NL1027921C2 - Inrichting voor het reinigen van de interdentale ruimte bij een tandheelkundige behandeling. - Google Patents

Description

1 t

Inrichting voor het reinigen van de interdentale ruimte bij een tandheelkundige behandeling

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het reinigen van de interdentale ruimte bij een tandheelkundige behandeling, welke inrichting is voorzien van reinigingsmiddelen 3, waarbij aan een zijde bevestigingsmid-5 delen 1 zijn aangebracht.

Dergelijke inrichtingen zijn bekend uit de tandheelkundige praktijk. Dergelijke inrichtingen worden in de praktijk hoofdzakelijk gebruikt voor het reinigen van de interdentale ruimte bij het herstellen van gebitselementen. Hier-10 bij wordt veelal een restauratie buiten de mond gemaakt en afgewerkt en vervolgens op het al dan niet voorbewerkte, te herstellen element geplaatst en bevestigd met een in de tandheelkunde gebruikelijk cement. Voorbeelden van dergelijke restauraties zijn een kroon, inlay en een facing.

15 Tijdens het bevestigen (ook wel: cementeren) is het belangrijk om, teneinde goede hechting te verzekeren, de gehele cementholte te vullen met cement. Dit maakt het noodzakelijk om een zekere overmaat cement aan te brengen, welk cement vervolgens opwelt tussen element en restauratie en uit-20 eindelijk terecht komt in de mondholte en interdentale ruimte. De overmaat cement moet vervolgens goed worden verwijderd.

De thans gangbare composietcementen hechten zeer goed aan restauratie en element. Dit maakt het bijzonder 25 moeilijk om het overtollige cement te verwijderen als het eenmaal is uitgehard. Het verdient derhalve de voorkeur om het cement in een vroeg stadium te verwijderen, d.w.z. als het nog niet is uitgehard.

Een bekende inrichting voor het reinigen van de in-30 terdentale ruimte is bijvoorbeeld een wigje dat vóór het plaatsen van de restauratie in de interdentale ruimte wordt geplaatst met als doel het weghouden van cement. Octrooi-schrift US 2,782,503 beschrijft een dergelijke inrichting. Nadeel van een dergelijke inrichting is dat deze niet in 1 02792 1 1 1 2 staat is de gehele interdentale ruimte op te vullen, waardoor toch een aanzienlijke hoeveelheid cement in de interdentale ruimte vloeit. Daarbij kan, als het wigje wordt verwijderd voor het uitharden, overtollig cement in de interdentale 5 ruimte vloeien en bestaat de kans dat, wanneer het wigje na het uitharden wordt verwijderd, de restauratie niet goed op zijn plaats komt.

Overigens wordt ook de conventionele tandheelkundige sonde veel gebruikt voor het reinigen van de interdentale 10 ruimte bij tandheelkundige behandelingen. Ofschoon de sonde een zeer eenvoudig te hanteren inrichting is, heeft deze als nadeel dat de gingiva gemakkelijk wordt beschadigd waardoor bloeding optreedt met als gevolg een verstoorde uitharding van het cement. Een verder nadeel is dat de sonde erg dun is, 15 waardoor het moeilijk is om het overtollige cement goed weg te halen.

Ook wordt wel flosdraad (tandzijde) gebruikt. Nadeel van een dergelijke inrichting is dat men de flosdraad met twee handen moet vasthouden. Tevens moet de restauratie in 20 dit stadium goed worden gefixeerd tijdens het door het contactpunt doorvoeren van de flosdraad. Vaak is hiervoor onvoldoende ruimte in de mond. Bovendien is de kans erg groot dat de restauratie iets van zijn plaats komt met als gevolg dat er lucht aangezogen wordt tussen het element en de restaura-25 tie, aangezien een deel van het overtollige cement reeds is verwijderd. De kans is erg groot dat er niet meer overal cement aanwezig is in de cementspleet wanneer de restauratie opnieuw op zijn plaats gedrukt wordt. Het gevolg is een inferieure randaansluiting.

30 Een andere bekende inrichting is een matrixbandje (van kunststof of metaal) dat vlak voor plaatsing van de restauratie tussen het te restaureren element en het buurelement wordt geplaatst. Zo wordt voorkomen dat de restauratie hecht aan het naburige element. Nadeel is echter dat over een groot 35 gedeelte van de restauratie een dunne laag cement zit die pas na uitharden kan worden verwijderd. Door de dikte van de matrix bestaat de kans dat de restauratie niet volledig op zijn plaats komt met als gevolg een dikke cement laag en een niet 1 02792 1 3 1 * optimale randaansluiting.

Zelfs wanneer een wigje tezamen met een matrixbandje wordt toegepast vloeit er een aanzienlijke hoeveelheid cement tussen de elementen.

5 US 4,832,063 beschrijft een inrichting voor het rei nigen van de interdentale ruimte bij een tandheelkundige behandeling, welke inrichting is voorzien van reinigingsmiddelen, waarbij aan een zijde bevestigingsmiddelen zijn aangebracht. Nadeel van deze inrichting is, dat zelfs na reiniging 10 van de interdentale ruimte met behulp van de reinigingsmiddelen er cement achterblijft in de interdentale ruimte. Gewoonlijk zou men in dat geval bekende schuur- en slijpinrichtin-gen gebruiken voor het verder reinigen van de interdentale ruimte na een tandheelkundige behandeling. Dergelijke inrich-15 tingen zijn echter veelal niet nauwkeurig genoeg en leiden tot beschadiging van element, restauratie of tandvlees.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om de nadelen van de bekende inrichtingen op te heffen en een doelmatigere inrichting voor het reinigen van de interdentale 20 ruimte bij een tandheelkundige behandeling te verschaffen.

Hiertoe is de inrichting voor het reinigen van de interdentale ruimte bij een tandheelkundige behandeling, welke inrichting is voorzien van reinigingsmiddelen 3, waarbij aan een zijde bevestigingsmiddelen 1 zijn aangebracht, vol-25 gens de uitvinding gekenmerkt doordat de reinigingsmiddelen 3 aan de andere zijde dan waaraan de bevestigingsmiddelen zijn aangebracht, zijn voorzien van schuurmiddelen 5.

Met de inrichting volgens de onderhavige uitvinding kan de interdentale ruimte bij een tandheelkundige behande-30 ling zeer doelmatig worden gereinigd. In het bijzonder kan bij het herstellen van gebitselementen overtollige cement sneller en grondiger uit de interdentale ruimte worden verwijderd dan met conventionele inrichtingen met verminderd risico op beschadiging van element restauratie of tandvlees.

35 Bovendien maken de schuurmiddelen 5 het met voordeel mogelijk dat na de interdentale reiniging met de reinigingsmiddelen 3 het cement, dat is overgebleven en uitgehard, kan worden weggeschuurd (ook wel: gepolijst) om het herstelde element af te 1 02792 1

« I

4 werken.

Bij voorkeur is in de inrichting volgens de onderhavige uitvinding tussen de reinigingsmiddelen 3 en de schuurmiddelen 5 een verbindingsgedeelte 4 aangebracht.

5 Het verbindingsgedeelte 4 heeft als voordeel dat er weinig contact is tussen het cement en de inrichting tijdens de uitharding van het cement. Hierdoor wordt het risico dat de inrichting vast komt te zitten in het eventueel achtergebleven cement verminderd.

10 Bij voorkeur is het verbindingsgedeelte 4 een mono- filament.

Meer bij voorkeur is het verbindingsgedeelte 4 significant dunner dan de reinigingsmiddelen 3.

Dit heeft het voordeel dat er minder contact is tus-15 sen de inrichting en het nog aanwezige cement. Waardoor de inrichting gemakkelijk door de interdentale ruimte kan bewegen. Bovendien zal in deze uitvoeringsvorm het licht van de lamp, die in de tandheelkundige praktijk wel wordt gebuikt voor het uitharden van het cement, beter in de interdentale 20 ruimte kunnen doordringen, hetgeen zorgt voor een betere uitharding van het cement.

De inrichting volgens de uitvinding is in een volgende voorkeursuitvoeringsvorm gekenmerkt doordat de bevestigingsmiddelen 1 wigvormig zijn uitgevoerd.

25 Wigvormige bevestigingsmiddelen 1 hebben het voor deel dat ze ervoor zorgen dat de inrichting goed tussen de elementen kan worden bevestigd. Tevens zorgt de wigvorm ervoor dat een maat wig kan worden toegepast in interdentale ruimten met uiteenlopende afmetingen. Dit is nuttig omdat de 30 afmetingen van de interdentale ruimte aanzienlijk kunnen verschillen onder patiënten.

Bij voorkeur is de inrichting volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de bevestigingsmiddelen 1 gebogen zijn uitgevoerd.

35 Gebogen bevestigingsmiddelen 1 hebben het voordeel dat de minder ruimte in de mond in beslag nemen, waardoor het verrichten van een tandheelkundige behandeling wordt verge-makkelij kt.

1027921

, I

5

Bij voorkeur zijn de bevestigingsmiddelen 1 bovendien voorzien van plakmiddelen.

Hiermee kan de inrichting worden vastgeplakt aan een element of de gingiva. In sommige situaties is het niet moge-5 lijk om de inrichting te bevestiging tussen de elementen door de bevestigingsmiddelen 1 tussen de elementen te klemmen. Om de inrichting toch op zijn plaats te houden kan vastplakken hiervoor een oplossing bieden.

In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm is de in-10 richting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de reinigingsmiddelen 3 buigzamer zijn dan de bevestigingsmiddelen 1.

De minder buigzame bevestigingsmiddelen kunnen zo de inrichting doelmatig op haar plaats te houden, terwijl het buigzamere reinigingsgedeelte gemakkelijk door de interdenta-15 le ruimte kan worden gehaald.

Bovendien zijn in de inrichting volgens de uitvinding de reinigingsmiddelen 3 bij voorkeur dikker uitgevoerd dan de bevestigingsmiddelen 1.

Hierdoor kan de interdentale ruimte grondiger worden 20 gereinigd.

In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de reinigingsmiddelen 3 een oppervlaktestructuur hebben die onregelmatiger is dan die van de bevestigingsmiddelen 1.

25 Zo wordt voorkomen dat bevestigingsmiddelen 1 of een gedeelte daarvan klem komen te zitten tussen de restauratie en het element tijdens het inbrengen van de restauratie en wordt ervoor gezorgd dat het cement goed uit de interdentale ruimte kan worden verwijderd met de reinigingsmiddelen 3.

30 In weer een volgende voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de reinigingsmiddelen 3 elastisch zijn.

Met elastische reinigingsmiddelen 3 wordt bereikt dat de vorm van de reinigingsmiddelen zich aanpast aan de in-35 terdentale ruimte, hetgeen grondige reiniging bevordert.

Bij voorkeur bestaan voorts de reinigingsmiddelen 3 van de inrichting volgens de uitvinding uit meerdere filamenten .

1027921 I » 6

Meerdere filamenten hebben tezamen een groter volume dan een enkel dikker filament omdat er een zekere ruimte zal bestaan tussen de afzonderlijke filamenten. Tevens zullen de reinigingsmiddelen in het algemeen buigzamer zijn. Voordeel 5 van meerdere filamenten (die in de lengte richting zijn georiënteerd) ten opzichte van bijvoorbeeld een rager of borstel is dat cement alleen verwijderd wordt uit de interdentale ruimte, terwijl de haren van een borstel de neiging zullen hebben om het cement uit de cementspleet te verwijderen.

10 Hieruit dient het cement nu juist niet te worden verwijderd.

In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting volgens de uitvinding erdoor gekenmerkt dat tussen de reinigingsmiddelen 3 en de bevestigingsmiddelen 1 een ver-bindingsgedeelte 2 is aangebracht.

15 Vaak blijkt bij een patiënt de interdentale ruimte zo nauw te zijn dat het niet mogelijk is om de restauratie volledig op zijn plaats te brengen in aanwezigheid van de bevestigingsmiddelen 1. In een dergelijk geval biedt verbin-dingsgedeelte 2 de mogelijkheid om bevestigingsmiddelen 1 te 20 verwijderen tijdens het inbrengen van de restauratie zodat de restauratie wel volledig op zijn plaats te brengen is. Bij afwezigheid van verbindingsgedeelte 2 zullen de reinigingsmiddelen 3 het cement al verwijderen voordat de restauratie volledig op zijn plaats is.

25 Bij voorkeur is het verbindingsgedeelte 2 een mono- filament.

Een monofilament heeft een glad oppervlak, hetgeen ervoor zorgt dat het verbindingsgedeelte niet gemakkelijk zal worden ingeklemd tussen restauratie en element. Bijkomend 30 voordeel is dat een monofilament door zijn gladde oppervlak beter te reinigen is. Zo kunnen de reagentia zuur en water gemakkelijker worden verwijderd.

Met meer voorkeur is het verbindingsgedeelte 2 significant dunner dan de reinigingsmiddelen 3.

35 In sommige gevallen is het handiger om de bevesti gingsmiddelen 1 te verwijderen voordat de restauratie volledig op zijn plaats zit (bij gebrek aan ruimte). In een dergelijke situatie past het significant dunnere verbindingsge- 1 02792 1 4 * 7 deelte 2 beter in de interdentale ruimte en kan de restauratie gemakkelijker worden geplaatst.

Bij voorkeur is het verbindingsgedeelte 2 en/of het verbindingsgedeelte 4 en/of het bevestigingsgedeelte 1 in een 5 inrichting volgens de onderhavige uitvinding vervaardigd uit een waterafstotend materiaal.

In de tandheelkundige praktijk wordt voor het cementeren een element veelal voorbehandeld met zuur en water. Deze beide reagentia dienen zorgvuldig te worden verwijderd 10 voor het inbrengen van de restauratie omdat deze stoffen de uitharding van de gebruikelijke cementen verstoren. De inrichting volgens de uitvinding zal aldus kunnen worden aangebracht alvorens de behandeling wordt gestart.

De inrichting volgens de uitvinding kan overigens op 15 eenvoudige wijze uit relatief goedkope materialen worden vervaardigd. Een inrichting volgens de uitvinding met een beoogd gebruik als wegwerpinrichting is derhalve voorzien.

De uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde figuur.

20 Figuur 1 is een afbeelding van een voorkeursuitvoe ringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding. Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat binnen het kader van de uitvinding vele alternatieve uitvoeringsvormen denkbaar zijn. De figuur dient derhalve niet als beperkend voor de omvang 25 van de uitvinding te worden opgevat.

In figuur 1 is een inrichting voor het reinigen van de interdentale ruimte bij een tandheelkundige behandeling volgens de onderhavige uitvinding getoond met bevestigingsmiddelen 1, een verbindingsgedeelte 2, reinigingsmiddelen 3, 30 een verbindingsgedeelte 4 en schuurmiddelen 5.

In de getoonde uitvoering zijn de bevestigingsmiddelen 1 wigvormig en recht en is het verbindingsgedeelte 2 significant dunner dan de reinigingsmiddelen 3. Verder is het verbindingsgedeelte 4 significant dunner dan de reinigings-35 middelen 3 en is de inrichting voorzien van schuurmiddelen 5.

De inrichting volgens de uitvinding kan als volgt in de praktijk worden gebruikt. Allereerst worden de bevestigingsmiddelen 1 ingeklemd tussen een te herstellen, al dan 1 02792 1 8

t I

niet voorbewerkt element en een naburig element. Als de bevestigingsmiddelen 1 glad en stevig zijn uitgevoerd, is het niet nodig dat ze worden ingeklemd tussen de elementen, maar het is in deze uitvoering wel belangrijk dat ze steviger en 5 dikker zijn dat het verbindingsgedeelte 2 omdat anders het risico bestaat dat het klem komt te zitten tussen de restauratie en het te herstellen element tijdens het plaatsen.

Vervolgens wordt de restauratie met cement geplaatst. Waar men goed bij kan komen zal men het overtollige 10 cement weg kunnen halen met bijvoorbeeld een sonde of een andere inrichting.

Vervolgens worden de bevestigingsmiddelen losgetrokken zodat alleen het verbindingsgedeelte tussen de elementen aanwezig is. De restauratie kan nu volledig op zijn plaats 15 worden gedrukt. Het is gebruikelijk dat er nu een kleine hoeveelheid cement extra tussen de restauratie en het element vloeit. Vervolgens kan door het verder doortrekken van de inrichting de interdentale ruimte worden gereinigd.

Indien de reinigingsmiddelen 3 bijvoorbeeld elas-20 tisch zijn en/of bestaan uit meerdere filamenten zullen de reinigingsmiddelen 3 zich kunnen aanpassen aan de vorm van de interdentale ruimte, met als resultaat snelle en grondige reiniging.

Hierna wordt de inrichting volgens de uitvinding 25 verder doorgetrokken totdat het verbindingsgedeelte 4 tussen de elementen ligt.

Tenslotte laat men het cement uitharden (gewoonlijk met een lamp of door te wachten tot het chemische proces voltooid is) en kan men het geheel verder afwerken en glad maken 30 met de schuurmiddelen 5.

Opgemerkt kan worden dat het in de rede ligt om, onder gebruikmaking van twee inrichtingen volgens de uitvinding, de voornoemde handelingen te verrichten in de twee interdentale ruimten die zich bevinden tussen het te herstellen 35 element en de twee aangrenzende elementen aan weerszijden daarvan.

1027921

Claims (17)

1. Inrichting voor het reinigen van de interdentale ruimte bij een tandheelkundige behandeling, welke inrichting is voorzien van reinigingsmiddelen (3), waarbij aan een zijde bevestigingsmiddelen (1) zijn aangebracht, met het kenmerk, 5 dat de reinigingsmiddelen (3) aan de andere zijde dan waaraan de bevestigingsmiddelen (1) zijn aangebracht, zijn voorzien van schuurmiddelen (5).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tussen de reinigingsmiddelen (3) en de schuurmiddelen (5) 10 een verbindingsgedeelte (4) is aangebracht.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het verbindingsgedeelte (4) een monofilament is.

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verbindingsgedeelte (4) significant 15 dunner is dan de reinigingsmiddelen (3).

5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen (1) wigvormig zijn uitgevoerd.

6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen (1) gebogen zijn uitgevoerd.

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen (1) zijn voorzien van plakmiddelen.

8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de reinigingsmiddelen (3) buigzamer zijn dan de bevestigingsmiddelen (1).

9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de reinigingsmiddelen (3) dikker zijn 30 uitgevoerd dan de bevestigingsmiddelen (1).

10. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de reinigingsmiddelen (3) een oppervlaktestructuur hebben die onregelmatiger is dan die van de bevestigingsmiddelen (1).

11. Inrichting volgens één der voorgaande 1 02792 1 I » conclusies, met het kenmerk, dat de reinigingsmiddelen (3) elastisch zijn.

12. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de reinigingsmiddelen (3) 5 bestaan uit meerdere filamenten.

13. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen de reinigingsmiddelen (3) en de bevestigingsmiddelen een verbindingsgedeelte (2) is aangebracht.

14. Inrichting volgens conclusie 13, met het ken merk, dat het verbindingsgedeelte (2) een monofilament is.

15. Inrichting volgens één der conclusies 13 of 14, met het kenmerk, dat het verbindingsgedeelte (2) significant dunner is dan de reinigingsmiddelen (3).

16. Inrichting volgens één der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat het verbindingsgedeelte (2) en/of het verbindingsgedeelte (4) en/of het bevestigingsgedeelte (1) is vervaardigd uit een waterafstotend materiaal.

17. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 20 voor toepassing als wegwerpinrichting. 1027921