NL1029814C1 - Voertuig met verwarmd bouwelement. - Google Patents

Voertuig met verwarmd bouwelement. Download PDF

Info

Publication number
NL1029814C1
NL1029814C1 NL1029814A NL1029814A NL1029814C1 NL 1029814 C1 NL1029814 C1 NL 1029814C1 NL 1029814 A NL1029814 A NL 1029814A NL 1029814 A NL1029814 A NL 1029814A NL 1029814 C1 NL1029814 C1 NL 1029814C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
core
plate
heating elements
building element
vehicle
Prior art date
Application number
NL1029814A
Other languages
English (en)
Inventor
Petrus Adrianus Rombouts
Original Assignee
Petrus Adrianus Rombouts
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Petrus Adrianus Rombouts filed Critical Petrus Adrianus Rombouts
Priority to NL1029814A priority Critical patent/NL1029814C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1029814C1 publication Critical patent/NL1029814C1/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B3/00Ohmic-resistance heating
    • H05B3/20Heating elements having extended surface area substantially in a two-dimensional plane, e.g. plate-heater
    • H05B3/34Heating elements having extended surface area substantially in a two-dimensional plane, e.g. plate-heater flexible, e.g. heating nets or webs
    • H05B3/36Heating elements having extended surface area substantially in a two-dimensional plane, e.g. plate-heater flexible, e.g. heating nets or webs heating conductor embedded in insulating material
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60HARRANGEMENTS OF HEATING, COOLING, VENTILATING OR OTHER AIR-TREATING DEVICES SPECIALLY ADAPTED FOR PASSENGER OR GOODS SPACES OF VEHICLES
    • B60H1/00Heating, cooling or ventilating [HVAC] devices
    • B60H1/00321Heat exchangers for air-conditioning devices
    • B60H1/00328Heat exchangers for air-conditioning devices of the liquid-air type
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60HARRANGEMENTS OF HEATING, COOLING, VENTILATING OR OTHER AIR-TREATING DEVICES SPECIALLY ADAPTED FOR PASSENGER OR GOODS SPACES OF VEHICLES
    • B60H1/00Heating, cooling or ventilating [HVAC] devices
    • B60H1/00357Air-conditioning arrangements specially adapted for particular vehicles
    • B60H1/00364Air-conditioning arrangements specially adapted for particular vehicles for caravans or trailers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60HARRANGEMENTS OF HEATING, COOLING, VENTILATING OR OTHER AIR-TREATING DEVICES SPECIALLY ADAPTED FOR PASSENGER OR GOODS SPACES OF VEHICLES
    • B60H1/00Heating, cooling or ventilating [HVAC] devices
    • B60H1/22Heating, cooling or ventilating [HVAC] devices the heat being derived otherwise than from the propulsion plant
    • B60H1/2215Heating, cooling or ventilating [HVAC] devices the heat being derived otherwise than from the propulsion plant the heat being derived from electric heaters
    • B60H1/2227Electric heaters incorporated in vehicle trim components, e.g. panels or linings
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D13/00Electric heating systems
    • F24D13/02Electric heating systems solely using resistance heating, e.g. underfloor heating
    • F24D13/022Electric heating systems solely using resistance heating, e.g. underfloor heating resistances incorporated in construction elements
    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B2203/00Aspects relating to Ohmic resistive heating covered by group H05B3/00
    • H05B2203/002Heaters using a particular layout for the resistive material or resistive elements
    • H05B2203/003Heaters using a particular layout for the resistive material or resistive elements using serpentine layout
    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B2203/00Aspects relating to Ohmic resistive heating covered by group H05B3/00
    • H05B2203/014Heaters using resistive wires or cables not provided for in H05B3/54
    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B2203/00Aspects relating to Ohmic resistive heating covered by group H05B3/00
    • H05B2203/017Manufacturing methods or apparatus for heaters
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B30/00Energy efficient heating, ventilation or air conditioning [HVAC]

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Floor Finish (AREA)
  • Central Heating Systems (AREA)

Description

VOERTUIG MET VERWARMD BOUWELEMENT
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een bouwelement, in het bijzonder een zelfdragend vloerelement van een voertuig. De uitvinding heeft tevens betrekking op een voertuig omvattende en dergelijk zelfdragend vloerelement en op een werkwijze voor het vervaardigen van het 10 bouwelement.
Bij het vervoer van temperatuurgevoelige waar, bijvoorbeeld natuurproducten zoals groenten, aardappelen etcetera, in de laadruimte van een vrachtwagen kan de situatie optreden waarin de temperatuur van de buitenlucht 15 dermate laag is, dat de waar in de vrachtwagen beschadigd wordt. Bij het vervoer van aardappelen is het bijvoorbeeld van belang dat de temperatuur in de laadruimte niet onder het vriespunt komt. Daarom is het gebruikelijk om het aardappelen niet per vrachtwagen te vervoeren wanneer de 20 buitentemperatuur een waarde om en nabij de nul graden Celsius dreigt te bereiken. De aardappelen worden dan opgeslagen totdat de buitentemperaturen weer boven het vriespunt uitkomen. Dit belemmert een efficiënte distributie van de aardappelen.
25 Om het gevaar van schade aan de waar in de laadruimte van de vrachtwagen te verkleinen, is het bekend om kachels in | de laadruimte aan te brengen om zodoende de temperatuur van de binnenlucht in de laadruimte voldoende hoog te houden. Bezwaar van deze oplossing is echter dat er relatief veel 30 energie nodig is om de binnenruimte in voldoende mate op te warmen. Dit vergt tamelijk uitgebreide technische maatregelen hetgeen het transport van de waar relatief duur maakt. Voorts zal de door kachels geproduceerde warme lucht door convectie 1029814_ 2 zich verzamelen nabij de bovenzijde van de laadruime, terwijl juist aan de onderzijde van de laadruimte, dat wil zeggen op of nabij de vloer, de laagste temperaturen heersen. Om er voor te zorgen dat ook in de lagere delen van de vrachtwagen 5 een voldoende hoge temperatuur heerst, moet er extra warmte aan de laadruimte worden toegevoerd, hetgeen wederom speciale, kostbare technische maatregelen vergt.
Een soortgelijk probleem treedt op in andere mobiele voertuigen, zoals caravans, campers, etcetera. De in de 10 leefruimte van dergelijke voertuigen vertoevende personen missen vaak een gevoel van behaaglijkheid ondanks het feit dat de luchttemperatuur als gevolg van de in de ruimte aangebrachte verwarmingen voldoende hoog is. De door de mens ondervonden mate van behaaglijkheid van een ruimte wordt 15 niet alleen bepaald door de luchttemperatuur in de ruimte, maar tevens door de warmte die door de bouwelementen zoals de vloer, de wanden en/of het plafond wordt uitgestraald. Deze stralingswarmte is afhankelijk van de contacttemperatuur van de betreffende bouwelementen. Bij bijvoorbeeld een lage 20 contacttemperatuur van de vloer, dat wil zeggen een lage temperatuur van het aan de leefruimte grenzende deel van de vloer, zal relatief weinig warmte uitgestraald worden, hetgeen de personen in de ruimte, ondanks in de eventueel hoge luchttemperatuur, een onbehagelijk gevoel kan geven.
25 Andersom kan bij een relatief hoge contacttemperatuur volstaan worden met een lagere luchttemperatuur om hetzelfde gevoel van behaaglijkheid te creëren.
Het is derhalve eveneens een doel van de onderhavige uitvinding een voertuig te verschaffen met een verhoogd 30 comfort en een verbeterd binnenklimaat.
Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt tenminste één van de bovengenoemde doelen volgens de uitvinding bereikt in een bouwelement, in het bijzonder een 1079814_ 3 zelfdragend vloerelement van een voertuig, omvattende een sandwichconstructie omvattende een thermisch isolerende kern, een aan de kern bevestigde eerste plaat en een aan de kern bevestigde tweede plaat, waarbij tussen de eerste plaat en de 5 kern een of meer verwarmingselementen zijn voorzien waarmee warmte naar de eerste plaat te leiden is voor het verwarmen van tenminste een deel van het oppervlak van de eerste plaat. Doordat de kern van de sandwichconstructie isolerend is en de verwarmingselementen zijn aangebracht tussen de kern en de 10 eerste plaat, zal veruit het grootste gedeelte van de warmte in de eerste plaat terechtkomen, waardoor de contact-temperatuur van de eerste plaat van het bouwelement op energie-efficiënte wijze verhoogd kan worden.
Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm omvatten 15 de verwarmingselementen één of meer elektrische weerstandselementen, bij voorkeur elektrische weerstands-draden die bijvoorbeeld in een slangvormig patroon in een bouwelement zijn aangebracht. Door het gebruik van elektrisch weerstandselementen kan, bijvoorbeeld in geval van toepassing 20 in een voertuig, gebruik worden gemaakt van een compacte energiebron, zoals de veelal in een dergelijk voertuig reeds aanwezige elektrische voedingsbron, zodat geen of althans weinig extra energievoorzieningen behoeven te worden getroffen. Bovendien hebben elektrische weerstandselementen 25 het voordeel boven bijvoorbeeld buizen waarlangs verwarmde vloeistof wordt geleid, dat eerstgenoemde elementen relatief eenvoudig zijn te integreren met een bouwelement. Wanneer de verwarmingselementen elektrische weerstandsdraden zijn, kunnen deze aangebracht worden door deze draden eenvoudig 30 tijdens het fabricageproces van het bouwelement te plaatsen tussen de vlakke plaat en de vlakke kern van het sandwichelement, zonder dat aanvullende mechanische handelingen, zoals het frezen van sleuven in de kern, 1029814 4 behoeven te worden uitgevoerd. Bovendien is er geen kans op lekkage of op bevriezing van vloeistof in de verwarmingsleiding wanneer het verwarmingssysteem tijdelijk is uitgeschakeld.
5 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het bouwelement een warmtegeleidende verspreidingslaag voor het in hoofdzaak gelijkmatig over tenminste een deel van het plaatoppervlak van de eerste plaats verspreiden van warmte. Deze verspreidingsplaat voorkomt dat de plaat op plaatsen 10 nabij de verwarmingselementen veel warmer wordt dan op plaatsen op enige afstand van de verwarmingselementen. De verspreidingsplaat verspreidt de warmte over het gewenste deel van het plaatoppervlak van de plaat.
Alhoewel het mogelijk is om de verspreidingslaag te 15 rangschikken tussen de verwarmingselementen en de kern van de sandwichplaat, heeft het in een verdere uitvoeringen de voorkeur om de verspreidingslaag te rangschikken tussen de verwarmingselementen en de eerste plaat, zodat een meer gelijkmatige verdeling van de warmte over de plaat mogelijk 20 is.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het bouwelement schakelmiddelen voor het aansluiten van de verwarmingselementen op een externe voedingsbron. Deze voedingsbron kan gevormd worden door één of meer accu's die 25 in het voertuig aanwezig zijn, maar kan ook gevormd worden door het huishoudelijk voedingsnet. Ook kan de voedingsbron bestaan uit een brandstofcel of een generator. Een caravan of een camper heeft immers vaak een aansluiting waarmee op een standplaats aansluiting te maken is met het 30 huishoudelijkvoedingsnet (bijvoorbeeld 220 volt). Indien deze aansluiting gerealiseerd is, kan dan vanuit het huishoudelijk voedingsnet de energie worden betrokken, terwijl in andere 102981 4_ 5 i ! i gevallen de energie wordt gehaald uit de accu's en/of de dynamo van het voertuig zelf.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de schakelingen ingericht om de verwarmingselementen te 5 schakelen tussen verschillende externe schakelingen, bijvoorbeeld tussen het huishoudelijkvoedingsnet en de accu het voertuig.
De kern van het sandwichelement is, zoals boven is vermeld, vervaardig van thermisch isolerend materiaal, 10 terwijl de platen bij voorkeur vervaardigd zijn van kunststof, zoals hierna uiteengezet wordt. Een in het bijzonder voordelig materiaal voor de kern is polyurethaan of polystyreen, waarmee op bekende wijze eenvoudig en snel sandwichplaat te vervaardigen is. Wanneer het sandwichelement 15 bestand moet zijn tegen hoge belastingen, kan de kern in een honingraatstructuur zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld een aluminium honingraatstructuur.
De platen aan weerszijden van de kern zijn bij voorkeur vervaardigd van kunststof en in een bijzonder 20 voordelige uitvoeringsvorm van een composiet van amorfe kunststof met een vezelstructuur (bijvoorbeeld een glasvezelstructuur). In een verdere voorkeursuitvoering is de kern uitgevoerd als honingraat, bij voorkeur van kunststof of aluminium.
25 In een bepaalde toepassingen, bijvoorbeeld wanneer het bouwelement voorzien is een twee naburige ruimten scheidende vloer, waarbij in de ene ruimte een ander binnenklimaat dan in de andere ruimte dient te heersen, kunnen aanvullende (tweede) verwarmingselementen zijn 30 aangebracht tussen de kern en de tweede plaat. Door een juiste aansturing van de eerste en tweede verwarmingselementen is de contacttemperatuur van respectievelijk de 1029814 6 eerste plaat en de tweede plaat op de gewenste waarde in te stellen.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het bouwelement een temperatuursensor waarvoor het meten van 5 de contacttemperatuur van de eerste plaat alsmede met de temperatuursensor verbonden besturingsmiddelen voor het afhankelijk van de gemeten contacttemperatuur in- en/of uitschakelen van een verwarmingselement. Wanneer bijvoorbeeld de temperatuur van de betreffende plaat hoger wordt dan een 10 bepaalde vooraf ingestelde waarde, bijvoorbeeld hoger dan 50'C, schakelen de besturingsmiddelen de verwarming uit om schade aan de vloer of verwonding van de gebruikers te voorkomen. Het is ook mogelijk de besturingsmiddelen zodanig in te stellen dat de verwarmingselementen automatisch bij het 15 dalen van de temperatuur tot onder een vooraf ingestelde waarde, bijvoorbeeld onder 0‘C, worden ingeschakeld. Voorts is het in een andere uitvoeringsvorm mogelijk, bijvoorbeeld wanneer de gebruiker een bepaalde voorkeurstemperatuur heeft ingesteld, om aan de hand van de gemeten temperatuur van de 20 temperatuursensor de verwarmingselementen zodanig aan te sturen (in- en uitschakelen en/of verhogen resp. verlagen van de stroomsterkte door de weerstandsdraden) dat de plaat op de gewenste contacttemperatuur gehouden wordt.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de 25 platen aan de kern gelijmd. Hierbij wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een eerder door aanvraagster ontwikkelde werkwijze, zoals beschreven is in het Nederlands octrooi NL 1020062. In dit octrooi staat beschreven hoe een lichaam dat is samengesteld uit een composiet van een amorfe kunststof en 30 een vezelstructuur aan een ander lichaam kan worden bevestigd. Alhoewel de in het octrooi beschreven bevestigingswijze de voorkeur geniet, vallen andere bevestigingswijzen binnen het bereik van de vakman. De 1029814_ 7 sandwichelementen kunnen hierdoor tegen relatief lage kosten geprefabriceerd worden.
Volgens een tweede aspect van de onderhavige uitvinding wordt een voertuig verschaft omvattende een 5 zelfdragend vloerelement, waarbij het vloerelement een sandwichconstructie is omvattende een thermisch isolerende kern, een aan de kern bevestigde bovenplaat en een aan de kern bevestigde onderplaat, waarbij tussen ten minste een deel van de bovenplaat en de kern ten minste een 10 verwarmingselement is voorzien waarmee warmte naar het betreffende deel van de bovenplaat te leiden is voor het verwarmen daarvan.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het voertuig een motorvoertuig en zijn de weerstandselementen 15 aangesloten op de stroomvoorziening van het voertuig, in het bijzonder op één of meer accu's van het voertuig, zoals eerder uiteengezet is.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het voertuig één op of in het vloerelement aangebrachte 20 vloeistoftank, waarbij de verwarmingselementen zijn ingericht voor het voorkomen van bevriezing van de vloeistof (meestal water) in deze vloeistoftank.
Volgens een derde aspect van de onderhavige uitvinding wordt de werkwijze verschaft voor het vervaardigen 25 van een bouwelement, omvattende - het verschaffen van een thermisch isolerende kern; - het plaatsen van een of meer verwarmingselementen op een zijde van de kern; - het op de genoemde zijde van de kern lijmen van een 30 eerste plaat; - het aan de tegenoverliggende zijde van de kern lijmen van een tweede plaat.
1029«i4__ 8
Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding worden aan de hand van de navolgende beschrijving van enige voorkeursuitvoeringsvormen daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de figuren, waarin tonen: 5 Figuur 1 een langsdoorsnede van een voorkeursuitvoering van een camper volgens de uitvinding;
Figuur 2 een gedeeltelijk opgewerkt aanzicht in perspectief van een voorkeursuitvoeringsvorm van een bouwelement volgens de uitvinding; 10 Figuur 3 een doorsnede van de in figuur 2 weergegeven voorkeursuitvoering; en
Figuur 4 een doorsnede van een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van een bouwelement volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont een langsdoorsnede, van boven af 15 gezien, van een motorhome of camper 1. De camper is op bekende wijze opgebouwd uit een motorcompartiment 2, een cabine 3 (schematisch weergegeven) en een leefruimte 4. De vloer 5 van de cabine 3 en de leefruimte 4 is opgebouwd uit een zelfdragende sandwichconstructie volgens de 20 voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding. In andere, niet weergegeven uitvoeringen, is de cabine 3 zien voorzien van zijn oorspronkelijke, van fabriek afgeleverde vloer en is alleen de vloer van de leefruimte 4 als zelfdragende sandwichconstructie uitgevoerd.
25 In de leefruimte 4 is op bekende wijze een aantal objecten geplaatst, zoals bijvoorbeeld een bed 6, een tweede bed 7, een doucheruimte 8, kasten 9 alsmede een compartiment 10 voor een watertank 11. Tevens is op bekende wijze ergens in de camper een accu 27 aangebracht. Deze accu fungeert als 30 voedingsbron voor de in de leefruimte aanwezige elektrische apparatuur, zoals bijvoorbeeld een kookplaat, een afzuigkap, verlichting, audiovisuele apparatuur en dergelijke.
i | 1029ft14_ 9
Om de vloer te verwarmen zijn in het door de arceringen aangeduide gebied van de vloer 5 verwarmingselementen voorzien. Ter plaatse van de genoemde objecten kan de vloerverwarming achterwege blijven behalve ter plaatse van 5 het object 10, of beter gezegd ter plaatse van de watertank 11, zoals hierna uiteengezet wordt.
In figuren 2 en 3 is een voorkeursuitvoeringsvorm van de verwarmde zelfdragende sandwichvloerconstructie 5 volgens de uitvinding weergegeven. De vloer 5 is opgebouwd uit een 10 centrale kern 22 van polyurethaan of polystyreen die aan weerszijde beplaat is met een bovenste plaat 20 en een onderste plaat 21. Tussen de bovenste plaat 20 en de kern 23 zijn een of meer elektrische weerstandsdraden 24 aangebracht. In de weergegeven uitvoering zijn de weerstandsdraden in een 15 slangvormig patroon gerangschikt, maar andere patronen zijn evenzeer denkbaar. De onderlinge afstand tussen de lussen van de weerstandsdraden is afhankelijk van de gewenste, door de weerstandsdraden te veroorzaken temperatuurverhoging (ΔΤ).
Bij een hoog gewenst temperatuurverschil zal de tussenafstand 20 kleiner zijn dan bij een lagere gewenste temperatuurverhoging. Wanneer de sandwichconstructie bijvoorbeeld wordt toegepast als dragende vloer van een motorvoertuig, zoals een camper, en de weerstandsdraden zijn aangesloten op een standaard accu van het motorvoertuig zal de tussenafstand in 25 veel gevallen in de orde van grootte van 3-20 cm bedragen.
De weerstandsdraden 24 zijn via aanvoerleidingen 18 verbonden met een besturingseenheid 14. Zoals duidelijk is weergegeven in figuur 1, zijn de voedingsdraden 18 van de weerstands-draden 24 via de besturingseenheid 14 verbonden 30 met de eerder genoemde accu 27 (via verbindingsdraden 7) of via voedingsleidingen 16 met een aansluiting 15 voor een andere externe spanningsbron, in het bijzonder het huishoudelijke voedingsnet (220 V wisselstroom of 1029814 10 soortgelijk). Een aansluiting 15 is op zich bekend en verschaft de mogelijkheid om wanneer de camper geparkeerd is op een standplaats vanaf een nabij de camper gepositioneerd aansluitpunt elektrisch vermogen af te tappen. De 5 besturingseenheid 14 kan er voor zorgen dat hetzij spanning van het aansluitpunt 15 wordt betrokken hetzij spanning van de accu 27, al naar gelang de situatie.
Tussen de weerstandsdraden 24 en de bovenste plaat 20 is een aluminiumfolie 23 voorzien. De aluminiumfolie 23 heeft 10 als functie het zo veel mogelijk gelijkmatig verspreiden van de door de weerstandsdraden 24 opgewerkte warmte.
Tevens is in figuren 2 en 3 weergegeven dat parallel met de verwarmingsdraden 24 en eveneens tussen de aluminiumfolie 23 en de kern 22 de langgerekte 15 temperatuursensor 13 is voorzien. Deze temperatuursensor 13 geeft een elektrisch signaal af dat representatief is voor de temperatuur van de aluminiumfolie 23 en daarmée van de bovenste plaat 20. Dit signaal wordt geleid naar de besturingseenheid 14, die op basis van de gemeten temperatuur 20 de verwarmingselementen 24 kan in- of uitschakelen.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is op de besturingseenheid 14 tevens een luchttemperatuursensor 33 aangesloten waarmee de temperatuur in de leefruimte van de camper kan worden gemeten. De besturingseenheid kan op basis 25 van de door sensor 13 gemeten vloertemperatuur en/of op basis van de door de luchttemperatuursensor 33 gemeten luchttemperatuur bepalen of de vloerverwarming al dan niet kan worden ingeschakeld. Wanneer de vloerverwarming wordt ingeschakeld, betrekt deze stroom vanaf één van de 30 beschikbare spanningsbronnen, zoals de accu 27 of het huishoudelijkvoedingsnet. Besturingseenheid 14 zorgt er tevens voor dat wanneer het huishoudelijkvoedingsnet is aangesloten de accu 27 weer wordt opgeladen..
10298 1 A_ 11
De besturingseenheid 14 schakelt bijvoorbeeld de verwarming in wanneer de temperatuur de door sensor 13 gemeten temperatuur lager is dan een vooraf in de besturingseenheid 14 opgeslagen minimumtemperatuur. In een 5 andere, niet weergegeven uitvoeringsvorm is de besturingseenheid 14 echter voorzien van een bedieningspaneel. Met het bedieningspaneel kan de gebruiker de verwarming handmatig in- of uitschakelen en, in sommige uitvoeringen, zelfs de gewenste temperatuur van de bovenplaat 10 20 van de vloer traploos instellen. De besturingseenheid 14 zorgt er dan voor dat de temperatuur van de bovenplaat 20 de gewenste waarde krijgt en blijft houden totdat de gebruiker de verwarming weer uitschakelt.
Doordat de verwarmingsdraden, inclusief eventuele 15 beschermingslagen, een relatief kleine doorsnede hebben (kenmerkend < 0,1 cm2), kunnen de sandwichpanelen op soortgelijke wijze geprefabriceerd worden als sandwichpanelen waarin de verwarmingselementen niet zijn voorzien. Er behoeven bijvoorbeeld geen sleuven in de kern 23 van het 20 paneel te worden aangebracht om daarin de verwarmingselementen te plaatsen. De kostprijs van een sandwichpaneel met verwarmingselement volgens de uitvinding behoeft derhalve slechts een fractie hoger te zijn dan de kostprijs van een sandwichpaneel zonder een dergelijk verwarmingsmogelijkheid. 25 In figuur 4 is een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven. Hier is conform de eerdere uitvoering tussen de bovenplaat 20 en de kern 23 een aantal verwarmingsdraden 24 voorzien. Daarnaast zijn tevens verwarmingsdraden 24' voorzien tussen de onderplaat 21 en de 30 kern 23. De onderste verwarmingsdraden 24' hebben als functie het verwarmen van de onderplaat 21. Op deze wijze kan, onafhankelijk van elkaar, de temperatuur van de bovenplaat 20 en de temperatuur onderplaat 21 worden ingesteld. Dit kan 1029814_ 12 bijvoorbeeld voordelig zijn wanneer de sandwichplaat gebruikt wordt als vloer in een boot, waarbij de vloer de machineruimte scheidt van een verblijfsruimte. De eisen gesteld dat het binnenklimaat van de machineruimte zijn over 5 het algemeen anders dan de eisen die aan het binnenklimaat van een verblijfsruimte worden gesteld. Afhankelijk van de eisen kan de besturingseenheid 14 de verwarmingsdraden 24, 24' aansturen zodat een voor de betreffende ruimte optimaal binnenklimaat verzekerd wordt.
10 In de in figuur 1 weergegeven uitvoering zijn de verwarmingsdraden 24 tevens voorzien ter plaatse van het compartiment 10 waarin de watertank 11 is geplaatst. Door ook dit gedeelte van de vloer 5 te voorzien verwarmingselementen, kan worden voorkomen dat bij vorst de temperatuur van de 15 bovenzijde van de vloer 5 zodanig laag wordt dat het water in de watertank 11 of in de aan- en afvoerleidingen daarvan bevriest.
Het moge duidelijk zijn dat de verwarmingsdraden 24 naar believen over het oppervlak van de vloer 5 kunnen worden 20 verdeeld, al naar gelang de specifieke eisen die aan de vloer gesteld worden. In de meeste gevallen behoeft slechts een beperkt aantal afzonderlijke delen van de vloer verwarmd te worden en kunnen de verwarmingselementen elders achterwege blijven. In bepaalde uitvoeringen kan het echter wenselijk 25 zijn om de gehele vloer te verwarmen. In dat geval worden de verwarmingsdraden gelijkmatig over het vloeroppervlak verspreid aangebracht.
i
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierin beschreven voorkeursuitvoeringsvorm daarvan. De ' j 30 gevraagde rechten worden veeleer bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.
i j 1029814__

Claims (26)

1. Bouwelement, in het bijzonder een zelfdragend vloerelement van een voertuig, omvattende een 5 sandwichconstructie omvattende een thermisch isolerende kern, een aan de kern bevestigde eerste plaat en een aan de kern bevestigde tweede plaat, waarbij tussen de eerste plaat en de kern een of meer verwarmingselementen zijn voorzien waarmee warmte naar de eerste plaat te leiden is voor het verwarmen 10 van ten minste een deel van het oppervlak van de eerste plaat.
2. Bouwelement volgens conclusie 1, waarbij de verwarmingselementen een of meer elektrische weerstandselementen omvatten.
3. Bouwelement volgens conclusie 2, omvattende een warmtegeleidende verspreidingslaag voor het in hoofdzaak gelijkmatig over ten minste een deel van het plaatoppervlak van de eerste plaat verspreiden van warmte.
4. Bouwelement volgens conclusie 3, waarbij de 20 warmtegeleidende verspreidingslaag is gerangschikt tussen de verwarmingselementen en de eerste plaat.
5. Bouwelement volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende schakelmiddelen voor het aansluiten van de verwarmingselementen op een externe voedingsbron.
6. Bouwelement volgens conclusie 5, waarbij de schakelmiddelen zijn ingericht om de verwarmingselementen te schakelen tussen verschillende externe voedingsbronnen.
7. Bouwelement volgens conclusie 6, waarbij de schakelmiddelen zijn ingericht voor het aansluiten van 30 verwarmingselementen op het huishoudelijke voedingsnet, een of meer accu's, een of meer brandstofcellen of op een generator. _).0298 1 4_
8. Bouwelement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de kern is vervaardigd van polyurethaan of polystyreen.
9. Bouwelement volgens een van de voorgaande 5 conclusies, waarbij de kern een honingraatstructuur omvat.
10. Bouwelement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de platen zijn vervaardigd van kunststof.
11. Bouwelement volgens conclusie 9, waarbij de platen zijn vervaardigd uit een composiet van amorfe 10 kunststof met vezelstructuur.
12. Bouwelement volgens conclusie 10, waarbij de kunststof polypropyleen is.
13. Bouwelement volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende tweede verwarmingselementen die zijn 15 aangebracht tussen de kern en de tweede plaat.
14. Bouwelement volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende besturingsmiddelen voor in- en/of uitschakelen van een externe voedingsspanningsbron van de verwarmingselementen.
15. Bouwelement volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een temperatuursensor voor het meten van de contacttemperatuur van de eerste plaat alsmede met de temperatuursensor verbonden besturingsmiddelen voor het afhankelijk van de gemeten contacttemperatuur in- en/of 25 uitschakelen van de verwarmingselementen.
16. Bouwelement volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een luchttemperatuursensor voor het meten van de temperatuur van de omgevingslucht alsmede met de luchttemperatuursensor verbonden besturingsmiddelen voor het 30 afhankelijk van de gemeten luchttemperatuur in- en/of uitschakelen van de verwarmingselementen.
17. Bouwelement volgens conclusie 15, waarbij de besturingsmiddelen zijn ingericht voor het inschakelen van de 1 0298 J 4 verwarmingselementen bij temperatuur nabij het vriespunt van water.
18. Bouwelement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de kern, de platen en de 5 verwarmingselementen gelijmd zijn.
19. Bouwelement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de sandwichconstructie geprefabriceerd is.
20. Voertuig omvattende een zelfdragend vloerelement, 10 waarbij het vloerelement een sandwichconstructie is omvattende een thermisch isolerende kern, een aan de kern bevestigde bovenplaat en een aan de kern bevestigde onderplaat, waarbij tussen ten minste een deel van de bovenplaat en de kern ten minste een verwarmingselement is 15 voorzien waarmee warmte naar het betreffende deel van de bovenplaat te leiden is voor het verwarmen daarvan.
21. Voertuig volgens conclusie 19, waarin het voertuig een motorvoertuig is en de weerstandselementen aangesloten zijn op de stroomvoorziening van het voertuig, in 20 het bijzonder op een of meer accu's van het voertuig.
22. Voertuig volgens conclusie 19, waarbij het vloerelement de laadvloer van een vrachtwagen vormt.
23. Voertuig volgens conclusie 19, waarbij het vloerelement de vloer van een camper vormt.
24. Voertuig volgens conclusie 22, omvattende een op of in het vloerelement aangebrachte vloeistoftank, waarbij de verwarmingselementen zijn ingericht voor het voorkomen van bevriezing van de vloeistof.
25. Werkwijze voor het vervaardigen van een 30 bouwelement, in het bijzonder een zelfdragend vloerelement van een voertuig, omvattende: - het verschaffen van een thermisch isolerende kern; 1029874 - het plaatsen van een of meer verwarmingselementen op een zijde van de kern; - het op de genoemde zijde van de kern lijmen van een eerste plaat; 5. het aan de tegenoverliggende zijde van de kern lijmen van een tweede plaat.
26. Werkwijze volgens conclusie 24, waarin het bouwelement de sandwichconstructie volgens een van de conclusies 1-18 is. i ! 1029ft ί 4_
NL1029814A 2005-08-26 2005-08-26 Voertuig met verwarmd bouwelement. NL1029814C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1029814A NL1029814C1 (nl) 2005-08-26 2005-08-26 Voertuig met verwarmd bouwelement.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1029814 2005-08-26
NL1029814A NL1029814C1 (nl) 2005-08-26 2005-08-26 Voertuig met verwarmd bouwelement.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1029814C1 true NL1029814C1 (nl) 2007-02-27

Family

ID=37964439

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1029814A NL1029814C1 (nl) 2005-08-26 2005-08-26 Voertuig met verwarmd bouwelement.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1029814C1 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20220016956A1 (en) System and method for distributed thermoelectric heating and cooling
US8796588B2 (en) Heated floor panel for transit vehicle
US20120234819A1 (en) Multilayer structural heating panel
US20150382403A1 (en) Heating element
CA2761649C (en) Heating appliance for railway vehicles
US7695062B2 (en) Device for receiving functional elements
JP2015223917A (ja) 車両用暖房装置
US20150028116A1 (en) Method of Heating the Interior of a Vehicle
CN105980203A (zh) 通风系统
US5998770A (en) Heated automotive bed liner
CA2662658A1 (en) Aircraft heated floor panel
NL1029814C1 (nl) Voertuig met verwarmd bouwelement.
KR20080005292U (ko) 냉·난방 겸용 매트
WO2009136423A1 (en) Modular panel for the formation of systems for ambient cooling or heating
CA2635142A1 (en) Heating device
US2760726A (en) Combination radiant and convection heating system
JP2000291965A (ja) 温水式床暖房システム
EP1164646A1 (en) Insulating covering for accumulators
JP2006275430A (ja) 床暖房装置および床暖房方法
JP4517556B2 (ja) ヒートポンプ式暖房装置
JP2003342926A (ja) 融雪装置
JP3801593B2 (ja) 面状発熱体と金属製床パネルを用いた二重床暖房装置
JPH07217924A (ja) 乾式二重床の床暖房装置
CN211184289U (zh) 能电加热的平面织物和该平面织物的应用
US20170298584A1 (en) Heated Platform Systems

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100301