NL1030244C1 - Weekdierbestrijdingsmiddel samenstellingen, toedieningsvormen die dergelijke samenstellingen bevatten en werkwijzen voor het gebruik ervan. - Google Patents

Weekdierbestrijdingsmiddel samenstellingen, toedieningsvormen die dergelijke samenstellingen bevatten en werkwijzen voor het gebruik ervan. Download PDF

Info

Publication number
NL1030244C1
NL1030244C1 NL1030244A NL1030244A NL1030244C1 NL 1030244 C1 NL1030244 C1 NL 1030244C1 NL 1030244 A NL1030244 A NL 1030244A NL 1030244 A NL1030244 A NL 1030244A NL 1030244 C1 NL1030244 C1 NL 1030244C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
weight
composition
complexon
composition according
iron
Prior art date
Application number
NL1030244A
Other languages
English (en)
Inventor
Antonie Arie Den Braber
Janusz Ryszard Moskal
Original Assignee
Denka Internat Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Denka Internat Holding B V filed Critical Denka Internat Holding B V
Application granted granted Critical
Publication of NL1030244C1 publication Critical patent/NL1030244C1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01NPRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
    • A01N37/00Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing organic compounds containing a carbon atom having three bonds to hetero atoms with at the most two bonds to halogen, e.g. carboxylic acids
    • A01N37/44Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing organic compounds containing a carbon atom having three bonds to hetero atoms with at the most two bonds to halogen, e.g. carboxylic acids containing at least one carboxylic group or a thio analogue, or a derivative thereof, and a nitrogen atom attached to the same carbon skeleton by a single or double bond, this nitrogen atom not being a member of a derivative or of a thio analogue of a carboxylic group, e.g. amino-carboxylic acids

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Agronomy & Crop Science (AREA)
  • Pest Control & Pesticides (AREA)
  • Plant Pathology (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Dentistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Agricultural Chemicals And Associated Chemicals (AREA)

Description

Korte aanduiding: Weekdierbestrijdingsmiddel samenstellingen, toedieningsvormen die dergelijke samenstellingen . bevatten en werkwijzen voor het gebruik ervan.
De huidige uitvinding heeft in een eerste aspect betrekking op weekdierbestrijdingsmiddel samenstellingen voor het beheersen, doden en/of inactiveren van leden van het fylum weekdieren, in het bijzonder naaktslakken en slakken.
5 Weekdieren zijn een diverse groep van organismen. Zij komen voor in zee, zoetwater en op het land. Een belangrijk kenmerk van de meeste weekdieren is het hoofd-voet gebied. De meeste weekdieren zijn in. sterke mate gecefaliseerd; dat wil zeggen ze hebben een goed ontwikkeld hoofd waarin een mond en een concentratie van zenuw- en 10 waarnemingsfuncties aanwezig zijn. Grenzend aan het hoofd is een grote, gespierde voet die gevormd is uit de ventrale wand. Omdat de voet voornamelijk wordt gebruikt voor voortbeweging is het oppervlak van de voet soms bedekt met haartjes en bevat het verschillende slijmklieren. Weekdieren hebben diverse voedingsgewoonten, variërend 15 van soorten die grazen op microscopische algen, tot aan degene die de bladeren en fruiten van landplanten eten, tot aan roofdieren die vis en andere weekdieren vangen. Vele soorten weekdieren zijn belangrijk voor de mens. Verschillende soorten kunnen bijvoorbeeld dienen als eiwitbronnen, terwijl andere soorten plagen zijn in tuinen, 20 landschappen, en kassen en voor gewassen, planten en fruiten.
Sommigen zijn noodzakelijk onderdelen in de levenscyclus van humane parasieten, inclusief verschrikkelijke ziekten zoals schistosomiasis.
Slakken en naaktslakken behoren, samen met de gastropoden, tot de klasse van Gastropoda van het fylum weekdieren. De gastropoden 25 zoals de slak en naaktslak worden in het algemeen gekenmerkt door een enkelvoudige, gedraaide schelp of helemaal geen schelp, een ventrale gespierde voet voor voortbeweging, en ogen en voelers die op een afzonderlijk hoofd aanwezig zijn. Slakken en naaktslakken behoren tot de meest problematische plagen in vele tuinen en landschapsituaties. 30 Bekende slakkenplagen die in bijvoorbeeld tuinen, kassen en gewasvelden problemen veroorzaken, zijn Helix spp., de bruine . tuinslak (Helix aspersa), en Helix nemoralis, de bruingelipte bosjes of gebandeerde houtslak (Cepaea nemoralis), struikslak (Zonitoides 1 0309ΛΑ_ ________ - 2 - arboreus), witte tuinslak (Theba pisana), subulina slak (Subulina octona), Helicella spp., Cepaea spp.
Verschillende soorten naaktslak veroorzaken regelmatig schade aan planten in bijvoorbeeld tuinen, kassen en landschapsituaties.
5 Bekende naaktslakplagen die problemen veroorzaken omvatten Deroceras reticulatum, Deroceras laeve (gladde naaktslak), de gebandeerde naaktslak Limax poirieri, de kasnaaktslak Milax gagates, Arion spp, Arion subfucus (donkere naaktslak), Arion circumscriptus (grijze tuinnaaktslak), Arion hortensis (zwarte gevulde naaktslak), Arion 10 rufus (grote rode naaktslak), Arion ater (grote zwarte naaktslak), Arion lusitanicus (Spaanse naaktslak), grote grijze tuinnaaktslak (Limax maximus), taankleurige tuinnaaktslak (L. flavus), Limax glavus (gespotte tuinnaaktslak), Limax tenelus (slanke naaktslak), grijze tuinnaaktslak (Agriolimax reticulatis), Ariolimax columbianus (bana-15 nen naaktslak).
De weekdieren slakken en naaktslakken voeden zich met verschillende planten evenals met plantenmateriaal dat aan het vergaan is. Op planten kauwen ze in de bladeren gaatjes met hoeken en ze kunnen de sappige plantdelen afknippen. Ze kunnen ook fruit en de 20 bast van jonge planten aanvreten. Omdat ze een voorkeur hebben voor sappig gebladerte, zijn ze de belangrijkste plaag van zaailingen, kruidachtige planten, en (rijpende) vruchten, inclusief aardbeien, artisjokken en tomaten, die dicht bij de grond aanwezig zijn. Ze zullen zich echter ook voeden met bladeren, sierplanten, bladgroenten 25 en vruchten van bomen, en in het bijzonder citrus is gevoelig voor schade.
In planten, groeten, bloemen en fruit, kan zelfs lichte schade die veroorzaakt is door de naaktslag of slak leiden tot. aanmerkelijk economisch verlies. Dergelijke oogstopbrengst verliest de meeste, 30 zoniet alle, marktwaarde op het moment dat er zelfs zeer minimale schade, veroorzaakt door slak of naaktslak, zichtbaar is. Als gevolg hiervan is hun potentie om schade aan te richten aanmerkelijk en is bescherming van planten tegen de schade veroorzaakt door weekdieren van wezenlijk belang.
35 Verschillende maatregelen kunnen worden genomen om te proberen weekdierenplagen, in het bijzonder slakken en naaktslakken, te beheersen en te bestrijden.
Vriendelijk beheer kan worden toegepast in kleine tuinen en vereist de verwijdering van de woonomgeving en schuilplaatsen van het - 3 - weekdier, in het bijzonder slak en naaktslak, een goede keus en structuur van de tuin, en regelmatige veranderingen van de leefomgeving. De introductie van natuurlijke roofdieren van de weekdieren, zoals bijvoorbeeld grondkevers, kan helpen de infestering 5 laag te houden. Vriendelijk beheer vraagt om verandering van de omgeving en is in het algemeen niet geschikt voor toepassing in grotere tuinen, kassen, gewasvelden en parken.
Meer grondig maar nog steeds milieutechnisch verantwoord beheer is gebaseerd op toepassing van koperband en poederbarrières. Materia-10 len zoals zaagsel, as, en ongebluste kalk kunnen geschikt worden toegepast voor bescherming van planten door deze materialen aan te brengen rond die planten die bescherming nodig hebben.
De hierboven genoemde werkwijzen zijn in het algemeen echter niet adequaat genoeg wanneer krachtig beheer van de plaag 15 noodzakelijk is. Dergelijke vorm van beheer van de plaag vereist het gebruik van chemische stoffen. Chemische stoffen die worden gebruikt voor het doden, controleren en/of in activeren van weekdieren, omvattende slakken en naaktslakken, staan in het algemeen bekend als weekdierbestrijdingsmiddelen en bestaan uit een grote verscheidenheid 20 aan chemische verbindingen.
Het gebruik van bijvoorbeeld ijzer-fosfaat bevattende lokazen (Escar-go, Slug-go, Worry Free geproduceerd door W. Neudorff GmbH) als weekdierbestrijdingsmiddel is populair geworden als vervanger van producten die gebaseerd zijn op methiocarb (Mesural) en metaldehyde 25 (Deadline). Deze twee laatst.genoemden vertonen relatief hoge secondaire giftigheid, dat wil zeggen de niet bedoelde vergiftiging van kleine zoogdieren, vogels en reptielen door de vergiftigde weekdieren of het toegediende lokaas. Metaldehyde wordt bijvoorbeeld sinds 1930 gebruikt, en er wordt gedacht dat het werkt door het 30 dehydrateren van zijn slachtoffers. Het wordt gewoonlijk op de grond rond planten aangebracht om slakken en naaktslakken aan te trekken en te doden.
Verschillende weekdierbestrijdingsmiddelen hebben verschillende werkingsmechanismen. Van verschillende weekdierbestrijdingsmiddelen 35 wordt bijvoorbeeld gedacht dat ze werken als contactgif, en direct contact met de plaag nodig hebben, terwijl van andere wordt gedacht dat ze werken als een weekdierbestrijdingsmiddel op het moment dat ze door de plaag zijn ingenomen. Deze laatste staan in het vakgebied bekend als maaggiffen. Van verschillende weekdierbestrijdingsmiddelen 40 wordt gezegd dat ze verschillende werkingsmechanismen hebben.
- 4 - W097/26789 (Young) beschrijft samenstellingen van weekdierbestrijdingsmiddelen die in de maag werkzaam zijn, die een metaal complexon als een werkzaam bestanddeel omvatten, waarbij metaal-bevattend ethyleendiaminetetra-acetaatzuur (EDTA) het metaal 5 complexon met de grootste voorkeur is.. De term complexon zoals dat hier wordt gebruikt verwijst naar een organisch ligand dat ten minste één iminodiacetaatgroep of twee aminoacetaatgroepen bevat die stabiele complexen met de meeste kationen vormen. Van een groot aantal metaal-bevattende complexonen, inclusief ijzer-bevattende 10 complexonen wordt gezegd dat ze geschikt zijn als weekdierbestrijdingsmiddelen die in de maag werkzaam zijn.
Om als weekdierbestrijdingsmiddel dat in de maag werkzaam is toe te kunnen worden gepast moet het metaal complexon een giftig effect laten zien na opname door de plaag. Nadeel van de op dit 15 moment beschikbare samenstellingen van ijzer-bevattende complexonen, zoals die zijn beschreven in bijvoorbeeld W097/26789, is dat hét giftige effect dat wordt bewerkstelligd door dergelijk ijzer-bevattend complexon bevattende samenstellingen laag of afwezig zijn.
Er blijkt dat ondanks het feit dat verschillende complexonen 20 chemische verwantschap hebben en allemaal kunnen dienen als chelerende middelen voor metalen, inclusief ijzer, slechts EDTA en N-hydroxyethyleendiaminetriacetaatzuur (HEDTA) redelijke werkzaamheid als weekdierbestrijdingsmiddelen die werkzaam zijn in de maag bezitten als ze in het lokaas worden gecombineerd met ijzer. In 25 tegenstelling daarmee vertonen andere complexonen, inclusief EDDHA, DTPA, CDTA, EGTA, en NTA, in combinatie met ijzer, volgens W097/26789, geen of ten hoogste bijzonder beperkt de giftige effecten, bijvoorbeeld in het weekdier Deroceras reticulatum, die nodig zijn om te worden beschouwd als een nuttig en geschikt 30 weekdierbestrijdingsmiddel.
Ook onderzoeken die ijzer-bevattende complexonen toepasten (bijvoorbeeld W097/26789) lieten zien dat verschillende complexonen op zich of volgens W097/26789 lage of geen gewenste effecten in twee soorten weekdieren lieten zien. Deze onderzoeken bevestigen dus de 35 hierboven weergegeven aanwijzing dat, in tegenstelling tot ijzer- bevattend EDTA, andere complexonen beperkte toepasbaarheid als giffen in weekdierbestrijdingsmiddelen hebben.
Het is duidelijk dat verschillende chelaat-vormende middelen voorzien in verschillende giftigheid van het weekdierbestrijdingsmid-40 del. Dit is op zich niet verrassend als men in overweging neemt dat - 5 - de toxicologische mechanismen van de metaalchelaten in weekdieren niet duidelijk zijn. De vele interacties tussen de verschillende chelaten die worden toegepast, de concentratie ervan, interne verteringssappen, externe omstandigheden, voedingsdeeltjes en matrix, 5 celmembranen, enzymen en typen van gebruikt lokaas maken het niet mogelijk te voorspellen of een chelaatvormend middel een doeltreffend weekdierbestrijdingsmiddel zal zijn.
Samenvattend kan worden gezegd dat het gebruik van ijzer-bevattende complexonen als weekdierbestrijdingsmiddelen wordt beperkt 10 omdat ijzer-bevattende complexonen lage of geen effecten hebben op weekdieren, waardoor het moeilijk of zelfs onmogelijk wordt om weekdierplagen te beheersen of bestrijden.
Verschillende chelaten vertonen verschillende stabiliteit bij bepaalde pH waarden. Fabrikanten van chelaten vermelden bijvoorbeeld 15 een stabiliteit of doeltreffendheid voor een ijzer(III)chelaat van NTA bij pH 1-3, DPTA bij pH 1-7 en EDTA bij pH 1-6. Bij pH waarden die hoger zijn dan dergelijke gebieden missen de chelerende middelen de mogelijkheid het ijzer te stabiliseren tegen het neerslaan als, bijvoorbeeld, het hydroxide. De chelaten DTPA en EDDHA zijn bijvoor-20 beeld beide werkzaam in een ander pH-gebied: DTPA-ijzerchelaat werkt in het bijzonder goed in een pH die lager is dan pH 6,5 terwijl EDDHA-ijzer chelaat als een chelaat werkzaam is in een breder pH-gebied dan DTPA, en is ook nog werkzaam bij een pH tot pH 8. Daarbij geldt dat, hoewel het bekend is dat ijzer gemakkelijk een chelaat 25 vormt met EDTA, dergelijke complexen slechts stabiliteit vertonen in een beperkt pH-gebied. Er is bekend dat ijzer in deze EDTA complexen de neiging heeft bij hogere pH waarden als ijzerhydroxide neer te slaan (bijvoorbeeld pH groter dan 9).
Met betrekking tot de huidige uitvinding wordt verwezen naar 30 WO96/05728, waarin landweekdiermaaggiffen die een doeltreffende hoeveelheid ijzer EDTA of een ijzerhydroxyethylderivaat van edetic zuur omvatten worden beschreven.
WO96/05728 beschrijft ook weekdiermaaggiffen die een ijzerverbinding bevatten gekozen uit de groep die bestaat uit 35 ijzereiwitten, ijzerkoolhydraten, en ijzerzouten en een tweede verbinding gekozen uit de groep die bestaat uit edetic zuur, hydroxyethylderivaat van edetic zuur, of zouten daarvan en een inert dragermateriaal die eetbaar is voor weekdieren.
Een nadeel van dit soort samenstellingen is dat in 40 veldomstandigheden, de doeltreffendheid en de werkzaamheid van vele - 6 - metaalzouten in hoge mate worden verzwakt. Dit is meest waarschijnlijk het gevolg van zowel verdunning van de metaalionen en omdat in de aarde de metaalionen chemisch worden gebonden en daardoor niet beschikbaar zijn voor giftige werkzaamheid. Om beheersing van 5 een weekdier te optimaliseren, zou de beschikbaarheid van ijzer voor giftige werkzaamheid niet afhankelijk moeten zijn van bijvoorbeeld de kwaliteit en samenstelling van de bodem, en de ijzerbindende eigenschappen daarvan, als wel het geval zal zijn wanneer het ijzer wordt aangeboden in de vorm van ijzereiwitten, ijzerkoolhydraten, en 10 ijzerzouten.
Wanneer men de hierboven genoemde beperkingen en nadelen in de stabiliteit, doeltreffendheid en gebruik van de momenteel beschikbare verbindingen en samenstellingen in weekdierbestrijdingsmiddelen, inclusief complexonen en ijzerzouten, in overweging neemt, dan is er 15 behoefte voor alternatieve, meer doeltreffende, meer stabiele verbindingen en samenstellingen die kunnen worden gebruikt als weekdierbestrijdingsmiddelen.
Om te voorzien in een oplossing voor de hierboven genoemde problemen, heeft de uitvinder van de huidige uitvinding onderzoek 20 gedaan en verrassenderwijze gevonden dat het nadeel van de beperkte of geen giftigheid van de complexonen voor weekdieren opgelost kan worden door een samenstelling die ten minste een complexon omvat en verder een complexon activator omvat.
Het is momenteel onduidelijk op welke wijze de samenstelling 25 die ten minste een complexon en een complexon activator omvat het voordelige effect als een weekdierbestrijdingsmiddel doet gelden en het is daarom niet gewenst te speculeren of het bijvoorbeeld werkt als een maag- of contactgif. Dus hoewel het niet volledig duidelijk is op welke wijze de samenstelling volgens de uitvinding het effect 30 ervan doet gelden, is het duidelijk dat de samenstellingen volgens de uitvinding werkzaam zijn als doeltreffende weekdierbestrijdingsmiddelen.
Vele complexonen hebben op zich, zoals hierboven is aangegeven, weinig of geen giftigheid voor weekdieren. De aanwezigheid van een 35 activator in combinatie met dergelijk complexon maakt de combinatie duidelijk meer giftig dan kan worden verwacht vanuit het gezichtspunt van de giftigheid van de combinatie van de verbindingen. De combinatie van complexon en een activator vertonen een synergetisch effect in vergelijking tot de activiteit van de afzonderlijke verbindingen.
- 7 -
Zoals hier gebruikt verwijst "complexon" naar willekeurig welk organisch ligand dat ten minste één iminodiacetaatgroep of twee aminoacetaatgroepen omvat, die stabiele complexen vormen met de meeste kationen. Dergelijke complexonen zijn bekend in de stand der 5 techniek en niet-beperkende voorbeelden van deze complexonen omvatten - DTPA (ook naar verwezen als: diethyleentriaminepenta-azijn-zuur; diethyleentriamine-Ν,Ν,Ν',N',N"-penta-azijnzuur, pentetic zuur); - DDHA (ook naar verwezen als: ethyleen-di-amine bis-(2-10 hydroxyfenyl)azijnzuur); - EDDHA (ook naar verwezen als: ethyleendiamine bis (2- hydroxyfenyl)azijnzuur); . .
- CDTA (ook naar verwezen als: CyDTA; 1,2-cyclohexyleendinitrilotetra-azijnzuur); 15 - EGTA (ook naar verwezen als: [ethyleen- bis(oxyethyleennitrilo)]tetra-azijnzuur; egtazine zuur); en NTA (ook naar verwezen als: nitrilotriazijnzuur; alfa,alfa',alfa"-trimethylaminetricarboxylzuur; aminotriazijnzuur). Met voorkeur wordt het complexon gekozen uit de groep die bestaat uit 20 DTPA en DDHA. Met voorkeur is het complexon niet EDTA (ethyleendiami-netetra-azijnzuur) of HEDTA (hydroxyethylethyleendiaminetriazijn-zuur).
Zoals hier gebruikt, verwijst "metaalcomplexon" naar willekeurig welk complexon dat een complex heeft gevormd met een kation.
25 Zoals hier gebruikt verwijzen "ijzer complexon" of "ijzer-bevattende complexon" naar willekeurig welk metaal complexon, waarin het kation ijzer (II) en/of ijzer (III) is, dat wil zeggen Fe2+ en/of Fe3+.
Zoals hier gebruikt verwijst "complexon activator" naar willekeurig welke verbinding of verbindingen die in combinatie met een 30 complexon, bijvoorbeeld een ijzer-bevattend niet-EDTA complexon, werkzaamheid als weekdierbestrijdingsmiddel vertoont en/of giftige effecten in weekdieren bewerkstelligt, terwijl, de complexon activator of het complexon op zich dergelijke werking niet vertoont of slechts in beperkte mate.
35 Zoals hier gebruikt verwijst de term "weinig of geen giftigheid voor weekdieren" naar een percentage van sterfte van weekdieren dat gelijk is aan of minder is dan 20% na 168 uur in reactie op een "potentieel" weekdierbestrijdingsmiddel, zoals bijvoorbeeld kan worden bepaald met behulp van de "bioprotocol" werkwijze die is 40 beschreven in voorbeeld 1.
- 8 -
Naast de samenstelling heeft de huidige uitvinding ook betrekking op een toedieningsvorm die geschikt is om de weekdierbestrij-dingsmiddel samenstelling aan het doel-organisme aan te bieden en om de weekdierenplaag te bestrijden of te behandelen.
5 Naast de samenstelling en de toedieningsvorm, heeft de huidige uitvinding ook betrekking op een werkwijze voor weekdierenplaag beheersing waarbij de werkwijze de stap omvat van het aanbieden van lokaas aan de weekdieren, met het kenmerk dat de samenstelling van het lokaas een samenstelling volgens de uitvinding omvat, zoals 10 hierin beschreven.
Volgens een aspect van de huidige uitvinding wordt het complexon met voorkeur gekozen uit de groep die bestaat uit DTPA en DDHA, meer in het bijzonder DTPA wordt gekozen omdat hiervan is gevonden dat het sneller werkt.
15 Volgens een aspect van de uitvinding is het complexon niet EDTA
Of HEDTA.
Het is voor de vakman in het vakgebied duidelijk dat het ijzer-bevattende complexon alleen of in combinatie met andere geschikte (ijzer-bevattende) complexonen kan worden gebruikt in de samen-20 stellingen volgens de huidige uitvinding.
Volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding omvatten geschikte complexon activatoren organische zuren en zouten daarvan.
Volgens een andere uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding omvat de weekdierbestrijdingsmiddel samenstelling die ten minste een 25 ijzer-bevattende complex omvat met voorkeur één of meer organische zuren of de zouten daarvan gekozen uit de groep die bestaat uit appelzuur, melkzuur, succinaatzuur, azijnzuur, citroenzuur of de mengsels en/of zouten daarvan, met voorkeur appelzuur en/of de zouten daarvan.
30 Volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding is de complexon activator een niet-ijzer bevattend EDTA (ook verwezen naar als: ethyleendiaminetetra-azijnzuur, Edetic zuur), of een zout daarvan. Voorbeelden omvatten, maar zijn niet beperkt tot, di-natrium EDTA.
35 Volgens nog een ander aspect van de huidige uitvinding kunnen (fosfo)lipide, lecithine, met voorkeur soja lecithine worden gebruikt als complexon activator in de weekdierbestrijdingsmiddel samenstellingen volgens de uitvinding.
__—______________ - 9 -
Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat de complexon activator alleen of in combinatie met andere geschikte complexon activatoren kan worden gebruikt, om de complexon activator te vormen.
Met voorkeur omvat de samenstelling volgens de huidige uitvin-5 ding 0-10 gew.% (percentage drooggewicht van de samenstelling), met voorkeur 1-7 gew.%, met meer voorkeur 3-5 gew.% complexon en 0-8 gew.%, met voorkeur 0,5-5 gew.%, met meer voorkeur 1-3 gew.% complexon activator.
In een andere uitvoeringsvorm met voorkeur wordt de samenstel-10 ling volgens de huidige uitvinding gekenmerkt doordat de gewichtsverhouding tussen ijzer-bevattend complexon en complexon activator in het gebied van 0,01-10 ligt, met meer voorkeur tussen 0,1-8, met de meeste voorkeur tussen 0,5-3.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, 15 omvat het weekdierbestrijdingsmiddel fagostimulant. Een grote verscheidenheid van fagostimulanten voor weekdieren zijn bij de vakman bekend.
Voorbeelden omvatten, maar zijn niet beperkt tot, koolhydraten en suikers zoals sucrose, amylose, maltose en xylose, sucrose, 20 glucose, molasse en albumine, bijvoorbeeld uit ei. Het zal duidelijk zijn voor een vakman in het vakgebied dat de fagostimulant alleen kan worden gebruikt of in combinatie met andere geschikte fagostimulanten om te voorzien in de fagostimulant in de samenstelling volgens de huidige uitvinding.
25 Met voorkeur omvat de samenstelling volgens de huidige uitvindingen die een fagostimulant omvat, 0-8 gew.%, met voorkeur 1-8 gew.%, met meer voorkeur 2-6 gew.% fagostimulant.
Daarnaast kan de samenstelling volgens de huidige uitvinding verder nog basiscomponenten, en/of vulstoffen en/of toevoegingen 30 omvatten.
Basiscomponenten omvatten gewoonlijk een voedingsmiddel voor weekdieren zoals een graangewas, tarwemeel, maïsmeel, broodkruimels en/of pannenkoekenmix, om te voorzien in een voor het weekdier eetbaar en aantrekkelijk lokaas en/of voedingsmiddel.
35 Basiscomponenten kunnen met voordeel worden gekozen uit één of meer uit de groep die bestaat uit tarwemeel, maïsmeel, broodkruimels en pannenkoekenmix.
Vulstoffen kunnen worden gekozen uit één of meer uit de groep die bestaat uit bentoniet, calciumcarbonaat, viscositeit veranderende 40 verbindingen, met voorkeur thixotropen, met meer voorkeur Acti-Gel - 10 - 208, polyethyleenglycolen, met voorkeur PEG 1500, diatomeëenaarde, aluminium, coalietenkalk (coalietenkalk CC5 gedistribueerd door Poortershaven Industriële Mineralen BV), puimsteen, ijzeroxide en ijzerhydroxideoxide.
5 Toevoegingen kunnen worden gekozen uit één of meer uit de groep die bestaat uit was, water-weerstand veranderende toevoegingen, bijvoorbeeld verpoederd lijnzaad, kleurstoffen voor kleuring, smaak-veranderende toevoegingen, zoals bijvoorbeeld bitrex, polysorbaten en/of sorbitan-esters, bijvoorbeeld Span 80 en/of Tween 80, en geur-10 stoffen, bijvoorbeeld bananengeur.
De vakman zal begrijpen dat verschillende andere verbindingen die in het vakgebied bekend staan als nuttig, dan wel alleen of in combinatie, in de bereiding van weekdierbestrijdingsmiddelen kandidaten kunnen zijn voor opname in willekeurig welke van de 15 samenstellingen volgens de huidige uitvinding.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de samenstelling: - 0-10 gew.%, met voorkeur 1-7 gew.%, met meer voorkeur 3-5 gew.% Fe DTPA; 20 - 0-8 gew.%, met voorkeur 0,5-5 gew.%, met meer voorkeur 1-3 gew.% diNA EDTA; - 0-8 gew.%, met voorkeur 1-7 gew.%, met meer voorkeur 2-6 gew.% ei-albumine; - 0-5 gew.%, met voorkeur 1-4 gew.%, met meer voorkeur 1,5-3 25 gew.% suiker; - 0-90 gew.%, met voorkeur 20-70 gew.%, met meer voorkeur 25-45 gew.% tarwemeel en/of broodkruimels; - 0-90 gew.%, met voorkeur 20-70 gew.%, met meer voorkeur 25-45 gew.% maïsmeel; 30 en - 0-40 gew.%, met voorkeur 10-30 gew.%, met meer voorkeur 15-25 gew.% calciumcarbonaat.
De hierboven genoemde uitvoeringsvorm met voorkeur vertoont in het bijzonder een verrassend doeltreffende werkzaamheid tegen 35 weekdieren, als duidelijk zal worden uit de voorbeelden hieronder, en het is met voordeel geschikt als weekdierbestrijdingsmiddel.
Volgens nog een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de samenstelling: - 0-10 gew.%, met voorkeur 1-7 gëw.%, met meer voorkeur 3-5 40 gew.% Fe DTPA; - 11 - - 0-8 gew.%, met voorkeur 0,5-5 gew.%, met meer voorkeur 1-3 gew.% diNA EDTA; - 0-8 gew.%, met voorkeur 1-7 gew.%, met meer voorkeur 2-6 gew.% eialbumine; 5 - 0-5 gew.%, met voorkeur 1-4 gew.%, met meer voorkeur 1,5-3 gew.% suiker; - 0-90 gèw.%, met voorkeur 20-70 gew.%, met meer voorkeur 25-45 gew.% 'tarwemeel en/of broodkruimels; - 0-90 gew.%, met voorkeur 20-70 gew.%, met meer voorkeur 25-45 10 gew.% maïsmeel; en - 0-40 gew.%, met voorkeur 10-30 gew.%, met meer voorkeur 15-25 gew.% coalietenkalk.
De hierboven genoemde uitvoeringsvorm met voorkeur vertoont 15 verrassend doeltreffende werkzaamheid tegen weekdieren en het is met voordeel geschikt als weekdierbestrijdingsmiddel.
De vakman zal begrijpen dat het de voorkeur heeft de producten die onderwerp zijn van de huidige uitvinding te bereiden in een toedieningsvorm die gemakkelijk is voor gebruikers om te gebruiken en 20 weekdierplagen te bestrijden, doden of behandelen. Het weekdierbestrijdingsmiddel van de huidige uitvinding kan met voordeel worden aangeboden in een toedieningsvorm zoals een korrel, een pellet, een granule, een poeder, een capsule, een oplossing, een dispersie, een pasta, een tablet, waarbij een korrel, een pellet of een tablet en 25 een granule meer voorkeur hebben.
Naast de samenstelling en de toedieningsvorm heeft de huidige uitvinding ook betrekking op een werkwijze voor weekdierenplaag beheersing, omvattende de stap van het voorzien in een lokaas aan weekdieren, gekenmerkt in dat de samenstelling van het lokaas een 30 samenstelling, een weekdierbestrijdingsmiddel of toedieningsvorm omvat volgens de uitvinding, en zoals hierin beschreven.
Met voorkeur omvat de werkwijze voor weekdierenplaag beheersing volgens de huidige uitvinding de stap van het voorzien in een lokaas aan het weekdier, met het kenmerk dat de samenstelling van het lokaas 35 omvat: - 0-10 gew.%, met voorkeur 1-7 gew.%, met meer voorkeur 3-5 gew.% Fe DTPA; - 0-8 gew.%, met voorkeur 0,5-5 gew.%, met meer voorkeur 1-3 gew.% diNA EDTA; - 12 - - 0-8 gew.%, met voorkeur 1-7 gew.%, met meer voorkeur 2-6 gew.% eialbumine; - 0-5 gew.%, met voorkeur 1-4 gew.%, met meer voorkeur 1,5-3 gew.% suiker; 5 - 0-90 gew.%, met voorkeur 20-70 gew.%, met meer voorkeur 25-45 gew.% tarwemeel en/of broodkruimels; - 0-90 gew.%, met voorkeur 20-70 gew.%, met meer voorkeur 25-45 gew.% maïsmeel; en 10 - 0-40 gew.%, met voorkeur 10-30 gew.%, met meer voorkeur 15-25 gew.% calciumcarbonaat.
Zoals zal worden begrepen door de vakman, kunnen de samenstelling en toedieningsvormen volgens de huidige uitvinding verder een grote verscheidenheid aan andere geschikte verbindingen zoals opper-15 vlakte actieve stoffen en/of kleurstoffen en/of smaakstoffen en/of impregnatie middelen omvatten. Ook conserveermiddelen, met voorkeur sorbine zuur en zouten daarvan, ascorbine zuur en zouten ervan, en natriumbenzoaat kunnen worden omvat in de samenstelling en/of toedieningsvorm volgens de huidige uitvinding.
20 De vakman zal begrijpen dat veranderingen kunnen worden gemaakt aan samenstellingen, toedieningsvormen en werkwijzen volgens de huidige uitvinding zonder dat daarbij het beoogde doel van de uitvinding wordt verlaten.
25 VOORBEELDEN
Voorbeeld 1
Om het effect van verschillende weekdierbestrijdingsmiddel samenstellingen te onderzoeken worden testen volgens de werkwijze die 30 hieronder is beschreven uitgevoerd.
Bioprotocol
Testen worden uitgevoerd in kunststof of glazen bakken (40*20*29 cm) die nauwkeurig zijn afgedekt met een fijnmazig net bij omgevingstemperatuur (14-18°C, relatieve luchtvochtigheid 60-85%) en 35 gedempt licht. De bodem van elke bak was bedekt met een grondlaag van ongeveer 5 cm dik.
Tien volgroeide weekdieren (naaktslakken, voornamelijk Dereoceras laeve, maar ook Arion soorten; slakken, voornamelijk Helix aspersa en Helix nemmoralis) werden losgelaten in de bak. Geen 40 conditionering werd toegepast.
- 13 -
In "geen keuze" testen hadden de weekdieren onbeperkt toegang tot water en lokaas.
In "vrije keuze" testen konden de weekdieren vrijelijk kiezen tussen standaardvoer (sla) en lokaas. Het gedrag van het weekdier 5 werd iedere 24 uur waargenomen gedurende de 168 uren van iedere individuele test en sterfte werd bepaald.
Er werd waargenomen dat lokaasformuleringen een duidelijke voedingsvoorkeur veroorzaakten die zich vanaf het begin van de vrije keuze testen manifesteerde. De weekdieren aten slechts de eerste 24 10 uur van zowel het toegediende lokaas als de sla, maar daarna consumeerden de weekdieren exclusief het lokaas.
Voorbeeld 2
Controletesten werden uitgevoerd volgens het bioprotocol van voorbeeld 1, maar lokaas werd vervangen door puur tarwe- of maïsmeel. 15 Geen sterfte werd waargenomen in de controletesten.
Voorbeeld 3
Verbindingen die worden gebruikt in de bereiding van samenstel-lingen/weekdierbestrijdingsmiddelen omvatten:
Niet-EDTA complexonen: ijzer di-ethyleen tri-amine penta-azijn-20 zuurcoinplex (FeDTPA); ijzer ethyleen-di-amine bis-(2-hydroxyfenyl) azijnzuurcomplex (FeDDHA)
Zouten: di-natriummalonaat, di-natriumacetaat, di-natriumsuccinaat, natriumacetaat (NaAc), di-natriumethyleen-di-amine tetra-azijnzuur (di-Na EDTA), di-natriumcitraat.
25 Actieve componenten: sojalecithine.
Fago-stimulanten: sucrose, suiker, ei-albumine (EiAlb). Voercomponenten: tarwemeel, maïsmeel, broodkruimels, pannenkoekenmix. Vulmiddelen: calciumcarbonaat (CaCOa) , bentoniet, minerale thixotro-pen zoals Acti-Gel 208, polyethyleenglycolen, zoals PEG 1500.
30 Toevoeging: was, water-weerstand veranderende toevoegingen, zoals bijvoorbeeld verpoederd lijnzaad, kleurstoffen voor kleuring, smaak-veranderende toevoegingen, zoals bijvoorbeeld bitrex, polysorbaten en/of sorbitan-esters, zoals bijvoorbeeld Span 80 en/of Tween 80, en geurstoffen, bijvoorbeeld bananengeur.
35 Conserveermiddelen: sorbine zuur en zouten daarvan, ascorbine zuren en zouten daarvan, natriumbenzoaat en andere geschikte verbindingen die bekend zijn in het vakgebied.
Voorbeeld 4 - 14 -
De verbindingen zonder complexonen die zijn beschreven in tabel 1 kunnen met een groot aantal verschillende werkwijzen die bekend zijn in het vakgebied worden bereid.
- 15 -
Formuleringen zonder complexonen:
Tabel
Code Complex- Basis- Fagostimu- Vul- Toevoeging on Component lant middel
Activa-tor 01-78/1 Geen Pannenkoekenmix eiAlb Geen geen 96% 4% 01-78/2 Geen Pannenkoekenmix sucrose Geen geen 96% 4% 01-78/3 NaAc Pannenkoekenmix geen Geen geen 4% 96% 01-78/11 di-Na Pannenkoekenmix eiAlb Geen geen EDTA 93% 4% 3% 01-80/2 Geen Pannenkoekenmix eiAlb bentoniet geen 71% 4% 25% 5 Voorbeeld 5
Om het effect van de verschillende weekdierbestrijdingsmiddel samenstellingen zoals beschreven in voorbeeld 4 te bepalen werden testen volgens de werkwijze van voorbeeld 1 uitgevoerd. Resultaten van deze experimenten zijn beschreven in tabel 2: 10
Formuleringen zonder complexonen:
Tabel 2
Code % Sterftecijfer (gemiddeld) Testtype Aantal 120 uur 144 uur 168 uur testen 01-78/1 0 00 geen keuze 1 01-78/2 0 0 .0 geen keuze 1 01-78/3 000 geen keuze 1 01-79/11 0 0 10 geen keuze 1 01-80/2 000 geen keuze 1 15 Uit de resultaten blijkt duidelijk dat de samenstellingen zonder ijzer-bevattende complexonen geen giftige effecten in weekdieren vertonen. Het is ook duidelijk dat de samenstellingen die - 16 - een complexon activator bevatten, maar geen ijzer-bevattend niet-EDTA complexon (b.v. code 01-78/3 en code 01-79/11) geen giftige effecten in weekdieren vertonen.
Voorbeeld 6
5 De samenstellingen met ijzer-bevattend niet-EDTA complexon DDHA
(FeDDHA) die hieronder in tabel 3 zijn beschreven kunnen met behulp van een groot aantal verschillende werkwijzen die bekend zijn in het vakgebied worden bereid.
10 Formuleringen met FeDDHA:
Tabel 3
Code Ijzer- Complexon Basis- Fago-Vul- Toe- complex activator . Component stimu- middel voeging lant 01-78/5 4% geen Pannenkoekenmix geen geen geen 96% 01-79/4 4% geen Pannenkoekenmix eiAlb geen geen 92% 4% 04-06/2 3% di-Na EDTA Maïsmail eiAlb CaC03 geen 2% 34% 4% 20% suiker 2%
Voorbeeld 7 15 Om het effect van de verschillende weekdierbestrijdingsmiddel- samenstellingen zoals beschreven in voorbeeld 6 te bepalen werden testen volgens de werkwijze van voorbeeld 1 uitgevoerd. De resultaten van deze experimenten zijn beschreven in tabel 4: 20 Formuleringen:
Tabel 4
Code % Sterftecijfer (gemiddeld) Testtype Aantal Ί 120 uur 144 uur 168 uur testen 01-78/5 000 geen keuze 1 01-79/4 000 geen keuze 1 04-06/2 21 38 60 vrije keuze 2 - 17 -
In de testen waarin een giftig effect van het lokaas werd aangetoond werden de naaktslakken tijdens de test duidelijk minder actief, zij kregen een donkere kleur en werden aantoonbaar kleiner, waarschijnlijk vanwege het verlies van water. In bepaalde gevallen 5 vond sterfte onder de weekdieren al na twee dagen plaats.
Uit de resultaten blijkt duidelijk dat de inclusie van ijzer-bevattende niet-EDTA complexonen (in dit voorbeeld FeDDHA) op zich (b.v. code 01-78/5 of 01-79/4) de formulering niet giftig maakt voor weekdieren. Het gebruik van ijzer-bevattende niet-EDTA complexonen, 10 b.v. in lokaas, vertonen geen giftige effecten in weekdieren, zelfs onder omstandigheden dat het het enige voedsel is dat beschikbaar is voor de weekdieren ("geen keuze").
Daarentegen is het duidelijk uit de resultaten dat formuleringen die ijzer-bevattende niet-EDTA complexonen en complexon 15 activatoren (b.v. code 04-06/2) omvatten in hoge mate giftig zijn voor weekdieren. Deze giftige effecten kunnen zelfs worden waargenomen onder omstandigheden van verminderde hoeveelheden van ijzer-bevattend niet-EDTA complexon (vergelijk b.v. code 01-79/4 met code 04-06/2) of onder de omstandigheden waarin weekdieren vrijelijk 20 kunnen kiezen tussen niet-giftig voer, zoals sla, en ijzer-bevattend niet-EDTA complexon en complexon activator omvattend lokaas.
Uit de voorbeelden 1 tot 7 kan onmiskenbaar worden geconcludeerd dat terwijl samenstellingen zonder complexonen of met ij zer-bevattende niet-EDTA complexonen maar zonder complexon 25 activatoren, of zonder ijzer-bevattende niet-EDTA complexonen maar met complexon activatoren, geen giftige effecten vertonen in weekdieren, samenstellingen die tenminste een ijzer-bevattend niet-EDTA complexon en daarbij omvattende eèn complexon activator duidelijk doeltreffend zijn in weekdieren.
30
Voorbeeld 8
De samenstellingen met ijzer-bevattend niet-EDTA complexon DTPA (FeDTPA) die hieronder in tabel 5 zijn beschreven kunnen met een groot aantal verschillende werkwijzen die bekend zijn bij de vakman 35 worden bereid.
- 18 -
Formuleringen met FeDTPA complex:
Tabel 5
Code IJzer- Complexon Basis- Fago- Vul- Toe- com- activator component stimu- middel voeging plex lant 01-78/4 4% geen pannenkoeken geen Geen geen -mix 96% 01-79/3 4% geen pannenkoeken eiAlb Geen geen -mix 4% 92% 01-79/9 4% di-Na EDTA pannenkoeken eiAlb Bento- geen 3% -mix 4% niet 69% 20% 01-79/6 4% di-Na EDTA pannenkoeken eiAlb Geen geen 3% -mix 4% 89% 01-91/5 4% NaAc tarwemeel eiAlb CaC03 geen 2% 68% 4% 20% sucrose 2% 01-79/12 4% di-Na EDTA pannenkoeken eiAlb Acti- geen 1% -mix 4% Gel208
NaAc 68% sucrose 20% 1% 2% 01-79/13 4% di-Na EDTA pannenkoeken eiAlb CaC03 geen 1% -mix 4% 20%
NaAc 68% sucrose 2% 01-82/1 4% di-Na EDTA pannenkoeken eiAlb CaC03 Span-80 1% -mix 4% 20% 4%
NaAc 64% sucrose 1% 2% 01-82/2 4% di-Na EDTA pannenkoeken eiAlb CaC03 Tween- 1% -mix 4% 20% 80
NaAc 64% sucrose 4% 1% 2% --L_--;---- - 19 - 01-82/3 4% di-Na EDTA tarwemeel eiAlb CaC03 geen 1% 68% 4% 20%
NaAc sucrose 1% 2% 01-82/5 4% di-Na EDTA maïsmeel eiAlb CaC03 geen 1% 68% 4% 20%
NaAc sucrose 1% 2% 01-82/7 4% di-Na EDTA maïsmeel eiAlb CaC03 Span-80 1% 64% 4% 20% 4%
NaAc sucrose 1% 2% 01-93/3 5% NaAc maïsmeel eiAlb PEG bana- 2% 38% 4% 1500 nengeur sucrose 10% 1% 2% 01-93/4 5% NaAc tarwemeel eiAlb CaC03 bana- 2% 33% 4% 20% nengeur broodkrui- sucrose 1% mels 33% 2% 01-93/7 5% di-Na EDTA tarwemeel eiAlb 4% PEG aard- 1% 38% suiker 2% 1500 beien- maïsmeel 38% 10% geur 1% 01-93/13 3% di-Na EDTA tarwemeel suiker CaC03 bana- 2% 36% 2% 20% nengeur maïsmeel 36% 1% 01-93/10 3% di-Na EDTA maïsmeel 36% suiker CaC03 bana- 1% broodkrui- 2% 20% nengeur
NaAc mels 35% 1% 1% 04-01/1 3% d-Na tarwemeel eiAlb 4% CaC03 geen lactaat 35% suiker 2% 20% 2% maïsmeel 34% 04-01/2 3% di-Na tarwemeel eiAlb 4% CaC03 geen molonaat 35% suiker 2% 20% 2% maïsmeel 34% 04-01/3 3% di-Na tarwemeel eiAlb 4% CaC03 geen succinaat 35% suiker 2% 20% 2% maïsmeel 34% - 20 - 04-03/1 3% di-Na tarwemeel eiAlb 4% CaC03 geen citraat 2% 35% suiker 2% 20% maïsmeel 34% 04-03/2 3% soja tarwemeel eiAlb 4% CaC03 geen lecithine 35% suiker 2% 20% 2% maïsmeel 34% 04-02/4 3% di-Na EDTA tarwemeel eiAlb 4% CaC03 geen 1% 35% suiker 2% 20% di-Na maïsmeel 34% malonaat 1% 01-93/23 T% di-Na EDTA tarwemeel eiAlb 4% CaC03 geen 2% 36% suiker 2% 20% maïsmeel 35%
Voorbeeld 9
Om te bepalen wat het effect is van de verschillende weekdier-bestrijdingsmiddelsamenstellingen die zijn beschreven in voorbeeld 8, 5 werden testen volgens de werkwijze van voorbeeld 1 uitgevoerd. De resultaten van deze experimenten zijn weergegeven in tabel 6: ____ ________ _ _ - 21 -
Formuleringen die ijzer-bevattend niet-EDTA complexon FeDTPA omvatten
Tabel 6 5
Code % Sterftecijfer (gemiddeld) Testtype Aantal 120 uur 144 uur 168.uur testen 01-78/4 000 geen keuze 1 01-79/3 000 geen keuze 1 01-79/9 ~2Ö 30 30 geen keuze 1 01-79/6 20 30 40 geen keuze 1 01-91/5 50 60 90 vrije keuze 1 01-79/12 45 6Ö 80 geen keuze 2 01-79/13 45 65 75 vrije keuze 3 01-82/1 40 80 80 geen keuze 1 01-82/2 10 80 80 geen keuze 1 01-82/3 48 63 65 vrije keuze 4 01-82/5 50 70 83 vrije keuze 3 01-82/7 70 90 90 vrije keuze 1 01-93/3 4Ö 60 60 vrije keuze 1 01-93/4 40 40 60 vrije keuze 1 01-93/7 47 60 67 vrije keuze 1 01-93/13 8Ö 9Ö 90 vrije keuze 1 01-93/10 40 80 90 vrije keuze 1 04-01/1 50 50 60 vrije keuze 4 04-01/2 45 55 60 vrije keuze 2 04-01/3 10 20 50 vrije keuze 2 04-03/1 20 30 50 vrije keuze 2 04-03/2 40 50 55 vrije keuze 2 04-02/4 45 70 70 vrije keuze 2 01-93/23 6Ö 6Ö 8Ö vrije keuze 2
In de testen, waarin een giftig effect van het lokaas werd aangetoond, werden de naaktslakken tijdens de test duidelijk minder actief, ze kregen een veel donkerdere kleur en werden duidelijk 10 kleiner, waarschijnlijk vanwege het verlies van water. In bepaalde gevallen kon sterfte in de weekdieren al twee dagen na aanvang worden waargenomen.
- 22 -
Het blijkt duidelijk uit de resultaten dat inclusie van ijzer-bevattende niet-EDTA complexonen (in dit voorbeeld FeDTPA) op zich (b.v. code 01-78/4 of 07-79/3) de formulering niet giftig maakt voor weekdieren. Het gebruik van ijzer-bevattend niet-EDTA complexon, b.v.
5 in.lokazen, vertoont geen giftig effect in weekdieren zelfs onder omstandigheden dat het het enige voedsel dat beschikbaar is voor de weekdieren is ("geen keuze").
Daarentegen blijkt uit de resultaten dat formuleringen die ijzer-bevattende niet-EDTA complexonen en complexon activator (b.v.
10 code 01-82/3) omvatten in hoge mate giftig zijn voor weekdieren. Dit giftige effect kan zelfs worden waargenomen onder omstandigheden van verlaagde hoeveelheden van ijzer-bevattend niet-EDTA complexon (vergelijk b.v. code 01-92/23 met code 01-79/3) of onder omstandigheden dat weekdieren vrijelijk kunnen kiezen tussen niet-giftig 15 voedsel, bijvoorbeeld sla, en ijzer-bevattend niet-EDTA complexon en complexon activator omvattend lokaas.
Uit de voorbeelden 1 tot 9 kan onmiskenbaar worden geconcludeerd dat hoewel samenstellingen zonder complexonen of met ijzer-bevattende niet-EDTA complexonen maar zonder complexon activatoren, 20 of zonder ijzer-bevattende niet-EDTA complexonen maar met complexon activatoren, geen giftig effect vertonen in weekdieren, samenstellingen die ten minste een ijzer-bevattend niet-EDTA complexon en verder een complexon activator omvatten duidelijk doeltreffend zijn in weekdieren.
25 Verschillen tussen de verschillende samenstellingen kan worden waargenomen. Bijvoorbeeld, in het bijzonder samenstellingen in de formulering omschreven in de voorgaande voorbeelden met de code 04-06/2, 01-91/5, 01-79/12, 01-93/13, 01-93/10 zijn in hoge mate werkzaam in weekdieren en zijn daarom geschikte voorbeelden, waarbij 30 expliciet moet worden opgemerkt dat andere samenstellingen volgens de uitvindingen niet worden uitgesloten, van gewenste samenstellingen voor de behandeling van weekdierplagen.
Voorbeeld 10
Een weekdierbestrijdingsmiddelsamenstelling omvattende (in 35 gewichtspercentages) ongeveer 3% Fe DTPA; ongeveer 2% di-NA EDTA: ongeveer 4% ei albumine; ongeveer 2% suiker; - 23 - ongeveer 35% tarwemeel en/of broodkruimels; ongeveer 34% maïsmeel; en ongeveer 20% calciumcarbonaat werd bereid en onderzocht op de werkzaamheid als 5 weekdierbestrijdingsmiddel ervan. De weekdierbestrijdingsmiddel samenstellingen waren doeltreffend tegen weekdieren.
Voorbeeld 11
Weekdierbestrijdingsmiddelen in verschillende toedieningsvormen geschikt voor gebruik door consumenten om weekdierplagen te 10 bestrijden of te behandelen, zoals korrels, pellets, granules, poeders, capsules, oplossingen, dispersies, pasta's, naar keuze met de toevoeging van andere bestanddelen zoals fagostimulanten, oppervlakte actieve stoffen, kleurstoffen, smaakstoffen, conserveermiddelen en impregnatie middelen werden bereid door gebruik 15 te maken van willekeurig welke van de samenstellingen beschreven in voorbeelden 1 tot 11 (bew. 10).
Voorbeeld 12
Tien weekdieren, als een model voor een weekdierenplaag, werden beheerst en behandeld door ze te voorzien van lokaas met een 20 samenstelling volgens de uitvinding. De werkwijze is doeltreffend voor weekdierenplaag beheersing.
Voorbeeld 13
Tien weekdieren, als een model voor een weekdierenplaag, werden beheerst en behandeld door lokaas met de samenstelling volgens 25 voorbeeld 10 aan de weekdieren te geven. De werkwijze is doeltreffend voor weekdierenplaag beheersing.
Voorbeeld 14
Verschillende volgende testen volgens de werkwijze beschreven in voorbeeld 1 werden uitgevoerd met verschillende samenstellingen .30 zoals beschreven in voorbeeld 4, voorbeeld 6 en/of voorbeeld 8.
Tuingrond werd in een schone kunststof of glazen bak (40x20x20 cm) geplaatst om de bodem te bedekken met een laag van ongeveer 5 cm dik. De bodem werd bevochtigd en een kunststof waterbak (5,5 cm) werd 35 op drie kleine steentjes geplaatst om een schuilplaats te vormen voor de naaktslakken. Daarna werden tien volledig volgroeide Deroceras leave naaktslakken en twee volwassen Helix aspersa slakken vrijgelaten in de bak. Ongeveer 1 uur daarna werd een glazen schaaltje met het lokaas (2 g van de formulering 01-78/1) in de bak - 24 - geplaatst en de "geen keuze" test werd begonnen. Het gedrag van de weekdieren werd eenmaal per dag gedurende de week waargenomen. Na 7 dagen werd de test beëindigd, werd de schaal met lokaas gewogen (nat en gedroogd) en werd de bak schoon gemaakt. In dit experiment 5 overleefden alle onderzochte naaktslakken. Ongeveer 70% van het toegediende lokaas werd opgegeten.
IL
Tuinaarde werd in een schone kunststof of glazen bak (40 x 20 x 20 cm) geplaatst om de bodem met een laag van ongeveer 5 cm dik te 10 bedekken. De bodem werd bevochtigd en een kunststof waterbak (5,5 cm) werd op drie kleine steentjes geplaatst om een schuilplaats voor de naaktslakken te vormen. Daarna werden 10 volledig volgroeide Deroceras laeve naaktslakken en twee volwassen Helix aspersa slakken vrijgelaten in de bak. Na ongeveer 1 uur werd een glazen schaaltje 15 met het lokaas (1 g van de formulering 04-06/2) en een ander glazen schaaltje met een paar stukjes verse sla in de arena gezet en werd de "vrije keuze" test gestart. Het gedrag van de weekdieren werd gedurende de week eens per dag waargenomen. De weekdieren aten in het begin van zowel de sla als het lokaas, maar later werd alleen het 20 lokaas gegeten. Gedurende de eerste drie dagen werd geen sterfte waargenomen. De naaktslakken werden apathisch, hun lichamen krimpten en werden donkerder. De volgende dag (96 uur) waren 4 naaktslakken dood. Na 6 dagen waren 5 naaktslakken en 1 slak dood. Op het moment dat de test werd beëindigd (7 dagen) waren 6 naaktslakken en 1 slak 25 dood. Het schaaltje met het lokaas werd gewogen (nat en gedroogd) en de bak werd schoongemaakt. In dit experiment overleefden 4 naaktslakken en 1 slak (totaal sterftecijfer: 58%). Ongeveer 30 tot 50% van het toegediende lokaas werd opgegeten.
30 Tuinaarde werd in een schone kunststof of glazen bak (40*20*20 cm) geplaatst om de bodem te bedekken met een laag van ongeveer 5 cm dik. De aarde werd bevochtigd en een kunststof waterbak (5,5 cm) werd vervolgens op drie kleine steentjes geplaatst om een schuilplaats voor de naaktslakken te vormen. Vervolgens werden tien volgroeide 35 Deroceras laeve naaktslakken en twee volwassen Helix aspersa slakken vrijgelaten in de bak. Na ongeveer 1 uur werd een glazen schaaltje met het lokaas (1 g van de formulering 04-01/2) en een ander glazen schaaltje met een paar stukjes verse sla in de glazen bak geplaatst en werd de "vrije keuze" test gestart. Het gedrag van de weekdieren 40 werd gedurende een week eenmaal per dag waargenomen. De weekdieren - 25 - . voeden zich bij het begin van de test met zowel de sla als het lokaas, maar later tijdens de test werd alleen het lokaas gegeten. Gedurende de eerste drie dagen werd geen sterfte waargenomen. De naaktslakken werden apathisch, hun lichamen krimpten en werden 5 donkerder. De volgende dag (96 uur) waren 4 naaktslakken dood. Na 6 dagen, waren 7 naaktslakken en 1 slak dood. Op het moment dat de test werd beëindigd (7 dagen) waren 7 naaktslakken en 1 slak dood. Het schaaltje met het lokaas werd gewogen (nat en droog) en de bak werd schoongemaakt. In dit experiment overleefden 3 naaktslakken en 1 slak 10 (totale sterftecijfer: 67%). 30 tot 50% van het toegediende lokaas werd opgegeten.
Ih
Tuinaarde werd in een schone glazen of kunststof bak (40 x 20 x 20 cm) geplaatst om de bodem te bedekken met een laag van ongeveer 5 15 cm dik. De aarde werd bevochtigd en een kunststof waterbak (5,5 cm) werd op drie kleine stenen geplaatst om een schuilplaats voor de naaktslakken te vormen. Vervolgens werden 10 volgroeide Deroceras laeve naaktslakken en twee volwassen Helix aspersa slakken vrijgelaten in de bak. Na ongeveer 1 uur werd een glazen schaaltje 20 met het lokaas (1 g van de formulering 01-93/9) en een anderen glazen schaaltje met een paar stukjes verse sla in de bak geplaatst en werd de "vrije keuze" test gestart. Het gedrag van de weekdieren werd gedurende de week eenmaal per dag waargenomen. De weekdieren aten in het begin van de test van zowel de sla en het lokaas, maar later werd 25 alleen het lokaas.gegeten. Gedurende de eerste twee dagen werd geen sterfte waargenomen. De naaktslakken werden apathisch, hun lichamen krimpten en werden donkerder. De volgende dag (72 uur) was de eerste naaktslak dood. Na 6 dagen waren 9 naaktslakken en 1 slak dood. Op het moment dat de test werd beëindigd (7 dagen) waren alle 30 naaktslakken en 1 slak dood. Het schaaltje met het lokaas werd gewogen (nat en gedroogd) en de bak werd schoongemaakt. In dit experiment overleefde geen enkele naaktslak en.slechts 1 slak (totaal sterftecijfer: 92%) . 30 tot 50% van het toegediende lokaas werd opgegeten.
35
Tuinaarde werd in een schone kunststof of glazen bak (40 x 20 x 20 cm) geplaatst om de bodem te bedekken met een laag van ongeveer 5 cm dik. De aarde werd bevochtigd en een kunststof waterbak (5,5 cm) werd op drie kleine stenen geplaatst om een schuilplaats voor de 40 naaktslakken te vormen. Daarna werden 10 volgroeide Deroceras laeve - 26 - naaktslakken en twee volwassen Helix aspersa slakken vrijgelaten in de bak. Na ongeveer 1 uur werd een glazen schaaltje met het lokaas (1 g van de formulering 01-93/32) en een anderen glazen schaaltje met een paar stukjes verse sla in de bak geplaatst en werd de "vrije 5 keuze" test gestart. Het gedrag van de weekdieren werd gedurende de week eenmaal per dag waargenomen. De weekdieren aten in het begin van . de test van zowel de sla als het lokaas, maar later werd alleen het lokaas gegeten. Gedurende de eerste twee dagen werd geen sterfte waargenomen. De naaktslakken werden apathisch, hun lichamen krimpten 10 en werden donkerder. De volgende dag (72 uur) was de eerste naaktslak dood. Na 6 dagen waren 7 naaktslakken en 1 slak dood. Op het moment dat de test werd beëindigd (7 dagen) waren al de naaktslakken en 1 slak dood. Het schaaltje met het lokaas werd gewogen (nat en gedroogd) en de bak werd schoongemaakt. In dit experiment overleefde 15 geen enkele naaktslak en slechts 1 slak (totale sterftecijfer: 92%).
30 tot 40% van het toegediende lokaas werd opgegeten.
Voorbeeld 15
Om het effect van een weekdierbestrijdingsmiddel dat Fe-EDTA of FE-DTPA test bevat werden testen volgens de werkwijze van voorbeeld 1 20 uitgevoerd met formuleringen met code 04-25/7 (Fe-EDTA) en 01-93/13 (FE-DTPA); zie tabel 7. De resultaten van deze experimenten zijn beschreven in tabel 8.
Tabel 7
Code IJzer- Complexon Basiscom- Fagostimu- Vulmid- Toevoeging| complex activator ponent lant del 04-25/7 3% Geen tarwemeel EiAlb CaC03 geen 35% maïs- 4%, suiker 20% meel 36% 2% 01-93/13 3% di-Na EDTA tarwemeel EiAlb CaC03 bananen- 2% 32%, 4%, suiker 20% geur 1% maïs- 2% meel 36% 25
Tabel 8
Code % Sterftecijfer (gemiddeld) Testtype Aantal 120 uur 1144 uur 168 uur testen 04-25/7 80 90 95 Geen keuze 4 01-93/13 "80 93 95 Geen keuze 1 - 27 -
Uit de resultaten blijkt duidelijk dat weekdierbestrijdingsmiddelen volgens de uitvinding met zowel een hoge snelheid (snelwerkend) . en hoge doeltreffendheid (hoog sterftecijfer) 5 werkzaamheid vertonen.

Claims (19)

1. Een weekdierbestrijdingsmiddel samenstelling ten minste omvattende een ijzer-bevattend complexon, met het kenmerk dat de samenstelling verder een complexon activator omvat.
2. Samenstelling volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het ijzer-bevattende complexon is gekozen uit de groep die bestaat uit DTPA en DDHA, met voorkeur DTPA.
3. Samenstelling volgens willekeurig welke van de voorgaande 10 conclusies, met het kenmerk dat de complexon activator een organisch zuur of een zout daarvan is.
4. Samenstelling volgens conclusie 3, met het kenmerk dat het organische zuur of het zout daarvan is gekozen uit de groep die 15 bestaat uit appelzuur, melkzuur, succinaatzuur, azijnzuur, of citroenzuur of de mengsels en/of zouten daarvan, met voorkeur appelzuur en/of de zouten daarvan.
5. Samenstelling volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de 20 complexon activator EDTA, of een niet-ijzer zout daarvan, is.
6. Samenstelling volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk de complexon activator lecithine, met voorkeur soja lecithine, is.
7. Samenstelling volgens willekeurige welke van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de samenstelling 0-10 gew.%, met voorkeur 1-7 gew.%, met meer voorkeur 3-5 gew.% complexon en 0-8 gew.%, met voorkeur 0,5-5 gew.%, met meer voorkeur 1-3 gew.% complexon activator omvat. 30
8. Samenstelling volgens willekeurige welke van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de gewichtsverhouding tussen ijzer-bevattend complexon en complexon activator in het gebied van 0,01-10 , met meer voorkeur tussen 0,1-8, met de meeste voorkeur tussen 0,5-3 35 ligt. 1030244 - 29 -
9. Samenstelling volgens willekeurige welke van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de samenstelling verder een fagostimulant omvat. 5 10.. Samenstelling volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de fagostimulant is gekozen uit de groep die bestaat uit sucrose, suiker of ei-albumine.
11. Samenstelling volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk dat de 10 samenstelling 0-8 gew.%, met voorkeur 1-8 gew.%, met meer voorkeur 2- 6 gew.% fagostimulant omvat.
12. Samenstelling volgens willekeurige welke van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de samenstelling verder een 15 basiscomponent en/of een vulstof en/of toevoegingen omvat.
13. Samenstelling volgens conclusie 12, met het kenmerk dat de basiscomponent is gekozen uit een of meer van de groep die bestaat uit tarwemeel, maïsmeel, broodkruimels en pannenkoekenmix. 20
14. Samenstelling volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk dat de vulstof is gekozen uit één of meer van de groep die bestaat uit bentoniét, calciumcarbonaat, viscositeit veranderende verbindingen, met voorkeur thixotropen, met meer voorkeur Acti-Gel 208, 25 polyethyleenglycolen, met voorkeur PEG 1500, diatomeëenaarde, aluminium, coalietenkalk, puimsteen, ijzeroxide en ijzerhydroxideoxide.
15. Samenstelling volgens conclusie 12, 13 of 14, met het kenmerk dat 30 de toevoegingen zijn gekozen uit één of meer uit de groep die bestaat uit was, water-weerstand veranderende toevoegingen, met voorkeur verpoederd lijnzaad, kleurstoffen voor kleuring, smaak-veranderende toevoegingen, met voorkeur bitrex, polysorbaten en/of sorbitan-esters, met voorkeur Span 80, en geurstoffen, met voorkeur 35 bananengeur.
16. Een weekdierbestrijdingsmiddel samenstelling omvattende - 0-10 gew.%, met voorkeur 1-7 gew.%, met meer voorkeur 3-5 gew.% Fe DTPA; - 30 - - 0-8 gew.%, met voorkeur 0,5-5 gew.%, met meer voorkeur 1-3 gew.% diNA EDTA; - 0-8 gew.%, met voorkeur 1-7 gew.%, met meer voorkeur 2-6 gew.% ei-albumine; 5 - 0-5 gew.%, met voorkeur 1-4 gew.%, met meer voorkeur 1,5-3 gew.% suiker; - 0-90 gew.%, met voorkeur 20-70 gew.%, met meer voorkeur 25-45 gew.% van een verbinding gekozen uit de groep die bestaat uit tarwemeel, broodkruimels en/of combinaties daarvan; 10 - 0-90 gew.%, met voorkeur 20-70 gew.%, met meer voorkeur 25-45 gew.% maïsmeel; en - 0-40 gew.%, met voorkeur 10-30 gew.%, met meer voorkeur 15-25 gew.% calciumcarbonaat. 15
17. Een toedieningsvorm omvattende een samenstelling volgens willekeurige welke van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de toedieningsvorm is gekozen uit de groep die bestaat uit een korrel, een pellet, een granule, een poeder, een capsule, een 20 oplossing, een dispersie, een pasta, een tablet, waarbij een korrel, een pellet, een tablet en een granule meer voorkeur hebben.
18. Een werkwijze voor weekdierenplaag beheersing, omvattende de stap van het voorzien in een lokaas aan weekdieren, met het kenmerk dat de 25 samenstelling van het lokaas een samenstelling, een weekdierbestrijdingsmiddel of toedieningsvorm omvat volgens willekeurige welke van de voorgaande conclusies.
19. Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk dat de ! 30 samenstelling omvat: I - 0-10 gew.%, met voorkeur 1-7 gew.%, met meer voorkeur 3-5 gew.% Fe DTPA; - 0-8 gew.%, met voorkeur 0,5-5 gew.%, met meer voorkeur 1-3 gew.% diNA EDTA; 35 - 0-8 gew.%, met voorkeur 1-7 gew.%, met meer voorkeur 2-6 gew.% eialbumine; - 0-5 gew.%, met voorkeur 1-4 gew.%, met meer voorkeur 1,5-3 gew.% suiker; - 31 - - 0-90 gew.%, met voorkeur 20-70 gew.%, met meer voorkeur 25-45 gew.% van een of meer van een bestanddeel gekozen uit die groep die bestaat uit tarwemeel/ broodkruimels en combinaties daarvan; - 0-90 gew.%, met voorkeur 20-70 gew.%, met meer voorkeur 25-45 5 gew.% maïsmeel; en - 0-40 gew.%, met voorkeur 10-30 gew.%, met meer voorkeur 15-25 gew.% calciumcarbonaat.
20. Een samenstelling volgens willekeurige welke van de conclusie 1 -17, met het kenmerk dat de samenstelling verder oppervlakte actieve stoffen en/of kleurstoffen en/of smaakstoffen en/of impregnatie middelen en/of conserveermiddelen, met voorkeur sorbine zuur en zouten daarvan, ascorbine zuur en zouten daarvan, of natriumbenzoaat 15 omvat.
NL1030244A 2005-08-09 2005-10-21 Weekdierbestrijdingsmiddel samenstellingen, toedieningsvormen die dergelijke samenstellingen bevatten en werkwijzen voor het gebruik ervan. NL1030244C1 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
EP05076849.8A EP1752043B1 (en) 2005-08-09 2005-08-09 Molluscicide composition, dosage forms comprising such compositions and method for its use.
EP05076849 2005-08-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1030244C1 true NL1030244C1 (nl) 2006-02-09

Family

ID=36014911

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030244A NL1030244C1 (nl) 2005-08-09 2005-10-21 Weekdierbestrijdingsmiddel samenstellingen, toedieningsvormen die dergelijke samenstellingen bevatten en werkwijzen voor het gebruik ervan.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1752043B1 (nl)
NL (1) NL1030244C1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US10285398B2 (en) 2014-06-10 2019-05-14 Icb Pharma Spolka Jawna Molluscicide composition

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IE50142B1 (en) * 1979-07-11 1986-02-19 Sampson Michael James Improved method of using a plant-growth regulator
US5437870A (en) 1994-08-25 1995-08-01 W. Neudorff Gmbh Kg Ingestible mollusc poisons
IL125422A (en) 1996-01-25 2001-03-19 Colon Leslie Young Stomach-action molluscicides comprising hydroxy-metal or non hydroxy-metal complexone
AUPP038697A0 (en) * 1997-11-14 1997-12-11 Young, Colin Leslie Improved stomach-action molluscicides
US6352706B1 (en) * 1998-02-05 2002-03-05 W. Neudorff Gmbh Kg Naturally occurring enhancer of metal toxicants in molluscs
AUPQ906400A0 (en) * 2000-07-28 2000-08-24 Young, Colin Leslie Molluscicidal composition
US6852329B2 (en) * 2001-11-14 2005-02-08 W. Neudorff Gmbh Kg Ingestible molluscicide
DE10207243A1 (de) * 2002-02-21 2003-09-04 Bayer Cropscience Ag Schneckenköder

Also Published As

Publication number Publication date
EP1752043B1 (en) 2015-08-05
EP1752043A1 (en) 2007-02-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
ES2296238T3 (es) Composiciones pesticidas y metodos.
JP3710379B2 (ja) エチレンジアミンジこはく酸による金属系軟体動物駆除剤の強化
US6093416A (en) Stomach-action molluscicides
US5437870A (en) Ingestible mollusc poisons
US9282735B2 (en) Use of EDDS and calcium ions as enchancers of molluscicidal activity
JP2009507902A (ja) 少なくとも1つのスピノシンおよび1つの殺軟体動物剤を含有する餌組成物
CN102499245A (zh) 一种杀灭陆生有害软体动物的毒饵及其制备方法
NL1030244C1 (nl) Weekdierbestrijdingsmiddel samenstellingen, toedieningsvormen die dergelijke samenstellingen bevatten en werkwijzen voor het gebruik ervan.
RU2208315C2 (ru) Моллюскоциды желудочного действия
WO2014174264A1 (en) Horticultural preparation or formulation

Legal Events

Date Code Title Description
V4 Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20111021