NL1028887C2 - Inrichting en werkwijze voor het afvlakken van een videosignaal met gebruikmaking van patroonaanpassend filteren. - Google Patents
Inrichting en werkwijze voor het afvlakken van een videosignaal met gebruikmaking van patroonaanpassend filteren. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1028887C2 NL1028887C2 NL1028887A NL1028887A NL1028887C2 NL 1028887 C2 NL1028887 C2 NL 1028887C2 NL 1028887 A NL1028887 A NL 1028887A NL 1028887 A NL1028887 A NL 1028887A NL 1028887 C2 NL1028887 C2 NL 1028887C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- input image
- pattern
- predetermined
- matrix
- fields
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04N—PICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
- H04N5/00—Details of television systems
- H04N5/14—Picture signal circuitry for video frequency region
- H04N5/21—Circuitry for suppressing or minimising disturbance, e.g. moiré or halo
- H04N5/213—Circuitry for suppressing or minimising impulsive noise
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04N—PICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
- H04N5/00—Details of television systems
- H04N5/14—Picture signal circuitry for video frequency region
- H04N5/21—Circuitry for suppressing or minimising disturbance, e.g. moiré or halo
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Multimedia (AREA)
- Signal Processing (AREA)
- Image Processing (AREA)
- Picture Signal Circuits (AREA)
- Controls And Circuits For Display Device (AREA)
- Control Of Indicators Other Than Cathode Ray Tubes (AREA)
Description
Inrichting en werkwijze voor het afvlakken van een videosignaal met gebruikmaking van patroonaanpassend filteren
Achtergrond van de uitvinding
Gebied van de uitvinding
Het onderhavige algemene inventieve concept heeft in het algemeen betrekking op een inrichting en een werkwijze 5 voor het afvlakken van een videosignaal. Meer in het bijzonder heeft het onderhavige algemene inventieve concept betrekking op een inrichting en een werkwijze voor het afvlakken van een videosignaal met gebruikmaking van een patroonaanpassend filteren, waarin ruis van videosignalen kan worden ver-10 wijderd en resolutie kan worden verbeterd door het uitvoeren van een niet-lineair filteren afhankelijk van patronen van de ingaande videosignalen.
Beschrijving van de verwante techniek 15 In het algemeen is ruis in een videosignaal een pri maire factor bij de verslechtering van een videosignaal en een vermindering in de prestaties van videocoderen en decoderen. Als gevolg daarvan zijn er verschillende technologieën voor het opheffen van ruis ontwikkelt in een poging om een 20' beeldkwaliteit en de prestaties van videocoderen en decoderen te verbeteren.
Beeldfiltering is een soort beeldverwerking, zoals een randverbetering en een ruisopheffing, die wordt bereikt door het uitvoeren van een locale bewerking op alle pixels in 25 een beeld. De locale bewerking bepaalt een uitgangsgrijstint-waarde van een willekeurig pixel in het beeld uit ingangs-grijstintwaarde van naburige pixels van het willekeurige pixel. De locale bewerking wordt onafhankelijk op elk pixel in het beeld uitgevoerd en een omgeving van elk pixel is vol-30 doende klein in vergelijking met de afmeting van het totale beeld. Een aantal van niet-lineaire filtertechnologieën zijn ontwikkeld, zelfs hoewel analyse en uitvoering van het niet- L 1 0 2 8 8 8 7_ _ _ L · .
- 2 - lineaire filter moeilijk is ten gevolge van een vervagen in de scherpte van een randdeel van een beeld.
In conventionele filtertechnolögieën wordt een ruimtelijke ruisonderdrukker en een ruisonderdrukker in de tijd 5 gebruikt voor ruisonderdrukking.„De ruimtelijke ruisonderdrukker voert een laag doorgangsfilteren uit in een ruimtelijk gebied van een videosignaal en de ruisonderdrukking in de tijd voert een laag doorgangsfilteren uit in een tijdrich-ting van de uitgang van het videosignaal van de ruimtelijke 10 ruisonderdrukker.
Echter, omdat de ruimtelijke ruisonderdrukker niet alleen de ruis van het videosignaal onderdrukt maar ook een hoogfrequente component van het videosignaal, kan een beeld van het videosignaal worden beschadigd. De ruisonderdrukking 15 in de tijd heeft ook het probleem dat het effect van de ruisonderdrukking afneemt bij toename van een mate van beweging van een beeld. Bovendien kan een meetwaarde van ruis variëren afhankelijk van een verdeling van een som van absolute verschillen (SAD) van het videosignaal. Dus kan het videosignaal 20 beschadigd worden door de ruisonderdrukkers.
Samenvatting van de uitvinding
Aspecten en voordelen van het onderhavige algemene inventieve concept zullen uiteen worden gezet, ten dele in de 25 beschrijving die volgt en zullen ten dele duidelijk worden uit de beschrijving, of kunnnen worden geleerd door het uitvoeren van het algemene inventieve concept.
De voorgaande en/of andere aspecten en voordelen van het onderhavige algemene inventieve concept kunnen worden be-30 reikt door het verschaffen van een werkwijze voor het afvlakken van een videosignaal met gebruikmaking van een patroon-aanpassend filteren, dat omvat het ontvangen van een ingangs-beeld en het bepalen van een bijbehorende ingangsbeeldmatrix, het berekenen van één of meer correlatie coëfficiënten door 35 één of meer maskers met vooraf bepaalde patronen te relateren aan de ingangsbeeldmatrix, zodat een midden van één of meerdere maskers overeenkomt met een doelpixel van de ingangs- 1028887 1 · - 3 - beeldmatrix met gebruikmaking van ten minste een vooraf bepaalde venstermatrix van de ingangsbeeldmatrix, het bepalen van een filtermasker om te gebruiken om het voorwerppixel van het ingangsbeeld te filteren door het selecteren van één van 5 de één of meer maskers met een maximum correlatie coëfficiënt met de ten minste één vooraf bepaalde venstermatrix met het voorwerppixel, en het uitvoeren van een niet-lineaire filtering om een uitgangsvoorwerp pixelwaarde te bepalen van het ingangsbeeld met gebruikmaking van het vastgestelde filter-10 masker. Het niet-lineaire filteren kan een willekeurige waarde kiezen uit pixelwaarden van de ten minste ene vooraf bepaalde venstermatrix van het ingangsbeeld dat overeenkomt met het vooraf bepaalde patroon van het vastgestelde filtermasker.
15 Elk van de één of meer maskers kan een vierkante ma trix zijn met een veelvoud van velden inclusief een veelvoud van patroonvelden gevuld met dezelfde waarde, zodat het geselecteerde veelvoud van patroonvelden één definieert van een unidirectioneel patroon, een bidirectioneel patroon en een 20 omnidirectioneel patroon.
Elk van de één of meer maskers kan een vierkante matrix zijn met een veelvoud van velden inclusief een veelvoud van patroonvelden gevuld met verschillende gewichtswaarden, _ zodat de gewichtswaarden worden gekozen om één te definiëren 25 van een unidirectioneel patroon, een bidirectioneel patroon en een omnidirectioneel patroon.
Elk van de één of meer maskers, kan een vierkante matrix zijn met een veelvoud van velden inclusief een veelvoud van patroonvelden om een overeenkomstig patroon te defi-30 niëren van het respectievelijke masker. Het veelvoud van pa- . troonvelden kan zo zijn geconfigureerd dat een som van waarden in het veelvoud van patroonvelden gelijk is aan 1 en een rest van het veelvoud van velden (dat wil zeggen, een veelvoud van niet-patroonvelden) kan zijn gevuld met nul, zodat 35 de respectievelijk berekende correlatie coëfficiënt is genormaliseerd.
^ 1 0 2 8 8 8 7___ __ - 4 -
Het uitvoeren van een niet-lineair filter kan omvatten het uitvoeren van een mediaan filteren om de uitgangs-voorwerppixelwaarde te kiezen uit waarden van de ten minste één vooraf bepaalde venstermatrix van de ingangsbeeldmatrix 5 die overeenkomt met het veelvoud van patroonvelden van het vastgestelde filtermasker.
De voorgaande en/of andere aspecten en voordelen van het onderhavige algemene inventieve concept kunnen worden bereikt door het verschaffen van een inrichting om een video-10 signaal af te vlakken met gebruikmaking van een patroonaan-passend filter, die omvat een correlatiemeetblok om één of meer correlatie coëfficiënten te berekenen door één of meer maskers te relateren aan een ingangsbeeldmatrix zodat een midden van de één of meer maskers overeenkomt met een voor-15 werppixel van de ingangsbeeldmatrix met gebruikmaking van ten minste één vooraf bepaalde venstermatrix van de ingangsbeeldmatrix, een patroon bepalend blok om een filtermasker vast te stellen om te gebruiken om het voorwerp pixel van het in-gangsbeeld te filteren door het kiezen van één van de één of 20 meer maskers met een maximum correlatiecoëfficiënt met de ten minste één vooraf bepaalde venstermatrix volgens de berekende één of meer correlatiecoëfficiënten en een patroon aanpassend niet-lineair filterblok om een niet-lineair filteren uit te voeren om een uitgangsvoorwerppixel te bepalen met gebruikma-25 king van het vastgestelde filtermasker. Het patroon aanpassende niet-lineaire filterblok kan een waarde selecteren van de uitgangsvoorwerppixel uit pixelwaarde van de ten minste één vooraf bepaalde venstermatrix van de ingangsbeeldmatrix die overeenkomt met het vooraf bepaalde patroon van het vast-30 gestelde filtermasker.
Elk van de één of meer maskers kan een vierkante matrix zijn met een veelvoud van velden inclusief een veelvoud van patroonvelden gevuld met dezelfde waarde, en het veelvoud van patroonvelden kan één bepalen van een unidirectioneel pa-35 troon, een bidirectioneel patroon, en een omnidirectioneel patroon.
L 1 0 2 8 8 8 7 I, 1 - 5 -
Elk van de één of meer maskers kan een vierkante matrix zijn met een veelvoud van velden inclusief een veelvoud van patroonvelden gevuld met verschillende gewichtswaarden en de gewichtswaarden kunnen één bepalen van een unidirectioneel 5 patroon, een bidirectioneel patroon, en een omnidirectioneel patroon.
Elk van de één of meer maskers kan een vierkante matrix zijn met een veelvoud van velden inclusief een veelvoud van patroonvelden om een overeenkomstig patroon te bepalen 10 van het respectievelijke masker en kan zo zijn geconfigureerd dat een som van waarden in het veelvoud van patroonvelden gelijk is aan 1, en de rest van het veelvoud van velden (dat wil zeggen een veelvoud van niet-patroonvelden) zijn gevuld met nul.
15 Het patroon aanpassend niet-lineaire filterblok kan een niet-lineair filteren uitvoeren om de uitgangsvoorwerp pixelwaarde te kiezen uit een tussenliggende waarde, een maximumwaarde en een minimumwaarde van pixelwaarden van de ten minste één vooraf bepaalde venstermatrix die overeenkomt 20 met het veelvoud van patroonvelden van het vastgestelde fil-termasker.
Korte beschrijving van de tekeningen
Deze en andere aspecten en voordelen 'van het onder-25 havige algemene inventieve concept zullen duidelijk worden en sneller worden begrepen uit de volgende beschrijving van de uitvoeringsvormen, genomen in samenhang met de bijgevoegde tekeningen, waarvan:
Figuur 1 is een blokdiagram dat een niet-lineaire 30 filter inrichting illustreert die ingangsvideosignalen filtert afhankelijk van patronen van de ingangsvideosignalen volgens een uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve concept;
Figuur 2 is een aanzicht dat filtermaskers illu-35 streert die worden gebruikt om een patroon vast te stellen van een ingangsbeeld volgens een uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve concept; MO 288 8 7 V 1 - 6 -
Figuur 3A en 3B zijn aanzichten die een handeling illustreren van een correlatie meetblok van de niet-lineaire filterinrichting van figuur 1;
Figuur 4 is een aanzicht die een handeling illu-5 streert van een correlatie meetblok en een patroon aanpassend filterblok van de niet-lineaire filterinrichting van figuur 1; en
Figuur 5 is een stroomdiagram die een werkwijze illustreert van het afvlakken van een videosignaal met gebruik-10 making van een patroonaanpassend filteren volgens een uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve concept.
Gedetailleerde beschrijving van de voorkeursuitvoe-rinqsvormen 15 Er zal nu in detail worden verwezen naar de uitvoe ringsvormen van het onderhavige algemene inventieve concept, waarvan voorbeelden worden geïllustreerd in de bijgevoegde tekeningen, waarin dezelfde verwijzingscijfers overal naar dezelfde onderdelen verwijzen. De uitvoeringsvormen worden 20 hieronder beschreven om het onderhavige algemene inventieve concept toe te lichten met verwijzing naar de figuren.
Figuur 1 is een blokdiagram die een inrichting illustreert om een videosignaal af te vlakken met gebruikmaking van een patroon aanpassend filteren volgens een uitvoerings-25 vorm van het onderhavige algemene inventieve concept. Met verwijzing naar figuur 1 omvat een afvlakinrichting een cor-relatiemeetblok 101, een patroonbepalingsblok 103, en een patroonaanpassend niet-lineair filterblok 105.
Het correlatie meetblok 101 en het patroon bepa-30 lingsblok 103 bepalen een filterkernmasker (aangeduid als 'masker') dat volgens de patrooninformatie is gedetecteerd uit een ingangsbeeld. Het patroon aanpassend niet-lineaire filterblok 105 past een niet-lineair filteren toe op het ingangsbeeld volgens de patrooninformatie gedetecteerd door het 35 correlatiemeetblok 101 en het patroon bepalingsblok 103. Meer specifiek stelt het correlatie meetblok 101 één of meer vooraf bepaalde maskers in zodat zij overeenkomen met één of meer ' 1028887 1, · - 7 - patronen die vooraf zijn bepaald en meet overeenkomsten tussen het ingangsbeeld en de één of meer vooraf bepaalde maskers om de patrooninformatie van het ingangsbeeld te detecteren. Het patroon bepalingsblok 103 selecteert een filterkern-5 masker uit de één of meer vooraf bepaalde maskers die het meest passend is om het ingangsbeeldpatroon te filteren volgens de gemeten overeenkomsten.
Het correlatie meetblok 101 kan een veelvoud van vooraf bepaalde maskers hebben (dat wil zeggen de maskers 10 vooraf ingesteld) en verkrijgt een correlatiecoëfficiënt tussen elk vooraf bepaald masker en het ingangsbeeld. Om elke correlatiecoëfficiënt te verkrijgen, opent het correlatie-meetblok 101 een venster dat overeenkomt met een specifiek vooraf bepaald masker, waar een te filteren pixel (aangeduid 15 als een "voorwerppixel") in het ingangsbeeld is gecentreerd, en verkrijgt de bijbehorende correlatiecoëfficiënt. Met andere woorden elk van het veelvoud van vooraf bepaalde maskers wordt vergeleken met het venster ten opzichte van het voorwerppixel .
20 Het ingangsbeeld kan een gedigitaliseerd videosig naal zijn en omvat een intensiteitswaarde van elk pixel dat door een kwantificatieproces is gegaan. Volgens een uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve concept, kan het ingangsbeeld van één frame worden uitgedrukt in een 25 matrixvorm inclusief een intensiteitswaarde van elk pixel.
Als het ingangsbeeld is gekwantificeerd volgens 8 bits, kan de intensiteitswaarde van elk pixel in de ingangsbeeldmatrix een waarde zijn, die ligt tussen 0 en 255. Een ruis kan zijn ingebracht in een ingangsbeeld. Typisch kan een witte Gausse 30 ruis zijn ingebracht. Het onderhavige algemene inventieve concept herstelt een oorspronkelijk ingangsbeeld door de witte Gausse ruis uit te filteren. Het filteren wordt onafhankelijk uitgevoerd voor elk pixel en een uitgangsbeeld wordt gegenereerd inclusief gefilterde (dat wil zeggen opnieuw geko-35 zen) intensiteitswaarden (aangeduid als een 'grijstint-waarde') van elk van de pixels.
1028887 u » - 8 -
Het correlatiemeetblok 101 omvat ten minste één masker. Volgens een uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve concept, kan het correlatiemeetblok 101 tot tien maskers omvatten. Andere aantallen maskers kunnen ook worden 5 gebruikt door het correlatiemeetblok 101. Tien maskers die in het correlatiemeetblok 101 kunnen worden omvat zijn geïllustreerd in figuur 2.
Figuur 2 is een aanzicht dat een filtermasker illustreert dat wordt gebruikt om een patroon van een ingangs-10 beeld te bepalen volgens een uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve concept. Hoewel figuur 2 tien maskers illustreert met bijbehorende maskerpatronen, dient te worden begrepen dat andere maskerpatronen gebruikt kunnen worden met het onderhavige algemene inventieve concept. In 15 een uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve concept, kan elk masker worden uitgevoerd door 5x5 vierkante matrix. Andere matrixafmetingen kunnen ook worden gebruikt. Verder kan een matrix met een oneven aantal kolommen en rijen worden gebruikt.
20 Met verwijzing naar figuur 2 omvatten de maskers een unidirectioneel masker, een bidirectioneel masker en een om-nidirectioneel masker. Een masker 0, een masker 1, een masker 2, een masker 3 vertegenwoordigen unidirectionele maskers.
Een masker 4 en een masker 5 vertegenwoordigen bidirectionele 25 maskers, en een masker 6, een masker 7, een masker 8, en een masker 9 zijn omnidirectionele maskers. Velden vertegenwoordigd door een zwarte punt in het masker (dat wil zeggen pa-troonvelden) komen overeen met waarden ongelijk aan nul. Dezelfde waarde kan binnen één masker worden gebruikt of ver-30 schillende gewichtswaarden kunnen worden gebruikt als de waarden verschillend van nul.
De maskers kunnen zo zijn genormaliseerd dat de som van velden die overeenkomen met de zwarte punten binnen een individueel masker gelijk is aan 1. Deze normalisatie voor-35 komt dat resultaten worden beïnvloed wanneer het aantal zwarte punten voor elk masker varieert. Bijvoorbeeld, met verwijzing naar het masker 0, omdat het masker 0 vijf zwarte punten '1028887 - 9 - omvat, kunnen de velden dezelfde waarde hebben van respectievelijk 1/5, 1/5, 1/5, 1/5 en 1/5. Met verwijzing naar het masker 6, omdat het masker 6 negen zwarte punten omvat, kunnen de waarden van de velden die behoren bij de negen zwarte 5 punten alle 1/9 zijn. Als voorbeeld waar een waarde een ge-wichtswaarde heeft, verwijzend naar het masker 0, kunnen gewogen waarden van 1/8, 1/8, *2, 1/8 en 1/8 overeenkomen met de betreffende velden en een som van de waarde van de betreffende velden is gelijk aan 1. De rest van de velden van de ma-10 trix anders dan de zwarte punten (dat wil zeggen de resterende niet-patroonvelden) zijn gevuld met dezelfde waarde, zodat een patroon wordt gevormd. De rest van de velden van de matrix (buiten de patroonvelden) kan overeenkomen met een waarde van 0.
15 Figuren 3A en 3B zijn aanzichten die een handeling van het correlatiemeetblok 101 van figuur 1 illustreren. Figuren 3A en 3B illustreren een aparte vensterverzameling om een ingangsbeeld te relateren aan een masker. Met verwijzing naar figuren 3A en 3B wordt een venster 305 van een 5x5 ma-20 trix met een voorwerppixel 303 van een ingangsbeeldmatrix 301 in het midden daarvan, dat overeenkomt met een masker van figuur 2, geopend. Het venster 305 wordt geacht overeen te komen met een deel van de ingangsbeeldmatrix 301 met het voorwerppixel 303 in het midden daarvan, wat moet worden vergele-25 ken met de vooraf bepaalde maskers om de correlatiecoëffici-enten te bepalen. Daarom is venster 305 typisch van dezelfde matrixafmeting als de vooraf bepaalde maskers.
Figuur 3B illustreert een werkwijze van het openen van een venster 305 met een pixelwaarde Pl van de ingangs-30 beeldmatrix 301 (dat wil zeggen het voorwerp pixel 303) overeenkomend met een midden van het venster 305. Met verwijzing naar de pixelwaarde Pl van de ingangsbeeldmatrix 301 (dat wil zeggen een eerste pixel), wordt een starteffect 'gegenereerd' ten gevolge van een afwezigheid van een ingangsbeeldwaarde in 35 de ingangsbeeldmatrix 301 die overeenkomt met de bovenste en meest linkse delen (weergegeven door schuine pijlen in figuren 3A en 3B) van het venster 305. Het starteffect treedt op 1028887 «. · - 10 - bij P2, P3, P4, P6, Pil, P21 en P31 van de ingangsmatrix 301. Een soortgelijk "eindeffect" treedt op bij P10, P20, P30 en P40 die zich bevinden op de tegenoverliggende zijde van de ingangsbeeldmatrix 301. De start- en eindeffecten treden op 5 wanneer het masker wordt vergeleken met een pixel dat dicht liggen bij de randen van de ingangsbeeldmatrix 301. Om te voorkomen dat niet-passende waarden worden berekend, om de waarden te vullen die niet zijn gevuld in het open venster 305, vult het onderhavige algemene inventieve concept een na-10 burige waarde in delen waar een ingangsbeeldwaarde niet is gevuld in het open venster 305. Zoals geïllustreerd in figuren 3A en 3B, worden de pixelwaarden van PI, P2, P3, Pil en P21 gebruikt om waarden te vullen in het open venster 305. Derhalve kan een correlatiecoëfficiënt nauwkeurig worden ver-15 kregen door het correlatiemeetblok 101 (zie figuur 1).
Figuur 3B illustreert een werkwijze die wordt gebruikt om waarden te vullen van een open venster 305. Dat wil zeggen lege delen in het open venster 305 worden gevuld met een naburige waarde van de ingangsbeeldmatrix 301 (zie figuur 20 3A) .
Als filteren wordt uitgevoerd en een grijstintwaarde wordt verkregen voor een voorwerppixel, kan een vooraf verkregen grijstintwaarde worden omvat in een open venster om een filteren uit te voeren om een grijstintwaarde te krijgen 25 van het volgende voorwerppixel dat gefilterd moet worden.
Het correlatiemeetblok 101 (zie figuur 1) kan het open venster 305 betrekken op de tien vooraf bepaalde maskers van figuur 1 om een correlatiecoëfficiënt voor elk van de vooraf bepaalde maskers te verkrijgen. Het berekenen van een 30 correlatiecoëfficiënt kan door een conventionele werkwijze worden uitgevoerd.
Figuur 4 is een aanzicht die een handeling illustreert van het correlatiemeetblok 101 en het patroonaanpas-sende niet-lineaire filterblok 105 van figuur 1. Figuur 4 il-35 lustreert een open venster 401 (soortgelijk aan 305 in figuren 3A en 3B) met een voorwerppixel 403 in het midden en een masker 407 dat overeenkomt met het masker 0 van figuur 2. Het 1 0 2 8 8-8 7 - 11 - correlatie meetblok 101 (zie figuur 1) matcht het voorwerp-pixel 403 met een midden van het masker 407 (dat wil zeggen het masker 0 van figuur 2) en berekent de correlatiecoëffici-ent.
5 Tien correlatiecoëfficiënten voor de tien maskers geïllustreerd in figuur 2 worden respectievelijk verkregen voor een enkelvoudig voorwerppixel (dat wil zeggen 403) en een berekening van correlatiecoëfficiënten voor alle pixels in een ingangsbeeld wordt achtereenvolgens uitgevoerd, te be-10 ginnen met een eerste pixel van het ingangsbeeld van een frame zodat de correlatiecoëfficiënten verkregen kunnen worden voor al de pixels in het ingangsbeeld. Verder wordt een masker met een maximum correlatiecoëfficiënt bepaald voor elk van de pixels in het ingangsbeeld, zodat elk van de pixels in 15 het ingangsbeeld daarmee overeenkomstig kan worden gefilterd.
Het patroonbepalingsblok 103 bepaalt een masker met de maximum correlatiecoëfficiënt berekend door het correla-tiemeetblok 101 uit de vooraf bepaalde maskers 202 tot 220 van figuur 2. Het vooraf bepaalde masker dat het meest over-20 eenkomt met een voorwerppixel wordt vastgesteld als zijnde een filterkernmasker voor het voorwerppixel. Het patroonbepalingsblok 103 stelt een filterkernmasker vast voor elk pixel in het ingangsbeeld door te bepalen welk van de vooraf bepaalde maskers een maximum correlatiecoëfficiënt heeft voor 25 elk pixel in het ingangsbeeld.
Het patroon aanpassend niet-lineaire filterblok 105 voert een filteren uit van het ingangsbeeld met gebruikmaking van het filterkernmasker vastgesteld door het patroonbepalingsblok 103 en genereert een uitgangsbeeld daarmee in over-30 eenstemming. Het filteren wordt uitgevoerd met gebruikmaking van een statisch rangordefilter. Een mediaan filter kan worden gebruikt. Het mediaanfilter kan worden uitgevoerd door de volgende vergelijking.
35 [Vergelijking 1] Y (N) = med[X(n-K), . .., X(n), ..., X(n+K)], 1028887__ I » - 12 -
In vergelijking 1, is Y(N) een gefilterde waarde en med [] is een functie om een mediaanwaarde te bepalen. X(n) is een pixelwaarde van het ingangsbeeld die overeenkomt met de positie van een zwarte punt van het filterkernmasker. X(n) 5 wordt bepaald door (2 x K)+l. Dat wil zeggen als een masker 9 van figuur 2 is vastgesteld als het filterkernmasker, is het totaal aantal blokpunten 13 en K is gelijk aan 6. Derhalve varieert K tussen de waarden -6, -5, -4, -3, -2, -1, 0, 1, 2, 3, 4, 5 en 6.
10 Zoals geïllustreerd in figuur 4, is een ingangswaar- de van het voorwerppixel 3 in het open venster 401, 210. Als het masker 407 (dat wil zeggen het masker 0 van figuur 2) is vastgesteld het filterkernmasker te zijn voor het voorwerppixel 403, wordt de mediaanfiltering uitgevoerd met gebruik-15 making van waarden van een rij 405 van het open venster 401, die ingangsbeeldwaarden die overeenkomen met de zwarte punten van het masker 407 (het masker 0 van figuur 2). Aldus wordt de med[] functie toegepast op de ingangsbeeldwaarde van de rij 405 die omvat 206, 207, 210, 202 en 202. Derhalve is 206 20 de mediaanwaarde en wordt een grijstintwaarde van het uit-gangsbeeld van het voorwerppixel 403.
Een maximumwaarde of een minimumwaarde kunnen ook worden gebruikt als een representatieve waarde in plaats van de mediaanwaarde. Derhalve, kan een niet-lineair filteren om 25 een willekeurige volgorde in te stellen en een waarde aan te nemen met de willekeurige volgorde als de representatieve waarde, worden uitgevoerd.
Het mediaanfilter in vergelijking met een laag door-laatfilter maakt het mogelijk dat beeldinformatie rond een 30 rand in het ingangsbeeld behouden blijft.
Figuur 5 is een stroomdiagram die een werkwijze illustreert van het afvlakken van een videosignaal met gebruikmaking van een patroon aanpassend filteren volgens een uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve concept. 35 Een ingangsbeeldmatrix wordt ontvangen (S502) en een correlatiecoëfficiënt tussen één of meer vooraf bepaalde mas- ' 1028887 - 13 - kers met bijbehorende patronen wordt berekend voor elk pixel van de ingangsbeeldmatrix (S504).
Een vooraf bepaald masker met een maximumwaarde onder één of meer berekende correlatiecoëfficiënten wordt vast-5 gesteld als een kernmasker voor elk respectievelijk pixel in de ingangsbeeldmatrix (S506).
Een niet-lineair filteren wordt uitgevoerd met gebruikmaking van het kernmasker van elk pixel in de ingangsbeeldmatrix (S508) .
10 Zoals hierboven is beschreven, omdat een ruismeting volgens een ingangsmatrix niet vereist is, kan een probleem van een gemeten ruiswaarde die varieert volgens de karakteristieken van een videosignaal worden vermeden. Bovendien, omdat niet-lineair filteren wordt toegepast, is het mogelijk 15 om randinformatie van het ingangsbeeld te behouden. Derhalve blijft een randgebied behouden en het ingangsbeeld kan makkelijk worden verwerkt. In het bijzonder toont het onderhavige algemene inventieve concept een uitstekende prestatie voor een impulsruis.
20 Hoewel enkele uitvoeringsvormen van het onderhavige algemene inventieve concept zijn getoond en beschreven, zal het voor deskundigen duidelijk zijn dat wijzigingen in deze uitvoeringsvormen kunnen worden aangebracht zonder af te wijken van de principes en geest van het algemene inventieve 25 concept, waarvan de reikwijdte wordt bepaald in de bijgevoegde conclusies en hun equivalenten..
. 1028887
Claims (41)
1. Werkwijze voor het afvlakken van een videosignaal met gebruikmaking van patroonaanpassend filteren, waarbij de werkwijze omvat: het ontvangen van een ingangsbeeld en het bepalen 5 van een bijbehorende ingangsbeeldmatrix; het berekenen van één of meer correlatiecoëfficiën-ten door het relateren van één of meer maskers met vooraf bepaalde patronen aan de ingangsbeeldmatrix zodat een midden van de één of meer maskers overeenstemt met een voorwerppixel 10 van de ingangsbeeldmatrix met gebruikmaking van ten minste één vooraf bepaalde venstermatrix van de ingangsbeeldmatrix; het vaststellen van een filtermasker om het voorwerp pixel van het ingangsbeeld te filteren door het kiezen van één van de één of meer maskers met een maximum correlatieco-15 efficiënt met de ten minste één vooraf bepaalde venstermatrix; en het uitvoeren van een niet-lineaire filtering om een uitgangsvoorwerppixelwaarde te bepalen van het ingangsbeeld met gebruikmaking van het vastgestelde filtermasker.
2. Werkwijze van conclusie 1, waarin het uitvoeren van het niet-lineair filteren omvat het selecteren van een willekeurige waarde uit pixelwaarden van de ingangsbeeldmatrix die overeenkomt met het vooraf bepaalde patroon van het vastgestelde filtermasker.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin elk van de één of meer maskers een vierkante matrix omvat met een veelvoud van velden inclusief een veelvoud van patroonvelden gevuld met dezelfde waarde, en het veelvoud van patroonvelden met dezelfde waarden bepaalt één van een unidirectioneel pa-30 troon, een bidirectioneel patroon, en een omnidirectioneel patroon.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin elk van de één of meer maskers een vierkante matrix omvat met een veelvoud van velden die een veelvoud van patroonvelden omvatten L 1028887 - 15 - gevuld met verschillende gewogen waarden en de gewogen waarden bepalen één van een unidirectioneel patroon, een bidirec-tioneel patroon, en een omnidirectioneel patroon.
5. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin elk van de 5 één of meer maskers een vierkante matrix omvat, met een veelvoud van velden die een veelvoud van patroonvelden omvatten om een overeenkomstig patroon van het bijbehorende masker te definiëren en zo wordt geconfigureerd dat een som van waarden die zijn ingevuld in het veelvoud van patroonvelden gelijk is 10 aan 1 en de overblijvende van het veelvoud van velden zijn gevuld met nul.
6. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin het uitvoeren van het niet-lineair filteren omvat het uitvoeren van een mediaanfiltering om de uitgangsvoorwerp pixelwaarde te selec- 15 teren uit waarden van de ten minste één vooraf bepaalde venstermatrix van de ingangsbeeldmatrix die overeenkomt met het vooraf bepaalde patroon van het vastgestelde filtermas-ker.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarin het veel-20 voud van patroonvelden het overeenkomstige patroon definiëert van het vastgestelde filtermasker- en het niet-lineair filteren wordt uitgevoerd volgens: Y (N) = med[X(n-K) , .. ., X(n), X(n+K)], 25 waarin Y(N) de uitgangsvoorwerp pixelwaarde is, X(n) omvat de waarde van de ten minste één vooraf bepaalde venstermatrix die overeenkomt met het veelvoud van patroonvelden van het vastgestelde filtermasker, med[] is een func-30 tie die een mediaan pixelwaarde selecteert uit de X(n) waarden en K is een variabele die loopt van een negatieve naar een positieve waarde van: (een aantal patroonvelden - l)/2.
8. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin de één of meer vooraf bepaalde maskers met vooraf bepaalde patronen een 35 veelvoud van maskers omvatten met vooraf bepaalde patronen, en alle voorwerppixels in de ingangsbeeldmatrix worden gefilterd volgens een filtermasker gekozen uit het veelvoud van '1028887 ( I - 16 - vooraf bepaalde maskers met een maximum correlatie met pixels ! die elk van de voorwerppixels omgeven.
9. Werkwijze voor het filteren van een ingangsbeeld in een videosignaal, waarbij de werkwijze omvat: | 5 het bepalen van een patroon van het ingangsbeeld door het vergelijken van het ingangsbeeld met een veelvoud | van vooraf bepaalde maskers; het selecteren van ten minste één filtermasker die het meest soortgelijk is aan het ingangsbeeld van het veel-10 voud van vooraf bepaalde maskers; en het filteren van het ingangsbeeld volgens het geselecteerde ten minste één filtermasker. j
10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarin: i het bepalen van het patroon van het ingangsbeeld om- i 15 vat het bepalen van ten minste één correlatie tussen tenmin- I ste één vooraf bepaald masker met een overeenkomstig patroon en elk pixel in het ingangsbeeld; het selecteren van het ten minste één filtermasker, dat het meest gelijksoortig is aan het ingangsbeeld uit het 20 veelvoud van vooraf bepaalde maskers, omvat het selecteren j van het ten minste één filtermasker met een maximum correlatie uit het veelvoud van vooraf bepaalde maskers, voor elk pixel in het ingangsbeeld, en het filteren van het ingangsbeeld volgens het gese-25 lecteerde één filtermasker omvat het filteren van elk pixel in het ingangsbeeld volgens respectievelijk het ten minste één filtermasker voor elk pixel in het ingangsbeeld.
11. Werkwijze volgens conclusie 9, waarin het bepalen van het patroon van het ingangsbeeld omvat, voor elk 30 pixel in het ingangsbeeld: het bepalen van een venstermatrix met pixelwaarden van het ingangsbeeld inclusief een voorwerppixel in het midden daarvan; en het vergelijken van elk van het veelvoud van vooraf 35 bepaalde maskers met de venstermatrix om een gelijksoortigheid te meten tussen de venstermatrix en elk van het veelvoud van vooraf bepaalde maskers. '1028887 - 17 -
12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarin elk van het veelvoud van vooraf bepaalde maskers een veelvoud van pa-troonvelden en niet-patroonvelden heeft om een overeenkomstig patroon te definiëren, en de venstermatrix heeft een veelvoud 5 van velden die pixelwaarden van het ingangsbeeld omvatten.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarin wanneer het voorwerppixel dicht ligt bij een rand van het ingangsbeeld, het bepalen van niet-gevulde velden in de vensterma-10 trix die geen overeenkomstige ingangsbeeldpixelwaarde hebben, en het vullen van de niet-gevulde velden in de venstermatrix met een meest nabije overeenkomstige ingangsbeeldpixelwaarde.
14. Werkwijze van conclusie 9, waarin het selecteren van het ten minste één filtermasker dat het meest gelijksoortig is met het ingangsbeeld omvat, voor elk pixel in het ingangsbeeld: het vergelijken van een matrixvenster met pixelwaar-20 den van het ingangsbeeld dat een voorwerppixel in het midden daarvan omvat, met elk van een veelvoud van vooraf bepaalde maskers; en het selecteren van het filtermajsker dat meest gelijksoortig is aan het matrix venster volgens de pixelwaarden 25 in het matrixvenster en de patronen van elk van het veelvoud van vooraf bepaalde maskers.
15. Werkwijze volgens conclusie 9, wanneer het filteren van het ingangsbeeld volgens het geselecteerde tenminste één filtermasker omvat een niet-lineair filterproces uit- 30 gevoerd voor elk van de pixels in het ingangsbeeld.
16. Werkwijze volgens conclusie 9, waarin elk van het veelvoud van vooraf bepaalde maskers omvat een veelvoud van patroonvelden en niet-patroonvelden om een overeenkomstig patroon te bepalen, en een venstermatrix van het ingangsbeeld 35 met een ingangsvoorwerppixel in het midden daarvan omvat een veelvoud van velden die pixelwaarden van het ingangsbeeld om ' 1028887 - 18 - vatten, en het niet-lineaire filterproces omvat, voor elk pixel in het ingangsbeeld: het vergelijken van het matrixvenster van het in-gangsbeeld met het ingangsvoorwerppixel in het midden daar-5 van, met het geselecteerde filtermasker, om pixelwaarden te bepalen van velden in het matrixvenster, die overeenkomen met de patroonvelden in het geselecteerde filtermasker; en het selecteren van één van de pixelwaarden van de velden in het matrixvenster die overeenkomt met de patroon- 10 velden in het geselecteerde filtermasker als een uitgangs-voorwerp pixelwaarde.
17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarin het selecteren van één van de pixelwaarden van de velden in het matrixvenster, die overeenkomen met de patroonvelden van het 15 geselecteerde filtermasker omvat het selecteren van een medi-ane pixelwaarde, een maximum pixelwaarde, en een minimum-pixelwaarde.
18. Werkwijze volgens conclusie 9, waarin elk van het veelvoud van vooraf bepaalde maskers een vooraf bepaalde 20 maskerafmeting heeft die overeenkomt met een deel van het ingangsbeeld, om een voorwerppixel van het ingangsbeeld te filteren, en het veelvoud van vooraf bepaalde maskers omvat tenminste een van een bidirectioneel patroon, een unidirectio-neel patroon, en een omnidirectioneel patroon.
19. Werkwijze volgens conclusie 9, waarin: het bepalen van het patroon van het ingangsbeeld omvat het bepalen van ten minste één patroon van het ingangsbeeld door het vergelijken van het veelvoud van vooraf bepaalde maskers met bijbehorende patronen, met het ingangs- 30 beeld, het selecteren van het ten minste één filtermasker dat het meest gelijksoortig is aan het ingangsbeeld uit het veelvoud van vooraf bepaalde maskers omvat het selecteren van het ten minste één filtermasker uit het veelvoud van vooraf 35 bepaalde maskers dat een overeenkomstig patroon heeft dat soortgelijk is aan het ten minste één patroon van het ingangsbeeld, en ! 1028887 - 19 - het filteren van het ingangsbeeld volgens het geselecteerde ten minste één filtermasker omvat het omzetten van een ingangsvoorwerppixel naar een uitgangsvoorwerppixel door willekeurig kiezen van een pixelwaarde die het ingangsvoor-5 werppixel omgeeft in het ingangsbeeld als het uitgangsvoorwerppixel volgens het bijbehorende patroon van het ten minste één filtermasker.
20. Werkwijze volgens conclusie 9, waarin: het bepalen van het patroon van het ingangsbeeld om-10 vat het berekenen van een veelvoud van correlatiecoëfficiën-ten door het relateren van het veelvoud van vooraf bepaalde maskers met vooraf bepaalde patronen aan het ingangsbeeld, zodat een midden van het veelvoud van vooraf bepaalde maskers wordt afgestemd met een voorwerp pixel van het ingangsbeeld 15 met gebruikmaking van ten minste één vooraf bepaalde venster-matrix van het ingangsbeeld, het selecteren van het ten minste één filtermasker dat het meest soortgelijk is aan het ingangsbeeld uit het I veelvoud van vooraf bepaalde maskers omvat het bepalen van 20 het ten minste één filter om het voorwerppixel van het ingangsbeeld te filteren, door het selecteren van één van het veelvoud van vooraf bepaalde maskers met een maximum correla-tiecoëfficiënt met de ten minste één vooraf bepaalde venster-matrix, en 25 het filteren van het ingangsbeeld volgens het gese lecteerde ten minste één filtermasker omvat het uitvoeren van een niet-lineair filteren om een uitgangsvoorwerp pixelwaarde van het ingangsbeeld te bepalen met gebruikmaking van het vastgestelde ten minste één filtermasker.
21. Inrichting om een videosignaal af te vlakken met gebruikmaking van een patroon aanpassende filtering, omvattend: een correlatiemeetblok om één of meer correlatieco-efficiënten te meten door één of meer maskers met vooraf be-35 paalde patronen te relateren aan een ingangsbeeldmatrix, zodat een midden van dé één of meer maskers worden gekoppeld '1028887 i « - 20 - met een voorwerppixel van de ingangsbeeldmatrix met gebruikmaking van ten minste één vooraf bepaalde venstermatrix; een patroonbepalingsblok om een filtermasker vast te stellen om het voorwerppixel van het ingangsbeeld te filteren 5 door het selecteren van één van de één of meer maskers met een maximum correlatiecoëfficiënt met de ten minste één vooraf bepaalde venstermatrix volgens de berekende één of méér correlatiecoëfficiënten; en een patroonaanpassend niet-lineair filterblok om een 10 niet-lineair filteren uit te voeren om een uitgangsvoorwerp pixelwaarde te bepalen van de ingangsbeeldmatrix met gebruikmaking van het vastgestelde filtermasker.
22. Inrichting volgens conclusie 21, waarin het patroonaanpassend niet-lineaire filterblok een waarde selec- 15 teert uit pixelwaarden van de ingangsbeeldmatrix die overeenkomt met het vooraf bepaalde patroon van het vastgestelde filtermasker.
23. Inrichting volgens conclusie 21, waarin elk van de één of meer maskers een vierkante matrix is met een veel- 20 voud van velden die een veelvoud van patroonvelden omvat gevuld met dezelfde waarden en het veelvoud van patroonvelden met dezelfde waarde één van een unidirectioneel patroon, een bidirectioneel patroon, en een omnidirectioneel patroon definiëren.
24. Inrichting volgens conclusie 21, waarin elk van de één of meer maskers een vierkante matrix is met een veelvoud van velden inclusief een veelvoud van patroonvelden gevuld met verschillend gewogen waarden, en de gewogen waarden bepalen één van een unidirectioneel patroon, een bidirectio-30 neel patroon, en een omnidirectioneel patroon.
25 X(n) omvat de waarde van de ten minste één vooraf bepaalde venstermatrix die overeenkomt met het veelvoud van patroonvelden van het vastgestelde filtermasker, med[] is een functie die een mediaan pixelwaarde kiest uit de X(n) waarden en K is een variabele die loopt van een negatieve naar een posi-30 tieve waarde van: (een aantal patroonvelden - l)/2.
25. Inrichting volgens conclusie 21, waarin elk van de één of meer maskers een vierkante matrix is met een veelvoud van velden die een veelvoud van patroonvelden omvat om een overeenkomstig patroon van het bijbehorende masker te de-35 'finiëren en zo is geconfigureerd dat een som van waarden gevuld in de geselecteerde velden van het veelvoud van velden ' 1028887 __ _ » » ' - 21 - gelijk is aan 1 en de rest van het veelvoud van velden zijn gevuld met nul.
26. Inrichting volgens conclusie 21, waarin het patroon aanpassend niet-lineaire filterblok een niet-lineair 5 filteren uitvoert om het uitgangsvoorwerp pixelwaarde te selecteren uit pixelwaarden van de ten minste één vooraf bepaalde venstermatrix van de ingangsbeeldmatrix die overeenkomt met het vooraf bepaalde patroon van de vastgestelde fil-termatrix.
27. Inrichting volgens conclusie 26, waarin de gese lecteerde pixelwaarde van de ten minste één vooraf bepaalde venstermatrix één is van een tussenliggende waarde, een maximumwaarde en een minimumwaarde van de pixelwaarden van de tenminste een vooraf bepaalde venstermatrix die overeenkomt 15 met het vooraf bepaalde patroon van het vastgestelde filter-masker.
28. Inrichting volgens conclusie 27, waarin het veelvoud van patroonvelden het overeenkomstige patroon defi-niëert van het vastgestelde filtermasker en het niet-lineair 20 filteren wordt uitgevoerd volgens: Y (N) = med[X(n-K) , . . ., X(n), ..., X(n+K)], Waarbij Y(N) de uitgangsvoorwerp pixelwaarde is,
29. Inrichting volgens conclusie 21, waarin de één of meer vooraf bepaalde maskers met vooraf bepaalde patronen omvat een veelvoud van maskers met vooraf bepaalde patronen en alle voorwerppixels in de ingangsbeeldmatrix worden gefil- 35 terd volgens een filtermasker geselecteerd uit het veelvoud van vooraf bepaalde maskers met een maximum correlatie met pixels die elk van de voorwerppixels omgeven. 1028887 - 22 -
30. Inrichting om een ingangsbeeld in een videosignaal te filteren, omvatten: een correlatie meeteenheid om een patroon te bepalen van het ingangsbeeld door het vergelijken van het ingangs-5 beeld met een veelvoud van vooraf bepaalde maskers; een patroon bepalingseenheid om ten minste één fil-termasker te selecteren dat het meest soortgelijk is aan het ingangsbeeld uit het veelvoud van vooraf bepaalde maskers; en een patroon aanpassende filtereenheid om het in-10 gangsbeeld te filteren volgens het geselecteerde ten minste één filtermasker.
31. Inrichting volgens conclusie 30, waarin: de correlatie meeteenheid het patroon bepaalt van het ingangsbeeld door het bepalen van ten minste één correla-15 tie tussen ten minste één vooraf bepaald masker met een bijbehorende patroon en elk pixel in het ingangsbeeld, de patroonbepalingseenheid selecteert het ten minste ene filtermasker dat het meest soortgelijk is aan het ingangsbeeld uit het veelvoud van vooraf bepaalde maskers door 20 het selecteren van het ten minste één filtermasker met een maximum correlatie uit het veelvoud van vooraf bepaalde maskers, voor elk pixel in het ingangsbeeld, en de patroonaanpassende filtereenheid filtert het ingangsbeeld volgens het geselecteerde ten minste één filter-25 masker door het filteren van elk pixel in het ingangsbeeld in overeenstemming met de bijbehorende van het ten minste één filtermasker, voor elk pixel in het ingangsbeeld.
32. Inrichting volgens conclusie 30, waarin de correlatie meeteenheid het patroon bepaalt van het ingangsbeeld 30 voor elk pixel in het ingangsbeeld door een venstermatrix te definiëren met pixelwaarden van het ingangsbeeld die een voorwerppixel in het midden daarvan omvat, en het vergelijken van elk van het veelvoud van vooraf bepaalde maskers met de venstermatrix om een mate van overeenkomst te meten tussen de 35 venstermatrix en elk van het veelvoud van vooraf bepaalde maskers. 1028887 - 23 -
33. Inrichting volgens conclusie 32, waarin elk van het veelvoud van de vooraf bepaalde maskers een veelvoud van patroonvelden en niet-patroonvelden omvat om een bijbehorend patroon te definiëren, en de venstermatrix heeft een veelvoud 5 van velden die pixelwaarden van het ingangsbeeld omvatten.
34. Inrichting volgens conclusie 33, waarin wanneer het voorwerppixel dicht ligt bij een rand van het ingangsbeeld, de correlatie meeteenheid niet gevulde velden bepaalt in de venstermatrix die geen overeenkomstige ingangsbeeld 10 pixelwaarde hebben, en vult de niet-gevulde velden in de venstermatrix met een meest nabije overeenkomstige ingangsbeeld pixelwaarde.
35. Inrichting volgens conclusie 30, waarin de pa-troonbepalingseenheid het ten minste één filtermasker selec- 15 teert dat het meest soortgelijk is aan het ingangsbeeld, voor elk pixel in het ingangsbeeld, door het vergelijken van een matrixvenster met pixelwaarden van het ingangsbeeld die een voorwerppixel in het midden daarvan bevat, met elk van een veelvoud vooraf bepaalde maskers, en het selecteren van het 20 filtermasker dat het meest soortgelijk is aan het matrixvenster volgens de pixelwaarde in het matrixvenster en patronen van elk van het veelvoud van vooraf bepaalde maskers.
36. Inrichting volgens conclusie 30, waarin de pa-troónaanpassende filtereenheid het ingangsbeeld filtert vol- 25 gens het geselecteerde ten minste één filtermasker door het uitvoeren van een niet-lineair filteringsproces uitgevoerd op elk van de pixels in het ingangsbeeld.
37. Inrichting volgens conclusie 30, waarin elk van het veelvoud van vooraf bepaalde maskers een veelvoud van pa- 30 troonvelden en niet-patroonvelden omvat, om een bijbehorend patroon te definiëren, en een venstermatrix van het ingangsbeeld met een ingangsvoorwerp pixel in het midden daarvan omvat een veelvoud van velden, inclusief pixelwaarden van het ingangsbeeld en de patroon aanpassende filtereenheid voert 35 het niet-lineaire filterproces uit voor elk pixel in het ingangsbeeld, door het vergelijken van het matrixvenster van het ingangsbeeld met het ingangsvoorwerp pixel in het midden • 1 02 8 8 87_ -24- daarvan, met het geselecteerde filtermasker, om pixelwaarden van velden in het matrixvenster te bepalen die overeenkomen met de patroonvelden in het geselecteerde filtermasker en het selecteren van één van de pixelwaarden van de velden in het 5 matrixvenster die overeenkomen met de patroonvelden in het filtermasker als een uitgangsvoorwerp pixelwaarde.
38. Inrichting volgens conclusie 37, waarin de pa-troonaanpassende filtereenheid één van de pixelwaarden selecteert van de velden in het matrixvenster die overeenkomen met 10 de patroonvelden van het geselecteerde filtermasker omvat het selecteren van één van een mediaan pixelwaarde, een maximum pixelwaarde, en een minimum pixelwaarde.
39. Inrichting volgens conclusie 30, waarin elk van het veelvoud van vooraf bepaalde maskers een vooraf bepaalde 15 maskerafmeting heeft die overeenkomt met een deel van het in-gangsbeeld om een voorwerppixel van het ingangsbeeld te filteren en het veelvoud van vooraf bepaalde maskers omvat tenminste één van een bidirectioneel patroon, een unidirectio-neel patroon, een omnidirectioneel patroon.
40. Inrichting volgens conclusie 30, waarin: de correlatie meeteenheid het patroon bepaalt van het ingangsbeeld door het bepalen van ten minste één patroon van het ingangsbeeld volgens een vergelijking van het veelvoud van vooraf bepaalde maskers met bijbehorende patronen, 25 met het ingangsbeeld, de patroonbepalingseenheid selecteert het ten minste één filtermasker dat het meest soortgelijk is aan het ingangsbeeld door het selecteren van het ten minste één filtermasker uit het veelvoud van vooraf bepaalde maskers dat een 30 bijbehorend patroon heeft dat soortgelijk is aan het tenminste één patroon van het ingangsbeeld, en de patroonaanpassende filtereenheid filtert het ingangsbeeld in overeenstemming met het gekozen ten minste één filtermasker door het omzetten van een ingangsvoorwerppixel 35 naar een uitgangsvoorwerppixel door het willekeurig selecteren van een pixelwaarde die het ingangsvoorwerppixel omgeeft \ 1028887 a » - 25 - \ in het ingangsbeeld als het uitgangsvoorwerppixel volgens het overeenkomstig patroon van het ten minste één filtermasker.
41. Inrichting volgens conclusie 30, waarin: de correlatie meeteenheid het patroon bepaalt van 5 het ingangsbeeld door het berekenen van een veelvoud van cor-relatiecoëfficiënten door het veelvoud van vooraf bepaalde maskers met vooraf bepaalde patronen te relateren aan het ingangsbeeld zodat een midden van het veelvoud van vooraf bepaalde maskers worden afgestemd met een voorwerppixel van het 10 ingangsbeeld met gebruikmaking van ten minste één vooraf bepaalde venstermatrix, de patroonbepalingseenheid selecteert het ten minste één filtermasker dat het meest soortgelijk is aan het ingangsbeeld door het vaststellen van het ten minste een fil-15 termasker om het voorwerppixel van het ingangsbeeld te filteren, door het selecteren van één van het veelvoud van vooraf bepaalde maskers met een maximaal correlatiecoëfficiënt met de ten minste één vooraf bepaalde venstermatrix volgens het berekende veelvoud van correlatiecoëfficiënten, en 20 de patroonaanpassende filtereenheid filtert het in gangsbeeld volgens het geselecteerde ten minste één filtermasker door het uitvoeren van een niet-lineair filteren om een uitgangsvoorwerp pixelwaarde van het ingangsbeeld te bepalen met gebruikmaking van het vastgestelde ten minste één 25 filtermasker. _ 1 0 2 8 8 8 7_
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
KR20040041933 | 2004-06-08 | ||
KR20040041933A KR100555866B1 (ko) | 2004-06-08 | 2004-06-08 | 패턴 적응형 필터링에 의한 영상신호의 평활화 장치 및 그평활화 방법 |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1028887A1 NL1028887A1 (nl) | 2005-12-09 |
NL1028887C2 true NL1028887C2 (nl) | 2006-05-18 |
Family
ID=36648462
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1028887A NL1028887C2 (nl) | 2004-06-08 | 2005-04-28 | Inrichting en werkwijze voor het afvlakken van een videosignaal met gebruikmaking van patroonaanpassend filteren. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20050285974A1 (nl) |
JP (1) | JP2005354685A (nl) |
KR (1) | KR100555866B1 (nl) |
CN (1) | CN100379259C (nl) |
BR (1) | BRPI0501827A (nl) |
NL (1) | NL1028887C2 (nl) |
Families Citing this family (13)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JP4857933B2 (ja) * | 2006-06-14 | 2012-01-18 | ソニー株式会社 | ノイズリダクション方法、プログラム、装置及び撮像装置 |
JP5092536B2 (ja) * | 2007-05-18 | 2012-12-05 | カシオ計算機株式会社 | 画像処理装置及びそのプログラム |
GB2464521A (en) * | 2008-10-20 | 2010-04-21 | Sharp Kk | Processing image data for multiple view displays |
KR20100050005A (ko) * | 2008-11-04 | 2010-05-13 | 한국전자통신연구원 | 에지의 방향성에 기반한 이방성 확산 방법 및 장치 |
WO2010056810A1 (en) * | 2008-11-14 | 2010-05-20 | Intellon Corporation | Transmission suppression |
RU2431889C1 (ru) * | 2010-08-06 | 2011-10-20 | Дмитрий Валерьевич Шмунк | Способ суперразрешения изображений и нелинейный цифровой фильтр для его осуществления |
US8417751B1 (en) * | 2011-11-04 | 2013-04-09 | Google Inc. | Signal processing by ordinal convolution |
US10104361B2 (en) | 2014-11-14 | 2018-10-16 | Samsung Electronics Co., Ltd. | Coding of 360 degree videos using region adaptive smoothing |
US10593028B2 (en) | 2015-12-03 | 2020-03-17 | Samsung Electronics Co., Ltd. | Method and apparatus for view-dependent tone mapping of virtual reality images |
US10192297B2 (en) | 2016-02-12 | 2019-01-29 | Samsung Electronics Co., Ltd. | Method and apparatus for creating, streaming, and rendering HDR images |
CN110351482A (zh) * | 2019-06-25 | 2019-10-18 | 杭州汇萃智能科技有限公司 | 图像预处理装置、方法和一种相机 |
KR20220158525A (ko) * | 2021-05-24 | 2022-12-01 | 삼성전자주식회사 | 전자 장치 및 그 영상 처리 방법 |
EP4254316A4 (en) | 2021-05-24 | 2024-07-03 | Samsung Electronics Co Ltd | ELECTRONIC DEVICE AND ITS IMAGE PROCESSING METHOD |
Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5490094A (en) * | 1992-09-14 | 1996-02-06 | Thomson Consumer Electronics, S.A. | Method and apparatus for noise reduction |
US5929918A (en) * | 1996-02-13 | 1999-07-27 | Sgs-Thomson Microelectronics, S.R.L. | Edge-oriented intra-field/inter-field interpolation filter for improved quality video appliances |
EP1146748A2 (en) * | 2000-03-31 | 2001-10-17 | Sharp Kabushiki Kaisha | A method of directional filtering for post-processing compressed video |
US20020047911A1 (en) * | 2000-03-23 | 2002-04-25 | Takashi Tsuchiya | Image processing circuit and method for processing image |
US20020159650A1 (en) * | 2000-07-06 | 2002-10-31 | Seiko Epson Corporation | Image processing apparatus and recording medium, and image processing apparatus |
US20030095206A1 (en) * | 2001-09-10 | 2003-05-22 | Wredenhagen G. Finn | System and method for reducing noise in images |
US20040151397A1 (en) * | 2002-11-26 | 2004-08-05 | Pioneer Corporation | Smoothing processor, smoothing processing method and smoothing processing program of image data |
US20040190787A1 (en) * | 2002-12-27 | 2004-09-30 | Yoshihiro Nakami | Image noise reduction |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4736439A (en) * | 1985-05-24 | 1988-04-05 | The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Navy | Image preprocessing by modified median filter |
JP3332609B2 (ja) * | 1993-10-28 | 2002-10-07 | キヤノン株式会社 | 画像出力方法および装置 |
US5793435A (en) * | 1996-06-25 | 1998-08-11 | Tektronix, Inc. | Deinterlacing of video using a variable coefficient spatio-temporal filter |
US6453074B1 (en) * | 1997-03-31 | 2002-09-17 | Canon Kabushiki Kaisha | System for image decimation including selective filtering |
FR2772956A1 (fr) * | 1997-12-23 | 1999-06-25 | Philips Electronics Nv | Procede de traitement d'image incluant des etapes de filtrage spatiotemporel du bruit et appareil d'imagerie medicale mettant en oeuvre ce procede |
ATE310273T1 (de) * | 1998-09-14 | 2005-12-15 | Igt Reno Nev | Verfahren und vorrichtung zur startwerterzeugung für einen zufallszahlengenerator |
US7181086B2 (en) * | 2002-06-06 | 2007-02-20 | Eastman Kodak Company | Multiresolution method of spatially filtering a digital image |
-
2004
- 2004-06-08 KR KR20040041933A patent/KR100555866B1/ko not_active IP Right Cessation
-
2005
- 2005-03-30 US US11/092,918 patent/US20050285974A1/en not_active Abandoned
- 2005-04-28 NL NL1028887A patent/NL1028887C2/nl not_active IP Right Cessation
- 2005-05-09 CN CNB2005100704392A patent/CN100379259C/zh not_active Expired - Fee Related
- 2005-05-12 BR BRPI0501827 patent/BRPI0501827A/pt not_active IP Right Cessation
- 2005-05-30 JP JP2005157964A patent/JP2005354685A/ja not_active Ceased
Patent Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5490094A (en) * | 1992-09-14 | 1996-02-06 | Thomson Consumer Electronics, S.A. | Method and apparatus for noise reduction |
US5929918A (en) * | 1996-02-13 | 1999-07-27 | Sgs-Thomson Microelectronics, S.R.L. | Edge-oriented intra-field/inter-field interpolation filter for improved quality video appliances |
US20020047911A1 (en) * | 2000-03-23 | 2002-04-25 | Takashi Tsuchiya | Image processing circuit and method for processing image |
EP1146748A2 (en) * | 2000-03-31 | 2001-10-17 | Sharp Kabushiki Kaisha | A method of directional filtering for post-processing compressed video |
US20020159650A1 (en) * | 2000-07-06 | 2002-10-31 | Seiko Epson Corporation | Image processing apparatus and recording medium, and image processing apparatus |
US20030095206A1 (en) * | 2001-09-10 | 2003-05-22 | Wredenhagen G. Finn | System and method for reducing noise in images |
US20040151397A1 (en) * | 2002-11-26 | 2004-08-05 | Pioneer Corporation | Smoothing processor, smoothing processing method and smoothing processing program of image data |
US20040190787A1 (en) * | 2002-12-27 | 2004-09-30 | Yoshihiro Nakami | Image noise reduction |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
KR100555866B1 (ko) | 2006-03-03 |
BRPI0501827A (pt) | 2006-01-24 |
CN1708103A (zh) | 2005-12-14 |
NL1028887A1 (nl) | 2005-12-09 |
US20050285974A1 (en) | 2005-12-29 |
JP2005354685A (ja) | 2005-12-22 |
CN100379259C (zh) | 2008-04-02 |
KR20050116893A (ko) | 2005-12-13 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1028887C2 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het afvlakken van een videosignaal met gebruikmaking van patroonaanpassend filteren. | |
JP6957197B2 (ja) | 画像処理装置および画像処理方法 | |
Yang et al. | Constant time median and bilateral filtering | |
Aslantas et al. | A comparison of criterion functions for fusion of multi-focus noisy images | |
Agrawal et al. | Multifocus image fusion using modified pulse coupled neural network for improved image quality | |
Luo | A new efficient impulse detection algorithm for the removal of impulse noise | |
Ananthi et al. | A new image denoising method using interval-valued intuitionistic fuzzy sets for the removal of impulse noise | |
Xu et al. | A switching weighted vector median filter based on edge detection | |
Gupta et al. | Image denoising with linear and non-linear filters: A review | |
Nevriyanto et al. | Image enhancement using the image sharpening, contrast enhancement, and Standard Median Filter (Noise Removal) with pixel-based and human visual system-based measurements | |
CN103632356B (zh) | 提高图像空间分辨率的方法及装置 | |
Nasonov et al. | Fast super-resolution using weighted median filtering | |
Colom et al. | Analysis and extension of the percentile method, estimating a noise curve from a single image | |
Hernández-Gutiérrez et al. | Improved preclassification non local-means (IPNLM) for filtering of grayscale images degraded with additive white Gaussian noise | |
Al-Sbou | Artificial neural networks evaluation as an image denoising tool | |
US8977049B2 (en) | System and method for estimating signal-dependent noise of an image | |
CN108288267B (zh) | 一种基于暗通道的扫描电镜图像清晰度无参考评价方法 | |
Zhai | Recent advances in image quality assessment | |
JP2020528182A (ja) | 対応形成のための画像部分を評価するための方法および装置 | |
Loquin et al. | Possibilistic signal processing: How to handle noise? | |
Sari et al. | Development of denoising method for digital image in low-light condition | |
Iraei et al. | A new approach to enhance the estimation of blur parameters in blurred images | |
Jung et al. | Robust statistical pixel estimation | |
Thangavel et al. | A sparse representation based learning algorithm for denoising in images | |
Ibrahim et al. | Intelligent Image Enhancement System based on Similarity Pixels |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
AD1A | A request for search or an international type search has been filed | ||
RD2N | Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report) |
Effective date: 20060317 |
|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20091101 |