlakken direct onder het werkblad (1) en in hoofdzaak evenwijdig daaraan liggen.

2. Werkblad volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de lamellen (2) zodanig zijn uitgevoerd en door geleiders (6) bij het werkblad (1) worden geleid, dat zij, gezien vanuit een 15 stand waarbij zij in een gemeenschappelijk vlak liggen, in slechts één enkele richting (V) ten opzichte van elkaar ver-zwenkbaar zijn.

3. Werkblad volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de hoogte van de wanden (3,4), waarover deze zich maximaal 20 uitstrekken, dan wel de afstand waarover zij moeten worden verplaatst, kleiner is dan de helft van de breedte respectievelijk van de lengte van het werkblad (1), zodat de langswan-den (3) tezamen in een enkel vlak kunnen liggen evenals de dwarswanden (4).

4. Werkblad volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn die, na het omhoog trekken van twee tegenover elkaar liggende wanden (3,4), alle wanden automatisch in de hoogste stand blokkeren, welke blokkering kan worden opgeheven door een van buiten af te bedienen de- 30 blokkerings-orgaan (21).

5. Werkblad volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de middelen voor het blokkeren van de wanden (3,4) in de omhoog gebrachte stand ervan worden gevormd door twee poten (7), die elk met het ene einde verschuifbaar zijn langs de meest binnen 1031042. * I I liggende lamel (2) van twee tegenover elkaar liggende wanden (3,4), waarbij elke poot (7) nabij het andere einde is verbonden met een trekveer (13) die naar het midden van het werkblad (1) toe is gericht en daaraan is vastgezet, waarbij het nabij 5 de trekveer (13) gelegen einde van de poot (7) in twee op afstand van elkaar gelegen punten (9,10) draaibaar is verbonden met twee steunarmen (11,12) die in hoofdzaak evenwijdig aan de genoemde veer (13) lopen en waarvan het andere einde draaibaar is verbonden met het werkblad (1), waarbij de ene 10 poot (7) vast is verbonden met een blokkeerarm (14) voorzien van een uitsparing (15), terwijl de andere poot (7) scharnierend is verbonden met een tweede blokkeerarm (16) die geleid wordt door geleidings-organen (17,18) en eveneens is voorzien van een uitsparing, waarbij elk der genoemde uitsparingen 15 samenwerkt met een pen (18,20) aangebracht op een dwarsbalk (19) die haaks staat op de lengterichting van de met de poten (7) gekoppelde lamellen (2) voor het blokkeren van de blok-keerarmen (14,16), welke dwarsbalk (19) is verbonden met het haaks er op staande deblokkerings-orgaan (21) waarmee de blok-20 kering kan worden opgeheven, waarbij de genoemde onderdelen liggen in vlakken die evenwijdig lopen aan het werkblad (1).

6. Werkblad volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het deblokkerings-orgaan (21) door een veer naar buiten toe getrokken wordt en dat het, wanneer de lamellen (2) naar binnen 25 moeten worden verplaatst, wordt ingedrukt totdat het na een zekere afstand wordt geblokkeerd door een pen (23) aangebracht op een veerbelast schuifstuk (24), dat haaks op de bewegingsrichting van het deblokkerings-orgaan (21) verplaatsbaar is, terwijl wanneer de lamellen (2) de eindstand bereiken, het 30 schuifstuk (24) door een poot (7) , tegen de werking van de veer in, wordt verplaatst voor het vrij geven van het deblokkerings-orgaan (21) . 1031042