NL1025200C1 - Reinigingseenheid voor het reinigen van reservoirs. - Google Patents

Reinigingseenheid voor het reinigen van reservoirs. Download PDF

Info

Publication number
NL1025200C1
NL1025200C1 NL1025200A NL1025200A NL1025200C1 NL 1025200 C1 NL1025200 C1 NL 1025200C1 NL 1025200 A NL1025200 A NL 1025200A NL 1025200 A NL1025200 A NL 1025200A NL 1025200 C1 NL1025200 C1 NL 1025200C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pressure tank
cleaning unit
tank
unit according
cleaning
Prior art date
Application number
NL1025200A
Other languages
English (en)
Inventor
Jacobus Johannes Eijkens
Original Assignee
Rom B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rom B V filed Critical Rom B V
Priority to NL1025200A priority Critical patent/NL1025200C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1025200C1 publication Critical patent/NL1025200C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B08CLEANING
    • B08BCLEANING IN GENERAL; PREVENTION OF FOULING IN GENERAL
    • B08B9/00Cleaning hollow articles by methods or apparatus specially adapted thereto 
    • B08B9/08Cleaning containers, e.g. tanks
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03FSEWERS; CESSPOOLS
    • E03F7/00Other installations or implements for operating sewer systems, e.g. for preventing or indicating stoppage; Emptying cesspools
    • E03F7/10Wheeled apparatus for emptying sewers or cesspools
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A50/00TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE in human health protection, e.g. against extreme weather
    • Y02A50/30Against vector-borne diseases, e.g. mosquito-borne, fly-borne, tick-borne or waterborne diseases whose impact is exacerbated by climate change

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Sanitary Device For Flush Toilet (AREA)

Description

REINIGINGSEENHEID VOOR HET REINIGEN VAN RESERVOIRS
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een reinigingseenheid voor het reinigen van reservoirs. In het 5 bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een reinigingsinrichting voor het reinigen van verplaatsbare toiletten. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het reinigen van dergelijke reservoirs en op een voertuig voorzien van een dergelijke reinigingseenheid.
10 Voor het leegzuigen en reinigen van ruimtes zoals rioleringen, rioleringsputten, vetputten, drainages, kolken, kelders, verplaatsbare toiletcabines etc. zijn vele typen reinigingsapparatuur bekend. De reinigingsapparatuur is op een voertuig geplaatst dat vanaf een thuisbasis op weg gaat 15 om de te reinigen ruimtes te bezoeken. In veel gevallen is het voertuig een vrachtwagen gezien het grote gewicht van de reinigingsapparatuur en van de uit de reservoirs gezogen vervuilde substantie. In sommige gevallen wordt tevens reiningingsvloeistof meegenomen waarmee het reservoir en 20 eventueel de omgeving van het reservoir, zoals bijvoorbeeld een toiletcabine, na het leegzuigen kan worden schoongemaakt. Ook wordt in bepaalde gevallen, zoals bijvoorbeeld bij toepassing van de reinigingseenheid op verplaatsbare toiletcabine's, een substantie meegenomen die na leegzuiging 25 en eventueel reiniging van het reservoir, gebruikt wordt om het reservoir weer te vullen. Bij toiletcabines waarin gebruik wordt gemaakt van een chemisch toilet wordt bijvoorbeeld het toilet (reservoir) na te zijn leeggezogen en gereinigd weer gevuld met een chemische substantie, zoals een 30 sceptische vloeistof, en is daarmee klaar voor verder gebruik.
Bekend is reinigingsapparatuur die is voorzien van een grote, veelal stalen vacuümtank, die met behulp van een 1025200 2 vacuümpomp onder zekere onderdruk is gebracht. Aangekomen bij de te reinigen ruimte wordt de inhoud van het reservoir opgezogen als gevolg van de onderdruk in de vacuümtank en vervolgens in de vacuümtank opgeslagen. De inhoud van het 5 reservoir is een substantie dié bestaat uit een mengsel van vaste stof en vloeistof of alleen vloeistof. In het vervolg zal de inhoud van het reservoir worden aangeduid met "vloeistof", waarbij hieronder derhalve dient te worden verstaan elke willekeurige inhoud van het te legen reservoir.
10 Na aldus achtereenvolgens een aantal verschillende reservoirs leeggezogen, gereinigd en eventueel gevuld te hebben, raakt de vacuümtank vol en keert het voertuig terug naar de ledigingsbasis, bijvoorbeeld de rioolwaterzuivering, om geleegd te worden.
15 Aan de bekende apparatuur kleeft echter een aantal bezwaren. Ten eerste is de inhoud van de vacuümtank dermate groot, dat het enige tijd (kenmerkend enige tientallen seconden) duurt na de vacuümpomp te hebben aangezet voordat voldoende onderdruk in de tank gecreëerd is om de substantie 20 uit het reservoir op te kunnen zuigen. Dit betekent dat altijd even gewacht moet worden totdat voldoende onderdruk in de tank is bereikt. Zeker in geval van seriematig toiletcabines leegzuigen betekent dit een aanzienlijk tijdverlies.
25 Een verder bezwaar van de bekende apparatuur is dat de vacuümtank een relatief hoog gewicht heeft. Aangezien deze tank bestand moet zijn tegen een bepaalde onderdruk, moet deze een grote constructieve sterkte hebben, hetgeen een zware uitvoering van de tank nodig maakt. In veel gevallen is 30 de vacuümtank vervaardigd van staal. Het hoge gewicht van de vacuümtank heeft een aantal nadèlige gevolgen.
Als gevolg van het hoge gewicht van de tank is in veel gevallen de apparatuur te zwaar om op een bestelwagen te 1 0252ΌΟ 3 worden geplaatst. Het gezamenlijke gewicht van het voertuig en de apparatuur komt anders uit boven het wettelijk toegestane maximum gewicht. Dit betekent dat de apparatuur op een vrachtwagen geplaatst moet worden, hetgeen niet alleen op 5 zich al kostbaarder is, maar ook betekent dat de bestuurder van het voertuig over een vrachtwagenrijbewijs dient te beschikken. Wanneer daarentegen een besloten wordt een kleinere vacuümtank toe te passen waarvan het gewicht dienovereenkomstig lager is, kan wel een bestelauto worden 10 toegepast. Dit heeft echter het bezwaar dat de opslagcapaciteit van de tank beperkt is, zodat het voertuig minder reservoirs kan reinigen en derhalve eerder terug moet keren naar de ledigingsbasis.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding een 15 verbeterde reinigingsinrichting te verschaffen waarin tenminste de bovengenoemde bezwaren van de bekende reinigingsapparatuur zijn ondervangen.
Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt daartoe een reinigingseenheid verschaft voor het reinigen van 20 reservoirs, in het bijzonder voor het reinigen van verplaatsbare toiletten, welke omvat: - een op een voertuig plaatsbaar huis, dat is voorzien van een opslagcompartiment van relatief grote inhoud; 25 - een druktank van relatief kleine inhoud; - een tussen het opslagcompartiment en de druktank voorziene doorvoer, in het bijzonder een verbindingsleiding of verbindingskanaal; - een op de druktank aansluitbare opzuigleiding voor 30 het opzuigen van de inhoud van de reservoirs; - afsluiters voor het afsluiten of vrijgeven van de doorvoer en de afzuigleiding; 1025200 4 - ten minste een op de druktank aansluitbare pompeenheid voor het in een onderdrukfase uit de druktank zuigen van lucht respectievelijk in een overdrukfase de druktank in persen van lucht; 5 waarbij de ponpeenheid en de afsluiters zijn ingericht voor het in de onderdrukfase voeren van de inhoud van een reservoir via de opzuigleiding naar de druktank en voor het in de overdrukfase leiden van de inhoud van de druktank naar het opslagcompartiment.
10 Door een separate opslagtank en druktank te voorzien, kan het gewicht van de inrichting beperkt worden. De opslagtank behoeft in dit geval immers niet bestand te zijn tegen onderdruk en kan derhalve veel lichter worden uitgevoerd. Voorts is de opslagtank groter uitgevoerd dan de 15 druktank. De druktank behoeft immers slechts geschikt te zijn voor het opzuigen van de inhoud van één enkel reservoir of althans een beperkt aantal reservoirs, terwijl de opslagtank bij voorkeur geschikt dient te zijn voor de opslag van zoveel mogelijk reservoirs (kenmerkend minstens vier è vijf keer de 20 inhoud van de druktank).
In een voorkeursuitvoering wordt de relatief zware druktank derhalve zo klein mogelijk uitgevoerd, dat wil zeggen dat deze net geschikt is voor het opvangen van de inhoud van slechts enkele reservoirs (bijvoorbeeld vier è 25 vijf toiletcabinereservoirs). De hierdoor veroorzaakte gewichtsbesparing maakt een nog grotere opslagtank mogelijk.
Overigens wordt met de term "onderdruktank" of "druktank" niet alleen een tank (ketel, compartiment, etc) bedoeld die bestand is tegen krachten die optreden bij het op 3 0 onderdruk zuigen van het conpartiment. Een dergelijke tank is tevens geschikt om op overdruk te brengen teneinde de daarin aanwezige vloeistof uit het compartiment te dwingen, zoals hierna uiteengezet zal worden.
1025200 5
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de pompeenheid één enkele pomp, die in een eerste werkingswijze een zuigende werking heeft en in de tweede werkingswijze een persende werking heeft. Het is derhalve mogelijk om met 5 slechts één ponp de inhoud van het reservoir op te zuigen in de vacuümtank en te persen naar het opslagcompartiment.
Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het huis een tweede compartiment voor het houden van een reservoirvloeistof en is tevens een afgeefeenheid 10 voorzien voor het aanbrengen van de reservoirvloeistof in een leeggezogen reservoir. Een voorbeeld van een reservoirvloeistof is water dat is voorzien van een sanitair concentraat. Na een toilet te hebben leeggezogen en eventueel te hebben gereinigd, wordt deze weer gevuld met vloeistof en 15 is daarmee weer gereed voor verder gebruik.
Voor zover de voorkeursuitvoeringsvorm omvat het huis een derde compartiment voor het houden van schoonmaak-vloeistof en zijn tevens spuitmiddelen voorzien voor het met de schoonmaakvloeistof schoonspuiten van een reservoir. Na 20 het reservoir te hebben leeggezogen en vóór een eventuele vulling van het reservoir met een reservoirvloeistof, is het reservoir (of bijvoorbeeld de gehele toiletcabine) door middel van de spuitmiddelen schoon te spuiten.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de 25 verschillende compartimenten, dat wil zeggen het opslagcompartiment, het eventuele tweede compartiment en het eventuele derde compartiment, geïntegreerd in één enkel huis. In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm is het huis opgebouwd uit polyester en omvat een holle ruimte die door 30 middel van een soort tussenschotten is opgedeeld in de verschillende conpartimenten. Een dergelijke bouwwijze maakt een verdere verlaging van het gewicht van de inrichting mogelijk.
1025200 6
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn niveaubepalingsmiddelen voorzien voor het bepalen van het vloeistofniveau in de onderdruktank. De niveaubepalingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld één of meer op verschillende 5 hoogtes in de druktank voorziene vlotterschakelaren omvatten voor het bepalen van het actuele vloeistofniveau in de druktank. Een door de niveaubepalingsmiddelen afgegeven signaal wordt gebruikt om het moment te bepalen waarop de vacuümtank vol dreigt te geraken en in het opslagcompartiment 10 geleegd moet worden. Dit signaal wordt door de hierna te bespreken besturing gebruikt om de reinigingseenheid te schakelen tussen het opzuigen van vloeistof uit het reservoir en het overbrengen van opgezogen vloeistof van de druktank naar het opslagcompartiment.
15 Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het in de bovengenoemde inrichting reinigen van de reservoirs.
Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de 20 hand van de navolgende beschrijving van een voorkeurs- uitvoeringsvorm daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de figuren, waarin tonen:
Figuur 1 een gedeeltelijk opengewerkt zij-aanzicht van een voertuig dat is voorzien van een reinigingseenheid 25 volgens de voorkeursuitvoering van de uitvinding;
Figuur 2 een gedeeltelijk opengewerkt bovenaanzicht van de voorkeursuitvoering van figuur 1;
Figuur 3 een gedeeltelijk opengewerkt vooraanzicht van de voorkeursuitvoering van figuur 1; en 30 Figuur 4 een schematische weergave van de werking van de reinigingseenheid.
Figuur 1 toont een voertuig V, waarvan het laadplateau voorzien is van éen voorkeursuitvoeringsvorm van 1025200 7 het reinigingstoestel 1. Het toestel is bevestigd aan een hulpraam 2 dat op zijn beurt aan de opbouw van het voertuig is aangebracht. Het getoonde voertuig is een bestelwagen en kan derhalve worden bestuurd door een bestuurder die slechts 5 in het bezit is van een gewoon rijbewijs. Om niet onder de kwalificatie vrachtwagen te vallen overschrijdt het totale gewicht van het voertuig (GVW) en het reinigingstoestel 1, inclusief geladen vloeistoffen, hierbij het wettelijk toegestane maximum (in Nederland gelijk aan 3500 kg) niet.
10 In figuren 2 en 3 is het reinigingstoestel 1 in verder detail weergegeven. Het toestel omvat een polyester huis 3 met een gestroomlijnde vormgeving. Hierdoor wordt de luchtweerstand tijdens het rijden verminderd en wordt brandstof bespaard. Bovendien is het huis 3 aan zijn 15 buitenzijde voorzien van een gladde afwerking teneinde de buitenzijde eenvoudig te kunnen reinigen. Het huis 3 omvat voorts een holle ruimte waarin door middel van een eerste gelamineerd tussenschot 4 en een tweede gelamineerd tussenschot 5 een drietal compartimenten is gerealiseerd.
20 Gezien vanaf de achterzijde van het toestel is het compartiment 6 ter rechterzijde bestemd voor het houden van reinigingswater waarmee de reservoirs te reinigen zijn, is het compartiment 7 ter linkerzijde bestemd voor vloeistof waarmee een reservoir te vullen is, bijvoorbeeld water 25 voorzien van een sanitair-concentraat, terwijl het middelste compartiment 8 is bestemd voor het opvangen van vanuit de reservoirs opgezogen vloeistof.
De compartimenten 6 en 7 hebben hierbij een zodanige vorm en zijn zodanig ter weerszijden van het 30 opslagcompartiment 8 gepositioneerd dat zoveel mogelijk een neutrale gewichtsverdeling tijdens het gebruik van het voertuig behouden blijft. Aanvankelijk zijn het rechter 6 en het linker compartiment 7 gevuld en is het middelste 1025200 8 opslagcompartiment 8 leeg. In gebruik wordt geleidelijk het middelste opslagcompartiment 8 gevuld en neemt de hoeveelheid vloeistof in het rechter en linker compartiment 6, 7 af. Door de getoonde uitvoering van de compartimenten blijkt ook 5 tijdens gebruik een gelijkmatige gewichtsverdeling behouden.
Het rechter compartiment 6 heeft in de weergegeven uitvoering een inhoud van 300 liter schoon water, het linker compartiment 7 heeft in de weergegeven uitvoering een capaciteit van 6 tot 700 liter water, terwijl het middelste 10 compartiment 8 een vuilwatercapaciteit van ca. 1000 tot 1300 liter heeft. Deze hoeveelheden zijn afgestemd om in de praktijk een geheel aantal toiletten te kunnen behandelen en zodoende optimaal gebruik te maken van de capaciteit van de compartimenten. In de praktijk is het opslagcompartiment 8 15 geschikt voor het opslaan van vervuild water van ca. 25 tot 35 toiletten.
Het huis 3 is aan de bovenzijde voorzien van een afsluitbaar mangat 9 om toegang te kunnen verschaffen tot de binnenzijde van de verschillende compartimenten, bijvoorbeeld 20 om deze eens in de zoveel tijd te reinigen.
Het huis 3 heeft een zodanig "ingedeukte" vorm, dat een uitsparing 11 ontstaat, die dienst doet als technische ruimte voor de overige reinigingsapparatuur. In de technische ruimte 11 is ondermeer een drukkamer 12 aangebracht, die in 25 de weergegeven uitvoering uitgevoerd is als een cilindrische stalen ketel 12. Tevens is in de technische ruimte een vacuümpomp 13 aangebracht. Op de druktank 12 is een afzuigslang of afzuigleiding 14 aangesloten. Het losse uiteinde van de afzuigleiding is gevormd uit een pijp 14' 30 terwijl het overige deel van de afzuigleiding is gevormd uit een flexibele slang. De afzuigleiding 14 is op te wikkelen op een haspel 15, die aan de voorzijde van het reinigingstoestel 1 is aangebracht. Door af rollen van de haspel 15 kan de 1025200 9 afzuigmond 16 van de afzuigleiding 14 tot in het af te zuigen reservoir worden geleid, waarna het afzuigen kan aanvangen.
Tevens is een hogedrukspuitinrichting aangebracht, waarmee schoonmaakwater uit het rechter compartiment 6 in de 5 richting van het reservoir gespoten kan worden met als doel het reservoir, bijvoorbeeld het toilet, alsmede de omgeving daarvan, bijvoorbeeld de toiletcabine, schoon te spuiten.
In figuur 4 is de werking van de inrichting nader verduidelijkt. Een vacuümpomp 13 is via een leiding 18 10 aangesloten op de bovenzijde van een druktank 12. Opgemerkt wordt dat onder de term "vacuümpomp" een pomp wordt verstaan die een zuigende werking kan hebben voor het verschaffen van onderdruk in een vat en een persende werking kan hebben voor het aanbrengen van een overdruk in een vat.
15 Aan de bovenzijde van de druktank 12 is tevens de schematisch weergegeven afzuigleiding 14 aangesloten, die nabij de opzuigmond 16 voorzien is van een handmatig te bedienen klep 17 en meer in de richting van de druktank 12 voorzien is van een elektrisch te besturen klep 19. Aan de 20 onderzijde van de druktank 12 is een doorvoerleiding 20 voorzien waarmee vloeistof uit de druktank 12 naar een opslagcompartiment 8 kan worden overgebracht. In de doorvoerleiding 20 is een elektrisch te bedienen klep 21 aangebracht waarmee de doorvoerleiding 20 geheel of 25 gedeeltelijk af te sluiten of vrij te geven is.
Wanneer de pomp 13 in werking wordt gezet, lucht vanuit de druktank 12 wordt aangezogen 9 (richting PJ , en de kleppen 19 en 21 gesloten zijn, wórdt in de druktank 12 een onderdruk gecreëerd. Tijdens of na het ponpen kan klep 19 30 worden geopend met als gevolg dat in het deel van de afzuigleiding 14 tussen de kleppen 17 en 19 een corresponderende onderdruk wordt gecreëerd. Wanneer de gebruiker nu de mond 16 van de afzuigslang 14 in het af te 1025200 10 zuigen reservoir brengt en vervolgens handmatig de klep 17 opent, stroomt de vervuilde vloeistof als gevolg van de onderdruk uit het reservoir via de afzuigleiding 14 de druktank 12 binnen (richting P3) . Nadat de gebruiker de klep 5 17 wederom gesloten heeft en/of wanneer de hierna te bespreken besturing de klep 19 gesloten heeft, kan de onderdruk die wegens het aanzuigen van de vloeistof enigszins verminderd is, wederom door de pomp 13 op een gewenste waarde worden gebracht.
10 Dit proces wordt enige malen herhaald voor een aantal toiletten totdat de druktank 12 vol dreigt te geraken.
Wanneer de druktank eenmaal vol is, wordt de werking van de pomp 13 omgedraaid van zuigen naar persen (richting P2) . Bij toepassing van een centrifigaalpomp gebeurt dit in de 15 praktijk meestal door bediening van een op de pomp voorziene klep. Hierdoor treedt op een gegeven moment een overdruk in het drukvat 12 op. Wanneer nu de besturing 24 de klep 21 opent, wordt vloeistof via de doorvoerleiding 20 vanaf de druktank 12 naar het opslagcompartiment 8 overgebracht 20 (richting P4) . Zodra de tank leeg is, wordt klep 21 weer gesloten (en klep 19 eventueel geopend) en wordt de pomp 13 op zuigen gezet zodat wederom een onderdruk in de druktank 12 wordt gecreëerd.
De cyclus van het oppompen van vervuilde vloeistof 25 uit de reservoirs en het overpompen van de inhoud van de druktank 12 naar de opslagtank 8 wordt herhaald totdat de opslagtank 8 vol is. Op dat moment keert het voertuig V terug naar de ledigingsbasis om aldaar de opslagtank te legen.
Zoals reeds eerder uiteengezet is, worden kleppen 19 30 en 21 elektrisch gestuurd. De besturing vindt plaats door middel van een centrale besturingseenheid 24, die op de kleppen 19 en 21 en de pomp 13 is aangesloten. Tevens kan de besturing 24 zijn aangesloten op een twee of meer 1025200 11 vlotterschakelaars 22, 23 die op verschillende hoogtes in de druktank 12 zijn aangebracht. De vlotterschakelingen 22 en 23 geven op bekende wijze een signaal af wanneer de vloeistof in de druktank 12 de vlotter bereikt heeft. Op basis van deze 5 signalen kan de besturing 24 bepalen of de druktank 12 vol dreigt te geraken en of overpompen van de inhoud van de druktank naar het ops 1 agcompartiment nodig is. Indien de besturing 24 bepaald heeft dat de druktank 12 vol dreigt te raken of indien een gebruiker van de inrichting dat nodig 10 acht, stelt de besturingseenheid 24 werking van de pomp 13 en de kleppen zodanig in, dat de vloeistof naar het opslag-compartiment wordt overgebracht.
Om de vacuümtank te beschermen tegen eventuele vloeistof in de leiding 18, is aan de bovenzijde van de 15 druktank 12 tussen de leiding 18 en het vat zelf een ventiel 26 voorzien. Deze maakt luchtstroming in beide richtingen mogelijk, maar blokkeert de doorgang wanneer het vloeistofniveau onverwacht te hoog zou worden. Evenzo zijn drukventielen 27, 27' voorzien om de druk te verlagen wanneer 20 de druk in de tank 12 te hoog dreigt te worden wordt. In een praktische uitvoering van de uitvinding is de maximale overdruk in de druktank 12 ongeveer 0,45 bar, hetgeen betekent dat de apparatuur niet de speciale beveiligingsmaatregelen vergt die in de Stoomwet zijn voorgeschreven.
25 Als alternatief voor de weergegeven uitvoering van het ops1agcompartiment 8 in het huis 3 kan een tank van zeer flexibel materiaal worden toegepast, waarbij het compartiment als een ballon wordt "opgeblazen" wanneer deze ballon wordt gevuld met vervuild water.
30 De gevraagde rechten worden niet bepaald door de hierboven beschreven uitvoeringsuitvormen van de uitvinding, maar door de bijgevoegde conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.
1025200

Claims (20)

1. Reinigingseenheid voor het reinigen van reservoirs, in het bijzonder voor het reinigen van 5 verplaatsbare toiletten, omvattende: - een op een voertuig plaatsbaar huis, dat is voorzien van een opslagcompartiment van relatief grote inhoud; - een druktank van relatief kleine inhoud; 10. een tussen het opslagcompartiment en de druktank voorziene doorvoer, in het bijzonder een verbindingsleiding of verbindingskanaal; - een op de druktank aansluitbare opzuigleiding voor het opzuigen van de inhoud van de reservoirs; 15. afsluiters voor het afsluiten of vrijgeven van de doorvoer en de afzuigleiding; - ten minste een op de druktank aansluitbare pompeenheid voor het in een onderdrukfase uit de druktank zuigen van lucht respectievelijk in een overdrukfase de 20 druktank in persën van lucht; waarbij de pompeenheid en de afsluiters zijn ingericht voor het in de onderdrukfase voeren van de inhoud van een reservoir via de opzuigleiding naar de druktank en voor het in de overdrukfase leiden van de inhoud van de 25 druktank naar het opslagcompartiment.
2. Reinigingseenheid volgens conclusie 1, waarbij de pompeenheid een enkele pomp bevat, die in een eerste werkingswijze een zuigende werking en in een tweede werkingswijze een persende werking heeft.
3. Reinigingseenheid volgens conclusie 1 of 2, waarin het huis een tweede compartiment omvat voor het houden van een reservoirvloeistof en tevens een afgeefeenheid is 1025200 voorzien voor het aanbrengen van de reservoirvloeistof in een leeggezogen reservoir.
4. Reinigingseenheid volgens conclusie 1, 2 of 3, waarin het huis een derde compartiment omvat voor het houden 5 schoonmaakvloeistof en tevens spuitmiddelen zijn voorzien voor het met de schoonmaakvloeistof schoonspuiten van een reservoir.
5. Reinigingseenheid volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de druktank is vervaardigd van staal.
6. Reinigingseenheid volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het huis is vervaardigd van kunststof, in het bijzonder van polyester.
7. Reinigingseenheid volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de compartimenten zijn geïntegreerd in 15 het huis.
8. Reinigingseenheid volgens conclusie 7, waarbij het huis is voorzien van een holle ruimte, waarbij de holle ruimte met een of meer kunststof tussenschotten is opgedeeld in twee of meer afzonderlijke compartimenten.
9. Reinigingseenheid volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het huis een uitsparing omvat waarin ten minste de druktank en de pompeenheid te huisvesten zijn.
10. Reinigingseenheid volgens conclusie 9, omvattende een deur waarmee de uitsparing en de daarin voorziene 25 elementen afsluitbaar is.
11. Reinigingseenheid volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verhouding van de inhoud van het eerste compartiment en het de druktank compartiment tussen 4 en 8, en bij voorkeur tussen 5 en 6 bedraagt.
12. Reinigingseenheid volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de inhoud van de druktank circa 150-250 1 en de inhoud van het eerste compartiment circa 1000-1300 1 is. 1025200
13. Reinigingseenheid volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de inhoud van de druktank nagenoeg overeenkomt met de inhoud van een geheel aantal reservoirs.
14. Reinigingseenheid volgens conclusie 13, waarbij 5 de inhoud van de druktank nagenoeg overeenkomt met de inhoud van vier S. vijf toiletten.
15. Reinigingseenheid volgèns een der voorgaande conclusies, waarin de overdruk in het kleine compartiment maximaal 0,45 bar bedraagt.
16. Reinigingseenheid volgens een der voorgaande conclusies, omvattende niveaubepalingsmiddelen voor het bepalen van het vloeistofniveau in de druktank.
17. Reinigingseenheid volgens conclusie 16, waarbij de niveaubepalingsmiddelen een of meer vlotterschakelaren 15 omvatten voor het op corresponderende hoogtes in het kleine opslagcompartiment bepalen van het actuele vloeistofniveau.
18. Reinigingseenheid volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een eerste afsluiter voor het afsluiten of vrijgeven van de doorvoer, een tweede afsluiter 20 voor het afsluiten of vrijgeven van de opzuigleiding, en een besturingsorgaan voor het sluiten van de eerste en tweede afsluiter bij het opwekken van onderdruk in de druktank, het openen van de tweede afsluiter voor het aanzuigen van de inhoud van het reservoir, het sluiten van de tweede 25 afsluiter bij het opwekken van overdruk in de druktank, en het openen van de eerste afsluiter bij het overbrengen van de inhoud van de druktank naar het opslagcompartiment.
19. Werkwijze voor het reinigen van reservoirs waarin een inrichting volgens een der voorgaande conclusies wordt 3. toegepast.
20. Voertuig, in het bijzonder een bestelwagen, waarop een reinigingseenheid volgens een der conclusies 1-18 is gemonteerd. 1025200
NL1025200A 2004-01-09 2004-01-09 Reinigingseenheid voor het reinigen van reservoirs. NL1025200C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025200A NL1025200C1 (nl) 2004-01-09 2004-01-09 Reinigingseenheid voor het reinigen van reservoirs.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025200A NL1025200C1 (nl) 2004-01-09 2004-01-09 Reinigingseenheid voor het reinigen van reservoirs.
NL1025200 2004-01-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1025200C1 true NL1025200C1 (nl) 2005-07-12

Family

ID=34880413

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1025200A NL1025200C1 (nl) 2004-01-09 2004-01-09 Reinigingseenheid voor het reinigen van reservoirs.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1025200C1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ITDP20100015A1 (it) * 2010-12-13 2011-03-14 Commerciale Sicula Srl Dosafacile

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ITDP20100015A1 (it) * 2010-12-13 2011-03-14 Commerciale Sicula Srl Dosafacile
EP2495054A3 (en) * 2010-12-13 2013-02-13 Commerciale Sicula s.r.l. High pressure cleaning device

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4525277A (en) Method for cleaning a septic tank
US3780757A (en) Waste disposal system and method
CA1335859C (en) Vacuum toilet system
EP0726057B1 (en) Surface scrubbing machine
DK2387551T3 (en) Device and method for treating waste
US8776304B2 (en) Self-evacuating vacuum device
US4306321A (en) Boat and caravan closet
US5961048A (en) Container for storing, transporting and dispensing liquid, especially water for drinking or watering
US5913610A (en) Portable flush toilet and enclosure
US4197598A (en) Toilet
US5681148A (en) Vacuum/holding tank
US6129117A (en) Portable holding tank
NL1025200C1 (nl) Reinigingseenheid voor het reinigen van reservoirs.
US6250920B1 (en) Purge system for flushing and disinfecting dental units
US20110030802A1 (en) Fresh flush recycling toilet
US6723173B1 (en) Truck body for combined transport and maintenance of portable toilets
US5524655A (en) Precharge mechanism for vacuum toilet system
KR101561442B1 (ko) 철도 차량기지에서의 차량 분뇨 수거 시스템
US5858071A (en) Water-purifying apparatus
JPS6130837B2 (nl)
DE2648851A1 (de) Fahrzeug zum kanalreinigen und zum schlammtransport
EP0861947B1 (en) Combined vacuum and holding tank
EP0357576A2 (en) A water container
KR950002238Y1 (ko) 진공흡입 압축공기배출식 변이동처리장치
FI69751B (fi) Skoeljanordning foer skoeljning och tvaettning av urinflaskor stickbaecken och andra kaerl innehaollande grova aemnen

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080801