NL1025780C2 - Katheter en werkwijze voor gebruik van een dergelijke katheter voor het verwijderen van een stenose uit een vat. - Google Patents

Katheter en werkwijze voor gebruik van een dergelijke katheter voor het verwijderen van een stenose uit een vat. Download PDF

Info

Publication number
NL1025780C2
NL1025780C2 NL1025780A NL1025780A NL1025780C2 NL 1025780 C2 NL1025780 C2 NL 1025780C2 NL 1025780 A NL1025780 A NL 1025780A NL 1025780 A NL1025780 A NL 1025780A NL 1025780 C2 NL1025780 C2 NL 1025780C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
catheter
stenosis
hairs
shaft
holder
Prior art date
Application number
NL1025780A
Other languages
English (en)
Inventor
Nicolaas Johannes Dongelmans
Original Assignee
Smart Medical Solutions B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Smart Medical Solutions B V filed Critical Smart Medical Solutions B V
Priority to NL1025780A priority Critical patent/NL1025780C2/nl
Priority to US10/867,274 priority patent/US20050209616A1/en
Priority to PCT/NL2005/000214 priority patent/WO2005089830A2/en
Priority to US11/085,167 priority patent/US20050273123A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1025780C2 publication Critical patent/NL1025780C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B17/00Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
    • A61B17/32Surgical cutting instruments
    • A61B17/3205Excision instruments
    • A61B17/3207Atherectomy devices working by cutting or abrading; Similar devices specially adapted for non-vascular obstructions
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B17/00Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
    • A61B17/22Implements for squeezing-off ulcers or the like on the inside of inner organs of the body; Implements for scraping-out cavities of body organs, e.g. bones; Calculus removers; Calculus smashing apparatus; Apparatus for removing obstructions in blood vessels, not otherwise provided for
    • A61B17/22004Implements for squeezing-off ulcers or the like on the inside of inner organs of the body; Implements for scraping-out cavities of body organs, e.g. bones; Calculus removers; Calculus smashing apparatus; Apparatus for removing obstructions in blood vessels, not otherwise provided for using mechanical vibrations, e.g. ultrasonic shock waves
    • A61B17/22012Implements for squeezing-off ulcers or the like on the inside of inner organs of the body; Implements for scraping-out cavities of body organs, e.g. bones; Calculus removers; Calculus smashing apparatus; Apparatus for removing obstructions in blood vessels, not otherwise provided for using mechanical vibrations, e.g. ultrasonic shock waves in direct contact with, or very close to, the obstruction or concrement
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B17/00Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
    • A61B17/32Surgical cutting instruments
    • A61B2017/320004Surgical cutting instruments abrasive
    • A61B2017/320012Brushes
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B17/00Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
    • A61B17/32Surgical cutting instruments
    • A61B17/3205Excision instruments
    • A61B17/3207Atherectomy devices working by cutting or abrading; Similar devices specially adapted for non-vascular obstructions
    • A61B2017/320733Atherectomy devices working by cutting or abrading; Similar devices specially adapted for non-vascular obstructions with a flexible cutting or scraping element, e.g. with a whip-like distal filament member

Description

Titel: Katheter en werkwijze voor gebruik van een dergelijke katheter voor het verwijderen van een etenoee uit een vat.
De uitvinding heeft betrekking op een katheter voor het verwijderen van een stenose uit een bloedvat. De uitvinding heeft tevena betrekking op een werkwijze voor het verwijderen van een etenoee uit een bloedvat onder gebruikmaking van een dergelijke katheter.
5 Sinds beginjaren tachtig wordt bij patiënten met stenoeen door middel van ballonkatheters getracht een vaatvérnauwing weer te verwijden. Het bezwaar van deze behandeling is dat bij 15 tot 60 procent van de behandelde patiënten na enkele maanden op de plaats van de behandeling een nieuwe vernauwing ontstaat (restenose). Om dit probleem op te lossen 10 zijn zogenaamde stents ontwikkeld die de vorming van een nieuwe stenose moeten tegengaan. Ook dit bleek in de praktijk onvoldoende soelaas te bieden. Vervolgens zijn zogenaamde drug-eluting stents ontwikkeld, welke zijn voorzien van een coating die gedurende langere tijd zorgt voor de afgifte van een restenose beperkende stof. Nadeel van deze nieuwe toepassing is de 15 relatief hoge kostprijs van de stents, waarvan er per patiënt doorgaans 2 tot 3 worden geplaatst. Bovendien ie nog weinig bekend over de gevolgen voor het lichaam van de in de coating aanwezige medicijnen, welke geleidelijk en gedurende langere tijd worden afgegeven. Er bestaan twijfels over de schadelijke effecten hiervan, zeker in combinatie met het complex aan 20 middelen dat al aan patiënten met de betreffende klachten wordt toegediend.
Ondanks het feit dat met de drug-eluting stents bemoedigende resultaten worden bereikt, blijven er toch belangrijke bezwaren bestaan tegen het gebruik van de ballonkatheter.
25 Ten eerste is een groot bezwaar dat voor het verwijden van het verstopte bloedvat de opgepompte ballon gedurende de behandeling het 1025780 2 bloedvat volledig afsluit, met het risico van een verdere beschadiging van het stroomafwaarts gelegen weefsel, zoals bijvoorbeeld hartweefsel.
Een tweede bezwaar is de beschadiging van het bloedvat als gevolg van het naar buiten drukken van de stenose. Er ontstaat als het ware een 5 bobbel in het bloedvat met beschadigingen en scheurtjes in de vaatwand.
Geen enkele katheterbehandeling met een ballonkatheter is derhalve zonder risico's. Een bepaald percentage met fatale afloop is met de bestaande techniek onvermijdelijk, mogelijk als gevolg van een infarct door de volledig afsluiting van de bloedtoevoer tijdens ingreep of als gevolg van 10 andere acuut optredende problemen.
En derde bezwaar van ballonkatheterisatie met plaatsing van stente is dat deze behandeling niet mogelijk is in het geval van diffuse en langere vernauwingen, bij aftakkingen en bochtige vaten en bij vaten met een kleine diameter in het algemeen.
15 De onderhavige uitvinding beoogt een katheter en een werkwijze voor het verwijderen van een stenose in een bloedvat, waarbij de veiligheid van de patiënt beter wordt gewaarborgd, zowel door het voorkomen van problemen tijdens de behandeling zelf als door het in behandeling nemen van problemen die niet met een ballonkatheter eventueel in combinatie met 20 een stent zijn op te lossen.
De uitvinding verschaft hiertoe een katheter voorzien van een schacht met een proximaal en distaai einde, en voorzien van een stenose-verwijderingsdeel dat zich nabij het distale einde van de schacht bevindt, waarbij het stenose-verwijderingsdeel is voorzien van haren die in en eerste 25 stand en een tweede stand brengbaar zijn, waarbij de haren zich in een eerste stand in hoofdzaak binnen de omtrekscontouren van de schacht uitstrekken, waarbij de haren zich in een tweede stand buiten de omtrekscontouren van de schacht uitstrekken, zodat de radiale uiteinden van de haren zich op een grotere radiale afstand van de hartlijn van de 1025730 3 schacht bevinden dan in de eerste stand, waarbij middelen zijn voorzien voor het met een hoge frequentie doen laten trillen van de haren.
Verder verschaft de uitvinding een werkwijze voor het behandelen van een stenose in een bloedvat, waarbij in het bloedvat een katheter 5 volgens de uitvinding met een inbrenghuls wordt geschoven totdat het stenose-verwijderingsdeel zich bij de stenose bevindt, waarbij vervolgens de inbrenghuls van het stenose-verwijderingsdeel wordt verwijderd, zodat de haren zich van de eerste stand naar de tweede stand begeven, waarbij vervolgens de middelen voor het met een hoge frequentie doen laten trillen 10 van de haren worden ingeschakeld.
In vergelijking met de tot nu toe toegepaete ballonkatheter worden de volgende voordelen bereikt: • tijdens de behandeling treedt geen afsluiting van het bloedvat op en ie er dus geen risico van een infarct; 15 · de stenose wordt verwijderd in plaats van weggedrukt; • het bloedvat wordt niet opgerekt en er treden dus geen vaatwandbeechadigingen of scheurtjes op; • het plaatsen van stents wordt overbodig, hetgeen aanzienlijke kostenbesparingen tot gevolg heeft; 20 · de katheter is tevens geschikt voor het reinigen van eerder geplaatste stents; • de patiënten worden niet overmatig belast door toediening van restenose verhinderende medicijnen, zoals bij de drug-eluting stent.
25 Bovendien is de katheter volgens de uitvinding bijzonder geschikt voor allerlei vaatdiameters vanaf 0,1 mm. Verder laat de katheter volgens de uitvinding behandeling van allerlei soorten stenosen toe, waaronder korte, lange en diffuse stenosen. Doordat de stenose daadwerkelijk wordt 1025780 4 verwijderd, is de verwachting dat het percentage restenose dat optreedt, ten opzichte van ballonkatheterieatie, aanzienlijk lager ligt.
Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding zijn de middelen voor het met een hoge frequentie doen laten trillen van de haren ingericht 5 voor het opleggen van een trilfrequentie aan de haren die ligt in het bereik van 10 -100.000 Hz, meer in het bijzonder in het bereik van 1000 - 50.000 Hz.
Daarbij behoort het tot de mogelijkheid om de frequentie te gedurende de behandeling te variëren om een optimaal resultaat te 10 bereiken. Met de genoemde frequenties kan een etenose op effectieve wijze worden verwijderd.
Het gebruik van de katheter gaat als volgt in zijn werk. Eerst wordt op op zichzelf bekende wijze toegang verschaft tot het vat, hetgeen een standaard procedure is bij bijvoorbeeld PTA (percutaneous transluminal 15 angioplasty) en PTCA (percutaneous transluminal coronazy angioplasty) procedures. Vervolgens wordt een katheter in het vat geschoven totdat het stenose-verwijderingsdeel zich nabij het distale einde van de etenose bevindt. Wanneer de katheter van het "over the wire" type is, wordt in het vat eerst een zogenaamde geleidedraad geschoven totdat een distale einde 20 daarvan tot voorbij de stenose is geschoven. Over deze geleidedraad wordt dan vervolgens de katheter geschoven, welke katheter daartoe is voorzien van een eerste lumen. Daarna worden de haren vanuit de eerste stand, waarin deze zich in hoofdzaak binnen de omtrekecontouren van de schacht uitstrekken, naar de tweede stand gebracht, zodat de radiale uiteinden van 25 de haren zich op een grotere afstand van de hartlijn van de schacht bevinden dan in de eerste stand. Vervolgens worden de middelen voor het met een hoge frequentie doen laten trillen van de haren ingeschakeld. Als gevolg hiervan zullen de haren het stenosemateriaal van de vaatwand los trillen. In de praktijk is gebleken dat de haren, wanneer deze met hoge 30 frequentie in trilling worden gebracht, op uiterst effectieve wijze het .1025780 5 stenosemateriaal van de vaatwand verwijderen terwijl de vaatwand daarbij niet of nauwelijks beschadigt. Tijdens het trillen kan de katheter langzaam in proximale richting worden teruggetrokken, totdat de gehele stenose is verwijderd.
5 Bij voorkeur is proximaal en eventueel ook distaai van het stenose- verwijderingsdeel een filter aangebracht. Met een dergelijke filter kan het losgetrilde stenosemateriaal worden tegengehouden, zodat wordt verhinderd dat dit materiaal verder stroomafwaarts weer tot verstopping leidt. Eventueel kan volgens een nadere uitwerking van de uitvinding distaai van 10 het proximale filter nog een tweede en een derde lumen uitmonden voor het afvoeren van los getrild stenosemateriaal, respectievelijk het toevoeren van spoelvloeistof.
Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding kan de katheter zijn voorzien van meetmiddelen voor het meten van de trilling van de haren 15 en/of houder, waarbij evaluatiemiddelen zijn voorzien voor het evalueren van de metingen, waarbij de evaluatiemiddelen zijn aangesloten op de frequentiegenerator en waarbij de evaluatieresultaten de door de frequentiegenerator te genereren frequentie en/of amplitude bepalen. Met een dergelijke terugkoppeling van de tijdens de behandeling bewerkstelligde 20 trilling kan een optimaal reinigingsresultaat binnen een minimaal tijdsbestek worden verkregen.
Volgens een nadere uitwerking van de werkwijze volgens de uitvinding kan tijdens de behandeling tevens het tijdens de behandeling bereikte resultaat worden bepaald, bijvoorbeeld door middel van 25 röntgenbeelden of echoscopie, waarbij afhankelijk van deze bepaling de behandeling wordt voortgezet, dan wel beëindigd, dan wel gewijzigd door het veranderen van frequentie en/of amplitude van de trilling of door het verwisselen van de katheter door een katheter met een andere diameter.
Nadat de gehele stenose is behandeld kan de katheter met de 30 eventuele geleidedraad uit het bloedvat worden verwijderd. De uitvinding 11025780 6 zal thans aan de hand van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de tekening, verder worden verduidelijkt.
Figuur 1 toont een schematisch zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de katheter; 5 figuur 2 toont een doorsnede aanzicht over lijn Π-ΙΙ uit figuur 1; figuur 3 toont met meer detail het stenose-verwijderingsdeel van de in figuur 1 weergegeven katheter; figuur 4 toont een doorsnede aanzicht over lijn IV-IV uit figuur 3; figuur 5 toont het stenose-verwijderingsdeel van een tweede 10 uitvoeringsvoorbeeld; figuur 6 toont een doorsnede aanzicht over lijnVI-VI uit figuur 5; en figuur 7 toont een doorsnede aanzicht over lijn VÏÏ-VII uit figuur 5. Opgemerkt zij dat de figuren geenszins op schaal zijn.
15 Figuur 1 toont duidelijk een katheter waarvan het hoofd onderdeel wordt gevórmd door de katheterschacht 1. De schacht 1 heeft een proximaal einde 1' en een distaai einde 1". Nabij het distale einde 1" van de schacht 1 is de katheter voorzien van een stenose-verwijderingsdeel 2. Het stenose-verwijderingsdeel 2 dat hierna onder verwijzing naar figuren 3 en 5 in meer 20 detail zal worden besproken, is onder andere voorzien van haren 3 die in een hoogfrequente trilling kunnen worden gebracht. Over de schacht 1 is een inbrenghule 4 aangebracht. Met behulp van de inbrenghuls 4, die verschuifbaar is over de schacht 1 kunnen de haren 3 in een eerste toestand worden gebracht, waarin deze haren 3 zich in hoofdzaak binnen de 25 omtrekscontouren van de schacht 1 uitstrekken. Door het in proximale richting verschuiven van de inbrenghuls 4 over de schacht 1 worden de haren 3 vrijgegeven en zullen deze zich in een tweede stand begeven. In deze tweede stand strekken de haren 3 zich buiten de omtrekscontouren van de schacht 1 uit, zodat de radiale uiteinden van de haren zich op een grotere 30 radiale afstand van de hartlijn van de schacht 1 bevinden dan in de eerste 1025780 7 stand. In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1 is de schacht 1 voorzien van een eerste linnen 9 waardoorheen zich een geleidedraad 5 uitstrekt. Het lumen 9 is duidelijk zichtbaar in een doorsnede-aanzicht van figuur 2. De schacht 1 is in axiale richting verplaatsbaar over de geleidedraad 5.
5 In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1 is het proximale uiteinde 1' van de schacht 1 verbonden met een frequentiegenerator 6. In de figuur is dat schematisch weergegeven door de Luer-koppeling 23 schematisch te verbinden met de frequentiegenerator 6. Een proximaal uiteinde 5' van de geleidedraad 5 is verbonden met een niet weergegeven 10 frequentiegenererend element in de frequentiegenerator 6.
Figuur 2 toont naast de hiervoor besproken elementen ook nog een tweede lumen 10 en een derde lumen en 11. Op de functies van deze luinens 10,11 zal later worden teruggekomen.
Het in figuur 3 weergegeven distale einde van de katheter toont de 15 schacht 1 waardoorheen zich het eerste lumen 9, het tweede lumen 10 en het derde lumen 11 uitstrekt. Tevens is de geleidedraad 5 gestippeld weergegeven, welke geleidedraad 5 aan zijn distale uiteinde is voorzien van een koppelelement 21. Het koppelelement 21 kan aangrijpen op een dwarswand of dwarspen 13 die onderdeel uitmaakt van een busvormige 20 houder 12 die de borstelharen 3 draagt. De houder 12 is in axiale richting verschuifbaar verbonden met de schacht 1. De dwarswand of -pen 13 strekt zich uit door een axiale sleuf 24 in de schacht 1. Deze axiale sleuf 24 laat de axiale beweging van de houder 12 ten opzichte van de schacht 1 toe. De dwarswand of -pen 13 vormt het aangrijpingspunt voor het koppelelement 25 21 dat met het distale uiteinde van de geleidedraad 5 is verbonden.
Wanneer met behulp van de frequentiegenerator 6 een hoogfrequente trilling aan de geleidedraad 5 wordt opgelegd, wordt deze trilling via het koppelelement 21 en de dwarswand of-pen 13 overgedragen op de houder 12 en daarmee op de haren 3. Distaai van de houder 12 is een filter 18 30 aangebracht. Proximaal van de houder 12 is een filter 19 aangebracht. Ook 1025780 8 deze filters worden in een ingeklapte stand gehouden door de inbrenghuls 4. De ruimte die wordt begrensd door het distale filter 18 en het proximale filter 19 kan tijdens de behandeling worden afgezogen via het tweede lumen 10 waarvan een distale opening 10' ie weergegeven in figuur 3. Eventueel 5 kan via het derde lumen 11 spoelvloeistof aan de genoemde ruimte worden toegevoerd. Het derde lumen 11 mondt in de betreffende ruimte uit via opening 11' die ook is weergegeven in figuur 3. Het moge duidelijk zijn dat de filters 18,19 bij voorkeur een goede vloeistofdoorlatendheid hebben, zodat het bloed de betreffende filters 18,19 eenvoudig kan passeren.
10 Anderzijds dienen de filters wel het grovere vrijkomende stenose materiaal tegen te houden. Opgemerkt zij dat de filter 18,19 niet strikt noodzakelijk zijn. Ook is het mogelijk om slechts één filter te voorzien dat aan de stroomafwaartse zijde van het stenoseverwijderingsdeel is opgesteld. Veelal zal dit het proximale filter 19 zijn en kan het distale filter 18 worden 15 weggelaten.
Figuur 4 toont nogmaals duidelijk de wijze waarop de houder 12 met dwarswand of -pen 13 samenwerkt met de schacht 1 en de zich daarin bevindende axiale sleuf 24. Verder is het derde lumen 11 in de schacht 1 in figuur 4 duidelijk weergegeven.
20 Figuren 5-7 tonen een tweede uitvoeringsvoorbeeld van het distale einde van een katheter volgens de uitvinding. Ook in deze figuren is duidelijk de schacht 1 zichtbaar met een zich daarin uitstrekkend eerste lumen en 9, tweede lumen 10 en derde lumen 11. Wederom zijn duidelijk de uitstroom opening 10' van het tweede lumen 10 en de uitstroom opening 11' 25 van het derde lumen 11 weergegeven. Ter hoogte van het stenose* verwijderingsdeel 2 is de schacht 1 voorzien van een verminderde diameter. Ter plaatse van deze verminderde diameter is een busvormige houder 12 in axiale richting verschuifbaar op de schacht 1 gemonteerd. De houder 12 draagt haren 3 die in hoogfrequente trilling kunnen worden gebracht door 30 axiale verplaatsing van de houder 12 over de schacht. In het onderhavige 1025780 9 uitvoeringsvoorbeeld wordt deze axiale verplaatsing bewerkstelligd door een als spoel 15 uitgevoerde actuator. De actuator 15 ie via twee elektrische geleidingen 16,17 die zich door de schacht 1 uitstrekken aangesloten op een frequentiegenerator 6. In de spoel 15 strekt zich en kern 14 uit. Bij voorkeur 5 is de houder 12 althans ten dele vervaardigd uit ferromagnetisch materiaal, zodanig dat een wisselend magnetisch veld dat door de kern 14 als gevolg van een wisselend magnetisch veld in de spoel 15 wordt uitgeoefend, een axiale verplaatsing van de houder 12 tot gevolg heeft. Door het magnetisch veld met hoge frequentie te variëren kan derhalve een hoogfrequente trilling 10 aan de haren 3 worden opgelegd. Eventueel kunnen de elektrische geleidingen 16,17 tevens dienen voor het meten van de trilling van de haren 3 en/of houder 12. Dergelijke meetgegevens kunnen naar evaluatiemiddelen 7 worden verzonden. De evaluatiemiddelen 7 kunnen de betreffende metingen evalueren en afhankelijk van de evaluatieresultaten de door de 15 frequentiegenerator 6 gegenereerde frequentie en/of amplitude bepalen. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld maak de spoel 15 onderdeel uit van de schacht van de katheter. Het is echter tevens mogelijk dat de spoel is ondergebracht in een aparte huls die over de katheterschacht wordt geschoven wanneer de haren 3 in trilling dienen te worden gebracht, 20 zodanig dat de spoel zich nabij de houder 12 op de katheterschacht bevindt.
In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1 worden de meetmiddelen onder andere gevormd door een sensor 22 die in de frequentiegenerator 6 is op genomen en die de trilling in de geleidedraad 5 meet. De door de sensor 22 waargenomen metingen kunnen naar evaluatiemiddelen 7 worden geleid 25 voor het bepalen van een gewenste frequentie en/of amplitude. Verder kan, zoals weergegeven in figuur 1, nog zijn voorzien in verdere meetmiddelen 8, zoals bijvoorbeeld middelen voor het waarnemen van rontgenbeelden of voor het uitvoeren van echoscopie. Met dergelijke meetmiddelen 8 kan het tijdens de behandeling bereikte resultaat worden bepaald. Afhankelijk van 30 deze bepaling kan de behandeling worden voortgezet, dan wel beëindigd, 1025790 10 dan wel gewijzigd door het veranderen van de frequentie en/of amplitude van de trilling of door het verwisselen van de katheter door een katheter met een andere diameter. De meetmiddelen 8 kunnen daartoe eventueel in communicatieve verbinding staan met de evaluatiemiddelen 7.
5 Vanzelfsprekend kan ook de arts aan de hand van de door de meetmiddelen 8 waargenomen beelden de diverse acties ondernemen. Eventueel kan de arts bij het nemen van de beslissingen worden ondersteund door de evaluatiemiddelen 7.
De werking van de inrichting zal thans aan de hand van figuur 1 10 verder worden uitgelegd. In figuur 1 is een deel van een vat A met een zich daarin bevindende stenose S weergegeven. Bij een "over the wire" katheter zal eerst geleidedraad 5 in het vat A worden gevoerd tot voorbij de stenose S. Vervolgens zal de schacht 1 van de katheter met de daarover aangebrachte inbrenghuls 4 over de geleidedraad 5 worden geschoven. De 15 inbrenghuls 4 bevindt zich daarbij met het distale uiteinde tot voorbij het stenose-verwijderingsdeel 2, zodat de haren 3 zich in de eerste stand bevinden en zich derhalve in hoofdzaak binnen de omtrekscontouren van de schacht 1 uitstrekken. Wanneer het stenose-verwijderingsdeel 2 zich ter hoogte van het distale deel van de stenose S bevindt, kan de inbrenghuls 4 20 in proximale richting worden verschoven ten opzichte van de schacht 1, zodanig dat de haren 3 de tweede stand, en de filters 18,19 de uitgeklapte stand aannemen. Vervolgens kan via de geleidedraad 5 of via de elektrische geleidingen 16,17, de spoel 15 en kern 14 de houder 12 in een hoogfrequente trilling wordèn gebracht, zodanig dat de haren 3 in een 25 hoogfrequente trilling worden gebracht. De radiale uiteinden van de haren 3 zullen de stenose S verpulveren en het vrijkomende stenosemateriaal kan via het tweede lumen 10 worden afgezogen. Eventueel kan spoelvloeistof via het derde lumen 11 worden toegevoerd om de afvoer van het vrijkomende stenose materiaal te bevorderen. Afhankelijk van trillingemetingen die via 30 de elektrische geleidingen 16,17 of via de genoemde sensor 22 worden .1025780 11 gedaan en door de evaluatiemiddelen 7 worden verwerkt kan de frequentie en/of amplitude van de trilling worden gevarieerd. Verder kan eventueel in afhankelijkheid van het waargenomen resultaat, welk resultaat bijvoorbeeld wordt waargenomen met behulp van röntgenbeelden of echoscopie, worden 5 besloten om de behandeling voort te zetten, te beëindigen, dan wel te wijzigen door het veranderen van de frequentie en/of amplitude van de trilling of door het verwisselen van de katheter door een katheter met een andere diameter. Tijdens de behandeling zal de schacht 1 langzaam in proximale richting worden verplaatst ten opzichte van het vat A, zodat 10 geleidelijk de gehele stenose S vanaf het distale einde tot het proximale einde daarvan is verwijderd. Na de verwijdering van de stenose S kan de katheterschacht 1 uit het vat A worden verwijderd.
De gehele procedure wordt uitgevoerd zonder afsluiting van het vat A, zodat wordt verhinderd dat stroomafwaartse weefeeldelen tijdelijk geen 15 bloedtoevoer krijgen. Doordat het stenose materiaal daadwerkelijk wordt verwijderd in plaats van wordt weggedrukt, zoals bij ballonkatheterisatie, worden scheurtjes en dergelijke vaatwandbeschadigingen tot een minimum beperkt.
Alhoewel in het bovenstaande de procedure is beschreven aan de 20 hand van een "over the wire" katheter, zal het de vakman duidelijk zijn dat ook met een zogenaamde wireless katheter met voordeel gebruik kan worden gemaakt van de uitvindingsgedachte. Daarbij zal de katheterschacht 1 zelf dienen voor het vinden van het pad naar de stenose. Eventueel kan de schacht daartoe aan het distale einde zijn voorzien van 25 een vast stukje geleidedraad dat vast is verbonden met het distale einde 1" van de schacht 1. Bij een dergelijke uitvoering zullen de trillingsoverbrengmiddelen bij voorkeur zijn uitgevoerd op de wijze zoals weergegeven in figuren 5-7. Immers, bij een "wireless" katheter ontbreekt de geleidedraad 5 die via koppelelement 21 kan worden gekoppeld met de 30 houder 12.
.1025780 12
Het zal de vakman verder duidelijk zijn dat de katheter kan zijn voorzien van allerlei additionele lumen en dergelijke voorzieningen die de functionaliteit van de katheter verder verbeteren.
5 1025780

Claims (28)

1. Katheter voorzien van een schacht (1) met een proximaal (10 en distaai einde (1"), en voorzien van een stenose-verwijderingsdeel (2) dat zich nabij het distale einde (1") van de schacht (1) bevindt, waarbij het stenose-verwijderingsdeel (2) is voorzien van haren (3) die in en eerste stand en een 5 tweede stand brengbaar zijn, waarbij de haren (3) zich in een eerste stand in hoofdzaak binnen de omtrekscontouren van de schacht (1) uitstrekken, waarbij de haren (3) zich in een tweede stand buiten de omtrekscontouren van de schacht (1) uitstrekken, zodat de radiale uiteinden van de haren (3) zich op een grotere radiale afstand van de hartlijn van de schacht (1) 10 bevinden dan in de eerste stand, waarbij middelen (5, 6,12; 6, 12,14,15,16, 17) zijn voorzien voor het met een hoge frequentie doen laten trillen van de haren (3).
2. Katheter volgens conclusie 1, waarbij de middelen (5, 6,12; 6, 12, 14, 15,16, 17) voor het met een hoge frequentie doen laten trillen van de 15 haren (3) zijn ingericht voor het opleggen van een trilfrequentie aan de haren (3) ligt in het bereik van 10 · 100.000 Hz, meer bijzonder in het bereik van 1000 - 50.000 Hz.
3. Katheter volgens conclusie 1 of 2, waarbij de haren (3) zijn verbonden met een houder (12), welke houder (12) verschuifbaar is 20 verbonden met de schacht (1).
4. Katheter volgens conclusie 3, waarbij de houder (12) een busvormig lichaam omvat.
5. Katheter volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de katheter is voorzien van een inbrenghuls (4) voor het in de eerste stand 25 houden van de haren (3) tijdens het naar de stenose voeren van het stenose-verwijderingsdeel (2). J025780
6. Katheter volgens één der voorgaande conclusies, waarbij proximaal en eventueel ook distaai van het stenose-verwijderingsdeel (2) een filter (18, respectievelijk 19) is aangebracht.
7. Katheter volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de 5 middelen voor het met een hoge frequentie doen laten trillen van de haren (3) een frequentiegenerator (6) omvatten alsmede trillingsoverbrengmiddelen (5, 12; 12,14,15,16,17) die zijn ingericht voor het overbrengen van de door een frequentiegenerator (6) gegenereerde trillingen op de haren (3).
8. Katheter volgens conclusies 3 en 7, waarbij de trillingsoverbrengmiddelen een geleidedraad (5) omvatten die met en distaai uiteinde koppelbaar is met de houder (12) en die met een proximaal uiteinde (51) koppelbaar is met de frequentiegenerator (6).
9. Katheter volgens conclusie 8, waarbij de houder (12) is voorzien 15 van tenminste één zich binnen de houder bevindende koppelwand of koppelpen (13), welke koppelwand of -pen (13) is voorzien van een centrale doorgang (20) waardoorheen de geleidedraad (5) kan worden gevoerd, waarbij de geleidedraad (5) aan het distale uiteinde ie voorzien van een koppelelement (21) dat koppelbaar is met de koppelwand of-pen (13) van de 20 houder (12).
10. Katheter volgens conclusies 3 en 7, waarbij de trillingsoverbrengmiddelen een actuator (15) omvatten die in de schacht (1) is opgenomen en nabij de houder (12) is opgesteld, waarbij de actuator (15) via communicatiemiddelen (16,17) met de frequentiegenerator (6) is 25 verbonden.
11. Katheter volgens conclusie 10, waarbij de communicatiemiddelen zich in de schacht van de katheter uitstrekkende elektrische geleidingen (16, 17) zijn.
12. Katheter volgens conclusie 10, waarbij de communicatiemiddelen 30 draadloze communicatiemiddelen omvatten. 1025780
13. Katheter volgens conclusie 10, waarbij de actuator een spoel (15) omvat alsmede een spoelkern (14) die werkzaam is verbonden met de houder.
14. Katheter volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de 5 schacht (1) ie voorzien van een eerste lumen (9) voor het daar doorheen voeren van een geleidedraad (5).
15. Katheter volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de schacht (1) is voorzien van een tweede lumen (10) waarvan een distale opening (10') zich nabij het stenose-verwijderingsdeel (2) bevindt.
16. Katheter volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de schacht (1) is voorzien van een derde lumen (11) waarvan een distale opening (110 zich nabij het stenose-verwijderingsdeel (2) bevindt.
17. Katheter volgens conclusies 6 en 15 en 16, waarbij de distale openingen (10', 110 van het tweede en het derde lumen (10, respectievelijk 15 11) zich distaai van het proximale filter (19) en proximaal van het eventuele distale filter (18) bevinden, zodanig dat spoelvloeistof in het door de filters (18,19) begrensde gebied via het derde lumen (11) kan worden toegevoerd en via het tweede lumen (10) kan worden afgevoerd.
18. Katheter volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de 20 katheter is voorzien van meetmiddelen (8, 22) voor het meten van de trilling van de haren (3) en/of houder (12), waarbij evaluatiemiddelen (7) zijn voorzien voor het evalueren van de metingen, waarbij de evaluatiemiddelen (7) zijn aangesloten op de frequentiegenerator (6) en waarbij de evaluatieresultaten de door de £re que ntie generator (6) gegenereerde 25 frequentie en/of amplitude bepalen.
19. Katheter volgens conclusie 18, waarbij de meetmiddelen (8, 22) zijn ingericht voor het meten van de trilfrequentie en de trilamplitude van de houder (12). 1025780
20. Samenstel van een katheter (1) volgens één der voorgaande conclusies, een geleidedraad (5), een frequentiegenerator (6) en, eventueel, evaluatiemiddelen (7).
21. Werkwijze voor het behandelen van een stenoee (S) in een bloedvat 5 (A), waarbij in het bloedvat (A) een katheter volgens één der conclusies 1-19 met inbrenghuls (4) wordt geschoven totdat het stenose-verwijderingsdeel (2) zich bij de stenose (S) bevindt, waarbij vervolgens de inbrenghuls (4) van het stenose-verwijderingsdeel (2) wordt verwijderd, zodat de haren (3) zich van de eerste stand naar de tweede stand begeven, waarbij vervolgens de 10 middelen (6) voor het met een hoge frequentie doen laten trillen van de haren (3) worden ingeechakeld.
22. Werkwijze volgens conclusie 21, waarbij tijdens de behandeling het stenose-verwijderingsdeel (2) van een distaai deel van de stenose naar een proximaal deel van de stenose (S) wordt bewogen.
23. Werkwijze volgens conclusie 21 of 22, waarbij na het behandelen van de gehele stenose (S) de katheter (1) met de geleidedraad (5) uit het bloedvat (A) wordt verwijderd.
24. Werkwijze volgens één der conclusies 21-23, waarbij voorafgaand aan het in het bloedvat (A) schuiven van de katheter (1) eerst een 20 geleidedraad (5) in het bloedvat (A) wordt geschoven totdat het dietale einde van de geleidedraad (5) voorbij de stenose (S) is geschoven, waarbij vervolgens over de geleidedraad (5) de katheter (1) wordt geschoven.
25. Werkwijze volgens één der conclusies 21-24, waarbij tijdens de behandeling tevens de trilling van de haren (3) en/of houder (12) wordt 25 gemeten, waarbij de metingen worden geëvalueerd en waarbij afhankelijk van de evaluatieresultaten de frequentie en/of amplitude van de trilling wordt aangepast.
26. Werkwijze volgens één der conclusies en 21-25, waarbij tijdens de behandeling tevens het tijdens de behandeling bereikte resultaat wordt 30 bepaald, bijvoorbeeld door middel van röntgenbeelden of echoscopie, en 1025780 waarbij afhankelijk van deze bepaling de behandeling wordt voortgezet, dan wel beëindigd, dan wel gewijzigd door het veranderen van frequentie en/of amplitude van de trilling of door het verwisselen van de katheter (1) door een katheter (1) met een andere diameter.
27. Werkwijze volgens één der conclusies 21-26, waarbij de katheter (1) is voorzien van tenminste een proximaal van het stenose-verwijderingsdeel (2) aangebracht filter (19), waarbij voorafgaand aan het uitnemen van de katheter (1) het gebied distaai van het filter (19) wordt schoon gezogen via een tweede lumen (10) van de katheter, van welk tweede lumen een distale 10 opening (10') zich distaai van het proximale filter (18) bevindt.
28. Werkwijze volgens conclusie 27, waarbij in de schacht (1) van de katheter een derde lumen (11) is voorzien, waarbij een distale opening (11*) van het derde lumen (11) zich distaai van het proximale filter (19) bevindt, waarbij tijdens het schoonzuigen van het gebied distaai van het proximale 15 filter (19) spoelvloeistof via het derde lumen (11) aan dat gebied wordt toegevoerd. 1025780 ---
NL1025780A 2004-03-22 2004-03-22 Katheter en werkwijze voor gebruik van een dergelijke katheter voor het verwijderen van een stenose uit een vat. NL1025780C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025780A NL1025780C2 (nl) 2004-03-22 2004-03-22 Katheter en werkwijze voor gebruik van een dergelijke katheter voor het verwijderen van een stenose uit een vat.
US10/867,274 US20050209616A1 (en) 2004-03-22 2004-06-14 Catheter and method for use of such a catheter for removing a stenosis from a vessel
PCT/NL2005/000214 WO2005089830A2 (en) 2004-03-22 2005-03-22 Catheter and method for use of such a catheter for removing a stenosis from a vessel
US11/085,167 US20050273123A1 (en) 2004-03-22 2005-03-22 Catheter and method for use of such a catheter for removing a stenosis from a vessel

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025780 2004-03-22
NL1025780A NL1025780C2 (nl) 2004-03-22 2004-03-22 Katheter en werkwijze voor gebruik van een dergelijke katheter voor het verwijderen van een stenose uit een vat.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1025780C2 true NL1025780C2 (nl) 2005-09-26

Family

ID=34973702

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1025780A NL1025780C2 (nl) 2004-03-22 2004-03-22 Katheter en werkwijze voor gebruik van een dergelijke katheter voor het verwijderen van een stenose uit een vat.

Country Status (2)

Country Link
US (1) US20050209616A1 (nl)
NL (1) NL1025780C2 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN100542635C (zh) * 2005-01-10 2009-09-23 重庆海扶(Hifu)技术有限公司 高强度聚焦超声治疗装置和方法
US7667858B2 (en) * 2007-01-12 2010-02-23 Tokyo Electron Limited Automated process control using optical metrology and a correlation between profile models and key profile shape variables
US9414752B2 (en) 2012-11-09 2016-08-16 Elwha Llc Embolism deflector
CN111407416B (zh) * 2020-04-03 2021-02-26 天津理工大学 一种针对血管介入手术机器人系统的震颤消除方法及系统

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0635242A1 (en) * 1993-07-22 1995-01-25 Micro Therapeutics, Inc. Thrombectomy method and apparatus
US5451220A (en) * 1994-08-15 1995-09-19 Microsonic Engineering Devices Company, Inc. Battery operated multifunction ultrasonic wire for angioplasty
US5882329A (en) * 1997-02-12 1999-03-16 Prolifix Medical, Inc. Apparatus and method for removing stenotic material from stents
US5895400A (en) * 1997-06-27 1999-04-20 Abela; George S. Catheter with bristles
US6030397A (en) * 1998-12-16 2000-02-29 Micro Therapeutics, Inc. Miniaturized medical brush

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0635242A1 (en) * 1993-07-22 1995-01-25 Micro Therapeutics, Inc. Thrombectomy method and apparatus
US5451220A (en) * 1994-08-15 1995-09-19 Microsonic Engineering Devices Company, Inc. Battery operated multifunction ultrasonic wire for angioplasty
US5882329A (en) * 1997-02-12 1999-03-16 Prolifix Medical, Inc. Apparatus and method for removing stenotic material from stents
US5895400A (en) * 1997-06-27 1999-04-20 Abela; George S. Catheter with bristles
US6030397A (en) * 1998-12-16 2000-02-29 Micro Therapeutics, Inc. Miniaturized medical brush

Also Published As

Publication number Publication date
US20050209616A1 (en) 2005-09-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2068450C (en) Intravascular device such as introducer sheath or balloon catheter or the like and methods for use
AU747770B2 (en) Catheter device
EP1608422B1 (en) Combined long rail/short rail ivus catheter
JP5924845B2 (ja) 閉塞灌流カテーテルおよび閉塞灌流カテーテルの使用方法
US6135991A (en) Aspiration method
CN101027097B (zh) 用于颈动脉杈的防护血管成形术和支架置入术的导管系统
US20110034804A1 (en) Catheter assembly
JPS5977866A (ja) ガイドワイアおよびガイドワイア組立体
EP0818216A2 (en) Infusion balloon catheter
WO2003077983A1 (en) Apparatus and methods for reducing embolization during treatment of carotid artery disease
AU2002357297A1 (en) Aspirating devices for removal of thrombus/lipid from a body lumen
JP2004503340A (ja) 脈管形成のための複数バルーン薬剤送達カテーテル
JP2006087643A (ja) 血管内異物吸引装置
WO2015108942A1 (en) Vascular access evaluation and treatment
JP4668368B2 (ja) 右冠動脈用カテーテル
US20230087474A1 (en) Apparatus and methods for restoring tissue
US7524303B1 (en) Arterial obstruction treatment kit
NL1025780C2 (nl) Katheter en werkwijze voor gebruik van een dergelijke katheter voor het verwijderen van een stenose uit een vat.
US20200187977A1 (en) Intravascular catheter having an expandable incising portion and medication delivery system
JP2009542413A (ja) 脈管カテーテル装置および方法
NL1028405C2 (nl) Katheter en werkwijze voor gebruik van een dergelijke katheter voor het verwijderen van een stenose uit een vat.
US20050273123A1 (en) Catheter and method for use of such a catheter for removing a stenosis from a vessel
US20200069921A1 (en) Device for occlusion isolation and removal
WO2005089830A2 (en) Catheter and method for use of such a catheter for removing a stenosis from a vessel
CA2519369C (en) Catheter having an auxiliary lumen for use with a functional measurement wire

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20081001