NL1027712C1 - Systeem voor het merken van een biologisch object alsmede voor het nemen van een monster van het biologische object. - Google Patents

Description

Systeem voor het merken van een biologisch object alsmede voor het nemen van een monster van het biologische object.

De uitvinding heeft betrekking op het merken van een biologisch object alsmede het nemen van een monster van het biologisch object.

In het bijzonder betreft de uitvinding het merken en 5 monsternemen van dieren, vooral ten behoeve van de betrouwbare identificatie van elk afzonderlijk dier.

De laatste jaren neemt om diverse redenen de wens en de noodzaak om afzonderlijke dieren betrouwbaar te kunnen identificeren steeds verder toe. Met name indien het vlees van de dieren bestemd 10 is voor de humane consumptie of de dieren op een andere wijze deel uitgaan maken van de humane consumptieketen is de behoefte aan betrouwbare identificatie groot. Een voorbeeld is het BSE-probleem, waarbij de nauwkeurige bepaling van de herkomst en de levensloop van de dieren van groot belang is. De betrouwbare identificatie van 15 dieren speelt echter ook een rol indien er geen sprake is van consumptie van het dier, maar bijvoorbeeld bij huisdieren, (ren)paarden, etc.

De uitvinding betreft echter ook het merken en de monstername van andere biologisch objecten, zoals planten.

20 De uitvinding betreft een systeem dat niet alleen voorziet in het aanbrengen van een oormerk aan een dier, zoals hiervoor is toegelicht, maar tevens in het min of meer gelijktijdig nemen van een monster biologisch materiaal van het dier. Het monster biologisch materiaal is dan in het bijzonder bestemd voor de 25 identificatie van het dier op basis van de "genetische vingerafdruk" die kan worden bepaald aan de hand van het genomen monster.

Uiteraard kan het monster ook voor andere doeleinden worden benut.

Dergelijke systemen volgens de aanhef van conclusie 1 zijn onder andere bekend uit WO 02/39810 en US 6,509,187.

30 De onderhavige uitvinding beoogt een verbeterd systeem te verschaffen.

De uitvinding bereikt dit doel door het verschaffen van een 1027712- - 2 - systeem volgens de aanhef van conclusie 1, dat is gekenmerkt doordat de stop ten minste ten dele doorzichtig is, zodanig dat de introductie van een monster in de monsterhouder visueel controleerbaar is.

5 De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat het risico aanwezig is dat bij het aanbrengen van het merk geen monstermateriaal in de monsterhouder terechtkomt. Aangezien het denkbaar is dat dergelijke monsterhouders met monsters erin niet direct worden geanalyseerd maar langdurig worden opgeslagen, 10 eventueel zelfs alleen in "probleemgevallen" worden geanalyseerd, dan is de kans aanwezig dat pas in een laat stadium wordt vastgesteld dat er geen monster genomen is. Dat zou bijvoorbeeld pas kunnen zijn lang nadat het betreffende dier geslacht is, zodat ook geen nieuw monster kan worden genomen.

15 Het heeft de voorkeur alleen de stop doorzichtig uit te voeren en het lichaam van de monsterhouder ondoorzichtig. Met name is dit voordelig indien een afleesbare identificatie op de buitenzijde van de monsterhouder wordt aangebracht.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen zijn beschreven in de 20 volgconclusies en in de navolgende beschrijving aan de hand van de tekening. Daarbij toont:

Fig. 1 in combinatie met de monsterhouder en de stop, een eerste oormerkdeel voorzien van een integrale pen alsmede een tweede oormerkdeel, waar de monsterhouder losneembaar aan is bevestigd, 25 Fig. 2 een monsterhouder en de bijbehorende stop van het systeem volgens de uitvinding,

Fig. 3 de ontkoppeling van de gesloten monsterhouder van het aan het niet getoonde oor aangebrachte oormerk,

Fig. 4 de afgesloten monsterhouder in doorsnede, en 30 Fig. 5 een alternatieve monsterhouder voorzien van een stop met een lens, die omgeven is door een losbreekrand.

Aan de hand van de figuren 1-4 zal hierna een' uitvoeringsvoorbeeld van het systeem voor het merken van een 35 biologisch object, in het bijzonder voor het oormerken van een dier, alsmede voor het nemen van een monster van het biologische object volgens de uitvinding worden toegelicht. Hierbij wordt opgemerkt dat 1027712- - 3 - de vakman uitvoeringsmogelijkheden en informatie omtrent de werking kan ontlenen aan WO 02/39810, waarvan de inhoud in deze aanvrage wordt geacht te zijn opgenomen door verwijzing.

Het getoonde systeem heeft een eerste merkdeel 1, een tweede 5 merkdeel 2 en een pen 3. De pen 3 heeft een eerste einde en een tweede einde, waarbij de pen 3 aan het eerste einde verbonden is met het eerste merkdeel 1. Aan het tweede einde is de pen voorzien van een kop 4.

Het tweede merkdeel 2 is voorzien van een opnameopening 5 10 voor de kop 4 van de pen 3, zodanig dat de pen 3 door een deel van het biologische object, in het bijzonder door een oor van een dier, kan worden gedrukt en vervolgens door de opnameopening 5 van het tweede merkdeel 2, waardoor het eerste en tweede merkdeel 1,2 via de pen 3 aan elkaar en aan het biologische object zijn bevestigd.

15 Het systeem heeft verder een monsterhouder 10 met een opening 11 (zie figuur 2) voor het introduceren van een monster biologisch materiaal van het object in de monsterhouder 10, welke monsterhouder 10 via een losneembare bevestiging is bevestigd aan het tweede merkdeel 2 (zie figuur 1), zodanig dat de opening 11 van de 20 monsterhouder 10 in het verlengde van de opnameopening 5 van het tweede merkdeel 2 ligt.

In de getoonde uitvoeringsvorm wordt een flensrand 12 van de monsterhouder 10 losneembaar vastgehouden in een opstaande ringwand 7 van het tweede merkdeel 2.

25 Bij het systeem behoort verder een stop 20 voor het afsluiten van de opening 11 na het in de monsterhouder 10 introduceren van het monster.

Tijdens het door het object drukken van de pen 3 bevindt zich de stop 20 op de kop 4 van de pen 3, zodanig dat bij het door het 30 biologische object drukken van de pen een monster van het biologische object wordt genomen en in de monsterhouder 10 wordt geïntroduceerd, waarna de opening 11 van de monsterhouder 10 door de stop 20 direct wordt afgesloten. Daarbij kan de stop 20 vervolgens ontkoppelen van de kop 4 van de pen 3.

35 In de getoonde uitvoeringsvorm heeft de stop 20 aan zijn voorkant een uitstekende ringwand 21, die een van voren open holte 22 begrenst waarin monstermateriaal 30 terecht zal komen (zie figuur 1027712- 4) .

- 4 - ! ί

In de in de tekening weergegeven uitvoeringsvorm heeft de monsterhouder 10 een lichaam, bijvoorbeeld door spuitgieten van geschikte kunststof vervaardigd, met een omtrekswand 14 en aan een 5 axiaal einde de opening 11 en aan het tegenover gelegen axiale einde een integraal meegevormde bodem 15.

Het lichaam van de monsterhouder 10 is ondoorzichtig, bijvoorbeeld van POM of Polyamide.

De stop 20 is doorzichtig zodanig dat de introductie van een 10 monster 30 in de monsterhouder 10 visueel controleerbaar is.

Bijvoorbeeld is de stop vervaardigd van PC (polycarbonaat), PS (polystyreen), PMMA.

Aan de hand van figuur 5 zal nu een monsterhouder met een 15 alternatieve stop worden toegelicht.

De getoonde stop 40 is in dit voorbeeld grotendeels, of eventueel in zijn geheel, vervaardigd uit transparant kunststof materiaal. De stop 40 heeft een aanslagrand 41, waarmee de stop 40 20 in de gevulde en gesloten toestand van de monsterhouder 45 aanligt tegen het lichaam van de monsterhouder 45. In dit voorbeeld verhindert de samenwerking van de aanslagrand 41 en de monsterhouder 45 het verder naar binnen drukken van de stop 40.

25 Verder heeft de stop 40 een doorzichtig gedeelte 42 dat is uitgevoerd als een 'lens, in dit voorbeeld een vergrotende lens 42 indien men van buiten naar binnen kijkt.

De lens 42 is hier tevens een soort bodem van een ruimte 46 30 die is omgeven door de snijring 44 op de kop van de stop 40. Door middel van de lens 42 wordt een beter zicht op de inhoud van de monsterhouder verkregen dan wanneer dat deel 42 een doorzichtig deel met in hoofdzaak uniforme dikte zou zijn.

35 Opgemerkt wordt dat de snijring 44 eventueel van geschikt metaal zou kunnen zijn vervaardigd.

1027712- - 5 -

Middels de lens 42 kan direct na het aanbrengen van het oormerk gemakkelijk worden gecontroleerd, bijvoorbeeld met het blote oog, of er inderdaad oormateriaal in de monsterhouder 45 terecht is gekomen. Immers indien dit niet het geval zou zijn, en dit ook niet 5 makkelijk gecontroleerd zou kunnen worden, zou pas in een laat stadium worden vastgesteld dat geen monster is genomen. Dat is met name problematisch als een dier reeds geslacht is, aangezien dan geen nieuw monster meer kan worden genomen.

10 In figuur 5 is verder te herkennen dat zich rondom de lens 42 een losbreekrand 43 uitstrekt, waardoor de lens 42 hier tevens een losbreekbaar deel van de stop 40 vormt. Bij het uitoefenen van een aanmerkelijke drukkkracht op de lens 42, bijvoorbeeld met een geschikt werktuig, breekt de lens 42 los van de rest van de stop 40. 15 Dit maakt het mogelijk bij analyse van het monster de lens 42 naar binnen te drukken en zo toegang te verkrijgen tot het genomen monster.

Het ondoorzichtige lichaam van de monsterhouder 10,45 kan 20 zijn voorzien van een afleesbare identificatie aan de buitenzijde, bijvoorbeeld een 2D-barcode.

De stop zou kunnen zijn vervaardigd uit twee elementen, zodat het een lichaam heeft met een element van een ondoorzichtig 25 materiaal en een element van doorzichtig materiaal.

In een niet getoonde variant is de bodem 15 van de monsterhouder 10 doorzichtig en is de omtrekswand ondoorzichtig, zodat via een bundel door de tegenover elkaar liggende bodem 15 en 30 stop 20 kan worden gecontroleerd of een monster aanwezig is. Dit zou bijvoorbeeld voordelig kunnen zijn bij een automatisch uitgevoerde inspectie van de monsterhouder, waarbij een geschikte lichtbundel door de bodem en stop wordt gezonden. Ook die doorzichtige bodem 15 zou als een lens kunnen zijn uitgevoerd.

35 1027712-

Claims (7)

1. Systeem voor het merken van een biologisch object alsmede voor het nemen van een monster van het biologische object, welk 5 object in het bijzonder een dier is, omvattende: - een eerste merkdeel (1), - een tweede merkdeel (2), - een pen (3), met een eerste einde en een tweede einde, welke pen | aan het eerste einde verbonden is met het eerste merkdeel en welke | 10 pen aan het tweede einde is voorzien van een kop (4), - waarbij het tweede merkdeel is voorzien van een opnameopening (5) voor de kop (4) van de pen, zodanig dat de pen door een deel van het I biologische object, in het bijzonder door een oor van een dier, kan worden gedrukt en vervolgens door de opnameopening van het tweede 15 merkdeel (2), waardoor het eerste en tweede merkdeel via de pen aan elkaar en aan het biologische object zijn bevestigd, welk systeem verder omvat: j een monsterhouder (10) met een opening (11) voor het introduceren van een monster biologisch materiaal van het object in de 20 monsterhouder, welke monsterhouder (10) via een losneembare bevestiging is bevestigd aan het tweede merkdeel (2), zodanig dat de opening (11) van de monsterhouder in het verlengde van de opnameopening (5) van het tweede merkdeel ligt, ! een stop (20; 40) voor het afsluiten van de opening (11) na het in de ! 25 monsterhouder (10; 45) introduceren van het monster, welke stop (20; 40) zich op de kop (4) van de pen (3) bevindt, zodanig dat een bij het door het biologische object drukken van de pen een monster van het biologische object wordt genomen en in de monsterhouder wordt geïntroduceerd, waarna de opening (11) van de monsterhouder 30 door de stop (20) wordt afgesloten, met het kenmerk, dat de stop (20;40) ten minste ten dele doorzichtig is, zodanig dat de introductie van een monster in de monsterhouder (10;45) visueel controleerbaar is.

2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de monsterhouder een lichaam heeft dat ondoorzichtig is en de stop (20;40) ten minste ten dele doorzichtig is. 1027712- v - 7 -

3. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de monsterhouder (10;45) een lichaam heeft met een omtrekswand (14) en aan een axiaal einde de opening (11) en aan het tegenover gelegen axiale einde een bodem 5 (15), waarbij het lichaam ondoorzichtig is en de stop (20;40) ten minste ten dele doorzichtig is.

4. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de monsterhouder een lichaam heeft met een omtrekswand en aan een axiaal einde de opening en aan 10 het tegenover gelegen axiale einde een bodem, waarbij alleen de bodem van de monsterhouder doorzichtig is.

5. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de stop een lichaam heeft met een element van een ondoorzichtig 15 materiaal en een element van doorzichtig materiaal.

6. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij een doorzichtig deel van de stop (40) en/of de monsterhouder, bij voorkeur van de stop, is uitgevoerd als een lens (42), bij voorkeur 20 een vergrotende lens (42).

7. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij een doorzichtige deel van de stop (40) en/of de monsterhouder, bij voorkeur een doorzichtig deel van de stop, een 25 door een losbreekrand (43) begrenst losbreekbaar deel (42) heeft, dat bij het uitoefenen van een aanmerkelijke drukkkracht dat losbreekbare deel, bijvoorbeeld met een geschikt werktuig, losbreekt van de rest van de stop. 1027712-