NL1027024C2

NL1027024C2 - Hockey stick.

Info

Publication number: NL1027024C2
Application number: NL1027024A
Authority: NL
Inventors: Andreas Mueller
Original assignee: Andreas Mueller
Priority date: 2004-04-27
Filing date: 2004-09-12
Publication date: 2006-04-03
Also published as: DE202004006732U1; NL1027024A1

Description

++

HockeystickHockey stick

De uitvinding heeft betrekking op een hockeystick met een schacht en een slaghaak, waarbij de slaghaak een slaghaak-speelvlak voor het leiden van de bal en een andere kant ten opzichte van het slaghaak-5 speelvlak liggende rugzijde vertoont.The invention relates to a hockey stick with a shank and a batting hook, wherein the batting hook has a batting hook playing surface for guiding the ball and a back side lying with respect to the batting hook playing surface.

Hockeysticks vertonen een in hoofdzaak rechte schacht en een gekromde slaghaak. De slaghaak en het onderste deel van de schacht vormen daarbij een speelvlak dat dient voor het voeren van de bal.Hockey sticks have a substantially straight shaft and a curved striking hook. The striking hook and the lower part of the shaft herein form a playing surface that serves for feeding the ball.

10 Uit DE 203 08 504 UI is een hockeystick met een handgreep en een slaghaak bekend geworden, waarbij een in hoofdzaak vlakke speelzijde concaaf in de richting van een tegenover de speelzijde liggende geprofileerde zijde gewelfd is, waarbij de welving een maximale diepte van 4 15 mm vertoont en de welving ten opzichte van het vlak van de voorkant en de achterkant van de as respectievelijk het verloop van deze kanten, grenzend aan de slaghaak, een gekromde inham vertoont.From DE 203 08 504 UI a hockey stick with a handle and a hook has become known, a substantially flat playing side being concave in the direction of a profiled side lying opposite the playing side, the curving having a maximum depth of 4 mm. and the curvature with respect to the plane of the front and the rear of the axle or the course of these edges, adjacent to the percussion hook, has a curved inlet.

De tot dusverre bekende hockeysticks vertonen 20 het nadeel, dat het voeren van de bal niet met het vereiste gemak gelukt, en aldus de bal vaak niet met de gewenste zekerheid kan worden geleid en afgespeeld.The hockey sticks known hitherto have the disadvantage that the ball cannot be fed with the required ease, and thus the ball often cannot be guided and played with the desired certainty.

De uitvinding stelt zich ten doel, een ten opzichte van de stand der techniek verbeterde hockeystick 25 te verschaffen, die een zekerder voeren van de bal mogelijk maakt.The invention has for its object to provide a hockey stick 25 which is improved over the prior art, which makes it possible for the ball to be fed more securely.

Deze doelstelling wordt gerealiseerd door middel van een hockeystick volgens conclusie 1.This objective is achieved by means of a hockey stick according to claim 1.

In overeenstemming met de uitvinding is erin 30 voorzien, dat het speelvlak van de slaghaak is opgedeeld in een vlak en een gekromd deelvlak.In accordance with the invention, it is provided that the playing surface of the percussion hook is divided into a plane and a curved sub-plane.

1027024" 21027024 "2

De uitvinding stelt voor om voor het op zekere wijze voeren van de bal het speelvlak van de slaghaak als j een niet-gelijkmatig gekromd vlak uit te voeren. Door de "banaanvormige" uitvoering van het speelvlak van de 5 slaghaak wordt een sterk verbeterd vermogen tot het voeren van de bal mogelijk gemaakt.The invention proposes that the playing surface of the striking hook be embodied as a non-uniformly curved surface for the ball to be guided in a certain manner. Due to the "banana-shaped" design of the playing surface of the striking hook, a greatly improved ability to feed the ball is made possible.

De aandacht wordt gevestigd op US-A-2002/0065154, US-B-6 234 923 en US-A-4 537 398. Deze drie documenten hebben betrekking op sticks ten gebruike bij 10 ijshockey, terwijl de onderhavige uitvinding zich richt op een stick ten gebruike bij hockey. Niettemin kan worden opgemerkt, dat de uit deze documenten bekende ijshockeysticks slaghaken vertonen, waarvan het speelvlak een zekere kromming vertoont. De combinatie van 15 maatregelen volgens de onderhavige uitvinding is uit deze documenten evenwel niet bekend.Attention is drawn to US-A-2002/0065154, US-B-6 234 923 and US-A-4 537 398. These three documents relate to sticks for use in ice hockey, while the present invention focuses on a stick for use in hockey. It can nevertheless be noted that the ice hockey sticks known from these documents have striking hooks, the playing surface of which has a certain curvature. However, the combination of measures according to the present invention is not known from these documents.

In overeenstemming met een uitvoering van de uitvinding waaraan in het bijzonder de voorkeur wordt gegeven, is er erin voorzien, dat het speelvlak van de 20 slaghaak in de richting van het naar de schacht gerichte einde van het speelvlak een plat vlak is en in de richting van het vrije einde van de slaghaak een in de richting van de speelzijde gekromd vlak met een kromtestraal is. Door dit opdelen van het speelvlak wordt 25 een bijzonder goede voering van de bal mogelijk gemaakt, aangezien deze goed beheersbaar is met de in de richting van het vrije einde gekromde slaghaak.In accordance with a particularly preferred embodiment of the invention, it is provided that the playing surface of the striking hook in the direction of the end of the playing surface facing the shaft is a flat surface and in the direction of the free end of the striking hook is a plane curved in the direction of the playing side with a radius of curvature. By dividing the playing surface a particularly good lining of the ball is made possible, since it is well controllable with the striking hook bent in the direction of the free end.

Een voordelige uitvoering van de uitvinding stelt voor, dat de kromtestraal van het gekromde vlak 30 progressief toeneemt in de richting van het vrije einde van de slaghaak.An advantageous embodiment of the invention proposes that the radius of curvature of the curved surface 30 progressively increases toward the free end of the striking hook.

Een uitvoering van de uitvinding waaraan de voorkeur wordt gegeven is hierin gelegen, dat tussen het platte vlak en het gekromde vlak een vloeiende overgang 35 is voorzien.A preferred embodiment of the invention resides in the fact that a smooth transition is provided between the flat surface and the curved surface.

De kromtestraal van het gekromde vlak bedraagt bij voorkeur 172 tot 192 cm, in het bijzonder 182 cm.The radius of curvature of the curved surface is preferably 172 to 192 cm, in particular 182 cm.

Volgens een verder aspect van de uitvinding ♦ 3 vertoont de hockeystick de bijzonderheid, dat het speelvlak van de slaghaak een gekromd vlak (met een kromtestraal is, waarbij het speelvlak van de slaghaak convex ten opzichte van de te spelen bal en aldus concaaf 5 ten opzichte van de rugzijde van de slaghaak gewelfd is, waarbij de welving naar buiten treedt uit het vlak dat wordt opgespannen door de buitenste randen van het vrije einde van de slaghaak en het einde van de slaghaak aan de zijde van de schacht; en het convexe speelvlak van de 10 slaghaak in hoofdzaak rotatiesymmetrisch is en het diepste punt van het convexe speelvlak van de slaghaak in of aan de tussen het einde van de slaghaak en de schacht gevormde vrije ruimte ligt.According to a further aspect of the invention, the hockey stick has the special feature that the playing surface of the striking hook is a curved surface (with a radius of curvature, the playing surface of the striking hook being convex with respect to the ball to be played and thus concave with respect to the ball) is curved from the back of the striking hook, the curvature exiting from the plane that is clamped by the outer edges of the free end of the striking hook and the end of the striking hook on the shaft side, and the convex playing surface of the striking hook is substantially rotationally symmetrical and the deepest point of the convex playing surface of the striking hook lies in or at the free space formed between the end of the striking hook and the shaft.

Verdere voordelen, bijzonderheden en doelmatige 15 verdere uitvoeringen van de uitvinding zullen blijken uit de verdere onderconclusies en hun ondercombinaties.Further advantages, details and efficient further embodiments of the invention will be apparent from the further sub-claims and their sub-combinations.

Hierna wordt de uitvinding aan de hand van de tekeningen verder toegelicht. In detail toont de schematische weergave in: 20 Fig. 1 een zijaanzicht van een hockeystick volgens de uitvinding;The invention is explained in more detail below with reference to the drawings. The schematic representation shows in detail: 1 a side view of a hockey stick according to the invention;

Fig. 1B een vooraanzicht van de hockeystick uit Fig. 1 in overeenstemming met de uitvinding;FIG. 1B is a front view of the hockey stick of FIG. 1 in accordance with the invention;

Fig. 2 een gedetailleerde weergave van het 25 gebied van de slaghaak van de hockeystick uit Fig. 2;FIG. 2 is a detailed view of the area of the hitch hook of the hockey stick of FIG. 2;

Fig. 3 een schematische dwarsdoorsnede-weergave door de slaghaak van de hockeystick uit Fig. 3 langs de snijlijn X - Z;FIG. 3 is a schematic cross-sectional view through the hitch of the hockey stick of FIG. 3 along the line X - Z;

Fig. 4 een vooraanzicht van schuin boven op het 30 onderste einde van een hockeystick met de slaghaak volgens een tweede variant van de uitvinding; enFIG. 4 is a front view of obliquely on top of the lower end of a hockey stick with the striking hook according to a second variant of the invention; and

Fig. 5 een schematische doorsnede-weergave door de. slaghaak van de hockeystick uit Fig. 4 langs de snijlijn V - V.FIG. 5 is a schematic sectional view through the. hitch hook of the hockey stick of Fig. 4 along the line V - V.

35 In de figuren zijn gelijke of analoog werkende elementen met steeds met dezelfde verwijzingsgetallen aangeduid.In the figures, identical or analogously operating elements are always designated with the same reference numerals.

Fig. IA toont een zijaanzicht van een ♦ 4 ! hockeystick 1 volgens de uitvinding met een schacht 2 en een daaraan aangevormde slaghaak 3, waarbij de slaghaak 3 j en de schacht 2 aan een speelzijde A een slaghaak- j speelvlak 4 en een schacht-speelvlak 21 voor het voeren 5 van de bal, en een tegenover het speelvlak van de slaghaak liggende rugzijde 5 vertoont. Het speelvlak 21 van de schacht 2 gaat daarbij in een vloeiende overgang over in de kromming van het speelvlak 4 van de slaghaak.FIG. IA shows a side view of a ♦ 4! hockey stick 1 according to the invention with a shaft 2 and a hit hook 3 molded thereto, wherein the hit hook 3 and the shaft 2 on a playing side A have a hit hook playing surface 4 and a shaft playing surface 21 for feeding the ball, and has a backside 5 opposite the playing surface of the hook. The playing surface 21 of the shaft 2 then changes into a smooth transition into the curvature of the playing surface 4 of the percussion hook.

Fig. 1B toont een vooraanzicht van de 10 hockeystick uit Fig. 1 volgens de uitvinding. Door de boogvormige uitvoering van de slaghaak 3 is tussen het vrije einde 44 van de slaghaak en de schacht 2 een vrije ruimte 6 gevormd.FIG. 1B shows a front view of the hockey stick of FIG. 1 according to the invention. Due to the arcuate design of the impact hook 3, a free space 6 is formed between the free end 44 of the impact hook and the shaft 2.

De Fig. 2 en 3 tonen een gedetailleerde 15 weergave van het gebied van de slaghaak 3 van een i hockeystick 1 volgens de eerste variant van de uitvinding met vlakke en gekromde speelvlakken van de slaghaak in een vlak aanzicht (Fig. 2) en in een dwarsdoorsnede aanzicht (Fig. 3) langs de snijlijn X - Z uit Fig. 2.FIG. 2 and 3 show a detailed representation of the area of the bait hook 3 of a hockey stick 1 according to the first variant of the invention with flat and curved playing surfaces of the bait hook in a flat view (Fig. 2) and in a cross-sectional view ( Fig. 3) along the line X - Z from Figs. 2.

20 Het speelvlak 4 van de slaghaak is onderverdeeld in een vlak deelvlak 41 en een gekromd deelvlak 42.The playing surface 4 of the percussion hook is subdivided into a flat sub-surface 41 and a curved sub-surface 42.

Nauwkeuriger is het speelvlak 4 van de slaghaak aan het einde 43 aan de zijde van de schacht van het 25 speelvlak A een plat vlak en in de richting van het vrije einde 44 van de slaghaak een naar de speelzijde A toe (afgericht van de rugzijde 5) gekromd vlak 42 met een kromtestraal 48. Het platte vlak 41 gaat daarbij in een vloeiende overgang over in het gekromde vlak 42.More precisely, the playing surface 4 of the striking hook at the end 43 on the side of the shank of the playing surface A is a flat surface and, in the direction of the free end 44 of the striking hook, a face facing the playing side A (facing away from the back side 5). curved surface 42 with a radius of curvature 48. The flat surface 41 thereby merges into the curved surface 42 in a smooth transition.

30 De kromtestraal 48 is op 182 cm gekozen, waardoor de overgang van het platte vlak 41 naar het gekromde vlak 42 vloeiend is uitgevoerd. Hier zijn ook andere kromtestralen of ook progressief naar het einde van de slaghaak toe toenemende kromtestralen mogelijk, 35 die al naar gelang de spelregels of in overeenstemming met de voorkeur van een speler naar keuze kunnen worden uitgevoerd.The radius of curvature 48 is chosen to be 182 cm, so that the transition from the flat surface 41 to the curved surface 42 is smooth. Here also other curvature rays or also curvature rays progressively increasing towards the end of the hit hook are possible, which can be carried out according to the rules of the game or according to the preference of a player of choice.

In de Fig. 4 en 5 is een hockeystick volgens de 5 tweede voorgestelde variant van de uitvinding weergegeven. In afwijking ten opzichte van de hiervoor beschreven hockeystick volgens de eerste voorgestelde variant is hierbij het speelvlak 4 van de slaghaak over 5 het totale gebied een gekromd vlak 49 met een kromtestraal.In the FIG. 4 and 5, a hockey stick according to the second proposed variant of the invention is shown. In contrast to the above-described hockey stick according to the first proposed variant, the playing surface 4 of the striking hook is here a curved surface 49 with a radius of curvature over the entire area.

Het speelvlak 4 van de slaghaak is convex tegenover de te spelen bal en aldus concaaf ten opzichte van de rugzijde 5 van de slaghaak 3 gewelfd, waarbij de 10 welving naar buiten treedt uit het vlak, dat door de buitenste randen 45, 46 van het vrije einde 44 van de slaghaak en het einde 43 van de slaghaak 3 aan het einde van de schacht wordt opgespannen.The playing surface 4 of the percussion hook is convex with respect to the ball to be played and thus curved concave with respect to the backside 5 of the percussion hook 3, the curvature exiting from the plane passing through the outer edges 45, 46 of the free the end 44 of the impact hook and the end 43 of the impact hook 3 at the end of the shaft is clamped.

Daarbij kan het convexe speelvlak 4 van de 15 slaghaak rotatiesymmetrisch zijn, zoals dat in het voorbeeld is getekend.The convex playing surface 4 of the striking hook can herein be rotationally symmetrical, as shown in the example.

Fig. 5 toont een dwarsdoorsnede-weergave in de zichtrichting V uit Fig. 4. Het diepste punt 47 van het convex gekromde, rotatie-symmetrische speelvlak 4, 49 van 20 de slaghaak ligt in de tussen het einde 44 van de slaghaak en de schacht 2 respectievelijk het einde 43 van de slaghaak 3 aan de zijde van de schacht gevormde vrije ruimte 6.FIG. 5 shows a cross-sectional view in the viewing direction V of FIG. 4. The deepest point 47 of the convex curved, rotationally symmetrical playing surface 4, 49 of the striking hook lies in the end 44 of the striking hook and the shank 2 and the end 43 of the striking hook 3 on the side of the shank, respectively. formed free space 6.

Het schacht-speelvlak 21 van de schacht 2 leidt 25 de kromming van het speelvlak 4 van de slaghaak verder in een overgang naar een plat vlak.The shaft playing surface 21 of the shaft 2 further guides the curvature of the playing surface 4 of the percussion hook in a transition to a flat surface.

Door de voorgestelde vormgeving kan een optimale beheersing van de bal plaatsvinden en kan een zekerder spel worden gevoerd.The proposed design allows optimum control of the ball and a more secure game.

30 66

Lijst van verwijzingstekens 1 hockeystick 5 2 schacht 21 speelvlak van de schacht 3 slaghaak 10 4 speelvlak van de slaghaak 41 plat deelvlak 42 gekromd deelvlak 43 einde aan de zijde van de schacht 44 vrij einde van de slaghaak 15 45, 46 buitenste randen 47 diepste punt 48 kromtestraal 49 gekromd vlak 20 5 rugzijde 6 vrije ruimte A speelzijde 25 1027024List of reference marks 1 hockey stick 5 2 shaft 21 playing surface of the shaft 3 hit hook 10 4 playing surface of the hit hook 41 flat subsurface 42 curved subsurface 43 end on the side of the shaft 44 free end of the hit hook 15 45, 46 outer edges 47 deepest point 48 radius of curvature 49 curved surface 20 5 back side 6 free space A playing side 25 1027024

Claims

4

A hockey stick (1) with a shaft (2) and a batting hook (3), wherein the batting hook on a playing side (A) has a batting hook playing surface (4) and a back side opposite the batting hook playing surface (5), characterized in that the playing surface (4) of the percussion hook is subdivided into a flat sub-surface (41) and a curved sub-surface (42); and the shaft playing surface (21) of the shaft (2) further curves the playing surface (4) of the percussion hook, or causes a transition to become a flat surface.

Hockey stick according to claim 1, 15, characterized in that the playing surface (4) of the striking hook in the direction of the end (43) on the shaft side of the playing surface (A) is a flat surface (42) and the direction of the free end (44) of the striking hook is a surface (42) curved in the direction of the playing side (A) with a radius of curvature (48).

3. Hockey stick according to claim 1 or 2, characterized in that the radius of curvature (48) of the curved surface (42) increases progressively in the direction of the free end (44) of the striking hook.

Hockey stick according to any one of claims 1 to 30 and 3, characterized in that a smooth transition is provided between the flat surface (41) and the curved surface (42).

Hockey stick according to one of claims 1 to 5 and 4, characterized in that the radius of curvature (48) of the curved surface (42) is 172 cm to 192 cm, in particular 182 cm.

A hockey stick (1) with a shaft (2) and a striking hook (3), the striking hook on one playing side (A) a playing surface (4) of the striking hook for feeding the ball and one on the other side with respect to has a backside (5) lying down from the playing surface of the percussion hook, characterized in that the playing surface (4) of the percussion hook is a curved surface (49) with a radius of curvature, the playing surface (4) of the percussion hook is convex with respect to the ball to be played is thus curved concave with respect to the back side (5) of the striking hook (3), the curvature exiting from the plane that is clamped by the outer edges (45, 46) of the free end (44) of the impact hook and the end (43) of the impact hook (3) on the shaft side; and the convex playing surface (3) of the striking hook is substantially rotationally symmetrical and the deepest point (47) of the convex playing surface (4) of the striking hook in or at the end (44) of the striking hook and the shaft (2) ) formed free space (6). 30

Hockey stick according to claim 6, characterized in that the radius of curvature of the convex playing surface (4) of the percussion hook is 172 cm to 192 cm, in particular 182 cm.

A hockey stick according to claim 6 or 7, characterized in that the shaft playing surface (21) of the shaft (2) carries the curvature of the playing surface (4) of the striking hook, or causes a transition to become a transition flat surface. 5 * * * * * 1027024