NL1027139C2

NL1027139C2 - Seating furniture.

Info

Publication number: NL1027139C2
Application number: NL1027139A
Authority: NL
Inventors: Josef Holzner; Stefan Haider
Original assignee: Himolla Polstermoebel Werk
Priority date: 2003-09-30
Filing date: 2004-09-29
Publication date: 2005-08-08
Also published as: AT7598U1; NL1027139A1; CH697176A5; DE20315108U1; CH697176B8

Description

VV

P70781NL00 Titel: Zit-/ligmeubelP70781NL00 Title: Seating / reclining furniture

De uitvindingThe invention

De uitvinding betreft een zit-/ligmeubel, in het bijzonder een hoekelement of een afsluitend zijelement voor een bankstel of meubelset, met een onderstel en een rugleuning, waarbij ten minste een deel van de rugleuning ten 5 opzichte van het onderstel verstelbaar is.The invention relates to a seating / reclining furniture, in particular a corner element or a closing side element for a sofa set or furniture set, with a base and a backrest, wherein at least a part of the backrest is adjustable relative to the base.

Dergelijke zit-/ligmeubels zijn in hoofdzaak bekend.Such seating / reclining furniture are essentially known.

DE 94 12 464 UI beschrijft een hoekelement voor een bankstel, dat 10 van een verstelbaar rugleuningdeel is voorzien dat om een ten minste in wezen staand verlopende as verstelbaar is.DE 94 12 464 U1 describes a corner element for a sofa set which is provided with an adjustable backrest part that is adjustable about an at least substantially upright axis.

Verstelbare toevoegingssteundelen, die in het hoekgebied van een bankstel of in het gebied aan een vrij einde van een vertakking van een 15 bankstel geplaatst kunnen worden, zijn uit DE 297 13 742 UI bekend.Adjustable addition support parts which can be placed in the corner region of a couch or in the region at a free end of a branch of a couch are known from DE 297 13 742 UI.

Uit DE 93 11 896 UI is een zit- en/of ligmeubel bekend, dat een ten minste gedeeltelijk ongeveer kringvormig gevormd segment van de zitting — respectievelijk het ligvlak bevat, dat aan een vast opgesteld segment van 20 het meubel om een loodrecht op de zitting - respectievelijk het ligvlak gelegen as verdraaibaar is verbonden en van een leuning is voorzien. Dit draaideel bevindt zich aan het vrije einde van een gestoffeerd tweezitsmeubel.From DE 93 11 896 UI a seating and / or reclining furniture is known which comprises an at least partially approximately circularly shaped segment of the seat - or the lying surface, which is attached to a fixed segment of the furniture about a perpendicular to the seat - respectively the axis lying on the lying surface is rotatably connected and provided with a handrail. This turntable is located at the free end of an upholstered two-seater furniture.

25 DE 298 16 200 UI beschrijft een zit- en/of ligmeubel met een traploos verstelbare leuning, waarvan bij een hellingsverstelling de leuning 1027139 I v I 2 I gelijktijdig in het vlak van de zitting - respectievelijk het ligvlak verschoven I wordt.DE 298 16 200 UI describes a seating and / or reclining piece of furniture with a continuously adjustable backrest, of which the backrest 1027139 I v I 2 I is simultaneously shifted in the plane of the seat - or the lying surface - in the case of an inclination adjustment.

I Uit DE 39 28 005 Al is een hellingsverstelbaar hoofdeinde van een I 5 zit- en/ofligmeubel bekend.DE 39 28 005 A1 discloses an inclination-adjustable headboard for an I 5 seating and / or reclining piece of furniture.

Het doel van de uitvinding is om een zit-/ligmeubel van de in de aanhef beschreven soort te verschaffen, dat zo veelzijdig mogelijk inzetbaar I is.The object of the invention is to provide a seating / reclining furniture of the type described in the preamble which can be used as versatile as possible.

I 10 I Dit doel wordt bereikt door de maatregelen van conclusie 1 en in I het bijzonder daardoor, dat het verstelbare rugleuningdeel zowel voor wat betreft de oriëntatie als de helling van de rugleuning verstelbaar is.This object is achieved by the features of claim 1 and in particular by the fact that the adjustable backrest part is adjustable both as regards the orientation and the inclination of the backrest.

I 15 In de zin van de uitvinding dient onder een verstelling van het I rugleuningdeel voor wat betreft de oriëntatie te worden verstaan, dat bij een I oriëntatieverstelling van het rugleuningdeel de oriëntatie met betrekking I tot het onderstel zodanig verandert, dat een tegen het rugleuningdeel I aanleunende gebruiker voor de oriëntatieverstelling in een andere richting 20 kijkt dan na de oriëntatieverstelling.In the sense of the invention, an adjustment of the backrest part with regard to orientation is to be understood to mean that with an orientation adjustment of the backrest part, the orientation with respect to the chassis changes so that an adjustment against the backrest part is made. adjacent user looks in a different direction for the orientation adjustment than after the orientation adjustment.

I Met het zit-/ligmeubel volgens de uitvinding is de gebruiker I daarom op voordelige wijze in staat, niet alleen de helling van het verstelbare rugleuningdeel aan zijn behoeften aan te passen, maar kan hij I 25 het verstelbare rugleuningdeel bovendien in een positie brengen, waarin hij I gemakkelijk kan leunen en daarbij ook, als hij dat wenst, met betrekking tot I het onderstel is uitgelijnd. De gebruiker kan zich bijvoorbeeld op deze manier gemakkelijk naar een andere persoon wenden, zonder zich te hoeven I verdraaien.With the seating / reclining furniture according to the invention, the user is therefore advantageously able not only to adjust the inclination of the adjustable backrest part to his needs, but can also bring the adjustable backrest part into a position, in which he can easily lean and thereby also, if he so wishes, the chassis is aligned with respect to I. For example, the user can easily turn to another person in this way, without having to twist.

I 30 I 1027139 'l 3I 30 I 1027139, 13

In het bijzonder dan, wanneer het bij het zit-Zligmeubel volgens de uitvinding een hoekelement of een afsluitend zijelement van een bankstel of meubelset betreft, kan deze zodanig ruim oriëntatieverstelbaar uitgevoerd zijn, dat de gebruiker gemakkelijk kan leunen en tegelijkertijd zijn benen op 5 een aangrenzend zit-/ligvlak bijvoorbeeld een vertakking van het bankstel kan leggen, waarbij de hellingsverstelbaarheid van het rugleuningdeel gelijktijdig verschillende zittende, halfliggende of liggende posities mogelijk maakt.In particular then, when the seating-seating furniture according to the invention is a corner element or a closing side element of a sofa or furniture set, it can be of such a wide orientation that the user can lean easily and simultaneously rest his legs on an adjacent sitting / lying surface, for example, can lay a branch of the couch, wherein the inclination adjustability of the backrest part allows different sitting, half-lying or lying positions simultaneously.

10 De verstelbewegingen van het rugleuningdeel kunnen in hoofdzaak op willekeurige wijze gerealiseerd worden. Zo kan het zowel bij de oriëntatieverstelling als bij de hellingsverstelling telkens om een zuivere zwenkbeweging om een zwenkas gaan. Er kunnen ook telkens meerdere zuivere zwenkbewegingen gecombineerd worden, om complexere 15 verstelbewegingen mogelijk te maken. Zuivere zwenkbewegingen zijn echter niet dwingend noodzakelijk. De verstelbewegingen kunnen telkens een combinatie van meerdere elementaire bewegingen zijn, waarbij een elementaire beweging ofwel een draai- of zwenkbeweging of een translatiebeweging is.The adjusting movements of the backrest part can be realized substantially in any desired manner. For example, both the orientation adjustment and the slope adjustment can always be a pure pivotal movement about a pivot axis. It is also possible to combine several pure pivotal movements in each case, to enable more complex adjustment movements. However, pure swiveling movements are not necessarily necessary. The adjusting movements can in each case be a combination of several elementary movements, wherein an elementary movement is either a turning or pivoting movement or a translation movement.

2020

In een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding is het rugleuningdeel voor de oriëntatieverstelling om ten minste een althans bij benadering staand verlopende as verstelbaar. Daarbij dient het begrip "staand verlopende" in de zin van een afwijking van de horizontaal te 25 worden verstaan. De as kan zich verticaal ten opzichte van de grond of ten opzichte van een met betrekking tot de grond hellend zit-/ligvlak uitstrekken. Onder een staand verloop van de verstelas dienen echter ook richtingen te worden verstaan, die van een dergelijke verticaal verloop afwijken. Zo kan de verstelas met betrekking tot een verticaal ten opzichte 30 van de grond of het zit-/ligvlak onder een hoek van tussen de 0° en 45° 1027139 staan. Ook dergelijk hellende verstelassen zijn in de zin van de uitvinding als staand verlopende assen te verstaan.In a preferred embodiment of the invention, the backrest part for the orientation adjustment is adjustable about at least one at least approximately extending axis. The term "standing-running" in the sense of a deviation from the horizontal is to be understood. The axle can extend vertically with respect to the ground or with respect to a seat / lying surface inclined with respect to the ground. However, a vertical course of the adjusting shaft must also be understood to mean directions which deviate from such a vertical course. For example, the adjustment axis can be at an angle of between 0 ° and 45 ° 1027139 with respect to a vertical with respect to the ground or the sitting / lying surface. In the sense of the invention, such inclined adjustment shafts can also be understood as standing shafts.

I De hellingsverstelling van het rugleuningdeel kan om ten minste I 5 een bij voorkeur althans bij benadering horizontaal verlopende as plaats I hebben. Deze as kan parallel aan de grond lopen, maar in principe ook een ten opzichte van de grond gehelde richting vertonen.The inclination adjustment of the backrest part can take place around at least an axis, preferably at least approximately horizontally extending. This axis can run parallel to the ground, but can in principle also have a direction inclined relative to the ground.

I Zowel voor de oriëntatieverstelling als de hellingsverstelling kan de I 10 verstelbeweging van het rugleuningdeel een combinatie van meerdere telkens om een as plaatshebbende zwenkbewegingen zijn.For both the orientation adjustment and the inclination adjustment, the adjustment movement of the backrest part can be a combination of several pivotal movements, which are in each case arranged around an axis.

Om bij ieder praktijkrelevante hellingsverstelling van het rugleuningdeel een aansprekende uiterlijk van het meubel te garanderen, I 15 kan er overeenkomstig een verder uitvoeringsvoorbeeld in voorzien zijn, dat I de beweging van de onderzijde van het rugleuningdeel gedurende ten I minste een deel van de hellingsverstelling althans bij benadering als een I translatiebeweging uitvoerbaar is, die parallel aan een zit-/ligvlak verloopt.In order to guarantee an appealing appearance of the furniture in any practice-relevant inclination adjustment of the backrest part, it can be provided, in accordance with a further exemplary embodiment, that the movement of the underside of the backrest part during at least a part of the inclination adjustment at least at approach if an I translation movement is executable, which runs parallel to a sitting / lying surface.

20 Bij voorkeur is het rugleuningdeel met het onderstel via een I combinatiemechanisme verbonden, dat met het achterste einde aan het I onderstel oriëntatieverstelbaar bevestigd is en aan zijn vrije voorste einde I het rugleuningdeel hellingsverstelbaar draagt.The backrest part is preferably connected to the frame via a combination mechanism, which is orientably adjustable with its rear end on the frame I and supports the backrest part tiltably adjustable at its free front end.

I 25 Het combinatiemechanisme kan zich althans bij benadering I parallel aan of onder een geringe hoek met een zit-/ligvlak uitstrekken.The combination mechanism can extend at least approximately parallel to or at a slight angle with a seating / lying surface.

I Verder omvat het combinatiemechanisme bij voorkeur een I oriëntatiemechanisme voor het oriëntatieverstellen van het rugleuningdeel, I 30 een drager evenals een hellingsmechanisme voor het hellingsverstellen van 11027139 5 het rugleuningdeel. Via het hellingsmechanisme is het rugleuningdeel aan de drager bevestigd, waarbij bij voorkeur het hellingsmechanisme nabij zijn ene einde aan de drager en nabij zijn andere einde aan het rugleuningdeel scharnierend is verbonden.Furthermore, the combination mechanism preferably comprises an orientation mechanism for orienting the backrest part, a carrier as well as a tilting mechanism for tilting the backrest part. The backrest part is attached to the carrier via the tilting mechanism, wherein the tilting mechanism is preferably hingedly connected to its support at one end and to the backrest part near its other end.

55

Het hellingsmechanisme kan ten minste een tussen rugleuningdeel en drager geplaatste scharnierstang omvatten, die bij een uitgangspositie met een grote helling van het rugleuningdeel op zijn minst bij benadering parallel aan of onder een geringe hoek met deze rugleuning verloopt en zich 10 bij een zich in een eindpositie met een geringe helling bevindend rugleuningdeel ten minste bij benadering parallel aan of onder een geringe hoek met het zit-/ligvlak uitstrekt.The inclination mechanism may comprise at least one pivot rod placed between the backrest part and the carrier, which, at a starting position with a great inclination of the backrest part, extends at least approximately parallel to or at a slight angle with this backrest and moves into an end position. with a slight inclination, the backrest part extends at least approximately parallel to or at a slight angle with the seat / lying surface.

Het oriëntatiemechanisme kan ten minste een scharnierstang 15 omvatten, die nabij zijn ene einde aan het onderstel is verbonden en nabij zijn andere einde het rugleuningdeel via de drager hellingsverstelbaar draagt.The orientation mechanism may comprise at least one pivot rod 15, which is connected to the undercarriage near its one end and which supports the backrest part near its other end through the support for inclination adjustment.

De stang van het richtingsmechanisme kan tenminste een in de 20 vorm van een liggende T uitgevoerde etelarm bevatten, waarbij de dwarsstang van de T beweegbaar aan het onderstel is bevestigd en het rugleuningdeel aan het vrije einde van de schacht van de T is bevestigd.The rod of the directional mechanism may comprise at least one etching arm in the form of a horizontal T, wherein the transverse rod of the T is movably attached to the chassis and the backrest part is attached to the free end of the shaft of the T.

In een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld omvat het 25 oriëntatiemechanisme twee telkens in de vorm van een liggende T uitgevoerde stelarmen, die tezamen zoals een vierstangenmechanisme werkzaam zijn.In a preferred embodiment, the orientation mechanism comprises two adjusting arms, each in the form of a horizontal T, which, together, act as a four-rod mechanism.

Zowel voor de oriëntatieverstelling als voor de hellingsverstelling ie 30 bij voorkeur in een inrichting voorzien, waarmee het rugleuningdeel 1027139 I 6 I telkens in een ingestelde positie gefixeerd kan worden. Bij deze I fixeerinrichtingen kan het in het bijzonder om bij voorkeur telescoopachtig vastzetmechanismen gaan, waarbij de verdeling van de steunpunten I willekeurig fijn afgesteld kan worden. Deze mechanismen kunnen van een 5 vrijgeeffunctie voorzien zijn, die het mogelijk maakt, door het bewegen van I het rugleuningdeel tot voorbij een maximaal steunpunt, het vastzetsysteem I in een vrijgavepositie te schakelen, zodat het rugleuningdeel naar de I betreffende uitgangspositie terug bewogen kan worden, waarop het vastzetsysteem weer in werking wordt geschakeld. In plaats van 10 vastzetmechanismen of andere fixeerinrichtingen voor het trapsgewijs I fixeren van de ingestelde posities van het rugleuningdeel kan ook in I fixeerinrichtingen voorzien zijn, die een traploos verstellen van de oriëntatie I en de helling van het rugleuningdeel mogelijk maken.Both for the orientation adjustment and for the inclination adjustment, it is preferable to provide a device with which the backrest part 1027139 I 6 I can in each case be fixed in a set position. These fixing devices may in particular be telescoping-like securing mechanisms in which the distribution of the points of support I can be fine-tuned as desired. These mechanisms may be provided with a release function which makes it possible to move the restraint system I to a release position by moving the backrest portion beyond a maximum support point, so that the backrest portion can be moved back to the relevant starting position, which the locking system is put back into operation. Instead of fixing mechanisms or other fixing devices for the stepwise fixing of the adjusted positions of the backrest part, it is also possible to provide fixing devices which allow a continuous adjustment of the orientation I and the inclination of the backrest part.

15 Verder kan zowel voor de oriëntatieverstelling als voor de hellingsverstelling in een terugstelinrichting bijvoorbeeld in de vorm van I één of meerdere trekveren voorzien zijn, waardoor het rugleuningdeel in de I betreffende uitgangspositie teruggeklapt wordt.Furthermore, one or more tension springs can be provided both for the orientation adjustment and for the inclination adjustment in a resetting device in the form of I, as a result of which the backrest part is folded back into the relevant starting position.

I 20 De uitvinding betreft bovendien een bankstel of meubelset met bij voorkeur ten minste een onderstel en ten minste een rugleuning evenals ten I minste een zit-/ligmeubel, zoals het hiervoor nader toegelicht is, dat wil I zeggen, een zit-Aigmeubel, dat ten minste een verstelbaar rugleuningdeel I omvat, dat zowel met betrekking tot de oriëntatie als de helling van de I 25 rugleuning versteld kan worden.The invention furthermore relates to a couch or furniture set with preferably at least one undercarriage and at least one backrest as well as at least one sitting / reclining furniture, as further explained above, that is to say, a sitting furniture, which comprises at least one adjustable backrest part I, which can be adjusted both with regard to the orientation and the inclination of the backrest.

I Het zit-/ligmeubel van het bankstel of meubelset is bij voorkeur als hoekelement of als afsluitend zijelement uitgevoerd.The seating / reclining furniture of the couch or furniture set is preferably designed as a corner element or as a closing side element.

I 1027139 7I 1027139 7

Verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn in de afhankelijke conclusies, de beschrijving en de tekeningen weergegeven.Further embodiments of the invention are shown in the dependent claims, the description and the drawings.

De uitvinding wordt in het hiernavolgende onder verwijzing naar 5 de tekening beschreven. In de tekening tonen:The invention is described below with reference to the drawing. Show in the drawing:

Fig. la en lb telkens schematisch een als hoekelement uitgevoerd zit-/ligmeubel in een zijaanzicht overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de uitvinding, en wel bij gelijke oriëntatie -instelling met verschillende 10 hellingsinstellingen enFIG. 1a and 1b diagrammatically show a seating / reclining piece of furniture designed as a corner element in a side view according to an embodiment of the invention, namely with the same orientation setting with different inclination settings and

Fig. 2 een schematisch bovenaanzicht van het hoekelement van fig.FIG. 2 is a schematic top view of the corner element of FIG.

la en lb 15 Het zit-digmeubel overeenkomstig de uitvinding omvat een onderstel 11 met een sokkel 47 en een aan het onderstel bevestigd rugleuningsegment 25. Tezamen met twee verstelbare rugleuningdelen 15, waarvan in fig. la en lb telkens alleen één rugleuningdeel 15 is afgebeeld, vormt het aan het onderstel bevestigd rugleuningsegment 25 de rugleuning 20 13 van het hoekelement volgens de uitvinding.1a and 1b. The seating furniture according to the invention comprises a base 11 with a base 47 and a backrest segment 25 attached to the base. Together with two adjustable backrest parts 15, of which only one backrest part 15 is shown in Figs. the backrest segment 25 attached to the frame forms the backrest 13 of the corner element according to the invention.

Een zit-/ligdeel van het meubel omvat een zit-Zligkussen 45 met een ten opzichte van de grond licht hellend zit-/ligvlak 23. Omwille van de overzichtelijkheid is in fig. la en lb het verstelbare rugleuningdeel 15 25 telkens zonder rugleuningkussen en vereenvoudigd weergegeven, zodat de -zoals fig. 2 weergeeft - gebogen vormgeving van het rugleuningdeel 15 uit fig. la en lb niet naar voren komt.A seat / reclining part of the furniture comprises a seat reclining cushion 45 with a seat / reclining surface 23 that is slightly inclined relative to the ground. For the sake of clarity, in Figs. La and lb the adjustable backrest part 15 is each without backrest cushion and simplified 2, so that the curved shape of the backrest part 15 of Figs. 1a and 1b does not emerge.

Met het aan het onderstel bevestigde rugleuningsegment 25, dat 30 zich (zie fig. 2) achter de verstelbare rugleuningdelen 15 uitstrekt, zijn de 1027139 I 8 I rugleuningdelen 15 telkens via een enkel combinatiemechanisme I verbonden, dat een drager 27, een hellingsmechanisme 29 voor I hellingsverstelling evenals een oriëntatiemechanisme 31 voor I oriëntatieverstelling omvat waarmee gelijktijdig de helling en de oriëntatie I 5 van de rugleuning van het rugleuningdeel 15 kunnen worden veranderd.With the backrest segment 25 attached to the frame, which extends (see Fig. 2) behind the adjustable backrest parts 15, the backrest parts 15 are connected in each case via a single combination mechanism I, which supports a carrier 27, an inclination mechanism 29 Inclination adjustment as well as an orientation mechanism 31 for orientation adjustment with which simultaneously the incline and orientation of the backrest of the backrest part 15 can be changed.

I De mechanismen van de beide verstelbare rugleuningdelen 15 zijn I in opbouw gelijk uitgevoerd. Vanwege de overzichtelijkheid is in fig. 2 alleen I het mechanisme van één rugleuningdeel 15 van verwijzingscijfers voorzien.The mechanisms of the two adjustable backrest parts 15 are of the same construction. For the sake of clarity, in Fig. 2 only the mechanism of one backrest part 15 is provided with reference numerals.

I 10 Alle dit rugleuningdeel 15 en het daarbij behorende mechanisme betreffende uitvoeringen gelden overeenkomstig voor het andere verstelbare I rugleuningdeel 15.All this backrest part 15 and the associated mechanism with regard to versions apply correspondingly to the other adjustable backrest part 15.

I Het oriëntatiemechanisme 31 omvat twee T-vormig uitgevoerde 15 stelarmen 39, waarvan in fig. la en lb maar één stelarm 39 is afgebeeld.The orientation mechanism 31 comprises two T-shaped adjusting arms 39, of which only one adjusting arm 39 is shown in Figs. 1a and 1b.

I Deze T-stelarmen 39 zijn zodanig liggend geplaatst, dat de aan het onderstelThese T-adjusting arms 39 are positioned in such a way that the on the chassis

bevestigde rugleuningsegment 25 aangebrachte dwarsstang 41 van de Tattached backrest segment 25, attached cross bar 41 of the T

I loodrecht op het zit-/ligvlak 23 verloopt, terwijl de schacht 43 van de T zich I loodrecht op dwarsstang 41 en daarmee parallel aan zit-/ligvlak 23 I 20 uitstrekt. De stelarmen 39 zijn telkens via de dwarsstang 41 verzwenkbaar aan het aan het onderstel bevestigde rugleuningdeel 25 verbonden. Hiertoe I is de dwarsstang 41 vast met de schacht 43 verbonden buis of huls I uitgevoerd, die respectievelijk draaibaar om lagerpennen 65 gelagerd is, die I vast met basisplaat 49 verbonden zijn, die weer aan het aan het onderstel I 25 bevestigde rugleuningdeel 25 bevestigd zijn. Het op deze manier gerealiseerde oriëntatiemechanisme 31 vertoont hierdoor een eenvoudige, I maar echter uiterst stabiele opbouw.I extends perpendicular to the sitting / lying surface 23, while the shaft 43 of the T extends perpendicular to transverse bar 41 and thus parallel to sitting / lying surface 23. The adjusting arms 39 are in each case pivotably connected via the crossbar 41 to the backrest part 25 fixed to the frame. For this purpose, the crossbar 41 is designed to be a pipe or sleeve I which is fixedly connected to the shaft 43 and which is respectively rotatably mounted about bearing pins 65, which I are fixedly connected to base plate 49, which are in turn attached to the backrest part 25 attached to the chassis I 25 . As a result, the orientation mechanism 31 realized in this way has a simple, yet extremely stable structure.

Zoals fig. 2 toont, vormen de beide stelarmen 39 samen een I 30 vierstangenmechanisme, waarbij twee zwenkassen 17a en 17c door de I 1027139 9 middenassen van de dwarsstangen 41 respectievelijk de aan het onderstel bevestigde lagerpennen 65 (volgens fig. la en lb) bepaald zijn.As Fig. 2 shows, the two adjusting arms 39 together form a four-rod mechanism, wherein two pivot axes 17a and 17c are determined by the central axes of the transverse rods 41 and the bearing pins 65 (according to Figs. 1a and 1b) respectively. to be.

De beide andere zwenkassen 17b en 17d zijn door scharnierende 5 verbindingen van de vrije einden van de schachten 43 van de stelarmen 39 met de drager 27 bepaald. De drager 27 bevat een in de richting van het aan het onderstel bevestigde rugleuningdeel 25 open U-profiel 59 (zie fig. lb), waarin de schachten van de stelarmen 39 met hun vrije einden naar binnen steken, die om zich loodrecht ten opzichte van de U-benen van het U-profiel 10 59 verlopende lagerpennen (niet afgebeeld) verzwenkbaar zijn gelagerd.The other two pivot axes 17b and 17d are determined by hinged connections of the free ends of the shafts 43 of the adjusting arms 39 to the carrier 27. The carrier 27 comprises a U-profile 59 (see Fig. 1b) which is open in the direction of the backrest part 25 fixed to the frame, into which the shafts of the adjusting arms 39 protrude with their free ends, which are about perpendicular to the U-legs of the U-profile 10 59 running bearing pins (not shown) are pivotably mounted.

Door dit door de stelarmen 39 gevormde vierstangenmechanieme is de beweging van het U-profiel 59 en daarmee van de dragers 27 eenduidig bepaald. Deze beweging van de dragers 27 (en daarmee rugleuningdeel 15) 15 kan als een combinatie van twee zuivere zwenkbewegingen beschreven worden: de in fig. 2 gestippeld afgebeelde drager 27 is om de as 17b ten opzichte van stelarm 39 met de langere schacht 43 verzwënkbaar, terwijl deze stelarm 39 op haar beurt om de aan het onderstel bevestigde as 17a verzwenkt kan worden. De stelarm 39 met de kortere schacht 43 zorgt 20 ervoor, dat de drager 27 niet vrij om de as 17b verzwenkbaar is, en vormt een dwanggeleiding voor de drager 27. Als alternatief kan de dwanggeleiding van de drager 27 ook zo beschreven worden, dat de drager 27 om de beide assen 17c en 17d verzwenkbaar is, terwijl de stelarm 39 met de langere schacht 43 de beweging van de drager 27 eenduidig bepaalt.This movement of the U-profile 59 and therefore of the carriers 27 is unambiguously determined by this four-rod mechanism formed by the adjusting arms 39. This movement of the carriers 27 (and thus the backrest part 15) 15 can be described as a combination of two pure pivotal movements: the carrier 27 shown in dotted lines in Fig. 2 is pivotable about the axis 17b with respect to adjusting arm 39 with the longer shaft 43, while this adjusting arm 39 in turn can be pivoted about the shaft 17a mounted on the chassis. The adjusting arm 39 with the shorter shaft 43 ensures that the carrier 27 is not freely pivotable about the shaft 17b and forms a forced guide for the carrier 27. Alternatively, the forced guide of the carrier 27 can also be described such that the carrier 27 can be pivoted about both axes 17c and 17d, while the adjusting arm 39 with the longer shaft 43 unambiguously determines the movement of the carrier 27.

2525

Door de keuze van de afstanden tussen de vier parallel aan elkaar verlopende assen 17a, 17b, 17c en 17d kan de resulterende verstelbeweging van de dragers 27 en daarmee de rugleuningdelen 15 precies opgelegd worden.By the choice of the distances between the four axes 17a, 17b, 17c and 17d running parallel to each other, the resulting adjusting movement of the carriers 27 and thus the backrest parts 15 can be precisely imposed.

30 1027139 I 10 ! I Overeenkomstig fig. la en lb is de drager 27 in het gebied van de overgang tussen het onderste U-been en de U-brug van het U-profiel 59 met I een horizontaal verlopende zwenkas 19b vastleggende stang verbonden, I waaraan een H-vormig uitgevoerde scharnierstang 33 van het I 5 hellingsmechanisme 29 scharnierend is verbonden. Hiertoe zijn de beide I zijdelen van de H-vormige scharnierstang 33 telkens met hun ene einde aan I de eerder genoemde, vast met het U-profiel 59 verbonden scharnierstang verbonden, terwijl de tegenoverliggende einden van de zijdelen van de I scharnierstang 33 aan vast met de achterkant van het rugleuningdeel 15 I 10 verbonden bevestigingsklampen 61 verzwenkbaar via de zwenkassen 19a verbonden zijn.30 1027139 I 10! In accordance with Figs. 1a and 1b, in the region of the transition between the lower U-leg and the U-bridge of the U-profile 59, the carrier 27 is connected to a horizontally extending pivot axis 19b, to which an H- pivot rod 33 of the tilting mechanism 29 is hingedly connected. To this end, the two side parts of the H-shaped hinge rod 33 are connected with their one end to the hinge rod previously mentioned, which is fixedly connected to the U-profile 59, while the opposite ends of the side parts of the hinge rod 33 are fixed to the mounting brackets 61 connected to the rear of the backrest part 15 I 10 are pivotably connected via the pivot axes 19a.

I De dwarsbrug 37 van de H-vormige scharnierstang 33 dient als een met het I U-profiel 59 van de drager 27 samenwerkende eindaanslag, waarop hierna 15 nader wordt ingegaan. De beide bevestigingsklampen 61 van rugleuningdeel I 15 zijn met een boven de scharnierstang 33 lopende dwarsstang 35 I verbonden, die eveneens als een hieronder nader toegelichte eindaanslag dient.The cross bridge 37 of the H-shaped hinge rod 33 serves as an end stop cooperating with the U-profile 59 of the carrier 27, which will be discussed in more detail below. The two fastening brackets 61 of backrest part 15 are connected to a transverse bar 35 I extending above the hinge bar 33, which also serves as an end stop explained in more detail below.

I 20 Met de scharnierstang 33 maakt hellingsmechanisme 29 een I hellingsverstelling mogelijk van het rugleuningdeel 15 om de beide parallel aan elkaar verlopende zwenkassen 19a en 19b ten opzichte van het U- profiel 59 van de drager 27.With the pivot rod 33, the inclination mechanism 29 allows an inclination adjustment of the backrest part 15 about the two pivot axes 19a and 19b running parallel to each other relative to the U-profile 59 of the carrier 27.

I 25 Zowel het oriëntatiemechanisme 31 als het hellingsmechanisme 29 zijn I beiden van een steunmechanisme (niet afgebeeld) voorzien voor de fixering I van de ingestelde posities als ook van een terugstelmechanisme in de vorm van een trekveer (niet afgebeeld). Wat dit betreft wordt naar de I uitvoeringen in het inleidende deel verwezen.Both the orientation mechanism 31 and the inclination mechanism 29 are both provided with a support mechanism (not shown) for fixing the set positions as well as a return mechanism in the form of a tension spring (not shown). In this regard, reference is made to the I versions in the introductory part.

30 I 1027139 1111 I 1027139 11

Het schematische bovenaanzicht van fig. 2 toont het rugleuningdeel 16 met betrekking tot de hellingsverstelling in een uitgangspositie met — afgezien van een hierna genoemde tussenstand - maximale helling van de rugleuning van het rugleuningdeel 15. Met betrekking tot de 5 hellingsinstelling komt fig. 2 derhalve overeen met fig. la. Het rugleunigdeel 15 staat noch loodrecht op de grond, noch op het zit-/ligvlak 23, maar staat ten opzichte van een verticaal op zit-/ligvlak 23 hellend onder een hoek van ongeveer 15° en loopt parallel aan een overeenkomstig hellende voorzijde 63 van het aan het onderstel bevestigde 10 rugleuningeegment 25.The schematic top view of Fig. 2 shows the backrest part 16 with regard to the tilt adjustment in a starting position with - apart from an intermediate position mentioned below - maximum slope of the backrest of the backrest part 15. Fig. 2 therefore corresponds with regard to the tilt adjustment with fig. la. The backrest part 15 is not perpendicular to the ground, nor to the seat / lying surface 23, but is inclined with respect to a vertical on seat / lying surface 23 at an angle of about 15 ° and runs parallel to a correspondingly inclined front side 63 of the backrest section 25 attached to the chassis.

De als eindaanslag dienende dwarsplaat 37 van de H-vormige scharnierstang 33 ligt tegen de U-brug van het U-profiel 59 van de drager 27 aan en begrenst bijgevolg de helling van het rugleuningdeel 15 in de 15 positie volgens fig. la.The transverse plate 37 of the H-shaped hinge rod 33 serving as an end stop abuts the U-bridge of the U-profile 59 of the carrier 27 and consequently limits the inclination of the backrest part 15 in the position according to Fig. 1a.

Om de helling van het rugleuningdeel 15 te veranderen, wordt het rugleuningdeel 15 door de gebruiker met de hand vastgegrepen en naar voren van het aan het onderstel bevestigde rugleuningeegment 25 20 weggetrokken. Hierbij klapt de scharnierstang 33 om de as 19b vanuit de ongeveer rechtopstaande positie volgens fig. la naar beneden in de richting van zijn bij benadering parallel aan het zit-/ligvlak 23 verlopende eindpositie volgens fig. lb, waarin de scharnierstang 33 een verlenging van de schacht 43 van de stelarm 39 van het oriëntatiemechanisme 31 vormt.To change the inclination of the backrest part 15, the backrest part 15 is grasped by the user by hand and pulled forwards away from the backrest section 25 attached to the frame. Here, the hinge rod 33 folds downward about the axis 19b from the approximately upright position according to Fig. 1a in the direction of its end position according to Fig. 1b, which runs approximately parallel to the sitting / lying surface 23, wherein the hinge rod 33 extends the shaft 43 of the adjusting arm 39 of the orientation mechanism 31.

2525

In een tussenstand, waarin de zwenkas 19a exact verticaal boven de zwenkas 19b ligt, kan de helling van het rugleuningdeel enigszins steiler zijn dan in de uitgangspositie volgens fig. la, wanneer het rugleuningdeel 15 niet reeds van de in deze tussentoestand exact verticaal staande 30 scharnierstang 33 is weggezwenkt.In an intermediate position, in which the pivot axis 19a lies exactly vertically above the pivot axis 19b, the inclination of the backrest part can be somewhat steeper than in the starting position according to Fig. 1a, when the backrest part 15 does not already have the pivot rod which is exactly vertical in this intermediate condition. 33 has been swung away.

1027139 I 12 I Een tussenstand van de scharnierstang 33, waarin deze al relatief I sterk naar voren is geheld, ie in fig. la met een gestippelde lijn I weergegeven.1027139 I 12 I An intermediate position of the hinge rod 33, in which it is already inclined strongly forwards relatively, ie represented in Fig. La by a dotted line I.

I Door dit naar beneden klappen van de scharnierstang 33 wordt het I rugleuningdeel 15 van het aan het onderstel bevestigde rugleuningsegment I 25 af bewogen, waardoor in het bijzonder bij het in de uitgangspositie relatief dichtbij het aan het onderstel bevestigde rugleuningsegment 25 I 10 gelegen rugleuningdeel 15 verhinderd wordt, dat dit rugleuningdeel 16 met I zijn bovenste gedeelte tegen de bovenzijde van het aan het onderstel I bevestigde rugleuningsegment 25 stoot, wanneer het om de zwenkas 19a ten I opzichte van scharnierstang 33 wordt verzwenkt.This downward folding of the articulated rod 33 causes the backrest part 15 to be moved away from the backrest segment attached to the frame, so that, particularly in the back position, located relatively close to the backrest segment 25 attached to the frame, in the starting position This backrest part 16 is prevented with its upper part from abutting the upper side of the backrest segment 25 attached to the chassis I when it is pivoted about the pivot axis 19a relative to the pivot rod 33.

I 15 Het zit-/ligmeubel overeenkomstig de uitvinding en in het bijzonder het de echarnierstang 33 omvattende hellingsmechanisme 29 daarvan is I zodanig uitgevoerd, dat bij de hellingsverstelling van het rugleuningdeel 15 de onderkant 21 in iedere praktijkrelevante hellingsinstelling op of ten I minste nabij het zit-/ligvlak 23 blijft, waardoor tussenruimtes tussen het I 20 rugleuningdeel 15 en het zit-/ligvlak 23, die als storend kunnen worden I ervaren, vermeden worden en het rugleuningdeel 15 met de niet afgebeelde rugleuningkussens op het zit-/ligvlak 23 kan steunen.The seating / reclining furniture according to the invention and in particular the tilting mechanism 29 thereof comprising the echarnel bar 33 is designed such that in the tilt adjustment of the backrest part 15 the bottom 21 in any practice-relevant tilting adjustment on or at least near the seat - lying surface 23, whereby gaps between the backrest part 15 and the sitting / lying surface 23, which can be experienced as disturbing, are avoided and the backrest part 15 can rest on the sitting / lying surface 23 with the backrest cushions (not shown). .

I In de eindpositie volgens fig. lb is een verder verzwenken van het I 25 rugleuningdeel 15 ten opzichte van de scharnierstang 33 op grond van de op I de bovenzijde van de zijdelen van de H-vormige scharnierstang 33 liggende aanslagstang 35 niet mogelijk. Een verder verzwenken van de I scharnierstang 33 naar onderen om de as 19b ten opzichte van drager 27 is I in deze eindpositie niet mogelijk, daar het rugleuningdeel 15 met de I 1027139 | i 13 onderkant van zijn niet afgebeelde rugleuningkussens op het zit-/ligvlak 23 afsteunt.In the end position according to Fig. 1b, a further pivoting of the backrest part 15 relative to the pivot rod 33 is not possible due to the stop rod 35 lying on the upper side of the side parts of the H-shaped pivot rod 33. A further pivoting of the hinge rod 33 downwards about the axis 19b relative to carrier 27 is not possible in this end position, since the backrest part 15 with the I 1027139 | 13 supports the underside of its backrest cushions (not shown) on the seat / lying surface 23.

In fig. la en lb evenals in fig. 2 zijn de uitgangsposities van 5 rugleuningdeel 15 betreffende de oriëntatie verstelling telkens met gestippelde lijnen weergegeven. De hiervoor aan de hand van fig. la en lb toegelichte hellingsverstelling van het rugleuningdeel 15 is niet aanwezig in deze uitgangspositie. Verder zijn in fig. 2 de uitgangsposities van de beide schachten 43 van de stelarmen 39 van het oriëntatiemechanisme 31 telkens 10 met gestippelde lijnen weergegeven.In Figs. 1a and 1b as well as in Fig. 2, the starting positions of backrest part 15 concerning the orientation adjustment are shown in each case with dashed lines. The tilt adjustment of the backrest part 15 explained above with reference to Figs. 1a and 1b is not present in this starting position. Furthermore, in fig. 2 the starting positions of the two shafts 43 of the adjusting arms 39 of the orientation mechanism 31 are each indicated by dotted lines.

De oriëntatiemechanismen 31 van rugleuningdelen 15 kunnen als "schamiergebied" gezien worden, waaromheen de rugleuningdelen 15 telkens "verzwenkbaar" zijn, waarbij de daadwerkelijke beweging van 15 rugleuningdeel 15 geen zuivere zwenkbeweging, maar - zoals in het inleidende gedeelte reeds uiteen gezet - een combinatie van twee zwenkbewegingen is. Afhankelijk van de concrete uitvoering van het richtingsmechanisme 31 kan de verstelbeweging van het rugleuningdeel 15 voor een gebruiker echter ten minste op het eerste gezicht min of meer op 20 een zuivere zwenkbeweging lijken.The orientation mechanisms 31 of backrest parts 15 can be seen as a "hinged area" around which the backrest parts 15 are in each case "pivotable", the actual movement of backrest part 15 not being a pure pivoting movement, but - as already explained in the introductory part - a combination of two pivotal movements. Depending on the specific design of the directional mechanism 31, the adjustment movement of the backrest part 15 for a user can, however, at least at first sight more or less resemble a pure pivoting movement.

Zoals fig. 2 toont, kunnen de rugleuningdelen 15 in een positie naar buiten geplaatst worden, waarin - ten opzichte van een horizontaal snijvlak - een de twee voorkanten van de zijkanten van de boogvormige 25 rugleuningdelen 15 rakende rugleuninglijn 55 parallel aan de betreffende aansluitzijde 51van het hoekelement verloopt. Dit is met de parallel aan aansluitzijde 51 verlopende lijn 57 in fig. 2 aangegeven.As Fig. 2 shows, the backrest parts 15 can be placed in an outward position in which - relative to a horizontal cutting surface - a backrest line 55 touching the two front sides of the sides of the arcuate backrest parts 15 is parallel to the respective connecting side 51 of the corner element expires. This is indicated by the line 57 running in parallel on the connection side 51 in FIG. 2.

De beide aansluitzijden 51 van het ten opzichte van een 30 middenvlak 53 symmetrisch uitgevoerd hoekelement sluiten met elkaar een 1027139 I 14 I hoek van 90° in, dat wil zeggen, de hoek tussen de aansluitzijden 51 en de I middellijn 53 bedraagt telkens 45°.The two connecting sides 51 of the corner element, which is symmetrical with respect to a central plane 53, enclose with each other an angle of 90 °, that is, the angle between the connecting sides 51 and the center line 53 is in each case 45 °.

I Een gebruiker kan de rugleuningdelen 15 zodanig ver vanuit hun I 5 uitgangspositie naar buiten in de positie volgens fig. 2. plaatsen, dat de leunende gebruiker van de rugleuning schuin naar een zich aan de I betreffende aansluitzijde 51 aansluitende vertakking van een het afgebeelde I hoekelement omvattend bankstel toe gewend is. Indien het rugleuningdeel I 15 ten opzichte van de in fig. 2 afgebeelde positie een enigszins terug I 10 geplaatst wordt, zodat de rugleuninglijn 55 parallel aan de betreffende I aansluitzijde 51 verloopt, kan de gebruiker gemakkelijk leunen en is daarbij niet meer schuin, maar parallel aan de zich aan het hoekelement I aansluitende bankstelvertakkingopgesteld.A user can position the backrest parts 15 so far from their starting position outwards into the position according to Fig. 2. that the leaning user of the backrest is inclined towards a branch of a connection shown on the connecting side 51 concerned. corner element comprising the sofa set is used. If the backrest part 15 is placed a little backwards relative to the position shown in Fig. 2, so that the backrest line 55 runs parallel to the respective connection side 51, the user can lean easily and is no longer inclined, but parallel arranged on the sofa set connecting to the corner element I.

I 15 Tegelijkertijd kan de gebruiker van het voor wat betreft de I oriëntatie naar wens ingestelde rugleuningdeel 15 telkens de helling naar I zijn believen veranderen, zoals hiervoor aan de hand van fig. la en lb toegelicht is.At the same time, the user of the backrest part 15 which is adjusted as desired with regard to the orientation can be changed at any time, as explained above with reference to Figs. 1a and 1b.

I 20 Afwijkend van de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm kan bij een I hoekelement slechts in één op de wijze volgens de uitvinding verstelbaar rugleuningdeel zijn voorzien.Deviating from the above-described embodiment, in the case of a corner element, only one backrest part adjustable in the manner according to the invention can be provided.

I Voorts kan een bankstel of meubelset zowel één of meerdere I 25 hoekelementen als ook één of meerdere afsluitende zijelementen, I bijvoorbeeld aan het vrije einde van een vertakking van een hoekbankstel, I omvatten, die telkens één of meerdere op een wijze volgens de uitvinding I oriëntatie* en hellingsverstelbare rugleuningdelen bevatten.Furthermore, a sofa or furniture set can comprise both one or more corner elements and also one or more closing side elements, for example at the free end of a branch of a corner sofa set, which in each case one or more in a manner according to the invention. orientation * and inclination adjustable backrest parts.

I 1027139I 1027139

Claims

Seating / reclining furniture, in particular a corner element or a closing side element for a couch or furniture set, with a base (11) and a backrest (13), wherein at least a part (15) of the backrest (13) is adjustable relative to the chassis (11), characterized in that the adjustable backrest part (15) is adjustable both as regards the orientation and the inclination of the backrest. 10

Seating / reclining furniture according to claim 1, characterized in that the orientation and the inclination of the backrest part (15) are adjustable simultaneously.

Seating / reclining furniture according to claim 1 or 2, characterized in that the backrest part (15) can be adjusted for at least one approximately extending axis (17a, 17b, 17c, 17d) for adjusting the orientation.

Seating / reclining furniture according to one of the preceding claims, characterized in that the adjustment movement of the backrest part (15) for orientation adjustment is a combination of several, in particular two, each on one axis (17a, 17b, 17c) , 17d) is pivotal movements.

Seating / reclining furniture according to one of the preceding claims, characterized in that the adjustment movement of the backrest part (15) for the postural adjustment is a combination of several pivotal movements, in particular two, which are in each case arranged around one axis (19a, 19b). . 1027139

Seating / reclining furniture according to any one of the preceding claims, characterized in that the movement of the underside (21) of the backrest part I (15) during at least a part of the inclination adjustment, at least in approximation as a preferably parallel I 5 tr angling movement running on a side surface (23) is feasible.

Seating / reclining furniture as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the adjustment movement of the backrest part (15) for tilt adjustment depends, depending on the adjustment direction, either on a backrest segment (25) attached to the chassis or on a backrest segment (25). a backrest segment (25) attached to the chassis shows component I directed.

8. Side-lying furniture according to one of the preceding claims, characterized in that the backrest part (15) in the region of its upper half, in particular in the region of the upper one-third part, with the I frame (11), in particular an I backrest segment (25) attached to the chassis. I 20

Seating / reclining furniture according to one of the preceding claims, characterized in that the backrest part (15) is connected via a combination mechanism (27, 29,31) to the chassis (11), which is connected to the rear end of the chassis (11), in particular a backrest segment (25) attached to the chassis, is orientably adjustable and at its free front end the backrest part (15) carries tilt-adjustable.

Seating / reclining furniture according to claim 9, characterized in that the combination mechanism (27, 29, 31) extends at least approximately parallel to I or at a slight angle with a seating / lying surface (23). I 30 I I 1027139

Seating / reclining furniture according to claim 9 or 10, characterized in that the combination mechanism (27, 29, 31) is designed for orienting the backrest section (15) such as a four-bar mechanism.

Seating / reclining furniture according to one of the preceding claims, characterized in that the backrest part (15) is arranged on a support (27) that is adjustable in angle to the frame (11).

Seating / reclining furniture according to claim 12, characterized in that the backrest part (15) is connected to the carrier (27) via an inclination mechanism (29), the inclination mechanism (29) being adjacent the one end to the carrier ( 27) and is hinged to its back end (15) near its other end.

Seating / reclining furniture according to claim 12 or 13, characterized in that the hinge area (19a) between the inclination mechanism (29) and the backrest part (15) is at least at a starting position with a strong inclination of the backrest part (15) above the hinge area (19b), between the inclination mechanism (29) and the carrier (27). 20

Seating furniture according to one of Claims 12 to 14, characterized in that the tilting mechanism (29) comprises at least one pivot clamp (33) placed between the backrest part (15) and the carrier (27) and located at a starting position with a large inclination of the backrest part 25 (15) extends at least approximately parallel to or at a slight angle with this backrest and, in the case of a backrest part (15) in an end position with a slight inclination, it is at least approximately parallel to or 1027139 extends at a slight angle with the seating / lying surface (23)

Seating furniture according to one of claims 13 to 15, characterized in that the backrest part (15) is provided with an end stop (35) cooperating with the inclination mechanism (29).

Seating furniture according to one of claims 13 to 16, characterized in that the tilting mechanism (29) is provided with an end stop (37) cooperating with the carrier (27).

Seating furniture according to one of the preceding claims, characterized in that an orientation mechanism (31) arranged for orientation adjustment of the backrest part (15) comprises at least one pivot rod (39) I, which is located near its one end on the frame ( 11), preferably a backrest segment (25) attached to the chassis, which is connected and, near its other end, carries the backrest part (15) for tilt adjustment. I 15

Seating furniture according to claim 18, characterized in that the orientation mechanism (31) comprises at least one adjusting arm (39) designed in the form of a horizontal TI, the crossbar (41) of the TI being movable on the chassis (11), preferably on a backrest segment (25) attached to the chassis 20, and the backrest portion (15) is attached to the free end of the shaft (43) of the T.

Seating furniture according to claim 19, characterized in that the adjusting arm (39) about an axis 25 (17a, 17c) extending parallel to the crossbar (41) of the T with respect to the chassis (11), preferably a backrest segment (25) attached to the I chassis is pivotable, the I pivot axis (17a, 17c) preferably coinciding with the center axis of the crossbar (41) I of the T. I 1027139

Seating / reclining furniture according to claim 19 or 20, characterized in that the transverse bar (41) of the T extends at least approximately perpendicular to a seating / lying surface (23).

Seating / reclining furniture according to one of claims 19 to 21, characterized in that the shaft (43) of the T extends at least approximately parallel to or at a slight angle with a seating / lying surface (23).

Seating / reclining furniture according to one of claims 18 to 22, characterized in that the orientation mechanism (31) is designed as a four-rod mechanism and in particular two rods (39), each in the form of a horizontal T contains.

24. Sofa or furniture set with at least one undercarriage and at least one backrest as well as with at least one reclining furniture according to one of the preceding claims.

Sofa or furniture set according to claim 24, characterized in that the seating / reclining furniture is designed as a corner element or a closing side element. 20 1027139