NL1028683C2 - Bewakingsinrichting. - Google Patents

Bewakingsinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1028683C2
NL1028683C2 NL1028683A NL1028683A NL1028683C2 NL 1028683 C2 NL1028683 C2 NL 1028683C2 NL 1028683 A NL1028683 A NL 1028683A NL 1028683 A NL1028683 A NL 1028683A NL 1028683 C2 NL1028683 C2 NL 1028683C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
monitoring device
alarm
light
signal values
time period
Prior art date
Application number
NL1028683A
Other languages
English (en)
Inventor
Math Pantus
Stephen Mark Gee
Original Assignee
Gen Electric
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gen Electric filed Critical Gen Electric
Priority to NL1028683A priority Critical patent/NL1028683C2/nl
Priority to EP06716703A priority patent/EP1866884B1/en
Priority to AT06716703T priority patent/ATE447221T1/de
Priority to DE602006010043T priority patent/DE602006010043D1/de
Priority to PCT/NL2006/050070 priority patent/WO2006107203A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1028683C2 publication Critical patent/NL1028683C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G08SIGNALLING
    • G08BSIGNALLING OR CALLING SYSTEMS; ORDER TELEGRAPHS; ALARM SYSTEMS
    • G08B29/00Checking or monitoring of signalling or alarm systems; Prevention or correction of operating errors, e.g. preventing unauthorised operation
    • G08B29/16Security signalling or alarm systems, e.g. redundant systems
    • GPHYSICS
    • G08SIGNALLING
    • G08BSIGNALLING OR CALLING SYSTEMS; ORDER TELEGRAPHS; ALARM SYSTEMS
    • G08B29/00Checking or monitoring of signalling or alarm systems; Prevention or correction of operating errors, e.g. preventing unauthorised operation
    • G08B29/02Monitoring continuously signalling or alarm systems
    • G08B29/04Monitoring of the detection circuits
    • G08B29/046Monitoring of the detection circuits prevention of tampering with detection circuits

Description

BEWAKINGSINRICHTING
5 De uitvinding heeft betrekking op een bewakingsinrichting met een passieve sensor voor het detecteren van een in een te bewaken ruimte binnendringend object, waarbij de bewakingsinrichting omvat een behuizing met een venster voor de passieve sensor, een lichtbron voor het uitzenden van 10 elektromagnetische straling op en in de nabijheid van het venster, een lichtdetector voor het genereren van een signaal met een signaalwaarde voor gedetecteerde elektromagnetische straling afkomstig van de lichtbron, en met de lichtdetector gekoppelde alarmmiddelen voor het genereren van een alarm in 15 het geval de door de lichtdetector gedetecteerde en van de lichtbron afkomstige elektromagnetische straling correspondeert met een signaalwaarde die een maximaal niveau overschrijdt of een minimum niveau onderschrijdt.
20 Een dergelijke bewakingsinrichting is bekend uit het Europese octrooischrift no. 0 556 898 van dezelfde Aanvraagster.
Daarin wordt een in een te bewaken ruimte opgestelde passieve infrarood bewakingsinrichting beschreven. Achter het venster van de behuizing van de bekende bewakingsinrichting bevindt 25 zich een passieve infrarood sensor in de vorm van een pyro elektrische sensor welke gevoelig is voor infrarood licht liggend in het ver infrarood golflengte gebied. Wanneer bijvoorbeeld een inbreker in de te bewaken ruimte binnendringt, wordt door de inbreker (ten gevolge van diens 30 lichaamswarmte) uitgestraald infrarood licht (met een golflengte variërend tussen 6 en 50 urn) door de als passieve infrarood sensor fungerende pyro elektrische sensor gedetecteerd en wordt vervolgens een alarmsignaal opgewekt.
De bewakingsinrichting fungeert derhalve met diens pyro 1028683 2 elektrische sensor als bewegingsdetector. Om te voorkomen dat de bewakingsinrichting in rusttoestand, bijvoorbeeld wanneer de pyro elektrische sensor overdag is gedeactiveerd, wordt gesaboteerd door bijvoorbeeld lak of verf op het venster te 5 sproeien of door bijvoorbeeld de bewakingsinrichting in z'n geheel met een hoed, jas of dergelijke te bedekken, is de bekende bewakingsinrichting uitgerust met een zogenaamd "anti-masking" systeem oftewel "anti-sabotage" systeem. Dit systeem dient er derhalve toe om de bewakingsinrichting in 10 het algemeen tegen sabotagepogingen, in het bijzonder tegen | naderen, maskeren of beschadigen te beschermen. Het eerdergenoemde "anti-masking" systeem bevat volgens het eerdergenoemde Europese octrooischrift een lichtbron en een daarmee optisch gekoppelde lichtdetector die zowel de directe 15 omgeving van de behuizing als het venster "bewaken". Een benadering van de behuizing en/of van diens venster door een object zal leiden tot een significante toe- of afname (namelijk verstrooiing/reflectie of absorptie van uitgezonden licht door het object) van het door de lichtdetector 20 gedetecteerde licht en derhalve een alarm genereren.
Een soms in de praktijk gevoeld bezwaar van de bewakingsinrichting bekend uit het eerdergenoemde Europese octrooischrift is het volgende. Pogingen van inbrekers om de 25 bewakingsinrichting te saboteren worden in de loop der tijd steeds geavanceerder, waartegen het louter verhogen van de gevoeligheid van het hierboven beschreven "anti-masking" systeem veelal niet toereikend is. Immers, een verhoging van de gevoeligheid van dat systeem heeft tot gevolg dat ook de 30 kans op een vals alarm toeneemt, hetgeen uiteraard ongewenst is.
1028683 3
Het is het doel van de uitvinding om het genoemde bezwaar van de stand van de techniek te ondervangen, in het bijzonder om een bewakingsinrichting uitgerust met een verbeterd "anti-masking" systeem te verschaffen teneinde ook bescherming te 5 bieden tegen geavanceerde sabotagepogingen, terwijl de kans op een vals alarm is geminimaliseerd.
Hiertoe heeft een bewakingsinrichting van de in de aanhef vermelde soort volgens de uitvinding als bijzonderheid dat de 10 lichtdetector ten minste n signalen genereert, waarbij n een geheel getal is groter dan of gelijk aan 2, en waarbij de alarmmiddelen een alarm genereren in afhankelijk van een tevoren bepaalde correlatie tussen (i) twee signaalwaarden bij n=2, (ii) ten minste n/2 signaalwaarden bij n=4,6,8,...
15 en (iii) ten minste (n+l)/2 signaalwaarden bij n=3,5,7,... De uitvinding gaat uit van het gebruik van verscheidene lichtbronnen en/of verscheidene lichtdetectoren, dat wil zeggen minimaal ofwel twee lichtbronnen en één lichtdetector ofwel één lichtbron en twee lichtdetectoren. Signaalwaarden 20 die corresponderen met door de lichtdetector(s) gegenereerde signalen leiden pas tot een alarm, indien een vooraf in de bewakingsinrichting geprogrammeerd algoritme een correlatie tussen een hierboven aangegeven aantal gedetecteerde signaalwaarden "waarneemt". Aldus is het mogelijk om een hoge 25 gevoeligheid te creëren, zonder de kans te lopen dat gemakkelijk een vals alarm wordt afgegeven.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van een bewakingsinrichting overeenkomstig de uitvinding is de bewakingsinrichting 30 voorzien van r lichtdetectoren, waarbij r een geheel getal is groter dan of gelijk aan 2.
1028683 4
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een bewakingsinrichting volgens de uitvinding is de bewakingsinrichting voorzien van m lichtbronnen, waarbij m een geheel getal is groter dan of gelijk aan 2. In het geval 5 van r lichtdetectoren en m lichtbronnen, is derhalve sprake van r x m = n signaalwaarden die door de detectoren worden gegenereerd. Het gebruik van verscheidene lichtbronnen brengt met zich mede dat de door het onderhavige "anti-masking" systeem te bewaken gebied in de nabijheid van de 10 bewakingsinrichting in de te bewaken ruimte kan worden opgedeeld in deelgebieden die elk door een lichtbron worden bewaakt. Hierdoor is het mogelijk pas een alarm te laten afgaan indien aan een tevoren bepaalde correlatie oftewel samenhang tussen de hierboven aangegeven signaalwaarden in de 15 ruimte en/of in de tijd is voldaan. Met andere woorden, de uitvinding staat toe dat een intelligent algoritme uitgaande van de twee, ten minste n/2, respectievelijk ten minste (n+1)/2 onafhankelijke signaalkanalen wordt toegepast teneinde te beslissen of al dan niet een alarm wordt 20 gegenereerd. Het in deelgebieden opdelen van het door het onderhavige "anti-masking" systeem te bewaken gebied heeft voorts als voordeel dat de behuizing elke gewenste functionele en/of esthetische vorm kan hebben, zoals een gekromde vorm, daar elke lichtbron een deelgebied daarvan kan 25 belichten, zodat geen enkel deelgebied in de nabijheid van de i bewakingsinrichting in de te bewaken ruimte onbewaakt blijft. De reikwijdte van het onderhavige "anti-masking" systeem in de te bewaken ruimte is door het gebruik van de m lichtbronnen in beginsel onbeperkt.
Opgemerkt wordt dat de m lichtbronnen onderling door de lichtdetector(s) kunnen worden onderscheiden bijvoorbeeld door de lichtbronnen elektromagnetische straling uit te laten 30 1028683 5 zenden met onderling verschillende frequenties en/of verschillende intensiteiten. In het laatste geval kan de intensiteit van de elektromagnetische straling worden gemoduleerd met onderling verschillende frequenties. De mate 5 van intensiteit maakt voor de werking van de onderhavige vinding in beginsel niet uit, al wordt bij voorkeur een "aan/uit" modulatie toegepast.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van een bewakingsinrichting 10 overeenkomstig de uitvinding wordt de correlatie tussen de aangegeven signaalwaarden vooraf bepaald aan de hand van een type sabotagepoging. Met andere woorden, het eerdergenoemde intelligente algoritme uitgaande van de twee, ten minste n/2, respectievelijk ten minste (n+l)/2 onafhankelijke 15 signaalkanalen teneinde te beslissen of al dan niet een alarm dient af te gaan, wordt vooraf opgesteld aan de hand van één of meer typen sabotage pogingen. In het bijzonder werkt het onderhavige "anti-masking" systeem op basis van drie algoritmen, uitgaande van een eerste type sabotagepoging 20 waarbij de bewakingsinrichting geheel of gedeeltelijk met bijvoorbeeld een hoed, jas of dergelijke wordt bedekt, van een tweede type sabotagepoging waarbij bijvoorbeeld lak of verf op het venster wordt gesproeid, en van een derde type sabotagepoging waarbij het venster bijvoorbeeld gedeeltelijk 25 wordt bedekt met een stuk plakband.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een bewakingsinrichting volgens de uitvinding genereren de alarmmiddelen een alarm indien de twee, ten minste n/2, 30 respectievelijk ten minste (n+l)/2 signaalwaarden gedurende een tijdsperiode ΔΤ een maximaal niveau althans nagenoeg continu overschrijden of een minimum niveau althans nagenoeg continue onderschrijden. Van een continue overschrijding is 1028683 6 met name sprake indien de bewakingsinrichting geheel of gedeeltelijk wordt afgedekt. In het bijzonder wordt daarbij een alarm gegenereerd indien ten minste (n/2)+l signaalwaarden bij n=4,6,8,... gedurende een tijdsperiode ΔΤ 5 een maximaal niveau althans nagenoeg continu overschrijden of een minimum niveau althans nagenoeg continu onderschrijden.
In het laatste geval gaat derhalve pas een alarm af indien een meerderheid van de signaalwaarden een continue overschrijding/onderschrijding vertonen. Bij n=3,5,7,... is 10 vanzelfsprekend altijd sprake van een "meerderheidsbeslissing" om een alarm af te laten gaan. üitgebreid onderzoek heeft uitgewezen dat een optimale functionele gevoeligheid wordt gerealiseerd indien de tijdsperiode ΔΤ vooraf wordt gekozen tussen 2 en 30 seconden, 15 in het bijzonder tussen 3 en 15 seconden, meer in het bijzonder tussen 6 en 12 seconden.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een bewakingsinrichting overeenkomstig de uitvinding genereren de 20 alarmmiddelen een alarm indien de twee, ten minste n/2, respectievelijk ten minste (n+l)/2 signaalwaarden gedurende een tijdsperiode ΔΤ een maximaal niveau pieksgewijs met een vooraf bepaald aantal pieken overschrijden of een minimum niveau pieksgewijs met een vooraf bepaald aantal pieken 25 onderschrijden. Hiervan is met name sprake indien de bewakingsinrichting met tussenpozen met bijvoorbeeld haarlak wordt bespoten. Bij voorkeur gaat pas een alarm af gegenereerd indien ten minste (n/2)+l signaalwaarden bij n=4,6,8,... gedurende een tijdsperiode ΔΤ een maximaal niveau 30 pieksgewijs met een vooraf bepaald aantal pieken overschrijden of een minimum niveau pieksgewijs met een vooraf bepaald aantal pieken onderschrijden. In dit laatste geval is derhalve wederom sprake van een meerderheid van de 1028683 7 signaalwaarden met een pieksgewijze met een vooraf bepaald aantal pieken overschrijding/onderschrijding om een alarm af te laten gaan. Zoals reeds gezegd, is bij n=3,5,7,... altijd sprake van een "meerderheidsbeslissing". Het vooraf 5 ingestelde aantal pieken bedraagt in het bijzonder k, met k een geheel getal groter dan 2 en kleiner dan 6, in het bijzonder gelijk aan 3. Experimenten hebben aangetoond dat voor het verkrijgen van een ideale gevoeligheid met een minimale kans op een vals alarm het de voorkeur verdient de 10 tijdsperiode ΔΤ vooraf te kiezen tussen 1 en 5 minuten, in het bijzonder tussen 1,5 en 4,5 minuten, meet in het bijzonder tussen 2 en 4 minuten. In het bijzonder genereren in zo'n geval alarmmiddelen pas een alarm indien de twee, ten minste n/2, respectievelijk ten minste (n+l)/2 signaalwaarden 15 elkaar telkens in de tijd opvolgen binnen een tijdsperiode ΔΤ' gekozen tussen 100 en 200 milliseconden, in het bijzonder tussen 125 en 175 milliseconden.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een 20 bewakingsinrichting volgens de uitvinding is de bewakingsinrichting voorzien van drie lichtbronnen voor het uitzenden van elektromagnetische straling met respectieve amplitudemodulatie-frequenties van circa 266 Hz, 320 Hz en 477 Hz. Deze frequenties zijn zodanig gekozen om na filtering 25 en synchrone detectie ("mixing") een maximale scheiding te hebben, zowel onderling als met betrekking tot netfrequenties van 50 Hz of 60 Hz en harmonischen daarvan.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een 30 bewakingsinrichting overeenkomstig de uitvinding is de passieve sensor een passieve infrarood sensor en is de lichtdetector gebaseerd op de detectie van infrarood licht.
De passieve infrarood sensor is in het bijzonder gevoelig Ί028683 8 voor ver infrarood licht met een golflengte tussen 6 en 50 ym, terwijl de lichtdetector in het bijzonder gevoelig is voor nabij infrarood licht met een golflengte tussen 0,4 en 4 yin. Deze gevoeligheid van de passieve sensor correspondeert 5 met het door een inbreker (ten gevolge van diens lichaamswarmte) uitgestraalde infrarode licht met eenzelfde golflengte variërend tussen 6 en 50 ym. De lichtdetector is weliswaar bij voorkeur gevoelig voor nabij infrarood licht, doch kan in beginsel ook gevoelig zijn voor zichtbaar licht 10 met bijvoorbeeld een golflengte tussen 0,35 en 0,8 ym.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een bewakingsinrichting volgens de uitvinding is de bewakingsinrichting voorzien van ten minste twee 15 lichtdetectoren. In het geval sprake is van r lichtdetectoren en m lichtbronnen , waarbij r en m (onafhankelijk van elkaar) in de praktijk veelal een geheel getal zijn groter dan of gelijk aan 2, zijn er r x m = n ontvangen signaalkanalen.
20 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven figuren, waarbij - figuur 1 een perspectivisch en schematisch aanzicht toont van een voorkeursvariant van een bewakingsinrichting 25 overeenkomstig de uitvinding; - figuur 2 een schematisch bovenaanzicht (a) en zijaanzicht (b) weergeeft van de bewakingsinrichting van figuur 1; en 30 - figuur 3 voor diverse gevallen telkens signaalwaarden laat zien, op basis waarvan met behulp van in de bewakingsinrichting van figuur 1 voorgeprogrammeerde algoritmen al dan niet een alarm wordt gegenereerd.
1028683 9
In figuur 1 onderscheidt men een perspectivisch, schematisch aanzicht van een in een te bewaken ruimte opgestelde passieve infrarood bewakingsinrichting volgens de uitvinding voorzien 5 van een kunststof behuizing 1 opgebouwd uit een onderhuis 2 en een daarop gemonteerd bovenhuis 3, van een venster 4, alsmede van een alarmlicht 5. Het alarmlicht 5 licht op in het geval een alarm wordt gegenereerd indien een ongewenst object in de te bewaken ruimte binnendringt. Desgewenst vindt 10 melding plaats naar een alarmcentrale. Achter het venster 4 bevindt zich een passieve infrarood sensor uitgevoerd als een pyro elektrische sensor (niet getekend in figuur 1) welke gevoelig is voor infrarood licht liggend in het ver infrarood golflengte gebied. Wanneer bijvoorbeeld een inbreker in de te 15 bewaken ruimte binnendringt, wordt door de inbreker (ten gevolge van diens lichaamswarmte) uitgestraald infrarood licht door de pyro elektrische sensor gedetecteerd en wordt daarna een alarmsignaal opgewekt. De bewakingsinrichting functioneert derhalve als bewegingsdetector. Om te voorkomen 20 dat de bewakingsinrichting in rusttoestand, bijvoorbeeld wanneer de pyro elektrische sensor overdag is gedeactiveerd, wordt gesaboteerd, is de bewakingsinrichting uitgerust met een eerdergenoemd verbeterd "anti-masking" systeem oftewel "anti-sabotage" systeem. Dit systeem dient, zoals reeds 25 eerder opgemerkt, er toe om de bewakingsinrichting in het algemeen tegen sabotagepogingen, in het bijzonder tegen naderen, maskeren of beschadigen te beschermen. In de voorkeursvariant van figuur 1 omvat het verbeterde "anti-masking" systeem drie infrarood lichtbronnen 6,7,8 die nabij 30 infrarood licht uitzenden met een modulatiefrequentie fl, f2 respectievelijk f3, twee voor nabij infrarood licht gevoelige lichtdetectoren 9,10, alsmede een lichtgeleider 11 met een L-vormige doorsnede en vervaardigd uit één stuk kunststof, in 1028683 10 het bijzonder polycarbonaat, PMMA (polymethylmethacrylaat), PET (polyetheenteraftalaat) of PVC (polyvinylchloride). Beide lichtdetectoren 9,10 zijn uitgevoerd als photodiodes.
5 Zoals in figuur 1 is weergegeven, wordt infrarood licht afkomstig van de lichtbron 6 met name naar het venster 4 gezonden, waarbij door het venster 4 gereflecteerd infrarood licht vervolgens naar buiten en naar de lichtdetector 9 wordt gezonden. In dit verband wordt opgemerkt dat de lichtdetector 10 9 buitenwaarts ten opzichte van het venster 4 is aangebracht.
Ook door de lichtbron 7 uitgezonden infrarood licht bereikt met name het venster 4 om vervolgens eveneens buitenwaarts en naar de lichtdetector 9 te worden gereflecteerd. Echter, het venster 4 is voor infrarood licht gedeeltelijk doorlaatbaar, 15 zodat een deel van het infrarode licht dat op het venster 4 valt en van de lichtbronnen 6,7 afkomstig is, de achter het venster 4 gemonteerde lichtdetector 10 bereikt. Door de lichtbron 8 uitgezonden infrarood licht wordt via een inkoppelvlak 12 in de lichtgeleider 11 gekoppeld, waarna het 20 infrarode licht via de lichtgeleider 11 naar een uitkoppelvlak 13 wordt geleid. Tenslotte wordt het infrarode licht via het uitkoppelvlak 13 uitgekoppeld, waarbij het infrarode licht zowel op het venster 4 als naar buiten wordt gezonden. Een deel van op het venster vallende infrarode 25 licht afkomstig van de lichtbron 8 wordt eveneens op de lichtdetector 9 gereflecteerd, terwijl een ander deel daarvan tevens door het venster 4 wordt doorgelaten in de richting van de lichtdetector 10. Samenvattend, de drie lichtbronnen 6,7,8 en de daarmee optisch gekoppelde lichtdetectoren 9,10 30 zorgen ervoor dat zowel de directe omgeving van de behuizing 1 als het venster 4 wordt bewaakt.
1028683 11
Zoals reeds opgemerkt, geeft figuur 2 onder a een schematisch bovenaanzicht weer van de bewakingsinrichting van figuur 1, terwijl figuur 2 onder b betrekking heeft op een schematisch zijaanzicht daarvan. Delen die met die van figuur 1 5 corresponderen, zijn met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid. Figuur 2a laat zien dat de lichtbronnen 6,7,8 telkens een ander een deelgebied van het venster 4 beschijnen, namelijk deelgebied X, Y respectievelijk Z, waarbij de deelgebieden X, Y en Z elkaar gedeeltelijk 10 overlappen en gezamenlijk het venster 4 bedekken. Figuur 2b geeft de deelgebieden X, Y en Z weer vanuit een zijaanzicht.
De bewakingsinrichting van figuur 1 is voorgeprogrammeerd met een drietal algoritmen teneinde te beslissen of terecht van 15 "anti-masking" sprake is en derhalve een alarm dient te worden gegenereerd. De algoritmen zijn gebaseerd op een drietal typen sabotagepogingen, hetgeen nader aan de hand van figuur 3 zal worden toegelicht. Zoals reeds opgemerkt, is de bewakingsinrichting uitgerust met drie lichtbronnen 6,7,8 en 20 twee lichtdetectoren 9,10, zodat sprake is van zes onderling verschillende signaalwaarden, i.e. zes onderling verschillende signaalkanalen. Deze kanalen oftewel channel 1 tot en met channel 6 (afgekort met Chl tot en met Ch6) zijn in figuur 3 telkens verticaal in de desbetreffende grafieken 25 uitgezet, terwijl de tijd (Eng.: "time") horizontaal daarin is uitgezet. Zoals eerder opgemerkt, wordt de intensiteit van het door de drie lichtbronnen 6, 7, 8 uitgezonden licht gemoduleerd met drie onderling verschillende frequenties, waarbij een "aan/uit” modulatie wordt toegepast.
Figuur 3a heeft betrekking op een situatie, waarin de behuizing 1 van de bewakingsinrichting van figuur 1 al dan niet gedeeltelijk wordt bedekt bijvoorbeeld met een jas of 30 12 hoed. Het eerste algoritme is zo ingesteld dat een alarm afgaat indien in casu in ten minste vier (namelijk (n/2)+l, waarbij n=6) van de signaalkanalen Chl tot en met Ch6 gedurende een tijdsperiode ΔΤ van bijvoorbeeld 12 seconden 5 een maximale signaalwaarde continu wordt overschreden. In figuur 3a is dat het geval in alle signaalkanalen Chl tot en met Ch6. Derhalve wordt terecht een alarm gegenereerd. Om de gevoeligheid te vergroten kan in dit soort gevallen de tijdsperiode ΔΤ vooraf korter worden ingesteld, bijvoorbeeld 10 6 seconden.
Figuur 3b laat een situatie zien, waarin met een spuitbus kleurloze lak verscheidene malen op het venster 4 van de behuizing 1 van figuur 1 wordt gespoten teneinde het venster 15 4 te blinderen. De bewakingsinrichting is alleen in staat deze lak te detecteren indien deze in de vorm van kleine druppels in de richting van het venster 4 wordt gespoten; eenmaal op het venster 4 terechtgekomen, is de lak voor de bewakingsinrichting onzichtbaar. Het tweede algoritme is zo 20 ingesteld dat een alarm afgaat indien in casu in ten minste vier (namelijk (n/2)+l, waarbij n=6) van de signaalkanalen Chl tot en met Ch6 gedurende een tijdsperiode ΔΤ van bijvoorbeeld 2 minuten een maximale signaalwaarde telkens met drie maal een piek wordt overschreden, waarbij de pieken in 25 die ten minste vier signaalkanalen elkaar in de tijd opvolgen binnen een tijdsperiode ΔΤ' van 150 milliseconden. In de situatie van figuur 3b is dat het geval in alle signaalkanalen Chl tot en met Ch6, zodat terecht een alarm afgaat. De pieken in de signaalkanalen Chl tot en met Ch6 30 zijn telkens min of meer gelijktijdig, gezien de geringe tijdsperiode ΔΤ' van 150 milliseconden.
1028683 13
Figuur 3c heeft betrekking op het derde algoritme dat zo is ingesteld dat een alarm afgaat indien in casu in ten minste drie (namelijk (n/2), waarbij n=6) van de signaalkanalen Chl tot en met Ch6 gedurende een tijdsperiode ΔΤ van bijvoorbeeld 5 2 minuten een maximale signaalwaarde eerst met een piek en vervolgens continu wordt overschreden, waarbij de (helling oftewel drempelwaarde van de) pieken in die ten minste drie signaalkanalen elkaar in de tijd opvolgen binnen een tijdsperiode ΔΤ' van 150 milliseconden. Daar is sprake van in 10 de signaalkanalen Ch3, Ch5 en Ch6, met als gevolg dat terecht een alarm wordt gegenereerd. Daar de tijdsperiode ΔΤ van 2 minuten veel groter is dan de tijdsperiode ΔΤ inzake figuur 3a (namelijk enkele seconden) kan het continue signaalwaarde niveau in de kanalen Ch3, Ch5 en Ch6 lager zijn dan die in 15 figuur 3a.
Figuren 3d en 3e zien toe op situaties anders dan die van figuren 3a tot en met 3c, waarbij bijvoorbeeld een insect korte tijd op willekeurige wijze op of in de nabijheid van 20 het venster 4 van de behuizing 1 van de bewakingsinrichting volgens figuur 1 zich ophoudt. Daar zo'n insect willekeurig in de tijd en in de ruimte beweegt, wordt volgens de eerdergenoemde algoritmen geen alarm opgewekt.
25 Opgemerkt wordt dat de uitvinding zich niet beperkt tot de beschreven uitvoeringsvorm, doch zich eveneens uitstrekt tot andere voorkeursvarianten.
1028683 j

Claims (17)

1. Bewakingsinrichting met een passieve sensor voor het detecteren van een in een te bewaken ruimte 5 binnendringend object, waarbij de bewakingsinrichting omvat een behuizing met een venster voor de passieve sensor, een lichtbron voor het uitzenden van elektromagnetische straling op en in de nabijheid van het venster, een lichtdetector voor het genereren van een 10 signaal met een signaalwaarde voor gedetecteerde elektromagnetische straling afkomstig van de lichtbron, en met de lichtdetector gekoppelde alarmmiddelen voor het genereren van een alarm in het geval de door de lichtdetector gedetecteerde en van de lichtbron 15 afkomstige elektromagnetische straling correspondeert met een signaalwaarde die een maximaal niveau overschrijdt of een minimum niveau onderschrijdt, met het kenmerk dat de lichtdetector ten minste n signalen genereert, waarbij n een geheel getal is groter dan of gelijk aan 2, en 20 waarbij de alarmmiddelen een alarm genereren in afhankelijk van een tevoren bepaalde correlatie tussen (i) twee signaalwaarden bij n=2, (ii) ten minste n/2 signaalwaarden bij n=4,6,8,... en (.iii) ten minste (n+1)/2 signaalwaarden bij n-3,5,7,... 25
2. Bewakingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij de bewakingsinrichting is voorzien van r lichtdetectoren, waarbij r een geheel getal is groter dan of gelijk aan 2.
3. Bewakingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de bewakingsinrichting is voorzien van m lichtbronnen, waarbij m een geheel getal is groter dan of gelijk aan 2. 1028683
4. Bewakingsinrichting volgens conclusie 3, waarbij de m lichtbronnen elektromagnetische straling met onderling verschillende frequenties uitzenden.
5. Bewakingsinrichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij de m lichtbronnen elektromagnetische straling met onderling verschillende intensiteiten uitzenden.
6. Bewakingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies 10. tot en met 5, waarbij de correlatie tussen de signaalwaarden vooraf wordt bepaald aan de hand van een type sabotagepoging.
7. Bewakingsinrichting volgens conclusie 6, waarbij de 15 alarmmiddelen een alarm genereren indien de twee, ten minste n/2, respectievelijk ten minste (n+l)/2 signaalwaarden gedurende een tijdsperiode ΔΤ een maximaal niveau althans nagenoeg continu overschrijden of een minimum niveau althans nagenoeg continu 20 onderschrijden.
8. Bewakingsinrichting volgens conclusie 7, waarbij de alarmmiddelen een alarm genereren indien ten minste (n/2)+l signaalwaarden bij n=4,6,8,... gedurende een 25 tijdsperiode ΔΤ een maximaal niveau althans nagenoeg continu overschrijden of een minimum niveau althans nagenoeg continu onderschrijden.
9. Bewakingsinrichting volgens conclusie 7 of 8, waarbij de 30 tijdsperiode ΔΤ vooraf wordt gekozen tussen 2 en 30 seconden, in het bijzonder tussen 3 en 15 seconden, meer in het bijzonder tussen 6 en 12 seconden. 1028683
10 Bewakingsinrichting volgens conclusie 6, waarbij de alarmmiddelen een alarm genereren indien de twee, ten minste n/2, respectievelijk ten minste (n+1)/2 signaalwaarden gedurende een tijdsperiode ΔΤ een 5 maximaal niveau pieksgewijs met een vooraf ingesteld aantal pieken overschrijden of een minimum niveau pieksgewijs met een vooraf ingesteld aantal pieken onderschrijden. 10
11 Bewakingsinrichting volgens conclusie 10,. waarbij de alarmmiddelen een alarm genereren indien ten minste (n/2)+l signaalwaarden bij n=4,6,8,... gedurende een tijdsperiode ΔΤ een maximaal niveau pieksgewijs met een vooraf ingesteld aantal pieken overschrijden of een 15 minimum niveau pieksgewijs met· een vooraf ingesteld aantal pieken onderschrijden.
12 Bewakingsinrichting volgens conclusie 10 of 11, waarbij de tijdsperiode ΔΤ vooraf wordt gekozen tussen 1 en 5 20 minuten, in het bijzonder tussen 1,5 en 4,5 minuten, meer in het bijzonder tussen 2 en 4 minuten.
13 Bewakingsinrichting volgens conclusie 10, 11 of 12, waarbij alarmmiddelen een alarm genereren indien de twee, 25 ten minste n/2, respectievelijk ten minste (n+l)/2 signaalwaarden elkaar in de tijd opvolgen binnen een tijdsperiode ΔΤ' gekozen tussen 100 en 200 milliseconden, in het bijzonder tussen 125 en 175 milliseconden. 30
14 Bewakingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 13, waarbij de bewakingsinrichting is voorzien van drie lichtbronnen voor het uitzenden van 1028683 elektromagnetische straling met respectieve amplitudemodulatie-frequenties van circa 266 Hz, 320 Hz en 477 Hz. 5
15 Bewakingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 14, waarbij de passieve sensor een passieve infrarood sensor is en de lichtdetector is gebaseerd op de detectie van infrarood licht. 10
16 Bewakingsinrichting volgens conclusie 15, waarbij de passieve infrarood sensor gevoelig is voor infrarood licht met een golflengte tussen 6 en 50 yin en waarbij de lichtdetector gevoelig is voor licht met een golflengte tussen 0,35 en 4 ym. 15
17 Bewakingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 16, waarbij de bewakingsinrichting is voorzien van ten minste twee lichtdetectoren, 20 i j 1028683
NL1028683A 2005-04-04 2005-04-04 Bewakingsinrichting. NL1028683C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1028683A NL1028683C2 (nl) 2005-04-04 2005-04-04 Bewakingsinrichting.
EP06716703A EP1866884B1 (en) 2005-04-04 2006-04-03 Intrusion detector
AT06716703T ATE447221T1 (de) 2005-04-04 2006-04-03 Eindringungsdetektor
DE602006010043T DE602006010043D1 (de) 2005-04-04 2006-04-03 Eindringungsdetektor
PCT/NL2006/050070 WO2006107203A1 (en) 2005-04-04 2006-04-03 Intrusion detector

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1028683A NL1028683C2 (nl) 2005-04-04 2005-04-04 Bewakingsinrichting.
NL1028683 2005-04-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1028683C2 true NL1028683C2 (nl) 2006-10-18

Family

ID=35267006

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1028683A NL1028683C2 (nl) 2005-04-04 2005-04-04 Bewakingsinrichting.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP1866884B1 (nl)
AT (1) ATE447221T1 (nl)
DE (1) DE602006010043D1 (nl)
NL (1) NL1028683C2 (nl)
WO (1) WO2006107203A1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2000616C2 (nl) * 2007-04-26 2008-10-28 Gen Electric Bewakingsinrichting.
US10429177B2 (en) * 2014-12-30 2019-10-01 Google Llc Blocked sensor detection and notification
US10304318B1 (en) * 2018-03-19 2019-05-28 Ademco Inc. Anti-masking assembly for intrusion detector and method of detecting application of a masking substance

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4401976A (en) * 1980-01-16 1983-08-30 Stadelmayr Hans G Multiple sensor interconnected alarm system responsive to different variables
EP0481934A1 (en) * 1990-10-19 1992-04-22 ELKRON S.p.A. An anti-masking device for security systems
EP0556898A1 (en) * 1992-02-17 1993-08-25 Aritech B.V. Intrusion alarm system

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4401976A (en) * 1980-01-16 1983-08-30 Stadelmayr Hans G Multiple sensor interconnected alarm system responsive to different variables
EP0481934A1 (en) * 1990-10-19 1992-04-22 ELKRON S.p.A. An anti-masking device for security systems
EP0556898A1 (en) * 1992-02-17 1993-08-25 Aritech B.V. Intrusion alarm system

Also Published As

Publication number Publication date
EP1866884A1 (en) 2007-12-19
EP1866884B1 (en) 2009-10-28
ATE447221T1 (de) 2009-11-15
DE602006010043D1 (de) 2009-12-10
WO2006107203A1 (en) 2006-10-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7161152B2 (en) Method and apparatus for reducing false alarms due to white light in a motion detection system
US8039799B2 (en) Motion detection system and method
US7852210B2 (en) Motion detector for detecting tampering and method for detecting tampering
US7034675B2 (en) Intrusion detection system including over-under passive infrared optics and a microwave transceiver
US3524180A (en) Passive intrusion detecting system
US5693943A (en) Passive infrared intrusion detector
NL9200283A (nl) Bewakingssysteem.
US8035514B2 (en) Method to improve white light immunity of infrared motion detectors
US20040135688A1 (en) Motion detection apparatus employing millimeter wave detector
KR101730452B1 (ko) 금속 차폐 검출능을 구비한 eas 시스템에서 카트 경보를 줄이고 감도를 향상시키기 위한 시스템 및 방법
NL1028683C2 (nl) Bewakingsinrichting.
EP0499177A1 (en) Anti-intrusion device
US7414236B2 (en) Monitoring devices and intrusion surveillance devices
US8144010B2 (en) Glass-break shock sensor with validation
EP2182495B1 (en) Improvements in or relating to an alarm apparatus and method
KR100950923B1 (ko) 옥외용 외곽 경계 침입 감지장치 및 방법
GB2184277A (en) Intruder alarm system
GB2340647A (en) Duel sensing intruder alarm system suitable for a vehicle
JP3458738B2 (ja) 人体検知装置
KR101703751B1 (ko) 형광물질 분사장치를 이용한 방범시스템
RU2207630C1 (ru) Способ формирования сигналов пожарной тревоги и устройство для его осуществления
RU2292598C2 (ru) Охранный оптико-электронный пассивный инфракрасный извещатель, содержащий устройство для обнаружения маскирования извещателя
JP2802191B2 (ja) 防犯用侵入者検知装置
NL1015590C2 (nl) Waarschuwingsinrichting.
JPH0559591U (ja) 防犯用侵入者検知装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20141101