NL1030117C2 - Antidiefstal inrichting voor brandstoftank. - Google Patents

Description

- 1 -

ANTIDIEFSTAL INRICHTING VOOR BRANDSTOFTANK

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een antidiefstal inrichting voor een vloeistof houder, 5 bijvoorbeeld een brandstoftank.

De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel, omvattende de van een afsluitdop voorziene antidiefstal inrichting.

10

Een dergelijke inrichting is van algemene bekendheid. Bekend zijn bijvoorbeeld antidiefstal inrichtingen die in brandstoftanks van onder meer vrachtwagens worden gemonteerd. Deze worden stevig in de vulopening van de ! 15 brandstoftank(s) bevestigd om tegen te gaan dat door middel van een slang grote hoeveelheden brandstof uit de tank kunnen worden geheveld, meestal ten tijde dat het voertuig onbewaakt is of de chauffeur ligt te slapen. De bekende anti diefstalinrichting zakt als het ware in de vulopening 20 van de houder en wordt daarin vastgezet, waarbij vervolgens de houder met een speciale bij de anti diefstal inrichting behorende afsluitdop wordt afgesloten.

Bezwaar van de bekende inrichtingen is dat deze in 25 het algemeen niet universeel toepasbaar zijn op de verschillende typen vloeistofhouders en brandstoftanks, zoals die heden ten dage worden toegepast.

Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen 30 van een solide, doch meer universeel toepasbare anti diefstalinrichting.

Daartoe heeft de anti diefstalinrichting volgens de uitvinding het kenmerk dat de inrichting van 35 bevestigingsmiddelen is voorzien om de inrichting op een 1030117 - 2 - vulopening van de houder aan te brengen, en van eerste buiten de vulopening te steken afsluitmiddelen is voorzien voor samenwerking met op een afsluitdop aangebrachte tweede afsluitmiddelen.

5

Voordeel van de anti diefstalinrichting volgens de uitvinding is dat een meer universeel op brandstofhouders toepasbare inrichting ontstaat, door de inrichting met behulp van de bevestigingsmiddelen in de vulopening te 10 bevestigen, terwijl buiten de vulopening uitstekende afsluitmiddelen van de afsluitdop, het vuleinde van de inrichting afsluit.

Bij toepassing van de uitvinding ontstaat bovendien 15 meer keuzevrijheid en meer inwendige ruimte, ten aanzien van de toe te passen bevestigingsmiddelen voor bevestiging van de inrichting in de vulopening van de houder. Dit vindt zijn grondslag in het feit dat de eerste afsluitmiddelen van de inrichting volgens de uitvinding niet langer binnen 20 de eerder door de telkens verschillende afsluitdoppen van de vulopening gegeven ruimte hoeft te worden aangebracht. Immers bevinden ook de eerste afsluitmiddelen, die samenwerken met de tweede afsluitmiddelen op de afsluitdop, zich nu buiten de vulopening van de vloeistofhouder.

25

Ongeacht het type brandstofhouder dat op een vloeistofhouder of voertuig aanwezig is, hoort bij de anti diefstalinrichting volgens de uitvinding telkens dezelfde originele afsluitdop, voor zover de eerste en tweede 30 afsluitmiddelen verenigbaar zijn met de originele, bij de vloeistofhouder geleverde afsluitdop.

In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is de bevestigingswijze eenvoudig en meer 35 universeel geworden, doordat dat de vulopening van de 1030117 i - 3 - houder van met de bevestigingsmiddelen samen te werken schroefdraad- of bajonet middelen kan zijn voorzien.

Een volgende uitvoeringsvorm van het inrichting 5 volgens de uitvinding welke bovendien zeer eenvoudig toe te passen en te vervaardigen is, heeft het kenmerk dat de bevestigingsmiddelen een of meer uitstekende delen omvatten voor aangrijping in de vulopening van de houder, en dit ongeacht of daarin een schroefdraad verbinding of bajonet 10 middelen zijn toegepast, waarmee bij het installeren van de inrichting de bevestigingsmiddelen in aangrijping worden gebracht.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting 15 volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de inrichting aan een vuleinde van een flens met verdere bevestigingsmiddelen is voorzien om de inrichting vloeistofdicht op de vulopening van de houder te bevestigen, in het bijzonder met behulp van vloeistof 20 afdichtmiddelen en radiaal verlopende, alleen vast te draaien, schroeven.

Op deze wijze zit de inrichting stevig verankert in de vloeistofhouder, namelijk door de bevestigingsmiddelen die aangrijpen in de schroefdraad of bajonet middelen aan 25 de binnen- of buitenzijde van de vulopening, én door de radiale -one way- schroeven die van buitenaf praktisch onbereikbaar zijn, doordat zij zich bijvoorbeeld tussen de buitenbekleding van de brandstoftank en de wand van de brandstoftank bevinden.

30

Thans zal de anti diefstalinrichting volgens de onderhavige uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de onderstaande figuur, welke een mogelijke en voorkeursuitvoeringsvorm toont van een samenstel volgens de 35 uitvinding met de anti diefstalinrichting en een daarop 1030117 - 4 - aangebrachte afsluitdop.

De figuur toont een anti diefstalinrichting 1 die op een niet weergegeven vloeistofhouder in of boven de grond, 5 of brandstoftank van een voertuig, zoals een vrachtwagen of boot kan worden gemonteerd. Meestal wordt de inrichting 1 op, in of aan de nek of vulopening van de vloeistofhouder bevestigd. In de weergegeven uitvoeringsvorm is de antidiefstal inrichting 1 van bevestigingsmiddelen 2 10 voorzien, waarmee de inrichting 1 op de vulopening van de houder wordt aangebracht. De bevestigingsmiddelen 2 zijn veelal uitgevoerd met een of meer buiten de omtrek van de inrichting 1 uitstekende delen 2 voor aangrijping in de overeenkomstige middelen op de niet weergegeven vulopening 15 van de houder. Dergelijke uitstekende delen 2, waarvan er bijvoorbeeld twee, drie, vier of meer gelijkelijk over de buitenomtrek van de inrichting 1 zijn aangebracht, zijn eenvoudig te vervaardigen en dragen bij tot een laag eigen gewicht van de inrichting 1. De vulopening van de houder 1 20 is bijvoorbeeld voorzien van schroefdraad middelen of een bajonet sluitmiddelen en de uitstekende delen 2 zijn zodanig vorm gegeven dat deze in genoemde middelen in de houder 1 kunnen worden vastgezet. De uitstekende delen 2 kunnen uit het materiaal van de inrichting 1 gesneden of 25 gestanst en omgezet zijn, hetgeen vervaardigingstechnisch eenvoudig en snel te realiseren is. In het bijzonder zijn de uitstekende delen 2 geschikt om, zoals schematisch getoond is in de figuur, aan te grijpen op de van schroefdraad middelen voorziene vulopening van de houder 1. 30 De uitstekende delen 2 kunnen bijvoorbeeld op de cilindervormige buitenomtrek 3 zijn gelast, bij voorkeur door middel van puntlassen.

Als samenstel is de inrichting 1 voorzien van een bij de antidiefstal inrichting 1 behorende en daarop aan te 35 brengen afsluitdop 4. Bij voorkeur is de afsluitdop 4 de 1030117 - 5 - originele bij de brandstoftank behorende tankdop.

De inrichting 1 is verder voorzien van buiten de vulopening te steken eerste afsluitmiddelen 5 voor samenwerking met op de afsluitdop 4 aangebrachte tweede 5 afsluitmiddelen 6. De eerste en tweede afsluitmiddelen 5, 6 die aan een vuleinde 7 van de inrichting 1 zijn aangebracht, kunnen in principe met een binnen- of buiten schroefdraad of bajonet sluiting zijn uitgevoerd. Indien de eerste en tweede afsluitmiddelen 5, 6 verenigbaar zijn met 10 de originele, bij de vloeistofhouder geleverde afsluitdop 4, dat wil zeggen met de op de tankdop 4 aangebrachte sluiting dan kan met voordeel de originele dop 4 gebruikt worden, hetgeen de kostprijs van de inrichting 1 c.q. het samenstel, laag houdt.

15 De inrichting 1 is aan het vuleinde 7 van een flens 8 voorzien die verdere bevestigingsmiddelen 9 heeft om de inrichting 1 vloeistofdicht op de vulopening van de houder 1 te bevestigen. De verdere bevestigingsmiddelen 9 omvatten onder meer een niet weergegeven flexibele afdichtring om de 20 flens 8 vloeistofdicht af te dichten op de vulopening van de houder 1 en radiaal verlopende, alleen vast te draaien, zogeheten -one way- schroeven 10, waarmee de inrichting 1, afgezien van de uitsteeksels 2, ook nog wordt vastgezet op de vulopening van de houder 1.

25 De inrichting 1 is van in de buitenomtrek 3 aangebrachte perforaties 11 voorzien en is langwerpig uitgevoerd om op een gewenste diepte in de houder 1 gestoken, daarin permanent te worden vastgezet. De inrichting 1 heeft een ondereinde 12 dat zich op zodanige 30 diepte bevindt dat de tuit van een vulslang daarin past en daarin kan worden gehangen, terwijl de perforaties een voor het tanken van brandstof voldoende ongehinderde doorgang van vloeistof naar de houder 1 mogelijk maken. Het ondereinde is V-vormig uitgevoerd en zodoende versterkt, 35 zodat het niet met geweld kan worden uitgedrukt.

1 0301 1 7 - 6 -

De inrichting 1 is bij voorkeur uit een gehard metaal, zoals staal, of een stevige kunststof vervaardigd.

1030117

Claims (16)

1. Antidiefstal inrichting voor een vloeistof houder, bijvoorbeeld een brandstoftank, welke inrichting van 5 bevestigingsmiddelen is voorzien om de inrichting op een vulopening van de houder aan te brengen, en van eerste buiten de vulopening te steken afsluitmiddelen is voorzien voor samenwerking met op een afsluitdop aangebrachte tweede afsluitmiddelen. 10

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de vulopening van de houder van met de bevestigingsmiddelen samen te werken schroefdraad- of bajonet middelen is voorzien. 15

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de bevestigingsmiddelen een of meer uitstekende delen omvatten voor aangrijping in de vulopening van de houder. 20

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de uitstekende delen geschikt zijn om tenminste gedeeltelijk aan te grijpen op de van schroefdraad middelen voorziene vulopening van de houder. 25

5. Inrichting volgens een van de conclusies 3 of 4, met het kenmerk dat de uitstekende delen een of meer gelijkelijk over de buitenomtrek van de inrichting aangebrachte uitsteeksels omvatten. 30

6. Inrichting volgens een van de conclusies 3-5, met het kenmerk dat uitstekende delen uit de inrichting gesneden en omgezette, of daarop aangebrachte delen omvatten. 10301 17 35 - 8 -

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de delen in omtreksrichting gezien ten minste een deel van een of meer schroefdraad windingen omvatten, en bij voorkeur dat de delen één met draad uitgevoerde 5 schroefdraad winding omvatten.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de ten minste ene winding op de buitenomtrek van de inrichting is gelast, bij voorkeur met puntlassen. 10

9. Inrichting volgens een van de conclusies 1-8, met het kenmerk dat de inrichting aan een vuleinde van een flens is voorzien met verdere bevestigingsmiddelen om de inrichting vloeistofdicht op de vulopening van de houder te 15 bevestigen.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de verdere bevestigingsmiddelen radiaal verlopende, alleen vast te draaien, schroeven zijn. 20

11. Inrichting volgens een van de conclusies 1-10, met het kenmerk dat inrichting van perforaties is voorzien en langwerpig is uitgevoerd om gedeeltelijk in de houder gestoken daarin permanent te worden vastgezet. 25

12. Inrichting volgens een conclusies 1-11, met het kenmerk dat de inrichting een in de vloeistof houder te steken ondereinde heeft dat V-vormig is uitgevoerd.

13. Inrichting volgens een van de conclusies 1-12, met het kenmerk dat de inrichting uit een gehard metaal, zoals staal, of een stevige kunststof is vervaardigd.

14. Samenstel, omvattende: 35. de inrichting volgens een van de conclusies 1-13, 1030117 - 9 - welke inrichting aan een vuleinde van eerste afsluitmiddelen is voorzien, en - een op de inrichting aan te brengen afsluitdop die is voorzien van met de eerste afsluitmiddelen samen te 5 werken tweede afsluitmiddelen.

15. Samenstel volgens conclusie 14, met het kenmerk dat de eerste en tweede afsluitmiddelen een schroefdraad of een bajonetsluiting omvatten. 10

16. Antidiefstal inrichting volgens een van de conclusies 1-13 of samenstel volgens een van de conclusies 14 of 15, met het kenmerk dat de eerste en tweede afsluitmiddelen verenigbaar zijn met de originele, bij de 15 vloeistofhouder geleverde afsluitdop. 1 0301 1 7