NL1029350C2

NL1029350C2 - Bedieningsinrichting voor een computer.

Info

Publication number: NL1029350C2
Application number: NL1029350A
Authority: NL
Inventors: Christiaan Johannes Snijders; Robbert Smit; Paul Helder
Original assignee: Erasmus Mc
Priority date: 2005-06-27
Filing date: 2005-06-27
Publication date: 2006-12-28
Also published as: WO2007001181A2; EP1896927B1; WO2007001181A3; AU2006262987B2; AU2006262987A2; EP1896927A2; CN101208650A; CA2610206A1; US20100141581A1; US8098229B2; CA2610206C; AU2006262987A1; CN101208650B

Description

ψ ·' ··

Bedieningsinrichting voor een computer.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een bedieningsinrichting voor een computer omvattende een draagvlak voor plaatsing op een tafel of dergelijke, een steun 5 voor de menselijke hand, voorzien van ten minste een schakelaar, welke steun omvat een duimdragend deel en een gebold vingersdragend deel, welke delen zich in de gebruikspositie op verschillende niveau’s bevinden, waarbij dat duimdragende deel en dat vingersdragende deel in een gemeenschappelijk handsteundeel uitmonden, welk handsteundeel omvat een zich onder een hoek vanaf dat draagvlak uitstrekkend 10 handsteungedeelte en waarbij (X) de afstand is van het begin van het handsteungedeelte tot het einde van het vingersteundeel en (Y) de breedte afmeting is van het vingerdragende deel ter plaatse van het hoogste punt van de bolling daarvan.

15 Een dergelijke inrichting is bekend uit PCT/NL2004/00012.

Gebleken is dat een dergelijke bedieningsinrichting allerlei ongewenste symptomen, die samenhangen met de langdurige bediening daarvan zoals RSI (repetitive strain injury), voorkomt of indien een dergelijk verschijnsel al opgetreden is, zelfs kan beperken of genezen. In het algemeen worden dergelijke verschijnselen ook 20 aangegeven als WRMD (work-related musculoskeletal disorders).

De in de PCT-octrooiaanvrage 2004/00012 beschreven inrichting functioneert redelijk. Echter is gebleken dat het niet mogelijk is met een bedieningsinrichting in de markt te volstaan. Dit wordt veroorzaakt door de grote verscheidenheid van de afmeting van handen van verschillende mensen. Daarom is het noodzakelijk in een 25 reeks verschillende bedieningsinrichtingen te voorzien aangepast aan de meest gangbare voorkomen afmetingen van de menselijke hand.

US 2002/0105500 beschrijft een bedieningsinrichting waarbij de hand in gekantelde positie gedreven wordt. De vingers liggen zo goed als vlak waardoor bediening van een schakelaar moeilijk is.

30 Uit US 2001/0052894 is een bedieningsinrichting bekend die uitsluitend ondersteuning voor de vingers geeft. Deze zijn opgesloten binnen daarvoor aangebrachte verdiepingen.

1029350 •· 2 * tl WO 00/51069 beschrijft een bedieningsinrichting waarbij de vingers onder een grote hoek gekromd (meer dan 90°) ondersteund worden.

Echter is anderzijds gebleken dat het niet mogelijk is om uitgaande van een goed werkende bedieningsinrichting deze door het simpelweg driedimensionaal verkleinen 5 of vergroten geschikt maken voor kleinere respectievelijk grotere handen.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding een ontwerp voor een i bedieningsinrichting voor te stellen, waarmee het op eenvoudige wijze mogelijk is afhankelijk van de afmeting van de hand van de gebruiker een optimale vorm te creëren, waardoor de hierboven beschreven ongewenste verschijnselen zoveel mogelijk 10 vermeden worden. !

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven bedieningsinrichting verwezenlijkt doordat Y/X tussen 0,3 - 0,6 ligt.

Meer in het bijzonder geldt dat Y/X ligt tussen 0,4 en 0,5, terwijl volgens een bijzondere voorkeursuitvoering Y/X ongeveer 0,46 is. Verrassenderwijs is gebleken dat 15 indien binnen dit bereik de bedieningsinrichting ontworpen wordt, steeds optimale aanpassing van de breedte van de hand aan de lengte van de hand plaats vindt bij de bedieningsinrichting.

Volgens een bijzondere uitvoering van de uitvinding bestaat er eveneens een van de lengte van de bedieningsinrichting afhankelijk verband met de hoogte Zi van de 20 bolling van dat vingersdragende deel. Een en ander valt volgens een bijzondere uitvoering van de uitvinding bij voorkeur binnen onderstaande tabel I. Begrepen zal worden dat ook de tussenliggende waarden die door eenvoudige interpolatie verkregen kunnen worden binnen de beschermingsomvang van deze bijzondere uitvoering vallen.

Tabel I: X Z\ 161 43 171 46 Ï82 49 Ï92 5Ï 2ÖÏ 54

Volgens een bijzondere uitvoering van de uitvinding is het duimdragende deel eveneens gebold. De afstand Z2 van het hoogste punt van een dergelijke bolling tot het 25 3 1’ «' * draagvlak blijkt eveneens bij voorkeur afhankelijk van de lengte van het totale bedieningsinrichting te zijn. Meer in het bijzonder voldoet deze hoogte aan:

Tabel II: X Zi Ï6Ï 27 Ï7Ï 38 182 3Ö Ï9Ï 31 201 33 5 waarbij zoals hierboven tussenliggende waarden eveneens inbegrepen zijn.

Afhankelijk van de lengte van de bedieningsinrichting, dat wil zeggen de lengte aan de hand van de gebruiker dient de afstand G van het hoogste punt van de bolling van hetzij het vingersdragende deel hetzij het duimdragende deel tot het vrije einde van hetzij de vingertoppen hetzij de duim gekozen te worden. Voor het vingersdragende 10 deel geldt bij voorkeur het verband:

Tabel III:

X G

Ï6Ï 43 Ï7Ï 46 Ï82 49 191 52 2Ö1 54

Voor het duimdragende deel geldt bij voorkeur voor de afstand H:

Tabel IV:

X H

Ï6Ï 65 Ï7Ï 69 182 73 Ï9Ï 77 2ÖÏ 8Ï 15 4 \ %

Ook hier kunnen tussenliggende waarden eenvoudig bepaald worden door interpolatie.

Begrepen dient te worden dat onder de totale afstand X hier begrepen wordt de afstand van het onderste deel van de hand, dat wil zeggen eerste overgang naar de pols.

Het is vanzelfsprekend mogelijk daar de inrichting te verlengen, maar dit verlengde 5 deel zal in het algemeen in hoofdzaak horizontaal zijn en is voor de hierboven beschreven waarden niet relevant. De lengte van de hand komt overeen met de lengte van de bedieningsinrichting, terwijl de dwarsrichting de richting is die daar loodrecht opstaat.

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding is het 10 vingersdragende deel zodanig uitgevoerd dat vanaf de bolling in dwarsrichting te zien dit volgens een cirkeldeel afValt. De straal R van dat cirkeldeel voldoet volgens een verdere uitvoering van de onderhavige uitvinding aan de volgende voorwaarden:

Tabel V:

X R

Ï6Ï 1Ö9 171 Π6 Ï82 123 191 Ï3Ö j 201 Ï37 | | j 15 Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering heeft het dwarseinde van het vingersdragende deel, dat wil zeggen het deel waar zich de pink bevindt, een opstaande rand. !

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen: 20 Fig. 1 schematisch in perspectief een voorkeursuitvoering van de uitvinding;

Fig. 2 in zijaanzicht de bedieningsinrichting volgens de uitvinding;

Fig. 3 de bedieningsinrichting vanaf de polszijde; en

Fig. 4 de bedieningsinrichting vanaf de vingertopzijde.

De bedieningsinrichting volgens de onderhavige uitvinding is in het geheel met 1 25 aangegeven. Deze bestaat uit een op een tafel of dergelijke te plaatsen draagvlak 2 en een daarboven liggende steun voor de hand. Een bedieningsschakelaar is met 4 5 aangegeven. Begrepen kan worden dat deze op enige positie aangebracht kan zijn en al dan niet mechanisch kan werken.

Met 5 is een vingersdragend deel aangegeven en met 6 een duimdragend deel. 7 is een opstaande rand voor het ondersteunen van de duim. Het vingersdragende deel 5 5 en duimdragende deel 6 komen samen in het handsteundeel 8. Dit loopt uit in het polseinde 9 van de inrichting, welke zich uitstrekt tot het vingertopeinde 10 (gezien in langsrichting).

Met 11 is het hoogste deel van het vingersdragende deel aangegeven en met 12 het hoogste deel van het duimdragende deel 13 geeft een opstaande rand aan voor het 10 opsluiten van de pink.

De afstand van 9 naar 10 is met X aangegeven. Dit is de afstand over het vingersdragende deel en meer in het bijzonder over het hoogste punt 11 daarvan. Met Y is de afstand van het hoogste punt 11 naar het vrije einde van de bedieningsinrichting aangegeven. Zi is de hoogte vanaf het draagvlak 2 tot punt 11, terwijl Z2 de hoogte is 15 vanaf het draagvlak tot punt 12 het hoogste punt van het duimdragende deel. Het is duidelijk dat dit hoogste punt achter het hoogste punt 11 van het vingersdragende deel ligt. Een en ander is weergegeven met de afstanden G respectievelijk H.

Uit het bovenstaande en de conclusies blijkt dat er een verband gevonden is tussen de lengte X en de verschillende hierboven genoemde waarden Y, Ζι, Z2, G en H. 20 Bovendien is gebleken dat het afvallende deel van het vingersdragende deel een cirkel beschrijft met straal R, welke afhankelijk is van de lengte X. Begrepen zal worden dat niet alleen een verband bestaat tussen X en de hier genoemde variabelen maar eveneens tussen de variabelen onderling.

Met de hierboven genoemde waarden is het op eenvoudige wijze mogelijk 25 afhankelijk van de afmeting van een hand een bedieningsinrichting te ontwerpen die optimaal functioneert.

Bovendien is gebleken dat er bij voorkeur een verband bestaat tussen de lengte X en het gewicht van de bedieningsinrichting. Immers onder bepaalde omstandigheden dient de bedieningsinrichting verschoven te worden en daarbij is gebleken dat niet het 30 laagste mogelijke gewicht optimaal is maar dat daaraan bepaalde eisen gesteld worden om het ondervonden gevoel te optimaliseren. Bij voorkeur dient het gewicht afhankelijk van de lengte aan de volgende waarden te voldoen:

Tabel VI: 6 X A (massa) Ï6Ö 9Ö Ï7Ö Ï3Ö Ï8Ö 170 Ï9Ö 2ÏÖ 2ÖÖ 250

Begrepen zal worden dat een dergelijk gewicht zowel door het aanbrengen van meer materiaal als door het meer of minder hol uitvoeren of aanbrengen van ander 5 soorten materiaal verwezenlijkt kan worden.

Begrepen dient te worden dat de hierboven genoemde waarden bij een brede veelheid van bedieningsinrichtingen voor computers toegepast kunnen worden en dat de uitvinding niet beperkt is tot het hier getoonde uitvoeringsvoorbeeld. Eveneens zal begrepen worden dat volgconclusies zelfstandig maar ook in combinatie met elkaar 10 octrooieerbare materie bevatten, dat wil zeggen onafhankelijk van hetgeen in conclusie 1 beschreven is en daarvoor worden uitdrukkelijke rechten gevraagd.

1 0 293 5 0

Claims

1. Bedieningsinrichting (1) voor een computer, omvattende een draagvlak (2) voor plaatsing op een tafel of dergelijke, een steun (3) voor de menselijke hand, voorzien 5 van ten minste een schakelaar (4), welke steun omvat een duimdragend deel (6) en een gebold vingersdragend deel (5), welke delen zich in de gebruikspositie op verschillende niveau’s bevinden, waarbij dat duimdragende deel en dat vingersdragende deel in een gemeenschappelijk handsteundeel (8) uitmonden, welk handsteundeel omvat een zich onder een hoek vanaf dat draagvlak uitstrekkend handsteungedeelte (8) en waarbij 10 (X) de afstand is van het begin (9) van het handsteungedeelte tot het einde (10) van het vingersteundeel en (Y) de breedte afmeting is van het vingerdragende deel ter plaatse van het hoogste punt (11) van de bolling daarvan, met het kenmerk, dat Y/X tussen 0,3 - 0,6 ligt. 15

2. Bedieningsinrichting volgens conclusie 1, waarbij Y/X = 0,4 - 0,5.

3. Bedieningsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij Y/X ongeveer 0,45 is. 20

4. Bedieningsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de afstand (Zi) van het hoogste punt (11) van de bolling van dat vingersdragende deel tot dat draagvlak (2) afhankelijk is van X volgens X zi Ï6Ï 43 Ï7Ï 46 182 49 Ï9Ï 51 2ÖÏ 54 25 inclusief de geïnterpoleerde waarden. 1029350 « I % δ

5. Bedieningsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat duimdragende deel gebold is en de afstand (Z2) van het hoogste punt van die bolling van dat duimdragende deel tot dat draagvlak (2) afhankelijk van X volgens X Z2 Ï6Ï 26 Ï7Ï 38 182 30 Ï9Ï 31 20Ï 33 5 inclusief de geïnterpoleerde waarden.

6. Bedieningsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de afstand (G) van het hoogste punt van die bolling van dat vingerdragende deel tot het 10 eindvlak van dat vingerdragende deel afhankelijk van X volgens X G Ï6Ï 43 _ Ï7Ï 46 182 49 Ï9Ï 52 2ÖÏ 54 inclusief de geïnterpoleerde waarden.

7. Bedieningsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat duimdragende deel gebold is, en de afstand van het hoogste punt van de bolling van dat duimdragende deel tot het eindvlak van dat duimdragende deel afhankelijk is van X volgens 20 * I r X Η Ï6Ï 65 Ï7Ï 69 Ï82 73 Ï9Ï 77 2Ö1 81 inclusief de geïnterpoleerde waarden.

8. Bedieningsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij vanaf 5 het hoogste punt van de bolling van het vingersdragende deel, dat vingersdragende deel in dwarsrichting volgens een cirkel (14) afvalt.

9. Bedieningsinrichting volgens conclusie 8, waarbij die cirkel een straal R heeft, die afhankelijk is van X volgens 10 X R Ï6Ï 1Ö9 Ï7Ï ÏÏ6 Ï82 Ï23 Ï9Ï Ï3Ö 2ÖÏ 137 inclusief de geïnterpoleerde waarden.

10. Bedieningsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het 15 pinkdragende deel van het vingersdragende deel een opstaande rand (13) heeft. i 1029350