NL1027639C2

NL1027639C2 - Stabilizer for e.g. ladder or scaffolding, has self adjustable leg comprising resiliently interconnected parts

Info

Publication number: NL1027639C2
Application number: NL1027639A
Authority: NL
Inventors: Guido Heurnink
Original assignee: Guido Heurnink
Priority date: 2004-12-01
Filing date: 2004-12-01
Publication date: 2006-06-02

Abstract

The stabilizer (1) has at least one leg (7) with a fastener (6) at one end for securing it to the climbing aid (1), the other end being designed to rest on the ground. The leg comprises two or more parts (16, 18) resiliently connected to each other so that the length of the leg is self-adjustable when the stabilizer is in use.

Description

Titel: Stabilisator voor het stabiliseren van een ladder, steiger of dergelijke kliminrichting, alsmede een kliminrichting voorzien van een dergelijke stabilisator.Title: Stabilizer for stabilizing a ladder, scaffolding or similar climbing device, as well as a climbing device provided with such a stabilizer.

De uitvinding heeft betrekking op een stabilisator voor het stabiliseren van een ladder, steiger of dergelijke kliminrichting.The invention relates to a stabilizer for stabilizing a ladder, scaffolding or similar climbing device.

De uitvinding heeft verder betrekking op een kliminrichting voorzien van een dergelijke stabilisator.The invention further relates to a climbing device provided with such a stabilizer.

5 Ladders en steigers zijn op zich bekend en worden doorgaans gebruikt voor het bereiken van hooggelegen plaatsen. Een nadeel van dergelijke kliminrichtingen met name ladders, is dat deze door hun doorgaans relatief hoge en smalle constructie slechts een geringe stabiliteit hebben en daardoor eenvoudig uit balans kunnen geraken, bijvoorbeeld door 10 doorbuiging van de ladder tijdens gebruik waardoor poten van de ladder gedeeltelijk los komen van de grond, of onder invloed van anderszins op de ladder uitgeoefende krachten. Deze instabiliteit kan nog worden vergroot wanneer de ondergrond ter plaatse oneffenheden vertoont. Hierdoor zal de kliminrichting reeds in statische (ongebruikte) toestand wankel staan.5 Ladders and scaffolding are known per se and are generally used to reach high places. A drawback of such climbing devices, in particular ladders, is that, due to their generally relatively high and narrow construction, they have only a low stability and can therefore easily become unbalanced, for example by bending the ladder during use, as a result of which legs of the ladder are partially detached from the ground, or under the influence of other forces exerted on the ladder. This instability can be further increased if the substrate has unevenness on the spot. As a result, the climbing device will already be in a static (unused) state.

15 Voorgesteld is reeds om dergelijke instabiele kliminrichtingen te stabiliseren met behulp van één of meerdere poten, welke bijvoorbeeld aan een staander van de kliminrichting kunnen worden bevestigd, en zich vandaar schuin omlaag kunnen uitstrekken, tot aan de ondergrond. De bekende poten kunnen zijn voorzien van een uitschuifbaar deel dat met 20 behulp van een pen-gat verbinding in verschillende, uitgeschoven standen kan worden gefixeerd, teneinde aldus de lengte van de poot aan te passen aan eventueel hoogteverschillen in de ondergrond.It has already been proposed to stabilize such unstable clamping devices with the aid of one or more legs, which can for instance be attached to a post of the clamping device, and can extend obliquely downwards down to the ground. The known legs can be provided with an extendable part which can be fixed in different, extended positions with the aid of a pin-hole connection, in order thus to adjust the length of the leg to possible differences in height in the substrate.

Nadeel van deze bekende stabiliserende constructie is dat hiermee de lengte van de poot niet nauwkeurig kan worden ingesteld, waardoor met 25 name bij onregelmatige ondergronden, geen optimale ondersteuning mogelijk is en de constructie een zekere mate van wankelheid behoudt.A drawback of this known stabilizing construction is that it does not allow the length of the leg to be accurately adjusted, as a result of which, particularly with irregular surfaces, optimum support is not possible and the construction retains a certain degree of shakiness.

1 0 27639 21 0 27639 2

Voorts is deze bekende stabilisator slecht geschikt voor gebruik op instabiele ondergronden, zoals bijvoorbeeld zachte of losse grond of grind, welke tijdens gebruik van de klimconstructie, onder invloed van alsdan op deze klimconstructie en de ondergrond uitgeoefende krachten, kan 5 verzakken. Hierdoor verliest de bekende stabilisator althans een deel van haar stabiliserende werking, en kan het geheel alsnog wankel komen te staan, hetgeen tot oncomfortabele en potentieel gevaarlijke situaties leidt voor de gebruiker.Furthermore, this known stabilizer is poorly suitable for use on unstable surfaces, such as, for example, soft or loose soil or gravel, which during use of the climbing structure, under the influence of forces then exerted on this climbing structure and the substrate, can subside. As a result, the known stabilizer loses at least part of its stabilizing effect, and the whole can still be shaken, which leads to uncomfortable and potentially dangerous situations for the user.

De uitvinding beoogt een stabilisator te verschaffen van het 10 hiervoor beschreven type, waarbij de genoemde nadelen van de bekende stabilisatoren ten minste gedeeltelijk zijn vermeden, met behoud van voordelen daarvan. Daartoe wordt een stabilisator volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.The invention has for its object to provide a stabilizer of the type described above, wherein the disadvantages mentioned of the known stabilizers are at least partially avoided, while maintaining the advantages thereof. To that end, a stabilizer according to the invention is characterized by the features of claim 1.

Door de stabilisator te voorzien van een poot welke is op gebouwd 15 uit ten minste twee verend met elkaar verbonden delen, wordt een stabilisator verkregen waarvan de pootlengte zelfinstellend is. Onder zelfinstellend wordt in deze verstaand dat de lengte van de poot zich althans tijdens gebruik automatisch en dynamisch aanpast aan veranderende omstandigheden, zonder dat een gebruiker of omstander daartoe behoeft in 20 te grijpen. Hierdoor kan een gebruiker de inrichting veilig beklimmen, zonder dat hij rekening hoeft te houden met doorbuiging van de inrichting of eventuele verzakkingen in de ondergrond. Een dergelijke zelfinstellendheid biedt niet alleen voordelen tijdens gebruik, doch vereenvoudigt tevens aanzienlijk het opzetten van de stabilisator, voorafgaand aan gebruik, 25 aangezien de stabilisator zelf, automatisch de juiste pootlengte zal instellen.By providing the stabilizer with a leg which is built up from at least two resiliently connected parts, a stabilizer is obtained whose leg length is self-adjusting. Self-adjusting is understood to mean that the length of the leg automatically and dynamically adapts to changing circumstances, at least during use, without a user or bystander having to intervene for this. This allows a user to climb the device safely, without having to take into account the bending of the device or any subsidence in the subsurface. Such self-adjustability not only offers advantages during use, but also considerably simplifies setting up the stabilizer prior to use, since the stabilizer itself will automatically adjust the correct leg length.

Als veermiddelen kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een of meerdere gasveren. Deze bezitten van nature een zekere demping, waardoor de lengte van de poot zich in gebruik relatief langzaam zal instellen en abrupte lengteveranderingen worden vermeden. Dit komt het 30 comfort en de stabiliteit van de constructie ten goede. Immers, hierdoor zal 1027639 3 de stabilisator niet of nagenoeg niet op kortstondige krachtvariaties reageren, die bijvoorbeeld door een gebruiker worden veroorzaakt bij het betreden of beklimmen van de inrichting. Zou de zelfsinstellende stabilisator hier wel snel op reageren met een lengteverandering, dan zou 5 weliswaar een stabiele, doch wiebelige inrichting worden verkregen.As spring means, use can be made, for example, of one or more gas springs. These naturally have a certain damping, as a result of which the length of the leg will adjust relatively slowly in use and abrupt length changes are avoided. This improves the comfort and stability of the construction. After all, as a result of this the stabilizer will not or substantially not respond to short-term force variations which are caused, for example, by a user when entering or climbing the device. If the self-adjusting stabilizer reacted quickly to this with a change in length, a stable but wobbly device would be obtained.

Uiteraard kan een vergelijkbare dempende werking worden verkregen door veermiddelen zoals een spiraalveer, te combineren met dempende middelen.A comparable damping effect can of course be obtained by combining spring means such as a coil spring with damping means.

In een voordelige uitvoeringsvorm is de poot van de stabilisator zwenkbaar met de kliminrichting verbonden. Hierdoor kan de poot, buiten 10 gebruik, in een compacte, beschermde stand tegen de kliminrichting worden vastgezet, in welke stand de stabilisator met de kliminrichting kan worden getransporteerd, zonder daarbij grote risico's te lopen beschadigd te raken, of zelf schade aan te richten. Bovendien kan de stabilisator hierdoor aan de kliminrichting blijven zitten, waardoor deze niet kan kwijtraken en niet 15 steeds opnieuw behoeft te worden geïnstalleerd.In an advantageous embodiment, the leg of the stabilizer is pivotally connected to the clamping device. As a result, the leg can, in use, be secured against the clamping device in a compact, protected position, in which position the stabilizer can be transported with the clamping device, without running the risk of being damaged, or causing damage itself. Moreover, the stabilizer can hereby remain attached to the clamping device, as a result of which it cannot get lost and does not have to be installed again and again.

Voorts is de zwenkbare bevestiging van de poot bij voorkeur zodanig, dat deze, tijdens gebruik, onder verschillende hoeken ten opzichte van de kliminrichting kan worden geplaatst. Hierdoor kan per situatie steeds een meest optimale hoek worden ingesteld en kan bijvoorbeeld de 20 exacte positie van de poot binnen zekere grenzen vrij worden gekozen, zodat rekening kan worden gehouden met bepaalde zwakheden in de ondergrond.Furthermore, the pivotable attachment of the leg is preferably such that, during use, it can be placed at different angles with respect to the clamping device. As a result, an optimum angle can always be set for each situation and, for example, the exact position of the leg can be freely chosen within certain limits, so that certain weaknesses in the substrate can be taken into account.

In geval de stabilisator wordt toegepast bij een kliminrichting die tegen een wand steunt, zoals een ladder, dan strekt de poot zich bij voorkeur niet alleen zijwaarts (evenwijdig aan de wand) uit, doch sluit deze tevens 25 een hoek in met genoemde wand, en wel zodanig dat kliminrichting tegen de wand wordt gedrukt, door een horizontale component van de stabiliserende kracht die de poot op de inrichting uitoefent.In case the stabilizer is used with a clamping device that is supported against a wall, such as a ladder, the leg preferably not only extends sideways (parallel to the wall), but also encloses an angle with said wall, and in such a way that the climbing device is pressed against the wall by a horizontal component of the stabilizing force that the leg exerts on the device.

In een verdere voordelige uitvoeringsvorm is de stabilisator bij voorkeur voorzien van blokkeermiddelen, waarmee de lengteverstelling in 30 ten minste een richting kan worden geblokkeerd, in het bijzonder in een 1 027639 4 i richting die tot een lengtereductie zou leiden. Hierdoor wordt ongewenst inschuiven van de stabilisator verhinderd onder invloed van tijdens gebruik op de stabilisator werkende krachten. Deze blokkeermiddelen zijn bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat hiermee de lengte van de stabilisatorpoot 5 traploos in elke gewenste stand instelbaar is, bij voorkeur zonder inmenging van een gebruiker (dus zelfinstellend).In a further advantageous embodiment, the stabilizer is preferably provided with blocking means, with which the length adjustment can be blocked in at least one direction, in particular in a direction that would lead to a length reduction. This prevents unwanted sliding in of the stabilizer under the influence of forces acting on the stabilizer during use. These blocking means are preferably designed in such a way that the length of the stabilizer leg 5 is infinitely adjustable in any desired position, preferably without interference from a user (i.e. self-adjusting).

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm omvat de stabilisator voorts vrijgavemiddelen, waarmee de blokkerende werking van de blokkeermiddelen naar keuze kan worden in- of uitgeschakeld. Hierdoor 10 kan de lengte van de poot, bijvoorbeeld na gebruik, eenvoudig worden verkort, zodat de poot in een compacte stand kan worden opgeborgen.In a particularly advantageous embodiment, the stabilizer further comprises release means, with which the blocking action of the blocking means can optionally be switched on or off. As a result, the length of the leg, for example after use, can easily be shortened, so that the leg can be stored in a compact position.

In een verdere voordelige uitvoeringsvorm is een stabilisator volgens de uitvinding voorzien van schorende middelen om de poot in zijn stabiliserende stand te ondersteunen en tegen doorbuiging te beletten. Dit 15 komt de stabiliteit en stevigheid van de constructie ten goede. Daarnaast kunnen de schoormiddelen zodanig zijn vormgegeven dat deze de maximale scheefstand of uitzwenkhoek van de poot begrenzen, zodat de poot tijdens gebruik niet kan wegglijden.In a further advantageous embodiment, a stabilizer according to the invention is provided with suspending means to support the leg in its stabilizing position and to prevent bending. This improves the stability and sturdiness of the construction. In addition, the strut means can be designed such that they limit the maximum skew or swing angle of the leg, so that the leg cannot slip away during use.

De bevestigingsmiddelen van de stabilisator zijn bij voorkeur 20 zodanig ingericht dat de stabilisator eenvoudig aan bestaande kliminrichtingen kan worden bevestigd, zonder dat deze kliminrichtingen daartoe speciale aanpassingen behoeven en bij voorkeur zonder dat daartoe gereedschap nodig is. Zo zijn de staanders van de meeste ladders en steigers voorzien van op onderling regelmatige afstand geplaatste gaten. Deze 25 kunnen met voordeel worden gebruikt, om daarin de stabilisator vast te zetten, bijvoorbeeld met een draadeind, bout en moer.The securing means of the stabilizer are preferably arranged such that the stabilizer can be easily attached to existing clamping devices, without these clamping devices needing special adaptations for that purpose and preferably without the need for tools. For example, the uprights of most ladders and scaffolding are provided with holes placed at regular intervals. These can advantageously be used to fix the stabilizer therein, for example with a threaded end, bolt and nut.

In de verdere volgconclusies zijn nadere voordelige uitvoeringsvormen van een stabilisator volgens de uitvinding, alsmede een daarmee uitgeruste kliminrichting beschreven. Ter verduidelijking van de 30 uitvinding zal een uitvoeringsvoorbeeld van een stabilisator volgens de 1027639 5 uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont: FIG. 1 een vooraanzicht van een ladder voorzien van twee stabilisatoren volgens de uitvinding, in stabiliserende toestand; 5 FIG. 2 een zijaanzicht van de in FIG.1 weergegeven ladder; FIG. 3 in nader detail een uitvoeringsvorm van blokkeermiddelen voor een stabilisator volgens FIG. 1 en 2; en FIG. 4 in nader detail een klemconstructie voor het in een ingeklapte, niet-stabiliserende stand houden van een stabilisator.In the further subclaims, further advantageous embodiments of a stabilizer according to the invention, as well as a clamping device equipped with it are described. To clarify the invention, an exemplary embodiment of a stabilizer according to the invention will be further elucidated with reference to the drawing. Therein: FIG. 1 is a front view of a ladder provided with two stabilizers according to the invention, in a stabilizing state; FIG. 2 is a side view of the ladder shown in FIG. 1; FIG. 3 shows in further detail an embodiment of blocking means for a stabilizer according to FIG. 1 and 2; and FIG. 4 a clamp construction for maintaining a stabilizer in a collapsed, non-stabilizing position in more detail.

10 In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. De uitvinding zal hieronder worden uitgelegd, toegepast op een ladder. Toepassing van een stabilisator volgens de uitvinding is evenwel geenszins tot ladders beperkt. Zo kan de stabilisator met voordeel worden gebruikt ter stabilisering van andere type 15 kliminrichtingen, zoals een (rol)steiger, klimtoren, keukentrap of dergelijke of andere relatief hoge, wankele, verplaatsbare objecten, zoals bijvoorbeeld een afscheidingselement, hek, verplaatsbare wand, billboard, etc. Daarbij kunnen per te stabiliseren object naar behoefte één of meerdere stabilisatoren worden toegepast.In this description, the same or corresponding parts have the same or corresponding reference numerals. The invention will be explained below, applied to a ladder. However, the use of a stabilizer according to the invention is by no means limited to ladders. The stabilizer can thus advantageously be used to stabilize other types of climbing devices, such as a (rolling) scaffolding, climbing tower, kitchen staircase or the like or other relatively high, shaky, movable objects, such as for example a partition element, fence, movable wall, billboard, etc. One or more stabilizers can be used per object to be stabilized as required.

20 FIG. 1 toont een kliminrichting, in het bijzonder een ladder 1, welke schuin tegen een wand 2 is geplaatst en met twee staanders 3 op een ondergrond 4 rust, zoals te zien in FIG. 2. De ladder 1 is voorzien van twee stabilisatoren 5 volgens de uitvinding, welke aan weerszijden van de ladder 2 zijn bevestigd, tegen de staanders 3 daarvan, op hierna nog nader te 25 beschrijven wijze en welke in de getoonde FIG. 1 en 2 zijn afgebeeld in uitgeklapte, stabiliserende toestand.FIG. 1 shows a climbing device, in particular a ladder 1, which is placed obliquely against a wall 2 and rests with two uprights 3 on a base 4, as can be seen in FIG. 2. The ladder 1 is provided with two stabilizers 5 according to the invention, which are mounted on either side of the ladder 2, against the uprights 3 thereof, in the manner to be described hereinafter and which in FIG. 1 and 2 are shown in the folded out, stabilizing state.

Elke stabilisator 5 omvat een bevestigingseenheid 6, een poot 7 en schoormiddelen 8. De bevestigingseenheid 6 omvat in de getoonde uitvoeringsvorm een langwerpige plaat of profiel 12, welke nabij een boven-30 en onderzijde is vastgezet tegen de staander 3, bijvoorbeeld met 1027639 6 draadeinden of bouten en moeren 19 (zie FIG. 2). Daarbij wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van openingen 13 in de staanders 3 (zie FIG. 2), die in de meeste ladders 1 standaard zijn voorzien. Uiteraard zijn andere bevestigingsmiddelen mogelijk, zoals klem- of klikconstructies, haken, etc.Each stabilizer 5 comprises a fastening unit 6, a leg 7 and bracing means 8. In the shown embodiment the fastening unit 6 comprises an elongated plate or profile 12 which is fixed near the top 30 and bottom against the upright 3, for example with 1027639 6 threaded ends or bolts and nuts 19 (see FIG. 2). Use is herein preferably made of openings 13 in the uprights 3 (see FIG. 2), which are provided as standard in most ladders 1. Of course, other fasteners are possible, such as clamping or click constructions, hooks, etc.

5 De bevestigingsmiddelen zijn bijvoorkeur zodanig van ontwerp dat de stabilisatoren 5 eenvoudig handmatig kunnen worden bevestigd, zonder additioneel gereedschap.The fastening means are preferably of such a design that the stabilizers 5 can easily be attached manually, without additional tools.

De poot 7 is nabij een eerste einde 9 zwenkbaar verbonden met de bevestigingsplaat 12, nabij een bovenrand daarvan, door middel van eerste 10 zwenkmiddelen 11. Deze zwenkmiddelen 11 zijn zodanig ingericht, dat de poot 7 zich hiermee in gebruik schuin zijwaarts en schuin achterwaarts (van de wand 4 weg) kan uitstrekken en aldus respectievelijk een hoek α en β kan insluiten met de staander 3, als getoond in FIG. 1 en 2.Near a first end 9 the leg 7 is pivotally connected to the mounting plate 12, near an upper edge thereof, by means of first pivoting means 11. These pivoting means 11 are arranged such that, in use, the leg 7 is inclined sideways and obliquely rearward ( can extend away from the wall 4 and thus enclose an angle α and β respectively with the upright 3, as shown in FIG. 1 and 2.

De poot 7 is nabij een tweede einde 14 voorzien van steunmiddelen 15 15, waarmee de poot 7 in gebruik op de ondergrond 4 afsteunt. De steunmiddelen 15 zijn bij voor keur vervaardigd van een relatief stroef en enigszins flexibel materiaal, bijvoorbeeld natuurlijk of synthetisch rubber, zodat in gebruik een relatief groot steunoppervlak met een goede grip op de ondergrond 4 wordt verkregen. Daarnaast hebben de steunmiddelen 15 bij 20 voorkeur een bolle, sferische vorm, als getoond in FIG. 1 en 2. Hierdoor kunnen de steunmiddelen 15 bij verschillende steunhoeken α en β, van de poot 7 en/of bij eventuele glooiingen in de ondergrond 4 toch steeds goed aanliggen tegen deze ondergrond.The leg 7 is provided near a second end 14 with support means 15, with which the leg 7 in use rests on the substrate 4. The supporting means 15 are preferably manufactured from a relatively non-slip and somewhat flexible material, for example natural or synthetic rubber, so that in use a relatively large supporting surface with a good grip on the substrate 4 is obtained. In addition, the support means 15 preferably have a convex, spherical shape, as shown in FIG. 1 and 2. As a result, the supporting means 15 can always abut against this base at different supporting angles α and β, of the leg 7 and / or in the case of possible slopes in the substrate 4.

De poot 7 is in de getoonde uitvoeringsvorm opgebouwd uit twee 25 delen, te weten een eerste buis of buitenbuis 16, en een tweede buis of binnenbuis 18, welke telescopisch in de buitenbuis 16 is opgenomen. Hierdoor is een lengte L, L' van de poot instelbaar. De poot 7 omvat voorts veermiddelen 17, bij voorkeur opgenomen in de buitenbuis 16, als schematisch weergegeven in FIG. 1. Deze veermiddelen 17 zijn zodanig 30 ingericht dat zij de binnenbuis 18 in een uitschuifrichting (dat wil zeggen in 1 027639 7 de richting van pijl A in FIG. 1) voorspannen. De veermiddelen 17 kunnen bijvoorbeeld een gasveer omvatten. Een dergelijke gasveer biedt het voordeel dat deze naast verende werking tevens demping bezit, waardoor de binnenbuis 18 in gebruik gelijkmatig en met gematigde snelheid uit de 5 buitenhuis 16 zal worden geschoven. Uiteraard zijn alternatieve veer- en dempmiddelen mogelijk, bijvoorbeeld een voorgespannen spiraalveer met rubberen of luchtgevulde dempmiddelen en/of een hydraulisch zuiger -cilinder samenstel.In the embodiment shown, the leg 7 is composed of two parts, namely a first tube or outer tube 16, and a second tube or inner tube 18, which is telescopically accommodated in the outer tube 16. As a result, a length L, L 'of the leg is adjustable. The leg 7 further comprises spring means 17, preferably received in the outer tube 16, as shown schematically in FIG. 1. These spring means 17 are arranged such that they bias the inner tube 18 in an extension direction (i.e. in the direction of arrow A in FIG. 1). The spring means 17 can for instance comprise a gas spring. Such a gas spring offers the advantage that, in addition to resilient action, it also has damping, as a result of which the inner tube 18 will be pushed out of the outer housing 16 uniformly and at a moderate speed. Alternative spring and damping means are of course possible, for example a pre-stressed coil spring with rubber or air-filled damping means and / or a hydraulic piston-cylinder assembly.

De poot 7 omvat voorts blokkeermiddelen 20, ingericht om 10 verschuiving van de binnenhuis 18 in één richting te blokkeren, namelijk zodanig dat de binnenbuis 18 wél kan uitschuiven, doch niet kan inschuiven. Dergelijke blokkeermiddelen 20 kunnen op vele manieren worden vormgegeven, bijvoorbeeld door de contactoppervlakken van de binnenbuis 18 en/of de buitenbuis 16 te voorzien van weerhaakachtige 15 elementen of profielen, zoals bijvoorbeeld een vertanding, welke verplaatsing in een eerste richting toelaten doch verplaatsing terug beletten.The leg 7 furthermore comprises blocking means 20, adapted to block displacement of the inner tube 18 in one direction, namely such that the inner tube 18 can slide out, but cannot slide in. Such blocking means 20 can be designed in many ways, for instance by providing the contact surfaces of the inner tube 18 and / or the outer tube 16 with barb-like elements or profiles, such as, for example, a toothing, which allow displacement in a first direction but prevent movement back.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van dergelijke blokkeermiddelen 20 volgens de uitvinding zal nu worden beschreven, onder verwijzing naar FIG. 20 3. Met deze blokkeermiddelen 20 kan de binnenbuis 18 traploos, dat wil zeggen in elke willekeurige uitgeschoven stand, worden vergrendeld ten opzichte van de buitenbuis 16 teneinde inschuiven van de binnenbuis 18 te verhinderen. De blokkeermiddelen 20 omvatten daartoe een klemplaatje 22, dat scharnierend in de buitenbuis 16 is opgenomen bijvoorbeeld in een in 25 deze buitenbuis 16 voorziene gleuf 23. Het klemplaatje 22 kan hierdoor verzwenken tussen een vrijgavestand waarbij het plaatje 22 zich in hoofdzaak haaks op een lengteas N van de buitenbuis 16 uitstrekt, en een blokkerende stand (als getoond in FIG. 3), waarbij het een hellende of schrankende stand inneemt ten opzichte van genoemde lengteas N. Het 30 plaatje 22 is voorzien van een doorgang, welke voldoende groot is om de 1 027639 8 binnenbuis 18 door te laten, althans in de vrijgavestand van het plaatje 22. Echter, wanneer het plaatje 22 zich in de hellende stand bevindt, ligt de doorgang met een rand aan tegen de binnenbuis 18, waardoor beweging daarvan in één richting wordt belet, afhankelijk van de hellingsrichting van 5 het plaatje 22. In de onderhavige uitvoeringsvorm is de hellingsrichting van het plaatje 22 zodanig gekozen dat de binnenbuis 18 slechts kan uitschuiven.A preferred embodiment of such blocking means 20 according to the invention will now be described, with reference to FIG. 3. With these blocking means 20 the inner tube 18 can be steplessly locked, that is to say in any desired extended position, with respect to the outer tube 16 in order to prevent the inner tube 18 from sliding in. To that end, the blocking means 20 comprise a clamping plate 22 which is hingedly accommodated in the outer tube 16, for example in a slot 23 provided in this outer tube 16. The clamping plate 22 can hereby pivot between a release position, wherein the plate 22 is substantially perpendicular to a longitudinal axis N of the outer tube 16, and a blocking position (as shown in FIG. 3), wherein it assumes an inclined or pivoting position with respect to said longitudinal axis N. The plate 22 is provided with a passage which is sufficiently large to 1 027639 8 inner tube 18, at least in the release position of the plate 22. However, when the plate 22 is in the inclined position, the passage abuts the inner tube 18 with an edge, whereby movement thereof in one direction is is prevented, depending on the inclination direction of the plate 22. In the present embodiment, the inclination direction of the plate 22 is selected such that the inner tube 18 can only extend.

Ter plaatse van de sleuf 23 is rondom de buitenbuis 16 bijvoorkeur een verstevigingsmof 24 geplaatst, teneinde eventuele verzwakkingen van 10 de buitenbuis 16 ter plaatse op te heffen. De mof 24 kan voorts dienen ter bevestiging van hieronder nog nader te bespreken armen 8.At the location of the slot 23, a reinforcing sleeve 24 is preferably placed around the outer tube 16, in order to eliminate any weakening of the outer tube 16 on site. The sleeve 24 can furthermore serve to confirm arms 8 to be further discussed below.

Naast de hierboven beschreven blokkeermiddelen 20 is de stabilisator 5 bij voorkeur uitgerust met vrijgavemiddelen 25, om de blokkerende werking van de blokkeermiddelen 20 althans tijdelijk uit te 15 schakelen, zodat de binnenbuis 18 zonder belemmering kan worden ingeschoven, bijvoorbeeld om de stabilisator 5 na gebruik in een ingeklapte toestand te brengen (niet getoond). FIG. 3 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van dergelijke vrijgavemiddelen 25, omvattende een bus 26, welke rotatievast rond de binnenbuis 18 is aangebracht, tussen 20 het klemplaatje 22 en een tweede plaatje 29. Dit tweede plaatje 29 strekt zich in hoofdzaak haaks uit op de lengteas N van buis 18 en omvat net als het klemplaatje 22 een doorgang voor doorlating van de binnenbuis 18. Het tweede plaatje 29 is voorts zodanig gedimensioneerd dat de bus 26 hiertegen met een omtreksrand kan afsteunen. Ten behoeve van de rotatievaste 25 koppeling kunnen de bus 26, althans de boring daarvan, en de binnenbuis 18 bijvoorbeeld zijn voorzien van een of meerdere afgeplatte zijden, ter verkrijging van een rotatie-asymmetrische doorsnede. Alternatief kan gebruik worden gemaakt van een spie of spline om de bus 26 tegen rotatie op de binnenbuis 18 te borgen. Van belang is slechts, dat de borging zodanig 1 027639 9 is vormgegeven dat de binnenhuis 18 in axiale richting vrij verplaatsbaar blijft ten opzichte van de bus 26.In addition to the blocking means 20 described above, the stabilizer 5 is preferably provided with release means 25, at least temporarily to disable the blocking action of the blocking means 20, so that the inner tube 18 can be pushed in without hindrance, for example around the stabilizer 5 after use. to bring a collapsed state (not shown). FIG. 3 shows a preferred embodiment of such release means 25, comprising a bush 26, which is arranged rotationally around the inner tube 18, between the clamping plate 22 and a second plate 29. This second plate 29 extends substantially perpendicular to the longitudinal axis N of the tube 18 and, like the clamping plate 22, comprises a passage for passage of the inner tube 18. The second plate 29 is further dimensioned such that the sleeve 26 can bear against this with a peripheral edge. For the purpose of the rotation-resistant coupling, the bush 26, or at least the bore thereof, and the inner tube 18 can for instance be provided with one or more flattened sides, in order to obtain a rotationally asymmetrical cross-section. Alternatively, a key or spline can be used to secure the sleeve 26 against rotation on the inner tube 18. The only important thing is that the lock is designed in such a way that the inner tube 18 remains freely movable in axial direction relative to the bush 26.

De bus 26 is aan een naar het klemplaatje 22 gekeerde zijde voorzien van een afgeschuind eindvlak, dat zich in de in FIG. 3 getoonde 5 stand in hoofdzaak evenwijdig uitstrekt aan het hellende klemplaatje 22. Hierdoor heeft de bus 26, gemeten aan de in FIG. 3 ondergelegen zijde een axiale lengte XI die groter is dan de axiale lengte X2 van de bus 26, gemeten ter plaatse van de bovengelegen zijde.The bush 26 is provided on a side facing the clamping plate 22 with a beveled end surface which is located in the position shown in FIG. 3 extends substantially parallel to the inclined clamping plate 22. As a result, the bush 26, measured at the position shown in FIG. 3 the lower side has an axial length X1 that is greater than the axial length X2 of the bush 26, measured at the upper side.

Wanneer nu de binnenbuis 18 door een gebruiker rond haar 10 lengteas N wordt geroteerd zal de bus 26 meeverdraaien en zal het klemplaatje 22 door het afgeschuinde eindvlak S van de bus 26 naar de vrijgavestand worden gedwongen, waarin het plaatje 22 zich in hoofdzaak haaks op de lengteas N van de binnenbuis 18 uitstrekt. In deze stand is de blokkerende werking van het plaatje 22 opgeheven en kan de binnenbuis 18 15 vrij in en uit de buitenbuis 16 worden geschoven. Wanneer vervolgens de bus 26 wordt teruggedraaid (of verder gedraaid) zal het plaatje 22 terugzwenken naar de hellende stand, onder invloed van daartoe op het plaatje 22 aangrijpende voorspanmiddelen, zoals bijvoorbeeld tweede veermiddelen 31, als getoond in FIG. 3.When the inner tube 18 is now rotated by a user about its longitudinal axis N, the sleeve 26 will turn and the clamping plate 22 will be forced through the beveled end face S of the sleeve 26 to the release position, in which the plate 22 is substantially perpendicular to the longitudinal axis N of the inner tube 18. In this position the blocking action of the plate 22 is canceled and the inner tube 18 can be slid freely in and out of the outer tube 16. When the bush 26 is subsequently turned back (or further rotated), the plate 22 will pivot back to the inclined position, under the influence of biasing means engaging the plate 22 for this purpose, such as, for example, second spring means 31, as shown in FIG. 3.

20 Uiteraard kunnen de vrijgavemiddelen 25 op vele andere manieren zijn uitgevoerd. Zo kan het de afgeschuinde eindvlak van de bus 26 bijvoorbeeld worden vervangen door een in hoofdzaak haaks eindvlak, dat plaatselijk, nabij een omtreksrand is voorzien van ten minste één uitstekende nok of dergelijke, teneinde het gewenste axiale lengteverschil 25 XI,X2 te verkrijgen. Ook kan het klemplaatje 22 via een handmatig te bedienen schuif, knop of kabel naar een vrijgave stand worden bewogen.Of course, the release means 25 can be designed in many other ways. For example, the chamfered end face of the sleeve 26 can be replaced by a substantially right-angled end face, which is locally, near a peripheral edge, provided with at least one protruding cam or the like, in order to obtain the desired axial length difference X1, X2. The clamping plate 22 can also be moved to a release position via a manually operable slide, button or cable.

Teneinde bediening van de vrijgavemiddelen 25 (door rotatie van de binnenbuis 18) te vergemakkelijken kan de binnenbuis 18 zijn voorzien van een handvat 27, als getoond in FIG. 1 en 2. Dit handvat 27 is bij 30 voorkeur zodanig geplaatst, dat in ingeklapte toestand van de stabilisator 5, 1027639 10 wanneer de binnenbuis 18 grotendeels in de buitenbuis 16 is geschoven, en in een nog nader te beschrijven klembeugel 30 tegen de staander 3 wordt vastgeklemd, het handvat 27 juist boven deze klembeugel 30 is gelegen. Hierdoor kan een flens 28 van het handvat 27 als aanslag fungeren, en in 5 genoemde ingeklapte toestand uitschuiven van de binnenbuis 18 onder invloed van de veermiddelen 17 beletten, zoals nog nader zal worden uitgelegd.In order to facilitate operation of the release means 25 (by rotating the inner tube 18), the inner tube 18 may be provided with a handle 27, as shown in FIG. 1 and 2. This handle 27 is preferably positioned such that in the collapsed state of the stabilizer 5, 1027639 when the inner tube 18 is largely pushed into the outer tube 16, and in a clamping bracket 30 to be described later against the upright 3 is clamped, the handle 27 is located just above this clamping bracket 30. As a result, a flange 28 of the handle 27 can act as a stop, and in said collapsed state can prevent the inner tube 18 from sliding out under the influence of the spring means 17, as will be further explained.

De getoonde stabilisator 5 omvat voorts een arm 8, welke de poot 7 in de uitgezette stand tegen doorbuiging ondersteunt en de zwenkhoeken α 10 en β begrenst. De arm 8 is daartoe met een eerste einde zwenkbaar verbonden met de poot 7, bij voorkeur ter hoogte van en/of aan de verstevigingsmof 24, en met een tweede einde zwenkbaar én verplaatsbaar opgenomen in de bevestigingsplaat 12, in daartoe op de plaat 12 voorziene geleidemiddelen 21, zoals een rail of sleuf. Deze sleuf 21 is bij voorkeur nabij 15 een onderzijde voorzien van opsluitmiddelen, welke de arm 8 in de onderste stand kunnen opsluiten, teneinde te beletten dat de arm 8 tijdens gebruik ongewild omhoog kan bewegen. Dergelijke opsluitmiddelen kunnen bijvoorbeeld een plaatselijke vernauwing omvatten, nabij een onderste einde van de geleidemiddelen, bijvoorbeeld gevormd door veerkrachtige nokken of 20 een terugslagklep. Alternatief kunnen de geleidemiddelen aan hun onderzijde bijvoorbeeld zijn voorzien van een bajonet-achtige of L-vormige uitsparing, waarin het armeinde door een zijwaartse beweging kan worden vastgezet. Het moge duidelijk zijn dat de geleidemiddelen 21 tegen de buitenhuis 16 kunnen zijn aangebracht, in plaats van tegen de 25 bevestigingsplaat 12, en dat in dat geval arm 8 zwenkbaar aan de bevestigingsplaat 12 kan zijn verbonden, op een afstand onder de zwenkverbinding van de poot 7, welke afstand ten minste groter is dan de lengte van de arm 8. Ter vervanging van de geleidemiddelen kan de arm 8 telescopisch zijn uitgevoerd of van scharnierende geledingen zijn voorzien, 1 0276 39 i 11 waardoor de lengte van de arm instelbaar is, afhankelijk van de stand, in het bijzonder de hoeken α, β, die de poot 7 tijdens gebruik inneemt.The stabilizer 5 shown furthermore comprises an arm 8, which supports the leg 7 in the expanded position against deflection and limits the pivoting angles α 10 and β. To that end, the arm 8 is pivotally connected to the leg 7 with a first end, preferably at the height of and / or to the reinforcement sleeve 24, and is pivotably received with a second end and accommodated in the mounting plate 12, in the plate 12 provided for this purpose guide means 21, such as a rail or slot. This slot 21 is preferably provided close to a lower side with confining means, which can confine the arm 8 in the lower position, in order to prevent the arm 8 from accidentally moving upwards during use. Such confining means can for instance comprise a local constriction, near a lower end of the guide means, for instance formed by resilient cams or a non-return valve. Alternatively, the guide means may be provided on their underside, for example, with a bayonet-like or L-shaped recess, in which the arm end can be fixed by a lateral movement. It will be clear that the guide means 21 can be arranged against the outer housing 16, instead of against the mounting plate 12, and that in that case arm 8 can be pivotally connected to the mounting plate 12, at a distance below the pivotal connection of the leg 7, which distance is at least greater than the length of the arm 8. To replace the guide means, the arm 8 can be telescopic or be provided with hinged sections, whereby the length of the arm can be adjusted, depending on of the position, in particular the angles α, β, which the leg 7 occupies during use.

De stabilisator 5 omvat bij voorkeur een klembeugel 30, waarin de binnenbuis 18, in ingeklapte stand kan worden vastgeklemd. De vorm van 5 deze klembeugel 30 is bij voorkeur afgestemd op de vorm van de binnenbuis 18. Laatstgenoemde heeft in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld een in hoofdzaak ronde doorsnede, met een diameter D, en twee afgeplatte zijden 32. Ter plaatse van deze afgeplatte zijden 32 heeft de binnenbuis 18 een breedte B die kleiner is dan genoemde diameter D. De klembeugel 30 is 10 voorzien van een in hoofdzaak U-vormige klemopening 33, met een breedte B. De binnenbuis 18 kan slechts in deze klembeugel 30 worden opgenomen wanneer de afgeplatte zijden 32 zich evenwijdig uitstrekken aan de zijvlakken van de U-vormige klemopening 33. Aldus is ervoor gezorgd dat de binnenbuis 18 slechts in één of een beperkt aantal standen in de beugel 30 15 opneembaar is. Aangezien met de binnenbuis 18 tevens de vrij gave middelen 25 worden bediend, op hiervoor beschreven wijze, kunnen deze inklemstanden zodanig worden gekozen, dat daarbij de blokkeermiddelen 20 zijn ingeschakeld. Hierdoor wordt bereikt dat in genoemde ingeklemde stand, de binnenbuis 18 niet verder kan inschuiven in de buitenbuis 16.The stabilizer 5 preferably comprises a clamping bracket 30, in which the inner tube 18 can be clamped in the collapsed position. The shape of this clamping bracket 30 is preferably adapted to the shape of the inner tube 18. In the exemplary embodiment shown, the latter has a substantially round cross-section, with a diameter D, and two flattened sides 32. At the location of these flattened sides 32 the inner tube 18 has a width B that is smaller than said diameter D. The clamping bracket 30 is provided with a substantially U-shaped clamping opening 33, with a width B. The inner tube 18 can only be accommodated in this clamping bracket 30 when the flattened sides 32 extend parallel to the side faces of the U-shaped clamp opening 33. Thus, it is ensured that the inner tube 18 can only be received in the bracket 30 in one or a limited number of positions. Since the release means 25 are also operated with the inner tube 18, in the manner described above, these clamping positions can be selected such that the blocking means 20 are switched on. As a result, it is achieved that in said clamped position, the inner tube 18 cannot retract further into the outer tube 16.

20 Belangrijker, wellicht, is dat er aldus tevens voor is gezorgd dat wanneer de poot 7 uit de klembeugel 30 wordt losgenomen, de blokkeermiddelen 20 gegarandeerd zijn ingeschakeld, zonder dat de gebruiker daartoe een speciale handeling behoeft te verrichten. Hierdoor is de stabilisator 5 direct gereed voor gebruik en wordt verhinderd dat de blokkeermiddelen 20 per 25 ongeluk zijn vrijgegeven, waardoor de stabilisator 5 niet zou werken.More importantly, perhaps, it is thus also ensured that when the leg 7 is detached from the clamping bracket 30, the blocking means 20 are guaranteed to be switched on, without the user having to perform a special operation for this. As a result, the stabilizer 5 is immediately ready for use and it is prevented that the blocking means 20 are accidentally released, as a result of which the stabilizer 5 would not work.

In de hierboven beschreven ingeklemde stand wordt uitschuiven van de binnenbuis 18 belet door het handvat 27, dat onder invloed van de voorspankracht van de veermiddelen 17 met een flens 28 tegen de klembeugel 30 wordt gedrukt. Het handvat 27 fungeert aldus als 30 blokkeermiddel tegen uitschuiven.In the clamped position described above, sliding out of the inner tube 18 is prevented by the handle 27, which is pressed against the clamping bracket 30 with a flange 28 under the influence of the biasing force of the spring means 17. The handle 27 thus acts as a blocking means against sliding out.

1027639 121027639 12

De hierboven beschreven stabilisator 5 werkt als volgt. Voorafgaand aan gebruik kan de stabilisator 5 zich in de ingeklapte stand bevinden, waarbij de binnenbuis 18 in de klembeugel 30 is vastgeklemd en grotendeels in de buitenbuis 16 is opgenomen en waarbij de poot 7 en de 5 arm 8 in hoofdzaak plat tegen de staander 3 van de ladder 1 zijn gelegen. In deze stand kan de ladder 1 gemakkelijk, in relatief compacte vorm naar een gebruikslocatie worden getransporteerd, waarbij de stabilisator op voornoemde wijze tegen in- en uitschuiven is beveiligd.The stabilizer 5 described above works as follows. Prior to use, the stabilizer 5 can be in the collapsed position, the inner tube 18 being clamped in the clamping bracket 30 and largely accommodated in the outer tube 16 and wherein the leg 7 and the arm 8 are substantially flat against the upright 3 of the ladder 1 are located. In this position, the ladder 1 can easily be transported, in a relatively compact form, to a location of use, the stabilizer being secured against sliding in and out in the aforementioned manner.

De ladder 1 kan vervolgens tegen een wand 2 worden geplaatst, 10 waarna de binnenbuis 18 uit de klembeugel 30 wordt bevrijd en de poot 7 naar een gewenste stand wordt verzwenkt, waarbij de poot 7 zich zowel zijwaarts als achterwaarts (van de wand weg) kan uitstrekken, onder insluiting van respectieve hoeken cc βηβ met de staander 3. Daarbij zal arm 8 langs de geleidemiddelen 21 omlaag verplaatsen, tot de uiterste stand, 15 waarin de arm 8 vervolgens door de opsluitmiddelen zal worden vastgehouden. Gelijktijdig zal de lengte L van de poot 7 'automatisch' toenemen, doordat de binnenbuis 18 door de veermiddelen 17 wordt uitgeschoven, totdat de steunmiddelen 15 tegen de ondergrond 4 drukken. De ladder 1 is nu gereed voor gebruik.The ladder 1 can then be placed against a wall 2, after which the inner tube 18 is freed from the clamping bracket 30 and the leg 7 is pivoted to a desired position, whereby the leg 7 can move both sideways and backwards (away from the wall) extend, enclosing respective angles cc βηβ with the upright 3. Arm 8 will then move downward along the guide means 21 to the extreme position in which the arm 8 will then be held by the confining means. At the same time, the length L of the leg 7 will increase 'automatically' because the inner tube 18 is extended by the spring means 17 until the supporting means 15 press against the base 4. The ladder 1 is now ready for use.

20 Daarbij is de zijwaartse stabiliteit van de ladder 1, dat wil zeggen de weerstand tegen zijwaartse verplaatsingen en kantelingen, vergroot dankzij de zijwaartse zwenkhoek cc van de stabilisator 5, en is de aanligging van de ladder 1 tegen de wand 2 vergroot, dankzij de achterwaartse zwenkhoek β van de stabilisator. Hierdoor zal de ladder 1 tijdens gebruik 25 minder snel loskomen van de wand 2 dan een ladder 1 zonder een stabilisator 5 volgens de uitvinding. De arm 8 en de wrijvingkracht tussen de steunmiddelen 15 en de ondergrond 4 zorgen ervoor dat de poot 7 niet achterwaarts kan wegglijden.In addition, the lateral stability of the ladder 1, that is to say the resistance to lateral movements and tilting, is increased thanks to the lateral pivot angle cc of the stabilizer 5, and the abutment of the ladder 1 against the wall 2 is increased, thanks to the rearward swivel angle β of the stabilizer. As a result, the ladder 1 will detach from the wall 2 less quickly during use than a ladder 1 without a stabilizer 5 according to the invention. The arm 8 and the frictional force between the support means 15 and the base 4 ensure that the leg 7 cannot slide backwards.

1 027639 131 027639 13

Indien nu tijdens gebruik de ladder 1, onder invloed van tijdens het beklimmen daarop uitgeoefende dynamische krachten, toch een kleine verschuiving ondergaat, en daardoor met een staander op een lager gelegen gedeelte terecht komt, of indien de ondergrond 4 tijdens gebruik om andere 5 reden verzakt, dan zal de lengte L van de poot 7 zich dankzij de veermiddelen 17 automatisch ofwel zelfinstellend aanpassen tot een lengte L' (zie FIG. 1), waarbij de steunmiddelen 15 weer aanliggen tegen de ondergrond 4. Op deze wijze heeft poot 7 steeds de juiste lengte, waardoor de ladder 1 steeds stabiel is ondersteund, zonder dat de gebruiker daartoe 10 zelf hoeft in te grijpen.If during use the ladder 1, under the influence of dynamic forces exerted thereon during climbing, nevertheless undergoes a small displacement, and as a result lands with a stand on a lower part, or if the foundation 4 sinks during use for other reasons then, thanks to the spring means 17, the length L of the leg 7 will automatically or self-adjust to a length L '(see FIG. 1), wherein the support means 15 again bear against the substrate 4. In this way leg 7 always has the correct length, as a result of which the ladder 1 is always stably supported, without the user 10 having to intervene for this himself.

Na gebruik kan de stabilisator 1 eenvoudig in de ingeklapte stand worden gebracht, door de binnenbuis 18 zodanig rond zijn lengteas N te roteren dat de blokkeermiddelen 20, dat wil zeggen plaatje 22, door de bus 26 in een vrijgave stand wordt gedwongen. Hierdoor kan de binnenbuis 18 15 door de gebruiker in de buitenbuis 16 worden geschoven, terwijl hij de buitenbuis 16 terug verzwenkt tot tegen de staander 3. De stabilisator 5 kan vervolgens in deze stand worden vastgezet, door de binnenbuis 18 terug te roteren, naar een stand waarbij de binnenbuis 18 in de klembeugel 30 opneembaar is, in welke stand tevens de blokkeermiddelen 20 wederom zijn 20 geactiveerd.After use, the stabilizer 1 can simply be brought into the collapsed position by rotating the inner tube 18 around its longitudinal axis N such that the blocking means 20, i.e. plate 22, is forced into a release position by the sleeve 26. The inner tube 18 can hereby be pushed into the outer tube 16 by the user, while pivoting the outer tube 16 back against the upright 3. The stabilizer 5 can then be fixed in this position by rotating the inner tube 18 back to a position in which the inner tube 18 can be received in the clamping bracket 30, in which position also the blocking means 20 are again activated.

De uitvinding is geenszins beperkt tot het in de beschrijving en de tekening getoonde uitvoeringsvoorbeeld. Alle combinaties van delen van de beschreven en/of getoonde uitvoeringsvorm worden geacht onder de uitvindingsgedachte te vallen. Bovendien zijn vele variaties daarop mogelijk 25 binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.The invention is in no way limited to the exemplary embodiment shown in the description and the drawing. All combinations of parts of the described and / or shown embodiment are understood to fall under the inventive concept. Moreover, many variations thereof are possible within the scope of the invention as set forth in the claims.

Zo kan de schorende arm eventueel worden weggelaten, of begrenzing van de zwenkhoeken α,β van de poot op andere wijze worden gerealiseerd, bijvoorbeeld met in of nabij de zwenkmiddelen van de poot voorziene stoppers, zoals nokken, die verdere rotatie van de poot 30 verhinderen. Indien gebruik wordt gemaakt van twee of meerdere 1027639 14 stabilisatoren, als hiervoor getoond, kunnen de bevestigingsmiddelen zodanig zijn ingericht, dat deze stabilisatoren (ook) onderling zijn verbonden, alternatief kan de of elke stabilisator integraal met de ladder zijn verbonden. Voorts kan de stabilisator worden uitgevoerd zonder veer-5 en dempmiddelen. Hierdoor is de stabilisator niet langer zelfïnstellend tijdens gebruik. Echter, een dergelijke stabilisator kan nog steeds voordeel bieden, doordat de lengte van de ondersteunende poot zeer nauwkeurig kan worden ingesteld, dankzij de traploos instelbare blokkeermiddelen. Hierdoor kan een ladder op oneffen ondergrond toch stabiel worden ondersteund.For example, the bracing arm can be omitted, or limitation of the pivot angles α, β of the leg can be realized in a different manner, for example with stoppers provided in or near the pivoting means of the leg, such as cams, which prevent further rotation of the leg. . If two or more stabilizers are used, as shown above, the fixing means can be arranged such that these stabilizers are (also) mutually connected, alternatively the or each stabilizer can be integrally connected to the ladder. Furthermore, the stabilizer can be made without spring and damping means. This means that the stabilizer is no longer self-adjusting during use. However, such a stabilizer can still be advantageous in that the length of the supporting leg can be adjusted very accurately, thanks to the continuously adjustable blocking means. This allows a ladder on uneven ground to be supported stably.

10 Deze en vele variaties worden geacht te liggen binnen het raam van de uitvinding zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.These and many variations are understood to lie within the framework of the invention as set forth in the following claims.

10276391027639

Claims

A stabilizer (5) for stabilizing a ladder, scaffolding or similar climbing device (1), comprising at least one leg (7), which is provided near a first end (9) with fixing means (6) for fixing to the climbing device (1), and near a second end (14) is adapted to support on a base (4), the leg (7) being made up of at least two parts (16, 18), which are mutually connected in such a way , that in use a length (L, L ') of the leg (7) is self-adjusting.

Stabilizer (5) according to claim 1, wherein a gas spring is provided as spring means (17).

Stabilizer (5) according to claim 1 or 2, wherein damping means are furthermore provided.

Stabilizer (5) according to one of the preceding claims, in which the leg (7) is pivotally connected to the clamping device (1), so that the leg 15 (7) is pivotable between a first, collapsed position in which the leg (7) substantially abuts against a post (3) of the climbing device (1) and a second, stabilizing position, the leg (7) enclosing an angle (α, β) with the post.

5. Stabilizer according to any one of the preceding claims, wherein the clamping device (1) to be stabilized is supported obliquely against a wall (2) and wherein the leg (7) in use can assume a stabilizing position (β), wherein the climbing device (1) ) is pressed against the wall (2) by the leg (7).

6. Stabilizer according to one of the preceding claims, wherein blocking means (20) are provided for blocking the length adjustment of the leg (7) in at least one direction. 1 027639

Stabilizer according to claim 6, wherein the blocking means (20) are adapted to allow a length increase of the leg (7) and to prevent a length reduction.

Stabilizer (5) according to claim 6 or 7, wherein the blocking means (20) comprise at least one plate (22) which is pivotally connected to one of the parts (16, 18) and is provided with an opening for passage of the other part (18, 16), wherein the at least one plate (22) is in use in foaming engagement with this second part (18, 16), thereby preventing movement of this part (18, 16) in one pass direction 10 and allowing in an opposite pass direction.

Stabilizer (5) according to one of claims 6 to 8, wherein release means (25) are provided for operating the blocking means (20), and optionally enabling or disabling the blocking action thereof.

Stabilizer (5) according to claim 9, wherein the release means (25) are operable by rotation of one of the leg parts (16, 18) about the longitudinal axis (N) of the leg (7).

11. Stabilizer (5) as claimed in any of the foregoing claims, wherein clamping means (30) are provided, for securing the leg (7) in a collapsed position.

Stabilizer (5) according to claim 11 and one of claims 6-10, wherein the clamping means (30) are arranged such that when the leg (7) is fixed in these clamping means (30), the blocking means (20) are enabled.

Stabilizer (5) according to one of the preceding claims, wherein strut means (8) are provided to support the leg (7) in a stabilizing position.

Stabilizer (5) according to claim 13, wherein the strut means (8) comprise an arm which is arranged to lie substantially parallel to the leg (7) in a first, collapsed position and in a second, supporting position to enclose a corner with this leg (7).

Stabilizer (5) according to claim 14, wherein the arm (8) is pivotally connected near a first end to the fastening means (6) or the leg (7), and is movably accommodated in guide means (21) near an opposite second end ) provided on the leg (7) or the fastening means (6).

16. Stabilizer (5) for stabilizing a ladder, scaffolding or similar climbing device (1), comprising a leg (7), which is provided near a first end (9) with fixing means (6) for fixing to the climbing device (6). 1), and is arranged near a second end (14) to support on a base (4), the leg (7) being made up of at least two parts (16, 18) which are mutually connected, preferably according to one of the preceding claims, that a length (L, L ') of the leg (7) is infinitely adjustable.

A climbing device (1), such as a ladder or scaffolding, provided with at least one stabilizer (5) according to one of the preceding claims. 1 027639