NL1030597C2 - Geurafgiftesysteem. - Google Patents

Description

ü

Titel: Geurafgiftesysteem

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een geurafgiftesysteem, en een onderdelenpakket dat genoemd systeem en ten minste twee met een geursubstantie gevulde geurhouders omvat.

Geurdispersiesystemen zijn op zich bekend in de techniek. Vele van 5 dergelijke systemen zijn gericht op het voorkomen van gewenning aan een geursamenstelling. Het probleem dat zich bij geurgewenning voordoet is dat een persoon in een bepaalde ruimte na verloop van tijd gewend zal raken aan een bepaalde geur.

Hoewel vele bekende systemen slechts één enkele geur toepassen, zijn 10 recentelijk geurafgiftesystemen ontwikkeld die twee geuren bevatten die op afwisselende wijze na elkaar worden afgegeven. Dergelijke afgiftesystemen hebben echter verscheidene nadelen. Zij pakken het probleem van geurgewenning niet op effectieve wijze aan, daar de eerste geur automatisch wordt gevolgd door de tweede geur met eenzelfde intensiteit.

15 Doel van de onderhavige uitvinding is te voorzien in een geurafgiftesysteem dat het probleem van geurgewenning op effectieve wijze aanpakt, terwijl het systeem tevens flexibiliteit verschaft in die zin dat de geurintensiteit kan worden aangepast om beter tegemoet te komen aan de afmeting van de ruimte waaraan de geur dient te worden afgegeven.

20 Verrassenderwijs is gevonden dat deze doelen kunnen worden gerealiseerd wanneer gebruik wordt gemaakt van een geurafgiftesysteem waarmee elk van de geuren periodiek kan worden afgegeven.

Derhalve betreft de onderhavige uitvinding een geurafgiftesysteem dat omvat: 25 een vrijgeefmechanisme voor het vrijgeven van ten minste één geur, en een règeleenheid voor het regelen van genoemd vrijgeefmechanisme, waarbij genoemde regeleenheid omvat: een kieseenheid voor het kiezen van 1030597 * 2 genoemde gekozen geur uit ten minste twee geuren in reactie op het aanzetten van genoemd geurafgiftesysteem.

Het geurafgiftesysteem volgens de onderhavige uitvinding heeft het voordeel dat de geur met een gewenste intensiteit kan worden afgegeven, 5 rekening houdend met de afmeting van de ruimte waaraan de geur dient te worden afgegeven. Daarnaast maakt het systeem het mogelijk de respectieve geuren op een veel gelijkmatiger wijze af te geven, met als gevolg een veel minder frequente navulling van de toegepaste geur.

Bij voorkeur is de kieseenheid ingericht om genoemde gekozen geur 10 willekeurig uit genoemde ten minste twee geuren te kiezen ingeval genoemd geurafgiftesysteem wordt aangezet. De willekeurige keuze van de gekozen geur heeft het voordeel dat de respectieve gekozen geuren in dezelfde mate worden vrijgegeven, waarmee wordt gewaarborgd dat houders waarin de respectieve geuren zijn opgenomen met dezelfde snelheid geledigd worden, 15 waarmee vermeden wordt dat een bepaalde geur, gewoonlijk de eerste in een reeks, vervangen zal moeten worden voordat de andere houders vervangen moeten worden. In de praktijk betekent dit gewoonlijk dat een complete set houders die genoemde geuren bevatten, of de patroon die genoemde houders omvat, moet worden vervangen, hetgeen vanuit het 20 standpunt van de consument zeer inefficiënt en dus duurder is.

Geschikt is genoemde kieseenheid ingericht om genoemde geuren in een vooraf bepaalde volgorde te kiezen.

Bij voorkeur omvat het geurafgiftesysteem volgens de onderhavige uitvinding voorts een (niet-vluchtig) geheugenelement om in het geheugen 25 vast te leggen welke geur gekozen is wanneer genoemd geurafgiftesysteem uitgeschakeld wordt en waarbij genoemde kieseenheid met genoemd geheugenelement is verbonden, voor het opnieuw kiezen van genoemde gekozen geur wanneer genoemd geurafgiftesysteem wordt aangezet.

Geschikt wordt genoemde timer teruggesteld ("reset") wanneer genoemd 30 geurafgiftesysteem aan of uit wordt geschakeld.

3

Bij voorkeur omvat het geurafgiftesysteem volgens de onderhavige uitvinding een schakelelement voor het schakelen van genoemd vrijgeefmechanisme tussen een eerste toestand en een tweede toestand of vice versa, in welke eerste toestand genoemd vrijgeefmechanisme genoemde 5 gekozen geur met een hogere snelheid vrijgeeft dan in genoemde tweede toestand.

Geschikt is genoemde kieseenheid ingericht om periodiek in reactie op een kiessignaal in plaats van een huidige gekozen geur een andere gekozen geur te kiezen, welk afgiftesysteem voorts een timer omvat voor het meten 10 van een periode gedurende welke genoemde huidige gekozen geur is vrijgegeven, en een vergelijkingsinrichting voor het vergelijken van genoemde gemeten periode met een vooraf bepaalde waarde die een gewenste periode weergeeft, en het uitvoeren van genoemd kiessignaal naar de kieseenheid.

15 Op deze wijze kan een volgreeks van gekozen geuren worden vrijgegeven. In overeenstemming met de onderhavige uitvinding kan ten minste één geur worden gekozen uit ten minste twee geuren. Bij voorkeur wordt één geur gekozen uit ten minste twee geuren. Bij grotere voorkeur wordt één geur gekozen uit drie geuren.

20 Geschikt omvat het onderhavige afgiftesysteem voorts een timer voor het meten van een periode van genoemde eerste toestand en/of genoemde tweede toestand, een geheugenelement waarin ten minste één gewenste waarde van een periode van de eerste en/of tweede toestand kan worden opgeslagen, en een vergelijkingsinrichting voor het vergelijken van de 25 gemeten periode met genoemde gewenste waarde en het uitvoeren van een schakelsignaal naar genoemd schakelelement, en waarbij genoemd schakelelement is ingericht om genoemde toestand te wijzigen in reactie op genoemd schakelsignaal.

Geschikt is genoemd schakelelement ingericht om genoemd 30 vrijgeefmechanisme gedurende een eerste periode te schakelen tussen 4 genoemde eerste toestand en genoemde tweede toestand, en genoemd vrijgeefmechanisme gedurende een tweede periode te schakelen tussen genoemde eerste toestand en genoemde tweede toestand, in welke tweede periode de verhouding van de duur van de eerste toestand ten opzichte van 5 de duur van de tweede toestand lager is dan in de eerste periode.

Geschikte waarden voor de gezamenlijke eerste en tweede periode blijken in het bereik van 15 tot 60 minuten te liggen. De eerste periode heeft geschikt een langere duur dan genoemde tweede periode. Zo kan bijvoorbeeld de eerste periode een duur van meer dan 15 minuten hebben, 10 zoals tussen 20 en 60 minuten, en/of minder dan of gelijk aan 60 minuten. De tweede periode kan bijvoorbeeld een duur hebben van minder dan 30 minuten, zoals tussen 10 en 25 minuten.

Geschikt kan de gekozen geur gedurende zowel de eerste periode als de tweede periode continu worden vrijgegeven. Wanneer een lagere totale 15 geurintensiteit verlangd wordt, kan elk van de gekozen geuren geschikt worden vrijgegeven in een reeks van eerste toestanden en tweede toestanden, in de vorm van pulsen. Dus de eerste toestand wordt naar de tweede toestand geschakeld, waarna de tweede toestand naar de eerste toestand geschakeld kan worden. De periode waarin een dergelijke reeks 20 van de eerste toestanden en de tweede toestanden van de ene naar de andere geschakeld kan worden ligt geschikt in het bereik van 15 tot 60 minuten, bij voorkeur in het bereik van 20 tot 40 minuten, bij grotere voorkeur in het bereik van 25 tot 35 minuten. Gedurende een dergelijke periode is de duur van de eerste toestanden bij voorkeur gelegen in het 25 bereik van 100 tot 200 seconden, en de duur van de tweede toestanden is bij voorkeur gelegen in het bereik van 20 tot 100 seconden.

Geschikt kan het vrijgeefmechanisme worden ontkoppeld of uitgeschakeld na elke eerste toestand om te waarborgen dat gedurende elke tweede toestand minder geur zal worden vrijgegeven.

5

De laatste eerste toestand in een dergelijke reeks van eerste en tweede toestanden kan worden vervolgd met één enkele tweede toestand waarvan de duur bij voorkeur ligt in het bereik van 5 tot 30 minuten, bij grotere voorkeur in het bereik van 10 tot 20 minuten. Gedurende een dergelijke 5 enkele tweede toestand zal de vrijgave van de gekozen geur kleiner zijn dan de vrijgave gedurende de voorgaande eerste toestand. Geschikt kan genoemd vrijgeefinechanisme worden ontkoppeld of uitgeschakeld om te waarborgen dat gedurende een dergelijke enkele tweede toestand minder of geen geur zal worden vrijgegeven. Een dergelijke enkele tweede toestand 10 kan geschikt worden vervolgd met één enkele eerste toestand van een andere gekozen geur of een reeks van eerste toestanden en tweede toestanden van een andere gekozen geur. Een der gelijke enkele eerste toestand of de laatste eerste toestand in een reeks van eerste en tweede toestanden van de andere geur kan weer gevolgd worden door een andere 15 enkele tweede toestand, waarna één enkele eerste toestand of een reeks van eerste en tweede toestanden van weer een andere gekozen geur kan worden toegepast.

De duur van de eerste en tweede toestanden kan geschikt worden aangepast teneinde een totale geurintensiteit tot stand te brengen die 20 passend is voor de ruimte waarin de geur(en) wordt/worden vrijgegeven. De totale geurintensiteit zal hoger worden wanneer de duur van de eerste toestanden langer wordt, terwijl deze zal afnemen wanneer de duur van de tweede toestand(en) langer wordt/worden.

Geschikt kan de duur van de respectieve eerste en tweede toestanden 25 gedurende de periode dat een bepaalde geur wordt vrijgegeven gevarieerd worden. Geschikt is voorzien in ten minste twee sets gewenste waarden van de duur van de eerste en tweede toestand(en), bij voorkeur drie sets gewenste waarden van de duur van de eerste en tweede toestand(en). In één zulk een set kan de duur van de eerste toestanden in een reeks van eerste 30 en tweede toestanden 200 seconden zijn en kan de duur van de tweede 6 toestanden 40 seconden zijn, terwijl in een andere set de duur van de eerste toestanden 150 seconden kan zijn en de duur van de tweede toestanden 100 seconden kan zijn. Het zal duidelijk zijn dat de totale geurintensiteit zoals deze door een persoon ervaren wordt hoger zal zijn bij de eerstgenoemde set 5 dan bij de laatstgenoemde set. Aldus voorziet de onderhavige uitvinding in flexibiliteit om ervoor te zorgen dat de totale geurintensiteit zoals deze door een persoon wordt ervaren kan worden aangepast om op juiste wijze aan te sluiten bij de afmeting van de ruimte waaraan de geur(en) wordt/worden afgegeven.

10 Geschikt beeft het geurafgifitesysteem drie werkingsmodi, nl. twee werkingsmodi die voorzien in lagere totale geurintensiteiten, waarbij in elke modus gebruik wordt gemaakt van een andere set gewenste waarden van de duur van de reeks van eerste en tweede toestanden, terwijl in een derde werkingsmodus in de eerste periode en tweede periode de geur continu 15 wordt vrijgegeven, zonder pulsen, waarmee wordt voorzien in een maximale totale geurintensiteit.

Geschikt heeft genoemde eerste periode een langere duur dan genoemde tweede periode.

Gedurende de tweede periode bevindt genoemd vrijgeefmechanisme zich 20 geschikt in alleen de tweede toestand.

Bij voorkeur volgen genoemde eerste periode en genoemde tweede periode op afwisselende wijze op elkaar.

Geschikt geeft in de tweede toestand genoemd vrijgeefmechanisme genoemde gekozen geur vrij met een snelheid onder een drempel waarbij 25 een persoon genoemde geur opmerkt, zoals een snelheid van in hoofdzaak nul.

Bij voorkeur is genoemde kieseenheid ingericht om periodiek een gekozen geur te kiezen.

Bij voorkeur is genoemde kieseenheid ingericht om een gekozen geur te 30 kiezen wanneer een tweede periode afloopt.

7

Geschikt bevat genoemd vrijgeefmechanisme een elektrothermische transducent, waarbij genoemde transducent elektrisch aansluitbaar is op een elektrische-stroombron en welke transducent thermisch aan een geursubstantie kan worden gekoppeld, voor het omzetten van elektrische 5 energie van genoemde stroombron naar thermische energie die op genoemde gekozen geur wordt toegepast.

Het onderhavige afgiftesysteem omvat geschikt voorts een houder voor het opnemen van ten minste twee geurhouders.

Geschikt kan een vrijgeefmechanisme in aangrijping met genoemde 10 geurhouders gebracht worden, voor het uit genoemde geurhouder vrijgeven van een gekozen geur van ten minste twee geuren.

De timer kan een eerste periode meten in het bereik van 100 tot 200 seconden, en een tweede periode in het bereik van 20 tot 100 seconden.

Geschikt omvat het geurafgiftesysteem voorts een vrijgeefmechanisme 15 voor het vrijgeven van een gekozen geur van ten minste twee geuren uit genoemde geurhouder. Bij voorkeur omvat het vrijgeefmechanisme een verwarming waarmee de geur bij een bepaalde temperatuur uit de houder kan worden vrijgegeven.

Geschikt zal de verwarming in de actieve toestand verwarmd worden 20 waardoor de geur kan verdampen, terwijl de verwarming uitgeschakeld zal zijn gedurende de inactieve toestand.

De verwarming kan een willekeurige vorm hebben, bijvoorbeeld de vorm van een ring of een spoel rond de wiekmiddelen van de houder welke de geursubstantie bevat.

25 De kieseenheid is zodanig ingericht dat de ten minste twee geuren afwisselend worden gekozen.

Het vrijgeefmechanisme kan deel uitmaken van de houder voor het opnemen van de ten minste twee geurhouders of deel uitmaken van elk van de geurhouders. Aldus kunnen de ten minste twee geurhouders geschikt elk 8 voorzien zijn van een vrijgeefmechanisme om de in de geurhouder opgenomen geur vrij te geven.

Bij voorkeur kan het geurafgiftesysteem volgens de onderhavige uitvinding ten minste drie verschillende geuren afwisselend vrijgeven.

5 De geursubstantie kan geschikt de vorm hebben van een vloeistof, gel of vaste stof. De geursubstantie heeft bij voorkeur de vorm van een vloeistof. Tot geschikte oplosmiddelen voor de geursubstanties behoren die welke in de techniek bekend zijn, zoals water, propanol, ethanol en geschikte ethers, carbitolen en glycolen.

10 Bij voorkeur is het geurafgiftesysteem volgens de onderhavige uitvinding ingericht om te worden aangesloten op een elektrische-stroomvoeding, bijvoorbeeld een contactdoos in huis, om de regeleenheid en het schakelelement te laten functioneren.

Deze en andere aspecten van de uitvinding blijken uit, en worden 15 toegelicht aan de hand van, de hierna beschreven uitvoeringsvormen. Bijzondere uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn in de afhankelijke conclusies neergelegd. Verdere details, aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding worden beschreven, doch slechts bij wijze van voorbeeld, onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen.

20 Fig. 1 toont schematisch een doorsnede-aanzicht van een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een geurafgiftesysteem volgens de onderhavige uitvinding.

Fig. 2 toont schematisch een doorsnede-aanzicht van het voorbeeld van Fig. 1 volgens de lijn II-II.

25 Fig. 3 toont schematisch een blokdiagram van een eerste voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een regeleenheid die geschikt is voor het voorbeeld van Fig. 1 en 2.

Fig. 4 toont schematisch een blokdiagram van een tweede voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een regeleenheid die geschikt is voor het voorbeeld 30 van Fig. 1 en 2.

9

Fig. 5 toont een tijddiagram van uitvoeren ('outputs') in het voorbeeld van Fig. 4.

Fig. 6 toont schematisch een perspectief aanzicht van een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een patroon die geschikt is voor het voorbeeld van 5 Fig. 1 en 2.

Het voorbeeld van een geurafgiftesysteem 1 dat in Fig. 1 en 2 wordt getoond omvat een regeleenheid 2 en een vrijgeefmechanisme 3. De regeleenheid 2 is verbonden met het vrijgeefmechanisme 3. Het vrijgeefmechanisme 3 kan, zoals hieronder in meer detail wordt uitgelegd, 10 een of meer gekozen geuren vrijgeven. De regeleenheid 2 kan middels een geschikt regelsignaal regelen welke geur wordt gekozen en door het vrijgeefmechanisme wordt vrijgegeven.

In het voorbeeld van Fig. 1 en 2 kan het vrijgeefmechanisme 3 inwerken op één of meer geurreservoirs 40-42 om één of meer gekozen geuren uit een 15 aantal geuren die in het geurafgiftesysteem 1 aanwezig zijn, vrij te geven.

In dit voorbeeld omvat het vrijgeefmechanisme 3 een aantal verwarmingselementen 30-32, zoals duidelijker is getoond in Fig. 3 en 4. De verwarmingselementen 30-32 staan elk in thermische verbinding met ten minste een deel van de chemische geurstof in telkens een andere van de 20 respectieve geurreservoirs 40-42. De verwarmingselementen 30-32 kunnen afzonderlijk door de regeleenheid 2 aangestuurd worden om de gekozen chemische geurstof te verwarmen. Deze verwarming veroorzaakt een verhoogde vrijgave, bijv. door verdamping of sublimatie van de geursubstantie uit het respectieve reservoir 40-42.

25 Het verwarmingselement 30-32 kan zijn uitgevoerd op iedere wijze die geschikt is voor de specifieke uitvoering. Het verwarmingselement kan bijvoorbeeld uitgevoerd worden als weerstand of andere elektrothermische transducent die elektrische energie in thermische energie kan omzetten en de thermische energie aan de geursubstantie kan toevoeren.

10

De regeleenheid 2 is ingericht om een verwarmingselement 30-32 te kiezen dat de gekozen geur kan verwarmen. Fig. 3 toont een blokdiagram van een voorbeeld van de regeleenheid 2. Het voorbeeld van Fig. 2 omvat een kieseenheid 22 voor het kiezen van de gekozen geur uit de geuren die in 5 het geurafgiftesysteem 1 aanwezig zijn. In dit voorbeeld heeft bijv. de kieseenheid 22 een ingang en meerdere uitgangen. Elk van de uitgangen is verbonden met een ingang 300-302 van een ander verwarmingselement 30-32. De kieseenheid 22 voorziet in een elektrische verbinding tussen de ingang en een gekozen van de uitgangen. Middels de kieseenheid 22 wordt 10 energie, bijv. elektrische stroom in dit voorbeeld, toegevoerd aan de gekozen uitgang en vandaar aan een gekozen verwarmingselement 30-32. Via het verwarmingselement wordt de verschafte energie gebruikt om de gekozen geur vrij te geven. Derhalve kan middels het aanspreken van de gekozen uitgang van de kieseenheid 22 de geur die wordt vrijgegeven gekozen 15 worden.

In de voorbeelden van Fig. 3 en 4 kan de regeleenheid 22 het vrijgeefmechanisme 3 in een eerste toestand of in een tweede toestand sturen. In de eerste toestand wordt de gekozen geur met een hogere snelheid vrijgegeven dan in de tweede toestand. Gevonden is dat door de 20 snelheid te variëren de gewenning aan de geur verminderd kan worden.

Door bijvoorbeeld de snelheid te variëren tussen een eerste toestand waarin de snelheid boven een drempel ligt waarbij een persoon genoemde geur opmerkt en een tweede toestand waarin de snelheid onder deze drempel ligt, blijkt de gewenning aanzienlijk te zijn verminderd. In de tweede toestand 25 kan de snelheid bijvoorbeeld zeer laag of zelfs nul zijn, waarmee de periode waarover een reservoir gebruikt kan worden zonder dat navullingen noodzakelijk zijn, verlengd wordt.

In het voorbeeld van Fig. 3, bijvoorbeeld, omvat de regeleenheid 2 een schakelelement 21 dat in een geleidende toestand een elektrische stroom 30 toelaat tussen een schakelingang 2100 en een schakeluitgang 2111, terwijl 11 in een niet-geleidende toestand de elektrische stroom tussen de schakelingang 2100 en de schakeluitgang 2111 wordt belet, althans geringer is dan in de geleidende toestand. Aldus stroomt, afhankelijk van de toestand van de schakelaar, meer of minder stroom naar het gekozen 5 verwarmingselement 30 en daarmee wordt meer of minder thermische energie aan de gekozen geur toegevoerd en daarmee wordt de vrijgavesnelheid van de gekozen geur gevarieerd.

De toestand van het schakelelement 21 kan worden geregeld door een schakelingsregelsignaal dat wordt verschaft bij een schakelingsregelingang 10 2102. In het voorbeeld van Fig. 3 wordt het schakelingsregelsignaal gegenereerd door een schakelingsregelkring. De schakelingsregelkring omvat een timer 25 die de duur van de toestand van de schakelaar meet. De schakelingsregelkring omvat voorts een geheugen 24 waarin een gewenste waarde van de duur van de geleidende en/of niet-geleidende toestand is 15 opgeslagen. Een vergelijkingsinrichting 23 is met het geheugen 24 en de timer 25 verbonden en kan de gemeten duur vergelijken met de waarde die in het geheugen 24 is opgeslagen. Wanneer uit deze vergelijking blijkt dat de gemeten periode onder de opgeslagen waarde ligt, voert de vergelijkingsinrichting een eerste signaal uit naar de 20 schakelingsregelingang 2102 in reactie waarop de schakelaar zich bijv. in de geleidende toestand bevindt en wanneer uit deze vergelijking blijkt dat de gemeten periode boven de opgeslagen waarde ligt, voert de vergelijkingsinrichting een tweede signaal uit naar de schakelingsregelingang 2102 in reactie waarop de schakelaar zich bijv. in de 25 niet-geleidende toestand bevindt. Aldus kan de toestand van de schakelaar en derhalve de toestand van het gekozen verwarmingselement 30-32 geregeld worden.

In het voorbeeld van Fig. 4 is het schakelelement 21 ingericht om het vrijgeefmechanisme 3 tussen de eerste toestand en de tweede toestand te 30 schakelen gedurende een eerste periode, b.v. tussen to en t2 in het 12 tijddiagram van Fig. 5. Daarbij kan de geurintensiteit gedurende de eerste periode aangepast worden om beter aan te sluiten bij de afmeting van de ruimte waaraan de geur dient te worden afgegeven. Zo kan bijvoorbeeld door bijv. de werkcyclus ("duty cycle") van het schakelen tussen de eerste 5 toestand en de tweede toestand te regelen, de gemiddelde vrij gavesnelheid gedurende de eerste periode geregeld worden. Aldus kan bijvoorbeeld de vrijgavesnelheid van de gekozen geur op eenvoudige wijze aangepast worden aan een kamer waarin het geurafgiftesysteem 1 is voorzien en wordt de noodzaak vermeden van complexe regelelementen die bijvoorbeeld de 10 temperatuur regelen waarop de chemische geurstof wordt verwarmd. De regeling van de eerste toestand en de tweede toestand kan worden uitgevoerd op elke willekeurige wijze die geschikt is voor de specifieke uitvoering. In het voorbeeld van Fig. 4, bijvoorbeeld, heeft de regelkring een vrij gavere gelingang 29 door middel waarvan de werkcyclus van het door de 15 klok 212 gegenereerde signaal kan worden geregeld, bijvoorbeeld handmatig.

Gedurende de eerste periode kan het vrijgeefmechanisme 3 afwisselend geschakeld worden tussen de eerste toestand en de tweede toestand. Een cyclus van de eerste toestand en tweede toestand kan dan een willekeurige 20 periode behelzen die geschikt is voor de specifieke uitvoering. Zo kan bijvoorbeeld de duur van de eerste toestand in het bereik van 100 tot 200 seconden liggen, en de duur van de tweede toestand kan in het bereik van 20 tot 100 seconden liggen. De verhouding van de duur van de eerste toestand ten opzichte van de duur van de tweede toestand kan iedere 25 waarde hebben die geschikt is voor de specifieke uitvoering en bijvoorbeeld tijdens de eerste periode in het bereik van 2 tot 5 liggen.

Het schakelelement 21 kan verder zijn ingericht om het vrijgeefmechanisme 3 gedurende een tweede periode, b.v. tussen t2 en ti, op een andere wijze tussen de eerste toestand en de tweede toestand te 30 schakelen. In het voorbeeld van Fig. 4 kan gedurende de tweede periode 13 bijv. de verhouding van de duur van de eerste toestand ten opzichte van de duur van de tweede toestand lager zijn dan in de eerste periode. Zo kan bijvoorbeeld, zoals getoond in Fig. 5, gedurende de tweede periode de eerste toestand afwezig zijn, en is de verhouding bijvoorbeeld (bijna) nul. In Fig. 5 5 zijn respectievelijk de uitgangsignalen van de teller 214 (bij uitgang 2141), de teller 213 (bij uitgang 2131), en de kieseenheid 22 (bij uitgang 2202) getoond als functie van de tijd t.

In het voorbeeld van Fig. 4 omvat bijvoorbeeld het schakelelement 21 een eerste schakelaar 210 die afwisselend geschakeld wordt tussen een 10 geleidende toestand en een niet-geleidende toestand met een schakelperiode T die veel korter is dan de eerste periode. De toestand van de eerste schakelaar 210 wordt geregeld door een geschikt regelsignaal dat wordt toegevoerd aan een regelingang 2102 van de schakelaar 210 door een klok 212.

15 Het schakelelement 21 heeft verder een tweede schakelaar 211 die afwisselend wordt geschakeld tussen een geleidende toestand en een niet-geleidende toestand door een regelsignaal dat wordt toegevoerd aan een regelingang 2112. Het regelsignaal wordt aangeboden aan de regelingang 2112 bij een telleruitgang 2131 van een teller 213. Een ingang van de teller 20 213 is verbonden met de uitgang 2121 van de klok 212. De teller 213 stuurt de tweede schakelaar 211 in de geleidende toestand gedurende een periode die overeenkomt met de eerste periode en in de niet-geleidende toestand gedurende een periode die overeenkomt met de tweede periode. De teller 213 kan bijvoorbeeld het aantal perioden van het kloksignaal tellen en de 25 tweede schakelaar naar de niet-geleidende toestand of vice versa schakelen na een aantal perioden dat overeenkomt met de duur van de eerste periode. Gedurende de tweede periode kan het vrijgeefmechanisme zich bijvoorbeeld alleen in de tweede toestand bevinden. In het voorbeeld van Fig. 4 belet de tweede schakelaar 211 gedurende de gehele tweede periode een stroom naar 14 het vrijgeefmechanisme 3 en daarmee stuurt deze het vrijgeefmechanisme naar de tweede toestand met een vrijgavesnelheid van in hoofdzaak nul.

Bij voorkeur is de tweede periode voldoende lang om het detectieniveau van een mens te verlagen, zoals naar het niveau vóór gewenning, terwijl de 5 eerste periode voldoende kort kan zijn om stijging van het detectieniveau tot boven de concentratie van de gekozen geur in de ruimte waarin het geurafgiftesysteem 1 is opgesteld te voorkomen. Geschikte waarden voor de gezamenlijke eerste en tweede periode blijken in het bereik van 15 tot 60 minuten te liggen. De eerste periode heeft geschikt een langere duur dan 10 genoemde tweede periode. Zo kan bijvoorbeeld de eerste periode een duur hebben van meer dan 15 minuten, zoals tussen 20 en 60 minuten, en/of minder dan of gelijk aan 60 minuten. De tweede periode kan bijvoorbeeld een duur hebben van minder dan 30 minuten, zoals tussen 10 en 25 minuten.

15 De eerste periode en genoemde tweede periode kunnen elkaar bijvoorbeeld afwisselend volgen. Zo kan bijvoorbeeld een aantal cycli van afwisselend de eerste periode en de tweede periode uitgevoerd worden. De duur van de eerste periode en/of de tweede periode kan per cyclus verschillen of constant in de tijd zijn.

20 In het voorbeeld van Fig. 3 en 4 is de kieseenheid ingericht om periodiek een gekozen geur te kiezen. In het voorbeeld van Fig. 3 heeft de kieseenheid daartoe een regelingang 2202 die is verbonden met een uitgang van een vergelijkingsinrichting 26. De vergelijkingsinrichting 26 heeft een ingang die verbonden is met een geheugen 27 en een andere ingang is verbonden 25 met een timer 28. In het geheugen 27 kan een gewenste waarde van een periode gedurende welke een geur is gekozen worden opgeslagen en door middel van de vergelijkingsinrichting 26 kan een door de timer 28 gemeten duur worden bepaald. Ingeval de gemeten duur de gewenste waarde te boven gaat, wordt de kieseenheid 22 aangestuurd door de 30 vergelijkingsinrichting 26 om een andere geur te kiezen. In dit verband kan 15 de vergelijkingsinrichting een geur kiezen die niet op dat moment gekozen is of de huidige gekozen geur opnieuw kiezen.

De kieseenheid 22 kan zijn ingericht om de geuren in een vooraf bepaalde volgorde te kiezen. In een dergelijk geval kunnen de geuren 5 bijvoorbeeld gekozen worden om een bepaalde sfeer of ervaring bij de gebruiker op te wekken. Het is echter ook mogelijk de geuren willekeurig te kiezen, waarmee de gewenning van een persoon aan de geuren verder wordt verminderd.

De kieseenheid 22 kan bijvoorbeeld ingericht zijn om een gekozen geur 10 te kiezen wanneer een tweede periode afloopt. Zo is in het voorbeeld van Fig. 4 bijvoorbeeld een regelingang 2202 van de kieseenheid 214 verbonden met een uitgang 2141 van een teller 214. De teller 214 telt de perioden van het signaal dat door de teller 213 die met de tweede schakelaar 211 is verbonden is uitgevoerd. Ingeval het uitgangssignaal van de teller 213 een 15 cyclus van een eerste periode en een tweede periode heeft voltooid, wordt door de teller, zoals in Fig. 5 is getoond, een regelsignaal uitgevoerd naar de kieseenheid 22, in reactie waarop de kieseenheid 22 een verwarmingselement 30-32 kiest om een stroom te verschaffen en daarmee een geur kiest.

20 De kieseenheid kan zijn ingericht om de gekozen geur willekeurig te kiezen uit de ten minste twee geuren ingeval het afgiftesysteem 1 wordt aangezet. Daardoor worden de verschillende geuren meer gebruikt en wordt de kans verkleind dat een bepaald reservoir eerder leeg is dan de andere reservoirs.

25 Wederom wordt verwezen naar Fig. 1 en 2. De regeleenheid 2 is aangebracht in een behuizing 8. De regeleenheid 2 kan middels een stekker 10 worden aangesloten op een conventioneel, niet getoonde contactdoos en daarmee op een stroombron 100.

In het voorbeeld van Fig. 1 en 2 omvat het vrijgeefmechanisme 3 voorts 30 een wiek 6 die de geur uit het reservoir 40-42 kan transporteren tot in de 16 nabijheid van een respectief verwarmingselement 30-32. De wiek 6 kan zijn gemaakt van natuurlijke of synthetische vezelmaterialen zoals fiberglas, katoen, grafiet, minerale vezels, en polyester. De wiek strekt zich uit tot in een doorgang 37, die ook als schoorsteen aangeduid kan worden. Het 5 verwarmingselement 30-32 is voorzien aan de buitenzijde van doorgang 37 en staat in thermisch contact met de binnenzijde daarvan. Het verwarmingselement 30-32 kan iedere willekeurige vorm hebben, bijvoorbeeld de vorm van een ring of een spoel rond de wiekmiddelen. Thermische energie wordt vanuit het verwarmingselement via de 10 doorgangswand naar de binnenzijde van de doorgang 37 getransporteerd.

De thermische energie in het binnenste van de doorgang 37 verwarmt de door de wiek 6 getransporteerde geur en doet deze aldus vervluchtigen. De vervluchtigde geur kan vervolgens uit het geurafgiftesysteem worden vrijgegeven via een open zijde aan de bovenzijde van de doorgang 37.

15 Opgemerkt dient te worden dat het vrijgeefinechanisme 3 ook op ee.n andere wijze kan zijn uitgevoerd en bijvoorbeeld een drukmiddel kan omvatten dat een druk aanbrengt in een reservoir en daarmee de geur via een luchtgat uit het reservoir pompt.

De chemische geurstof kan van een willekeurig type zijn dat voor de 20 specifieke uitvoering geschikt is. In geval het vrijgeefinechanisme de geursubstantie verwarmt, kan de geursubstantie bijvoorbeeld van een type zijn met een lage vrijgave bij kamertemperatuur en een verhoogde verdamping of sublimatie vertonen bij verhoogde temperaturen (d.w.z. boven kamertemperatuur). Ëen dergelijke geursubstantie kan vervluchtigd 25 worden door de temperatuur boven kamertemperatuur te verhogen, zoals bijvoorbeeld tot 60° Celsius of hoger, zoals tot 70° Celsius of hoger, zoals tot 75° of hoger, 80° Celsius of hoger. De geur kan in een willekeurige fase in de reservoirs 40-42 zijn voorzien. De reservoirs 40-42 kunnen bijvoorbeeld een vloeistof bevatten die de geursubstantie omvat. De geursubstantie kan de 30 vorm hebben van een vloeistof, gel of vaste stof. De geursubstantie heeft bij 17 voorkeur de vorm van een vloeistof. Geschikte oplosmiddelen voor de geursubstanties omvatten die welke in de techniek bekend zijn, zoals water, propanol, ethanol en geschikte ethers, carbitolen en glycolen.

In het voorbeeld van Fig. 1 en 2 omvat het geurafgiftesysteem verder 5 een houder 9 voor het opnemen van de twee geurreservoirs 40-42. In het voorbeeld omvat de houder 9 een uitsparing in de behuizing 8 waarin de geurreservoirs 40-42 kunnen worden geplaatst en in hun positie ten opzichte van de behuizing 8 gefixeerd kunnen worden. Wanneer één of meer van de geurreservoirs 40-42 leeg zijn of het vervangen of verwijderen van de 10 geurreservoirs om andere redenen gewenst is, kunnen de geurreservoirs 40-42 uit de gefixeerde positie worden vrijgegeven, in dit voorbeeld handmatig door te drukken op klemconstructies 43 die aangrijpen op de geurreservoirs om de geurreservoirs 40-42 in hun positie te borgen.

In het voorbeeld van Fig. 1 en 2 is het vrijgeefmechanisme 3 opgenomen 15 in de behuizing 8. Ingeval één of meer reservoirs uit de behuizing worden verwijderd, wordt het vrijgeefmechanisme niet verwijderd. Daarmee is de constructie van de reservoirs eenvoudiger. Zoals in Fig. 6 getoond is, kan echter ten minste een deel van het vrijgeefmechanisme op de reservoirs 40-42 zijn aangebracht. In het voorbeeld van Fig. 6 zijn verwarmings-20 elementen 33-36 in de vorm van weerstanden op de buitenzijde van de reservoirs 40-42 geplaatst. Wanneer de reservoirs 40-42 in de behuizing 8 worden geplaatst, worden de verwarmingselementen 33-36 elektrisch verbonden met de regeleenheid 2 en de stroombron, bijvoorbeeld door vrijliggende metalen contacten in de behuizing en op de 25 verwarmingselementen.

Bij voorkeur is het geurafgiftesysteem volgens de onderhavige uitvinding ingericht om te worden aangesloten op een elektrische-stroomvoeding, bijvoorbeeld een contactdoos in huis, zodat de regeleenheid en het schakelelement kunnen functioneren.

18

De ten minste twee geuren kunnen volledig van elkaar verschillen of zij kunnen verwant zijn aan elkaar. Het zal duidelijk zijn dat elke geur uit een aantal geurcomponenten kan zijn samengesteld. Geschikt zijn de ten minste twee geuren verwant aan elkaar. Een eerste geur kan bijvoorbeeld 5 geassocieerd worden met oosterse bamboe, terwijl een tweede geur geassocieerd wordt met ontspannende wierook. De te gebruiken geuren kunnen worden gekozen uit een groep geurtypen. De geuren kunnen bijvoorbeeld een gemeenschappelijk thema delen. In een zeer aantrekkelijke uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zijn de geuren 10 complementen van elkaar. In het kader van de onderhavige uitvinding betekent de term "complement" dat de gebruikte geuren een bepaald thema overbrengen in die zin dat dit een bijzonder fysiologisch effect verschaft. De thema's kunnen betrekking hebben op verschillende tijden van de dag, bepaalde geografische gebieden zoals de Oriënt, de seizoenen van het jaar, 15 en bepaalde aroma's zoals vanille-achtige geuren. Geschikte thema's omvatten bijvoorbeeld "Oriëntaalse Dromen", dat men met tropische geuren zal associëren, "Hemelse Bloemen" dat men zal associëren met geuren van bloemen, en "Strandwandeling" dat men zal associëren met geuren die men aan de kust ervaart.

20 De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een onderdelenpakket omvattende het geurafgiftesysteem volgens de onderhavige uitvinding en ten minste twee met een chemische geurstof gevulde geurreservoirs. Zoals in het voorbeeld van Fig. 1 en 2 en van Fig. 6 getoond is, kunnen de geurreservoirs onderdeel vormen van een 25 geurpatroon 4. In dit voorbeeld bevat de patroon 4 een drager 44 die een aantal geurreservoirs 40-42 aan elkaar fixeert.

De flesjes kunnen bijvoorbeeld gemaakt zijn van glas of een kunststof materiaal. In het voorbeeld van Fig. 1 en 2 zijn de geurreservoirs vormgegeven als flesjes van een optisch transparant materiaal. De 19 behuizing 8 is voorzien van een of meer vensters 81 via welke de inhoud van de flesjes te zien is.

De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op de toepassing van een regeleenheid voor het regelen van een vrijgeefmechamsme om een 5 gekozen geur van ten minste twee geuren in een geurafgiftesysteem vrij te geven, welke regeleenheid een kieseenheid omvat voor het kiezen van genoemde gekozen geur en het regelen van genoemd vrijgeefmechamsme om genoemde gekozen geur vrij te geven, en een schakelelement voor het schakelen van genoemd vrijgeefmechamsme tussen een actieve toestand en 10 een inactieve toestand of vice versa.

i

Daarnaast heeft de onderhavige uitvinding betrekking op de toepassing van het geurafgiftesysteem volgens de onderhavige uitvinding of het onderdelenpakket volgens de onderhavige uitvinding ter afgifte van een geur aan een ruimte waarin een persoon zich ten minste periodiek ophoudt. 15 In de voorgaande beschrijving is de uitvinding beschreven onder verwijzing naar specifieke voorbeelden van uitvoeringsvormen van de uitvinding. Het zal echter duidelijk zijn dat daarin verscheidene wijzigingen en veranderingen kunnen worden aangebracht zonder de ruimere geest en reikwijdte van de uitvinding zoals die in de aangehechte conclusies is 20 neergelegd te verlaten. Zo kunnen bijvoorbeeld de in de voorbeelden getoonde schakelaars zijn uitgevoerd als transistoren of andere geschikte elektronische componenten. Ook kan het geurafgiftesysteem in staat zijn afwisselend ten minste drie verschillende geuren vrij te geven en een | behuizing bezitten die is ingericht om drie verschillende reservoirs op te 25 nemen.

Voorts kan de regeleenheid uitgevoerd zijn in niet-programmeerbare hardware of als één of meer programmeerbare inrichtingen of eenheden die de gewenste inrichtingsfuncties kunnen uitvoeren door volgens geschikte programmacode te werken. Voorts kunnen de inrichtingen fysiek over een 30 aantal apparaten verdeeld zijn terwijl zij als één enkele inrichting werken.

20

De regeleenheid kan bijvoorbeeld uitgevoerd zijn als een kring van aparte elektronische componenten. Ook kunnen inrichtingen die functioneel afzonderlijke inrichtingen vormen geïntegreerd zijn in één enkele fysieke inrichting. Zo kan de regeleenheid bijvoorbeeld als één enkele geïntegreerde 5 kring (IC, Integrated Circuit) zijn uitgevoerd.

In de conclusies dienen eventuele tussen haakjes geplaatste verwijzigingscijfers niet begrepen te worden als de uitvinding beperkend. Het woord 'omvattend(e)’ sluit de aanwezigheid van andere elementen of stappen dan die welke in een conclusie zijn opgesomd, niet uit. Voorts dient 10 het woord 'een' niet begrepen te worden als zijnde beperkt tot 'slechts één', maar wordt dit in plaats daarvan gebruikt als betekenend 'ten minste een', en sluit het meervoudigheid niet uit. Het enkele feit dat zekere maatregelen in onderling verschillende conclusies worden opgesomd duidt er niet op dat een combinatie van deze maatregelen niet met voordeel kan worden 15 toegepast.

1030597

Claims (23)

1. Geurafgiftesysteem, omvattende: een vrijgeefmechanisme voor het vrijgeven van ten minste één geur, en een regeleenheid voor het regelen van genoemd vrijgeefmechanisme, waarbij genoemde regeleenheid een kieseenheid omvat voor het kiezen van 5 genoemde geur uit ten minste twee geuren in reactie op het aanzetten van genoemd geurafgiftesysteem.

2. Afgiftesysteem volgens conclusie 1, waarbij de kieseenheid is ingericht om genoemde gekozen geur willekeurig te kiezen uit genoemde ten minste 10 twee geuren ingeval genoemd afgiftesysteem wordt aangezet.

3. Afgiftesysteem volgens conclusie 1, omvattende een geheugenelement voor het in het geheugen vastleggen welke geur gekozen is wanneer genoemd geurafgiftesysteem wordt uitgeschakeld en waarbij genoemde 15 kieseenheid verbonden is met genoemd geheugenelement, voor het opnieuw kiezen van genoemde gekozen geur wanneer genoemd geurafgiftesysteem wordt aangezet.

4. Afgiftesysteem volgens één der conclusies 1-3, waarbij genoemde 20 regeleenheid voorts een schakelelement omvat voor het schakelen van genoemd vrijgeefmechanisme tussen een eerste toestand en een tweede toestand of vice versa, in welke eerste toestand genoemd vrijgeefmechanisme genoemde gekozen geur met een hogere snelheid vrijgeeft dan in genoemde tweede toestand. 25

5. Afgiftesysteem volgens conclusie 4, voorts omvattende een timer voor het meten van een periode van genoemde eerste toestand en/of tweede toestand, een geheugenelement waarin ten minste één gewenste waarde van een periode van de eerste en/of tweede toestand kan worden opgeslagen, en 103059? een vergelijkingsinrichting voor het vergelijken van de gemeten periode met genoemde gewenste waarde en het uitvoeren van een schakelsignaal naar genoemd schakelelement, en waarbij genoemd schakelelement is ingericht om genoemde toestand te wijzigen in reactie op genoemd 5 schakelsignaal.

6. Afgiftesysteem volgens conclusie 4 of 5, waarbij genoemde kieseenheid is ingericht om periodiek een gekozen geur te kiezen.

7. Afgiftesysteem volgens conclusie 6, waarbij genoemde kieseenheid is ingericht om genoemde geuren in een vooraf bepaalde volgorde te kiezen.

8. Afgiftesysteem volgens één der conclusies 4-7, waarbij genoemde kieseenheid is ingericht om periodiek in reactie op een kiessignaal in plaats 15 van een huidige gekozen geur een andere gekozen geur te kiezen, welk afgiftesysteem een timer omvat voor het meten van een periode van de eerste toestand(en) en/of tweede toestand(en) ten aanzien van de huidige gekozen geur, en een vergelijkingsinrichting voor het vergelijken van genoemde gemeten periode met een vooraf bepaalde waarde die een 20 gewenste periode weergeeft, en het uitvoeren van genoemd kiessignaal naar de kieseenheid.

9. Afgiftesysteem volgens conclusie 8, waarbij de timer een periode in het bereik van 15 tot 60 minuten kan meten. 25

10. Afgiftesysteem volgens conclusie 8 of 9, waarbij genoemde kieseenheid is ingericht om een gekozen geur te kiezen wanneer een periode van de eerste toestand(en) en/of tweede toestand(en) ten aanzien van de andere gekozen geur afloopt. 30

11. Afgiftesysteem volgens één der conclusies 4-10, waarbij genoemd schakelelement is ingericht om genoemd vrijgeefmechanisme gedurende een eerste periode tussen genoemde eerste toestand en genoemde tweede toestand te schakelen, en genoemd vrijgeefinechanisme gedurende een tweede periode tussen genoemde tweede toestand en genoemde eerste toestand te schakelen, waarbij de tweede periode korter is dan de eerste periode. 5

12. Afgiftesysteem volgens conclusie 10 of 11, waarbij gedurende de tweede periode genoemd vrijgeefinechanisme zich alleen in de tweede toestand bevindt.

13. Afgiftesysteem volgens conclusie 12, waarbij genoemde eerste periode en genoemde tweede periode elkaar op afwisselende wijze volgen.

14. Afgiftesysteem volgens één der conclusies 4-13, waarbij in de tweede toestand genoemd vrijgeefinechanisme genoemde gekozen geur vrijgeeft met 15 een snelheid onder een drempel waarbij een persoon genoemde geur opmerkt.

15. Afgiftesysteem volgens één der conclusies 4-14, waarbij de timer een periode van genoemde eerste toestand in het bereik van 100 tot 200 20 seconden kan meten en een periode van genoemde tweede toestand in het bereik van 20 tot 100 seconden kan meten.

16. Afgiftesysteem volgens één der conclusies 4-15, waarbij genoemd vrijgeefinechanisme een elektrothermische transducent bevat, waarbij 25 genoemde transducent elektrisch aansluitbaar is op een elektrische-stroombron en welke transducent thermisch aan een geursubstantie gekoppeld kan worden, voor het omzetten van elektrische energie van genoemde stroombron in thermische energie die op genoemde gekozen gein* wordt toegepast. 30

17. Afgiftesysteem volgens één der conclusies 1-16, voorts omvattende een houder voor het opnemen van ten minste twee geurhouders.

18. Afgiftesysteem volgens conclusie 17, voorts omvattende een vrijgeefmechanisme dat in aangrijping met genoemde geurhouders gebracht kan worden, voor het vrijgeven van een gekozen geur van ten minste twee geuren uit genoemde geurhouder. 5

19. Onderdelenpakket omvattende het systeem volgens één der conclusies 1-18 en ten minste twee met een geursubstantie gevulde geurhouders.

20. Onderdelenpakket volgens conclusie 19, waarbij de ten minste twee 10 geurhouders onderdeel zijn van een geurpatroon.

21. Onderdelenpakket volgens conclusie 19 of 20, waarbij de ten minste twee geuren complementen van elkaar zijn.

22. Toepassing van een vrijgeefmechanisme voor het vrijgeven van ten minste één geur en een regeleenheid voor het regelen van een vrijgeefmechanisme, waarbij genoemde regeleenheid een kieseenheid omvat voor het kiezen van genoemde geur uit ten minste twee geuren in reactie op het aanzetten van genoemd geurafgiftesysteem. 20

23. Toepassing van een geurafgiftesysteem volgens één der conclusies 1-18 of het onderdelenpakket volgens één der conclusies 19-21 ter afgifte van een geur aan een ruimte waarin zich ten minste periodiek een persoon ophoudt. 25 1 030 597 -