NL1025086C2 - Inlet and distribution device. - Google Patents
Inlet and distribution device. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1025086C2 NL1025086C2 NL1025086A NL1025086A NL1025086C2 NL 1025086 C2 NL1025086 C2 NL 1025086C2 NL 1025086 A NL1025086 A NL 1025086A NL 1025086 A NL1025086 A NL 1025086A NL 1025086 C2 NL1025086 C2 NL 1025086C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- liquid
- gas
- mixture
- guide
- vessel
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B01—PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
- B01D—SEPARATION
- B01D45/00—Separating dispersed particles from gases or vapours by gravity, inertia, or centrifugal forces
- B01D45/12—Separating dispersed particles from gases or vapours by gravity, inertia, or centrifugal forces by centrifugal forces
Landscapes
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
- Separating Particles In Gases By Inertia (AREA)
- Cyclones (AREA)
Description
INLAAT- EN VERDELINGSINRICHTINGINTAKE AND DISTRIBUTION DEVICE
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een scheidingsinrichting voor het scheiden van een vloeistof-gasmengsel in een hoofdzakelijk vloeistof bevattende zware fractie en hoofdzakelijk gas bevattende lichte fractie. De 5 onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een inlaat-inrichting van het vin-type voor voorbehandeling van een gasvloeistof mengsel dat in de scheidingsinrichting gescheiden wordt, en op een werkwijze voor het behandelen van een gas-vloeistofmengsel.The present invention relates to a separation device for separating a liquid-gas mixture into a substantially liquid-containing heavy fraction and a substantially gas-containing light fraction. The present invention also relates to a fin-type inlet device for pretreatment of a gas-liquid mixture that is separated in the separation device, and to a method for treating a gas-liquid mixture.
10 In de olie- en gasindustrie zijn scheiders bekend voor het scheiden van het inkomende mengsel van vloeistof (olie en/of water) en gas in een stroom van in hoofdzaak gas en een stroom van in hoofdzaak vloeistof. Er zijn verschillende scheiders bekend voor het scheiden van 15 dergelijke, gas7vloeistofmengsels.In the oil and gas industry, separators are known for separating the incoming mixture of liquid (oil and / or water) and gas into a stream of substantially gas and a stream of substantially liquid. Various separators are known for separating such gas-liquid mixtures.
In een bepaald type scheider wordt een scheidingsvat voorzien waarin een aantal cyclonen is gerangschikt. Het scheidingsvat omvat kenmerkend een»inlaat voor het toelaten van het vloeistof-/gasmengsel, een eerste uitlaat voor de 20 afvoer van een gescheiden zware fractie van het mengsel, dat wil zeggen een fractie van het mengsel die hoofdzakelijk de relatief zware vloeistof bevat, èn een uitlaat voor de afvoer van de lichte fractie van het mengsel, dat wil zeggen de fractie van het mengsel die hoofdzakelijk gas bevat.In a certain type of separator, a separation vessel is provided in which a number of cyclones is arranged. The separation vessel typically comprises an inlet for admitting the liquid / gas mixture, a first outlet for discharging a separate heavy fraction of the mixture, that is, a fraction of the mixture which mainly contains the relatively heavy liquid, and an outlet for discharging the light fraction of the mixture, that is, the fraction of the mixture containing mainly gas.
25 Scheiding wordt tot stand gebracht door het door de cyclonen leiden van het vloeistof-/gasmengsel.Separation is accomplished by passing the liquid / gas mixture through the cyclones.
WO 00/25931 beschrijft een scheidingsvat waarin een aantal zogenoemde axiale terugvoer cyclonen is gerangschikt in een bovenste compartiment van het vat. Het vloeistof- 1025080* 2 /gasmengsel treedt een onderste compartiment van het vat binnen en wordt vervolgens door de cyclonen geleid. Het mengsel dat een axiale cycloon binnentreedt, wordt in een roterende beweging gebracht waardoor de zware fractie tegen 5 de buitenwand van de cycloon wordt geworpen, terwijl de lichte fractie in het midden van de cycloon blijft. De zware fractie wordt vervolgens afgevoerd via de openingen in de buitenwand naar een zogenoemde neergaander (downcomer) die de zware fractie naar het onderste compartiment van het vat 10 leidt. De gescheiden lichte fractie wordt afgevoerd via een uitvoer in het bovenste compartiment van het vat.WO 00/25931 describes a separation vessel in which a number of so-called axial return cyclones are arranged in an upper compartment of the vessel. The liquid 1025080 * 2 / gas mixture enters a lower compartment of the vessel and is then passed through the cyclones. The mixture entering an axial cyclone is set in a rotating motion whereby the heavy fraction is thrown against the outer wall of the cyclone, while the light fraction remains in the center of the cyclone. The heavy fraction is then discharged through the openings in the outer wall to a so-called downcomer (downcomer) which leads the heavy fraction to the lower compartment of the vessel 10. The separated light fraction is discharged via an outlet in the upper compartment of the vessel.
Het vloeistof-/gasmengsel zal onderworpen worden aan een voorbehandeling onmiddellijk na het scheidingsvat te zijn binnengetreden teneinde de algehele scheidingsefficiency van 15 de scheider te verbeteren. Een voorbehandeling is tevens raadzaam om een juiste scheiding van het mengsel in het vat bij een hoge snelheid tot stand te brengen, aangezien het mengsel anders dan de vatwand tegenover de inlaat met aanzienlijke kracht zal raken, hetgeen erin resulteert dat de 20 vloeistofdeeltjes meegenomen worden naar het bovenste compartiment.The liquid / gas mixture will be subjected to a pre-treatment immediately after entering the separation vessel in order to improve the overall separation efficiency of the separator. Pre-treatment is also advisable to achieve proper separation of the mixture in the vessel at a high speed, since the mixture other than the vessel wall opposite the inlet will hit with considerable force, resulting in the liquid particles being entrained into the upper compartment.
Voor de voorbehandeling van het vloeistof-/gasmengsel zijn inlaatinrichtingen bekend, zoals bijvoorbeeld beschreven is in het Amerikaanse octrooischrift US 4 767 424, waarin het 25 mengsel dat het vat binnentreedt verdeeld wordt teneinde een uniformere ver-deling over de dwarsdoorsnede van het vat te verzekeren. Ook in een in het vakgebied als "Evenflow" inlaatinrichting van het vin-type bekende inrichting is een serie vinnen gerangschikt binnen het vat in de verlenging van 30 de middenlijn van de inlaat, waarbij de vinnen zijn gerangschikt om het binnenkomende mengsel op te vangen en zijwaarts af te buigen.For the pre-treatment of the liquid / gas mixture, inlet devices are known, as described, for example, in the US patent US 4 767 424, in which the mixture entering the vessel is distributed in order to ensure a more uniform distribution over the cross-section of the vessel . Also in a device known in the art as "Evenflow" fin type inlet device, a series of fins is arranged within the vessel in the extension of the center line of the inlet, the fins being arranged to receive the incoming mixture and to bend sideways.
1025089- 31025089-3
Een van de bezwaren van de bekende inlaat inrichting van het vin-type is dat nog steeds een hoeveelheid vloeistof meegesleurd wordt in de richting van het bovenste deel van het vat, hetgeen een beperking van de scheidingsefficiency 5 van de inlaatinrichting en van de scheidingsinrichting in het algemeen veroorzaakt.One of the drawbacks of the known fin-type inlet device is that a quantity of liquid is still entrained in the direction of the upper part of the vessel, which limits the separation efficiency of the inlet device and of the separation device in the generally caused.
Het is het doel van de onderhavige uitvinding een inlaatinrichting van het vin-type te verschaffen, en/of een scheidingsinrichting die een inlaatinrichting van het vin-10 type omvat, met een verbeterde scheidingsefficiency te verschaffen.It is the object of the present invention to provide a fin-type inlet device, and / or to provide a fin-type separation device that includes a fin-type inlet device with improved separation efficiency.
Volgens een eerste aspect van de onderhavige uitvinding wordt dit doel bereikt in een scheidingsinrichting voor het scheiden van een vloeistof-/gasmengsel in een in 15 hoofdzaak vloeistof bevattende zware fractie en een hoofdzakelijk gas bevattende lichte fractie, omvattende: - een scheidingsvat omvattende ten minste één inlaat, ten minste een eerste uitlaat voor de afvoer van zware fractie en ten minste een tweede uitlaat voor de afvoer van 20 de lichte fractie,· - een met de inlaat verbonden inlaatinrichting van het vin-type voor het toelaten tot het gas-vloeistofmengsel tot het vat en voor het verdelen van het toegelaten gas-vloeistofmengsel in het vat, de inlaatinrichting van het vin- 25 type omvattende een steunstructuur en een aantal gekromde geleidingsvinnen die achter elkaar zijn geplaatst teneinde het toegelaten gas-vloeistofmengsel te onderscheppen en het toegelaten gas-vloeistofmengsel af te buigen, waarin één of meer van de geleidingsvinnen voorzien zijn van ten minste één 30 vloeistofkruiponderbreker voor het onderbreken van vloeistof dat langs het oppervlak van de geleidingsvin kruipt; - scheidingsmiddelen voor het verder scheiden van het mengsel tot in de zware en lichte fractie.According to a first aspect of the present invention, this object is achieved in a separation device for separating a liquid / gas mixture into a substantially liquid-containing heavy fraction and a substantially gas-containing light fraction, comprising: - a separation vessel comprising at least one inlet, at least a first outlet for the removal of the heavy fraction and at least a second outlet for the removal of the light fraction, - a fin-type inlet device connected to the inlet for admission to the gas-liquid mixture the vessel and for distributing the permitted gas-liquid mixture into the vessel, the fin-type inlet device comprising a support structure and a number of curved guide fins arranged one behind the other to intercept the permitted gas-liquid mixture and the permitted gas-liquid mixture liquid mixture in which one or more of the guide fins are provided with at least one fluid crawler interrupter for interrupting fluid crawling along the surface of the guide vane; separating means for further separating the mixture into the heavy and light fraction.
1025086“ 41025086 "4
De uitvinder van de onderhavige uitvinding heeft met verrassenderwijs gevonden dat één van de oorzaken dat de vloeistof meegenomen wordt door de stroom en naar de gasuitlaat wordt gestuurd als volgt is. Vloeistof wordt 5 verzameld op de gekromde vinbladen wegens de op het gas-vloeistofmengsel uitgeoefende centrifugale krachten wanneer de vloeistof de geleidingsvinnen van de bestaande inlaat rangschikkingen passeert. De vloeistof kruipt langs de geleidingsvinnen en wordt in de gasruimte (meestal het 10 bovenste compartiment) van het scheidingsvat geworpen wanneer deze de geleidingsvinnen verlaat. Helaas wordt vervolgens een groot deel van deze vloeistof naar boven getransporteerd door de gasstroom en kan dit deel de scheidingsmiddelen bereiken. Door het verschaffen van vloeistofkruiponderbrekers voor het 15 onderbreken van de langs het oppervlak van de geleidingsvinnen kruipende vloeistof wordt verhinderd dat vloeistof de gasruimte van de scheider bereikt. De vloeistofkruiponderbreker maakt het mogelijk dat de vloeistof naar een vloeistofkamer wordt afgevoerd (drained), waardoor 20 tegengegaan wordt dat langs de geleidingsvinnen opkruipende vloeistof het gascompartiment van de scheider bereikt en als resultaat daarvan de scheidingsefficiency van de inrichting reduceert.The inventor of the present invention has surprisingly found that one of the causes that the liquid is entrained by the stream and sent to the gas outlet is as follows. Liquid is collected on the curved vanes because of the centrifugal forces exerted on the gas-liquid mixture when the liquid passes through the guide fins of the existing inlet arrangements. The liquid crawls along the guide fins and is thrown into the gas space (usually the upper compartment) of the separation vessel as it leaves the guide fins. Unfortunately, subsequently a large part of this liquid is transported upwards by the gas stream and this part can reach the separation means. By providing liquid crawl interrupters for interrupting the liquid crawling along the surface of the guide fins, liquid is prevented from reaching the gas space of the separator. The liquid creep interrupter makes it possible for the liquid to be drained to a liquid chamber, thus preventing liquid creeping along the guide fins from reaching the gas compartment of the separator and, as a result, reducing the separation efficiency of the device.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm definieert de 25 kromming van een geleidingsvin een binnenste vinoppervlak en een buitenste vinoppervlak, waarin de vloeistofkruiponderbreker een uitsteeksel is, bij voorkeur een flens, dat gerangschikt is op het binnenste oppervlak van de geleidingsvin. Het uitsteeksel onderbreekt de langs de 30 geleidingsvinnen kruipende vloeistof. In een op dit moment nog meer bevoorkeurde uitvoeringsvorm omvat de vloeistofkruiponderbreker een haakachtig element. De haken verzamelen de vloeistof die gescheiden wordt wanneer gas van 1025088^ 5 richting verandert terwijl dit langs de geleidingsvinnen stroomt.According to a preferred embodiment, the curvature of a guide vane defines an inner vane surface and an outer vane surface, wherein the liquid creep interrupter is a protrusion, preferably a flange, arranged on the inner surface of the guide vane. The protrusion interrupts the liquid crawling along the guide fins. In an even more preferred embodiment at this time, the liquid creep interrupter comprises a hook-like element. The hooks collect the liquid that is separated when gas changes direction 1025088 as it flows along the guide fins.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm is de vloeistofkruiponderbreker gevormd door één of meer openingen 5 die zijn gerangschikt in de geleidingsvin. De langs het binnenoppervlak van de geleidingsvinnen kruipende vloeistof wordt afgevoerd via de gleuven (slots) voordat deze het achteruiteinde van de vinnen bereikt en meegenomen wordt met het mengsel dat tussen de vinnen stroomt. Bij voorkeur omvat 10 de vloeistofkruiponderbreker tevens één of meer flenzen die zijn gerangschikt op een buitenzijde van de geleidingsvin teneinde de door de openingen in de vin gekropen vloeistof te ontvangen. Dit verhindert het meenemen van door de openingen ontsnappende vloeistof door het mengsel dat tussen het 15 volgende paar vinnen stroomt. Teneinde het risico nog meer te verkleinen dat een deel van de door de opening afgevoerde vloeistof terechtkomt in de gasstroming, is het uitsteeksel aan de buitenzijde van de geleidingsvin zodanig gevormd dat een kamer gevormd wordt voor het verzamelen van de vloeistof. 20 Een verder voordeel van de toepassing van openingen (gleuven) in de geleidingsvinnen is dat het stromingsprofiel door de inlaatinrichting verbeterd wordt aangezien de mate van terugvoer binnen de bladen gereduceerd wordt wegens het door de flens of de kamer achter de gleuven ingenomen gebied. 25 In de bovengenoemde uitvoeringsvormen zijn de vloeistofkruiponderbrekers gevormd om de kruipende vloeistof in de richting van een vloeistofafvoer (liquid drain) te geleiden. Door geleiding van de vloeistof naar een vloeistofafvoer wordt verhinderd dat vloeistof ongewenst 30 terecht zou kunnen komen in een deel van de compartimenten van het vat waarin de vloeistof door een gasstroming meegenomen zou worden. De vloeistofafvoer zorgt in deze uitvoering voor de juiste afvoer van de vloeistof, *025086- 6 bijvoorbeeld door het geleiden van de verzamelde vloeistof naar het reservoir (sump) in de lagere sectie van het scheidingsvat.In another preferred embodiment, the liquid creep interrupter is formed by one or more openings 5 arranged in the guide vane. The liquid crawling along the inner surface of the guide fins is drained through the slots before it reaches the rear end of the fins and is entrained with the mixture flowing between the fins. Preferably, the liquid creep interrupter also comprises one or more flanges arranged on an outside of the guide vane in order to receive the liquid crawled through the openings in the fin. This prevents the liquid escaping through the openings from being entrained by the mixture flowing between the next pair of fins. In order to further reduce the risk that part of the liquid discharged through the opening will end up in the gas flow, the protrusion on the outside of the guide fin is formed such that a chamber is formed for collecting the liquid. A further advantage of the use of openings (slots) in the guide fins is that the flow profile through the inlet device is improved since the amount of return within the blades is reduced due to the area occupied by the flange or chamber behind the slots. In the above-mentioned embodiments, the liquid creep interrupters are formed to guide the creeping liquid in the direction of a liquid drain. By guiding the liquid to a liquid discharge it is prevented that liquid could undesirably end up in a part of the compartments of the vessel in which the liquid would be entrained by a gas flow. The liquid discharge in this embodiment ensures the correct discharge of the liquid, for example by guiding the collected liquid to the reservoir (sump) in the lower section of the separation vessel.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het 5 scheidingsvat een lagere sectie en een hogere sectie, waarbij de inlaatinrichting van het vin-type gerangschikt is tussen de bovenste en onderste sectie en de vloeistofafvoer gevormd is om de vloeistof naar de lagere sectie van het vat te geleiden.According to a preferred embodiment, the separation vessel comprises a lower section and a higher section, wherein the fin-type inlet device is arranged between the upper and lower sections and the liquid discharge is formed to guide the liquid to the lower section of the vessel.
10 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de vloeistofkruiponderbrekers dichtbij of aan het achterste uiteinde van de geleidingsvin gerangschikt. Op deze wijze wordt verhinderd dat vloeistof stroomafwaarts van de vloeistofkruiponderbrekers verzameld wordt en verder langs de 15 geleidingsvinnen zou kruipen, waarbij de vloeistof uiteindelijk terecht zou komen in de opwaartse vloeistof-gasstromen. In sommige gevallen echter dienen de onderbrekers verderweg van de achterste randen van de geleidingsvinnen gerangschikt te worden.According to a preferred embodiment, the liquid creep interrupters are arranged close to or at the rear end of the guide vane. In this way, liquid is prevented from being collected downstream of the liquid crawl interrupters and further crawling along the guide fins, the liquid eventually ending up in the upward liquid gas flows. In some cases, however, the breakers need to be arranged further away from the rear edges of the guide fins.
20 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is de inlaatinrichting van het vin-type hoofdzakelijk horizontaal in een opstaand scheidingsvat gerangschikt en zijn de geleidingsvinnen gerangschikt om het inkomende mengsel hoofdzakelijk horizontaal af te buigen. Indien het mengsel 25 verticaal opwaarts afgebogen wordt, kan in verticale vaten een slechte gasverdeling in de stroomafwaartse apparatuur opgemerkt worden. Voor horizontale vaten kan vloeistofmeename vanaf het vloeistofoppervlak optreden aangezien gas dat de inlaatinrichting verlaat, de bovenzijde van het vat raakt en 30 neerwaarts wordt afgebogen in de richting van het vloeistofoppervlak. Indien het vloeistof-/gas verticaal neerwaarts afgebogen wordt in zowel de verticale als horizontale vaten, kunnen er hoge snelheden op het 1025088" 7 vloeistofoppervlak met corresponderend hoog risico voor wat betreft vloeistofmeename vanaf het oppervlak optreden.According to a preferred embodiment, the fin-type inlet device is arranged substantially horizontally in an upright separation vessel and the guide fins are arranged to deflect the incoming mixture substantially horizontally. If the mixture is deflected vertically upwards, a poor gas distribution in the downstream equipment can be noted in vertical vessels. For horizontal vessels, liquid entrainment may occur from the liquid surface since gas exiting the inlet device hits the top of the vessel and is deflected downward toward the liquid surface. If the liquid / gas is deflected vertically downward in both the vertical and horizontal vessels, high velocities may occur on the 1025088 "7 liquid surface with correspondingly high risk of liquid uptake from the surface.
De scheidingsinrichting is bij voorkeur van een type dat één of meer cycloonscheiders gebruikt voor het verder 5 scheiden van gas van het gas-vloeistofmengsel. Bijzonder voordelige uitvoeringsvormen van de cycloonscheiders zijn bekend uit WO 00/25931 van de onderhavige aanvraagster, de beschrijving waarvan hierin door verwijzing als opgenomen dient te worden beschouwd.The separation device is preferably of a type that uses one or more cyclone separators to further separate gas from the gas-liquid mixture. Particularly advantageous embodiments of the cyclone separators are known from WO 00/25931 of the present applicant, the description of which is incorporated herein by reference.
10 Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding wordt een inlaat inrichting van het vin-type voor voorbehandeling van een gas-vloeistofmengsel dat in het scheidingsvat van het bovenbesproken type gescheiden dient te worden verschaft, waarbij het scheidingsvat ten minste een 15 inlaat voor het toelaten van het gas-vloeistofmengsel tot een bodemdeel van het vat, ten minste één schelder voor het scheiden van het gas-vloeistofmengsel in een hoofdzakelijk vloeistof bevattende zware fractie en een hoofdzakelijk gas bevattend lichte fractie, een eerste uitlaat voor het 20 afvoeren van de zware fractie en een tweede uitlaat voor het afvoeren van een lichte fractie omvat, waarbij de inlaatinrichting omvat: - een met de inlaat te verbinden langgerekte steunstructuur, waarbij de steunstructuur voorzien is van ten 25 minste één gedeeltelijk open zijde, - een aantal gekromde geleidingsvinnen die achter elkaar geplaatst zijn en die ten minste gedeeltelijk binnen de steunstructuur gerangschikt zijn, waarbij de geleidingsvinnen gerangschikt zijn om het toegelaten gas- 30 vloeistofmengsel te onderscheppen en af te buigen, en waarbij één of meer geleidingsvinnen voorzien is van ten minste een vloeistofkruiponderbreker voor het onderbreken van vloeistof dat langs het binnenoppervlak van de geleidingsvin kruipt.According to another aspect of the present invention, a fin-type inlet device for pretreatment of a gas-liquid mixture to be provided separately in the separation vessel of the above-discussed type, wherein the separation vessel has at least one inlet for admission from the gas-liquid mixture to a bottom part of the vessel, at least one clarifier for separating the gas-liquid mixture into a substantially liquid-containing heavy fraction and a mainly gas-containing light fraction, a first outlet for discharging the heavy fraction and a second outlet for discharging a light fraction, the inlet device comprising: - an elongated support structure to be connected to the inlet, the support structure being provided with at least one partially open side, - a number of curved guide fins arranged one behind the other placed at least partially within the support structure be arranged, wherein the guide vanes are arranged to intercept and deflect the admitted gas-liquid mixture, and wherein one or more guide vanes are provided with at least one liquid creep interrupter for interrupting liquid crawling along the inner surface of the guide vane.
10250864 810250864 8
In de uitvoeringsvormen waarin de vloeistofkruip-onderbreker gerangschikt is aan de binnenzijde van de vinnen, steekt de onderbreker tussen 1 mm en 100 mm uit vanaf dat binnenoppervlak. Testen hebben aangetoond dat de vooraf 5 gedefinieerde afstand tussen 1 en 100 mm in het bijzonder goede resultaten zal verschaffen. De afmetingen van het uitsteeksel zullen afhangen van een aantal factoren, en worden bepaald van geval tot geval, afhankelijk van bijvoorbeeld de gewenste vloeistofverwijderingsefficiency, 10 totale vloeistofhoeveelheid in het vat binnenkomende mengsel, de grootte van het vat, de grootte van de inlaatkop (inlet nozzle si ze) en de toelaatbare druk over de inrichting. Om soortgelijke redenen zal de breedte van de gleuven kenmerkend variëren tussen 1 en 100 mm.In the embodiments in which the fluid creep breaker is arranged on the inside of the fins, the breaker protrudes between 1 mm and 100 mm from that inside surface. Tests have shown that the predefined distance between 1 and 100 mm will provide particularly good results. The dimensions of the protrusion will depend on a number of factors, and are determined on a case-by-case basis, depending on, for example, the desired liquid removal efficiency, total liquid quantity of mixture entering the vessel, the size of the vessel, the size of the inlet nozzle size) and the allowable pressure over the device. For similar reasons, the width of the slots will typically vary between 1 and 100 mm.
15 Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het toelaten van een gas-vloeistofmengsel tot een scheidingsvat en het vervolgens verdelen van het vloeistof en het gas in het vat, waarbij het gas-vloeistofmengsel door de bovengenoemde 20 inlaatinrichting of scheidingsinrichting wordt gestuurd. De werkwijze omvat bij voorkeur de stappen van: - het toevoeren van het gas-vloeistofmengsel door de inlaatinrichting, waardoor een deel van de zware fractie naar de lagere sectie van het vat en ten minste een deel van de 25 vloeistof langs de geleidingsvinnen naar de lagere sectie geleid wordt; - het geleiden van een deel van het mengsel door één of meer cycloonscheiders in het bovenste deel van het vat en het terugdragen van het gescheiden vloeistofdeel naar de 30 lagere compartiment en het voeren van het gescheiden gasdeel naar de tweede uitlaat; - het af voeren van het mengsel van het lagere compartiment uit de eerste uitlaat; 1025086“ 9 - het af voeren van het mengsel van het bovenste compartiment uit de tweede uitlaat.According to another aspect of the present invention, a method is provided for admitting a gas-liquid mixture to a separation vessel and subsequently distributing the liquid and gas in the vessel, the gas-liquid mixture passing through the above-mentioned inlet device or separation device. is being sent. The method preferably comprises the steps of: supplying the gas-liquid mixture through the inlet device, whereby a part of the heavy fraction to the lower section of the vessel and at least a part of the liquid along the guide fins to the lower section is led; - guiding a part of the mixture through one or more cyclone separators in the upper part of the vessel and returning the separated liquid part to the lower compartment and feeding the separated gas part to the second outlet; - discharging the mixture of the lower compartment from the first outlet; 1025086 “9 - draining the mixture from the top compartment out of the second outlet.
Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand 5 van de beschrijving van voorkeursuitvoeringsvormen daarvan.Further advantages, features and details of the present invention will become apparent from the description of preferred embodiments thereof.
In de beschrijving wordt verwezen naar de figuren, waarin: - fig. 1 een gedeeltelijk weggenomen aanzicht in perspectief toont van een scheider voor het scheiden van een mengsel van gas en vloeistof, 10 - fig. 2 een aanzicht in perspectief toont van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de inlaatinrichting van het vin-type; - fig. 3 een dwarsdoorsnede toont van de eerste uitvoeringsvorm van de inlaatinrichting van het vin-type, 15 - fig. 4 een dwarsdoorsnede toont van de tweede uitvoeringsvorm van de inlaatinrichting van het vin-type, - fig. 5 een dwarsdoorsnede van een derde uitvoeringsvorm van de inlaatinrichting van het vin-type toont, 20 - fig. 6 een dwarsdoorsnede is van een vierde uitvoeringsvorm van de inlaatinrichting van het vin-type, - fig. 7 een schematisch getoonde langsdoorsnede is van een deel van het scheidingsvat en de inlaatinrichting van het vin-type, en 25 - fig. 8a tot en met 8f voorkeursuitvoeringsvormen tonen van de gleuven die zijn voorzien in de geleidingsvinnen volgens de onderhavige uitvinding.Reference is made in the description to the figures, in which: - Fig. 1 shows a partially removed perspective view of a separator for separating a mixture of gas and liquid, - Fig. 2 shows a perspective view of a first preferred embodiment of the fin type inlet device; - Fig. 3 shows a cross-section of the first embodiment of the fin-type inlet device, - Fig. 4 shows a cross-section of the second embodiment of the fin-type inlet device, - Fig. 5 a cross-section of a third Fig. 6 is a cross-sectional view of a fourth embodiment of the fin-type inlet device, - Fig. 7 is a diagrammatic longitudinal sectional view of a part of the separation vessel and the inlet device of the fin type, and Figs. 8a to 8f show preferred embodiments of the slots provided in the guide fins according to the present invention.
Fig. 1 toont een opstaande scheidingsinrichting 1 voor het scheiden van een onder druk staande stroom van een 30 gas-vloeistof mengsel zoals aardgas vermengd met (zout zee-) water in een in hoofdzaak gas bevattend fractie, tevens de lichte fractie genoemd, en een in hoofdzaak (water en/of olie) bevattende fractie, tevens de zware fractie genoemd. De * 025086- 10 scheidingsinrichting omvat een vat 2 dat is voorzien van een verbindingsstomp 3 voor toevoer van het gas-vloeistofmengsel, een verbindingsstomp voor een vloeistofafvoerleiding 4 voor af voer van de zware fractie en een verbindingsstomp 5 voor 5 afvoer van de lichte fractie.FIG. 1 shows an upstanding separator 1 for separating a pressurized stream from a gas-liquid mixture such as natural gas mixed with (salt sea) water in a substantially gas-containing fraction, also called the light fraction, and a substantially (water and / or oil) containing fraction, also called the heavy fraction. The 025086 separation device comprises a vessel 2 which is provided with a connecting stub 3 for supplying the gas-liquid mixture, a connecting stub for a liquid discharge conduit 4 for discharging the heavy fraction and a connecting stub 5 for discharging the light fraction.
De in het vat 1 (Px) ingebrachte gas/vloeistofstroming wordt geleid door een voorbehandelingseenheid 6 naar een lager compartiment A van vat 2. In de getoonde uitvoeringsvorm is de voorbehandel ingseenheid 6 gevormd door 10 een aantal gekromde bladen of vinnen, die op uniforme wijze het moment van de binnenkomende gas/vloeistof-stromen absorberen. De vinnen geleiden vervolgens de gas/vloeistof stromen in laterale richting (Pa), waarbij een deel van de stroming neerwaarts in het lagere compartiment van het 15 scheidingsvat wordt geleid. Als gevolg van deze gestuurde intrede van het gas/vloeistofmengsel zal een eerste deel van de vloeistof (F) reeds gescheiden zijn en zich opeenhopen op de bodem van het vat 2 (P3) . De vloeistof wordt vervolgens afgevoerd via de zware fractie-uitvoer 4.The gas / liquid flow introduced into vessel 1 (Px) is directed through a pre-treatment unit 6 to a lower compartment A of vessel 2. In the embodiment shown, the pre-treatment unit 6 is formed by a number of curved blades or fins uniformly absorb the moment of incoming gas / liquid flows. The fins then guide the gas / liquid flows in the lateral direction (Pa), whereby part of the flow is directed downward into the lower compartment of the separation vessel. As a result of this controlled entry of the gas / liquid mixture, a first part of the liquid (F) will already be separated and accumulate on the bottom of the vessel 2 (P3). The liquid is then discharged via the heavy fraction outlet 4.
20 Het gescheiden deel van het mengsel dat, alhoewel het minder vloeistof bevat dan het vanaf de buitenzijde aangevoerde mengsel en een aanzienlijke vloeistofinhoud heeft, wordt naar boven toe verplaatst (P5) . De vloeistof die nog steeds aanwezig is in relatief grote druppels, wordt verder 25 gescheiden door een aantal cyclonen 7. De cyclonen worden in een aantal dozen (boxes) in het bovenste compartiment B van het vat 1 gerangschikt. Stroomafwaarts daarvan is de verbindingsstomp 5 voor afvoer van de lichte fractie (hoofdzakelijk gas) verschaft, welke lichte fractie aanzienlijk 3 0 gedroogd is. De cyclonen worden verbonden met één of meer neerkomers (downcomers) 7 die in verbinding staan met vloeistof F op de bodem van het vat voor het afvoeren van vloeistof vanuit elk van de cyclonen.The separated part of the mixture which, although containing less liquid than the mixture supplied from the outside and having a substantial liquid content, is moved upwards (P5). The liquid that is still present in relatively large drops is further separated by a number of cyclones 7. The cyclones are arranged in a number of boxes in the upper compartment B of the vessel 1. Downstream thereof, the connecting stub 5 is provided for discharging the light fraction (mainly gas), which light fraction is considerably dried. The cyclones are connected to one or more downcomers (7) that are in communication with liquid F at the bottom of the vessel for draining liquid from each of the cyclones.
1025088“ 111025088 "11
Bij voorkeur zijn de cyclonen axiale-terugvoer cyclonen (axial recycle cyclones) zoals beschreven in het eerder genoemde document WO 00/25931- Een algemene beschrijving van de door axiaal terugvoercyclonen uitgevoerde 5 scheiding is hierin door verwijzing opgenomen.Preferably, the cyclones are axial recycle cyclones as described in the aforementioned document WO 00/25931. A general description of the separation performed by axial recycle cyclones is incorporated herein by reference.
In een (niet weergegeven) uitvoeringsvorm die in het vakgebied bekend is als de "schoepentoeter" in de inlaatinrichting en in GB 1 119 699 beschreven is, omvat een inlaatinrichting van het vin-type twee platen tussen welke 10 platen een aantal gedeeltelijk rechte en gedeeltelijk gekromde linker en rechter geleidingsvinnen zijn geplaatst.In an embodiment (not shown) which is known in the art as the "paddle horn" in the inlet device and described in GB 1 119 699, a fin-type inlet device comprises two plates between which 10 a number of partially straight and partially curved left and right guide fins are placed.
De geleidingsvinnen zijn zodanig ontworpen dat deze de inkomende stroom zijwaarts geleiden, respectievelijk naar de linker- en rechterzijde van het vat. In een inlaatinrichting 15 van het vin-type van een verschillend ontwerp, zoals is weergegeven in de onderhavige fig. 2-5, tevens bekend als de "Evenflow" inlaatinrichting, zijn de geleidingsvinnen aangebracht tussen een bovenste plaat 10 en een onderste plaat 11 en hebben deze een gekromde vorm over hun totale 20 lengte. De geleidingsvinnen in deze uitvoeringsvorm blijven opgesloten tussen de grenzen van de bovenste en onderste platen. De tussenruimtes tussen de opeenvolgende geleidingsvinnen neemt toe in de richting van de mengselstroming (P7) . In deze uitvoeringsvorm wordt het 25 basisprincipe van het onderscheppen van de mengselstroming en het afbuigen van de stroming in de richting van de wand van het vat eveneens toegepast.The guide fins are designed to guide the incoming stream sideways, to the left and right sides of the vessel respectively. In a fin-type inlet device 15 of a different design, as shown in the present Figures 2-5, also known as the "Evenflow" inlet device, the guide fins are arranged between an upper plate 10 and a lower plate 11 and these have a curved shape over their total length. The guide fins in this embodiment remain confined between the borders of the upper and lower plates. The gaps between the successive guide fins increases in the direction of the mixture flow (P7). In this embodiment, the basic principle of intercepting the mixture flow and deflecting the flow toward the wall of the vessel is also applied.
Een vloeistof-/gasstroming die de inlaatinrichting binnentreedt (P7, fig. 2) wordt zijwaarts afgebogen door de 30 successievelijke geleidingsvinnen 13, 14. Meer specifiek wordt binnenkomende vloeistof onderschept door de voorste randen 17 van de linkergeleidingsvin 12 en/of een 1025086- 12 rechtergeleidingsvin 13 en lateraal afgebogen (Pe) in de richting van de achterranden 18 van de vinnen.A fluid / gas flow entering the inlet device (P7, Fig. 2) is deflected sideways by the successive guide fins 13, 14. More specifically, incoming fluid is intercepted by the front edges 17 of the left guide fin 12 and / or a 1025086-12 right guide fin 13 and laterally deflected (Pe) in the direction of the rear edges 18 of the fins.
Als resultaat van de centrifugale krachten op het gas en de vloeistof deelt jes in de gas-/vloeistof stroming wordt 5 een deel van de vloeistof tegen het binnenoppervlak van de vinnen geworpen en vormt dit een dunne laag vloeistof op de vinnen. De vloeistof beweegt in de richting van de achterranden 18 van de vinnen. In bestaande vin-type inlaatrangschikkingen wordt de aldus op de geleidingsvinnen 10 verzamelde vloeistof vervolgens in het compartiment van het scheidingsvat geworpen. Een groot deel van deze vloeistof wordt vervolgens opwaarts (Ps) door de gasstroming getransporteerd. In de in fig. 2 getoonde uitvoering zijn echter vloeistofkruiponderbrekers in de vorm van haakachtige 15 onderdelen 14 voorzien bij de achtereinden 18 van de geleidingsvinnen 12, 13. De op de geleidingsvinnen 12, 13 verzamelde vloeistof die in de richting van de achterranden van de vinnen kruipt, wordt onderbroken door de haakachtige onderdelen 18.As a result of the centrifugal forces on the gas and the fluid particles in the gas / fluid flow, a portion of the fluid is thrown against the inner surface of the fins and forms a thin layer of fluid on the fins. The liquid moves in the direction of the rear edges 18 of the fins. In existing fin-type inlet arrangements, the liquid thus collected on the guide fins 10 is then thrown into the compartment of the separation vessel. A large part of this liquid is then transported upwards (Ps) by the gas flow. In the embodiment shown in Fig. 2, however, liquid creep interrupters in the form of hook-like parts 14 are provided at the rear ends 18 of the guide fins 12, 13. The liquid collected on the guide fins 12, 13 flows in the direction of the rear edges of the fins is interrupted by the hook-like parts 18.
20 De onderbrekers zoals de haakachtige onderdelen of, in een andere later te beschrijven uitvoeringsvorm, de zakken op de geleidingsvinnen kunnen open zijn in de bodem zodat de verzamelde vloeistof direct neerwaarts valt naar het vloeistofreservoir (sump) op de bodem in het lagere 25 compartiment A van het scheidingsvat 2. In een verbeterd ontwerp zijn echter één of meer afzonderlijke afvoerkamers voor de verzamelde vloeistof voorzien. In fig. 7 is getoond dat de afvoerkamer(s) juist onder (de lagere afvoerkamer 22) en/of boven de vinnen (bovenste afvoerkamer 23) van de 30 voorbehandelingseenheid 6 kan/kunnen zijn gelokaliseerd. De in de haken of de zakken verzamelde vloeistof wordt respectievelijk neerwaarts (P9) of opwaarts (P1X) afgevoerd naar de vloeistofverzamelkamers 22, 23, die respectievelijk 1025088* 13 onder en boven de geleidingsvinnen zijn gelokaliseerd en vervolgens naar het vloeistofcompartiment gestuurd door één of meer pijpen 28, 24 die zich neerwaarts uitstrekken in de richting van de bodemvloeistofsectie van het scheidingsvat 2.The interrupters such as the hook-like parts or, in another embodiment to be described later, the pockets on the guide fins can be open in the bottom so that the collected fluid falls directly down to the bottom fluid reservoir (sump) in the lower compartment A of the separation vessel 2. However, in an improved design, one or more separate discharge chambers are provided for the collected liquid. In Fig. 7 it is shown that the discharge chamber (s) can be located just below (the lower discharge chamber 22) and / or above the fins (upper discharge chamber 23) of the pre-treatment unit 6. The liquid collected in the hooks or bags is respectively discharged down (P9) or up (P1X) to the liquid collection chambers 22, 23, which are located respectively below and above the guide fins and then sent to the liquid compartment by one or more pipes 28, 24 which extend downwards in the direction of the bottom liquid section of the separation vessel 2.
5 De pijpen 24, 28 kunnen in de vloeistof F steken of juist boven het vloeistofoppervlak eindigen. De uiteindelijke positie van de pijpen wordt van geval tot geval bepaald aangezien de positie af zal hangen van de drukbalansen tussen de afzonderlijke vloeistofkamer 22, 23 van de 10 voorbehandelingseenheid 6 en de hoofdvloeistofkamer die gesitueerd is op de bodem van het scheidingsvat 2.The pipes 24, 28 can protrude into the liquid F or end just above the liquid surface. The final position of the pipes is determined on a case-by-case basis since the position will depend on the pressure balances between the individual liquid chamber 22, 23 of the pre-treatment unit 6 and the main liquid chamber situated on the bottom of the separation vessel 2.
In elk geval wordt de onderbroken vloeistof neerwaarts afgevoerd naar een vloeistofkamer die onder de inlaatinrichting gelokaliseerd is. Vanaf de vloeistofkamer 15 wordt de vloeistof gestuurd naar het vloeistofreservoir (sump) (F) op de bodem van het scheidingsvat 2. Op deze wijze wordt een deel van de op de vinbladen verzamelde vloeistof gescheiden van het gas, hetgeen resulteert in een verhoogde algehele scheidingsefficiency van de scheider.In any case, the interrupted liquid is drained downward to a liquid chamber located under the inlet device. From the liquid chamber 15, the liquid is sent to the liquid reservoir (sump) (F) on the bottom of the separation vessel 2. In this way, a part of the liquid collected on the fin blades is separated from the gas, resulting in an increased overall separation efficiency. from the separator.
20 In een andere uitvoeringsvorm, zoals is getoond in fig. 4, zijn de vloeistofkruiponderbrekers uitgevoerd als flenzen 16, die voorzien zijn bij de achterranden 18 van de geleidingsvinnen 12, 13. De flenzen zijn gedimensioneerd teneinde tenminste gedeeltelijk vloeistofkruip langs de 25 geleidingsvinnen te verhinderen. De vloeistofkruip- onderbrekers in het algemeen en de flenzen in het bijzonder steken over een voorafbepaalde afstand D uit vanaf het binnenoppervlak van de geleidingsvin teneinde aan de ene kant ten minste gedeeltelijk kruip te verhinderen en aan de andere 30 kant de stroming van het gas-vloeistofmengsel in hoofdzaak onverstoord te laten. In de praktijk varieert de afstand D tussen 1 mm en 100 mm vanaf het binnenoppervlak van de geleidingsvin.In another embodiment, as shown in Fig. 4, the liquid creep interrupters are designed as flanges 16, which are provided at the rear edges 18 of the guide fins 12, 13. The flanges are dimensioned to prevent at least partial liquid creep along the guide fins. . The liquid creep interrupters in general and the flanges in particular protrude a predetermined distance D from the inner surface of the guide vane in order to prevent at least partial creep on the one hand and the flow of the gas-liquid mixture on the other hand essentially uninterrupted. In practice, the distance D varies between 1 mm and 100 mm from the inner surface of the guide vane.
1025086- 141025086-14
In een andere uitvoeringsvorm zijn vloeistofkruip-onderbrekers 18 voorzien naast of in plaats van vloeistofkruiponderbrekers die zijn voorzien aan de achterranden van de vinnen, op een willekeurige positie 5 tussen de voorranden 17 en achterranden 18 van de geleidingsvinnen 12, 13. Deze uitvoeringsvorm is toegelicht in fig. 4, waarin de laatste twee geleidingsvinnen voorzien zijn van flenzen 18. Voor redenen van eenvoud zijn slechts twee additionele flenzen 18 afgebeeld. In de praktijk zullen 10 meer geleidingsvinnen of zelfs elk van de geleidingsvinnen uitgevoerd zijn met de elementen 18. De afstand waarover de flenzen 18 uitsteken vanaf de respectievelijke geleidingsvinnen is in het algemeen kleiner dan de bovengenoemde afstand.In another embodiment, fluid creep interrupters 18 are provided in addition to or instead of fluid creep interrupters provided at the rear edges of the fins, at any position 5 between the front edges 17 and rear edges 18 of the guide fins 12, 13. This embodiment is illustrated in Fig. 4, in which the last two guide fins are provided with flanges 18. For reasons of simplicity, only two additional flanges 18 are shown. In practice, more guide fins or even each of the guide fins will be formed with the elements 18. The distance over which the flanges 18 protrude from the respective guide fins is generally smaller than the above-mentioned distance.
15 Fig. 5 toont een dwarsdoorsnede van een derde uitvoeringsvorm van de inlaatinrichting van het vin-type. In deze uitvoeringsvorm is de vloeistofkruiponderbreker gevormd door een aantal gleuven 20 die zijn voorzien in de respectievelijke geleidingsvinnen 12. De gleuven zijn bij 20 voorkeur gerangschikt in de nabijheid van de achterranden 18 van de vinnen 12 en hebben een breedte die varieert tussen de 1 en 100 mm.FIG. 5 shows a cross-section of a third embodiment of the fin-type inlet device. In this embodiment, the liquid creep interrupter is formed by a number of slots 20 provided in the respective guide fins 12. The slots are preferably arranged in the vicinity of the rear edges 18 of the fins 12 and have a width varying between 1 and 100 mm.
Fig. 8a - 8f tonen enige bevoorkeurde vormen van de gleuven 20, waarvan gebleken is dat deze in het bijzonder 25 voordelig zijn. Fig. 8a toont dat de gleuven verticaal gerangschikt kunnen zijn. Fig. 8b toont dat meer dan één gleuf, de een geplaatst achter de andere, gebruikt kan worden. Fig. 8c toont dat afhankelijk van het binnenkomende stromingsprofiel, dat wil zeggen in het bijzonder waar de 30 bulkvloeistof stroomt, de vorm van de gleuf kan variëren.FIG. 8a-8f show some preferred forms of the slots 20, which have been found to be particularly advantageous. FIG. 8a shows that the slots can be arranged vertically. FIG. 8b shows that more than one slot, one positioned behind the other, can be used. FIG. 8c shows that depending on the incoming flow profile, ie in particular where the bulk liquid flows, the shape of the slot can vary.
Fig. 8c toont bijvoorbeeld de situatie waarin aan de bovenzijde de gleuf breder is dan aan de onderzijde van de geleidingsvin. Deze uitvoeringsvorm heeft de voorkeur wanneer 1025086“ 15 bijvoorbeeld de vloeistofstroming bij de bodem van de inlaat inrichting minder sterk is dan aan de bovenzijde van de inlaatinrichting. In fig. 8d is de tegenovergestelde situatie weergegeven, waarin de gleuven minder breed zijn aan de 5 bovenzijde van de geleidingsvinnen dan aan de onderzijde van de geleidingsvinnen. Fig. 8e toont dat gleuven gerangschikt kunnen zijn onder een bepaalde hoek, waarbij de gleuven zich evenwijdig aan elkaar uitstrekken. Schuine, niet parallelle gleuven zijn eveneens denkbaar. In omgekeerde scenario's 10 kunnen de gleuven zich horizontaal langs de geleidingsvinnen uitstrekken.FIG. 8c shows, for example, the situation in which the slot is wider at the top than at the bottom of the guide vane. This embodiment is preferred when, for example, the liquid flow at the bottom of the inlet device is less strong than at the top of the inlet device. Fig. 8d shows the opposite situation, in which the slots are less wide on the top side of the guide fins than on the bottom side of the guide fins. FIG. 8e shows that slots can be arranged at a certain angle, the slots extending parallel to each other. Angled, non-parallel slots are also conceivable. In reverse scenarios 10, the slots can extend horizontally along the guide fins.
In deze uitvoeringsvorm eindigt langs het binnen-oppervlak van de geleidingsvinnen kruipende vloeistof uiteindelijk in de nabijheid van de gleuven 20 en zal deze 15 via de gleuven (Pi2) afgevoerd worden. In de in fig. 5 getoonde uitvoeringsvorm wordt de onderbreking van de voortgekropen vloeistof verder verbeterd door het verschaffen van een kamer of zak 19 achter de respectievelijke gleuven 20 in de geleidingsvinnen 12. De vloeistof die de gleuven 20 is 20 binnengetreden, wordt verzameld in de zakken 19 en opwaarts of neerwaarts (resp. P1X en P9, fig. 9) afgevoerd naar één of meer vloeistofafvoerkamers.In this embodiment, liquid crawling along the inner surface of the guide fins eventually ends up in the vicinity of the slots 20 and will be discharged via the slots (P1). In the embodiment shown in Fig. 5, the interruption of the pre-crawled fluid is further improved by providing a chamber or bag 19 behind the respective slots 20 in the guide fins 12. The fluid that has entered the slots 20 is collected in the bags 19 and discharged up or down (P1X and P9, Fig. 9, respectively) to one or more liquid discharge chambers.
In fig. 6 is een vierde uitvoeringsvorm getoond, waarin de zakken 19 vervangen zijn door flenzen 21. De 25 flenzen zijn voorzien aan de respectievelijke achteruiteinden van de geleidingsvinnen 12. De voortgekropen vloeistof wordt via de gleuven 20 geleid en wordt belemmerd om terug te keren in de stroming aan de achterzijde van respectievelijke geleidingsvinnen door de aanwezigheid van het uitsteeksel 21. 30 Opgemerkt wordt dat de exacte positie van de flenzen 21 bij voorkeur is aan het achtereinde van de geleidingsvinnen, zoals is getoond in fig. 6. Andere posities kunnen echter eveneens geschikt zijn, bijvoorbeeld halverwege tussen het 1025086- 16 achtereinde en het vooreinde van de geleidingsvin. In andere uitvoeringsvormen, die niet in de figuur zijn getoond, zijn 'twee of meer flenzen of zakken gerangschikt aan de achterzijde van de respectievelijke geleidingsvinnen.Fig. 6 shows a fourth embodiment, in which the bags 19 are replaced by flanges 21. The flanges are provided at the respective rear ends of the guide fins 12. The crawled liquid is guided via the slots 20 and is prevented from returning in the rear flow of respective guide fins due to the presence of the protrusion 21. It is noted that the exact position of the flanges 21 is preferably at the rear end of the guide fins, as shown in Fig. 6. However, other positions may also be suitable, for example, halfway between the 1025086-16 rear end and the front end of the guide vane. In other embodiments, which are not shown in the figure, two or more flanges or bags are arranged at the rear of the respective guide fins.
5 Een additioneel voordeel van de uitvoeringsvormen waarin één of meer flenzen of één of meer zakken voorzien zijn aan de achterzijde van de geleidingsvinnen is dat het stroomprofiel door de gehele inlaatinrichting verbeterd wordt, aangezien de mate van terugvoer tussen de 10 geleidingsvinnen gereduceerd wordt wegens de door de flens en/of kamer achter de gleuven ingenomen ruimte.An additional advantage of the embodiments in which one or more flanges or one or more bags are provided at the rear of the guide vanes is that the flow profile through the entire inlet device is improved, since the degree of return between the guide vanes is reduced due to the the flange and / or chamber behind the slots occupied space.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de bovenbeschreven uitvoeringsvormen daarvan; de gevraagde rechten worden gedefinieerd door de volgende conclusies, 15 binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn. Alhoewel in de bovenstaande beschrijving van voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding een opstaand scheidingsvat is getoond, dient bijvoorbeeld begrepen te worden dat de uitvinding evenzeer toepasbaar is 20 op horizontaal of schuin opgestelde scheidingsvaten.The present invention is not limited to the embodiments thereof described above; the requested rights are defined by the following claims, within the scope of which many modifications are conceivable. Although an upright separation vessel is shown in the above description of preferred embodiments of the present invention, it should be understood, for example, that the invention is equally applicable to horizontal or obliquely arranged separation vessels.
1025088a1025088a
Claims (26)
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1025086A NL1025086C2 (en) | 2003-12-19 | 2003-12-19 | Inlet and distribution device. |
PCT/NL2004/000889 WO2005058503A1 (en) | 2003-12-19 | 2004-12-20 | Inlet and distribution device and method for treating a gas liquid mixture |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1025086A NL1025086C2 (en) | 2003-12-19 | 2003-12-19 | Inlet and distribution device. |
NL1025086 | 2003-12-19 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1025086C2 true NL1025086C2 (en) | 2005-06-21 |
Family
ID=34699171
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1025086A NL1025086C2 (en) | 2003-12-19 | 2003-12-19 | Inlet and distribution device. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1025086C2 (en) |
WO (1) | WO2005058503A1 (en) |
Families Citing this family (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2006122940A1 (en) * | 2005-05-19 | 2006-11-23 | Shell Internationale Research Maatschappij B.V. | Fluid inlet device, use, and method of retrofitting |
RU2424032C2 (en) * | 2005-12-20 | 2011-07-20 | Шелл Интернэшнл Рисерч Маатсхаппий Б.В. | Fluid feed device, its application and method of updating such devices |
EP1854523B1 (en) * | 2006-05-12 | 2014-10-15 | Sulzer Chemtech AG | Fluid inlet device for an apparatus |
GB2462213B (en) | 2006-06-16 | 2010-12-22 | Cameron Int Corp | Separator and method of separation |
EP2243529B1 (en) * | 2009-04-24 | 2012-08-08 | Sulzer Chemtech AG | Fluid entry device |
PL2380645T3 (en) * | 2010-04-23 | 2014-11-28 | Neste Oil Oyj | Feed distribution device for a separation column |
US8627848B2 (en) | 2010-10-01 | 2014-01-14 | The Chem-Pro Group Llc | Vane inlet device |
WO2014117633A1 (en) * | 2013-01-30 | 2014-08-07 | 华东理工大学 | Method and apparatus for improving hydrogen utilization rate of hydrogenation apparatus |
CA3011088C (en) | 2016-01-27 | 2023-10-03 | Koch-Glitsch, Lp | Inlet vane device with inner beam for rigidity and vessel containing same |
US10330363B2 (en) * | 2016-02-08 | 2019-06-25 | Trane International Inc. | Lubricant separator for a heating, ventilation, and air conditioning system |
CN107061985A (en) * | 2017-05-23 | 2017-08-18 | 河南美丽乡村环保科技有限公司 | Gas-liquid separation low pressure caisson |
Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB1119699A (en) * | 1965-06-08 | 1968-07-10 | Shell Int Research | Inlet and distribution device for a liquid/vapour mixture |
US3950156A (en) * | 1973-07-18 | 1976-04-13 | L. & C. Steinmuller Gmbh | Device for separating liquids from gaseous media |
US4767424A (en) * | 1985-03-05 | 1988-08-30 | Shell Oil Company | Column for removing liquid from a gas |
WO2000025931A1 (en) * | 1998-11-04 | 2000-05-11 | Spark Technologies And Innovations N.V. | Device for treating a gas/liquid mixture |
WO2003033106A1 (en) * | 2001-10-18 | 2003-04-24 | Consept As | Vertically arranged separator for separating liquid from a gas flow |
WO2003039755A1 (en) * | 2001-11-07 | 2003-05-15 | Consept As | Axial demisting cyclone |
US20030115843A1 (en) * | 2000-12-22 | 2003-06-26 | Trygve Haland | Apparatus for separation of a liquid from a multiphase fluid flow |
WO2003074156A1 (en) * | 2002-03-05 | 2003-09-12 | Statoil Asa | Device and method for treating a gas/liquid mixture |
-
2003
- 2003-12-19 NL NL1025086A patent/NL1025086C2/en not_active IP Right Cessation
-
2004
- 2004-12-20 WO PCT/NL2004/000889 patent/WO2005058503A1/en active Application Filing
Patent Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB1119699A (en) * | 1965-06-08 | 1968-07-10 | Shell Int Research | Inlet and distribution device for a liquid/vapour mixture |
US3950156A (en) * | 1973-07-18 | 1976-04-13 | L. & C. Steinmuller Gmbh | Device for separating liquids from gaseous media |
US4767424A (en) * | 1985-03-05 | 1988-08-30 | Shell Oil Company | Column for removing liquid from a gas |
WO2000025931A1 (en) * | 1998-11-04 | 2000-05-11 | Spark Technologies And Innovations N.V. | Device for treating a gas/liquid mixture |
US20030115843A1 (en) * | 2000-12-22 | 2003-06-26 | Trygve Haland | Apparatus for separation of a liquid from a multiphase fluid flow |
WO2003033106A1 (en) * | 2001-10-18 | 2003-04-24 | Consept As | Vertically arranged separator for separating liquid from a gas flow |
WO2003039755A1 (en) * | 2001-11-07 | 2003-05-15 | Consept As | Axial demisting cyclone |
WO2003074156A1 (en) * | 2002-03-05 | 2003-09-12 | Statoil Asa | Device and method for treating a gas/liquid mixture |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2005058503A1 (en) | 2005-06-30 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP1159050B1 (en) | Three-phase separator | |
US7488361B2 (en) | Inlet and distribution device | |
NL1029230C2 (en) | System and inlet device for separating a mixture. | |
NL1025086C2 (en) | Inlet and distribution device. | |
US7594942B2 (en) | Gas/liquid separator | |
WO2000051707A9 (en) | Three-phase separator | |
US9039799B2 (en) | Drained coalescer | |
CA2772828C (en) | Pre-separating vane diffuser and method for introducing a flow-mixture in a separator | |
CA2478269C (en) | Device and method for treating a gas/liquid mixture | |
BRPI0620219A2 (en) | fluid intake device, use thereof, and method for retrofitting | |
NL2003551C2 (en) | IMPROVED MICROBELLS AND DIRT SEPARATOR. | |
EP3303692B1 (en) | Apparatus and method for processing white water in a paper machine | |
RU26440U1 (en) | THREE PHASE SEPARATOR | |
CN102847379B (en) | Laminar separator with collecting tank | |
FI121530B (en) | Method and apparatus for separating two solutions mixed into a dispersion into two solution phases in a solution-solution-extraction tank | |
JP2004205302A (en) | Steam dryer | |
CA2312141C (en) | Separation tank | |
RU2256485C1 (en) | Separator for vapor-liquid mixture |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
SD | Assignments of patents |
Owner name: FMC TECHNOLOGIES C.V. Effective date: 20090330 |
|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20110701 |