NL1027073C2 - Inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van een kunststof identificatie-eenheid. - Google Patents

Description

i

Korte aanduiding: Inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van | een kunststof identificatie-eenheid |

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van een kunststof identificatie-eenheid die voorzien is van een teken bijvoorbeeld voor de identificatie van een object, welke inrichting een matrijs voor het spuitgieten van de kunststof 5 identificatie-eenheid omvat, welke matrijs ten minste een holte omvat voor het vormen van de kunststof identificatie-eenheid, welke inrichting verder een generator voor het genereren van een bij het betreffende object behorend teken, en een schrijfeenheid voor het aanbrengen van het teken omvat.

10

Daarnaast heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een kunststof identificatie-eenheid die voorzien is van een teken voor de identificatie van een object.

15 EP 0 105 796 beschrijft een oormerk voor de identificatie van dieren. Bij dit bekende oormerk wordt een label aangebracht op een door spuitgieten vervaardigd oormerkonderdeel. Het label, met daarop een streepjescode en/of een identificatienummer, wordt in een uitsparing het oormerkonderdeel gelegd. Vervolgens wordt er een 20 transparante kunststof over het label gegoten, welke kunststof de uitsparing opvult.

Bij de bekende werkwijze en het bekende oormerk moeten de labels met een identificerend teken vooraf op voorraad worden gemaakt. Pas 25 daarna kunnen ze in de identificatie-eenheid worden aangebracht. Dit is in het bijzonder nadelig wanneer identificatie-eenheden worden vervaardigd waarop tekens met een verschillende opbouw moeten worden aangebracht (bijvoorbeeld als het teken een code is bestaande uit verschillende aantallen cijfers, letters of een combinatie daarvan).

30 Daarnaast kan het soms nodig zijn om twee of meer producten, die bij elkaar horen, van dezelfde teken te voorzien. Dit soort zaken is 1027073 -2- vaak van tevoren niet bekend, waardoor de bekende systemen relatief inflexibel zijn.

Uit de stand van de techniek is verder een oormerkonderdeel bekend 5 dat in hoofdzaak vervaardigd is uit met een laser beschrijfbare kunststof. Dergelijke oormerkonderdelen zijn kostbaar en de kwaliteit van de afbeelding is niet tevredenstellend.

Het doel van de uitvinding is een inrichting en een werkwijze te 10 verschaffen voor een verbeterde vervaardiging van kunststof identificatie-eenheden die voorzien zijn van een teken, bijvoorbeeld voor de identificatie van een object, een dier of een persoon.

De uitvinding bereikt dit doel met de inrichting van conclusie 1 en 15 de werkwijze van conclusie 9.

Doordat de inrichting de mogelijkheid biedt een label in de identificatie-eenheid aan te brengen, is het niet langer noodzakelijk om de identificatie-eenheid in hoofdzaak uit een door 20 een laser beschrijfbare kunststof te vervaardigen. Daarnaast kunnen label en wijze van beschrijven op elkaar worden afgestemd zodat een betere kwaliteit van de afbeelding kan worden verkregen. Er hoeft op deze manier geen compromis te worden gevonden tussen eigenschappen van beschrijfbaarheid en bijvoorbeeld van de mechanische 25 eigenschappen van de identificatie-eenheid.

Doordat de inrichting volgens de uitvinding een schrijfeenheid bevat, is het mogelijk direct voordat de identificatie-eenheid gespoten wordt het teken op het label aan te brengen. Hierdoor is 30 het niet langer nodig om labels die reeds voorzien zijn van een teken op voorraad te houden. Dit verhoogt de flexibiliteit van het productieproces van de identificatie-eenheden en verlaagt de doorlooptijd van het productieproces. Daarnaast is de inrichting flexibel ten aanzien van het aan te brengen teken.

Het teken kan bedoeld zijn om de individuele identificatie-eenheid van alle andere identificatie-eenheden van dezelfde soort te 35 1027073 -3- onderscheiden, ofwel om het object waaraan de identificatie-eenheid is bevestigd te onderscheiden van alle andere objecten. In dat geval is het teken bijvoorbeeld een uniek serienummer. Het is echter ook mogelijk dat het teken een groep de identificatie-eenheden of 5 objecten onderscheidt van andere groepen identificatie-eenheden of objecten van dezelfde soort. In dergelijke gevallen kan het teken bijvoorbeeld een productiedatum aangeven. Ook is het mogelijk dat het teken een pictogram is dat bijvoorbeeld de beoogde toepassing van de identificatie-eenheid aangeeft. Hierbij kan bijvoorbeeld 10 worden gedacht aan een oormerk voor de identificatie van dieren, waarbij de unieke aanduiding van het individuele dier geschiedt door een transponder in het oormerk, maar waarbij een pictogram op een label in het oormerk laat zien of het oormerk geschikt is voor koeien, voor schapen of voor een andere diersoort.

15

Bij sommige kunststof identificatie-eenheden is het verminderen van de fraudegevoeligheid een belangrijk punt. Dit is bijvoorbeeld het geval bij oormerken die worden gebruikt voor het identificeren van dieren. Hierbij is niet alleen de fraudebestendigheid van het 20 oormerk zelf van belang, maar ook de fraudebestendigheid van het productieproces.

Bij voorkeur is de schrijfeenheid ingericht om een visueel waarneembare teken aan te brengen, bij voorkeur op een uitwendig 25 oppervlak van de identificatie-eenheid. Het visueel waarneembare teken kan bijvoorbeeld een pictogram of een code in de vorm van een serie cijfers en/of letters of een streepjescode omvatten. Ook kunnen bijvoorbeeld tekstelementen, bijvoorbeeld een merknaam of instructies, en/of decoratieve elementen, als teken worden 30 aangebracht. In een voordelige uitvoeringsvorm is de schrijfeenheid voorzien van een laser voor het beschrijven van het label. Als alternatief kan het teken bijvoorbeeld door middel van een inkjetprinter worden aangebracht. Als een zichtbaar teken op het label wordt aangebracht, wordt het label uiteraard zodanig in de 35 holte van de matrijs geplaatst dat het teken bij het gerede product zichtbaar is.

1027073 -4-

Bij voorkeur is de matrijs in de inrichting volgens de uitvinding voorzien van meerdere holtes, zodat meerdere identificatie-eenheden tegelijkertijd vervaardigd kunnen worden. Op deze manier wordt een groep producten in één productiestap, dus tegelijkertijd, gespoten.

5 Dit verhoogt de productiesnelheid aanzienlijk.

In een voordelige uitvoeringsvorm is de generator ingericht om voor iedere identificatie-eenheid een uniek teken te genereren. Soms horen meerdere identificatie-eenheden bij elkaar, zoals een 10 mannelijk oormerkonderdeel en een vrouwelijk oormerkonderdeel, die samen een oormerk vormen. In dat geval kan het nodig zijn dat alle bij elkaar behorende identificatie-eenheden dezelfde teken krijgen.

Indien die groepen van identificatie-eenheden van elkaar te onderscheiden moeten zijn, genereert de generator per groep van bij 15 elkaar behorende identificatie-eenheden een uniek teken, dat vervolgens op meerdere labels wordt aangebracht door de schrijfeenheid.

Bij voorkeur is de matrijs ingericht om een dergelijke groep van bij 20 elkaar behorende identificatie-eenheden tegelijkertijd te spuitgieten. Ook kan de matrijs ingericht zijn om meerdere groepen van bij elkaar behorende identificatie-eenheden tegelijkertijd te spuitgieten.

25 De inrichting volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt voor de vervaardiging van oormerkonderdelen die worden toegepast in oormerken voor de identificatie van dieren.

In een voordelige uitvoeringsvorm heeft de matrijs een eerste holte 30 voor het vormen van een mannelijk oormerkonderdeel en een tweede holte voor het vormen van een vrouwelijk oormerkonderdeel en is de schrijfeenheid is ingericht om op het label voor het mannelijke oormerkonderdeel dezelfde teken aan te brengen als op het label voor het bij het mannelijke oormerkonderdeel behorende vrouwelijke 35 oormerkonderdeel.

1027073 __ ____ -5-

Bij voorkeur is de matrijs zo uitgevoerd dat meerdere koppels van een mannelijk en een vrouwelijk oormerkonderdeel tegelijkertijd •kunnen worden gespoten.

5 Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt een onbeschreven label toegevoerd aan een inrichting volgens de uitvinding. Na het genereren van een teken door de generator wordt het teken door de schrijfeenheid aangebracht op het label.

10 Hierdoor is het niet langer nodig om labels die reeds voorzien zijn van een teken op voorraad te houden. Dit verhoogt de flexibiliteit van het productieproces van de identificatie-eenheden en verlaagt de doorlooptijd van het productieproces. Daarnaast is de werkwijze flexibel ten aanzien van het aan te brengen teken en verhoogt het de 15 fraudebestendigheid van het productieproces.

Indien het aan te brengen teken zichtbare informatie zoals een cijfercombinatie of een streepjescode omvat, is het mogelijk dat het label met een laser wordt beschreven.

20

In een mogelijke uitvoering kan een label worden toegepast dat ten minste een laag van een door een laser te beschrijven kunststof bevat. Bijvoorbeeld kan een label worden toegepast met een kunststof die onder invloed van een laserstraal van kleur verandert.

25

In een variant bewerkstelligt het schrijven met laser juist het transparant worden van het beschreven deel, eventueel zelfs het verwijderen van het beschreven deel, zodat in de uiteindelijke vorm de achterliggende kunststof zichtbaar is op die plaats.

30

De toepassing van een dergelijk laser beschrijfbaar label is van voordeel ten opzichte van bekende identificatie-eenheden die nagenoeg in hun geheel uit een laser-beschrijfbare kunststof worden vervaardigd. Dergelijke kunststof is kostbaar.

Een voordelige keuze hierbij is het toepassen van een kunststof label waarvan het materiaal een basismateriaal en ten minste een 35 1027073 -6- additief omvat, en waarvan het basismateriaal tijdens het spuitgieten goed hecht aan het materiaal van de te vervaardigen kunststof identificatie-eenheid. Het additief zorgt in dit geval voor de beschrijfbaarheid van het label, bijvoorbeeld door ervoor te 5 zorgen dat de kunststof van kleur verandert door de belichting met een laserstraal. Deze keuze levert een label op dat op duurzame wijze beschreven is.

Als alternatief voor het beschrijven van het label met een laser, 10 kan het label beschreven worden door middel van een inkjetprinter. Deze oplossing blijkt in de praktijk goedkoper te zijn dan de toepassing van een laser.

Bij voorkeur is het materiaal van het label zo gekozen dat bij het 15 spuitgieten van het product een smeltverbinding ontstaat tussen de identificatie-eenheid en het label. Dit levert een bijzonder robuuste verbinding tussen label en identificatie-eenheid op; het label kan niet verwijderd worden zonder schade aan de identificatie-eenheid.

20

In een voordelige uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van labels die bestaan uit foliemateriaal. Dergelijke labels kunnen eenvoudig vanaf een rol aan de inrichting worden toegevoerd.

25 Het is mogelijk als het foliemateriaal uit ten minste drie lagen bestaat: een smeltlaag, een schrijflaag en een beschermlaag. De smeltlaag is van een materiaal dat bij het spuitgieten goed hecht aan het materiaal van de identificatie-eenheid, zodat bij het spuitgieten van de identificatie-eenheid een goede versmelting 30 optreedt tussen de identificatie-eenheid en deze eerste laag. Dit kan worden bereikt door bijvoorbeeld materialen te kiezen die sterk op elkaar lijken (of met elkaar overeenkomen) of door materialen te kiezen waarvan de smeltpunten dicht bij elkaar liggen. De schrijflaag is de laag die beschreven wordt, bijvoorbeeld door een 35 laser of inkjetprinter van de schrijfeenheid. De beschermlaag beschermt de schrijflaag tegen beschadigingen.

1027073 -7-

Het is voorzien dat in de werkwijze volgens de uitvinding labels worden toegepast die voorzien zijn van een transponder. Deze label-transponder-combinaties worden dan in hun geheel aan de spuitgietmatrijs toegevoerd. Daarbij heeft de label dan ook de 5 functie van het op zijn plaats in de matrijs houden van de transponder. Bij voorkeur wordt deze transponder door een schrijfeenheid die deel uitmaakt van de inrichting volgens de uitvinding voorzien van een teken, bijvoorbeeld door het eenmalig programmeren van een chip die deel uitmaakt van de transponder. Het 10 is ook mogelijk dat een transponder in de kunststof identificatie-eenheid wordt aangebracht als aanvulling op het label. In dergelijke gevallen zal de transponder apart worden toegevoerd aan de inrichting volgens de uitvinding.

15 Inrichtingen en werkwijze volgens de diverse aspecten van de uitvinding zullen hierna nader worden toegelicht aan de hand van de bij gevoegde tekening, waarin op niet beperkende wijze uitvoeringsvoorbeelden zijn getoond.

20 In de tekening toont: fig. 1 een oormerk voor de identificatie van dieren, zoals vervaardigd kan worden met de inrichting en werkwijze volgens de uitvinding, 25 fig. 2 een dwarsdoorsnede van het oormerk volgens fig. 1, fig. 3 een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, 30 fig. 4 een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 1 en 2 tonen een oormerk zoals dat vervaardigd kan worden met 35 de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding. Een dergelijk oormerk omvat een vrouwelijk oormerkonderdeel 1 en een mannelijk oormerkonderdeel 2. Het mannelijk oormerkonderdeel 2 is voorzien van 1027073 -8- eën pen met een scherpe punt die door het oor 10 van een te merken dier kan worden gestoken. Het vroüwelijk oormerkonderdeel 1 borgt hét mannelijk oormerkonderdeel 2 ten opzichte van het oor 10.

5 In het voorbeeld van fig. 1 en fig. 2 is het mannelijk oormerkonderdeel 2 voorzien van een verlengd deel 3. In dit verlengde deel 3 is een label 4 opgenomen. Het verlengde deel 3 kan in plaats van aan het mannelijk oormerkonderdeel 2 ook aan het vrouwelijk oormerkonderdeel 1 zijn aangebracht, of aan beide 10 oormerkonderdelen 1,2.

Op het label 4, dat een deel van het uitwendig oppervlak van het oormerkonderdeel vormt, bevindt zich een visueel waarneembaar teken dat in dit voorbeeld bestaat uit een unieke code 7 die een 15 combinatie van letters en cijfers omvat. Om fraude tegen te gaan is soms ieder oormerk voorzien van een verschillend teken. De codes 7 zijn geregistreerd in een database, en worden gekoppeld aan gegevens van het dier dat met het oormerk gemerkt wordt.

20 Als alternatief kan een niet-uniek teken op het label 4 worden aangebracht. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken een productiedatum of productiecode, een pictogram, of een code die gerelateerd is aan een fokkerij of boerderij in plaats van aan een individueel dier. In deze gevallen kan hetzelfde teken meerdere keren door de generator 25 worden gegenereerd.

In het voorbeeld van het oormerk volgens de figuren 1 en 2 is in het oormerk een transponder 8 aanwezig. Deze transponder 8 maakt elektronische identificatie van een dier mogelijk. Daarnaast is het 30 echter vaak handig om een teken in de vorm van voor het oog (of een leesinrichting, bijvoorbeeld een camera) zichtbare identificatie, bijvoorbeeld in de vorm van code met een serie cijfers en/of letters, op een uitwendig oppervlak van het oormerk voorhanden te hebben.

In het voorbeeld van fig. 1 kan het label met de zichtbare code aangebracht zijn in het mannelijk oormerkonderdeel 2, het vrouwelijk 35 1027073 -9- oormerkonderdeel 1 of in beide. In dat laatste geval zijn beide oormerkonderdelen 1, 2 voorzien van dezelfde code 7. Deze code 7 verschilt in dit voorbeeld van alle codes die op andere oormerken zijn aangebracht, en is in die zin uniek. Soms is het echter 5 wenselijk dat twee oormerken dezelfde code 7 krijgen toegewezen. Dit kan het geval zijn als in beide oren van het dier een oormerk moet worden aangebracht.

Het oormerk volgens figuren 1 en 2 is typisch vervaardigd van een 10 thermoplastische kunststof. Oormerkonderdelen 1, 2 kunnen dan ook op geschikte wijze vervaardigd worden met de inrichting en de werkwijze volgens de uitvinding.

Figuur 3 toont een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting 15 volgens de uitvinding. De inrichting uit fig. 3 omvat een generator 21 voor het genereren van een teken, zoals code 7. Bij de vervaardiging van een oormerk zoals getoond in de figuren 1 en 2, dient dit teken alleen aangebracht te worden op het mannelijk oormerkonderdeel 2. Vaak echter dient een dier voorzien te worden 20 van twee identieke oormerken. In dat geval worden telkens twee mannelijke oormerkonderdelen 2 voorzien van hetzelfde unieke teken.

Als geen volledig uniek teken vereist is, kan de generator 21 meerdere malen hetzelfde teken genereren. Het type teken dat wordt 25 gegenereerd, en of dit teken uniek is of niet, hangt af van de aansturing van de generator 21.

De generator 21 geeft het gegenereerde teken door aan de schrijfeenheid 24. Deze schrijfeenheid brengt het teken aan op één 30 of meer onbeschreven labels 4. In het uitvoeringsvoorbeeld van fig.

3 is een voorraadhouder 25 voorzien waarin zich een voorraad onbeschreven labels 4 bevindt. Een toevoerinrichting 26 voert de onbeschreven labels toe aan de inrichting. Vervolgens worden de onbeschreven labels beschreven door de schrijfeenheid 24.

Daarna wordt elk label dat voorzien is van een teken door een positioneringsorgaan 23 in matrijs 22 geplaatst. Matrijs 22 omvat 35 1027073 -10- bij voorkeur meerdere holtes waarin oormerkonderdelen gevormd kunnen 'worden. In elke holte waarin een oormerkonderdeel gevormd wordt dat van een label voorzien dient te zijn wordt een label geplaatst dat door de schrijfeenheid van een teken is voorzien. Als alle labels 4 5 op de daartoe bestemde plekken zijn geplaatst, wordt de matrijs 22 gesloten en wordt vloeibare thermoplastische kunststof in de matrijs gespoten.

Elk van de labels 4 wordt ten minste aan een zijde overdekt door de 10 vloeibare kunststof, waardoor het label 4 met de kunststof identificatie-eenheid, in dit geval een mannelijk oormerkonderdeel 2, versmelt. Doordat de materialen van het label 4 en de identificatie-eenheid zo gekozen zijn dat de smeltpunten dicht bij elkaar liggen, treedt een goede versmelting van label 4 en 15 identificatie-eenheid op. Hierdoor is het label niet te verwijderen zonder dat de identificatie-eenheid als geheel beschadigd wordt, hetgeen de fraudebestendigheid ten goede komt.

In het voorbeeld van het oormerk uit de figuren 1 en 2 is er op het 20 label 4 een teken aangebracht in de vorm van voor het oog zichtbare informatie, zoals een code 7. Het is echter ook denkbaar dat het label een chip omvat die door de schrijfeenheid 24 eenmalig geprogrammeerd wordt om een teken uit te zenden.

25 In een mogelijke uitvoeringsvorm wordt een kunststof label toegepast, waarbij het kunststof door een laser te beschrijven is.

In dat geval is de schrijfeenheid 24 voorzien van een laser voor het beschrijven van het label 4. Bij voorkeur is in dat geval voor het label 4 een kunststofmateriaal toegepast dat een basismateriaal en 30 ten minste één additief omvat. Hierbij wordt het basismateriaal zodanig gekozen dat het bij het spuitgieten goed hecht aan het materiaal waaruit het oormerkonderdeel 2 vervaardigd zal worden (bijvoorbeeld doordat de smeltpunten van de beide materialen dicht bij elkaar liggen), zodat een goede versmelting tussen label 4 en 35 oormerkonderdeel 2 plaatsvindt. Het additief zorgt er voor dat het label 4 door middel van een laserstraal te beschrijven is.

1027073 -11- Ιή een alternatieve uitvoeringsvorm is het mogelijk het label te voorzien van een uitsparing waarin tijdens het spuitgieten vloeibare kunststof kan stromen. Bij het afkoelen en dus het uitharden van de kunststof ontstaat zo een anker dat onderdeel uitmaakt van het 5 mannelijk oormerkonderdeel 2, en dat het label 4 op zijn plaats houdt. Als alternatief kan het label 4 zelf voorzien zijn van een anker dat tijdens het spuitgieten omsloten wordt door kunststof van het mannelijk oormerkonderdeel 2.

10 Fig. 4 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding. Bij deze uitvoeringsvorm bevinden de onbeschreven labels 4 zich op een rol 27. Deze rol 27 wordt op een rolhouder 30 aangebracht die zich op de inrichting bevindt. Het vrije uiteinde van de strook labels 29 die op de rol 27 gewonden is 15 wordt door de matrijs geleidt naar een rol 28. Het vrije uiteinde van de strook 29 wordt aan de rol 28 bevestigd. Door nu de rol 28 stapsgewijs te laten draaien komt er telkens een volgend onbeschreven label 4 voor de schrijfeenheid 24. De schrijfeenheid 24 kan zo achtereenvolgens de labels 4 beschrijven.

20

Een verdere rotatie van de rol 28 beweegt de beschreven labels naar de matrijs 22. De rotatie van de rol 28 wordt zodanig aangestuurd dat het beschreven label 4 op de juiste plaats in de matrijs 22 wordt gepositioneerd. Zodra dit gerealiseerd is kan de kunststof 25 identificatie-eenheid worden gespoten. De aansturing van de rol 28 kan bijvoorbeeld geschieden door een servomotor of een stappenmotor.

Met name de uitvoeringsvorm volgens fig. 4 leent zich voor de toepassing van labels 4 die van een foliemateriaal gemaakt zijn.

30

Het is voorzien dat de folie uit ten minste drie lagen bestaat. De eerste laag is voordeligerwijze van een materiaal dat bij het spuitgieten goed hecht aan het materiaal van de identificatie-eenheid, zodat bij het spuitgieten van de identificatie-eenheid een 35 goede versmelting optreedt tussen de identificatie-eenheid en deze eerste laag. De tweede laag is voordeligerwijze de laag die beschreven wordt, bijvoorbeeld door een laser of inkjetprinter van 1027073 -12- de schrijfeenheid. De derde laag is dan voordeligerwijze een beschermlaag, die de tweede laag beschermt tegen beschadigingen.

Indien dergelijke labels door een rol worden toegevoerd, is het 5 voorzien dat de labels op een dragerlaag zijn bevestigd. De opgerolde dragerlaag vormt dan de rol.

Onafhankelijk van de uitvoeringsvorm van de inrichting zal het vaak zo zijn dat het beschreven label 4 zodanig in de spuitgietmatrijs 10 geplaatst wordt dat bij de gerede kunststof identificatie-eenheid de zijde van het label waarop het teken is aangebracht naar het vrije oppervlak van de kunststof identificatie-eenheid is toegekeerd. Het label 4 kan daarbij een deel van het vrije oppervlak van de kunststof identificatie-eenheid vormen.

15

In deze uitvoeringsvorm zal het vaak voorkomen dat het teken is aangebracht op zijde 4A van het label. Eventueel wordt er over deze zijde 4A van het label een doorzichtige laag aangebracht ter bescherming.

20

Als alternatief hiervoor kan gebruik worden gemaakt van een label 4 van doorzichtig materiaal, dat zodanig in de spuitgietmatrijs wordt geplaatst dat de zijde van het label waarop het teken is aangebracht van het vrije oppervlak van de kunststof identificatie-eenheid is 25 afgewend. In het voorbeeld van het oormerk van fig. 2 houdt dit in dat het teken is aangebracht op zijde 4B van het label 4. Bij deze uitvoering moet er wel rekening mee worden gehouden dat het teken in spiegelbeeld wordt aangebracht op het label. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat het teken lastig te verwijderen of te 30 veranderen is, en dat het oppervlak waarop het teken is aangebracht niet onderhevig is aan slijtage.

Het hierboven beschreven voorbeeld heeft betrekking op de vervaardiging van oormerkonderdelen die worden toegepast in 35 oormerken die worden toegepast ter identificatie van dieren. Echter, de toepassing van de inrichting en de werkwijze volgens de uitvinding is geenszins beperkt tot de vervaardiging van 1027073 -13- oormerkonderdelen. De inrichtingen en werkwijzen volgens de uitvinding kunnen bijvoorbeeld ook worden toegepast voor de vervaardiging van andere identificatie-eenheden die bevestigbaar zijn aan een object (bijvoorbeeld ter voorkoming van winkeldiefstal) 5 of voor de vervaardiging van producten die als zodanig identificeerbaar moeten zijn, zoals bijvoorbeeld kratten of dragers in een transportsysteem.

1027073 1

Claims (27)

1. Inrichting voor het vervaardigen van een kunststof 5 identificatie-eenheid die voorzien is van een teken bijvoorbeeld voor de identificatie van een object, welke inrichting omvat: een matrijs voor het spuitgieten van de kunststof identificatie-eenheid, welke matrijs ten minste een holte omvat voor 10 het vormen van de kunststof identificatie-eenheid, een generator voor het genereren van een bij het betreffende object behorend teken, een schrijfeenheid voor het aanbrengen van het teken, met het kenmerk dat, 15 de inrichting verder een positioneringsorgaan omvat voor het tegen een wand van de holte aanbrengen van een label in de spuitgietmatrijs voorafgaand aan het spuitgieten, en dat de schrijfeenheid ingericht is voor het aanbrengen van het teken op het label. 20

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de schrijfeenheid is ingericht om het teken in de vorm van zichtbare informatie aan te brengen.

3. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de matrijs meerdere holtes omvat zodat meerdere identificatie-eenheden tegelijkertijd kunnen worden vervaardigd.

4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 30 generator ingericht is om voor iedere identificatie-eenheid of voor iedere groep van bij elkaar behorende identificatie-eenheden een uniek teken te genereren.

5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 35 matrijs een holte heeft voor het vormen van een oormerkonderdeel voor het identificeren van dieren. 1027073 -15-

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de matrijs een eerste holte heeft voor het vormen van een mannelijk oormerkonderdeel en een tweede holte voor het vormen van een vrouwelijk oormerkonderdeel, en waarbij de schrijfeenheid is ingericht om op 5 het label voor het mannelijke oormerkonderdeel dezelfde teken aan te brengen als op het label voor het bij het mannelijke oormerkonderdeel behorende vrouwelijke oormerkonderdeel.

7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 10 inrichting tevens een voorraadhouder omvat voor het bevatten van een voorraad labels.

8. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting tevens een toevoerinrichting omvat voor het toevoeren van 15 labels aan de spuitgietmatrijs.

9. Werkwijze voor het vervaardigen van een kunststof identificatie-eenheid die voorzien is van een teken bijvoorbeeld voor de identificatie van een object, welke werkwijze de volgende 20 stappen omvat: het toevoeren van een onbeschreven label aan een inrichting volgens conclusie 1, het genereren van een teken voor de identificatie-eenheid, het vervolgens aanbrengen van het teken op het label, 25. het vervolgens aanbrengen van het label in een spuitgietmatrij s, het spuitgieten van een kunststof identificatie-eenheid waarbij het van het teken voorziene label op zodanige wijze in de kunststof identificatie-eenheid wordt opgenomen dat de informatie op het label 30 zichtbaar is bij de gerede kunststof identificatie-eenheid.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij het teken op het label wordt aangebracht in de vorm van zichtbare informatie.

11. Werkwijze volgens conclusie 9 of 10, waarbij meerdere identificatie-eenheden tegelijkertijd worden vervaardigd. 1027073 -16-

12. Werkwijze volgens een van de conclusies 9-11, waarbij voor elke identificatie-eenheid of elke groep van bij elkaar behorende identificatie-eenheden een uniek teken gegenereerd wordt.

13. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij het label met een laser wordt beschreven.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij een label wordt toegepast dat van een door een laser te beschrijven kunststof is. 10

15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij een kunststof label wordt toegepast waarvan het materiaal een basismateriaal en ten minste een additief omvat, waarbij het basismateriaal tijdens het spuitgieten hecht aan het materiaal van de kunststof identificatie- 15 eenheid en het additief het mogelijk maakt de kunststof van het label met een laser te beschrijven.

16. Werkwijze volgens een van de conclusies 9-15, waarbij de labels vanaf een rol worden toegevoerd. 20

17. Werkwijze volgens een van de conclusies 9-16, waarbij een label wordt toegepast dat van een foliemateriaal gemaakt is.

18. Werkwijze volgens conclusie 17, waarbij het foliemateriaal een 25 smeltlaag, een schrijflaag en een beschermlaag omvat.

19. Werkwijze volgens een van de conclusies 9-18, waarbij het label zodanig in de spuitgietmatrijs geplaatst wordt dat bij de gerede kunststof identificatie-eenheid de zijde van het label waarop het 30 teken is aangebracht naar het vrije oppervlak van de kunststof identificatie-eenheid is toegekeerd.

20. Werkwijze volgens een van de conclusies 10-19, waarbij de informatie in spiegelbeeld wordt aangebracht op een label dat van 35 doorzichtig materiaal is, en waarbij het label zodanig in de spuitgietmatrijs geplaatst wordt dat bij de gerede kunststof 1027073 -17- identificatie-eenheid de zijde van het label waarop het teken is aangebracht naar de kunststof identificatie-eenheid is toegewend.

21. Werkwijze volgens een van de conclusies 9-20, waarbij een label 5 wordt toegepast dat een transponder omvat.

22. Werkwijze volgens een van de conclusies 9-21, waarbij het product een oormerkonderdeel voor het identificeren van dieren is.

23. Werkwijze volgens de conclusies 9 en 22, waarbij de groep van producten ten minste een mannelijk oormerkonderdeel met een bijbehorend vrouwelijk oormerkonderdeel omvat, en waarbij op het label voor het mannelijke oormerkonderdeel dezelfde teken wordt aangebracht als op het label voor het bij het mannelijke 15 oormerkonderdeel behorende vrouwelijke oormerkonderdeel.

24. Oormerkonderdeel dat vervaardigd is met een werkwijze volgens conclusie 22 of 23.

25. Oormerk, dat een mannelijk oormerkonderdeel en een vrouwelijk oormerkonderdeel omvat, waarbij ten minste het mannelijk oormerkonderdeel vervaardigd is met een werkwijze volgens conclusie 22 of 23.

26. Oormerk, dat een mannelijk oormerkonderdeel en een vrouwelijk oormerkonderdeel omvat, waarbij ten minste het vrouwelijk oormerkonderdeel vervaardigd is met een werkwijze volgens conclusie 22 of 23.

27. Identificatie-eenheid die bevestigbaar is aan een object, welk identificatiemiddel een kunststof element bevat met een zichtbaar teken, welk kunststof element is vervaardigd door middel van een werkwijze volgens een van de conclusies 9-23. 1027073 1 35