NL1031018C1 - Samenstel van een inrichting met inwendige ruimte en een toiletcabine die door een opening in een buitenwand van de inrichting heen verplaatsbaar is. - Google Patents

Description

t ί

Titel: Samenstel van een inrichting met inwendige ruimte en een toiletcabine die door een opening in een buitenwand van de inrichting heen verplaatsbaar is

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een samenstel van een inrichting met inwendige ruimte en een toiletcabine. In dit verband wordt met het begrip toiletcabine elke mogelijke cabine met ten minste één toiletpot, urinoir of dergelijke bedoeld.

5 De uitvinding is in het bijzonder gelegen in de context van het verschaffen van tijdelijke toiletvoorzieningen op een bouwplaats.

Dat betekent echter geenszins, dat de uitvinding tot deze context beperkt is.

In het kader van de wetgeving ten aanzien van arbeidsomstandig-10 heden (Arbo-wet) is het voor aannemers verplicht om op bouwplaatsen toiletvoorzieningen te verschaffen. Doorgaans wordt aan deze verplichting voldaan door gebruik te maken van eenvoudige kunststof toiletcabines. De toepassing van dergelijke toiletcabines kent echter vele nadelen, omdat de toiletcabines kwetsbaar zijn en 15 gevoelig zijn voor vandalisme. In de praktijk komt het regelmatig voor, dat toiletcabines in brand worden gestoken, worden omgegooid, waarbij de toiletcabines eerst moeten worden schoongemaakt alvorens weer in gebruik te kunnen worden genomen, of ongewenst worden verplaatst en bijvoorbeeld in een sloot worden gedumpt. Daarnaast 20 laat de gebruikersvriendelijkheid van de toiletcabines te wensen over. Zo hebben de toiletcabines gewoonlijk geen verlichting en staan ze niet al te stabiel.

Voor de aannemers vormen de toiletcabines een extra kostenpost op de begroting van een bouwproject. Er moeten in ieder geval kosten 25 worden gemaakt in verband met aanvoer, afvoer en verzekering van de toiletcabines.

Op bouwplaatsen wordt doorgaans gebruik gemaakt van opslag-containers. Om ruimte te besparen worden deze containers vaak gekoppeld aan schaft- of kantoorketen. Er zijn opslagcontainers met 30 ingebouwde toiletcabines bekend, en wanneer dergelijke opslagcontainers worden toegepast, dan is het niet nodig om gebruik te maken van op zichzelf staande toiletcabines met alle nadelen zoals 1031018 2

t I

hierboven vermeld. Echter, opslagcontainers met ingebouwde toiletcabines hebben ook weer een nadeel, namelijk dat opslagruimte wordt opgeofferd aan toiletruimte. Dat is een belangrijke reden waarom dergelijke opslagcontainers niet populair zijn, en doorgaans toch 5 gekozen wordt voor toepassing van op zichzelf staande toiletcabines, ondanks de risico's die dit met zich meebrengt.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een oplossing voor de hierboven beschreven problematiek te verschaffen, die een bruikbaar alternatief biedt voor het gebruik van op zichzelf staande 10 toiletcabines of opslagcontainers met ingebouwde toiletcabines. Een dergelijke oplossing wordt verkregen doordat door de onderhavige uitvinding een samenstel van een inrichting met inwendige ruimte en een toiletcabine wordt verschaft, waarbij de toiletcabine verplaatsbaar is tussen een eerste positie ten opzichte van de 15 inrichting en een tweede positie ten opzichte van de inrichting, door een opening in een buitenwand van de inrichting heen, waarbij de toiletcabine in de eerste positie ten opzichte van de inrichting zich ten minste voor een substantieel deel in de inwendige ruimte van de inrichting bevindt, en waarbij de toiletcabine in de tweede 20 positie ten opzichte van de inrichting zich ten minste voor een substantieel deel buiten de inrichting bevindt en aan de inrichting gekoppeld is.

De onderhavige uitvinding voorziet in een samenstel van een inrichting met inwendige ruimte en een toiletcabine, waarbij de 25 toiletcabine op eenvoudige wijze in verschillende posities ten opzichte van de inrichting kan worden opgesteld, doordat de toiletcabine door een opening in een buitenwand van de inrichting heen kan worden bewogen. In het bijzonder heeft de gebruiker van het samenstel hierdoor de keuze om de toiletcabine binnen of buiten de 30 inrichting op te stellen. Door voor een buitenopstelling van de toiletcabine te kiezen, kan worden bereikt dat door de toiletcabine geen beslag wordt gelegd op een deel van de inwendige ruimte van de inrichting.

In het hiernavolgende zal er omwille van de duidelijkheid van 35 uit worden gegaan, dat de inrichting een opslagcontainer is. Dat betekent echter niet, dat voor de inrichting geen andere uitvoeringsvormen denkbaar zijn. Zo kan de inrichting ook een willekeurige bouwkeet of een verblijfsvoertuig zoals een schaft- of directiewagen zijn.

— - — - '

» I

3

Een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding is het feit dat de toiletcabine in de buitenopstelling aan de opslagcontainer gekoppeld is. De toiletcabine heeft hierdoor als het ware het voorkomen van een uitbouw van de opslagcontainer, en is daarom 5 aanzienlijk minder gevoelig voor vandalisme dan een op zichzelf staande toiletcabine. Een ander voordeel is dat de opstelling van de toiletcabine als gevolg van de koppeling aan de opslagcontainer uitermate stabiel is. Wanneer de opslagcontainer elektriciteitsvoorzieningen heeft, kan de toiletcabine bovendien gemakkelijk van 10 verlichting worden voorzien.

De toepassing van het samenstel volgens de onderhavige uitvinding kent nog meer voordelen. Zo worden vervoerskosten uitgespaard doordat er geen vervoer van afzonderlijke toiletcabines nodig is. Doordat de toiletcabine in de binnenruimte van de opslag-15 container kan worden gepositioneerd, hoeft de opslagcontainer tijdens vervoer geen extra ruimte in te nemen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de toiletcabine scharnier-baar met de opslagcontainer verbonden. In deze uitvoeringsvorm kan de opstelling van de toiletcabine ten opzichte van de opslag-20 container op bijzonder eenvoudige wijze worden gevarieerd, namelijk door de toiletcabine om een scharnieras te laten roteren. Zo kan de toiletcabine roteerbaar zijn om een denkbeeldige verticale as die zich in de buitenwand van de opslagcontainer uitstrekt. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een gedeelte van de buitenwand van de 25 opslagcontainer scharnierbaar is ten opzichte van een omringend gedeelte van de buitenwand van de opslagcontainer, waarbij het scharnierbare gedeelte vast is verbonden met de toiletcabine. Op deze wijze kan een stevige en praktische constructie worden gerealiseerd.

30 In een alternatieve uitvoeringsvorm is de toiletcabine met rails verbonden, die vanuit de inwendige ruimte van de opslagcontainer tot buiten de opslagcontainer verplaatsbaar zijn. Voor het geleiden van de rails en het vasthouden van een eindgedeelte van de rails kunnen bijvoorbeeld geleidingsprofielen in de opslagcontainer 35 zijn verschaft, waarbij de rails ten minste gedeeltelijk door de geleidingsprofielen omsloten worden, en in lengterichting ten opzichte van de geleidingsprofielen beweegbaar zijn. De rails kunnen dan ten opzichte van deze geleidingsprofielen uit- en ingeschoven worden. Om het uit- en inschuiven te vergemakkelijken, kunnen op _______ __ __ 4 I ι zich bekende maatregelen als het lageren van de rails in de geleidingsprofielen worden toegepast.

De rails kunnen zich onder de toiletcabine bevinden, waarbij de toiletcabine op de rails staat, maar het is bijvoorbeeld ook 5 mogelijk dat de rails zich boven de toiletcabine bevinden, waarbij de toiletcabine aan de rails hangt. Nog een andere mogelijkheid is dat de rails zich over zijwanden van de toiletcabine uitstrekken.

Met voordeel strekt een deur van de toiletcabine zich in de binnenopstelling van de toiletcabine in de buitenwand van de opslag-10 container uit, zodat de toiletcabine ook in deze opstelling van buitenaf betreden kan worden. De toiletcabine kan dan in elke willekeurige positie ten opzichte van de opslagcontainer worden gebruikt.

Binnen het kader van de uitvinding is het mogelijk dat een 15 koppeling tussen de toiletcabine en de opslagcontainer losneembaar is. Een belangrijk voordeel van deze mogelijkheid is dat de opslagcontainer met of zonder toiletcabine kan worden toegepast. Wanneer er geen behoefte is aan de toiletcabine, kan deze worden losgenomen van de opslagcontainer. In het geval dat de constructie van het 20 samenstel van de opslagcontainer en de toiletcabine zodanig is vormgegeven dat een deel van de toiletcabine zich uitstrekt in de buitenwand van de opslagcontainer wanneer deze zich in de eerste positie ten opzichte van de opslagcontainer bevindt, kan na het verwijderen van de toiletcabine een paneel of deur in de buitenwand 25 van de opslagcontainer worden geplaatst. Bij voorkeur omvat de toiletcabine aangrijpingsmiddelen zoals hijsogen, zodat op eenvoudige wijze een koppeling tussen de toiletcabine en een constructie voor het verplaatsen van de toiletcabine tot stand kan worden gebracht.

30 Desgewenst kan de toiletcabine van steunmiddelen zijn voorzien, die zijn ingericht om de toiletcabine af te steunen op een ondergrond wanneer de toiletcabine zich in de tweede positie ten opzichte van de opslagcontainer bevindt. De steunmiddelen kunnen extra stabiliteit verschaffen, en een koppeling tussen de toiletcabine en 35 de opslagcontainer ontlasten. De steunmiddelen kunnen elke mogelijke geschikte vorm hebben, en kunnen bijvoorbeeld ten opzichte van een bodem van de toiletcabine uit- en inklapbaar of uit- en inschuifbaar zi jn.

I 1 5

De genoemde en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende bespreking van twee uitvoeringsvormen van een samenstel van een opslagcontainer en een toiletcabine volgens de 5 onderhavige uitvinding onder verwijzing naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: figuur 1 schematisch een perspectivisch aanzicht toont van een samenstel van een opslagcontainer en een toiletcabine die scharnier-10 baar aan de opslagcontainer bevestigd is, waarbij de toiletcabine zich in een binnenopstelling bevindt; figuur 2 schematisch een vooraanzicht toont van het in figuur 1 getoonde samenstel, waarbij de toiletcabine zich in een buitenopstelling bevindt; 15 figuur 3 schematisch een zijaanzicht toont van het in figuur 1 getoonde samenstel, waarbij de toiletcabine zich in de buitenopstelling bevindt; figuur 4 schematisch een perspectivisch aanzicht toont van een gedeelte van het in figuur 1 getoonde samenstel, waarbij de toilet-20 cabine zich in de buitenopstelling bevindt; figuur 5 schematisch een vooraanzicht toont van een samenstel van een opslagcontainer en een toiletcabine die via verplaatsbaar opgestelde rails met de opslagcontainer verbonden is, waarbij de toiletcabine zich in een buitenopstelling bevindt; en 25 figuur 6 schematisch een zijaanzicht toont van het in figuur 5 getoonde samenstel, waarbij de toiletcabine zich in de buitenopstelling bevindt.

Figuren 1-3 tonen schematisch een eerste samenstel 1 van een 30 opslagcontainer 10 en een toiletcabine 20 die scharnierbaar aan de opslagcontainer 10 bevestigd is. Figuur 4 toont schematisch een gedeelte van dit samenstel 1.

Het samenstel 1 is in een praktische en gebruikelijke oriëntatie getoond in de figuren, en begrippen als "bovenzijde", 35 "onderzijde", "horizontaal" en "verticaal", die in het hiernavolgende gebruikt zullen worden, houden verband met deze oriëntatie. Volledigheidshalve wordt opgemerkt, dat dat niet impliceert dat deze begrippen als beperkend mogen worden opgevat.

De toiletcabine 20 omvat ten minste één toiletpot, urinoir of 40 dergelijke (niet getoond). Bij voorkeur omvat de toiletcabine 20 * » 6 zowel een toiletpot als een urinoir. Gangbare en geschikte afmetingen voor een breedte en een diepte van de toiletcabine zijn 1 meter respectievelijk 1,20 meter.

Een opslagcontainer 10 zoals schematisch getoond is op zich 5 bekend, en zal in dit verband niet nader worden omschreven. Er wordt alleen nog opgemerkt, dat buitenwanden van een dergelijke opslagcontainer 10 doorgaans uit staal zijn vervaardigd, en dat de afmetingen van de opslagcontainer 10 in een orde grootte van enkele meters zijn gelegen.

10 Een zijwand 11 van de opslagcontainer 10 omvat een paneel 12 dat scharnierbaar is ten opzichte van het overige gedeelte van de zijwand 11. In het bijzonder is het paneel 12 via scharnieren 13 met de opslagcontainer 10 verbonden, waarbij de scharnieren 13 zich nabij de overgang van de zijwand 11 van de opslagcontainer 10 naar 15 een kopse wand 14 van de opslagcontainer 10 bevinden. Een scharnier-as is in figuur 1 schematisch weergegeven als een stipstreeplijn, en aangeduid met het verwijzingscijfer 15. De toiletcabine 20 is vast met het paneel 12 verbonden, waardoor een scharnierbare opstelling van de toiletcabine 20 ten opzichte van de opslagcontainer 10 is 20 gerealiseerd.

De toiletcabine 20 is toegankelijk via een opening in het paneel 12, die afsluitbaar is door middel van een scharnierbaar met het paneel 12 verbonden deur 21. In‘een gesloten toestand strekt de deur 21 zich in het paneel 12 uit. Eén dergelijke toestand van de 25 deur 21 is in de figuren getoond.

Bij een onderzijde van de deur 21 is aan het paneel 12 een opstapje 22 bevestigd, dat is bedoeld om het in- en uitstappen van de toiletcabine 20 door een gebruiker te vergemakkelijken. Het opstapje 22 kan elke willekeurige vorm hebben. In het getoonde 30 voorbeeld omvat het opstapje 22 twee langwerpige dragers 23 en een treeplank 24, waarbij de dragers 23 zich vanaf het paneel 12 schuin omlaag uitstrekken, en waarbij de treeplank 24 zich in een in hoofdzaak horizontale richting tussen de dragers 23 uitstrekt en met uiteinden van de dragers 23 verbonden is.

35 Met veel voordeel is het opstapje 22 scharnierbaar met het paneel 12 verbonden, waarbij een scharnieras zich in hoofdzaak in horizontale richting uitstrekt. Het opstapje 22 kan dan in de toiletcabine 20 worden gepositioneerd wanneer dat nodig of handig is, bijvoorbeeld bij transport van het samenstel 1 van opslag-40 container 10 en toiletcabine 20. In een binnenopstelling van het op- * f 7 stapje 22 zijn er geen uitstekende delen aan de opslagcontainer 10. Ten behoeve van het wijzigen van de positie van het opstapje 22, van buiten de toiletcontainer 20 naar binnen de toiletcontainer 20, of andersom, wordt allereerst de deur 21 van de toiletcabine 20 in een 5 geopende toestand gebracht, waardoor een vrije doorgang voor het opstapje 22 wordt verkregen.

In figuur 1 is het paneel 12 in een gesloten toestand weergegeven, dat wil zeggen, een toestand waarin het paneel 12 zich in de zijwand 11 van de opslagcontainer 10 uitstrekt. In deze toestand 10 bevindt het overgrote deel van de toiletcabine 20 zich in een inwendige ruimte van de opslagcontainer 10. Desalniettemin is de toiletcabine 20 van buitenaf toegankelijk, namelijk via de deur 21.

Wanneer het gewenst is de inwendige ruimte van de opslagcontainer 10 volledig te benutten, dan is dat mogelijk door de 15 toiletcabine 20 als het ware uit de inwendige ruimte van de opslagcontainer 10 weg te draaien. In het bijzonder wordt het paneel 12 ten opzichte van de zijwand 11 van de opslagcontainer 10 over de scharnieras 15 geroteerd. In het getoonde voorbeeld is een volledige buitenopstelling van de toiletcabine 20 gerealiseerd wanneer het 20 paneel 12 over een hoek van 90° is geroteerd, en het paneel 12 zich evenwijdig ten opzichte van de kopse wand 14 van de opslagcontainer 10 uitstrekt, terwijl het paneel 12 en de toiletcabine 20 zich naast deze kopse wand 14 bevinden. De buitenopstelling van de toiletcabine 20 is in verschillende aanzichten getoond in figuren 2-4.

25 Een breedte-afmeting van de toiletcabine 20 is kleiner dan een breedte-afmeting van het paneel 12, zodat de toiletcabine 20 in zijn geheel ongehinderd uit de inwendige ruimte van de opslagcontainer 10 gedraaid kan worden. Aan een achterzijde van de toiletcabine 20 is een sluitstrook 25 voorzien, die zich min of meer in het verlengde 30 van een binnenste zijwand van de toiletcabine 20 uitstrekt, en die in de buitenopstelling van de toiletcabine 20 dient voor het afsluiten van een opening tussen de achterzijde van de toiletcabine 20 en de zijwand 11 van de opslagcontainer 10. Teneinde de positie van de toiletcabine 20 ten opzichte van de opslagcontainer 10 te 35 vergrendelen, zowel in een binnenopstelling als in dë buitenopstelling van de toiletcabine 20, zijn vergrendelingsmiddelen verschaft, die op elke willekeurige geschikte manier kunnen zijn uitgevoerd.

Bij voorkeur zijn wanden van de toiletcabine 20 en de sluit-40 strook 25 vervaardigd uit een stevig en brandwerend materiaal. In 8 een praktische uitvoeringsvorm kan bijvoorbeeld sandwichplaat worden toegepast. Een frame van de toiletcabine 20 kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit staal. Op deze wijze kan een robuuste, zelfdragende constructie worden gerealiseerd, die praktisch ongevoelig is voor 5 vandalisme. Daarbij komt nog dat de toiletcabine 20 in de buitenopstelling als het ware een uitbouw van de opslagcontainer 10 vormt, en dat dit geheel van opslagcontainer 10 en daaraan gekoppelde toiletcabine 20 niet uitnodigt tot vandalisme, zoals een afzonderlijk opgestelde toiletcabine dat wel doet.

10 Het is binnen het kader van de onderhavige uitvinding mogelijk dat aan een onderzijde van de toiletcabine 20 steunmiddelen zijn verschaft, die in de buitenopstelling van de toiletcabine 20 dienen om de toiletcabine 20 af te steunen op een ondergrond. Dergelijke steunmiddelen kunnen op elke willekeurige geschikte wijze zijn 15 uitgevoerd, en kunnen bijvoorbeeld een uit- en inklapbare steunpoot omvatten. In figuur 3 is een dergelijke steunpoot schematisch weergegeven door middel van een stippellijn, en aangeduid met het verwijzingscijfer 26. Bij voorkeur is een lengte van de steunpoot 26 instelbaar, of kan de steunpoot 26 in willekeurige uitgeklapte 20 posities worden gebracht, zodat gecompenseerd kan worden voor oneffenheden in de ondergrond. De toepassing van steunmiddelen is geenszins noodzakelijk; ook zonder dergelijke middelen is het mogelijk een voldoende stevige positionering van de toiletcabine 20 in de buitenopstelling te verkrijgen.

25 In het getoonde voorbeeld is zowel aan het paneel 12 als aan een achterzijde van de toiletcabine 20 een hijsoog 27 verschaft.

Hierdoor is het op eenvoudige wijze mogelijk om de toiletcabine 20 van de opslagcontainer 10 af te nemen. Het enige dat daarvoor nodig is, is het toepassen van een hijsinrichting (niet getoond), waarbij 30 een koppeling tussen de hijsinrichting en het geheel van paneel 12 en toiletcabine 20 via de hijsogen 27 wordt gerealiseerd. Wanneer de toiletcabine 20 zich in de buitenopstelling bevindt, kan deze dan door de hijsinrichting van een onderste deel van de scharnieren 13, dat vast is verbonden met de opslagcontainer 10, af worden getild.

35 De opening in de zijwand 11 van de opslagcontainer 10 kan vervolgens worden afgesloten met behulp van een sluitpaneel (niet getoond).

Wanneer het weer gewenst is het geheel van paneel 12 en toiletcabine 20 aan de opslagcontainer 10 te koppelen, dan wordt eerst het sluitpaneel uit de zijwand 11 van de opslagcontainer 10 verwijderd, en ________________i 9 wordt vervolgens het geheel van paneel 12 en toiletcabine 20 weer op het onderste deel van de scharnieren 13 gehangen.

Doordat er een mogelijkheid is de toiletcabine 20 van de opslagcontainer 10 af te nemen, kan de opslagcontainer 10 worden 5 aangepast aan de wensen van een gebruiker. Zo zijn er voor de toepassing van de opslagcontainer 10 in ieder geval drie mogelijkheden, te weten een toepassing zonder toiletcabine 20, een toepassing met toiletcabine 20 in een binnenopstelling en een toepassing met toiletcabine 20 in een buitenopstelling. Bij een toe-10 passing met toiletcabine 20 is de binnenopstelling wenselijk bij transport van de opslagcontainer 10 en wanneer het niet nodig is dat de volledige inwendige ruimte van de opslagcontainer 10 beschikbaar is. Wanneer er echter wel behoefte is aan gebruik van de volledige inwendige ruimte van de opslagcontainer 10, dan is de toiletcabine 15 20 binnen een mum van tijd in de buitenopstelling te brengen.

Bij voorkeur is de toiletcabine 20 voorzien van verlichting. Deze verlichting kan op eenvoudige en op zich bekende wijze zijn gekoppeld aan een elektrisch circuit van de opslagcontainer 10, indien dit aanwezig is.

20 Het is niet noodzakelijk dat een opening in de zijwand 11 van de opslagcontainer 10 voor het doorlaten van de toiletcabine 20 is verschaft. Een dergelijke opening kan ook in de kopse wand 14 van de opslagcontainer 10 zijn gerealiseerd. Hierbij is ten behoeve van het uitdraaien van de toiletcabine 20 geen ruimte aan de zijde van de 25 zijwand 11 nodig, hetgeen van voordeel is wanneer de opslagcontainer 10 dient te worden opgesteld in een containerpark, waarbij een aantal opslagcontainers 10 met de zijwanden 11 naast elkaar worden geplaatst.

Het is niet noodzakelijk dat de toiletcabine 20 scharnierbaar 30 met de opslagcontainer 10 verbonden is. In figuren 5 en 6 is schematisch een tweede samenstel 2 van een opslagcontainer 10 en een toiletcabine 20 getoond, waarbij rails 30 zijn toegepast, die verbonden zijn met een onderzijde van de toiletcabine 20. De rails 30 zijn beweegbaar in geleidingsprofielen 31 die in de opslag-35 container 10 zijn verschaft, en die de rails 30 gedeeltelijk omsluiten. In figuur 5 zijn deze geleidingsprofielen 31 schematisch weergegeven door middel van een stipstreeplijn.

Wanneer de rails 30 worden toegepast, dan kan de toiletcabine 20 ten opzichte van de opslagcontainer 10 worden uit- en in-40 geschoven, doordat de rails 30 ten opzichte van de geleidings- 10 profielen 31 kunnen worden uit- en ingeschoven. Figuren 5 en 6 tonen een buitenopstelling van de toiletcabine 20, waarbij de rails 30 voor een groot gedeelte ten opzichte van de geleidingsprofielen 31 zijn uitgeschoven. Een gedeelte van de rails 30 dat zich dan nog in 5 de geleidingsprofielen bevindt, is in figuur 5 schematisch aangeduid door middel van een stippellijn.

Wanneer het gewenst is de toiletcabine 20 van de opslag-container 10 af te nemen, dan kunnen de rails 30 volledig uit de geleidingsprofielen 31 worden geschoven. Eventueel zijn de 10 geleidingsprofielen 31 losneembaar ten opzichte van de opslag-container 10 opgesteld. Het is niet noodzakelijk dat de rails 31 zich onder de toiletcabine 20 bevinden. Het is ook mogelijk dat de rails 30 zich boven de toiletcabine 20 bevinden, waarbij de toiletcabine 20 aan de rails 30 hangt. De geleidingsprofielen 31 bevinden 15 zich dan aan een bovenzijde van de opslagcontainer 10. Daarnaast is het mogelijk dat de rails 30 zich over zijwanden van de toiletcabine 20 uitstrekken, volgens een constructie die vergelijkbaar is met een gangbare constructie van een uitschuifbare lade van een kast. Volledigheidshalve wordt opgemerkt, dat in een praktische 20 uitvoeringsvorm de rails 30 zich in een in hoofdzaak horizontale richting uitstrekken.

Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande 25 besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.

In het voorgaande is een samenstel 1, 2 van een opslagcontainer 30 10 en een toiletcabine 20 beschreven, waarbij de toiletcabine 20 op eenvoudige wijze in verschillende posities ten opzichte van de opslagcontainer 10 kan worden opgesteld, doordat de toiletcabine 20 door een opening in een buitenwand 11 van de opslagcontainer 10 heen kan worden bewogen. In elk van de posities blijft de toiletcabine 20 35 echter gekoppeld aan de opslagcontainer 10.

In het bijzonder heeft een gebruiker van het samenstel 1, 2 de keuze om de toiletcabine 20 binnen of buiten de opslagcontainer 10 op te stellen. Door voor een buitenopstelling van de toiletcabine 20 te kiezen, kan worden bereikt dat door de toiletcabine 20 geen 40 beslag wordt gelegd op een deel van de inwendige ruimte van de 11 opslagcontainer 10. Doordat de toiletcabine 20 ook in deze opstelling aan de opslagcontainer 10 gekoppeld is, is de toiletcabine 20 praktisch ongevoelig voor vandalisme.

Desgewenst kan de toiletcabine 20 van de opslagcontainer 10 5 worden losgekoppeld, en kan de opening in de buitenwand 11 van de opslagcontainer 10 worden gesloten met behulp van een sluitpaneel, zodat de opslagcontainer 10 ook zonder toiletcabine 20 toe te passen is.

Het is niet essentieel dat de toiletcabine 20 in combinatie met 10 een opslagcontainer 10 wordt toegepast; het samenstel 1, 2 volgens de uitvinding kan ook een willekeurige andere inrichting met een inwendige ruimte omvatten.

1031018

Claims (13)

1. Samenstel (1, 2) van een inrichting (10) met inwendige ruimte en een toiletcabine (20), waarbij de toiletcabine (20) verplaatsbaar is tussen een eerste positie ten opzichte van de inrichting (10) en een tweede positie ten opzichte van de inrichting (10), door een 5 opening in een buitenwand (11) van de inrichting (10) heen, waarbij de toiletcabine (20) in de eerste positie ten opzichte van de inrichting (10) zich ten minste voor een substantieel deel in de inwendige ruimte van de inrichting (10) bevindt, en waarbij de toiletcabine (20) in de tweede positie ten opzichte van de —- 10 inrichting (10) zich ten minste voor een substantieel deel buiten de inrichting (10) bevindt en aan de inrichting (10) gekoppeld is.

2. Samenstel (1) volgens conclusie 1, waarbij de toiletcabine (20) scharnierbaar met de inrichting (10) verbonden is. 15

3. Samenstel (1) volgens conclusie 2, waarbij de toiletcabine (20) roteerbaar is ten opzichte van een denkbeeldige verticale as (15) die zich in de buitenwand (11) van de inrichting (10) uitstrekt.

4. Samenstel (1) volgens conclusie 2 of 3, waarbij een gedeelte (12) van de buitenwand (11) van de inrichting (10) scharnierbaar is ten opzichte van een omringend gedeelte van de buitenwand (11) van de inrichting (10), en waarbij het scharnierbare gedeelte (12) vast is verbonden met de toiletcabine (20). 25

5. Samenstel (2) volgens conclusie 1, waarbij de toiletcabine (20) met rails (30) is verbonden, die vanuit de inwendige ruimte van de inrichting (10) tot buiten de inrichting (10) verplaatsbaar zijn.

6. Samenstel (2) volgens conclusie 5, waarbij de rails (30) zich onder de toiletcabine (20) bevinden, en waarbij de toiletcabine (20) op de rails (30) staat.

7. Samenstel (2) volgens conclusie 5, waarbij de rails (30) zich 35 boven de toiletcabine (20) bevinden, en waarbij de toiletcabine (20) aan de rails (30) hangt. 1031018 • »

8. Samenstel (2) volgens conclusie 5, waarbij de rails (30) zich over zijwanden van de toiletcabine (20) uitstrekken.

9. Samenstel (1, 2) volgens een willekeurige der conclusies 1-8, 5 waarbij een deur (21) van de toiletcabine (20) in de eerste positie van de toiletcabine (20) ten opzichte van de inrichting (10) zich in de buitenwand (11) van de inrichting (10) uitstrekt.

10. Samenstel (1, 2) volgens een willekeurige der conclusies 1-9, 10 waarbij een koppeling tussen de toiletcabine (20) en de inrichting (10) losneembaar is.

11. Samenstel (1, 2) volgens conclusie 10, waarbij de toiletcabine (20) aangrijpingsmiddelen (27) zoals hijsogen omvat. 15

12. Samenstel (1, 2) volgens een willekeurige der conclusies 1-11, waarbij de toiletcabine (20) steunmiddelen (26) omvat, die zijn ingericht om de toiletcabine (20) af te steunen op een ondergrond wanneer de toiletcabine (20) zich in de tweede positie ten opzichte 20 van de inrichting (10) bevindt.

13. Samenstel (1, 2) volgens een willekeurige der conclusies 1-12, waarbij de inrichting (10) een container is, die bestemd is voor gebruik op bouwplaatsen. 1031018