NL1030651C2 - Kabelslot. - Google Patents

Description

r

Kabelslot

De uitvinding heeft betrekking op een kabelslot.

Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een kabelslot omvattend een kabel met twee uiteinden, die elk zijn voorzien van een kabelschoen, en een slotkast, die is 5 voorzien van een slot en van twee openingen, elk voor het vergrendelend ontvangen van één van de kabelschoenen.

Dergelijke kabelsloten zijn bekend en worden veelvuldig gebruikt. Bijvoorbeeld voor voorkomen van diefstal van roerende goederen, zoals fietsen, bromfietsen, motoren, 10 aanhangers, grondverzetgereedschap, maar ook terrastafels en stoelen. Deze roerende goederen worden dan met de kabel verbonden aan een vast punt, zoals een hek, een lantarenpaal, of een lastig te stelen voorwerp zoals een grondverzetmachine e.d. De kabel wordt dan met de twee uiteinden in een slotkast 15 ingebracht en daarin met behulp van een in de slotkast aanwezig slot vergrendeld. De kabel is aan beide uiteinden voorzien van een kabelschoen, om vormsluitend in de slotkast te passen en daarin te kunnen worden vergrendeld.

Deze bestaande kabelsloten hebben het nadeel dat de 20 kabel met betrekkelijk eenvoudig gereedschap, zoals een kabelschaar of een slijptol kan worden doorgeknipt of doorgesneden, waarmee dan de beveiligende en dus diefstalwerende werking teniet wordt gedaan.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een 25 kabelslot te verschaffen waarvan de beveiligende werking aanmerkelijk wordt verbeterd ten opzichte van de bestaande kabelsloten. Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een kabelslot volgens conclusie 1. Bij een dergelijk kabelslot volgens de uivinding wordt in gesloten toestand onder 30 besturing van de besturingsinrichting een lichtsignaal opgewekt door de lichtbron, en gestraald op een uiteinde van de kabel, door de lichtgeleidende draad getransporteerd naar het andere uiteinde, waar het wordt ontvangen door het lichtgevoelige element, dat is aangesloten op de detectie inrich-35 ting. Wanneer nu de kabel wordt doorgeknipt of wordt doorge- 1030651 * 2 sneden, dan wordt het lichtsignaal niet meer ontvangen door het lichtgevoelige element. Dit wordt gedetecteerd door de detectie inrichting, die vervolgens een stuursignaal afgeeft. Dit stuursignaal kan, afhankelijk van de uitvoeringsvorm van 5 het slot, voor verschillende beveiligingsdoeleinden worden gebruikt, doordat het signaal langs optische weg door de kabel wordt verzonden, is het ongevoelig voor storingen door elektromagnetische velden en ondervindt het slot geen beperking in het gebied waarin het bruikbaar is. Daarnaast wordt 10 door de vormsluitendheid van de kabelschoen in het vergrendelde slot ook de positie van de uiteinden van de lichtgeler-dende draad ten opzichte van zowel de lichtbron als ten opzichte van het lichtgevoelige element nauwkeurig gedefinieerd. Hierdoor wordt een betrouwbare overdracht van het sig-15 naai gewaarborgd.

Bij voorkeur is de lichtgeleidende draad van glasvezel. Het is ook mogelijk om deze van een kunststof, met de juiste brekingsindex, te vervaardigen.

Met voorkeur is het slot volgens de uitvinding 20 voorzien van een alarminrichting en bedient het stuursignaal de alarminrichting. Deze alarminrichting geeft bij voorkeur een hoorbaar alarm of een zichtbaar alarm of een combinatie daarvan af. Wanneer nu de kabel wordt doorgeknipt of doorgesneden dan wordt de aandacht van de eigenaar of de 25 omgeving hierdoor getrokken, waardoor de beveiligende werking van het slot aanzienlijk wordt vergroot.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm is het kabel-slot volgens de uitvinding voorzien van een zendinrichting en bedient het stuursignaal de zendinrichting. De zendinrichting 30 kan op zijn beurt een signaal uitzenden naar een ontvanger en als gevolg van dat signaal kan de ontvanger een alarminstallatie bedienen. In deze uitvoeringsvorm van de uitvinding kan de alarm installatie die wordt bedient door de ontvanger een huisalarminstallatie, een autoalarminstallatie of een speci-35 aal voor dit doel geïnstalleerde alarminstallatie zijn. Ook hiermee kan de aandacht' van de eigenaar of van een beveiligingsbeambte worden gevestigd op het feit dat de kabel van het slot is of wordt doorgesneden of doorgeknipt. Hierdoor 1 03065 1 ( --1 3 kan passende actie worden genomen.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding waarbij het vooraf bepaalde lichtsignaal een vooraf bepaalde digitale codering vertegenwoordigt wordt de beveiligende werking 5 verder verhoogd. Hierdoor is het niet mogelijk om bij het doorknippen van de kabel deze met een externe lichtbron te beschijnen en daardoor te simuleren dat de kabel niet zou zijn.doorgeknipt. In deze uitvoeringsvorm is het kabelslot volgens de uitvinding ook daartegen beveiligd.

10 In een andere uitvoeringsvorm wordt het slot bediend met een gecodeerde afstandsbediening. Dit maakt de bediening van het slot eenvoudig. Doordat het slot reeds is voorzien van besturings- en detectie-inrichting, is een toevoeging van de benodigde elektronica voor een gecodeerde 15 afstandsbediening betrekkelijk eenvoudig, en kan zonder hoge extra kosten worden aangebracht.

Voor bepaalde toepassing van een kabelslot volgens de uitvinding heeft een uitvoeringsvorm waarbij één van de uiteinden van de kabel vast is verbonden met de slotkast het 20 voordeel dat dit de bediening vereenvoudigt.

De uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van een beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm, mede aan de hand van de bijgevoegde tekening, waarin: fig. 1 toont een schematische weergave van een 25 kabelslot volgens de uitvinding, fig. 2 toont een vergrote weergave van het deel A van fig. 1, en fig. 3 toont een vergrote weergave van het deel B van fig. 1.

30 In fig. 1 is een kabelslot volgens de uitvinding schematisch weergegeven, en het kabelslot omvat een kabel 1, en een slotkast 2. De kabel is aan beide uiteinden voorzien van een kabelschoen 3. Kabelschoen 3 is in fig. 3 vergroot weergegeven. Hoewel fig. 3 is aangeduid als vergroting van de 35 kabelschoen van het rechter (zoals weergegeven in fig. 1) uiteinde van kabel 1. De kabelschoen aan het linker (zoals weergegeven in fig. 1) uiteinde is soortgelijk uitgevoerd als de kabelschoen weergegeven in fig. 3. De slotkast is voorzien 1 0306 5 1 4 van een slot en van twee openingen 4,5, elk voor het vergrendelend ontvangen van één van de kabelschoenen 3. De slotkast omvat verder een slot 6, voor het vergrendelen en ontgrendelen van de kabel 2 bij kabelschoenen 3 in openingen 4,5.

5 Zoals is weergegeven in fig. 2, omvat kabel 1 een lichttransporterende glasvezeldraad 7 tussen de twee uiteinden. De glasvezeldraad 7 wordt omgeven door een staalkabel 8. De slotkast omvat een lichtbron 9 en een lichtgevoelig element 10, die wanneer de kabel in de slotkast is vergrendeld, 10 met behulp van respectievelijk lichtgeleidingen 11 en 12, elk optisch zijn verbonden met één van beide uiteinden van de glasvezeldraad 7. Slotkast 2 omvat tevens besturings- en de-tectie-inrichting 13 en zender 14. De besturings- en detec-tie-inrichting 13 is verbonden met lichtbron 9, lichtgevoelig 15 element 10, slot 6 en met zender 14. Wanneer het slot gesloten is, dat wil zeggen beide kabelschoenen 3 zijn vergrendeld in de slotkast 2, dan genereert besturing 13 in lichtbron 9 een vooraf bepaald lichtsignaal. Dit lichtsignaal is specifiek voor dit slot. Hoewel vooraf bepaald, hoeft het signaal 20 niet constant te zijn en kan het in de tijd variëren. Dit lichtsignaal wordt via lichtgeleiding 11 doorgegeven aan glasvezeldraad 7 in kabel 1. Aan het andere uiteinde van de kabel 1 valt dit lichtsignaal via lichtgeleiding 12 op lichtgevoelig element 10. Doordat kabelschoenen 3 door slot 6 zijn 25 vergrendeld respectievelijk in openingen 4 en 5, is de positie van de kabelschoenen 3 in de openingen 4 en 5 in vergrendelde toestand altijd dezelfde. Hierdoor vindt ook de overdracht van het lichtsignaal van lichtgeleider 11 naar glasvezeldraad 7, en aan het andere uiteinde de overdracht van het 30 lichtsignaal van glasvezeldraad 7 aan lichtgeleider 12, telkens op betrouwbare wijze plaats.

Lichtgevoelig element 10 is verbonden met besturings- en detectie-inrichting 13 en de besturing 13 vergelijkt het lichtsignaal dat is uitgezonden door lichtbron 9 35 met het lichtsignaal dat is ontvangen door lichtgevoelig element 10. Wanneer nu bijvoorbeeld de kabel 1 wordt doorgeknipt of doorgezaagd, dan wordt ook lichttransporterende glasvezeldraad 7 doorgeknipt of doorgezaagd en wordt het vooraf be- _1 0306 5 1_ 5 ! paalde lichtsignaal niet langer ontvangen door het lichtge voelige element 10. Dan is het lichtsignaal dat wordt uitgezonden door lichtbron 9 niet langer gelijk zijn aan het lichtsignaal dat wordt ontvangen door het lichtgevoelige ele-5 ment 10, en geeft besturing 13 een stuursignaal af aan zender 14. Bij ontvangst van het stuursignaal zend zender 14 een vooraf bepaald signaal uit, dat wordt opgevangen door een alarminrichting 15, die is uitgerust met een hiervoor geschikte ontvanger. Bij ontvangst van het vooraf bepaalde sig-10 naai gaat een alarm af van alarminrichting 15. Het afgaan van het alarm van alarminrichting 15 kan een hoorbaar alarmsignaal zijn, of een zichtbaar alarmsignaal, of een alarm in de vorm van een alarmboodschap naar bijvoorbeeld een alarmcentrale, of een combinatie van deze mogelijkheden.

15 Ook kan in een andere uitvoeringsvorm van de uitvin ding het stuursignaal van de besturings- en detectie-inrichting 13 rechtstreeks zijn aangesloten op een alarminrichting 15, zonder tussenkomst van zender 14 en een passende ontvanger.

20 De beschreven uitvoeringsvormen zijn slecht voor beelden van kabelsloten volgens de uitvinding, die niet tot deze voorbeelden is beperkt. Het is mogelijk om daaraan tal van wijzigingen aan te brengen, die alle vallen onder de reikwijdte van de uitvinding, zoals gedefinieerd in de bijge-25 voegde conclusies.

1030651

Claims (10)

1. Kabelslot omvattend een kabel (1) met twee uiteinden, die elk zijn voorzien van een kabelschoen (3), en een slotkast (2), die is voorzien van een slot (6) en van twee openingen (4, 5), elk voor het vergrendelend ontvangen van 5 één van de kabelschoenen (3), met het kenmerk, dat de kabel (1) is voorzien van tenminste één lichttransporterende draad (7) tussen de twee uiteinden, en dat de slotkast (2) omvat: een lichtbron (9) en een lichtgevoelig element (10), die elk optisch zijn verbonden met één van beide uiteinden van de 10 tenminste één lichttransporterende draad (7), alsmede een be-sturings- en detectie-inrichting (13), die een stuursignaal afgeeft, wanneer het kabelslot gesloten is, en ontvangst door het lichtgevoelig element (10) van een vooraf bepaald lichtsignaal is onderbroken.

2. Kabelslot volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tenminste één lichttransporterende draad (7) van glasvezel is.

3. Kabelslot volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tenminste één lichttransporterende draad (7) van 20 kunststof is.

4. Kabelslot volgens één van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat het kabelslot is voorzien van een alarm-inrichting (15) en dat het stuursignaal de alarminrichting bedient.

5. Kabelslot volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de alarminrichting (15) een hoorbaar alarm afgeeft.

6. Kabelslot volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de alarminrichting (15) een zichtbaar alarm afgeeft .

7. Kabelslot volgens één van de conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat het kabelslot is voorzien van een zend-inrichting (14) en dat het stuursignaal de zendinrichting (14) bedient.

8. Kabelslot volgens één van de conclusies 1 tot 7, 35 met het kenmerk, dat het vooraf bepaalde lichtsignaal een 1030651 vooraf bepaalde digitale codering vertegenwoordigt.

9. Kabelslot volgens één van de conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat het slot bedienbaar is met een gecodeerde afstandsbediening.

10. Kabelslot volgens één van de conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat één van de uiteinden van de kabel (1) vast is verbonden met de slotkast (2). 1030651