NL1025100C1 - Elektronische beveiligingsinrichting. - Google Patents

Description

Elektronische beveiligingsinrichting.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

5 De uitvinding betreft in het algemeen een elektronische beveiligingsinrichting geschikt voor vitrines, laden, kasten en dergelijke, waarin een frontplaat ten op zichte van een bergvak weg-bewogen kan worden, welke inrichting bevat een grendelpen die in een richting dwars op zulke frontplaat naar de zijde van het bergvak is opgesteld, en met een magneetklep voorzien van een palpen om 10 terugtrekken van de grendelpen te blokkeren, zoals verder is gereciteerd in de kop van conclusie 1. Zulke inrichtingen moeten aan vele eisen voldoen. Ze moeten licht in gewicht en goedkoop zijn, gemakkelijk openen van de vitrines enz. toelaten, een behoorlijke stevigheid hebben tegen verbreking, en opneembaar zijn in elektronische beveiligingen op een hoger niveau, zoals in een batterij van dergelijke vitrines.

15 In het bijzonder heeft de uitvinder zich ten doel gesteld om het detectiemechanisme voor de aanwezigheid van de grendelpen, dus de gesloten toestand van de vitrine, enz. goedkoop, weinig gevoelig voor storingen, en gemakkelijk montabel te maken. Onder meer heeft hij zich gerealiseerd dat een metaaldetector om de aanwezigheid van de grendelpen te detecteren relatief duur en weinig flexibel is 20 voor toepassing in een ontwerp. Verder is het gewenst dat een zoveel mogelijk symmetrische opstelling van de detectie ten opzichte van de combinatie van palpen en elektromagneet magnetische storingstermen van lage ruimtelijke orde goeddeels vermijdt. De laagste ruimtelijke orde is symmetrisch ten opzichte van de symmetrie-as van de palpen en op die as is het dwarsveld van de klepmagneet praktisch nul.

25

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Dientengevolge is het onder meer een doelstelling van de onderhavige uitvinding om een inrichting volgens de aanhef te verbeteren door een element van de 30 grendelpen als actief en magnetisch element ten aanzien van de aanwezigheidsdetectie in te voegen.

Dientengevolge is volgens één aspect de uitvinding gekenmerkt door ,1025100 2 het kenmerk dat de uit niet-magnetisch materiaal opgebouwde grendelpen een permanente magneet bevat en dat aan de geleidermiddelen een detectorelement is bevestigd om het veld van de permanente magneet te discrimineren zonder storing door elementen van het veld van de elektromagneet die een lage ruimtelijke orde 5 hebben. Zowel de permanente magneet als de detectie daarvoor kunnen goedkoop worden uitgevoerd. Door de detectierichting van het permanente magneetveld goed te kiezen ten opzichte van het lokale strooiveld van de elektromagneet van de magneetklep wordt de detectie weinig beïnvloed door dit strooiveld.

Bij voorkeur staan de geleidermiddelen beide oriëntaties van de 10 grendelpen substantieel gelijkelijk toe, doordat voor elke oriëntatie een intree-opening voorzien is van een afschuining en/of afronding. Zo kan eenzelfde inrichting in rechtse zowel als linkse montage gebruikt worden.

Bij voorkeur is het detectorelement gebaseerd op een Reed-relais en/of een Hall-effect sensor. Zulke elementen zijn goedkoop en in vele maten verkrijgbaar.

15 Bij voorkeur is de detectierichting van het permanente magneetveld substantieel in de asrichting van de grendelpen. Waar het hoofdveld van de elektromagneet langs de as van de palpen ligt, dus dwars op de as van de grendelpen, zijn dwars op de as van de palpen gerichte strooivelden meestal minimaal.

Bij voorkeur is het detectorelement ten opzichte van de palpen aan de 20 overliggende zijde van de geleidermiddelen geplaatst. Dit blijkt een handige inbouw mogelijk te maken.

Bij voorkeur is het detectorelement ingericht om in een serie-schakeling van meerdere detectorelementen opgenomen te worden ter vorming van een logische OF-funktie van de respectievelijke afwezigheid van één of meerdere grendelpennen 25 behorend bij respectievelijke elektronische beveiligingsinrichtingen. Zo kan gemakkelijk een collectieve beveiliging van meerdere vitrines enz. worden opgezet.

Bij voorkeur hebben de geleidermiddelen een kokervormig onderdeel met een zijwaartse opening om benadering door de palpen van de elektromagneet toe te laten. Zo kan mechanisch blokkeren van de grendelpen gemakkelijk plaatsvinden.

30 Bij voorkeur is het kokervormig onderdeel separaat en past het in de inrichting met verschillende binnendiameters voor grendelpennen van verschillende doorsneden. Voor verschillende toepassingen zijn verschillende diameters voordelig.

1025100 3

Bij voorkeur is genoemde grendelpen uitwendig in gesloten toestand van de inrichting ten opzichte van de geleidermiddelen in hoofdzaak rotatie-symmetrisch. Dit vergemakkelijkt de montage van de grendelpen, want bij de montage op/in de frontplaat hoeft er dan geen rekening gehouden te worden met de oriëntatie 5 van de grendelpen.

Bij voorkeur zijn elektromagneet, palpen en geleidermiddelen opgenomen in een huis, waarvan een zijvlak dat evenwijdig is aan de bewegingsrichtingen van zowel grendelpen als palpen voorzien is van een passing om met respectievelijke paselementen een variabele afstand tussen de grendelpen/palpen 10 en een montagevlak mogelijk te maken. Ook dit vergemakkelijkt de montage.

Verdere voordelige aspecten van de uitvinding zijn gereciteerd in afhankelijke conclusies.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN 15

Deze en verdere eigenschappen, aspecten en voordelen van de uitvinding zullen hierna in meer detail worden besproken, aan de hand van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding, en in het bijzonder met verwijzing naar de bij gevoegde Figuren die het volgende illustreren: 20 Figuur 1, een bouwtekening in verschillende oriëntaties a-e van de combinatie van het huis voor de magneetklep en de geleidermiddelen;

Figuur 2, een vergroot beeld van het montage-zijvlak (Figuur la);

Figuur 3, dito in zijaanzicht/doorsnede tonende het huis met kap (Figuur lb); 25 Figuur 4, dito in zijaanzicht tonende het huis zonder kap (Figuur 1 c);

Figuur 5, dito in kops aanzicht tonende het huis zonder kap (Figuur ld);

Figuur 6, dito in bovenaanzicht tonende het huis zonder kap (Figuur ie);

Figuur 7, een schematische samenstelling met grendelpen en palpen; 30 Figuur S, een OF-schakeling van meerdere detectiemiddelen.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOERINGEN

f025100 1 4

Figuur 1 illustreert een bouwtekening in verschillende oriëntaties a-e van de combinatie van het buis voor de magneetklep en de geleidermiddelen, een en ander op ongeveer 2/3 van ware grootte. Een uitgebreidere beschrijving van de 5 deelfïguren volgt hierna.

Figuur 2 illustreert een grotere versie (x 2,4) van het montage-zijvlak (Figuur la). Door een aantal schroefgaten 20 is het huis op een ondergrond (hout, metaal, kunststof) te bevestigen. Deze ondergrond vormt een deel van de vitrine, kast, en dergelijke, die een bergvak vormt. De grendelpen wordt gemonteerd op een 10 frontplaat die door draaien, schuiven, en dergelijke, wordt wegbewogen, om toegang tot het bergvak te geven.

Figuur 3 illustreert een zijaanzicht/doorsnede tonende het huis met kap (Figuur lb) volgens lijn A-A. Eenvoudshalve is de magneetklep weggelaten; deze past in een vatting gevormd door kap 30, onderstuk 24, en opstaand deel 31. De palpen van 15 de magneetklep steekt naar rechts uit de magneet en wordt door elektrische bekrachtiging van de magneet teruggetrokken. Bij afwezigheid van deze bekrachtiging drukt een veer de palpen rechts naar buiten om bij aanwezige grendelpen deze te blokkeren. Hiertoe is de grendelpen voorzien van een verdund gedeelte rondom, en valt de palpen dan in dit verdunde gedeelte. De magneet kan worden uitgevoerd als een 20 in de handel gestandaardiseerd onderdeel.

Aan de onderzijde van de grondplaat 24 is een pasplaat 22 getoond. Door verschillende pasplaten toe te passen zijn verschillende inbouwhoogten te realiseren. De passing kan bijvoorbeeld plaats vinden op de schroeven in de schroefgaten 20, of middels een daartoe dienende, niet getekende borst.

25 Aan de rechterkant van de Figuur zijn de geleidermiddelen zichtbaar in de vorm van een vrijwel cilindervormige koker 26, waarin de grendelpen ruim passend opneembaar is. Door de cilindervorm van de koker kan de grendelpen van beide zijden gelijkelijk worden ingebracht. Bovendien zijn de beide intree-openingen voorzien van een afronding, afschuining, en dergelijke om intrede van de grendelpen te 30 vergemakkelijken. De koker is gemaakt van kunststof en voorzien van uitsteeksels die passen in daarmee overeenkomende uitsparingen in huis en/of kap om daarop gefixeerd te worden, niet in detail in de Figuur aangegeven. Detectorelement 28 is 1025100 5 gebaseerd op het detecteren van een permanent magneetveld loodrecht op het vlak van tekening, dat veroorzaakt wordt door een magnetisch element dat in gesloten toestand van de inrichting in het symmetrievlak van de combinatie 24/30 ligt, en waarvan de vector bepaald door de polen loodrecht op het vlak van tekening staat. In dat 5 symmetrievlak geeft de magneetklep hoegenaamd geen eigen veldsterkte dwars op dat vlak. Verstoringen door magnetische materialen in de buurt worden verwaarloosd. Buiten het symmetrievlak kan de magneetklep wel veldsterkte in de detectierichting geven, maar in eerste benadering (laagste orde) heffen deze componenten elkaar op voor zover ook het detector element een ruimtelijk symmetrische gevoeligheid heeft.

10 Een andere oplossing zou zijn het opstellen van twee detectorelementen aan weerszijden van het symmetrie-vlak. Dan moeten echter deelveldsterkten van de elektromagneet elkaar compenseren, hetgeen minder nauwkeurig gebleken is.

Figuur 4 illustreert in zijaanzicht het huis zonder kap (Figuur lc). Hier is een paselement 23 getoond dat samenwerkt met pasvlakjes 25 op de onderzijde van 15 het huis 24.

Figuur 5 illustreert in kops aanzicht het huis zonder kap (Figuur ld). Met name is hier het detectorelement 28 goed zichtbaar, dit wordt door daartoe dienstige uitsteeksels op zijn plaats gehouden. Verder zijn met name de geleiderbuizen 20 voor de bevestigingsschroeven zichtbaar.

20 Figuur 6 illustreert in bovenaanzicht het huis zonder kap (Figuur le).

Met name zijn hier de schroefgaten 20, het detectorelement 28, en de vatting 32 voor de magneetklep te zien. Verder zijn de geleidermiddelen 26 goeddeels cilindervormig uitgevoerd, en voorzien van afgeronde en/of afgeschuinde openingen om de grendelpen zonder horten te kunnen ontvangen. Verder is in deze cilinder een 25 zijwaartse opening 34 aangebracht, waardoor de palpen van de magneetklep gemakkelijk de grendelpen (hier niet getoond) kan benaderen. De vorm van deze opening is niet zeer kritisch.

Figuur 7 illustreert een schematische samenstelling met grendelpen en palpen, verder goeddeels overeenkomend met Figuur 6. De grendelpen 44 is door 30 middel van een tapeind of iets dergelijks 42 te bevestigen aan een deur, frontplaat, enz. 40 van de te beveiligen vitrine, enz. Het huis 58 van de beveiligingsinrichting is bevestigd aan het andere deel van de vitrine, bijvoorbeeld door de eerder beschreven 1025100* 6 schroeven die loodrecht op het vlak van tekening staan en niet zijn getoond. De klepmagneet bevat een symmetrische spoel 54, de palpen 52, en een veerinrichting 56 die de palpen naar rechts drukt, zodat in de getoonde situatie de vergrendeling actief is. Het geheel is opgenomen in het huis 58. De geleidermiddelen 50 zijn eveneens 5 bevestigd aan het huis 58, en daarin is de grendelpen 44 ingestoken. De grendelpen 44 is gemaakt van een niet-magnetisch materiaal zoals roestvrij staal en bevat een ruimte met een permanente magneet 46 die in de figuur magneetpolen aan boven- en onderzijde heeft, zodat ter plaatse van detector 48 een veldvektor in hoofdzaak verticaal in het vlak van tekening heerst. Andere componenten buiten het 10 symmetrievlak compenseren elkaar in hoge mate. Het detectorelement 48 is gevoelig voor een veld in verticale richting, zodat daardoor de aanwezigheid van de grendelpen 44 is gedetecteerd. De verstoringen door de palpen 52compenseren elkaar onderling weer. Verder heeft de grendelpen 44 een rondlopende borst, zodat de grendelpen alleen verwijderd kan worden als de magneetklep bekrachtigd is. Eenvoudshalve zijn allerlei 15 mechanische details die hierboven werden besproken in deze Figuur weggelaten, respectievelijk vereenvoudigd. Met name zijn arceringen van doorsneden weggelaten.

De grendelpen 44 is voorzien van afschuiningen aan de punt ervan en aan de frontplaatzijde van de rondlopende sleuf voor de palpen. Dit voorziet onder alle omstandigheden een gemakkelijke intrede in de geleidermiddelen. Eventueel kan de 20 grendelpen nog voorzien zijn van een niet-getekend gewricht om met name bij een wegdraaiende frontplaat de intrede in de geleidermiddelen te vergemakkelijken. Het gewricht kan door een discrete scharnier of op andere manier zijn gerealiseerd.

Doordat de geleidermiddelen 50 als een los kokervormig onderdeel zijn uitgevoerd kan daarvan de diameter verschillend zijn voor toepassing bij grendelpennen 44 van 25 verschillende diameters.

Figuur 8 illustreert een OF-schakeling van meerdere detectiemiddelen. Een serieschakeling van drie Reed-relais 64,66,68 is aangesloten tussen twee aansluitingsklemmen 60,62. Als het magneetveld van de permanente magneet 46 in Figuur 7 aanwezig is, sluit het bijbehorende Reed-relais zich. Alleen als alle 30 grendelpennen in de bijbehorende beveiligingsinrichting aanwezig zijn, zijn alle vitrines, enz. gesloten en is de situatie dus veilig. In alle andere gevallen is er in principe een alarmtoestand, die eventueel gedurende korte tijd onderdrukt (vertraagd) 1025100 7 kan worden. De detectie van het uitgangssignaal kan door een discriminatieschakeling 70 plaatsvinden, bijvoorbeeld als een spanningsniveau.

De onderhavige uitvinding is hierboven beschreven aan de hand van voorkeursuitvoeringen daarvan. Zij die deskundig zijn in de desbetreffende techniek 5 zullen zich realiseren dat daarin talrijke veranderingen kunnen worden aangebracht zonder de beschermingsomvang van de aangehechte conclusies te buiten te gaan. Derhalve moet de beschrijving beschouwd worden als illustratief, in plaats van beperkend, en mogen daaruit geen beperkingen worden geïmpliceerd, anders dan zulke die in de conclusies zijn vermeld.

1025100 1

Claims (10)

1. Een elektronische beveiligingsinrichting geschikt voor vitrines, laden, kasten en dergelijke, waarin een frontplaat (40) ten op zichte van een bergvak weg- 5 bewogen kan worden, welke inrichting bevat een grendelpen (44) die in een richting dwars op zulke frontplaat naar de zijde van het bergvak is opgesteld, met een magneetklep voorzien van een palpen (52) die door een elektromagneet (54) tegen een daartoe voorziene veerkrachtwerking in, in dwarsrichting uit een grendel-opening in de grendelpen teruggetrokken kan worden, met een selectiemiddel om de 10 ingetrokken/uitgestoken positie van de grendelpen te detecteren, en met geleidermiddelen (50) om de grendelpen bij het weg- en terugbewegen te geleiden, met het kenmerk dat de uit niet-magnetisch materiaal opgebouwde grendelpen (44) een permanente magneet (46) bevat en dat aan de geleidermiddelen een detectorelement (48) is bevestigd om het veld van de permanente 15 magneet te discrimineren zonder storing door elementen van het veld van de elektromagneet (54) die een lage ruimtelijke orde hebben.

2. Een inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de geleidermiddelen (26) beide oriëntaties van de grendelpen (44) substantieel gelijkelijk 20 toestaan doordat voor elke oriëntatie een intree-opening voorzien is van een afschuining en/of afronding.

3. Een inrichting volgens conclusie 1, waarin het detectorelement (28) gebaseerd is op een Reed-relais en/of een Hall-efFect sensor. 25

4. Een inrichting volgens conclusie 3, waarbij de detectierichting substantieel in de asrichting van de grendelpen is.

5. Een inrichting volgens conclusie 3, waarin het detectorelement (48) ten 30 opzichte van de palpen (52) aan de overliggende zijde van de geleidermiddelen (50) geplaatst is. .1025100'

6. Een inrichting volgens conclusie 1, waarin het detectorelement (48) is ingericht om in een serie-schakeling (64,66,68) van meerdere detectorelementen opgenomen te worden ter vorming van een logische OF-funktie (70) van de respectievelijke afwezigheid van één of meerdere grendelpennen behorend bij 5 respectievelijke elektronische beveiligingsinrichtingen.

7. Een inrichting volgens conclusie 1, waarin de geleidermiddelen een kokervormig onderdeel (26,50) hebben met een zijwaartse opening (34) voor benadering door de palpen (52) van de elektromagneet. 10

8. Een inrichting volgens conclusie 7, waarin het kokervormig onderdeel (26,50) separaat is en met verschillende binnendiameters voor respectievelijke grendelpennen van verschillende doorsneden past.

9. Een inrichting volgens conclusie 1, waarin genoemde grendelpen (44) in gesloten toestand van de inrichting ten opzichte van het werkzame deel der inrichting uitwendig in hoofdzaak rotatie-symmetrisch is.

10. Een inrichting volgens conclusie 1, waarbij elektromagneet, palpen en 20 geleidermiddelen zijn opgenomen in een huis, waarvan een zijvlak dat evenwijdig is aan de bewegingsrichtingen van grendelpen en palpen voorzien is van een passing (25) om met respectievelijke paselementen (22,23) een variabele afstand tussen de palpen en een montagevlak mogelijk te maken. 10251ÖD