NL1030786C2 - Schermbeeldverhoudingstoestel en -werkwijze. - Google Patents

Schermbeeldverhoudingstoestel en -werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL1030786C2
NL1030786C2 NL1030786A NL1030786A NL1030786C2 NL 1030786 C2 NL1030786 C2 NL 1030786C2 NL 1030786 A NL1030786 A NL 1030786A NL 1030786 A NL1030786 A NL 1030786A NL 1030786 C2 NL1030786 C2 NL 1030786C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
letterbox
values
inactive
limit value
detected
Prior art date
Application number
NL1030786A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1030786A1 (nl
Inventor
Young-Ho Lee
Won-Seok Ahn
Jae-Oh Lee
Original Assignee
Samsung Electronics Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Samsung Electronics Co Ltd filed Critical Samsung Electronics Co Ltd
Publication of NL1030786A1 publication Critical patent/NL1030786A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1030786C2 publication Critical patent/NL1030786C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06TIMAGE DATA PROCESSING OR GENERATION, IN GENERAL
    • G06T3/00Geometric image transformations in the plane of the image
    • G06T3/04Context-preserving transformations, e.g. by using an importance map
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N7/00Television systems
    • H04N7/01Conversion of standards, e.g. involving analogue television standards or digital television standards processed at pixel level
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N7/00Television systems
    • H04N7/007Systems with supplementary picture signal insertion during a portion of the active part of a television signal, e.g. during top and bottom lines in a HDTV letter-box system
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N7/00Television systems
    • H04N7/01Conversion of standards, e.g. involving analogue television standards or digital television standards processed at pixel level
    • H04N7/0117Conversion of standards, e.g. involving analogue television standards or digital television standards processed at pixel level involving conversion of the spatial resolution of the incoming video signal
    • H04N7/0122Conversion of standards, e.g. involving analogue television standards or digital television standards processed at pixel level involving conversion of the spatial resolution of the incoming video signal the input and the output signals having different aspect ratios

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Computer Graphics (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Television Systems (AREA)
  • Controls And Circuits For Display Device (AREA)
  • Transforming Electric Information Into Light Information (AREA)

Description

SCHERMBREEDTE-HOOGTEVERHOUDINGOMZETINGSTOESTEL EN -WERKWIJZE
5 ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
1. Veld van de uitvinding
Het onderhavige algemene inventieve concept heeft betrekking op een schermbreedte-hoogteverhouding 10 omzettingstoestel en werkwijze en meer in het bijzonder op een toestel en een werkwijze voor het verhinderen van frequente omzetting van een breedte-hoogteverhouding die optreedt wegens frequente veranderingen van gedetecteerde letterboxgrenzen wanneer letterboxgrenzen automatisch 15 gedetecteerd worden en voor het adaptief omzetten van een beeldbreedte-hoogteverhouding.
2. Beschrijving van de stand van de techniek
In het algemeen maakt een televisieset als een van de 20 beeldafbeeldinrichtingen het gebruikers mogelijk om een verticale breedte-hoogteverhouding van een invoerbeeld te selecteren door middel van het op diverse manieren veranderen van beeldpuntverhoudingen in de verticale richting ongeacht de breedte-hoogteverhouding van het invoerbeeld teneinde 25 programma's op een scherm te bekijken die een geselecteerde verticale breedte-hoogteverhouding hebben. De meeste conventionele televisiesets hebben echter een schermbreedte-hoogteverhouding van 4:3 in een afbeeldformaat van het scherm van een kathodestraalbuis (cathode ray tube, CRT) type 30 beeldafbeeldinrichting. Op soortgelijke wijze hebben de meeste beeld (signaal) bronnen de 4:3 schermbreedte-hoogteverhouding. Dat wil zeggen dat niet alle beeldbronnen de 4:3 schermbreedte-hoogteverhouding hebben. Films 1030786 2 (filmbeeldsignaal of filmbron) worden bijvoorbeeld omgezet vanaf een filmformaat naar een videotapeformaat teneinde gereproduceerd te worden of verzonden te worden als televisiesignaal. Dergelijke filmbronnen dienen omgezet te 5 worden om de 4:3 schermbreedte-hoogteverhouding te hebben die geschikt is voor de meeste televisiesets, wanneer deze omgezet worden in het videoformaat. De filmbronnen omvatten breedbeeld- (wide screen) beeldbronnen die een afbeeldformaat hebben van bijvoorbeeld een 16:9 schermbreedte-hoogte-10 verhouding.
Inrichtingen zoals een "flying spot telecine" worden gebruikt om de filmbronnen om te zetten in videotapeformaat. De "flying spot telecine" heeft een venster of een frame met een 4:3 schermbreedte-hoogteverhouding en in het algemeen 15 verplaatst een operator van de "flying spot telecine" het venster naar links en naar rechts, waarbij de linker- en rechterzijden van de filmbeelden zo veel mogelijk afgesneden worden terwijl de actie in de film gevolgd wordt, aangezien de breedte van de filmbeelden breder is dan de breedte van 20 het scherm met een 4:3 breedte-hoogteverhouding wanneer de hoogte van de filmbeelden past binnen het scherm van de 4:3 breedte-hoogteverhouding. Indien een filmbron met een 16:9 schermbreedte-hoogteratio aldus wordt omgezet in een beeldsignaal met de 4:3 breedte-hoogteverhouding, wordt een 25 deel van het beeldsignaal niet getoond omdat het beeld afgesneden is van de filmbeelden.
Indien breedschermbeelden met een 16:9 breedte-hoogteverhouding in schaal verkleind worden tot een beeldbreedte die past binnen de linker- en rechtergrenzen van 30 een scherm met een 4:3 breedte-hoogteverhouding, dient de hoogte van de breedbeeld beelden nog meer in schaal verkleind te worden. Als gevolg hiervan worden de breedschermbeelden compleet afgebeeld op het scherm van een 4:3 breedte- 3 hoogteverhouding, maar kan een deel corresponderend met de bovenzijde en de onderzijde van het scherm van de 4:3 breedte-hoogteverhouding niet afgebeeld worden. Daarom worden donkere randen afgebeeld aan de bovenzijde en aan de 5 onderzijde van de op het scherm van een 4:3 breedte- hoogteverhouding afgebeelde breedschermbeelden teneinde een onecht signaal te vermijden die in het niet getoonde deel kan worden gegenereerd.
Dergelijke beelden met donkere randen worden 10 gewoonlijk letterboxformaatbeelden genoemd. Dat wil zeggen dat de letterboxformaatbeelden blanco ruimten aan de bovenzijde en aan de onderzijde van een gebied waarop de beelden worden afgebeeld hebben en de blanco ruimten ("letterboxgebieden") corresponderen met niet-15 signaalgebieden. Indien er letterboxgebieden in een invoerbeeld zijn, wordt het beeld niet afgebeeld in de letterboxgebieden, maar afgebeeld op een substantieel beeldgebied buiten de letterboxgebieden.
In een conventionele, in een afbeeldinrichting 20 geïmplementeerde "auto-wide" functie wordt een beeldgrootte in het substantiële beeldgebied anders dan de letterboxgebieden geschakeld naar een andere beeldgrootte die geschikt is voor het scherm van de beeldafbeeldinrichting. De "auto-wide" functie voor het schakelen van de beeldgrootte 25 detecteert de invoerbeeldbreedte-hoogteverhouding gebaseerd op de letterboxgrenzen die de letterboxgebieden van het substantiële beeldgebied scheiden.
Op conventionele wijze worden letterboxgebieden gedetecteerd door het vergelijken van opeenvolgende lijnen 30 van het invoerbeeld. Een conventionele werkwijze voor het detecteren van de letterboxgrenzen schakelt echter vaak beeldgrootten die gedurende het afbeelden wanneer computer graphics interface (CGI) zoals ondertitels en logo's in de 4 letterboxgebieden bestaan en de conventionele werkwijze kan niet op exacte wijze de grenswaarden van de letterboxgebieden detecteren wegens het niet kunnen detecteren van de randen bij de substantiële grenzen van de letterboxgebieden die 5 ondertitels of logo's bevatten. Frequente veranderingen van de beeldgrootte en de breedte-hoogteverhouding van de afgebeelde beelden zorgt aldus voor een probleem dat televisiekijkers visuele vermoeidheid kunnen ondervinden.
10 SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Het onderhavige algemene inventieve concept verschaft een breedte-hoogteverhoudingomzettingstoestel en werkwijze die een auto-wide functie hebben teneinde kijkers meer gemak en stabiliteit te verschaffen door gebruik te maken van 15 actieve en inactieve gebieden en door als geldige detectiewaarden slechts de letterboxgrenswaarden te bepalen die behoren bij de actieve gebieden.
Additionele aspecten en voordelen van het onderhavige algemene inventieve concept zullen gedeeltelijk uiteengezet 20 worden in de volgende beschrijving en gedeeltelijk duidelijk blijken uit de beschrijving of kunnen geleerd worden uit de praktijk van toepassing van het algemene inventieve concept.
De voorgaande en/of andere aspecten van het onderhavige algemene inventieve concept kunnen tot stand 25 worden gebracht door het verschaffen van een b.reedte-hoogteverhoudingomzettingstoestel, omvattende een letterboxgrensdetectie-eenheid om letterboxgrenswaarden van een huidig invoerbeeld te detecteren, een adaptieve uitvoereenheid om te bepalen of de gedetecteerde 30 letterboxgrenswaarden geldig zijn en om de gedetecteerde letterboxgrenswaarden uit te voeren indien de gedetecteerde letterboxwaarden geldig zijn, en een schalingseenheid om de grootte van het substantieel beeldgebied aan te passen om te 5 passen in de grootte van een scherm van een afbeeldinrichting gebaseerd op de letterboxgrenswaarden die zijn ontvangen vanuit de adaptieve uitvoereenheid.
De letterboxgrenswaarden kunnen een letterbox 5 bovenste grenswaarde en een letterbox onderste grenswaarde omvatten.
De adaptieve uitvoereenheid kan omvatten een drempelwaarde-insteleenheid om de drempelwaarden dr_a, dr_b, drl, dr2, dr3 en dr4 in te stellen corresponderend met de 10 grootte van het huidige invoerbeeld, een inactief gebied insteleenheid om een eerste inactief gebied in te stellen en een tweede inactief gebied in een eerste actief gebied en een tweede actief gebied, respectievelijk gelegen boven de eerdere letterboxbovengrenswaarde en onder een eerdere 15 letterboxondergrenswaarde, gebaseerd op de letterbox- bovengrens en letterboxondergrenswaarden gedetecteerd van een vorig beeld en de drempelwaarden dr_a en dr_b die zijn verschaft vanaf de drempelwaarde-insteleenheid, en een vergelijkingseenheid om te bepalen of de letterboxboven-20 grenswaarde van het huidige beeld behoort bij het eerste actieve gebied en of de letterboxondergrenswaarde gedetecteerd uit het huidige beeld behoort bij het tweede actieve gebied en om te bepalen of de vanaf het huidige invoerbeeld gedetecteerde letterboxgrenswaarden geldig zijn. 25 Breedten van de eerste en tweede inactieve gebieden kunnen bepaald worden door de drempelwaarden dr_a en dr_b.
De inactief insteleenheid kan een beeldcentrumdeel van het huidige invoerbeeld aansturen, waaraan een substantieel signaal wordt ingevoerd om de eerste en tweede 30 inactieve gebieden te overlappen.
De breedte van het eerste actieve gebied kan bepaald worden door de eerste en tweede drempelwaarden drl en dr2 en 6 de breedte van het tweede actieve gebied kan bepaald worden door de derde en vierde drempelwaarden dr3 en dr4.
Het eerste inactieve gebied kan zich bevinden in het eerste actieve gebied en het tweede inactieve gebied kan zich 5 bevinden in het tweede actieve gebied.
Indien de uit het huidige beeld gedetecteerde letterboxbovengrenswaarde behoort bij het eerste actieve gebied, kan de vergelijkingseenheid bepalen dat de letterboxboven-grenswaarde een geldige detectiewaarde is.
10 Indien de letterboxondergrenswaarde zich binnen het tweede actieve gebied bevindt, kan de vergelijkingseenheid bepalen dat de letterboxondergrenswaarde een geldige detectiewaarde is.
De adaptieve uitvoereenheid kan verder een 15 beslissingseenheid omvatten om de letterboxbovengrenswaarde en de letterboxondergrenswaarde van het eerdere beeld uit te voeren naar de schalingseenheid indien een verschil tussen de gedetecteerde letterboxbovengrenswaarde en de gedetecteerde letterboxondergrenswaarde groter is dan een voorafbepaalde 20 drempelwaarde en hetzij de letterboxbovengrenswaarde of de letterboxondergrenswaarde niet geldig is.
De beslissingseenheid kan gelokaliseerd zijn tussen de vergelijkingseenheid en de schalingseenheid.
De voorgaande en/of andere aspecten van het 25 onderhavige algemene inventieve concept kunnen tevens tot stand worden gebracht door het verschaffen van een breedte-hoogteverhoudingomzettingswerkwijze, omvattende het detecteren van letterboxgrenswaarden van een huidig invoerbeeld, het bepalen of de letterboxgrenswaarden geldig 30 zijn en het uitvoeren van de letterboxgrenswaarden indien deze geldig zijn, het aanpassen van de grootte van een substantieel beeldgebied om te passen (fit) binnen de grootte 7 van een scherm van een afbeeldinrichting gebaseerd op de uitvoerletterboxgrenswaarden.
De letterboxgrenswaarden kunnen een letterbox bovenste grenswaarde en een letterbox onderste grenswaarde 5 omvatten.
Het uitvoeren van de letterboxgrenswaarden kan omvatten het instellen van drempelwaarden dr_a, dr_b, drl, dr2, dr3 en dr4 corresponderend met de grootte van het huidige invoerbeeld, het instellen van een eerste inactief 10 gebied en een tweede inactief gebied in respectievelijk een eerste actief gebied en een tweede actief gebied, gelokaliseerd boven een eerdere letterboxbovengrenswaarde en onder een eerdere letterboxondergrenswaarde, gebaseerd op de eerdere letterboxbovengrenswaarden en letterboxonder-15 grenswaarden die zijn gedetecteerd uit een eerder beeld en de drempelwaarden dr_a en dr_b die zijn verschaft bij de instelling van de drempelwaarden en het instellen of de letterboxbovengrenswaarde die gedetecteerd is in het huidige beeld, behoort bij het eerste inactieve gebied en of de 20 letterboxondergrenswaarde die is gedetecteerd in het huidige beeld behoort bij het tweede actieve gebied en het bepalen of de in het huidige beeld gedetecteerde letterboxbovengrenswaarden en ondergrenswaarden geldig zijn.
Breedtes van de eerste en tweede inactieve gebieden 25 kunnen bepaald worden door de drempelwaarden dr_a en dr_b.
Een beeldcentrumdeel van het huidige invoerbeeld waarop het substantiële signaal ingevoerd wordt, kan de eerste en tweede inactieve gebieden overlappen.
De breedte van het eerste actieve gebied kan bepaald 30 worden door de eerste en tweede drempelwaarden drl en dr2 en een breedte van het tweede actieve gebied kan bepaald worden door de derde en vierde drempelwaarden dr3 en dr4.
8
Het eerste inactieve gebied kan zich bevinden in het eerste actieve gebied en het tweede inactieve gebied kan zich bevinden in het tweede actieve gebied.
Indien de in het huidige beeld gedetecteerde 5 letterboxbovengrenswaarde behoort bij het eerste actieve gebied, kan het bepalen of de in het huidige beeld gedetecteerde letterboxbovengrenswaarden en letterboxondergrenswaarden geldig zijn, omvatten het bepalen dat de letterboxboven-grenswaarde een geldige detectiewaarde 10 is.
Indien de letterboxondergrenswaarde gedetecteerd uit het huidige beeld behoort bij het tweede actieve gebied, kan het bepalen of de letterboxbovengrens- en letterboxondergrenswaarden die zijn gedetecteerd in het huidige 15 invoerbeeld, geldig zijn omvatten het bepalen dat de letterboxondergrenswaarde een geldige detectiewaarde is.
De voorgaande en/of andere aspecten van het onderhavige algemene inventieve concept kunnen tevens tot stand worden gebracht door het verschaffen van een toestel om 20 een invoerbeeld dat een eerste breedte-hoogteverhouding heeft, om te zetten in een beeld dat moet passen (fit) binnen een scherm met een tweede breedte-hoogteverhouding, het toestel omvattende een letterboxgrensdetectie-eenheid om een eerste letterboxgrens en een tweede letterboxgrenswaarde van 25 een invoerbeeldsignaal dat een eerste breedte-hoogteverhouding heeft welke is afgebeeld op een scherm met een tweede breedte-hoogteverhouding, te detecteren, een adaptieve uitvoereenheid om op selectieve wijze een van de eerste letterboxgrenswaarde en een eerdere eerste letterbox-30 grenswaarde, en één van de tweede letterboxgrenswaarde en een eerdere tweede letterboxgrenswaarde uit te voeren volgens de eerste en tweede letterboxgrenswaarden en corresponderende referentiewaarden, en een beeldomzettingseenheid om de eerste 9 breedte-hoogteverhouding van het invoerbeeldsignaal te berekenen door gebruik te maken van de ontvangen eerste en tweede letterboxgrenswaarden en om het invoerbeeldsignaal om te zetten in een ander beeld dat past binnen het scherm met 5 de tweede breedte-hoogteverhouding.
De voorgaande en/of andere aspecten van het onderhavige algemene inventieve concept kunnen tevens tot stand worden gebracht door het verschaffen van een adaptieve uitvoereenheid die gebruikt wordt in een toestel om 10 invoerbeelden met een breedte-hoogteverhouding die berekend is gebaseerd op letterboxgrenswaarden om te zetten in beelden met een voorafbepaalde breedte-hoogteverhouding, waarbij de adaptieve uitvoereenheid omvat een grensgebiedeninsteleenheid om een afgebeeld beeldgebied te definiëren dat een 15 voorafbepaalde breedte-hoogteverhouding heeft, waarbij een eerste inactief gebied een eerste inactief gebiedbreedte binnen het afgebeelde beeldgebied heeft en een tweede inactief gebied een tweede inactief gebiedbreedte binnen het afgebeeld beeldgebied heeft en een beslissingseenheid om een 20 eerste gedetecteerde letterboxgrenswaarde en een tweede gedetecteerde letterboxgrenswaarde van een invoerbeeld dat past binnen de breedte of de hoogte van het afgebeelde beeldgebied te ontvangen en om de eerste gedetecteerde letterboxgrenswaarde uit te voeren indien de eerste 25 gedetecteerde letterboxgrenswaarden zich buiten het eerste inactieve gebied bevindt en om de tweede gedetecteerde letterboxgrenswaarden uit te voeren indien de tweede gedetecteerde letterboxgrenswaarden zich buiten het tweede inactieve gebied bevindt.
30 De voorgaande en/of andere aspecten van het onderhavige algemene inventieve concept kunnen tevens tot stand worden gebracht door het verschaffen van een werkwijze voor het omzetten van invoerbeelden met een eerste breedte- 10 hoogteverhouding in een beeld dat moet passen binnen een scherm met een tweede breedte-hoogteverhouding, de werkwijze omvattende het detecteren van een eerste letterboxgrenswaarde en een tweede letterboxgrenswaarde van een invoerbeeldsignaal 5 dat een eerste breedte-hoogteverhouding heeft, afgebeeld op een scherm met een tweede breedte-hoogteverhouding, het op selectieve wijze uitvoeren van de eerste letterboxgrenswaarde op een eerdere eerste letterboxgrenswaarde volgens de eerste en tweede letterboxgrenswaarden en corresponderende 10 referentiewaarden en het op selectieve wijze uitvoeren van het tweede letterboxgrenswaarden en de eerdere tweede letterboxgrenswaarden volgens de eerste en tweede letterboxgrenswaarden en corresponderende referentiewaarden en het berekenen van de eerste breedte-hoogteverhouding van 15 het invoerbeeldsignaal door gebruik te maken van de ontvangen eerste en tweede letterboxgrenswaarden en het omzetten van het invoerbeeldsignaal in een ander beeldsignaal dat past binnen het scherm met de tweede breedte-hoogteverhouding.
De voorgaande en/of andere aspecten van het 20 onderhavige algemene inventieve concept kan tevens tot stand worden gebracht door het verschaffen van een werkwijze voor het selectief uitvoeren van gedetecteerde letterboxgrenswaarden omvattende het definiëren van een afgebeeld beeldgebied met een voorafbepaalde breedte-hoogteverhouding, 25 een eerste inactief gebied met een eerste inactief gebiedbreedte binnen het afgebeelde beeldgebied en een tweede inactief gebied met een tweede inactief gebiedbreedte binnen het afgebeelde beeldgebied, het detecteren van eerste en tweede letterboxgrenswaarden van het invoerbeeld dat past 30 binnen de breedte of de hoogte van het afgebeelde beeldgebied en het uitvoeren van de eerste gedetecteerde letterboxgrenswaarden indien de eerste gedetecteerde letterboxgrenswaarde een waarde heeft die niet behoort bij het eerste 11 inactieve gebied en de tweede gedetecteerde letterbox-grenswaarden indien het tweede inactieve gebied een waarde heeft die niet behoort bij het tweede inactieve gebied.
5 KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Deze en/of andere aspecten en voordelen van het onderhavige algemene inventieve concept zullen duidelijk en beter begrepen worden uit de volgende beschrijving van de uitvoeringsvorm, genomen in samenhang met de bij gevoegde 10 tekeningen, waarin:
Figuur 1 een blokdiagram is dat een toestel weergeeft voor het omzetten van de breedte-hoogteverhouding volgens een uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve concept; 15 figuur 2 een blokdiagram is dat een adaptieve uitvoereenheid van het toestel van figuur 1 weergeeft; figuren 3A en 3B aanzichten zijn die actieve en inactieve gebieden weergeven die gebruikt worden om te bepalen of letterboxgrenswaarden geldig zijn, 20 figuur 4 een stroomdiagram is dat een werkwijze weergeeft voor het omzetten van een beeldbreedte-hoogteverhouding volgens een uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve concept; en figuur 5 een voorbeeldaanzicht is dat een 25 omzettingstoestand van een beeld met letterboxgebieden naar een beeld zonder letterboxgebieden weergeeft.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOERINGSVORMEN
30 Hier zal nu gedetailleerd verwezen worden naar de uitvoeringsvormen van het onderhavige algemene inventieve concept, voorbeelden waarvan weergegeven worden in de bijgevoegde tekeningen, waarin dezelfde referentienummers 12 verwijzen naar dezelfde elementen. De uitvoeringsvormen worden hieronder beschreven teneinde het onderhavige algemene inventieve concept onder verwijzing naar de figuren uiteen te zetten.
5 Figuur 1 is een blokdiagram dat een toestel weergeeft voor het omzetten van een breedte-hoogteverhouding volgens een uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve concept. In figuur 1 heeft toestel 100 een letterbox-grensdetectie-eenheid 10, een adaptieve eenheid 20 en een 10 schalingseenheid 30.
De letterbox grensdetectie-eenheid 10 detecteert één of meer letterbox grenswaarden van één of meer letterboxgebieden van een huidig invoerbeeld. Het huidige beeld kan een beeldcentrumdeel en de letterboxgebieden 15 omvatten. Eén of meer letterboxgrenswaarden representeren waarden tussen het beeldcentrumdeel en de respectievelijke letterboxgebieden.
De adaptieve uitvoereenheid 20 bepaalt of de gedetecteerde letterboxgrenswaarden van het huidige 20 invoerbeeld geldig zijn. De adaptieve uitvoereenheid 20 voert de letterboxgrenswaarden van het huidige invoerbeeld uit indien de gedetecteerde letterboxgrenswaarden geldig zijn en voert eerdere letterboxgrenswaarden van het eerdere beeld uit indien de gedetecteerde letterboxwaarden niet geldig zijn.
25 Wanneer de gedetecteerde letterboxgrenswaarde behoort bij een waarde van een actief gebied, wordt bepaald dat de gedetecteerde letterboxwaarde geldig is. Wanneer de gedetecteerde letterboxgrenswaarde niet behoort bij de waarde van het actieve gebied, maar een waarde van een inactief 30 gebied, wordt bepaald dat de gedetecteerde letterboxgrenswaarde niet geldig is. Het actieve gebied representeert een gebied omvattende een letterbox. Het inactieve gebied representeert een gebied dat geen 13 objectbeeld omvat. Wanneer bijvoorbeeld een ondertiteling of een logo in de letterbox aanwezig is en de letterboxgrenswaarden corresponderen met een grens tussen het beeldcentrumdeel en de letterbox gerelateerd is aan de waarde 5 van het actieve gebied, wordt bepaald dat de letterboxwaarde geldig is.
Figuur 2 is een blokdiagram dat de adaptieve uitvoereenheid 20 van het toestel 100 van figuur 1 weergeeft. In figuur 2 heeft de adaptieve uitvoereenheid 20 een 10 drempelinstellingseenheid 22, een inactief gebied instellingseenheid 24, en een vergelijkingseenheid 26. Verder kan de adaptieve uitvoereenheid 20 een beslissingseenheid 28 omvatten alhoewel de beslissingseenheid 22 een optionele component van de adaptieve uitvoereenheid 20 kan zijn, kan de 15 beslissingseenheid 28 verder verifiëren of uitvoerwaarden van de vergelijkingseenheid 26 geldig zijn. De beslissingseenheid 28 kan bevestigen dat de gedetecteerde letterboxgrenswaarden geldig zijn indien het verschil tussen de letterboxgrenswaarde substantieel gelijk is aan de 20 voorafbepaalde waarde die de breedte van een huidig invoerbeeld representeert. Indien het verschil niet substantieel gelijk is aan de voorafbepaalde waarde kan de beslissingseenheid 28 de gedetecteerde letterboxgrenswaarden als ongeldig maken. Indien verder slechts één van de 25 gedetecteerde letterboxgrenswaarden geldig is, kan een beslissingseenheid 28 de gedetecteerde letterboxgrenswaarden ongeldig maken.
De drempelinstellingseenheid 22 stelt invoerparameters DR_A, DR_B, DR1, DR2, DR3 en DR4 in op 30 geoptimaliseerde drempelwaarden dr_a, dr_b, drl, dr2, dr3 en dr4 afhankelijk van de grootte en de breedte-hoogteverhouding van één of meer invoerbeelden. De geoptimaliseerde drempelwaarden dr_a en dr_b worden gebruikt om de breedten te 14 bepalen van één of meer inactieve gebieden en eerste, tweede, derde en vierde drempelwaarden drl, dr2, dr3 en dr4 worden gebruikt om de breedten van één of meer actieve gebieden te bepalen. Figuur 3 illustreert de actieve en inactieve 5 gebieden die gebruikt worden om te bepalen of de gedetecteerde letterboxgrenswaarden geldig zijn. In figuur 3A zijn de actieve gebieden een eerste actief gebied 40a en een tweede actief gebied 40b, en zijn de inactieve gebieden een eerste inactief gebied 50a en een tweede inactief gebied 50b. 10 Het eerste inactieve gebied 50a kan zich bevinden tussen de eerste actieve gebieden 40a, en het tweede inactieve gebied 50b kan zich bevinden tussen tweede actieve gebieden 40b. De breedte van een eerste actief gebied 40a wordt bepaald door de eerste drempelwaarde drl en de tweede drempelwaarde dr2 en 15 de breedte van het tweede actieve gebied 40b wordt bepaald door de derde drempelwaarde dr3 en de vierde drempelwaarde dr4. De breedte representeert de dimensie van elk gebied in een richting langs welke het actieve gebied, het inactieve gebied, en het beeldcentrumdeel op een scherm van de 20 afbeelding geplaatst zijn.
Verder bepalen de drempelwaarden dr_a en dr_b het bestaan van respectievelijk het eerste inactieve gebied 50a en het tweede inactieve gebied 50b geplaatst tussen de eerste en tweede actieve gebieden 40a en 40b.
25 De inactief gebied insteleenheid 24 stelt de eerste en tweede inactieve gebieden 50a en 50b respectievelijk binnen de eerste en tweede actieve gebieden 40a en 40b gelokaliseerd boven of onder eerdere letterbox grenswaarden in, gebaseerd op iedere letterboxgrenswaarde die zijn 30 gedetecteerd uit een eerder beeld en de drempelwaarden dr_a en dr_b die zijn verschaft vanuit de drempelinstellingseenheid 22.
15
De vergelijkingseenheid 26 heeft eerste en tweede vergelijkers 26a en 26b. De eerste vergelijker 26a besluit of een letterbox bovengrenswaarde die gedetecteerd is in het huidige beeld, behoort bij het eerste actieve gebied 40a en 5 de tweede vergelijker 26b beoordeelt of een letterboxondergrenswaarde, die is gedetecteerd in het huidige beeld, behoort bij het tweede actieve gebied 40b. De vergelijkingseenheid 26 bepaalt of de in het huidige beeld gedetecteerde letterboxgrenswaarden geldig zijn volgens de 10 resultaten van de vergelijkers 26a en 26b. Een gedetecteerde letterboxgrenswaarde is geldig indien de gedetecteerde letterboxgrenswaarde correspondeert met de waarde van een actief gebied. Indien de gedetecteerde letterboxgrenswaarde niet correspondeert met de waarde van het actieve gebied, 15 maar een waarde van het inactieve gebied, is de gedetecteerde letterboxwaarde niet geldig. Dat wil zeggen dat indien de letterboxbovengrenswaarde die is gedetecteerd in het huidige beeld, behoort bij het eerste actieve gebied 40a, de vergelijkingseenheid 26 besluit dat de gedetecteerde 20 letterboxbovengrenswaarde van het huidige invoerbeeld een geldige detectiewaarde is en zendt de gedetecteerde letterboxbovengrenswaarde van het huidige invoerbeeld naar de schalingseenheid 30. Indien de in het huidige invoerbeeld gedetecteerde letterboxondergrenswaarde behoort bij het 25 tweede actieve gebied 40b besluit de vergelijkingseenheid 26 dat de gedetecteerde letterbox ondergrenswaarde van het huidige invoerbeeld een geldige detectiewaarde is en zendt de gedetecteerde letterboxondergrenswaarde van het huidige invoerbeeld naar schalingseenheid 30.
30 Verder, zoals is getoond in fig. 3B, besluit, indien de gedetecteerde letterboxbovengrenswaarde van het huidige invoerbeeld behoort bij het eerste inactieve gebied 50a, de vergelijkingseenheid 26 dat de huidige gedetecteerde 16 letterboxbovengrenswaarde niet de geldige detectiewaarde is. Indien de gedetecteerde letterboxondergrenswaarde van het huidige invoerbeeld behoort bij het tweede inactieve gebied 50b besluit de vergelijkingseenheid 26 dat de huidige 5 gedetecteerde letterboxondergrenswaarde niet de geldige detectiewaarde is. Zoals boven beschreven is, voert de vergelijkingseenheid 26, indien hetzij de gedetecteerde letterboxbovengrenswaarde of de gedetecteerde letterboxondergrenswaarde van het huidige invoerbeeld niet de 10 geldige detectiewaarde is, aan de beslissingseenheid 28 de letterboxbovengrenswaarde of de letterboxondergrenswaarde, gemeten vanuit een eerder beeld.
De schalingseenheid 30 past de grootte aan van een beeld zodat een substantieel beeldgebied (beeldcentrumdeel) 15 behalve de letterboxgebieden, past binnen de grootte (fits the size) van het scherm van de afbeeldinrichting, gebaseerd op de letterboxgrenswaarden die zijn verschaft vanuit de selectieve uitvoereenheid 20.
Zoals is getoond in figuur 2 kan de selectieve 20 uitvoereenheid 20 verder omvatten de beslissingseenheid 28 tussen de vergelijkingseenheid 26 en de schalingseenheid 30 teneinde een uitvoerwaarde van de vergelijkingseenheid 26 verder te controleren.
Zoals boven beschreven is, besluit de 25 beslissingseenheid 28, indien de beslissingseenheid 28 is opgenomen in de adaptieve uitvoereenheid 20, een finale uitvoer afhankelijk van de posities van de letterboxbovengrenswaarde en de letterboxondergrenswaarde die ontvangen zijn vanaf de vergelijkingseenheid 26.
30 Dat wil zeggen dat indien een verschil tussen de letterboxbovengrenswaarde en de letterboxondergrenswaarde groter is dan een voorafbepaalde drempelwaarde of een van de letterboxbovengrenswaarden of de letterboxondergrenswaarden 17 niet geldig is, maakt de beslissingseenheid 28 veranderingen van de letterboxgrenswaarde ongeldig en voert de letterboxgrenswaarden van het eerdere beeld uit naar de schalingseenheid 30.
5 Figuur 4 is een stroomdiagram dat de werkwijze toont voor het omzetten van een breedte-hoogteverhouding volgens een uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve concept. Verwijzend naar figuren 1, 2 en 4, detecteert allereerst de letterboxgrensdetectie-eenheid 10 één of meer 10 letterboxgrenswaarden van een huidig invoerbeeld (bewerking S410).
Hieronder wordt een werkwijze voor het detecteren van grenswaarden van letterboxgebieden volgens een uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve 15 concept beschreven. Een gemiddelde beeldpuntwaarde wordt berekend over een donker strookdeel en, indien een verschil tussen de berekende gemiddelde beeldpuntwaarde en de beeldpuntwaarde van een huidig beeldpunt kleiner is dan een voorafbepaalde drempelwaarde Dl, detecteert de werkwijze dat 20 het huidige beeldbeeldpunt een donker beeldpunt is. Indien de gedetecteerde donkere beeldpunten opeenvolgend lijken te zijn, vormen de gedetecteerde donkere beeldpunten een lengte (length) van de donkere beeldpunten die is gedefinieerd als "zwarte looplengte (black run-length, BRL)".
25 Indien een waarde van BRL groter is dan een voorafbepaalde tweede drempelwaarde D2, dat wil zeggen dat indien de lengte van de opeenvolgende donkere beeldpunten die een zwarte strook vormen van een huidige lijn groter is dan een bepaalde lengte, wordt gedetecteerd dat de lijn van een 30 invoerbeeld zich in een letterboxgebied bevindt. Hierna worden de als zich bevindend in de letterboxgebieden gedetecteerde lijnen gebruikt om de letterboxgrenswaarden te bepalen. Dat wil zeggen dat indien een lijn op dezelfde 18 positie van een invoerbeeld gedetecteerd is als een van de letterboxgrenzen in meer dan een voorafbepaald aantal keren, wordt de positie van de lijn uiteindelijk gedetecteerd als de letterboxgrens van het invoerbeeld en wordt een inactief 5 gebied dienovereenkomstig gepositioneerd door de inactief gebied instellingseenheid 24.
De bovenbeschreven werkwijze voor het detecteren van letterboxgebieden wordt toegepast op de onderhavige uitvoeringsvorm, maar andere algemene werkwijzen kunnen 10 gebruikt worden om de letterboxgrenzen van de letterboxgebieden te detecteren.
Indien een letterboxgrenswaarde van een huidig invoerbeeld gedetecteerd is in de bewerking S410, stelt de drempelinstellingseenheid 22 de invoerparameters DR_A, DRAB, 15 DR1, DR2, DR3 en DR4 in op·de drempelwaarden afhankelijk van het invoerbeeld (bewerking S420).
Hier kan de drempelinsteleenheid 22 de invoerparameters instellen op vooraf ingestelde waarden corresponderend met de grootte van het invoerbeeld en een 20 invoerbeeldbreedte-hoogteverhouding of via waarden die zijn berekend evenredig met de grootte van het invoerbeeld.
Hier worden de geoptimaliseerde drempelwaarden dr_a en drab gebruikt om de breedten te bepalen van de inactieve gebieden en de eerste tot en met vierde drempelwaarden drl, 25 dr2, dr3 en dr4 worden gebruikt om de breedten van de actieve gebieden te bepalen.
De inactief gebiedinsteleenheid 24 stelt de eerste en tweede inactieve gebieden 50a en 50b in de eerste en tweede actieve gebieden 40a en 40b, gelokaliseerd boven en onder een 30 eerdere letterboxgrenswaarde, gebaseerd op letterboxgrenswaarden die zijn gedetecteerd in een eerder beeld en de voorafbepaalde drempelwaarden dr_a en drab verschaft vanuit de drempelinsteleenheid 22 (bewerking S430) 19 in. Hier bestuurt de inactief gebied insteleenheid 24 het beeldcentrumdeel waarin het substantiële beeldsignaalgebied ingevoerd is om ingesteld te worden teneinde de inactieve gebieden te overlappen. Zoals boven genoemd is, worden de 5 inactieve gebieden 40a en 40b met een grote breedte ingesteld teneinde een beeldcentrumdeel te overlappen waarin het substantiële beeldsignaal ingevoerd wordt teneinde een auto-wide functie op stabiele wijze te implementeren door het veranderingen in een beeldcentrumdeel te verminderen 10 aangezien het zeer wel mogelijk is voor een donker beeldsignaal om ingevoerd te worden in een centrumdeel van een beeld.
Vervolgens bepaalt de eerste vergelijker 26a van de vergelijkingseenheid 26 of de in het huidige invoerbeeld 15 gedetecteerde letterboxbovengrenswaarde behoort bij het eerste actieve gebied 40a en bepaalt de tweede vergelijker 26b of de in het huidige invoerbeeld gedetecteerde letterboxondergrenswaarde behoort bij het tweede actieve gebied (bewerking S440).
20 Als gevolg van de bepaling bepaalt de vergelijkingseenheid 26, indien de in het huidige invoerbeeld gedetecteerde letterboxgrenswaarden behoren bij een van de actieve gebieden (bewerking S450), dat de gedetecteerde letterboxgrenswaarden van het huidige beeld geldige 25 detectiewaarden zijn en voert deze de letterboxgrenswaarden van het huidige invoerbeeld uit naar de beslissingseenheid 28 (bewerking S470) .
Indien de in het huidige beeld gedetecteerde letterboxgrenswaarden behorend bij één van de inactieve 30 gebieden, wordt verder bepaald dat de gedetecteerde letterboxgrenswaarden geen geldige detectiewaarden zijn en voert de vergelijkingseenheid 26 de in een eerder beeld 20 gemeten letterboxgrenswaarden uit naar de beslissingseenheid 28 (bewerking S480).
Figuur 5 is een voorbeeldaanzicht dat een omzetting weergeeft door de schalingseenheid van een beeld met 5 letterboxgebieden naar een beeld zonder letterboxgebieden. In figuur 5 past de schalingseenheid 30 het substantiële beeldgebied aan door schaling en expandering van het substantiële beeldgebied en het veranderen van de breedte-hoogteverhouding om het te passen binnen de grootte van het 10 scherm van een afbeeldinrichting. De schalingseenheid voert de conversie uit gebaseerd op de letterboxgrenswaarden (0_0PWAARTS en 0_NEERWAARTS) verschaft vanaf de adaptieve uitvoereenheid 20 (bewerking S490) zodat het beeld met letterboxgebieden aangepast is om te passen binnen de grootte 15 van het scherm van de afbeeldinrichting en omgezet is naar het beeld zonder letterboxgebieden.
Zoals boven genoemd is, bepaalt het onderhavige algemene inventieve concept als geldige detectiewaarden slechts de letterboxgrenswaarden binnenin de actieve 20 gebieden, waardoor een stabiele auto-wide functie verschaft wordt. Dat wil zeggen dat indien de gedetecteerde letterboxgrenzen van een huidig beeld enigszins variëren binnen de inactieve gebieden, eerdere letterboxgrenswaarden verschaft worden aan de schalingseenheid waardoor 25 letterboxgrensposities en de breedte- hoogteverhoudingomzetting van het eerdere beeld wanneer de auto-wide functie wordt toegepast, behouden blijven. Wanneer de gedetecteerde letterboxgrenzen van het huidige beeld significant variëren binnen de actieve gebieden, worden de 30 gedetecteerde letterboxgrenswaarden verschaft aan de schalingseenheid waardoor de letterboxgrensposities en de breedte-hoogteverhoudingomzetting aangepast worden wanneer de auto-wide functie wordt toegepast.
21
Zoals eerder genoemd is, heeft het onderhavige algemene inventieve concept het voordeel van het verschaffen van een stabielere auto-wide functie door het verschaffen van frequente veranderingen van de schermbreedte-hoogteverhouding 5 die optreden wegens veranderingen van de gedetecteerde letterboxgrenzen, aangezien het onderhavige algemene inventieve concept als geldige detectiewaarden slechts de letterboxgrenswaarden bepaalt, die behoren bij de actieve gebieden wanneer letterboxgrenzen van een invoerbeeld 10 gedetecteerd worden en wanneer de beeldbreedte-hoogteverhoudingen adaptief veranderd worden.
Alhoewel enige uitvoeringsvormen van het onderhavige algemene inventieve concept getoond en beschreven zijn, zal de vakman begrijpen dat veranderingen kunnen worden 15 uitgevoerd in deze uitvoeringsvormen zonder af te wijken van de principes en het wezen van het algemene inventieve concept, de omvang waarvan gedefinieerd wordt in de bij gevoegde conclusies en door hun equivalenten.
1030786

Claims (28)

1. Breedte-hoogteverhoudingomzettingstoestel, omvattende: 5 een letterboxgrensdetectie-eenheid om letterboxgrenswaarden van een huidig invoerbeeld te detecteren; een adaptieve uitvoereenheid om te bepalen of de gedetecteerde letterboxgrenswaarden geldig zijn en om de 10 gedetecteerde letterboxgrenswaarden uit te voeren indien de gedetecteerde letterboxwaarden geldig zijn; en een schalingseenheid om de grootte van het substantieel beeldgebied aan te passen om te passen in de grootte van een scherm van een afbeeldinrichting gebaseerd op 15 de letterboxgrenswaarden die zijn ontvangen vanuit de adaptieve uitvoereenheid.
2. Breedte-hoogteverhoudingomzettingstoestel volgens conclusie 1, waarin de letterboxgrenswaarden een letterbox bovenste grenswaarde en letterbox onderste grenswaarde 20 omvatten.
3. Breedte-hoogteverhoudingomzettingstoestel volgens conclusie 2, waarin de letterboxgrensdetectie-eenheid eerdere letterbox bovenste grens en onderste grenswaarden van een eerder beeld detecteert en de adaptieve uitvoereenheid omvat: 25 een drempelwaarde-insteleenheid om de eerste en tweede inactieve breedtedrempelwaarden en eerste, tweede, derde en vierde drempelwaarden corresponderend met de grootte van een huidig invoerbeeld in te stellen; een inactief gebied insteleenheid om een eerste 30 inactief gebied in te stellen omvattende de eerdere letterboxbovengrenswaarde en een tweede inactief gebied omvattende de eerdere letterboxondergrenswaarde in een eerste actief gebied en een tweede actief gebied, respectievelijk 1030786 gebaseerd op de eerste en tweede inactieve breedten drempelwaarden die zijn verschaft vanaf de drempelwaarde-insteleenheid; en een vergelijkingseenheid om te bepalen of de 5 letterboxbovengrenswaarde behoort bij het eerste actieve gebied en of de letterboxondergrenswaarde behoort bij het tweede actieve gebied en om te bepalen of de vanaf het huidige invoerbeeld gedetecteerde letterboxgrenswaarden geldig zijn.
4. Breedte-hoogteverhoudingomzettingstoestel volgens conclusie 3, waarin breedten van de eerste en tweede inactieve gebieden bepaald worden door de eerste en tweede inactieve breedtedrempelwaarden.
5. Breedte-hoogteverhoudingomzettingstoestel volgens 15 conclusie 3, waarin de inactieve gebiedinsteleenheid een centrumdeel instelt waarin het huidige invoerbeeld afgebeeld wordt om de eerste en tweede inactieve gebieden te overlappen.
6. Breedte-hoogteverhoudingomzettingstoestel volgens 20 conclusie 3, waarin de breedte van het eerste actieve gebied bepaald wordt door de eerste en tweede drempelwaarden en de breedte van het tweede actieve gebied bepaald wordt door de derde en vierde drempelwaarden.
7. Breedte-hoogteverhoudingomzettingstoestel volgens 25 conclusie 3, waarin het eerste inactieve gebied zich in het eerste actieve gebied bevindt en het tweede inactieve gebied zich in het tweede actieve gebied bevindt.
8. Breedte-hoogteverhoudingomzettingstoestel volgens conclusie 3, waarin, indien de letterboxbovengrenswaarde zich 30 binnen het eerste actieve gebied bevindt, de vergelijkingseenheid bepaalt dat de letterboxbovengrenswaarde hun geldige detectiewaarde is.
9. Breedte-hoogteverhoudingomzettingstoestel volgens conclusie 3, waarin, indien de letterboxondergrenswaarde zich binnen het tweede actieve gebied bevindt, de vergelijkingseenheid bepaalt dat de letterboxondergrenswaarde 5 een geldige detectiewaarde is.
10. Breedte-hoogteverhoudingomzettingstoestel volgens conclusie 3, waarin de adaptieve uitvoereenheid verder omvat een beslissingseenheid om de letterboxbovengrenswaarde en de letterboxondergrenswaarde van het eerdere beeld uit te voeren 10 naar de schalingseenheid indien een verschil tussen de gedetecteerde letterboxbovengrenswaarde en de gedetecteerde letterboxondergrenswaarde groter is dan een voorafbepaalde drempelwaarde en hetzij de letterboxbovengrenswaarde of de letterboxondergrenswaarde niet geldig is.
11. Breedte-hoogteverhoudingomzettingstoestel volgens conclusie 10, waarin de beslissingseenheid gelokaliseerd is tussen de vergelijkingseenheid en de schalingseenheid.
12. Breedte-hoogteverhoudingomzettingswerkwij ze, omvattende: 20 detecteerletterboxgrenswaarden van een huidig invoerbeeld; het bepalen of de letterboxgrenswaarden geldig zijn en het uitvoeren van de letterboxgrenswaarden indien deze geldig zijn; 25 het aanpassen van de grootte van een substantieel beeldgebied om te passen (fit) binnen de grootte van een scherm van een afbeeldinrichting gebaseerd op de uitvoerletterboxgrenswaarden.
13. Breedte-hoogteverhoudingomzettingswerkwij ze 30 volgens conclusie 12, waarin de letterboxgrenswaarden een letterbox bovenste grenswaarde en een letterbox onderste grenswaarde omvatten.
14. Breedte-hoogteverhoudingomzettingswerkwijze volgens conclusie 12, waarin het uitvoeren van de letterboxgrenswaarden omvat: het detecteren van een eerdere 5 letterboxbovengrenswaarden en letterboxondergrenswaarden van een eerder beeld; het instellen van eerste en tweede inactieve breedtedrempelwaarden en eerste, tweede, derde en vierde drempelwaarden corresponderend met de grootte van het huidige 10 invoerbeeld, het instellen van eerste en tweede inactieve gebieden in respectievelijk eerste en tweede actieve gebieden waarin het eerste inactieve gebied de eerdere letterboxbovengrenswaarde omvat en waarin het eerste 15 inactieve gebied de eerdere letterboxondergrenswaarde omvat, gebaseerd op de inactieve breedtedrempelwaarden; en het bepalen of de letterboxbovengrenswaarde van het huidige invoerbeeld behoort bij het eerste actieve gebied en of de letterboxondergrenswaarde van het huidige invoerbeeld 20 behoort bij het tweede actieve gebied en voor het bepalen of de letterboxbovengrenswaarden en letterboxondergrenswaarden die zijn gedetecteerd int het huidige invoerbeeld, geldig zi jn.
15. Breedte-hoogteverhoudingomzettingswerkwij ze 25 volgens conclusie 14, waarin breedten van de eerste en tweede inactieve gebieden bepaald worden door inactieve breedten drempelwaarden.
16. Breedte-hoogteverhoudingomzettingswerkwij ze volgens conclusie 14, waarin de instelling van het eerste 30 inactieve gebied en het tweede inactieve gebied het centrale deel van het huidige invoerbeeld aanstuurt om de eerste en tweede inactieve gebieden te overlappen.
17. Breedte-hoogteverhoudingomzettingswerkwij ze volgens conclusie 14, waarin de breedte van het eerste actieve gebied bepaald wordt door de eerste en tweede drempelwaarden en de breedte van het tweede actieve gebied 5 bepaald wordt door de derde en vierde drempelwaarden.
18. Breedte-hoogteverhoudingomzettingswerkwij ze volgens conclusie 14, waarin het eerste.inactieve gebied zich in het eerste actieve gebied bevindt en het tweede inactieve gebied zich in het tweede actieve gebied bevindt.
19. Breedte-hoogteverhoudingomzettingswerkwijze volgens conclusie 14, waarin, indien de letterboxboven-grenswaarde behoort bij het eerste actieve gebied, het bepalen of de letterboxbovengrenswaarde en letterboxonder-grenswaarde van het huidige invoerbeeld geldig zijn, bepaalt 15 dat de letterboxondergrenswaarde een geldige detectiewaarde is.
20. Breedte-hoogteverhoudingomzettingswerkwijze volgens conclusie 14, waarin, indien de letterboxondergrenswaarde behoort bij het tweede actieve 20 gebied, het bepalen of de letterboxbovengrenswaarde en letterboxondergrenswaarde die zijn gedetecteerd in het huidige invoerbeeld geldig zijn, bepaalt dat de letterboxondergrenswaarde een geldige detectiewaarde is.
21. Toestel om een invoerbeeld dat een eerste 25 breedte-hoogteverhouding heeft, om te zetten in een beeld om te passen (fit) binnen een scherm met een tweede breedte-hoogteverhouding, het toestel omvattende: een letterboxgrensdetectie-eenheid om een eerste letterboxgrens en een tweede letterboxgrenswaarde van een 30 invoerbeeldsignaal dat een eerste breedte-hoogteverhouding heeft welke is afgebeeld op een scherm met een tweede breedte-hoogteverhouding, te detecteren; een adaptieve uitvoereenheid om op selectieve wijze een van de eerste letterboxgrenswaarde en een eerdere eerste letterboxgrenswaarde, en één van de tweede letterboxgrenswaarde en een eerdere tweede 5 letterboxgrenswaarde uit te voeren volgens de eerste en tweede letterboxgrenswaarden en corresponderende referentiewaarden; en een beeldomzettingseenheid om de eerste breedte-hoogteverhouding van het invoerbeeldsignaal te berekenen door 10 gebruik te maken van de ontvangen eerste en tweede letterboxgrenswaarden en om het invoerbeeldsignaal om te zetten in een ander beeld dat past binnen het scherm met de tweede breedte-hoogteverhouding.
22. Toestel volgens conclusie 21, waarin 15 de adaptieve uitvoereenheid de eerdere eerste en tweede letterboxgrenswaarden van een eerder invoerbeeldsignaal opslaat; de adaptieve uitvoereenheid de eerdere eerste letterboxgrenswaarde uitvoert indien de gedetecteerde eerste 20 letterboxgrenswaarde een waarde heeft die behoort bij een eerste inactief gebied; de adaptieve uitvoereenheid de gedetecteerde eerste letterboxgrenswaarde uitvoert indien de gedetecteerde eerste letterboxgrenswaarde een waarde heeft die behoort bij een 25 eerste actieve gebied en niet bij het eerste inactieve gebied; de adaptieve uitvoereenheid de eerdere tweede letterboxgrenswaarde uitvoert indien de gedetecteerde tweede letterboxgrenswaarde een waarde heeft die behoort bij een 30 tweede inactief gebied; en de adaptieve eenheid de gedetecteerde tweede letterboxgrenswaarde uitvoert indien de gedetecteerde tweede letterboxgrenswaarde een waarde heeft die behoort bij een tweede actief gebied en niet bij het tweede inactieve gebied.
23. Conclusie volgens conclusie 22, waarin de adaptieve uitvoereenheid bepaalt dat de eerste en tweede 5 inactieve gebieden respectievelijk de eerdere eerste en tweede letterboxgrenswaarden bevatten en dat deze een eerste voorafbepaalde breedte en een tweede voorafbepaalde breedte hebben.
24. Toestel volgens conclusie 21, waarin de adaptieve 10 uitvoereenheid niet de gedetecteerde eerste en tweede letterboxgrenswaarden uitvoert behalve indien de afstand tussen de gedetecteerde eerste en tweede letterboxgrenswaarden in hoofdzaak gelijk is aan een voorafbepaalde beeldbreedte.
25. Toestel volgens conclusie 21, waarin de adaptieve uitvoereenheid niet de gedetecteerde eerste en tweede letterboxgrenswaarden uitvoert behalve indien beide van de gedetecteerde eerste en tweede letterboxgrenswaarden zich buiten respectievelijk de eerste en tweede inactieve gebieden 20 bevinden.
26. Een adaptieve uitvoereenheid die gebruikt wordt in een toestel om invoerbeelden met een breedte-hoogteverhouding die berekend is gebaseerd op letterboxgrenswaarden om te zetten in beelden met een 25 voorafbepaalde breedte-hoogteverhouding waarbij de adaptieve uitvoereenheid omvat: grensgebieden instellingseenheid om een afgebeeld beeldgebied te definiëren dat een voorafbepaalde breedte-hoogteverhouding heeft, waarbij een eerste inactief gebied 30 een eerste inactief gebiedbreedte binnen het afgebeelde beeldgebied heeft en een tweede inactief gebied een tweede inactief gebiedbreedte binnen het afgebeeld beeldgebied heeft; en een beslissingseenheid om een eerste gedetecteerde letterboxgrenswaarde en een tweede gedetecteerde letterboxgrenswaarde van een invoerbeeld dat past binnen de breedte of de hoogte van het afgebeelde beeldgebied te 5 ontvangen en om de eerste gedetecteerde letterboxgrenswaarde uit te voeren indien de eerste gedetecteerde letterboxgrenswaarden zich buiten het eerste inactieve gebied bevindt en om de tweede gedetecteerde letterboxgrenswaarden uit te voeren indien de tweede gedetecteerde 10 letterboxgrenswaarden zich buiten het tweede inactieve gebied bevindt.
27. Werkwijze voor het omzetten van invoerbeelden met een eerste breedte-hoogteverhouding in een beeld dat moet passen binnen een scherm met een tweede breedte-15 hoogteverhouding, de werkwijze omvattende: het detecteren van een eerste letterboxgrenswaarde en een tweede letterboxgrenswaarde van een invoerbeeldsignaal dat een eerste breedte-hoogteverhouding heeft, afgebeeld op een scherm met een tweede breedte-hoogteverhouding; 20 het op selectieve wijze uitvoeren van de eerste letterboxgrenswaarde op een eerdere eerste letterboxgrenswaarde volgens de eerste en tweede letterboxgrenswaarden en corresponderende referentiewaarden en het op selectieve wijze uitvoeren van het tweede 25 letterboxgrenswaarden en de eerdere tweede letterboxgrenswaarden volgens de eerste en tweede letterboxgrenswaarden en corresponderende referentiewaarden; en het berekenen van de eerste breedte-hoogteverhouding 30 van het invoerbeeldsignaal door gebruik te maken van de ontvangen eerste en tweede letterboxgrenswaarden en het omzetten van het invoerbeeldsignaal in een ander beeldsignaal dat past binnen het scherm met de tweede breedte-hoogteverhouding.
28. Werkwijze voor het selectief uitvoeren van gedetecteerde letterboxgrenswaarden omvattende: het definiëren van een afgebeeld beeldgebied met een 5 voorafbepaalde breedte-hoogteverhouding, een eerste inactief gebied met een eerste inactief gebiedbreedte binnen het afgebeelde beeldgebied en een tweede inactief gebied met een tweede inactief gebiedbreedte binnen het afgebeelde beeldgebied; 10 het detecteren van eerste en tweede. letterboxgrenswaarden van het invoerbeeld dat past binnen de breedte of de hoogte van het afgebeelde beeldgebied; en het uitvoeren van de eerste gedetecteerde letterboxgrenswaarden indien de eerste gedetecteerde 15 letterboxgrens een waarde heeft die niet behoort bij het eerste inactieve gebied en van de tweede gedetecteerde letterboxgrenswaarden indien het tweede inactieve gebied een waarde heeft die niet behoort bij het tweede inactieve gebied. 1 0 3 0 7 8 6
NL1030786A 2004-12-30 2005-12-27 Schermbeeldverhoudingstoestel en -werkwijze. NL1030786C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
KR1020040116306A KR20060077449A (ko) 2004-12-30 2004-12-30 화면비 변환 장치 및 그 방법
KR20040116306 2004-12-30

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1030786A1 NL1030786A1 (nl) 2006-07-03
NL1030786C2 true NL1030786C2 (nl) 2007-09-06

Family

ID=36639937

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030786A NL1030786C2 (nl) 2004-12-30 2005-12-27 Schermbeeldverhoudingstoestel en -werkwijze.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US20060146190A1 (nl)
KR (1) KR20060077449A (nl)
NL (1) NL1030786C2 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20100299627A1 (en) * 2009-05-20 2010-11-25 Qualcomm Incorporated Method and apparatus for content boundary detection and scaling
CN101990045B (zh) * 2009-07-29 2014-02-19 鸿富锦精密工业(深圳)有限公司 数字图像检测系统及方法
TWI457855B (zh) * 2011-02-01 2014-10-21 Aten Int Co Ltd 影像調整裝置及影像調整方法
KR101338138B1 (ko) * 2013-10-18 2013-12-06 주식회사 아나패스 전환 영역 검출 방법 및 이를 이용한 영상 처리 장치
KR102227088B1 (ko) 2014-08-11 2021-03-12 엘지전자 주식회사 전자기기 및 그것의 제어방법
US10257487B1 (en) * 2018-01-16 2019-04-09 Qualcomm Incorporated Power efficient video playback based on display hardware feedback
US10825134B2 (en) * 2018-03-29 2020-11-03 Owned Outcomes Inc. System and method for scaling content across multiple form factors
KR20220020017A (ko) * 2020-08-11 2022-02-18 삼성전자주식회사 표시 면적이 가변되는 디스플레이를 포함하는 전자 장치 및 제어 방법

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5249049A (en) * 1990-06-01 1993-09-28 Thomson Consumer Electronics, Inc. Managing letterbox displays
US5486871A (en) * 1990-06-01 1996-01-23 Thomson Consumer Electronics, Inc. Automatic letterbox detection
US5760840A (en) * 1994-03-31 1998-06-02 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Apparatus for distinguishing between a plurality of video signal types, apparatus for automatic aspect ratio determination and television receiver
US5956092A (en) * 1993-10-20 1999-09-21 Victor Company Of Japan, Ltd. Television receiver with adjustable frame size
US6208385B1 (en) * 1996-10-17 2001-03-27 Kabushiki Kaisha Toshiba Letterbox image detection apparatus
US6366706B1 (en) * 1997-10-28 2002-04-02 Deutsche Thomson-Brandt Gmbh Method and apparatus for automatic aspect format detection in digital video pictures
US20040119891A1 (en) * 2002-10-03 2004-06-24 Stmicroelectronics S.A. Method and system for video display with automatic reframing
EP1475964A1 (en) * 2002-11-29 2004-11-10 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Video display apparatus and video display method

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6340992B1 (en) * 1997-12-31 2002-01-22 Texas Instruments Incorporated Automatic detection of letterbox and subtitles in video
FR2793375A1 (fr) * 1999-05-06 2000-11-10 Thomson Multimedia Sa Procede de detection de bandes noires dans une image video
US7167216B2 (en) * 2002-05-03 2007-01-23 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Projection system with adjustable aspect ratio optics
US7911536B2 (en) * 2004-09-23 2011-03-22 Intel Corporation Screen filled display of digital video content

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5249049A (en) * 1990-06-01 1993-09-28 Thomson Consumer Electronics, Inc. Managing letterbox displays
US5486871A (en) * 1990-06-01 1996-01-23 Thomson Consumer Electronics, Inc. Automatic letterbox detection
US5956092A (en) * 1993-10-20 1999-09-21 Victor Company Of Japan, Ltd. Television receiver with adjustable frame size
US5760840A (en) * 1994-03-31 1998-06-02 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Apparatus for distinguishing between a plurality of video signal types, apparatus for automatic aspect ratio determination and television receiver
US6208385B1 (en) * 1996-10-17 2001-03-27 Kabushiki Kaisha Toshiba Letterbox image detection apparatus
US6366706B1 (en) * 1997-10-28 2002-04-02 Deutsche Thomson-Brandt Gmbh Method and apparatus for automatic aspect format detection in digital video pictures
US20040119891A1 (en) * 2002-10-03 2004-06-24 Stmicroelectronics S.A. Method and system for video display with automatic reframing
EP1475964A1 (en) * 2002-11-29 2004-11-10 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Video display apparatus and video display method

Also Published As

Publication number Publication date
US20060146190A1 (en) 2006-07-06
NL1030786A1 (nl) 2006-07-03
KR20060077449A (ko) 2006-07-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1030786C2 (nl) Schermbeeldverhoudingstoestel en -werkwijze.
US7978266B2 (en) Ticker processing in video sequences
US7440033B2 (en) Vector based motion compensation at image borders
US7339627B2 (en) Method and system for automatic detection and display of aspect ratio
US20050249282A1 (en) Film-mode detection in video sequences
US6340992B1 (en) Automatic detection of letterbox and subtitles in video
US8558772B2 (en) Image display apparatus
KR20020008179A (ko) 비디오 영상의 선명도를 향상시키는 시스템 및 방법
NL1030365C2 (nl) Afbeeldtoestel voor het detecteren van een brievenbusgrens en een werkwijze voor het afbeelden van een beeld gebruik makend hiervan.
KR100196554B1 (ko) 로고를 갖는 레터박스 신호 처리 시스템 및 방법
JP3429842B2 (ja) 映像信号の画像情報検出装置
EP0913993A1 (en) Method and apparatus for automatic format detection in digital video picture
US20050259950A1 (en) Film mode correction in still areas
US20130063666A1 (en) Image processing apparatus and image processing method for performing correction processing on input video
US6567468B1 (en) Motion detection circuit and a noise suppressing circuit including the same
JPH03291093A (ja) 画像処理装置及び画像処理方法
US6687300B1 (en) Motion detection circuit and a noise suppressing circuit including the same
US7548280B2 (en) Method and apparatus for Y/C separation
JP4288909B2 (ja) 文字情報検出装置及び文字情報検出方法、並びにプログラム及び記録媒体
EP0913994B1 (en) Method and apparatus for automatic format detection in digital video pictures
JP2009296284A (ja) 映像処理装置及びそれを用いた映像表示装置
JP4551343B2 (ja) 映像処理装置、及び映像処理方法
JP3469307B2 (ja) レターボックス画面検出装置
KR20060019051A (ko) 배드에딧 검출이 가능한 필름모드 판별장치 및 그 방법
US20060072038A1 (en) Method and system for detecting deinterlaced moving thin diagonal lines

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20070705

PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090701