NL1030013C2 - Inrichting en werkwijze voor plaatsing van schroeven en drukverdeelorganen. - Google Patents

Description

%

Inrichting en werkwijze voor plaatsing van schroeven en drukverdeelorganen

De uitvinding betreft een inrichting en werkwijze 5 voor plaatsing van schroeven en drukverdeelorganen.

In de huidige praktijk worden isolatie en dakbedekking op platte of licht hellende daken aangebracht door deze middels zogeheten drukverdeelorganen en schroeven vast te zetten. Deze handeling wordt vaak handmatig 10 uitgevoerd en dient direct op het dakoppervlak uitgevoerd te worden. Dit is een ongewenste situatie.

Bekend is een systeem waarbij een plaatsingsapparaat, uitgevoerd als een accu-schroefmachine met verlengde as, de schroeven en drukverdeelorganen plaatst. Hierbij dienen 15 echter de schroeven en drukverdeelorganen handmatig op de juiste positie op het dak gepositioneerd te worden, waardoor nog steeds een ongewenste situatie wordt verkregen gelet op de arbeidsomstandigheden.

Het gebruik van bekende inrichtingen geeft aanleiding 20 tot problemen zoals slechte arbeidsomstandigheden, moeilijk onderhoud, geen eenvoudige toegang tot het verhelpen van verstoppingen of blokkades en inflexibiliteit ten opzichte van het toepassen van diverse maten en vormen van drukverdeelorganen en schroeven.

25 Een doel van de uitvinding is het verbeteren van bovengenoemde bekende inrichtingen en zo veel mogelijk van bovengenoemde problemen te ondervangen.

Dit doel wordt bereikt met de inrichting volgens de uitvinding, omvattende: 30 - een positioneringsorgaan voor het positioneren van de drukverdeelorganen; 1 0 3 0 0 1 3 ~ -- — _ - - 2 - een geleidingsmiddel voor het geleiden van de drukverdeelorganen naar het hart van het positioneringsorgaan; - een schroefgeleiding voor het geleiden van de 5 schroeven naar het positioneringsorgaan; en - een aangedreven schroefas voor het schroeven van de schroef door het drukverdeelorgaan die op en neer beweegbaar is tussen een schroefgeleiding vrijgevende stand en een schroefstand, waarin de schroefgeleiding overgaat in een 10 overgangsgeleiding waarin tevens de schroefasgeleiding uitkomt om een doorvoer te realiseren voor de schroeven aan de schroefas waarbij het bit op de schroefas aan kan grijpen op de kop van de schroef en waarin overgangsgeleiding is voorzien van een loskoppelbare afdekplaat.

15 In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding worden de schroeven en drukverdeelorganen middels afzonderlijke geleidingsmiddelen vanaf werkhoogte toegevoerd naar het bevestigingspunt. Hiermee wordt een flexibele inrichting mogelijk voor verschillende maten en vormen 20 schroeven en drukverdeelorganen. De schroefgeleiding bestaat uit een buisvormig orgaan met minimale buiging waarmee zowel korte als lange schroeven op werkhoogte ingebracht kunnen worden en naar het positioneringsorgaan worden geleid. Het drukverdeelorgaan wordt naar het positioneringsorgaan geleid 25 door middel van een geleidegoot in de vorm van een buis of deels opengewerkte ovaal-vormige koker die is afgestemd op de te verwerken drukverdeelorganen. Deze buis of koker functioneert hierbij als soort van glijbaan of geleidebaan. Door middel van een eenvoudige schroef- of klembevestiging 30 kan de geleidegoot met het positioneringsorgaan worden verwisseld in geval van een andere maat of vorm drukverdeelorgaan. Het vast- of losschroeven van de schroeven gebeurt door middel van een aandrijving van de schroefas. Bij 3 vastschroeven wordt de aandrijving door de gebruiker naar beneden geduwd, zodanig dat het vrije uiteinde van de schroefas, met daaraan bevestigd een passend bit, aangrijpt op de schroef en deze wordt geplaatst samen met het 5 drukverdeelorgaan.

Een verder aspect van het onderhavige probleem bij bekende inrichtingen betreft blokkade en verstopping van de schroef eventueel in combinatie met het drukverdeelorgaan en de beperkte toepassing van met name langere schroeven.

10 In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding wordt de schroef op werkhoogte ingebracht in een bij voorkeur buisvormige schroefgeleiding waarmee de schroef wordt geleid naar de verlengde geleiding van deze, ofwel de overgangsgeleiding, waarin tevens de schroefasgeleiding 15 uitkomt. Hiermee wordt een doorvoer gerealiseerd van de schroeven naar het drukverdeelorgaan waarbij het bit aan het vrije uiteinde van de schroefas aan kan grijpen op de kop van de schroef. De overgangsgeleiding bevat een geleidelijke overgang vanuit de in hoofdzaak parallel aan de 20 schroefasgeleiding geplaatste schroefgeleiding naar het verlengde van deze schroefasgeleiding. Hierbij kunnen schroeven tot ongeveer 17 cm lengte worden verwerkt. Mocht onverhoopt een verstopping of blokkade optreden, dan kan een afdekplaat van de overgangsgeleiding worden losgehaald waarna 25 de verstopping of blokkade eenvoudig te verhelpen is.

Teneinde de verwerkingssnelheid te optimaliseren dient het aantal handelingen zo minimaal mogelijk te zijn.

Dit is bij bekende inrichtingen niet het geval.

Dit wordt opgelost met de voorkeursuitvoeringsvorm 30 volgens de uitvinding, waarin de inrichting is voorzien van een gasveer waarmee de aandrijving vanuit de eindpositie waarin een schroef is geplaatst terug wordt gebracht naar de 4 uitgangspositie waarin een volgende schroef geplaatst kan worden.

Een bijkomend aspect van het onderhavige probleem bij bekende inrichtingen is dat drukverdeelorganen niet altijd 5 correct worden gepositioneerd waardoor de schroef met drukverdeelorgaan niet goed of in het geheel niet wordt aangebracht.

In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding ' is het positioneringsorgaan van de inrichting voorzien van ! 10 een opstaande rand die is afgestemd op de maat en vorm van de drukverdeelorganen waarmee dit drukverdeelorgaan vanuit de geleidegoot stil wordt gelegd op de juiste positie. Deze rand is bij voorkeur vast verbonden aan de geleidegoot waardoor in het geval dat een andere maat of vorm drukverdeelorgaan 15 gebruikt dient te worden op eenvoudige wijde de geleidegoot samen met het positioneringsorgaan verwisselbaar is.

Een verder aspect van het probleem bij bekende inrichtingen betreft het gegeven dat na aanbrenging van isolatie en/of dakbedekking de juiste aanbrengpositie van de 20 schroef met drukverdeelorgaan niet altijd eenvoudig te bepalen is.

In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de inrichting voorzien van een maatstok voor de bepaling van de onderlinge afstand tussen navolgende schroeven.

25 Hiermee kan op eenvoudige wijze de juiste positie worden bepaald zonder dat in gebukte toestand een nadere positiebepaling vereist is.

Een verder aspect van het probleem bij bekende inrichtingen betreft de dieptebepaling van de aan te brengen 30 schroef met drukverdeelorgaan waarbij een niet ver genoeg ingebrachte schroef evenals een te diep aangebrachte schroef tot beschadiging kan leiden.

* 5

In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de inrichting voorzien van een aanslag waarmee de aandrijving bij het aanbrengen van een schroef met drukverdeelorgaan wordt tegengehouden op de gewenste diepte.

5 Hiermee wordt bereikt dat de schroeven gelijkmatig in diepte worden aangebracht.

Een verder aspect van het probleem bij bekende inrichtingen betreft het plaatsen van schroeven met drukverdeelorganen aan de rand van een dak bij bijvoorbeeld 10 een muur. Bekende inrichtingen vereisen een zekere afstand tot een dergelijk obstakel ten gevolge van toevoermechanismen van schroeven en drukverdeelorganen en/of de ondersteuning of ondersteuningsplaat waaraan eventueel wielen zijn bevestigd.

In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding 15 zijn de wielen zodanig geplaatst aan de inrichting waardoor de gehele inrichting dicht bij een obstakel als een muur geplaatst kan worden voor het aanbrengen van schroeven met drukverdeelorgaan. In de praktijk kan met bekende inrichtingen tot 20 cm van een obstakel een schroef worden 20 geplaatst, terwijl met de inrichting volgens de onderhavige uitvinding tot ongeveer 5 cm van een dergelijk obstakel nog een schroef met drukverdeelorgaan kan worden geplaatst.

Een werkwijze volgens de uitvinding omvat de volgende stappen: 25 - het plaatsen van de inrichting op de juiste positie; - het toevoeren van een drukverdeelorgaan middels een geleidegoot; - het positioneren van een drukverdeelorgaan middels 30 een positioneringsorgaan; - het toevoeren van een schroef middels schroefgeleiding; * 6 - het aanbrengen of verwijderen van de schroef middels een schroefas in een schroefasgeleiding voorzien van een aandrijving; en - het terugbrengen van de aandrijving met de 5 schroefas van de schroefstand naar de schroefgeleiding vrijgevende stand.

Door middel van een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding kunnen schroeven en drukverdeelorganen op eenvoudige wijze worden bevestigd waarmee de 10 arbeidsomstandigheden worden verbeterd.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen nader worden beschreven aan de hand van de figuren, waarop tonen: - figuur 1 een vooraanzicht in perspectief van de 15 uitvoeringsvorm volgens onderhavige uitvinding; - figuur 2 een achteraanzicht in perspectief van de uitvoeringsvorm van figuur 1; - figuur 3 een detail van de uitvoeringsvorm van figuur 1.

20 Een uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is weergegeven in figuur 1 en betreft een inrichting 2 voor plaatsing van schroeven S en drukverdeelorganen P voor bevestiging van isolatie en dakbedekking. De inrichting 2 bevat een schroefasgeleiding 4 die aan de bovenzijde is 25 voorzien van een houder 6 waarin de aandrijving 8 geplaatst kan worden. Door middel van een hendel 10 wordt de aandrijving 8 met de daarin aangebrachte schroefas naar beneden gedrukt in de schroefstand of eindpositie. Tijdens het plaatsen van een schroef S met drukplaatje P wordt de 30 doorgang van schroeven uit de schroefgeleiding 14 belemmerd door de schroefas. Bij het naar beneden drukken van de hendel 10 door de gebruiker wordt een telescoopveer 12 ingedrukt. Na het plaatsen van de schroef S met drukplaatje P brengt deze 7 telescoopveer 12 de aandrijving 8 terug in de uitgangspositie ofwel de schroefgeleiding vrijgevende stand, waarin een nieuwe schroef geplaatst kan gaan worden. Een schroef wordt toegevoerd middels een schroefgeleiding 14 die aan het vrije 5 uiteinde is voorzien van een invoerstuk 36 waardoor de schroeven op werkhoogte kunnen worden toegevoerd. Deze werkhoogte bedraagt om en nabij 1 meter. De schroefgeleiding 14 is in hoofdzaak parallel aangebracht aan de schroefasgeleiding 4, eventueel onder een hoek α zoals 10 getoond in figuur 2, en brengt de schroef ten gevolge van de zwaartekracht naar het verlengde van deze geleiding, ofwel de overgangsgeleiding 16, waar de schroef in het verlengde van de schroefasgeleiding wordt geplaatst. De overgangsgeleiding 16 is voorzien van een afdekplaat 18 die op eenvoudige wijze 15 middels schroeven of op een andere wijze is bevestigd.

Hiermee kan op eenvoudige wijze toegang worden verkregen tot de overgangsgeleiding in geval van een verstopping of blokkade van de schroef. Na het plaatsen van de schroef via de overgangsgeleiding 16 kan de aandrijving 8 middels hendel 20 10 omlaag worden gebracht waarbij de schroefas aangrijpt op de schroef om deze aan te brengen. Zodra de schroef voldoende diep is aangebracht zal de aandrijving 8 middels de houder 6 tegen een aanslag 20 aankomen om daarmee alle schroeven gelijkmatig in diepte aan te brengen. De drukplaatjes worden 25 aangebracht middels een geleidegoot 22 waarmee de drukplaatjes vanaf werkhoogte worden geplaatst in een positioneringsorgaan 24. De drukplaatjes en/of schroeven kunnen desgewenst in een voorraadreservoir 26 worden bewaard, waarbij dit reservoir uit een aantal afzonderlijke delen kan 30 bestaan en middels steun 28 aan de inrichting is bevestigd.

Aan de onderzijde is de inrichting voorzien van een as 30 waaraan wielen 32 zijn bevestigd in de voorkeursuitvoeringsvorm zijn deze wielen 32 niet-zwenkbaar 8 bevestigd aan de inrichting om daarmee een rechtlijnige beweging, en daarmee rechtlijnige plaatsing van de schroeven met drukplaatjes, van de inrichting te verzekeren. Vanzelfsprekend kunnen deze wielen 32 ook zwenkbaar worden 5 voorzien. Tevens is de inrichting 2 voorzien van een maatstok 34 om daarmee de juiste afstand tot de laatst geplaatste schroef met drukplaatjes te bepalen voor de volgende nieuw te plaatsen schroef met drukplaatje. Deze maatstok 34 is instelbaar zodanig dat de gewenste afstand tussen de 10 schroeven door de gebruiker afgestemd kan worden op de te gebruiken materialen en wensen. Bij voorkeur is de inrichting zoveel mogelijk uitgevoerd in roestvrij staal (RVS) teneinde roestvorming te vermijden.

De geleidegoot 22 is aan de invoerzijde voorzien van 15 een ontvangreservoir 40 om toevoer van de drukplaatjes te vereenvoudigen. De geleidegoot 22 is middels een aantal steunen 42 verbonden met de inrichting 2. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is afdekplaat 18 van de overgangsgeleiding 16 middels schroeven 44 vastgezet.

20 Uiteraard kan afdekplaat 18 op een andere wijze worden vastgezet. Ook de maatstok 34 kan middels een schroef 46 alsook door middel van een ander bevestigingsmiddel worden vastgezet aan de inrichting. Daarnaast is in de voorkeursuitvoeringsvorm ook de telescoopveer 12 middels een 25 aantal schroeven 48 vastgezet op de inrichting. Ook hiervoor geldt dat de telescoopveer 12 ook op een andere wijze aan de inrichting kan worden bevestigd.

Het positioneringsorgaan 24 in de voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is 30 rond van vorm en bestaat uit een opstaande rand die bij voorkeur vast is bevestigd aan de geleidegoot 22. Vanzelfsprekend kan het positioneringsorgaan 24 ook los zijn bevestigd aan de geleidegoot 22. Een via de geleidegoot 22 9 aangevoerde drukplaatje komt terecht in het positioneringsorgaan 24 en wordt ten gevolge van de opstaande rand tegengehouden en op de juiste positie gelegd voor bevestiging. Indien een andere vorm of maat drukplaatje 5 gebruikt dient te worden wordt de geleidegoot 22 en het positioneringsorgaan 24 los gemaakt middels een schroef-, klem- of anderszins aangebrachte verbinding. In de getoond uitvoering bestaat de geleidegoot 22 uit een omgebogen U-vormige buis of koker, die aan één lange zijde is 10 opengelaten, om daarmee voldoende zicht op de drukplaatjes te houden. Tevens is hierdoor toegang tot de geleidegoot 22 verzekerd. Aan de onderzijde van de inrichting 2 bevindt zich een ondersteuning 50 waaraan de as 30 met de wielen 32 is bevestigd. Tevens is aan deze ondersteuning 50 een steun 52 15 bevestigd waaraan een maatstok 34 is bevestigd.

In de schroefasgeleiding 4 wordt de schroefas geplaatst die wordt aangedreven door de aandrijving 8 die is geplaatst in de houder 6. In de getoonde uitvoering zijn het invoerstuk 36 voor de schroeven en ontvangreservoir 40 voor 20 de drukplaatjes naast elkaar geplaatst om toevoer van deze materialen door een gebruiker zo eenvoudig mogelijk te maken. Uiteraard kan deze toevoer ook op een andere locatie plaatsvinden. Zo kan bijvoorbeeld de hoek α tussen de schroefasgeleiding 4 en de schroefgeleiding 14 verder worden 25 verkleind teneinde de schroef een meer verticale beweging te laten ondergaan. De schroefasgeleiding 4 is in de voorkeursuitvoeringsvorm uitgevoerd middels een kokerprofiel, maar deze kan uiteraard ook als buis worden uitgevoerd.

Figuur 3 toont de overgangsgeleiding 16 waarbij de 30 afdekplaat 18 is weggenomen middels het loshalen van de schroefverbinding 44. Duidelijk zichtbaar is de overgang vanuit de schroefgeleiding 14 waaruit de schroef naar de overgangsgeleiding 16 wordt gebracht naar de hartlijn van de 10 schroefasgeleiding 4. De schroefas 60 die aan het ene uiteinde wordt aangedreven door de aandrijving 8 is in de weergegeven toestand in de uitgangspositie, waarbij een schroef toegevoerd kan worden. Deze schroef wordt geplaatst 5 middels schroefgeleiding 14 en overgangsgeleiding 16 op het drukplaatje dat wordt aangevoerd middels geleidegoot 22 en is gepositioneerd met positioneringsorgaan 24. Vervolgens duwt de gebruiker de schroefas 60 naar beneden waardoor het bit 62, geplaatst op het vrije uiteinde van de schroefas 60, 10 aangrijpt op de kop van de schroef en deze vast zal draaien.

Na het vastdraaien zal door middel van de telescoopveer 12 de aandrijving 8 terug worden gebracht naar de uitgangspositie.

Vervolgens kan de gebruiker de inrichting middels ondersteuning 50 iets kantelen waarna de gehele inrichting 15 met behulp van de wielen 32, geplaatst om een as 30, naar de ! volgende positie verplaatst kan worden. Deze volgende positie kan worden bepaald met behulp van de maatstok 34, waarna de gebruiker een drukplaatje en vervolgens een schroef toevoert via de corresponderende geleidingen. Figuur 3 toont verder 20 dat de positie van de wielen 32 ten opzichte van het positioneringsorgaan 24 met bij behorende geleidegoot 2 zodanig is dat de inrichting 2 dicht bij een obstakel, zoals een muur, geplaatst kan worden waarmee een schroef en bijbehorende drukplaatje op zo'n 5 cm van ditzelfde obstakel 25 aangebracht kan worden.

De vakman zal aan de hand van de verschillende aspecten van de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm velerlei modificaties kunnen aanbrengen. De gevraagde rechten worden paald door de aangehechte conclusies.

1030013

Claims (18)

1. Inrichting voor plaatsing van schroeven en drukverdeelorgaan, omvattende: 5. een positioneringsorgaan voor het positioneren van de drukverdeelorganen; - een geleidingsmiddel voor het geleiden van de i ; drukverdeelorganen naar het hart van het I positioneringsorgaan; 10. een schroefgeleiding voor het geleiden van de ! schroeven naar het positioneringsorgaan; en - een aangedreven schroefas voor het schroeven van de schroef door het drukverdeelorgaan die op en neer beweegbaar | is tussen een schroefgeleiding vrijgevende stand en een ! 15 schroefstand, waarin de schroefgeleiding overgaat in een overgangsgeleiding waarin tevens de schroefasgeleiding uitkomt om een doorvoer te realiseren voor de schroeven aan de schroefas waarbij het bit op de schroefas aan kan grijpen op de kop van de schroef en waarin overgangsgeleiding is 20 voorzien van een loskoppelbare afdekplaat.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de schroefas wordt aangedreven middels een aandrijving voor boren en/of schroeven die in hoofdzaak loodrecht is 25 aangebracht op het vlak waarin de schroef wordt aangebracht.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarin het vrije uiteinde van de schroefas is voorzien van een bit die aangrijpt op de kop van de schroef. 30

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, waarin de aandrijving een boormachine omvat voorzien van een accu. 1030013 *

5. Inrichting volgens één of meer van de conclusies | 1-4, waarin de aandrijving middels een gasveer wordt teruggebracht van een eindpositie waarin een schroef is aangebracht naar een uitgangspositie waarin een schroef 5 toegevoerd kan worden.

6. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-5, waarin het positioneringsorgaan een opstaande rand omvat afgestemd op de maat en vorm van de drukverdeelorganen 10 waarmee het drukverdeelorgaan vanuit de geleidegoot stil wordt gelegd op de gewenste positie.

7. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-6, waarin de geleidegoot een koker omvat waarmee een te 15 positioneren drukverdeelorgaan vanaf een inbrengpositie aan één uiteinde van de buis middels zwaartekracht naar het positioneringsorgaan wordt geleid aan het tegenoverliggende uiteinde van de koker.

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarin de geleidegoot is voorzien van een ontvangreservoir voor het inbrengen van de drukverdeelorganen.

9. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 25 1-8, waarin de schroefgeleiding een buis omvat die in hoofdzaak parallel is aangebracht aan de schroefasgeleiding waarmee een te positioneren schroef vanaf de inbrengpositie aan één uiteinde van de buis middels zwaartekracht naar het positioneringsorgaan wordt geleid aan het tegenoverliggende 30 uiteinde van de buis.

10. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-9, waarin de daken staalconstructiedaken betreffen. V

11. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-10, waarin een instelbare maatstok is voorzien voor het bepalen van de onderlinge afstand tussen navolgende schroeven. 5

12. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-11, waarin een aanslag is voorzien voor de verticale positie van de schroefasaandrijving.

13. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-12, waarin een voorraadbak voor schroeven en/of drukverdeelorganen is voorzien.

14. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 15 1-13, waarbij de inrichting is voorzien van een aantal wielen aan de onderzijde van de inrichting.

15. Inrichting volgens conclusie 14, waarin de wielen niet-zwenkbaar zijn aangebracht op een vaste as. 20

16. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-15, waarbij de inrichting is vervaardigd van roestvrij staal.

17. Werkwijze voor het plaatsen van schroeven en drukverdeelorganen voor bevestiging van isolatie en dakbedekking op daken omvattende de volgende stappen: - het plaatsen van de inrichting op de juiste positie; 30. het toevoeren van een drukverdeelorgaan middels een geleidegoot; - het positioneren van een drukverdeelorgaan middels een positioneringsorgaan; - het toevoeren van een schroef middels schroefgeleiding; - het aanbrengen of verwijderen van de schroef middels een schroefas in een schroefasgeleiding voorzien van 5 een aandrijving; en - het terugbrengen van de aandrijving met de schroefas van de eindpositie naar de uitgangspositie.

18. Werkwijze volgens conclusie 17, waarin gebruik 10 wordt gemaakt van een middel uit één of meer van de conclusies 2-16. 1030013