NL1027059C2

NL1027059C2 - Trainer device for athletes, modifies computer generated training programs on basis of results entered by athlete

Info

Publication number: NL1027059C2
Application number: NL1027059A
Authority: NL
Inventors: Adrianus Bartholomeus J Diemen
Original assignee: Adrianus Bartholomeus J Diemen
Priority date: 2004-09-16
Filing date: 2004-09-16
Publication date: 2006-03-20

Abstract

The device (10) comprises a computer (11) with a database memory (12), training program memory (13) and logbook memory (14), an input device (22) for the athlete to enter information into the computer and output devices (23, 24) for generating training programs for the athlete to see. The computer can adopt a generating mode in which it generates a training program on the basis of the information entered by the athlete, especially with respect to the type of sport practiced by the athlete, the present condition of the athlete and the training target of the athlete. Generated training programs are stored in the training program memory. The computer can also adopt a reporting mode in which the athlete enters training results for storing in the logbook memory. The computer can then modify the training programs on the basis of these results.

Description

Titel: Interactieve inrichting voor het opstellen en aanpassen van trainingsprogramma's voor sportersTitle: Interactive device for the preparation and adaptation of training programs for athletes

De onderhavige uitvinding heeft in zijn algemeenheid betrekking op een inrichting voor het opstellen en aanpassen van trainingsprogramma's voor sporters in het algemeen en duursporters in het bijzonder, zoals hardlopers, fietsers, 5 zwemmers, roeiers, schaatsers, etc.The present invention relates in general to a device for drawing up and adapting training programs for athletes in general and endurance athletes in particular, such as runners, cyclists, swimmers, rowers, skaters, etc.

Voor zowel recreatieve sporters als topsporters geldt, dat zij moeten trainen voor het opbouwen en onderhouden van hun conditie. Onder een training zal worden verstaan het al 10 dan niet met een bepaalde frequentie herhaald verrichten van een fysieke inspanning met een bepaalde intensiteit en duur, hetgeen tezamen tot uitdrukking komt in een zwaarte.For both recreational athletes and top athletes, they must train to build and maintain their fitness. A training will be understood to mean whether or not a physical exertion with a certain intensity and duration is repeated at a certain frequency, which together is expressed in a gravity.

In het algemeen kan gesteld woEden, dat weinig trainen of het uitvoeren van alleen lichte trainingen weinig resultaat 15 biedt voor wat betreft het verbeteren van de conditie, terwijl anderzijds te veel trainen of het uitvoeren van te zware trainingen kan leiden tot overbelasting en blessures en dus averechts werkt. Het is daarom voor een sporter zaak om een goed trainingsschema samen te stellen, dat enerzijds is 20 afgestemd op zijn persoonlijke capaciteiten, in het bijzonder zijn conditie, en dat anderzijds is afgesteld op de doelstelling die de sporter nastreeft. Een doelstelling kan weinig ambitieus zijn, bijvoorbeeld het simpelweg verhogen van de conditie, maar doorgaans is een doelstelling te formuleren 25 als het in staat zijn tot het verrichten van een bepaalde prestatie op een bepaalde dag, bijvoorbeeld het lopen van een marathon binnen een bepaalde tijdslimiet op een bepaalde datum.In general it can be said that little training or performing only light training offers little result in improving the condition, while on the other hand too much training or performing too heavy training can lead to overloading and injuries and therefore is counterproductive. It is therefore important for an athlete to compile a good training schedule that is, on the one hand, tailored to his personal capacities, in particular his condition, and, on the other hand, adjusted to the objective pursued by the athlete. An objective may not be ambitious, for example simply raising the condition, but usually an objective can be formulated if it is capable of performing a certain performance on a certain day, for example running a marathon within a certain time limit on a specific date.

In het hiernavolgende zal met de uitdrukking "trainings-30 programma" worden bedoeld een trainingsvoorschrift voor een enkele dag; met de uitdrukking "trainings-schema" wordt 1027059 2 bedoeld een reeks van trainingsprogramma's en de bijbehorende dagen waarop die trainingsprogramma's moeten worden afgewerkt.In the following, the term "training program" will mean a single day training instruction; the term "training schedule" means 1027059 2 a series of training programs and the associated days on which those training programs must be completed.

Uiteraard is het mogelijk dat een sporter zijn eigen .trainings-schema samenstelt. Topsporters vertrouwen voor wat 5 betreft het samenstellen van een trainings-schema doorgaans op een professionele trainer; deze mogelijkheid is echter niet altijd beschikbaar voor amateur-sporters of recreatieve sporters. Een belangrijk obstakel daarbij is, dat men voor het contact met een trainer tijd moet vrijmaken.It is of course possible for an athlete to compile his own .training schedule. Top athletes generally rely on a professional trainer with regard to the composition of a training schedule; however, this option is not always available for amateur athletes or recreational athletes. An important obstacle here is that one has to make time for contact with a trainer.

10 Er bestaat daarom voor sporters behoefte aan een manier om, zonder de directe tussenkomst van een trainer, in staat te zijn om vanuit een deskundige bron een trainings-schema te laten samenstellen.There is therefore a need for athletes to find a way to have a training schedule compiled from an expert source without the direct intervention of a trainer.

Er bestaan in de praktijk reeds computer-programma1s die 15 aan deze behoefte tegemoetkomen. Deze zijn echter vrij eenvoudig van opzet. Feitelijk zijn deze computer-programma's gebaseerd op een uitgebreide database met een groot aantal vooraf opgestelde standaard-schema's, passend bij diverse categorieën sporters. Op basis van enkele persoonlijke 20 gegevens van de sporter, zoals type sport, huidige conditie, doelstelling, wordt bepaald tot welke categorie de sporter behoort, en het bij die categorie behorende standaardtrainingsschema wordt geselecteerd voor die sporter.In practice, computer programs already exist that meet this need. However, these are fairly simple in design. In fact, these computer programs are based on an extensive database with a large number of pre-established standard schemes, suitable for various categories of athletes. Based on some personal data of the athlete, such as type of sport, current condition, goal, it is determined to which category the athlete belongs, and the standard training schedule belonging to that category is selected for that athlete.

Het belangrijkste bezwaar van deze bekende programma's is 25 dat zij niet in staat zijn interactief te reageren op de trainingsresultaten van de sporter; zij hebben geen mogelijkheden om de vorderingen van de sporter te volgen en om op die vorderingen te reageren. Als blijkt dat de training te zwaar of te licht is voor de sporter, moet hij dat zelf 30 aangeven, waarna er een ander, lichter of zwaarder, standaardtrainingsschema wordt geselecteerd voor die sporter.The main drawback of these known programs is that they are unable to interactively respond to the training results of the athlete; they have no opportunity to follow the athlete's progress and to respond to it. If it turns out that the training is too heavy or too light for the athlete, he must indicate this himself, after which another, lighter or heavier, standard training schedule is selected for that athlete.

Een belangrijk doel van de onderhavige uitvinding is het overwinnen van het genoemde nadeel.An important object of the present invention is to overcome the aforementioned drawback.

Daartoe verschaft de onderhavige uitvinding een inrichting die de sporter toelaat om zijn trainings-resultaten in te voeren, en die is ingericht om op basis van de 35 1027059 3 ingevoerde trainings-resultaten het voor de sporter geldende trainings-schema aan te passen.To this end, the present invention provides a device which allows the athlete to enter his training results, and which is adapted to adjust the training schedule applicable to the athlete on the basis of the training results entered.

De inrichting volgens de onderhavige uitvinding biedt ook de mogelijkheid dat de sporter de daadwerkelijk uitgevoerde 5 . training invoert, indient dat afwijkt van het geplande trainings-programma.The device according to the present invention also offers the possibility that the athlete actually performs. enter training, submits that deviates from the planned training program.

Een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding is het adaptieve aspect van de inrichting. Doordat het trainingsschema wordt aangepast aan de wijze waarop het lichaam van de 10 sporter reageert op de daadwerkelijke uitgevoerde trainingen, zal het trainingsschema steeds optimaal bij de betreffende sporter passen.An important aspect of the present invention is the adaptive aspect of the device. Because the training schedule is adapted to the way in which the body of the athlete responds to the actual training sessions performed, the training schedule will always fit optimally with the relevant athlete.

Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de 15 onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende beschrijving onder verwijzing naar de tekeningen, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: figuur 1 schematisch een blokschema van een trainer-inrichting 20 volgens de onderhavige uitvinding toont; figuur 2A een grafiek is die schematisch een voorbeeld toont van een trainingsschema, waarbij trainingsduur is uitgezet als functie van de tijd; figuur 2B een grafiek is die schematisch een voorbeeld toont 25 van een trainingsschema; figuur 3 een grafiek is die schematisch een voorbeeld toont van een trainingsschema, waarbij trainingsduur is uitgezet als functie van de tijd; de figuren 4A-C grafieken zijn die gemodificeerde trainings-30 schema's illustreren; figuur 5 is een grafiek die een schema met een tussendoel illustreert.These and other aspects, features and advantages of the present invention will be further elucidated by the following description with reference to the drawings, in which like reference numerals indicate like or comparable parts, and in which: figure 1 schematically shows a block diagram of a trainer device 20 according to the present invention; Figure 2A is a graph that schematically shows an example of a training schedule with training duration plotted as a function of time; Figure 2B is a graph that schematically shows an example of a training schedule; Figure 3 is a graph that schematically shows an example of a training schedule with training duration plotted as a function of time; Figures 4A-C are graphs illustrating modified training schedules; Figure 5 is a graph illustrating a diagram with an intermediate goal.

Figuur 1 illustreert schematisch een inrichting 10 35 volgens de onderhavige uitvinding, ingericht voor het genereren en modificeren van trainingsschema's voor sporters. Deze inrichting 10, die in het hiernavolgende in zijn algemeenheid zal worden aangeduid met de term "trainer- 1027059 4 inrichting", omvat een computer 11 en een database-geheugen 12.Figure 1 schematically illustrates a device 10 according to the present invention, arranged for generating and modifying training schedules for athletes. This device 10, which will hereinafter be referred to generally as the "trainer 1027059 4 device", comprises a computer 11 and a database memory 12.

Binnen het kader van de onderhavige uitvinding is het mogelijk dat een sporter zich begeeft naar een ruimte waar de 5 trainer-inrichting 10 is opgesteld. De trainer-inrichting 10 kan eigendom zijn van een sportschool of dergelijke, die het gebruik van de trainer-inrichting 10 aanbiedt als een dienst, waar al dan niet voor betaald moet worden. In een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm, die in figuur 1 geïllustreerd is, 10 is de trainer-inrichting 10 fysiek opgesteld op een willekeurige plaats, en ingericht om via een communicatienetwerk, bijvoorbeeld het Internet 1, te communiceren met een communicatie-inrichting 20. Ook voor een dergelijke communicatie-inrichting 20 geldt, dat deze kan zijn opgesteld 15 in een ruimte van een sportschool of dergelijke, waarbij weer het gebruik van de trainer-inrichting 10, nu door middel van de communicatie-inrichting 20, door die sportschool of dergelijke wordt aangeboden als een dienst. Het is echter ook mogelijk dat de communicatie-inrichting 20 een PC-installatie 20 is die eigendom is van de sporter zelf en dus bij hem thuis staat opgesteld, zodat de sporter op elk willekeurig moment contact kan opnemen met de trainer-inrichting 10. In figuur 1 is geïllustreerd, dat een dergelijke communicatie-inrichting 20 een computer 21 kan omvatten, met een toetsenbord 22 als 25 invoer-inrichting en een beeldscherm 23 en een printer 24 als uitvoer-inrichtingen.Within the scope of the present invention, it is possible for an athlete to proceed to a room where the trainer device 10 is arranged. The trainer device 10 may be owned by a gym or the like, which offers the use of the trainer device 10 as a service for which payment may or may not be required. In a preferred embodiment illustrated in Figure 1, the trainer device 10 is physically arranged at a random location, and adapted to communicate with a communication device 20 via a communication network, for example the Internet 1. for such a communication device 20 it holds that it can be arranged in a space of a gym or the like, wherein again the use of the trainer device 10, now by means of the communication device 20, by that gym or the like is offered as a service. However, it is also possible that the communication device 20 is a PC installation 20 that is owned by the athlete himself and is therefore placed at his home, so that the athlete can contact the trainer device 10 at any given moment. Figure 1 illustrates that such a communication device 20 may comprise a computer 21, with a keyboard 22 as the input device and a display 23 and a printer 24 as the output devices.

Opgemerkt wordt, dat de beschreven wijze van communiceren slecht bij wijze van voorbeeld is gegeven. Als alternatief kan de communicatie plaatsvinden via willekeurig geschikte 30 communicatie-kanalen, zoals een (bedraad of draadloos) telefonie-netwerk, een GPRS-netwerk, een UTMS-netwerk, etc. De ontvangende communicatie-inrichting 20 kan bijvoorbeeld een telefoon-toestel zijn, een PDA, een laptop computer, etc. De berichten kunnen bijvoorbeeld worden verstuurd in de vorm van 35 SMS-berichten, email-berichten, etc. Het is zelfs denkbaar dat de berichten verstuurd worden als fax-bericht, of zelfs als papieren bericht per gewone post of koerier, aangetekende post, etc. In dit laatste geval omvat de trainer-inrichting 10 een printer (niet weergegeven in figuur 1).It is noted that the described method of communication is given only by way of example. Alternatively, the communication can take place via any suitable communication channels, such as a (wired or wireless) telephone network, a GPRS network, a UTMS network, etc. The receiving communication device 20 can be, for example, a telephone device , a PDA, a laptop computer, etc. The messages can be sent, for example, in the form of 35 text messages, email messages, etc. It is even conceivable that the messages are sent as a fax message, or even as a paper message by regular mail or courier, registered mail, etc. In the latter case, the trainer device 10 comprises a printer (not shown in Figure 1).

1027059 5 51027059 5 5

De trainer-inrichting 10 is ingericht om te kunnen opereren in drie verschillende bedrijfsmodi, namelijk een genereer-modus, een rapporteer-modus, en een modificeer-modus.The trainer device 10 is adapted to operate in three different operating modes, namely a generating mode, a reporting mode, and a modifying mode.

GENEREER-MODUSGENERATE MODE

In de genereer-modus is de trainer-inrichting 10 ingericht voor het genereren van een trainingsschema voor een sporter. Wanneer een sporter een trainingsschema wil laten 10 opstellen, neemt hij via de communicatie-inrichting 20 contact op met de trainer-inrichting 10, en geeft aan de trainer-inrichting 10 een genereer-opdracht. De trainer-inrichting 10 zal dan eerst enkele benodigde gegevens van de sporter opvragen. De trainer-inrichting 10 stuurt daartoe enkele 15 vragenlijsten naar de communicatie-inrichting 20, die worden weergegeven op het beeldscherm 23, en die de sporter kan invullen met behulp van het toetsenbord 22. Tot de benodigde gegevens van de sporter behoren onder meer: 1) de sport die de sporter beoefent, bijvoorbeeld hardlopen, 20 fietsen, roeien, schaatsen; 2) een indicatie van de huidige conditie van de sporter, waartoe de trainer-inrichting 10 de sporter vraagt om zijn trainingsgeschiedenis te vermelden, dat wil zeggen wat voor trainingsprogramma's hij verricht heeft (d.w.z. hoe vaak en 25 hoe intensief hij getraind heeft) in een voorliggende periode, bij voorbeeld een jaar; ook persoonlijke gegevens als lengte, gewicht, geslacht en dergelijke spelen hier een rol.In the generating mode, the trainer device 10 is adapted to generate a training schedule for an athlete. When an athlete wishes to have a training schedule drawn up, he contacts the trainer device 10 via the communication device 20 and gives the trainer device 10 a generating command. The trainer device 10 will then first request some required data from the athlete. To this end, the trainer device 10 sends a few questionnaires to the communication device 20, which are displayed on the screen 23, and which the athlete can fill in using the keyboard 22. The required data of the athlete include: 1 ) the sport that the athlete practices, for example running, cycling, rowing, skating; 2) an indication of the current condition of the athlete, for which the trainer device 10 asks the athlete to state his training history, ie what training programs he has performed (ie how often and how intensively he has trained) in a current period, for example a year; Personal data such as height, weight, gender and the like also play a role here.

3) het trainingsdoel, dat wil zeggen datum, type prestatie 30 (wedstrijd, recreatief), grootte van de prestatie (afstand, duur), etc; 4) beschikbaarheid van de sporter met betrekking tot tijdstippen en duur van de trainingen (dat wil zeggen: op welke dagen/tijdstippen heeft de sporter wel of juist niet 35 gelegenheid om te trainen, hoeveel tijd heeft de sporter dan beschikbaar, etc).3) the training goal, ie date, type of performance 30 (competition, recreational), size of the performance (distance, duration), etc; 4) availability of the athlete with regard to times and duration of the training sessions (ie: on which days / times does the athlete have the opportunity to train or not, how much time does the athlete have available, etc).

Uiteraard is het mogelijk dat van de sporter naamsgegevens genoteerd worden, maar dit is niet noodzakelijk. In een voorkeursuitvoeringsvorm maakt de trainerinrichting een 1027059 6 persoonlijke pagina aan voor elke sporter, die via Internet toegankelijk is, maar waarbij de toegang is beveiligd met een meldcode en een password, zodat alleen de betreffende sporter de voor hem bestemde gegevens kan inzien of de op hem 5 betrekking hebbende gegevens kan invoeren, zonder dat het nodig is dat de trainerinrichting de naam van de sporter kent.It is of course possible that the athlete's name is recorded, but this is not necessary. In a preferred embodiment, the trainer device creates a personal page 1027059 6 for each athlete, which is accessible via the Internet, but where access is secured with a report code and a password, so that only the athlete concerned can view the data intended for him or the data can enter data relating to him, without it being necessary for the trainer device to know the name of the athlete.

Op basis van de van de sporter ontvangen gegevens, en op basis van enkele algemeen bekende trainingsprincipes zoals "periodisering", "variatie", "tapering" en dergelijke, en 10 uitgaande van een groot aantal in het database-geheugen 12 opgeslagen basis-trainingsvormen, stelt de trainer-inrichting 10 een individueel trainingsschema voor de sporter samen, dat aan de sporter wordt gecommuniceerd via één of meerdere van de genoemde communicatie-middelen, bijvoorbeeld door het schema 15 weer te geven op zijn beeldscherm 23 en/of af te drukken op zijn printer 24.On the basis of the data received from the athlete, and on the basis of some well-known training principles such as "periodization", "variation", "tapering" and the like, and starting from a large number of basic training forms stored in the database memory 12 , the trainer device 10 compiles an individual training schedule for the athlete, which is communicated to the athlete via one or more of the mentioned communication means, for example by displaying the schedule 15 on his screen 23 and / or printing it on his printer 24.

Een trainingsschema is een voorschrift dat per dag (datum) aangeeft welk trainingsprogramma moet worden uitgevoerd. Een trainingsprogramma omschrijft duur, 20 frequentie, en intensiteit van een bepaalde activiteit (hardlopen, dribbelen, rust; fietsen, roeien, etc) op een bepaalde dag. In een variatie is een trainingsschema een wekelijks voorschrift, dat dan ook een trainingsfrequentie omvat (hoe vaak per week).A training schedule is a regulation that indicates per day (date) which training program must be carried out. A training program describes the duration, frequency, and intensity of a certain activity (running, dribbling, resting; cycling, rowing, etc.) on a certain day. In a variation, a training schedule is a weekly prescription, which therefore includes a training frequency (how often per week).

25 Een trainingsprogramma kan licht of juist zwaar zijn, afhankelijk van de duur, intensiteit en frequentie van de uit te voeren activiteiten. Het is mogelijk om de zwaarte van een trainingsprogramma objectief kwantitatief uit te drukken in een zwaarte-getal Z dat een functie is van enkele 30 kwantificeerbare trainingsparameters. Als voorbeeld van dergelijke kwantificeerbare trainingsparameters kunnen genoemd worden: - intensiteit I; - frequentie F (herhalingsfrequentie van een activiteit); 35 - lengte (tijdsduur) L; - trainingsvorm V.25 A training program can be light or heavy, depending on the duration, intensity and frequency of the activities to be performed. It is possible to objectively quantitatively express the gravity of a training program in a gravity number Z that is a function of a few quantifiable training parameters. As an example of such quantifiable training parameters, the following can be mentioned: - intensity I; - frequency F (repetition frequency of an activity); 35 - length (duration) L; - training form V.

Bij wijze van voorbeeld kan het zwaarte-getal Z worden gebaseerd op het aantal tijdens de training verbruikte calorieën. Het zal duidelijk zijn dat in het algemeen ZBy way of example, the gravity number Z can be based on the number of calories consumed during training. It will be understood that in general Z

102705S102705S

7 toeneemt naarmate L en/of I en/of F toenemen. Voorts kunnen verschillende combinaties van L, I en F leiden tot een zelfde waarde van Z.7 increases as L and / or I and / or F increase. Furthermore, different combinations of L, I and F can lead to the same value of Z.

Er zijn drie basis-vormen voor een training: intensieve 5 duurtraining (ID), interval-training (IV), en kracht-training dan wel snelheids-training (KS). Een trainingsprogramma bevat doorgaans een mix van deze basis-componenten; de mate waarin een trainingscomponent in een trainingsprogramma bij draagt aan de zwaarte van dat trainingsprogramma, wordt uitgedrukt in een 10 getal, bijvoorbeeld op een schaal van 1 tot 100. Die getalswaarde zal worden aangeduid als het partiële zwaartegetal Z(ID), Z(IV), Z(KS). Aldus wordt de trainingsvorm V gekarakteriseerd door de combinatie van drie getalswaarden Z(ID), Z(IV), Z(KS). Op vergelijkbare wijze kan een partieel 15 Zwaartegetal Z(L) worden gedefinieerd, dat afhankelijk is van de tijdsduur L van de uit te voeren activiteiten.There are three basic forms for training: intensive endurance training (ID), interval training (IV), and strength training or speed training (KS). A training program usually contains a mix of these basic components; the extent to which a training component in a training program contributes to the weight of that training program, is expressed in a number, for example on a scale from 1 to 100. That numerical value will be referred to as the partial gravity number Z (ID), Z (IV) ), Z (KS). Thus the training form V is characterized by the combination of three number values Z (ID), Z (IV), Z (KS). Similarly, a partial Gravity Z (L) can be defined, which depends on the duration L of the activities to be performed.

De intensiteit I van een training hangt af van de door de sporter te verrichten inspanning, en kan bijvoorbeeld worden uitgedrukt in de tijdens de training optredende hartslag-20 frequentie van de sporter, of bijvoorbeeld in het door de sporter geleverde vermogen. Bij een goede training dient de intensiteit zich te bevinden binnen een voorafbepaald venster, waarvan de grenzen kunnen worden genomen uitgaande van vaste waarden voor iedereen maar die desgewenst voor een sporter 25 individueel kunnen worden aangepast.The intensity I of a training depends on the effort to be made by the athlete, and can for instance be expressed in the heartbeat frequency of the athlete occurring during the training, or for instance in the power supplied by the athlete. With good training, the intensity should be within a predetermined window, the limits of which can be taken based on fixed values for everyone, but which can be adjusted individually for an athlete if desired.

Figuur 2A is een grafiek die schematisch een voorbeeld toont van een trainingsschema, waarbij het partiële zwaartegetal Z(L) (verticale as) is uitgezet tegen de tijd (horizontale as). In dit voorbeeld is de tijd weergegeven in 30 eenheden van een week, en is het partiële zwaarte-getal Z(L) weergegeven als een gemiddeld weekgetal. Gemakshalve is het verloop van het partiële zwaarte-getal Z(L) weergegeven als een continue lijn, maar het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat een histogram-weergave een betere weergave is, zoals 35 in de volgende grafieken.Figure 2A is a graph that schematically shows an example of a training schedule, with the partial gravity number Z (L) (vertical axis) plotted against time (horizontal axis). In this example, the time is represented in 30 units of a week, and the partial gravity number Z (L) is represented as an average week number. For the sake of convenience, the course of the partial gravity number Z (L) is shown as a continuous line, but it will be clear to a person skilled in the art that a histogram representation is a better representation, such as in the following graphs.

Figuur 2B toont een voorbeeld van een trainingsschema op meer gedetailleerde schaal, waarin de tijd is weergegeven in eenheden van een dag, en waarbij de partiële zwaarte-getallen Z(L), Z(ID), Z(IV), Z(KS) zijn weergegeven als een daggetal, 1027059 δ in welk geval aan rustdagen de waarde nul kan worden toegekend aan die partiële zwaartegetallen. Figuur 2B toont, dat de partiële zwaarte-getallen onafhankelijk van elkaar kunnen worden ingesteld.Figure 2B shows an example of a training schedule on a more detailed scale, showing the time in units of a day, and where the partial gravity numbers Z (L), Z (ID), Z (IV), Z (KS) are represented as a day number, 1027059 δ in which case zero days can be assigned to those partial gravity numbers. Figure 2B shows that the partial gravity numbers can be set independently of each other.

5 In figuur 2A zijn vijf trainings-stadia te herkennen. De dag t=tO is de startdatum van het schema, en de dag t=T is de datum van het trainingsdoel. Een eerste trainingsstadium 31 wordt aangeduid als aanvullend stadium, en begint op de startdatum t=tO. Een derde stadium 33 wordt aangeduid als 10 intensieve stadium, en eindigt één week voor de datum T van het trainingsdoel. Een vierde stadium 34 wordt aangeduid als herstelstadium, en komt overeen met de week direct voorafgaande aan de datum T van het trainingsdoel. Op de datum T verricht de sporter de doel-prestatie. Een vijfde stadium 35 15 wordt aangeduid als ruststadium, en komt overeen met de week direct na de datum T van het trainingsdoel. Een tweede stadium 32 tussen het aanvullend stadium 31 en het intensieve stadium 33 wordt aangeduid als voorbereidingsstadium.5 Figure 2A shows five training stages. The day t = tO is the start date of the schedule, and the day t = t is the date of the training goal. A first training stage 31 is referred to as an additional stage, and starts on the starting date t = t0. A third stage 33 is referred to as an intensive stage, and ends one week before the date T of the training goal. A fourth stage 34 is referred to as the recovery stage, and corresponds to the week immediately preceding the date T of the training goal. The athlete performs the goal on the date T. A fifth stage 35 is referred to as a resting stage, and corresponds to the week immediately after the date T of the training goal. A second stage 32 between the additional stage 31 and the intensive stage 33 is referred to as preparation stage.

Opgemerkt wordt, dat de duur van het herstelstadium 34 20 iets langer of korter mag zijn dan een week, maar een week wordt gezien als optimaal. Een vergelijkbare opmerking geldt ten aanzien van het ruststadium 35.It is noted that the duration of the recovery stage 34 may be slightly longer or shorter than a week, but a week is considered optimal. A similar remark applies with regard to the resting stage 35.

De duur D(33) van het intensieve stadium 33 wordt uitgerekend volgens de formule 25 D (33) = MIN ( (T-10 - D (34) ) /2 ; 9 w) (1) waarbij D(34) de duur van het herstelstadium 34 aanduidt.The duration D (33) of the intensive stage 33 is calculated according to the formula D (33) = MIN ((T-10 - D (34)) / 2; 9 w) (1) where D (34) is the duration of the recovery stage 34.

In formule (1) levert de functie MIN(x,y) als uitkomst het kleinste van de getallen x en y; de duur D(33) van het intensieve stadium 33 wordt dus gemaximeerd op 9 weken.In formula (1) the function MIN (x, y) returns the smallest of the numbers x and y; the duration D (33) of the intensive stage 33 is thus maximized at 9 weeks.

30 Op basis van formule (1) kan de startdatum t33 van het intensieve stadium 33 worden berekend als t33 = T - D (34) - D (33) (2)On the basis of formula (1), the start date t33 of the intensive stage 33 can be calculated as t33 = T - D (34) - D (33) (2)

De duur D(32) van het voorbereidingsstadium 32 wordt als volgt bepaald.The duration D (32) of the preparation stage 32 is determined as follows.

35 Eerst wordt D(32) gelijk genomen aan t33 - tO. Met andere woorden, eerst wordt aangenomen dat de begindatum t32 van het voorbereidingsstadium 32 gelijk is aan de startdatum tO.First, D (32) is taken equal to t33 - t0. In other words, it is first assumed that the start date t32 of the preparation stage 32 is equal to the start date t0.

Een startniveau ZL(32) voor het partiële zwaarte-getal Z(L) van de trainingen wordt bepaald; dat startniveau Zl(32) wordt 1027059 9 berekend op basis van de conditie van de sporter op de startdag tO, als een niveau dat de sporter nu zou moeten aankunnen.A start level ZL (32) for the partial gravity number Z (L) of the workouts is determined; that starting level Z1 (32) is calculated 1027059 9 based on the condition of the athlete on the starting day t0, as a level that the athlete should now be able to handle.

Een eindniveau Zl(33) voor het partiële zwaarte-getal Z (L) van 5 . de trainingen tijdens het voorbereidingsstadium 32 wordt bepaald; dat eindniveau ZL(33) wordt bepaald in relatie tot de zwaarte van de doel-prestatie op de doeldatum T, als een niveau dat de sporter dient te hebben om de doel-prestatie te kunnen leveren.An end level Z1 (33) for the partial gravity number Z (L) of 5. the training during the preparation stage 32 is determined; that final level ZL (33) is determined in relation to the gravity of the goal performance on the goal date T, as a level that the athlete must have to be able to deliver the goal performance.

10 Dan wordt een relatieve progressie PL(32) van het partiële zwaarte-getal Z(L) tijdens het voorbereidingsstadium 32 berekend alsThen a relative progression PL (32) of the partial gravity number Z (L) during the preparation stage 32 is calculated as

Pl(32) = (Zl(33) - Zl(32))/D(32) (3)P1 (32) = (Z1 (33) - Z1 (32)) / D (32) (3)

Die relatieve progressie PL(32) mag niet te klein en niet te 15 groot zijn. Er wordt daarom gecontroleerd of de relatieve progressie PL(32) zich bevindt in een progressie-venster PW = [Pmin;Pmax], waarbij Pmin een voorafbepaalde minimumwaarde voor de relatieve progressie PL(32) aanduidt, en waarbij Pmax een voorafbepaalde maximum-waarde voor de relatieve 20 progressie P(32) aanduidt.That relative progression PL (32) may not be too small and not too large. It is therefore checked whether the relative progression PL (32) is in a progression window PW = [Pmin; Pmax], where Pmin indicates a predetermined minimum value for the relative progression PL (32), and where Pmax indicates a predetermined maximum value for the relative progression P (32).

Indien blijkt dat de relatieve progressie PL(32) groter is dan de voorafbepaalde maximum-waarde Pmax, wordt geconcludeerd dat de plannen van de sporter te ambitieus zijn, en wordt hem geadviseerd zijn doel-prestatie bij te stellen, in de vorm van 25 een mindere prestatie op oorspronkelijke doeldatum T of het kiezen van een latere doeldatum, of een combinatie.If it appears that the relative progression PL (32) is greater than the predetermined maximum value Pmax, it is concluded that the athlete's plans are too ambitious, and he is advised to adjust his goal performance in the form of 25 lesser performance on original target date T or choosing a later target date, or a combination.

Indien blijkt dat de relatieve progressie PL(32) kleiner is dan de voorafbepaalde minimum-waarde Pmin, wordt de waarde van D(32) verlaagd naar een dusdanige waarde, dat de relatieve 30 progressie P(32) zich bevindt in het progressie-venster PW = [Pmin;Pmax].If it appears that the relative progression PL (32) is smaller than the predetermined minimum value Pmin, the value of D (32) is lowered to such a value that the relative progression P (32) is located in the progression window PW = [Pmin; Pmax].

Op basis van de aldus berekende waarde voor D(32) kan de startdatum t32 van het voorbereidingsstadium 32 worden berekend als 35 t32 = t33 - D(32) (4)Based on the calculated value for D (32), the start date t32 of the preparation stage 32 can be calculated as 35 t32 = t33 - D (32) (4)

Hierdoor ligt tevens de duur D(31) van het aanvullende stadium 31 vast.As a result, the duration D (31) of the additional stage 31 is also fixed.

1027059 ' 101027059 '10

In figuur 2A is te herkennen, dat het partiële zwaarte-getal Z(L) tijdens het aanvullende stadium 31 in hoofdzaak constant wordt gehouden op het startniveau Z(32). Tijdens het voorbereidingsstadium 32 en het intensieve stadium 33 neemt 5 het partiële zwaarte-getal Z(L) geleidelijk toe. Het partiële zwaarte-getal Z(L) bereikt een maximum aan het einde van het voorbereidingsstadium 32.It can be seen in Figure 2A that the partial gravity number Z (L) is kept substantially constant at the starting level Z (32) during the additional stage 31. During the preparation stage 32 and the intensive stage 33, the partial gravity number Z (L) gradually increases. The partial gravity number Z (L) reaches a maximum at the end of the preparation stage 32.

Op vergelijkbare wijze kunnen grafieken worden gemaakt van de partiële zwaarte-getallen Z(ID), Z(IV), Z(KS); zie 10 bijvoorbeeld figuur 2B. Deze partiële zwaarte-getallen Z(ID), Z(IV), Z(KS) bereiken een maximum tijdens het intensieve stadium 33.Similarly, graphs can be made of the partial gravity numbers Z (ID), Z (IV), Z (KS); see for example figure 2B. These partial gravity numbers Z (ID), Z (IV), Z (KS) reach a maximum during the intensive stage 33.

15 Figuur 3 is een grafiek vergelijkbaar met figuur 2A.Figure 3 is a graph similar to Figure 2A.

Tijdens het voorbereidingsstadium 32 en het intensieve stadium 33 heeft het trainingsschema een terugkerend patroon met een patroonlengte van drie weken. Dat patroon omvat opeenvolgend een week met een relatief korte training, een 20 week met een middelmatig lange training, en een week met een relatief lange training. Het voorbereidingsstadium 32 begint met een volledig patroon van drie weken. Het intensieve stadium 33 eindigt met een volledig patroon van drie weken. Tijdens de laatste week van het laatste volledige patroon van 25 het voorbereidingsstadium 32 hebben de trainingen de grootste lengte L van het trainingsschema. Tijdens de weken met de kortste trainingslengte van een patroon wordt voornamelijk krachttraining gedaan. Tijdens de weken met de langste trainingslengte van een patroon wordt voornamelijk interval-30 training gedaan. Tijdens de weken met de middelmatig lange training ligt het accent op intensieve duurtraining.During the preparation stage 32 and the intensive stage 33, the training schedule has a recurring pattern with a pattern length of three weeks. That pattern successively comprises a week with a relatively short training, a week with a medium long training, and a week with a relatively long training. The preparation stage 32 starts with a full three-week pattern. The intensive stage 33 ends with a full three-week pattern. During the last week of the last complete pattern of the preparation stage 32, the training sessions have the largest length L of the training schedule. During the weeks with the shortest training length of a pattern, strength training is mainly done. During the weeks with the longest training length of a pattern, mainly interval-30 training is done. During the weeks with the medium-long training, the emphasis is on intensive endurance training.

Tijdens het herstelstadium 34 wordt de trainingslengte L sterk verminderd. De trainingslengte L tijdens het herstelstadium 34 hangt onder meer af van de zwaartegetallen tijdens 35 de laatste week van het laatste volledige patroon van het voorbereidingsstadium 32 en van de zwaartegetallen tijdens de laatste week van het intensieve stadium 33 direct voorafgaande aan het herstelstadium 34: hoe zwaarder de laatste week van het intensieve stadium 33 in relatie tot de zwaarste 1027059 11 trainingsweek van het voorbereidingsstadium 32, des te lichter zijn de trainingen tijdens het herstelstadium 34.The training length L is greatly reduced during the recovery stage 34. The training length L during the recovery stage 34 depends, among other things, on the gravity numbers during the last week of the last complete pattern of the preparation stage 32 and on the gravity numbers during the last week of the intensive stage 33 immediately preceding the recovery stage 34: the heavier the last week of the intensive stage 33 in relation to the heaviest 1027059 11 training week of the preparation stage 32, the lighter the training sessions are during the recovery stage 34.

De trainingslengte L tijdens het ruststadium 35 is afhankelijk van het zwaartegetal van de doelprestatie op de 5 doeldatum T in relatie tot het zwaartegetal tijdens de laatste week van het laatste volledige patroon van het voorbereidingsstadium 32: hoe zwaarder de doelprestatie in relatie tot de verrichte trainingsarbeid, des te meer herstel is nodig.The training length L during the resting stage 35 is dependent on the center of gravity of the target performance on the target date T in relation to the center of gravity during the last week of the last complete pattern of the preparation stage 32: the heavier the target performance in relation to the training work performed, the more recovery is needed.

10 In principe is de genereer-modus voltooid met het aan de sporter communiceren van het gegenereerde trainingsschema. De sporter kan nu immers, op basis van dat schema, trainingen uitvoeren. De grootste kracht van de trainer-inrichting 10 volgens de onderhavige uitvinding is echter gelegen in de 15 mogelijkheid tot aanpassing aan de hand van de trainings- resultaten. Als een sporter van deze mogelijkheid gebruik wil maken, geeft hij aan de trainer-inrichting 10 een opslag-commando; in respons op het ontvangen van dit opslag-commando slaat de trainer-inrichting 10 het gegenereerde trainings-20 schema op in een schema-geheugen 13, samen met de naam van de sporter. Als de voorkeur genietend alternatief is het mogelijk dat de trainer-inrichting 10 het gegenereerde trainingsschema altijd in het schema-geheugen 13 opslaat, zonder dat daar een opslag-commando voor nodig is.In principle, the generating mode is completed with communicating the generated training schedule to the athlete. After all, the athlete can now perform training sessions based on that schedule. The greatest power of the trainer device 10 according to the present invention, however, lies in the possibility of adaptation on the basis of the training results. If an athlete wishes to make use of this possibility, he gives the trainer device 10 a storage command; in response to receiving this storage command, the trainer device 10 stores the generated training schedule in a schedule memory 13, along with the athlete's name. As the preferred alternative, it is possible that the trainer device 10 always stores the generated training schedule in the schedule memory 13, without requiring a storage command.

25 Zoals gezegd, de sporter kan nu trainingen uitvoeren op basis van het gegenereerde schema, dat in het hiernavolgende ook zal worden aangeduid als "oorspronkelijk schema". De sporter is zelfs vrij om naar eigen wensen en inzichten af te wijken van het schema; het gegenereerde schema is immers 30 slechts een advies. De grootste kracht van de onderhavige uitvinding is echter, dat dat trainingsadvies kan worden aangepast aan de bereikte trainingsresultaten, om aldus te komen tot een aan de persoon van de sporter aangepast, optimaal advies. Daartoe is dan wel nodig, dat de sporter weer 35 contact opneemt met de trainer-inrichting 10 en zijn trainingsresultaten invoert; dit zal worden aangeduid als rapporteermodus. De trainer-inrichting 10 geeft dan een aangepast trainingsadvies, hetzij op aanvraag, hetzij automatisch; dit zal worden aangeduid als modificeermodus.As stated, the athlete can now perform training sessions based on the generated schedule, which will hereinafter also be referred to as "original schedule". The athlete is even free to deviate from the schedule according to his wishes and insights; after all, the generated scheme is only an advice. The greatest strength of the present invention, however, is that training advice can be adapted to the training results achieved, so as to arrive at an optimal advice adapted to the person of the athlete. To that end, it is then necessary for the athlete to contact the trainer device 10 again and input his training results; this will be referred to as reporting mode. The trainer device 10 then provides adapted training advice, either on request or automatically; this will be referred to as modifying mode.

1027059 121027059 12

Uiteraard is het mogelijk dat de sporter slechts af en toe zijn trainingsresultaten rapporteert. Het is echter de bedoeling dat de sporter voorafgaand aan elke training contact opneemt met de trainer-inrichting 10, en daarbij rapporteert 5 over de resultaten van de vorige training, en dan een aanpassing ontvangt van het eerstvolgende trainingsprogramma. Daarbij verdient het de voorkeur dat de sporter direct na het voltooien van een trainingsprogramma rapporteert over het uitgevoerde programma en zijn zwaartegevoel (zoals later 10 uitgebreider zal worden uitgelegd), en dat de sporter aan het begin van een trainingsdag rapporteert over de mate van herstel (zoals later uitgebreider zal worden uitgelegd), waarbij de sporter dan eventueel een gemodificeerd programma ontvangt voor het die dag uit te voeren trainingsprogramma. Op 15 deze wijze kan de trainer-inrichting 10 het meest adequaat reageren op de trainingsresultaten, en kan optimaal geprofiteerd worden van de voordelen die de onderhavige uitvinding biedt, en in de hiernavolgende beschrijving zal van dit voorkeursgebruik worden uitgegaan. Als alternatief zou de 20 sporter aan het begin van een trainingsdag kunnen rapporteren zowel over het uitgevoerde programma van de vorige trainingsdag als over de mate van herstel.It is of course possible that the athlete only occasionally reports his training results. However, it is intended that the athlete contacts the trainer device 10 prior to each training, thereby reporting on the results of the previous training, and then receiving an adjustment to the next training program. In addition, it is preferable that the athlete reports on the program and his sense of gravity immediately after completing a training program (as will be explained in more detail later), and that the athlete reports on the extent of recovery at the start of a training day ( as will be explained in more detail later), in which case the athlete may receive a modified program for the training program to be carried out that day. In this way, the trainer device 10 can respond most adequately to the training results, and optimum benefits can be gained from the advantages offered by the present invention, and this preferred use will be assumed in the following description. Alternatively, the athlete could report at the beginning of a training day both on the program performed from the previous training day and on the extent of recovery.

25 RAPPORTEER-MODUS25 REPORTING MODE

In de rapporteer-modus is de trainer-inrichting 10 ingericht voor het communiceren met de sporter om de bereikte trainingsresultaten te ontvangen, en voor het bijhouden van de trainingsresultaten in een logboekgeheugen 14.In the reporting mode, the trainer device 10 is adapted to communicate with the athlete to receive the training results achieved, and to keep track of the training results in a log memory 14.

30 Wanneer een sporter trainingsresultaten wil doorgeven, neemt hij via de communicatie-inrichting 20 contact op met de trainer-inrichting 10, en geeft aan de trainer-inrichting 10 een logboek-opdracht. De trainer-inrichting 10 zal dan de sporter vragen de benodigde gegevens in te voeren. De trainer-35 inrichting 10 stuurt daartoe een vragenlijst naar de communicatie-inrichting 20, die wordt weergegeven op het beeldscherm 23, en die de sporter kan invullen met behulp van het toetsenbord 22. Behalve uiteraard de login-gegevens van de sporter worden de volgende gegevens gevraagd: 1027059 ___ 13 1) een beschrijving van het uitgevoerde trainingsprogramma (indien het daadwerkelijk uitgevoerde trainingsprogramma afwijkt van het geplande programma); 2) de ochtendpols OP (dat wil zeggen de hartslagfrequentie 5 direct nadat de sporter 's morgens wakker wordt); 3) een beoordeling van de sporter over hoe zwaar hij de training vond (dat wil zeggen een impressie door de sporter met betrekking tot zijn gevoelens van wel-bevinden tijdens de training: de sporter dient bij voorkeur deze gegevens op 10 te geven direct na afloop van de training); deze beoor deling wordt aangeduid als een "zwaartegevoel-getal" ZGG; 4) een beoordeling van de sporter over de mate waarin hij hersteld is van de vorige training (dat wil zeggen een impressie door de sporter met betrekking tot zijn herstel: 15 de sporter dient bij voorkeur deze gegevens op te geven 's morgens voor het uitvoeren van een volgend trainingsprogramma) ; deze beoordeling wordt aangeduid als een "herstel-getal" HG.When an athlete wishes to transmit training results, he contacts the trainer device 10 via the communication device 20, and gives the trainer device 10 a logbook command. The trainer device 10 will then ask the athlete to enter the required data. The trainer-device 10 for this purpose sends a questionnaire to the communication device 20, which is displayed on the screen 23, and which the athlete can fill in with the aid of the keyboard 22. Besides of course the login data of the athlete, the following data requested: 1027059 ___ 13 1) a description of the training program performed (if the training program actually carried out deviates from the planned program); 2) the morning pulse UP (ie the heart rate 5 immediately after the athlete wakes up in the morning); 3) an assessment of the athlete about how hard he found the training (ie an impression by the athlete regarding his feelings of well-being during the training: the athlete should preferably give this data to 10 immediately afterwards of the training); this assessment is referred to as a "sense of gravity" ZGG; 4) an assessment of the athlete about the extent to which he has recovered from the previous training (ie an impression by the athlete regarding his recovery: the athlete should preferably provide this information in the morning before the execution) of a following training program); this assessment is referred to as a "recovery number" HG.

20 Op basis van de van de sporter ontvangen gegevens, en op basis van de eerder van de sporter ontvangen en in het logboekgeheugen 14 opgeslagen gegevens, berekent de trainer-inrichting 10 een conditiegetal C, hetgeen een kwantitatieve weergave is van de momentane conditie (moment-opname) van de 25 sporter. Als de sporter gedisciplineerd elke trainingsdag zijn gegevens doorgeeft aan de trainer-inrichting 10, ontstaat een reeks van dagelijkse conditiegetallen. De trainer-inrichting 10 slaat de aldus berekende conditiegetallen C, en de bijbehorende datum, op in zijn logboekgeheugen 14. Bij 30 voorkeur slaat de trainer-inrichting 10 ook de door de sporter opgegeven trainingsresultaten op in het logboek-geheugen 14.Based on the data received from the athlete and based on the data previously received from the athlete and stored in the log memory 14, the trainer device 10 calculates a condition number C, which is a quantitative representation of the current condition (moment recording) of the 25 athlete. If the athlete disciplinedly passes on his data to the trainer device 10 every training day, a series of daily fitness numbers arises. The trainer device 10 stores the thus calculated condition numbers C, and the associated date, in his logbook memory 14. Preferably, the trainer device 10 also stores the training results specified by the athlete in the logbook memory 14.

De berekening van het conditiegetal C gebeurt als volgt: Op basis van de door de sporter in het logboek ingevoerde gegevens met betrekking tot het uitgevoerde trainingsprogramma 35 wordt een trainingszwaartegetal TZG berekend, dat een indicatie is voor de zwaarte van de uitgevoerde training. In een mogelijke uitvoeringsvorm wordt het trainingszwaartegetal TZG berekend als het product van intensiteit en lengte (tijdsduur) van de training. Indien de sporter gegevens heeft 1027059 14 ingevoerd met betrekking tot geleverd vermogen en/of hartfrequentie, kan het trainingszwaartegetal TZG van de uitgevoerde training worden berekend op basis van het gewogen gemiddelde van deze gegevens. In het geval van een interval-5 training wordt voor elk interval de intensiteit vermenigvuldigd met de betreffende lengte, en de resulterende producten worden bij elkaar opgeteld; in geval van slechts een korte rustpauze tussen de intervallen wordt de resulterende som verhoogd.The calculation of the condition number C takes place as follows: On the basis of the data entered by the athlete in the logbook with regard to the executed training program 35, a training gravity number TZG is calculated, which is an indication of the severity of the training performed. In a possible embodiment, the training weight TZG is calculated as the product of intensity and length (duration) of the training. If the athlete has entered data 1027059 14 regarding power output and / or heart rate, the training weight rating TZG of the training performed can be calculated based on the weighted average of this data. In the case of an interval-5 training, the intensity for each interval is multiplied by the relevant length, and the resulting products are added together; in the case of only a short break between intervals, the resulting sum is increased.

10 Op basis van de door de sporter in het logboek ingevoerde gegevens met betrekking tot de ochtendpols OP, het zwaarte-gevoelgetal ZGG en het herstelgetal HG wordt een logboek-score LS berekend, die groter is naarmate de ochtendpols OP, het zwaarte-gevoelgetal ZGG of het herstelgetal HG groter zijn.On the basis of the data entered by the athlete in the logbook with regard to the morning pulse OP, the gravity-feeling number ZGG and the recovery number HG, a logbook score LS is calculated which is larger as the morning pulse OP, the gravity-feeling number ZGG whether the recovery number HG is larger.

15 Daarbij heeft het herstelgetal HG de grootste invloed. In een mogelijke uitvoeringsvorm wordt de logboek-score LS berekend volgens de volgende formule: LS = ZGGa +HGP +(OP -30/ (5) waarbij α> 1,β> 1,γ> 1.15 The recovery number HG has the greatest influence. In a possible embodiment, the log score LS is calculated according to the following formula: LS = ZGGa + HGP + (OP -30 / (5) where α> 1, β> 1, γ> 1.

20 Bij voorkeur geldt β>α>τγ.Preferably, β> α> τγ applies.

In een speciale voorkeursuitvoeringsvorm geldt a « 1,5, (8= 2,5, 7 « 1/3.In a special preferred embodiment, a «1.5, (8 = 2.5, 7« 1/3) applies.

De genoemde gegevens alsmede de aldus berekende logboek-score LS worden door de trainer-inrichting 10 opgeslagen in 25 het logboekgeheugen 14.The said data as well as the log score LS thus calculated are stored by the trainer device 10 in the log memory 14.

De trainer-inrichting 10 berekent nu een historische logboek-scoresom EHL als de som van alle in logboekgeheugen 14 opgeslagen logboekscores, met uitzondering van de scores van de laatste twee trainingen, en een recente logboek-scoresom 30 ERL als de som van de logboekscores van de laatste twee trainingen. Evenzo berekent de trainer-inrichting 10 een historische zwaartesom ΣΗΖ als de som van alle in logboekgeheugen 14 opgeslagen trainingszwaartegetallen, met uitzondering van de trainingszwaartegetallen van de laatste 35 twee trainingen, en een recente zwaartesom ERZ als de som van de trainingszwaartegetallen van de laatste twee trainingen.The trainer device 10 now calculates a historical logbook score sum EHL as the sum of all log scores stored in logbook memory 14, with the exception of the scores of the last two workouts, and a recent logbook score sum 30 ERL as the sum of the logbook scores of the last two training sessions. Similarly, the trainer device 10 calculates a historical gravity sum ΣΗΖ as the sum of all training gravity numbers stored in logbook memory 14, with the exception of the training gravity numbers of the last two training sessions, and a recent gravity sum ERZ as the sum of the training gravity numbers of the last two training sessions .

Opgemerkt wordt, dat in plaats van de laatste TWEE trainingen ook de resultaten van de laatste DRIE of meer trainingen gebruikt kunnen worden.It is noted that instead of the last TWO training sessions the results of the last THREE or more training sessions can also be used.

1027059 151027059 15

De trainer-inrichting 10 berekent nu een historisch reactiegetal HR als quotiënt van de historische logboek-scoresom DHL en de historische zwaartesom ΣΗΖ: HR = EHL/EHZ. Evenzo berekent de trainer-inrichting 10 een recent 5 reactiegetal RR als quotiënt van de recente logboek-scoresom DRL en de recente zwaartesom DRZ: RR = DRL/DRZ.The trainer device 10 now calculates a historical response number HR as quotient of the historical logbook score sum DHL and the historical gravity sum HR: HR = EHL / EHZ. Similarly, the trainer device 10 calculates a recent response number RR as a quotient of the recent log score sum DRL and the recent gravity sum DRZ: RR = DRL / DRZ.

De trainer-inrichting 10 berekent nu het conditiegetal C als het verschil tussen het recent reactiegetal RR en het historisch reactiegetal HR: C = RR - HR. Op de aldus berekende 10 waarde van C kan nog een correctie worden uitgevoerd op basis van het herstelgetal HG van de laatste training: naarmate het herstelgetal HG van de laatste training groter is, wordt het conditiegetal C verder verlaagd.The trainer device 10 now calculates the condition number C as the difference between the recent response number RR and the historical response number HR: C = RR - HR. A correction can be made to the thus calculated value of C on the basis of the recovery number HG of the last training: the larger the recovery number HG of the last training, the condition number C is further reduced.

Opgemerkt wordt, dat de exacte formules die gebruikt 15 worden bij het berekenen van het zwaarte-gevoelgetal ZGG, het herstelgetal HG, de logboek-score LS en het conditiegetal C niet cruciaal zijn voor de onderhavige uitvinding.It is noted that the exact formulas used in calculating the gravity-feeling number ZGG, the recovery number HG, the log score LS and the condition number C are not crucial for the present invention.

Wanneer het conditiegetal C negatief is, kan 20 geconcludeerd worden dat de sporter minder goed reageert op de laatste trainingen dan gebruikelijk is voor deze sporter. Het is dan waarschijnlijk gewenst om het trainingsschema aan te passen. Overigens, ook wanneer het conditiegetal C positief is, kan het zinvol zijn om het trainingsschema aan te passen, 25 omdat geconcludeerd kan worden dat het trainingsprogramma niet optimaal aansluit bij de capaciteiten van de sporter. Indien de sporter een modificatie wenst, kan hij een modificeer-commando geven. Het is ook mogelijk dat de trainer-inrichting 10 geheel automatisch met een modificatie-voorstel komt. In 30 beide gevallen gaat de trainer-inrichting 10 over naar de modificeer-modus.When the condition number C is negative, it can be concluded that the athlete reacts less well to the last training sessions than is usual for this athlete. It is then probably desirable to adjust the training schedule. Incidentally, even when the condition number C is positive, it may be useful to adjust the training schedule, because it can be concluded that the training program does not optimally match the abilities of the athlete. If the athlete wants a modification, he can give a modification command. It is also possible that the trainer device 10 comes fully automatically with a modification proposal. In both cases, the trainer device 10 enters the modifying mode.

MODIFICEER-MODUSMODIFY MODE

35 In de modificeer-modus is de trainer-inrichting 10 ingericht voor het berekenen van een geschikte aanpassing van het trainingsschema (zoals opgeslagen in het schema-geheugen 13). Daarbij kan de trainer-inrichting 10 onderscheid maken 1027059 16 tussen het trainingsprogramma dat gepland staat voor de huidige dag (vandaag) en de toekomstige trainingsprogramma's.In the modification mode, the trainer device 10 is adapted to calculate a suitable adjustment of the training schedule (as stored in the schedule memory 13). Thereby, the trainer device 10 can distinguish 1027059 16 between the training program that is planned for the current day (today) and the future training programs.

VANDAAGTODAY

5 Van het huidige trainingsprogramma kunnen één of meer van de volgende aspecten worden aangepast: - lengte L; - basisvorm intensieve duurtraining ID; - basisvorm interval IV; 10 - basisvorm kracht/snelheid KS.5 Of the current training program, one or more of the following aspects can be adjusted: - length L; - basic form intensive endurance training ID; - basic form interval IV; 10 - basic form force / speed KS.

Bij voorkeur worden deze vier aspecten alle vier tegelijkertijd aangepast.These four aspects are preferably all adjusted simultaneously.

MODIFICATIE VAN DE HUIDIGE TRAININGSLENGTE L 15 Indien het conditiegetal C positief is, hetgeen indicatief is voor een verbetering van de conditie, wordt de lengte L verhoogd. Deze verhoging van de lengte L kan plaatsvinden met een vaste waarde, maar bij voorkeur wordt de lengte L verhoogd volgens de formule 20 L(nieuw) = L(oorspronkelijk) + A1*C (6) waarbij Al een constant voorafbepaald getal is. In een voorkeursuitvoeringsvorm is Al ongeveer gelijk aan 2.MODIFICATION OF THE CURRENT TRAINING LENGTH L 15 If the condition number C is positive, which is indicative of an improvement in the condition, the length L is increased. This increase of the length L can take place with a fixed value, but preferably the length L is increased according to the formula L (new) = L (original) + A1 * C (6) where A1 is a constant predetermined number. In a preferred embodiment, A1 is approximately 2.

Indien het conditiegetal C negatief is, hetgeen indicatief is voor een achteruitgang van de conditie, wordt de 25 lengte L verlaagd, om de sporter te beschermen tegen een dreigende overbelasting. Deze verlaging van de lengte L kan plaatsvinden met een vaste waarde, maar bij voorkeur wordt de lengte L verlaagd volgens de formule L(nieuw) = L(oorspronkelijk) - A2-|C| (7) 30 waarbij A2 een constant voorafbepaald getal is. Bij voorkeur is A2 groter dan Al, omdat de kans op een nadelige beïnvloeding van het trainingsresultaat door overbelasting groter is dan de kans op een nadelige beïnvloeding van het trainingsresultaat door onderbelasting. In een voorkeurs-35 uitvoeringsvorm is A2 ongeveer gelijk aan 5.If the condition number C is negative, which is indicative of a deterioration of the condition, the length L is lowered, in order to protect the athlete against an imminent overload. This reduction in the length L can take place with a fixed value, but preferably the length L is reduced according to the formula L (new) = L (original) - A2- | C | (7) wherein A2 is a constant predetermined number. Preferably, A2 is greater than A1, because the chance of an adverse effect on the training result due to overload is greater than the chance of an adverse effect on the training result due to underload. In a preferred embodiment, A2 is approximately 5.

MODIFICATIE VAN DE HUIDIGE BASISVORM IDMODIFICATION OF THE CURRENT BASIC ID

Indien het conditiegetal C positief is, hetgeen indicatief is voor een verbetering van de conditie, wordt de 1027059 17 partiële zwaarte Z(ID) van de component "intensieve duurtraining" van de eerstkomende training verhoogd. Deze verhoging van de partiële zwaarte Z(ID) kan plaatsvinden met een vaste waarde, maar bij voorkeur wordt de partiële zwaarte 5 Z(ID) verhoogd volgens de formule Z(ID)(nieuw) = Z(ID)(oorspronkelijk) + A3-C (8) waarbij A3 een constant voorafbepaald getal is. In een voorkeursuitvoeringsvorm is A3 ongeveer gelijk aan 1,8.If the condition number C is positive, which is indicative of an improvement in the condition, the partial weight Z (ID) of the "intensive endurance training" component of the next training session is increased. This increase in the partial gravity Z (ID) can take place with a fixed value, but preferably the partial gravity Z (ID) is increased according to the formula Z (ID) (new) = Z (ID) (original) + A3 -C (8) wherein A3 is a constant predetermined number. In a preferred embodiment, A3 is approximately equal to 1.8.

Indien het conditiegetal C negatief is, hetgeen 10 indicatief is voor een achteruitgang van de conditie, wordt de partiële zwaarte Z(ID) van de component "intensieve duurtraining" van de eerstkomende training verlaagd. Deze verlaging van de partiële zwaarte Z(ID) kan plaatsvinden met een vaste waarde, maar bij voorkeur wordt de partiële zwaarte 15 Z(ID) verlaagd volgens de formule Z(ID)(nieuw) = Z(ID)(oorspronkelijk) - A4*|C| (9) waarbij A4 een constant voorafbepaald getal is. Ook hierbij geldt, dat A4 bij voorkeur groter is dan A3. Voorts geldt bij voorkeur A4/A3 > A2/A1. In een voorkeursuitvoeringsvorm is A4 20 ongeveer gelijk aan 12.If the condition number C is negative, which is indicative of a deterioration of the condition, the partial weight Z (ID) of the "intensive endurance training" component of the next training session is lowered. This reduction of the partial gravity Z (ID) can take place with a fixed value, but preferably the partial gravity Z (ID) is reduced according to the formula Z (ID) (new) = Z (ID) (original) - A4 * | C | (9) wherein A4 is a constant predetermined number. Here, too, it holds that A4 is preferably larger than A3. Furthermore, preferably A4 / A3> A2 / A1 applies. In a preferred embodiment, A4 20 is approximately equal to 12.

MODIFICATIE VAN DE HUIDIGE BASISVORM IVMODIFICATION OF THE CURRENT BASIC FORM IV

Indien het conditiegetal C positief is, hetgeen indicatief is voor een verbetering van de conditie, wordt de 25 partiële zwaarte Z(IV) van de component "intervaltraining" van de eerstkomende training verhoogd. Deze verhoging van de partiële zwaarte Z(IV) kan plaatsvinden met een vaste waarde, maar bij voorkeur wordt de partiële zwaarte Z(IV) verhoogd volgens de formule 30 Z(IV)(nieuw) = Z(IV)(oorspronkelijk) + A5*C (10) waarbij A5 een constant voorafbepaald getal is. In een voorkeursuitvoeringsvorm is A5 ongeveer gelijk aan A3.If the condition number C is positive, which is indicative of an improvement in the condition, the partial weight Z (IV) of the "interval training" component of the next training is increased. This increase in the partial gravity Z (IV) can take place with a fixed value, but preferably the partial gravity Z (IV) is increased according to the formula Z (IV) (new) = Z (IV) (original) + A5 * C (10) where A5 is a constant predetermined number. In a preferred embodiment, A5 is approximately equal to A3.

Indien het conditiegetal C negatief is, hetgeen indicatief is voor een achteruitgang van de conditie, wordt de 35 partiële zwaarte Z(IV) van de component "intervaltraining" van de eerstkomende training verlaagd. Deze verlaging van de partiële zwaarte Z(IV) kan plaatsvinden met een vaste waarde, maar bij voorkeur wordt de partiële zwaarte Z(IV) verlaagd volgens de formule 1027059 18 Z(IV)(nieuw) = Z(IV)(oorspronkelijk) - A6-|c| (11) waarbij A6 een constant voorafbepaald getal is. Ook hierbij geldt, dat A6 bij voorkeur groter is dan A5. Voorts geldt bij voorkeur A6/A5 > A2/A1. In een voorkeursuitvoeringsvorm is A6 5 ongeveer gelijk aan A4.If the condition number C is negative, which is indicative of a deterioration of the condition, the partial weight Z (IV) of the "interval training" component of the next training is lowered. This reduction of the partial gravity Z (IV) can take place with a fixed value, but preferably the partial gravity Z (IV) is reduced according to the formula 1027059 18 Z (IV) (new) = Z (IV) (original) - A6- | c | (11) wherein A6 is a constant predetermined number. Here too, it holds that A6 is preferably greater than A5. Furthermore, A6 / A5> A2 / A1 preferably applies. In a preferred embodiment, A6 is approximately equal to A4.

MODIFICATIE VAN DE HUIDIGE BASISVORM KSMODIFICATION OF THE CURRENT BASIC FORM KS

Indien het conditiegetal C positief is, hetgeen indicatief is voor een verbetering van de conditie, wordt de 10 partiële zwaarte Z(KS) van de component "kracht/snelheid" van de eerstkomende training verhoogd. Deze verhoging van de partiële zwaarte Z(KS) kan plaatsvinden met een vaste waarde, maar bij voorkeur wordt de partiële zwaarte Z(KS) verhoogd volgens de formule 15 Z(KS)(nieuw) = Z(KS)(oorspronkelijk) + A7-C (12) waarbij A7 een constant voorafbepaald getal is. In een voorkeursuitvoeringsvorm is A7 ongeveer gelijk aan 1,5.If the condition number C is positive, which is indicative of an improvement of the condition, the partial gravity Z (KS) of the "force / speed" component of the next training session is increased. This increase in the partial weight Z (KS) can take place with a fixed value, but preferably the partial weight Z (KS) is increased according to the formula Z (KS) (new) = Z (KS) (originally) + A7 -C (12) wherein A7 is a constant predetermined number. In a preferred embodiment, A7 is approximately equal to 1.5.

Indien het conditiegetal C negatief is, hetgeen indicatief is voor een achteruitgang van de conditie, wordt de 20 partiële zwaarte Z(KS) van de component "kracht/snelheid" van de eerstkomende training verlaagd. Deze verlaging van de partiële zwaarte Z(KS) kan plaatsvinden met een vaste waarde, maar bij voorkeur wordt de partiële zwaarte Z(KS) verlaagd volgens de formule 25 Z(KS)(nieuw) = Z(KS)(oorspronkelijk) - A8-|C| (13) waarbij A8 een constant voorafbepaald getal is. Ook hierbij geldt, dat A8 bij voorkeur groter is dan A7. Voorts geldt bij voorkeur A8/A7 > A2/A1, en A8/A7 < A4/A3. In een voorkeurs-uitvoeringsvorm is A8 ongeveer gelijk aan 7.If the condition number C is negative, which is indicative of a deterioration of the condition, the partial gravity Z (KS) of the "force / speed" component of the next training is lowered. This reduction of the partial gravity Z (KS) can take place with a fixed value, but preferably the partial gravity Z (KS) is reduced according to the formula Z (KS) (new) = Z (KS) (original) - A8 - | C | (13) wherein A8 is a constant predetermined number. Here too, it holds that A8 is preferably greater than A7. Furthermore, preferably A8 / A7> A2 / A1, and A8 / A7 <A4 / A3. In a preferred embodiment, A8 is approximately equal to 7.

3030

Voorts wordt een controle uitgevoerd om overbelasting te vermijden. Uit de in het logboekgeheugen 14 opgeslagen gegevens van de ochtendpols wordt een historisch gemiddelde waarde HAP van de ochtendpols berekend, gemiddeld over alle 35 bekende waarden, en de huidige ochtendpols OP wordt vergeleken met deze historisch gemiddelde waarde HAP. Voorts wordt de huidige waarde van het herstelgetal HG vergeleken met een voorafbepaalde grenswaarde.A check is also carried out to avoid overloading. From the data of the morning pulse stored in the log memory 14, a historical average value HAP of the morning pulse is calculated, averaged over all known values, and the current morning pulse OP is compared with this historical average value HAP. Furthermore, the current value of the recovery number HG is compared with a predetermined limit value.

1027059 191027059 19

Indien OP - HAP a 20 slagen/min, vervalt het trainingsprogramma van vandaag in zijn geheel.If OP - HAP is 20 strokes / min, today's training program will be canceled in its entirety.

Indien het herstelgetal HG groter is dan die grenswaarde (terwijl OP - HAP < 20 slagen/min), vervallen de componenten 5 . "intensieve duurtraming" en "intervaltraining" in zijn geheel voor het trainingsprogramma van vandaag. De component "kracht/snelheid" van de eerstkomende training is echter niet afhankelijk van de huidige waarde van het herstelgetal HG. Gebleken is namelijk, dat de component "kracht/snelheid" het 10 herstel bevordert, ook bij het optreden van lichte overbelasting en/of verminderde conditie.If the recovery number HG is greater than that limit value (while OP - HAP <20 beats / min), the components are omitted 5. "intensive duration assessment" and "interval training" as a whole for today's training program. However, the "force / speed" component of the next workout is not dependent on the current value of the recovery HG. Namely, it has been found that the "force / speed" component promotes recovery, also with a slight overload and / or reduced condition.

Opgemerkt wordt, dat het de voorkeur heeft dat deze controles eerst worden uitgevoerd, omdat, als OP - HAP & 20 slagen/min, de berekening van trainings-modificaties 15 achterwege kan.blijven, terwijl, als HG groter is dan de genoemde grenswaarde, een groot deel van de berekening van trainings-modificaties achterwege kan blijven.It is noted that it is preferable that these checks are carried out first, because, if OP - HAP & 20 beats / min, the calculation of training modifications may be omitted, while, if HG is greater than the stated limit value, a large part of the calculation of training modifications can be omitted.

Figuur 4A is een grafiek die vergelijkbaar is met figuur 20 2B, en het effect illustreert van de modificaties van het trainingsprogramma van vandaag. In figuur 4A zijn voor de dagen 1 en 2 de partiële zwaartegetallen identiek aan die in figuur 2B. Neem aan dat bij dag 3 blijkt, dat een modificatie nodig is omdat het conditiegetal C negatief is. Bij dag 3 | 25 geven de gestippelde rechthoeken de oorspronkelijke partiële zwaartegetallen weer, terwijl de doorgetrokken lijnen een voorbeeld van mogelijke gemodificeerde partiële zwaartegetallen weergeven. Te zien is, dat de gemodificeerde partiële zwaartegetallen steeds lager zijn dan de corresponderende 30 oorspronkelijke partiële zwaartegetallen.Figure 4A is a graph similar to Figure 2B, illustrating the effect of the modifications of today's training program. In figure 4A the partial gravity numbers for days 1 and 2 are identical to those in figure 2B. Assume that on day 3 it appears that a modification is necessary because the condition number C is negative. At day 3 | 25 the dotted rectangles represent the original partial gravity numbers, while the solid lines represent an example of possible modified partial gravity numbers. It can be seen that the modified partial gravity numbers are always lower than the corresponding original partial gravity numbers.

TOEKOMSTFUTURE

Ook toekomstige trainingsprogramma's, dat wil zeggen de 35 programma's na "vandaag", kunnen worden aangepast, en wel op een wijze die sterk lijkt op de modificaties die in het bovenstaande zijn besproken in relatie tot de formules 10-13. Uitgangspunt bij de modificaties voor toekomstige trainingsprogramma's is steeds het oorspronkelijk berekende 1027059 ' 20 trainingsschema; dit correspondeert met het feit dat in de formules 10-13 steeds de "oorspronkelijke" parameters staan vermeld als uitgangspunt om de corresponderende "nieuwe" parameters te berekenen. In feite zijn er slechts twee 5 verschilpunten: * Bij het berekenen van modificaties voor toekomstige trainingsprogramma's wordt in de formules 10-13, in plaats van het meest recente berekende conditiegetal C, steeds een gemiddeld conditiegetal <C(N)> gebruikt, zijnde het 10 gemiddelde van de N meest recente berekende conditie getallen. Daartoe haalt de trainerinrichting de (N-l) meest recente, op het verleden betrekking hebbende, berekende conditiegetallen C op uit het logboek-geheugen 14, telt die bij elkaar op, telt daarbij op het huidige 15 berekende conditiegetal C, en deelt het resultaat door N, om aldus het gemiddelde <C(N)> te verkrijgen.Also future training programs, i.e. the 35 programs after "today", can be adjusted in a manner very similar to the modifications discussed above in relation to formulas 10-13. The starting point for the modifications for future training programs is always the originally calculated 1027059 '20 training schedule; this corresponds to the fact that the formulas 10-13 always state the "original" parameters as the starting point for calculating the corresponding "new" parameters. In fact, there are only two difference points: * When calculating modifications for future training programs, formulas 10-13, instead of the most recently calculated condition number C, always use an average condition number <C (N)>, being the 10 average of the N most recent calculated condition numbers. To that end, the trainer device retrieves the (N1) most recent past-related calculated condition numbers C from the log memory 14, adds them together, adds to the current calculated condition number C, and divides the result by N , thus obtaining the average <C (N)>.

In een mogelijke uitvoeringsvorm is N gelijk aan 10.In a possible embodiment, N equals 10.

* De overbelasting-controle aan de hand van de ochtendpols OP en het herstelgetal HG vervalt geheel; de ochtendpols 20 OP en het herstelgetal HG hebben dus geen invloed op de toekomstige trainingsprogramma's.* The overload check based on the morning pulse OP and the recovery figure HG is canceled completely; the morning pulse 20 OP and the recovery figure HG therefore have no influence on the future training programs.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de trainer-inrichting 10 ingericht om het effect van deze modificatie op alle 25 toekomstige trainingsprogramma's van het trainingsschema te communiceren aan de sporter. Dit is bij voorbeeld nuttig in een situatie dat een sporter enige tijd geen gelegenheid heeft om trainingsresultaten door te geven aan de trainer-inrichting 10, bijvoorbeeld in het geval van een vakantiereis. De sporter 30 kan dan het aldus aangepaste trainingsschema uitvoeren.In a preferred embodiment, the trainer device 10 is arranged to communicate the effect of this modification on all future training programs of the training schedule to the athlete. This is useful, for example, in a situation where an athlete has no opportunity for some time to pass on training results to the trainer device 10, for example in the case of a holiday trip. The athlete 30 can then execute the thus adjusted training schedule.

Bij de "vandaag" uitgevoerde berekening van de gemodificeerde toekomstige trainingsprogramma's maakt de trainer-inrichting 10 dan steeds gebruik van dezelfde waarde van het gemiddelde conditiegetal <C(N)>, berekend op basis van 35 de "vandaag" bekende gegevens. Het effect hiervan is geïllustreerd in figuur 4B, die een grafiek toont vergelijkbaar met figuur 2A, waarbij op een tijdstip tx een modificatie nodig bleek. Het oorspronkelijke verloop van de zwaarte-getallen is aangeduid met een stippellijn, terwijl het 1027059 21 gemodificeerde verloop van de zwaartegetallen is aangeduid met een doorgetrokken lijn. De procentuele verlaging van de (partiële) zwaartegetallen is dan voor alle toekomstige trainingsdagen constant.In the "today" calculation of the modified future training programs, the trainer device 10 then always uses the same value of the average condition number <C (N)>, calculated on the basis of the "today" known data. The effect of this is illustrated in Figure 4B, which shows a graph similar to Figure 2A, where a modification was found to be necessary at a time tx. The original course of the gravity numbers is indicated by a dotted line, while the 1027059 21 modified course of the gravity numbers is indicated by a solid line. The percentage reduction of the (partial) gravity figures is then constant for all future training days.

5 Normaliter zal de sporter echter steeds, voorafgaand aan een training, contact maken met de trainer-inrichting en zijn huidige gegevens invoeren. De computer 11 zal dan, op de wijze zoals hierboven beschreven, een actuele waarde uitrekenen van het conditie-getal C, en zal op basis daarvan een actuele 10 modificatie berekenen voor het eerst-volgende trainingsprogramma, waarbij steeds wordt uitgegaan van het oorspronkelijke trainingsschema.Normally, however, the athlete will always, prior to training, make contact with the trainer device and enter his current data. The computer 11 will then, in the manner as described above, calculate a current value of the condition number C, and on the basis thereof calculate a current modification for the next training program, always starting from the original training schedule.

Doordat een trainingsprogramma steeds, voordat dat 15 programma wordt uitgevoerd door de sporter, op de wijze zoals voorgesteld door de onderhavige uitvinding wordt gemodificeerd op basis van de actuele conditie van de sporter, wordt bereikt dat de sporter uiteindelijk, na verloop van tijd, terugkeert naar het oorspronkelijke trainingsschema. Immers, wanneer het 20 conditie-getal C gelijk blijkt te zijn aan nul, hetgeen indicatief is voor een constant blijven van de conditie, zijn alle modificaties gelijk aan nul. Dit effect is geïllustreerd in figuur 4C, die een grafiek toont vergelijkbaar met figuur 4B, waarbij nu de daadwerkelijke modificaties getoond zijn.Because a training program is always modified, before that program is carried out by the athlete, in the manner as proposed by the present invention on the basis of the current condition of the athlete, it is achieved that the athlete eventually returns, over time, to the original training schedule. After all, when the condition number C proves to be zero, which is indicative of the condition remaining constant, all modifications are equal to zero. This effect is illustrated in Figure 4C, which shows a graph similar to Figure 4B, now showing the actual modifications.

25 Korte tijd na tijdstip tx is op tijdstip tz het conditie-getal C weer ongeveer gelijk aan nul. De procentuele verlaging van de (partiële) zwaartegetallen is dan ook ongeveer nul op het tijdstip tz; vanaf dat moment wordt het oorspronkelijke trainingsschema weer gevolgd, althans, wanneer de conditie 30 gelijk blijft (C blijft ongeveer nul) .Shortly after time tx, at time tz the condition number C is again approximately equal to zero. The percentage reduction of the (partial) gravity figures is therefore approximately zero at the time tz; from that moment the original training schedule will be followed again, at least if the condition remains the same (C remains approximately zero).

TUSSENDOELENINTERIM TARGETS

In het voorgaande is de uitvinding uitgelegd in de 35 context van een trainingsschema dat verband houdt met een enkel einddoel. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de trainer-inrichting in staat om rekening te houden met zogenaamde tussendoelen. Tussendoelen zijn evenementen waaraan de sporter 1027059 22 wil deelnemen, maar die minder belangrijk zijn dan het einddoel van het trainingsschema.In the foregoing, the invention has been explained in the context of a training schedule that is related to a single end goal. In a preferred embodiment, the trainer device is capable of taking into account so-called intermediate goals. Intermediate goals are events in which the athlete wants to participate 1027059 22, but which are less important than the final goal of the training schedule.

De sporter kan de tussendoelen opgeven direct nadat het trainingsschema is opgesteld op basis van de van de sporter 5 ontvangen gegevens in relatie tot het einddoel. De trainer-inrichting vraagt aan de sporter of hij gebruik wil maken van de mogelijkheid om het gegenereerde schema naar eigen smaak aan te passen, en zo ja, dan stuurt de trainer-inrichting een nieuwe vragenlijst naar de sporter, waarin de sporter een 10 lijst met tussendoelen kan aangeven. Daarbij kan de sporter een aantal eigenschappen van de tussendoelen aangeven: type evenement: wedstrijd, cyclosportieve, toertocht parkoers: vlak, heuvelachtig, bergachtig duur (in uren en minuten) 15 het belang van het evenement (van onbelangrijk tot zeer belangrijk)The athlete can specify the intermediate goals immediately after the training schedule has been drawn up based on the data received from the athlete 5 in relation to the final goal. The trainer device asks the athlete if he wants to make use of the possibility to adjust the generated schedule to his own taste, and if so, the trainer device sends a new questionnaire to the athlete, in which the athlete lists can indicate with intermediate goals. The athlete can indicate a number of characteristics of the intermediate goals: type of event: competition, cyclosportive, tour of course: flat, hilly, mountainous duration (in hours and minutes) 15 the importance of the event (from unimportant to very important)

Op basis van dezelfde principes als in het bovenstaande besproken, past de trainer-inrichting het trainingsschema aan aan de ingevoerde tussendoelen. De trainingen kort voor een 20 tussendoel worden minder zwaar, zodat de gebruiker niet vermoeid aan de start staat van het 'tussendoel-evenement'; de trainingen kort na een tussendoel worden minder zwaar zodat de sporter goed van de inspanning kan herstellen. Dit is geïllustreerd in figuur 5, die een grafiek toont vergelijkbaar 25 met figuur 2A, waarbij op het tijdstip ti een tussendoel geprogrammeerd is. Op het tijdstip tj voor ti wordt het partiële zwaartegetal Z(L) van de trainingen verminderd, en na het deelnemen aan het 'tussendoel-evenement' wordt het partiële zwaartegetal Z(L) van de trainingen verminderd tot 30 tijdstip tk.Based on the same principles as discussed above, the trainer device adjusts the training schedule to the interim goals entered. The training sessions shortly before an intermediate goal become less heavy, so that the user is not tired at the start of the 'intermediate goal event'; the training sessions shortly after an intermediate goal become less heavy so that the athlete can recover well from the effort. This is illustrated in Figure 5, which shows a graph similar to Figure 2A, with an intermediate target programmed at time t 1. At the time tj before ti, the partial gravity number Z (L) of the training sessions is reduced, and after participating in the 'intermediate goal event', the partial gravity number Z (L) of the training sessions is reduced to 30 time point tk.

Daarbij kan de sporter aangeven wat voor soort tussendoel het is (wedstrijd/cyclosportieve/toertocht, soort parkoers, lengte) en vooral wat het belang is van het tussendoel. Is het belang hoog, dan wordt het schema sterk aangepast, is het 35 belang laag, dan wordt het schema nauwelijks aangepast.In addition, the athlete can indicate what kind of intermediate goal it is (race / cyclosportive / tour, kind of course, length) and especially what the importance of the intermediate goal is. If the interest is high, the scheme is strongly adjusted, if the interest is low, the scheme is hardly adjusted.

Het aldus aan de tussendoelen aangepaste trainingsschema wordt opgeslagen in het schema-geheugen 13, en dient aldus als de basis voor alle latere eventuele modificaties tijdens de modificeer-modus.The training schedule thus adapted to the intermediate goals is stored in the schedule memory 13, and thus serves as the basis for all subsequent possible modifications during the modifying mode.

1 ü Z i Ü 5 9 231 ü Z i Ü 5 9 23

Behalve direct bij het genereren van het trainingsschema is het ook mogelijk dat de sporter op een later moment een tussendoel.toevoegt, verwijdert, of wijzigt. De trainer-inrichting 10 gaat daartoe weer over naar de genereer-modus 5 en, op dezelfde wijze als dat hiervoor besproken is, past de trainer-inrichting 10 het bestaande schema aan aan de hand van de ingevoerde, verwijderde of gewijzigde tussendoelen, en slaat het aldus aangepaste schema op in het schema-geheugen 13. Het oorspronkelijke schema in het schema-geheugen 13 wordt 10 dus vervangen door het aangepaste schema, dat daarna dient als de basis voor alle latere eventuele modificaties tijdens de modificeer-modus.In addition to directly generating the training schedule, it is also possible for the athlete to add, remove, or change an intermediate goal at a later time. To this end, the trainer device 10 returns to the generation mode 5 and, in the same manner as discussed above, the trainer device 10 adjusts the existing scheme on the basis of the entered, deleted or changed intermediate targets, and stores the thus modified scheme is stored in the scheme memory 13. The original scheme in the scheme memory 13 is thus replaced by the adapted scheme, which then serves as the basis for all subsequent possible modifications during the modifying mode.

Ten opzichte van een schema zonder tussendoelen is een schema met tussendoelen op de volgende punten gewijzigd: de 15 trainingen voor een tussendoel worden minder zwaar, zodat de gebruiker niet vermoeid aan de start staat van het 'tussendoel-evenement'. De trainingen na het tussendoel worden minder zwaar zodat de sporter goed van de inspanning kan herstellen. De wijziging voor het tussendoel is afhankelijk 20 van het belang dat de sporter aan het tussendoel geeft: is het tussendoel belangrijk dan wordt het schema aanzienlijk lichter gemaakt, is het tussendoel onbelangrijk, dan is de wijziging ten opzichte van een schema zonder tussendoelen gering.Compared to a schedule with no intermediate goals, a schedule with intermediate goals has been changed on the following points: the 15 training sessions for an intermediate goal become less heavy, so that the user is not tired at the start of the 'interim goal event'. The training sessions after the intermediate goal become less heavy so that the athlete can recover well from the effort. The change for the intermediate goal depends on the importance the athlete gives to the intermediate goal: if the intermediate goal is important then the schedule is made considerably lighter, if the intermediate goal is unimportant, then the change compared to a schedule without intermediate goals is small.

Daarbij wordt rekening gehouden met inspanningsfysiologische 25 principes ten aanzien van de laatste rustweek voor een trainingsdoel: vooral de trainingsduur wordt verminderd, korte intensieve trainingsvormen als krachttraining en sprint-training blijven in het schema. De wijziging na het tussendoel is afhankelijk van de zwaarte van het tussendoel ten opzichte 30 van het huidige trainingsniveau van de sporter. Is het tussendoel zwaar, dan volgt een sterke wijziging en omgekeerd.In this context, exercise physiological principles are taken into account with regard to the last rest week for a training goal: the training duration in particular is reduced, short intensive training forms such as strength training and sprint training remain in the schedule. The change after the intermediate goal depends on the weight of the intermediate goal compared to the current training level of the athlete. If the intermediate goal is heavy, then a strong change follows and vice versa.

Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de 35 uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken uitvoeringsvoorbeelden, maar dat diverse varianten en modificaties mogelijk zijn binnen de beschermingsomvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.It will be clear to a person skilled in the art that the invention is not limited to the exemplary embodiments discussed above, but that various variants and modifications are possible within the scope of the invention as defined in the appended claims.

1027059 241027059 24

Bij voorbeeld is het mogelijk dat de computer 11 in de modificeer-modus eerst de absolute waarde van het actuele conditiegetal C vergelijkt met een modificatie-drempel, en om te besluiten dat een modificatie niet nodig is als de absolute 5 waarde van het actuele conditiegetal C kleiner is dan die drempel. Hierdoor wordt bereikt, dat geringe schommelingen van de conditie niet direct tot een modificatie van het trainingsschema leiden.For example, it is possible that the computer 11 in the modifying mode first compares the absolute value of the current condition number C with a modification threshold, and to decide that a modification is not necessary as the absolute value of the current condition number C is smaller than that threshold. This ensures that slight fluctuations in the condition do not directly lead to a modification of the training schedule.

Ook is het bijvoorbeeld mogelijk dat de computer 11 in de 10 modificeer-modus altijd uitgaat van het gemiddelde conditiegetal <C(N)>, waarbij de conditie-getallen een weegfactor krijgen die lager is voor oudere conditie-getallen.It is also possible, for example, that the computer 11 in the modifying mode always starts from the average condition number <C (N)>, wherein the condition numbers receive a weighting factor that is lower for older condition numbers.

Voorts is het mogelijk dat het trainingsschema wordt aangepast aan gewijzigde omstandigheden. Het is denkbaar dat 15 de datum van het doel-evenement wordt gewijzigd, of dat de sporter de ambitie van de op het doel-evenement te leveren prestatie wijzigt. Ook is het mogelijk dat de sporter in de week minder of minder lang gelegenheid heeft om te trainen, of de dagen in de week waarop de sporter gelegenheid heeft, 20 veranderen. Wanneer dit gebeurt, en de sporter zijn gewijzigde wensen doorgeeft aan de trainer-inrichting, zal de trainer-inrichting voor de resterende periode tussen "vandaag" en doel-datum een nieuw schema genereren. Dat nieuwe schema hoeft nu echter niet de uit vijf stadia bestaande opbouw te hebben. 25 De trainer-inrichting weet dat de sporter de afgelopen periode een trainingsschema heeft gevolg, en rekent het nieuwe schema zodanig uit dat dit goed aansluit bij het gevolgde schema.It is also possible that the training schedule is adjusted to changing circumstances. It is conceivable that the date of the goal event is changed, or that the athlete changes the ambition of the performance to be delivered at the goal event. It is also possible that the athlete has less or less time to train during the week, or that the days in the week on which the athlete has opportunity change. When this happens, and the athlete communicates his changed wishes to the trainer device, the trainer device will generate a new schedule for the remaining period between "today" and target date. However, this new scheme does not need to have the five-stage structure. The trainer device knows that the athlete has followed a training schedule in the past period, and calculates the new schedule so that it fits in well with the schedule followed.

In het voorgaande is de onderhavige uitvinding uitgelegd onder verwijzing naar blokdiagrammen, die functionele blokken 30 van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding illustreren. Het moge duidelijk zijn dat één of meer van deze functionele blokken geïmplementeerd kunnen worden in hardware, waarbij de functie van dergelijke functionele blokken wordt uitgevoerd door individuele hardware componenten, maar het is 35 ook mogelijk één of meer van deze functionele blokken geïmplementeerd worden in software, zo dat de functie van een dergelijk functioneel blok wordt uitgevoerd door één of meerdere programmaregels van een computerprogramma of door een 1027059 25 programmeerbare inrichting zoals een microprocessor, microcontroller, digitaal-signaalprocessor, etc.In the foregoing, the present invention has been explained with reference to block diagrams illustrating functional blocks 30 of the device according to the present invention. It will be clear that one or more of these functional blocks can be implemented in hardware, the function of such functional blocks being performed by individual hardware components, but it is also possible to implement one or more of these functional blocks in software, such that the function of such a functional block is performed by one or more program lines of a computer program or by a 1027059 programmable device such as a microprocessor, microcontroller, digital signal processor, etc.

10270591027059

Claims

An interactive trainer device (10), comprising: a computer (11) provided with a database memory (12), a schedule memory (13), and a log memory (14); input means (22) with which an athlete can input data into the computer (11); output means (23; 24), with which the computer (11) can communicate training programs to an athlete; wherein the computer (11) is adapted to generate, in a generating mode, a training schedule for an athlete on the basis of data entered by that athlete, in particular data relating to the sport to be practiced by the athlete, the current condition of the athlete, the training goal of the athlete; wherein the computer (11) is arranged, whether or not in response to receiving a storage command from the athlete, to store the generated training schedule in the schedule memory (13); wherein the computer (11) is arranged, in a reporting mode, to receive training results from the athlete and store them in the logbook memory (14); and wherein the computer (11) is adapted, whether or not after receiving a modification command entered by the athlete, to switch to a modification mode and to calculate modifications for a training program on the basis of the training program athlete entered training results.

Trainer device according to claim 1, wherein the computer (11) is adapted to calculate modifications of a subsequent training program based on: the training program performed by the athlete; the athlete's morning wrist (OP); a gravity value number (ZGG) specified by the athlete; a recovery number (HG) specified by the athlete.

Trainer device according to claim 1 or 2, wherein the computer (11) is adapted to calculate a condition number (C) on the basis of the training results entered by the athlete 1027059.

Trainer device as claimed in claim 3, wherein the computer (11) is adapted to calculate the condition number (C) as C = RR - HR, wherein RR is a recent response number, calculated as the quotient ERL / ERZ of a recent logbook score sum ERL and a recent gravity sum ERZ, and where HR is a historical response number, calculated as the quotient EHL / EHZ of a historical logbook score sum EHL and a historical gravity sum EHZ; wherein the recent logbook score sum ERL is calculated as the sum of the logbook scores (LS) of the last x training sessions, wherein the recent gravity sum ERZ is calculated as the sum of the gravity numbers of the last x training sessions, the historical logbook score sum EHL is calculated as the sum of all log scores (LS) stored in log memory (14) with the exception of the log scores of the last 20 training sessions, the historical gravity sum EHZ being calculated as the sum of all gravity numbers stored in log memory (14) with exception of the gravity numbers of the last x training sessions, where x is greater than 1 and preferably equal to 2; wherein a log score (LS) is calculated based on the values of the morning pulse (OP), gravity-feeling number (ZGG) and recovery number (HG) entered by the athlete; and wherein a gravity number (ZG) is calculated based on the data entered by the athlete with regard to the executed training program.

The trainer device of claim 4, wherein a log score (LS) is calculated according to the following formula:

LS = ZGGa + HGP + (iOP - Wj where a> 1, β> 1, γ> 1 and where W is a constant which is preferably approximately equal to 30. 1027059

Trainer device according to claim 5, wherein β> α ^ γ. Ί. Trainer device according to claim 5, wherein α «1.5, β“ 2.5, γ «1.3. 5

Trainer device according to any of claims 4-7, wherein a gravity number (ZG) is calculated as the product of intensity and length (duration) of the training.

Trainer device as claimed in any of claims 4-7, wherein a gravity number (ZG) is calculated on the basis of a weighted average of data entered by the athlete with regard to supplied power and / or morning pulse.

Trainer device according to any of the preceding claims, wherein the computer (11) is adapted to adjust at least one of the following training aspects and preferably all of the following training aspects: - length (L); 20. basic form of intensive endurance training (ID); - basic form interval (IV); - basic form force / speed (KS).

11. Trainer device as claimed in claim 10, wherein the computer (11) is adapted to adjust the length L of a training program according to the formula: L (new) = L (original) + A1 * | C | if C is positive, and according to the formula:

30 L (new) = L (original) - A2- | c | if C is negative, wherein C is the condition number of claim 3, and wherein A 1 is a constant predetermined number; and wherein A2 is a constant predetermined number which is preferably greater than A1; wherein preferably A1 is approximately equal to 2 and A2 is approximately equal to 5. 1027059 1

12. Trainer device as claimed in claim 10, wherein the computer (11) is adapted to calculate a historical average value HAP of the morning pulse OP, on average over a large number of known values and preferably over all known values, and about the length Reduce the L of a training program to zero (ie the current training program is canceled in its entirety) if OP - HAP & 20

Trainer device according to any of claims 10-12, wherein the computer (11) is adapted to adjust the partial weight Z (ID) of the "intensive endurance training" component of a training program according to the formula: Z (ID) ) (new) = Z (ID) (original) + A3 * | c | 15 if C is positive, and according to the formula: Z (ID) (new) = Z (XD) (original) - A4- | C | if C is negative, wherein C is the condition number of claim 3, and wherein A3 is a constant predetermined number; and wherein A4 is a constant predetermined number that is preferably greater than A3.

14. Trainer device as claimed in claim 13 as far as dependent on claim 11, wherein A4 / A3> A2 / A1.

The trainer device of claim 13 or 14, wherein A3 is approximately equal to 1.8 and A4 is approximately equal to 12.

The trainer device of claim 13, wherein the computer (11) is adapted to compare the recovery number (HG) entered by the athlete with a predetermined limit value, and to delete the "intensive endurance training" component of a training program if the recovery number 35 (HG) is greater than that limit value.

Trainer device according to any of claims 10-16, wherein the computer (11) is adapted to adjust the partial 1027059 weight Z (IV) of the "interval training" component of a training program according to the formula: Z (IV) ) (new) = Z (IV) (original) + A5- | C | if C is positive, 5 and according to the formula: Z (IV) (new) = Z (IV) (original) - A6 · | C | if C is negative, wherein C is the condition number of claim 3, and wherein A 5 is a constant predetermined number; 10 and wherein A6 is a constant predetermined number that is preferably greater than A5.

The trainer device of claim 17 as far as dependent on claim 11, wherein A6 / A5> A2 / A1. 15

The trainer device of claim 17 or 18, wherein A5 is approximately equal to 1.8 and A6 is approximately equal to 12.

20. Trainer device as claimed in claim 17, wherein the computer (11) is adapted to compare the recovery number (HG) entered by the athlete with a predetermined limit value, and to delete the "interval training" component of a training program if the recovery number (HG) is greater than that limit value. 25

Trainer device according to any of claims 10-20, wherein the computer (11) is adapted to adjust the partial gravity Z (KS) of the "force / speed" component of a training program according to the formula:

Z (KS) (new) = Z (KS) (original) + A7 * | C | if C is positive, and according to the formula: Z (KS) (new) = Z (KS) (original) - A8- | C | if C is negative, wherein C is the condition number of claim 3, and wherein A7 is a constant predetermined number; and wherein A8 is a constant predetermined number that is preferably greater than A7. 1027059

Trainer device according to claim 21 as far as dependent on claim 11, wherein A8 / A7> A2 / A1, and wherein preferably A8 / A7 <A4 / A3.

The trainer device of claim 21 or 22, wherein A7 is approximately equal to 1.5 and A8 is approximately equal to 7.

Trainer device according to any of the preceding claims, wherein the computer (11) is adapted to make modifications, in the modifying mode, to at least one future training program of a training schedule.

25. Trainer device as claimed in any of the foregoing claims 10-24, wherein the computer (11) is adapted to, in the modifying mode, the length (L) and the basic forms of intensive endurance training (ID), interval (IV) adjust power / speed (KS) of at least one future training program of a training schedule based on the formulas of claims 11, 12-15, 17-19, 21-23, respectively, wherein the condition number C is replaced by an average condition number <C (N)>, being the average of the N most recent calculated condition numbers.

26. Trainer device as claimed in claim 25, wherein the trainer device is adapted to retrieve from the log memory (14) the (N1) most recent past-related, calculated condition numbers C and to add them together, adding the currently calculated condition number C, and dividing the result by N, thus obtaining the average <C (N)>.

27. Trainer device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the computer (11) is adapted to take into account the availability of the athlete with regard to times and duration of the training when drawing up a training schedule.

Trainer device according to any of the preceding claims, wherein the database memory (12) contains a large 1027059 number of basic training forms, and wherein the computer (11) is adapted to start from this training schedule basic training forms and some well-known training principles such as "periodization", "variation", "tapering" and the like.

29. Trainer device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the computer (11) is adapted to set up or adjust the training schedule on the basis of intermediate goals to be indicated by the athlete, taking into account the gravity of the relevant intermediate goals, and to store the schedule prepared or adjusted in the schedule memory (13).

Trainer device according to any of the preceding claims, wherein the computer (11) is adapted to adjust the training schedule to changes in circumstances, such as goal date, goal ambition, training possibilities, taking into account the part of the training schedule already followed, and to store the schedule thus adjusted in the schedule memory (13).

31. Trainer device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the computer (11) is adapted to communicate via a communication network (1), for instance the Internet, with a communication device (20), comprising at least one input device ( 22) and at least one output device (23; 24). 1027059