NL1029602C2 - Seat device for vehicle, has interlocking unit mounted on upper bracket of seat unit, that includes engaging rod movable in linear path relative to upper and lower brackets - Google Patents

Seat device for vehicle, has interlocking unit mounted on upper bracket of seat unit, that includes engaging rod movable in linear path relative to upper and lower brackets Download PDF

Info

Publication number
NL1029602C2
NL1029602C2 NL1029602A NL1029602A NL1029602C2 NL 1029602 C2 NL1029602 C2 NL 1029602C2 NL 1029602 A NL1029602 A NL 1029602A NL 1029602 A NL1029602 A NL 1029602A NL 1029602 C2 NL1029602 C2 NL 1029602C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
seat
chair
securing
locking
pin
Prior art date
Application number
NL1029602A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Min-Chang Chen
Original Assignee
Giant Mfg Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Giant Mfg Co filed Critical Giant Mfg Co
Priority to NL1029602A priority Critical patent/NL1029602C2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1029602C2 publication Critical patent/NL1029602C2/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62KCYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K5/00Cycles with handlebars, equipped with three or more main road wheels
    • B62K5/02Tricycles
    • B62K5/023Tricycles specially adapted for disabled riders, e.g. personal mobility type vehicles with three wheels
    • B62K5/025Tricycles specially adapted for disabled riders, e.g. personal mobility type vehicles with three wheels power-driven
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62KCYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K15/00Collapsible or foldable cycles
    • B62K2015/005Collapsible or foldable cycles having additional wheels for use when folded or collapsed

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Seats For Vehicles (AREA)

Abstract

An interlocking unit has engaging plates (341,342) that are formed on a lower bracket. Another interlocking unit mounted on the upper bracket (31) of a seat unit (20), includes an engaging rod (32) that is movable in a linear path relative to the upper and lower brackets for releasably engaging the engaging plate (341), when the seat unit is in non-folded position and for releasably engaging the engaging plate (342), when the seat unit is in folded position, so as to retain the seat unit at folded position.

Description

STOELINRICHTING VOOR EEN VOERTUIGSEATING DEVICE FOR A VEHICLE

De uitvinding heeft betrekking op een stoelinrichting, en meer in het bijzonder op een stoelinrichting voor een voertuig.The invention relates to a seat device, and more particularly to a seat device for a vehicle.

Conventionele voertuigen hebben gewoonlijk een 5 voorste framegedeelte en een achterste framegedeelte. Het voorste framegedeelte heeft een achtereind dat is voorzien van een eerste getande gedeelte, en een doorlopend gat dat in het eerste getande gedeelte is aangebracht. Het achterste framegedeelte heeft een vooreind dat is voorzien van een 10 tweede getande gedeelte, en een grendelpen die beweegbaar is aangebracht in het tweede getande gedeelte. Als de voorste en achterste framedelen aan elkaar zijn gekoppeld, valt het eerste getande gedeelte in het tweede getande gedeelte, en de grendelpen wordt in het doorlopende gat geschoven teneinde de 15 voorste en achterste framedelen onderling te vergrendelen.Conventional vehicles usually have a front frame portion and a rear frame portion. The front frame portion has a rear end that is provided with a first toothed portion, and a continuous hole disposed in the first toothed portion. The rear frame portion has a front end that is provided with a second toothed portion, and a locking pin movably mounted in the second toothed portion. When the front and rear frame members are coupled to each other, the first toothed portion falls into the second toothed portion, and the locking pin is slid into the through hole to interlock the front and rear frame members.

Een stoel is losneembaar gemonteerd op het achterste chassisgedeelte door middel van een buis die in een kolom op het achterste chassisgedeelte wordt gestoken.A seat is detachably mounted on the rear chassis section by means of a tube that is inserted into a column on the rear chassis section.

Het conventionele voertuig heeft het bezwaar dat, 20 aangezien de afmetingen en het gewicht van de stoel betrekkelijk groot zijn, het losnemen van de stoel uit de kolom op het achterste chassisgedeelte betrekkelijk ongemakkelijk is.The conventional vehicle has the drawback that, since the dimensions and weight of the seat are relatively large, the removal of the seat from the column on the rear chassis part is relatively uncomfortable.

Het doel van de huidige uitvinding is daarom het 25 beschikbaar maken van een stoelinrichting waarmee het hiervoor genoemde nadeel dat inherent is verbonden met de stand van de techniek, uit de weg kan worden geruimd.The object of the present invention is therefore to make available a chair device with which the aforementioned disadvantage inherently associated with the prior art can be eliminated.

Volgens de huidige uitvinding wordt er een stoelinrichting voor een voertuig beschikbaar gemaakt. De 1029602 2 stoelinrichting omvat:According to the present invention, a seat device is made available for a vehicle. The 1029602 2 seat design includes:

Een kolomconstructie die de stoel ondersteunt en die zo is uitgevoerd dat ze rechtop staand kan worden gemonteerd op het frame van een voertuig; een onderste 5 bevestigingsbeslag dat is vastgezet aan de kolomconstructie die de stoel ondersteunt; een stoel met een bovenste bevestigingsbeslag dat scharnierend is verbonden met het onderste bevestigingsbeslag om verdraaiing van de stoel ten opzichte van de kolomconstructie die de stoel ondersteunt 10 tussen een gevouwen en een uitgeklapte positie mogelijk te maken, en een stoelzitting die is vastgezet aan het bovenste bevestigingsbeslag; een eerste vergrendelingsgedeelte met eerste en tweede vastzetelementen die zijn aangebracht op het onderste bevestigingsbeslag; en een tweede 15 vergrendelingsgedeelte dat is gemonteerd op het bovenste bevestigingsbeslag en dat een derde vastzetelement omvat dat ten opzichte van de bovenste en onderste bevestigingsbeslagen tussen een vastzetstand en een ontkoppelstand heen en weer kan worden bewogen. Het derde vastzetelement valt losneembaar 20 in het eerste vastzetelement als de stoel is opgeklapt en als het derde vastzetelement in de vastzetstand is gebracht. Het derde vastzetelement valt losneembaar in het tweede vastzetelement als de stoel is opgevouwen en als het derde vastzetelement in de vastzetstand is gebracht. Het derde 25 vastzetelement wordt losgenomen van de eerste en tweede vastzetelementen als het derde vastzetelement in de ! ontkoppelstand wordt gebracht.A column structure that supports the seat and is designed in such a way that it can be mounted upright on the frame of a vehicle; a lower attachment fitting fixed to the column structure that supports the chair; a chair with an upper mounting fitting pivotally connected to the lower mounting fitting to allow rotation of the seat relative to the column structure supporting the seat between a folded and an unfolded position, and a seat sitting secured to the upper mounting fitting ; a first locking portion with first and second securing elements mounted on the lower mounting bracket; and a second locking portion mounted on the upper mounting fitting and comprising a third locking element that can be moved back and forth between a locking position and a releasing position relative to the upper and lower mounting fittings. The third securing element falls releasably into the first securing element when the seat is folded up and when the third securing element has been brought into the securing position. The third securing element falls releasably into the second securing element when the chair is folded and when the third securing element has been brought into the securing position. The third securing element is detached from the first and second securing elements as the third securing element in the release position.

Andere kenmerken en voordelen van de huidige uitvinding zullen duidelijk worden in de nu volgende 30 gedetailleerde beschrijving van de voorkeursuitvoering met verwijzing naar de begeleidende tekeningen, waarin:Other features and advantages of the present invention will become apparent in the following detailed description of the preferred embodiment with reference to the accompanying drawings, in which:

Fig. 1 een schematisch zijaanzicht is van een 1 voertuig waarin de voorkeursuitvoering van een 1029602 3 stoelinrichting volgens de huidige uitvinding is opgenomen; Fig. 2 een uit elkaar getrokken perspectivisch ; aanzicht is van de voorkeursuitvoering; | Fig. 3 een gedeeltelijk opengewerkt aanzicht is van 5 de samengestelde voorkeursuitvoering om te laten zien hoe een derde contactelement in een eerste contactelement valt om een stoel in een uitgeklapte stand te plaatsen;FIG. 1 is a schematic side view of a vehicle in which the preferred embodiment of a 1029602 seat device according to the present invention is included; FIG. 2 is an exploded perspective view; view of the preferred embodiment; | FIG. 3 is a partially cut-away view of the composite preferred embodiment to show how a third contact element falls into a first contact element to place a chair in an unfolded position;

Fig. 4 een gedeeltelijk opengewerkt aanzicht is van de samengestelde voorkeursuitvoering om te laten zien hoe het 10 derde contactelement met gebruikmaking van een handgreep wordt losgenomen van het eerste contactelement; enFIG. 4 is a partially cut-away view of the preferred composite embodiment to show how the third contact element is detached from the first contact element using a handle; and

Fig. 5 een gedeeltelijk opengewerkt aanzicht is van de samengestelde voorkeursuitvoering, om te laten zien hoe het derde contactelement in een tweede contactelement valt, 15 zodat de stoel in een opgevouwen stand wordt geplaatst.FIG. 5 is a partially cut-away view of the assembled preferred embodiment, to show how the third contact element falls into a second contact element, so that the seat is placed in a folded position.

In figuren 1 en 2 is te zien dat de voorkeursuitvoering van een stoelinrichting 100 volgens de uitvinding zo is uitgevoerd dat ze kan worden gemonteerd op een voertuigframe 200. Met het frame 200 zijn voorste en 20 achterste wielen verbonden. Het voertuig omvat verder een balhoofdconstructie 300. De stoelinrichting 100 omvat een kolomconstructie 10 die de stoel ondersteunt, een onderste bevestigingsbeslag 30, een stoel 20, een eerste vergrendelingsgedeelte dat is voorzien van een tweetal eerste 25 vastzetelementen 341 en een tweetal tweede vastzetelementen 342, en een tweede vergrendelingsgedeelte dat een tweetal derde vastzetelementen 32 omvat, elk waarvan naar keuze kan vallen in een nabijgelegen eerste contactelement 341 of in een nabijgelegen tweede contactelement 342.Figures 1 and 2 show that the preferred embodiment of a seat device 100 according to the invention is designed so that it can be mounted on a vehicle frame 200. The front and rear wheels are connected to the frame 200. The vehicle further comprises a steering head structure 300. The seat device 100 comprises a column structure 10 which supports the seat, a lower mounting fitting 30, a seat 20, a first locking part which is provided with two first fixing elements 341 and two second fixing elements 342, and a second locking portion comprising two third securing elements 32, each of which can optionally fall into a nearby first contact element 341 or into a nearby second contact element 342.

30 De kolomconstructie 10 die de stoel ondersteunt is rechtop staand gemonteerd op het frame 200, en ze omvat een onderbuis 11, die op het frame 200 is gemonteerd, een bovenbuis 21 die losneembaar in de onderbuis 11 wordt 1029602 4 gestoken, en een instelpen 13 die door de onderbuis 11 loopt. De onderbuis 11 van de kolomconstructie 10 die de stoel ondersteunt is voorzien van tenminste twee pengaten 12 die onderling zijn opgelijnd in de langsrichting van de onderbuis 5 11. De stelpen 13 loopt naar keuze door één van de pengaten 12, zodanig dat de bovenbuis 21 op de stelpen 13 kan worden afgesteund. De bovenbuis 21 heeft een ondereind 211 en een boveneind 212 tegenover het ondereind 211. Het ondereind 211 is voorzien van een kerf 213 waar doorheen de stelpen 13 kan 10 lopen.The column structure 10 supporting the chair is mounted upright on the frame 200, and it comprises a lower tube 11 mounted on the frame 200, an upper tube 21 detachably inserted into the lower tube 11, and an adjusting pin 13 which runs through the lower tube 11. The lower tube 11 of the column structure 10 supporting the chair is provided with at least two pin holes 12 which are mutually aligned in the longitudinal direction of the lower tube 11. The adjusting pin 13 optionally runs through one of the pin holes 12, such that the upper tube 21 the adjusting pin 13 can be supported. The upper tube 21 has a lower end 211 and an upper end 212 opposite the lower end 211. The lower end 211 is provided with a notch 213 through which the adjusting pin 13 can run.

Het onderste bevestigingsbeslag 30 omvat een basisplaat 215 die op het boveneind 212 van de bovenbuis 21 van de kolomconstructie 10 die de stoel ondersteunt is vastgezet, en een tweetal scharnierogen 214 op enige afstand 15 van elkaar die dwars uit de basisplaat 215 steken.The lower fastening fitting 30 comprises a base plate 215 fixed on the upper end 212 of the top tube 21 of the column structure 10 supporting the chair, and a pair of hinge eyes 214 at some distance from each other protruding transversely from the base plate 215.

Het eerste vergrendelingsgedeelte omvat een tweetal sector-vormige platen 34, waarvan er telkens één in het verlengde ligt van respectievelijk één van de scharnierlippen 214 en L-vormige eerste en tweede verspringingen 341', 342' 20 heeft, die respectievelijk de ermee overeenkomende eerst een tweede vastzetelementen 341, 342 bepalen. De L-vormige eerste en tweede verspringingen 341', 342' van elk van de sectorvormige platen 34 vormen onderling een hoek van 90 graden.The first locking part comprises two sector-shaped plates 34, one of which is in line with, respectively, one of the hinge lips 214 and has an L-shaped first and second staggered 341 ', 342', which respectively have the corresponding first determine second securing elements 341, 342. The L-shaped first and second offsets 341 ', 342' of each of the sector-shaped plates 34 form an angle of 90 degrees with each other.

Elk van de sector-vormige platen 34 heeft een gekromd 25 geleidevlak 343 dat loopt tussen de respectievelijke eerste en tweede vastzetelementen 341, 342.Each of the sector-shaped plates 34 has a curved guide surface 343 that runs between the respective first and second securing elements 341, 342.

De zitting 20 omvat een bovenste bevestigingsbeslag 31, dat een onderzijde 221 heeft dat is voorzien van een tweetal scharnierogen 224, die scharnierend zijn verbonden 30 met de respectievelijke scharnierlippen 214 om verdraaiing van de stoel 20 ten opzichte van de kolomconstructie 10 die de stoel ondersteunt tiissen een opgevouwen en uitgeklapte stand mogelijk te maken. De stoel 20 omvat verder een zitting 1029602 5 22 met een zittingplaat 222, die is vastgezet aan het bovenste bevestigingsbeslag 31, en een rugleuningplaat 223, die is verbonden met de zittingplaat 222.The seat 20 comprises an upper fastening fitting 31, which has a bottom side 221 which is provided with two hinge eyes 224, which are hingedly connected to the respective hinge lips 214 for rotating the seat 20 relative to the column structure 10 supporting the seat. to allow a folded and unfolded position. The seat 20 further comprises a seat 1029602 22 with a seat plate 222, which is fixed to the upper mounting bracket 31, and a backrest plate 223, which is connected to the seat plate 222.

Het tweede vergrendelingsgedeelte is gemonteerd op 5 het bovenste bevestigingsbeslag 31, en het omvat verder een geleideconstructie 301, een tweetal elementen 33 die een gerichte kracht leveren, een tweetal aanslagpennen 323 en een handgreep 35.The second locking portion is mounted on the upper mounting bracket 31, and it further comprises a guide structure 301, a pair of elements 33 that provide a directed force, a pair of stop pins 323 and a handle 35.

De geleideconstructie 301 heeft een bovenkant 3011, 10 die is vastgezet aan het bovenste bevestigingsbeslag 31, en een onderkant 3012 tegenover de bovenkant 3011. De onderkant 3012 heeft twee zijkanten, die elk zijn voorzien van een eerste uitsteeksel 311, dat is opgelijnd met respectievelijk één van de scharnierogen 224 en dat is voorzien van een 15 eerste geleidegat 3110, en een tweede uitsteeksel 312 dat op enige afstand is geplaatst van en is opgelijnd met het eerste uitsteeksel 311 en het is voorzien van een tweede geleidegat 3120.The guide structure 301 has a top 3011, 10 secured to the upper mounting bracket 31, and a bottom 3012 opposite the top 3011. The bottom 3012 has two sides, each having a first protrusion 311, aligned with one respectively of the hinge eyes 224 and which is provided with a first guide hole 3110, and a second protrusion 312 which is placed at some distance from and is aligned with the first protrusion 311 and it is provided with a second guide hole 3120.

Elk van de derde vastzetelementen 32 kan ten opzichte 20 van de bovenste en onderste bevestigingsbeslagen 31, 30 bewegen tussen een vastzetstand en een ontkoppelstand, zodanig dat elk derde vastzetelement 32 respectievelijk losneembaar in een eerste vastzetelement 341 valt (zie fig.Each of the third securing elements 32 can move relative to the upper and lower securing fittings 31, 30 between a securing position and a detaching position, such that each third securing element 32 falls respectively releasably into a first securing element 341 (see FIG.

3) wanneer de stoel in de uitgevouwen stand is gezet en het 25 derde vastzetelement 32 in de vastzetstand is geplaatst, dat elk derde vastzetelement 32 respectievelijk losneembaar in een tweede vastzetelement 342 valt (zie fig. 5) wanneer de stoel 20 in de opgevouwen stand is gezet en het derde vastzetelement 32 in de vastzetstand is geplaatst en dat de 30 derde vastzetelementen 32 worden losgenomen van de eerste en tweede vastzetelementen 341, 342 (zie fig. 4) wanneer de derde vastzetelementen 32 in de ontkoppelstand zijn geplaatst. De bovenste en onderste bevestigingsbeslagen 31, 1029602 6 30 zijn nagenoeg evenwijdig aan elkaar wanneer de stoel 20 in de uitgeklapte stand is gezet, en ze staan nagenoeg loodrecht op elkaar wanneer de stoel 20 in de opgevouwen stand i's gezet.3) when the seat has been placed in the unfolded position and the third securing element 32 has been placed in the securing position, that each third securing element 32 falls releasably into a second securing element 342 (see Fig. 5) when the chair 20 is in the folded position and the third securing element 32 is placed in the securing position and the third securing elements 32 are detached from the first and second securing elements 341, 342 (see Fig. 4) when the third securing elements 32 are placed in the uncoupling position. The upper and lower mounting fittings 31, 1029602 6 30 are substantially parallel to each other when the seat 20 is set in the folded-out position, and they are substantially perpendicular to each other when the seat 20 is set to the folded position.

5 In deze uitvoeringsvorm heeft elk van de derde vastzetelementen 32 een vergrendelingspen 32' met een vastzeteinde 322 en een bedieningseinde 321 tegenover het vastzeteinde 322, die loopt door de eerste en tweede geleidegaten 3110, 3120.In this embodiment, each of the third locking elements 32 has a locking pin 32 'with a locking end 322 and an operating end 321 opposite the locking end 322 which passes through the first and second guide holes 3110, 3120.

10 Elk van de elementen 33 die een gerichte kracht leveren, brengt de corresponderende derde vastzetelementen 32 uit de ontkoppelstand terug naar de vastzetstand.Each of the elements 33 that provide a directed force returns the corresponding third securing elements 32 from the disengaging position to the securing position.

Elk van de aanslagpennen 323 is vastgezet aan een corresponderende vastzetstang 32' van de derde 15 vastzetelementen 32, en is geplaatst tussen de eerste en tweede geleidegaten 3110, 3120. Elk van de elementen 33 die een gerichte kracht leveren is op de respectievelijke vastzetstang 32' geschoven, en ligt aan tegen de respectievelijke aanslagpen 323.Each of the abutment pins 323 is secured to a corresponding securing rod 32 'of the third securing elements 32, and is disposed between the first and second guide holes 3110, 3120. Each of the elements 33 providing a directed force is on the respective securing rod 32' is pushed, and abuts against the respective stop pin 323.

20 De handgreep 35 verbindt de bedieningseinden 321 van de vergrendelingspennen 32' van de derde vastzetelementen 32, en ze kan worden bediend om de derde vastzetelementen 32 uit de vastzetstand naar de ontkoppelstand te trekken.The handle 35 connects the operating ends 321 of the locking pins 32 'of the third locking elements 32, and it can be operated to pull the third locking elements 32 from the locking position to the disengaging position.

Als de stoel 20 in de uitgeklapte stand is gezet, 25 zoals in fig. 3 is aangegeven, worden de derde vastzetelementen 32 dankzij een gerichte kracht van de elementen 33 in de vastzetstand geduwd, waarmee de vastzeteinden tegen de respectievelijke L-vormige eerste verspringingen 341' van de eerste vastzetelementen 341 komen 30 te liggen, zodat verdraaiing van de stoel in een eerste draairichting wordt verhinderd, en de stoel 20 in de uitgeklapte stand blijft staan.When the seat 20 is set in the folded-out position, as indicated in Fig. 3, the third securing elements 32 are pushed into the securing position by a directed force of the elements 33, with which the securing ends are applied against the respective L-shaped first staggered 341 of the first securing elements 341 come to lie, so that rotation of the chair in a first direction of rotation is prevented, and the chair 20 remains in the folded-out position.

1029602 71029602 7

Als de stoel 20 van de uitgeklapte stand naar de opgevouwen stand moet worden verplaatst, zoals in fig. 4 is aangegeven, wordt er tegen de gerichte kracht van de elementen 33 in aan de handgreep 35 getrokken om de derde 5 vastzetelementen 32 uit de vastzetstand naar de ontkoppelstand te trekken (tegelijkertijd wordt er in de elementen 33 die een gerichte kracht leveren een gerichte kracht opgebouwd om later de derde vastzetelementen 32 uit de vastzetstand naar de ontkoppelstand te trekken), waardoor het 10 mogelijk wordt dat de stoel 20 in de eerste draairichting verdraait. Als de stoel 20 over ongeveer 90 graden is verdraaid naar de opgevouwen stand, kan de rugleuningplaat 223 worden opgevouwen zoals is aangegeven in fig. 5. Bij het trekken aan de handgreep 35 worden de vergrendelingspennen 15 32' van de derde vastzetelementen 32 geleid door de eerste en tweede geleidegaten 3110, 3120. De vastzeteinden van de vergrendelingspennen 32' glijden respectievelijk over de gekromde geleidevlakken 343 van de sectorvormige platen 34 tijdens de beweging van de vastzeteinden 322 van de 20 vergrendelingspennen 32' van de L-vormige eerste verspringingen 341' naar de L-vormige tweede verspringingen 342'. De vergrendelingspennen 32' van de derde vastzetelementen 32 worden naar de vastzetstand geschoven door de gerichte werking van de elementen 33 die een gerichte 25 kracht leveren, waardoor de vastzeteinden 322 aan komen te liggen tegen de respectievelijke L-vormige tweede verspringingen 342' van de tweede vastzetelementen 342 om verdraaiing van de stoel 20 in een tweede draairichting die tegenovergesteld is aan de eerste draairichting, te 30 verhinderen en zodoende de stoel 20 in de opgevouwen stand te houden.If the chair 20 is to be moved from the folded-out position to the folded-up position, as indicated in Fig. 4, the handle 35 is pulled against the directed force of the elements 35 to move the third securing elements 32 out of the securing position to pull the uncoupling position (at the same time a directed force is built up in the elements 33 that supply a directed force to later pull the third securing elements 32 from the securing position to the uncoupling position), whereby it becomes possible for the chair 20 to move in the first direction twisted. When the seat 20 is rotated about 90 degrees to the folded position, the backrest plate 223 can be folded as indicated in Fig. 5. When pulling on the handle 35, the locking pins 32 'of the third securing elements 32 are guided by the first and second guide holes 3110, 3120. The locking ends of the locking pins 32 'respectively slide over the curved guide surfaces 343 of the sector-shaped plates 34 during the movement of the locking ends 322 of the locking pins 32' of the L-shaped first staggered 341 'to the L-shaped second offset 342 '. The locking pins 32 'of the third securing elements 32 are shifted to the securing position by the directed action of the elements 33 which provide a directed force, whereby the securing ends 322 come to lie against the respective L-shaped second staggered 342' of the second securing elements 342 for preventing rotation of the chair 20 in a second direction of rotation that is opposite to the first direction of rotation and thus keeping the chair 20 in the folded position.

Als de stoel 20 in de opgevouwen stand is geplaatst kan de gebruiker de stoel 20 gemakkelijk optillen enWhen the seat 20 is placed in the folded position, the user can easily lift the seat 20 and

1029602 I1029602 I

8 verwijderen uit de kolomconstructie 10 die de stoel ondersteunt, om haar te vervoeren of op te slaan.8 remove from the column structure 10 supporting the chair, for transporting or storing it.

Met het opnemen van de eerste en tweede vergrendelingsgedeelten in de stoelinrichting 100 van de 5 huidige uitvinding kan de stoel 20 in de opgevouwen stand worden gehouden om het verwijderen van de stoel 20 vanaf de kolomconstructie 10 die de stoel ondersteunt, te vergemakkelij ken.With the inclusion of the first and second locking portions in the chair arrangement 100 of the present invention, the chair 20 can be held in the folded position to facilitate removal of the chair 20 from the column structure 10 supporting the chair.

10296021029602

Claims (10)

1. Stoelinrichting (100) voor een voertuig, waarbij de stoelinrichting (100), gekenmerkt door: een kolomconstructie (10) die de stoel ondersteunt, en die zo is uitgevoerd dat ze rechtopstaand kan worden 5 gemonteerd op een frame (200) van het voertuig; een onderste bevestigingsbeslag (30) dat is bevestigd aan de kolomconstructie (10) die de stoel ondersteunt; een stoel (20) met een bovenste bevestigingsbeslag (31) dat scharnierend is bevestigd aan het onderste 10 bevestigingsbeslag (30) om het mogelijk te maken dat de stoel (20) ten opzichte van de kolomconstructie (10) die de stoel ondersteunt, verdraait tussen een ingeklapte en een uitgeklapte stand, en een stoelzitting (22) die is vastgezet aan het bovenste bevestigingsbeslag (31); 15 een eerste vergrendelingsgedeelte met eerste en tweede vastzetelementen (341, 342), die zijn aangebracht op het onderste bevestigingsbeslag (30); en een tweede vergrendelingsgedeelte dat is bevestigd op het bovenste bevestigingsbeslag (31) en dat een derde 20 vastzetelement (32) omvat dat ten opzichte van de bovenste en onderste bevestigingsbeslagen (31, 30) heen en weer kan worden bewogen tussen een vastzetstand en een ontkoppelstand; waarbij het derde vastzetelement (32) losneembaar in het eerste vastzetelement (341) valt als de stoel (20) in de 25 ingeklapte stand is gezet en als het derde vastzetelement (32) in de vastzetstand is geplaatst; waarbij het derde vastzetelement (32) losneembaar in het tweede vastzetelement (342) valt als de stoel (20) in de ingeklapte stand is gezet en als het derde vastzetelement 30 (32) in de vastzetstand is gebracht; en waarbij het derde vastzetelement (32) wordt 1029602 losgenomen van de eerste en tweede vastzetelementen (341, 342. als het derde vastzetelement (32) in de ontkoppelstand is gezet.A seat device (100) for a vehicle, the seat device (100) characterized by: a column structure (10) supporting the seat, and which is designed so that it can be mounted upright on a frame (200) of the vehicle vehicle; a lower mounting bracket (30) attached to the column structure (10) supporting the chair; a chair (20) with an upper mounting bracket (31) pivotally attached to the lower mounting bracket (30) to allow the chair (20) to pivot relative to the column structure (10) supporting the chair a collapsed and an unfolded position, and a seat seat (22) secured to the upper mounting bracket (31); A first locking portion with first and second securing elements (341, 342) mounted on the lower mounting bracket (30); and a second locking portion mounted on the upper mounting bracket (31) and comprising a third locking element (32) that can be moved back and forth with respect to the upper and lower mounting fittings (31, 30) between a locking position and a releasing position ; wherein the third securing element (32) detachably falls into the first securing element (341) when the seat (20) is set in the collapsed position and when the third securing element (32) is placed in the securing position; wherein the third securing element (32) detachably falls into the second securing element (342) when the seat (20) is set in the collapsed position and when the third securing element 30 (32) is brought into the securing position; and wherein the third securing element (32) is detached from the first and second securing elements (341, 342) when the third securing element (32) is set to the uncoupled position. 2. Stoelinrichting (100) volgens conclusie 1, met het 5 kenmerk, dat het eerste vergrendelingsgedeelte een sectorvormige plaat (34) omvat, die is aangebracht op het onderste bevestigingsbeslag (30) en die is voorzien van L-vormige eerste en tweede verspringingen (341', 342'), die respectievelijk de eerste en tweede vastzetelementen (341, 10 342) bepalen, waarbij het derde vastzetelement (32) een vergrendelingspen (32') omvat, die aanligt tegen de L-vormige eerste verspringing (341') als de stoel (20) in de ingeklapte stand is gezet en als het derde vastzetelement (32) in de vastzetstand is gebracht, zodat verdraaiing van de stoel (20) 15 in een eerste draairichting wordt verhinderd, en die aanligt tegen de tweede L-vormige verspringing (342') als de stoel (20) in de ingeklapte stand is gezet en als het derde vastzetelement (32) in de vastzetstand is gebracht, zodat verdraaiing van de stoel (20) in een tweede draairichting 20 tegenovergesteld aan de eerste draairichting, wordt verhinderd.2. Seat device (100) as claimed in claim 1, characterized in that the first locking part comprises a sector-shaped plate (34) which is arranged on the lower fixing fitting (30) and which is provided with L-shaped first and second staggers ( 341 ', 342'), respectively defining the first and second securing elements (341, 342), the third securing element (32) including a locking pin (32 ') abutting the L-shaped first offset (341') when the seat (20) is set in the collapsed position and when the third securing element (32) is brought into the securing position, so that rotation of the chair (20) in a first direction of rotation is prevented, and which abuts against the second L- shaped offset (342 ') when the seat (20) is put in the collapsed position and when the third securing element (32) is brought into the securing position, so that rotation of the chair (20) in a second direction of rotation 20 opposite to the first direction of rotation is being raised reduced. 3. Stoelinrichting (100) volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de L-vormige eerste en tweede verspringingen (341', 342') van de sectorvormige plaat (34) onderling een 25 hoek van 90 graden vormen.3. Seat device (100) according to claim 2, characterized in that the L-shaped first and second staggers (341 ', 342') of the sector-shaped plate (34) form an angle of 90 degrees to each other. 4. Stoelinrichting (100) volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de bovenste en onderste bevestigingsbeslagen (31, 30) nagenoeg evenwijdig aan elkaar zijn wanneer de stoel (20) in de uitgeklapte stand is gezet, en nagenoeg loodrecht 30 op elkaar staan als de stoel (20) in de ingeklapte stand is gezet.Chair arrangement (100) according to claim 2, characterized in that the upper and lower attachment fittings (31, 30) are substantially parallel to each other when the chair (20) is set in the folded-out position and is substantially perpendicular to each other when the seat (20) is set to the collapsed position. 5. Stoelinrichting (100) volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het onderste bevestigingsbeslag (30) een 1029602 basisplaat (215) omvat, die is vastgezet aan de kolomconstructie (10) die de stoel ondersteunt, en een scharnierlip (214) die dwars uitsteekt ten opzichte van de basisplaat (215), waarbij de sectorvormige plaat (34) 5 doorloopt vanaf de scharnierlip (214) en L-vormige eerste en tweede verspringingen (341', 342') bepaalt, waarbij het bovenste bevestigingsbeslag (31) een onderkant (221) heeft, waarop een scharnieroog (224) is aangebracht, dat scharnierend is verbonden met de scharnierlip (214) .A chair arrangement (100) according to claim 2, characterized in that the lower mounting bracket (30) comprises a 1029602 base plate (215) fixed to the column structure (10) supporting the chair, and a hinge lip (214) extends transversely with respect to the base plate (215), the sector-shaped plate (34) extending from the hinge lip (214) and determining L-shaped first and second offset (341 ', 342'), the upper mounting fitting (31) has a bottom (221) on which a hinge eye (224) is arranged which is hingedly connected to the hinge lip (214). 6. Stoelinrichting (100) volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de kolomconstructie (10) die de stoel ondersteunt een onderbuis (11) omvat, die zo is uitgevoerd dat ze kan worden gemonteerd op het frame (200), een bovenbuis (21) die losneembaar in de onderbuis (11) wordt 15 gestoken, en een stelpen (13) die door de onderbuis (11) loopt, waarbij de bovenbuis (21) op de stelpen (13) rust.Chair arrangement (100) according to claim 2, characterized in that the column structure (10) supporting the chair comprises a lower tube (11) which is designed so that it can be mounted on the frame (200), an upper tube ( 21) which is detachably inserted into the lower tube (11), and an adjusting pin (13) which runs through the lower tube (11), the upper tube (21) resting on the adjusting pin (13). 7. Stoelinrichting (100) volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de onderbuis (11) van de kolomconstructie (10) die de stoel ondersteunt, is voorzien van tenminste twee 20 pengaten (12) die in de langsrichting van de onderbuis (11) achter elkaar zijn gelegen, waarbij de stelpen (13) naar keuze door één van de pengaten (12) kan lopen.7. Seat device (100) according to claim 6, characterized in that the lower tube (11) of the column structure (10) supporting the chair is provided with at least two pin holes (12) which extend in the longitudinal direction of the lower tube (11). ) are arranged one behind the other, whereby the adjusting pin (13) can optionally run through one of the pin holes (12). 8. Stoelinrichting (100) volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het tweede vergrendelingsgedeelte verder een 25 geleideconstructie (301) omvat, die is vastgezet aan het bovenste bevestigingsbeslag (31) en die is voorzien van twee geleidegaten (3110, 3120) waar doorheen de vergrendelingspen (32' ) van het derde vastzetelement (32) kan worden gestoken om het verschuiven van de vergrendelingspen (32') te 30 geleiden.8. Seating device (100) according to claim 2, characterized in that the second locking part further comprises a guide construction (301) which is fixed to the upper fixing fitting (31) and which is provided with two guide holes (3110, 3120) where can be inserted through the locking pin (32 ') of the third locking element (32) to guide the sliding of the locking pin (32'). 9. Stoelinrichting (100) volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het tweede vergrendelingsgedeelte verder een element (33) dat een gerichte kracht levert omvat voor het 1029602 terugbrengen van het derde vastzetelement (32) vanuit de ontkoppelstand naar de vastzetstand.The seat device (100) according to claim 8, characterized in that the second locking portion further comprises an element (33) providing a directed force for returning the third locking element (32) from the disengaging position to the locking position. 10. Stoelinrichting (100) volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het tweede vergrendelingsgedeelte verder een 5 aanslagpen (323) omvat, die zich bevindt tussen de geleidegaten (3110, 3120) en die is vastgezet aan de vergrendelingspen (32') waarbij het element (33) dat de gerichte kracht levert op de vergrendelingspen (32') is geschoven en aanligt tegen de aanslagpen (323). 102960210. Seat device (100) according to claim 9, characterized in that the second locking part further comprises a stop pin (323), which is located between the guide holes (3110, 3120) and which is fixed to the locking pin (32 '), the element (33) providing the directed force on the locking pin (32 ') is slid and abuts against the stop pin (323). 1029602
NL1029602A 2005-07-25 2005-07-25 Seat device for vehicle, has interlocking unit mounted on upper bracket of seat unit, that includes engaging rod movable in linear path relative to upper and lower brackets NL1029602C2 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1029602A NL1029602C2 (en) 2005-07-25 2005-07-25 Seat device for vehicle, has interlocking unit mounted on upper bracket of seat unit, that includes engaging rod movable in linear path relative to upper and lower brackets

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1029602 2005-07-25
NL1029602A NL1029602C2 (en) 2005-07-25 2005-07-25 Seat device for vehicle, has interlocking unit mounted on upper bracket of seat unit, that includes engaging rod movable in linear path relative to upper and lower brackets

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1029602C2 true NL1029602C2 (en) 2007-01-26

Family

ID=37890727

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1029602A NL1029602C2 (en) 2005-07-25 2005-07-25 Seat device for vehicle, has interlocking unit mounted on upper bracket of seat unit, that includes engaging rod movable in linear path relative to upper and lower brackets

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1029602C2 (en)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1012755C2 (en) Stroller with detachable auxiliary seat.
JP4223495B2 (en) Vehicle seat and vehicle with such a seat
US6601859B2 (en) Vertically folding hand truck and methods of its operation and construction
US6270093B1 (en) Multiple child seat nestable shopping cart
EP0755860B1 (en) Convertible seat/bed for aircraft
EP1632389B1 (en) Automotive vehicle seat
US6685269B1 (en) Vehicle seat assembly
US8215690B2 (en) Pick-up style utility vehicle with expandable cargo bed
US20120235371A1 (en) Multiposition mechanic's creeper
CA2464714A1 (en) Cart with collapsible receptacle and method of use
CA2778166A1 (en) Chair
NL2009461C2 (en) SEAT AND CHILDREN'S VEHICLE OR BUGGY EQUIPPED WITH SUCH A SEAT.
NL1029602C2 (en) Seat device for vehicle, has interlocking unit mounted on upper bracket of seat unit, that includes engaging rod movable in linear path relative to upper and lower brackets
GB2391169A (en) Dismountable seat
FR2885087A1 (en) Foldable seat for e.g. passenger car, has base framework mounted pivotally around horizontal axle fixed to backrest, and frontal support articulated between framework and frame
WO2007028891A2 (en) Motor vehicle child safety seat
EP1186469A1 (en) A backrest for a motor vehicle seat, in particular for a rear seat
FR2865976A1 (en) Motor vehicle, has case defining housing for rear seat in folded position, where passage of rear seat from usage position to folded position is effectuated through connecting rods articulated on base of rear seat and on face of floor pan
FR2877280A1 (en) Seat for motor vehicle, has base mounted on displacement device that has guiding mechanism permitting guiding of movement of base in translation simultaneously along two axes
JP4211459B2 (en) Foldable shopping cart
GB2282572A (en) Restraint for child seat in shopping trolley
FR2869633A1 (en) Front side door mounting device for motor vehicle, has connecting rod articulated via its ends around axes on vehicle structure and one door portion, where rod rotation around one axis permits sliding of another portion on guiding unit
EP0572345B1 (en) Armrest for a front seat of a vehicle
EP4015299B1 (en) Vehicle comprising a bench seat with two positions
WO2007036669A1 (en) Lift-assisting device of a motor vehicle seat for bringing said seat into a jack-knife position

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20100201