NL1024884C1

NL1024884C1 - Fairground attraction has people carrier displaceable in height direction and comprises frame with rotatable arm around a horizontal rotation axis located within it and on one end of which people carrier is suspended

Info

Publication number: NL1024884C1
Application number: NL1024884A
Authority: NL
Inventors: Hette Knijpstra
Original assignee: Kig Heerenveen Bv
Priority date: 2003-11-26
Filing date: 2003-11-26
Publication date: 2005-05-27

Abstract

The fairground attraction (1) has a people carrier displaceable in a height direction and comprises a frame (2) with a rotatable arm (3) around a horizontal rotation axis (R) located with it. At one end (4) of the arm a people carrier (5) is suspended. The arm has driving devices and an installation (17) which in the rest state of the arm displaces the people carrier in a height direction. Through such a displacement arrangement, which can incorporate an eccentric rotation coupling (18) between the arm and the frame, stepping in and out of the carrier is facilitated.

Description

KERMISATTRACTIE MET IN H00GTERICHTIN6 VERPLAATSBARE PERSONENDRAGERFAMILY ATTRACTION WITH PERSON CARRIER PORTABLE IN H00GTERICHTIN6

De uitvinding heeft betrekking op een kermisattractie/ omvattende een frame, ten minste één arm, die roteerbaar om een liggende rotatie-as in het frame gelagerd is en aan een eind waarvan ten minste één personendrager opgehangen is, en 5 middelen voor het roterend aandrijven van de ten minste ene arm. Een dergelijke kermisattractie is algemeen bekend, waarbij opgemerkt wordt dat onder de term "kermisattractie" ook attracties in pretparken en dergelijke begrepen dienen te worden.The invention relates to a fairground attraction / comprising a frame, at least one arm, which is rotatably mounted in the frame about a lying axis of rotation and at one end of which at least one person carrier is suspended, and means for rotatingly driving the at least one arm. Such a fairground attraction is generally known, it being noted that the term "fairground attraction" should also include attractions in amusement parks and the like.

10 Een probleem dat zich bij dergelijke attracties voordoet, is dat het publiek vraagt om steeds nieuwe belevenissen. Hiertoe worden de attracties zodanig ontwikkeld, dat de personendragers steeds grotere en wildere bewegingen kunnen uitvoeren. Om de veiligheid van de inzittenden te 15 waarborgen, dient de daarvoor beschikbare vrije ruimte binnen het profiel van de constructie ook steeds groter te worden. Dit leidt echter in toenemende mate tot problemen met betrekking tot het in- en uitstappen van de passagiers. Tot nu toe wordt daarvoor immers op grote schaal gebruik gemaakt van in 20 hoogterichting verplaatsbare bordessen. Naarmate de benodigde vrije ruimte voor de bewegingen van de personendrager (s) toeneemt, groeit ook de afstand die de bordessen moeten overbruggen tussen de stand waarin passagiers kunnen in- en uitstappen en de opbergstand die wordt ingenomen tijdens 25 bedrijf van de kermisattractie. Derhalve zijn steeds grotere en zwaardere aandrijfsystemen nodig voor het in hoogterichting verplaatsen van de bordessen. Met name voor kermisattracties, die eenvoudig opgebouwd, afgebroken en vervoerd moeten kunnen worden, is dit een bezwaar. Verder moet bedacht worden dat de 30 gemiddelde duur van een rit in een kermisattractie slechts 1024884 2 ♦ enkele minuten bedraagt, zodat het in- en uitstappen een zeer regelmatig terugkerende gebeurtenis is, die dan ook relatief veel energie vergt.10 A problem that arises at such attractions is that the public is constantly asking for new experiences. To this end, the attractions are developed in such a way that the people carrying people can carry out larger and warmer movements. In order to guarantee the safety of the occupants, the available space within the profile of the structure must also become increasingly larger. However, this increasingly leads to problems with regard to passengers getting on and off. Up to now, platforms have been used that are displaceable in height in large numbers. As the required free space for the movements of the person carrier (s) increases, so does the distance that the platforms have to bridge between the position in which passengers can get in and out and the storage position that is taken during operation of the fairground attraction. Therefore, increasingly larger and heavier drive systems are required for moving the platforms in height. This is a particular objection for fairground attractions that must be easy to assemble, dismantle and transport. Furthermore, it should be borne in mind that the average duration of a ride in a fairground attraction is only 1024884 2 minutes, so that getting in and out is a very regularly recurring event, which therefore requires a relatively large amount of energy.

De uitvinding heeft dan pok tot doel een 5 kermisattractie van de hiervoor beschreven soort te verschaffen, waarbij dit nadeel zich niet voordoet. Volgens de uitvinding wordt dit bij een dergelijke attractie bereikt, door een inrichting voor het in een ruststand van de ten minste ene arm in hoogterichting verplaatsen van de ten minste ene 10 personendrager. Door het verplaatsen van de personendrager(s) ten opzichte van de grond, kan voor het in- en uitstappen gebruik gemaakt worden van een vast bordes, dat eenvoudig en licht geconstrueerd kan zijn. Hierdoor is de kermisattractie sneller op te bouwen en af te breken, terwijl voor het vervoer 15 daarvan minder ruimte, dus eventueel minder wagens nodig zijn. Verder is het energieverbruik van de kermisattractie door het niet hoeven verplaatsen van het bordes lager.The invention then also has for its object to provide a fairground attraction of the type described above, wherein this drawback does not occur. According to the invention this is achieved with such an attraction by means of a device for displacing the at least one person carrier in height in a rest position of the at least one arm. By moving the person's carrier (s) relative to the ground, a fixed platform can be used for getting in and out, which can be constructed simply and lightly. As a result, the fairground attraction can be built up and dismantled faster, while less space is required for its transport, so possibly fewer cars. Furthermore, the energy consumption of the fairground attraction is lower by not having to move the platform.

Bij voorkeur is de verplaatsingsinrichting aangebracht tussen de ten minste ene arm en het frame. Door voor de 20 verplaatsing van de personendrager(s) gebruik te maken van een beweging van de arm(en) ten opzichte van het frame, wordt een eenvoudiger constructie bereikt dan mogelijk zou zijn wanneer bijvoorbeeld de personendrager(s) ten opzichte van de arm(en) bewogen zou(den) moeten worden.The displacement device is preferably arranged between the at least one arm and the frame. By making use of a movement of the arm (s) relative to the frame for displacing the person carrier (s), a simpler construction is achieved than would be possible if, for example, the person carrier (s) relative to the arm (s) should be moved.

25 Een constructief eenvoudige en robuuste kermisattractie wordt verkregen, wanneer de verplaatsingsinrichting een excentrische rotatiekoppeling omvat. Een dergelijke koppeling maakt het mogelijk de verplaatsing van de personendrager(s) te laten uitvoeren door een rotatie van de koppeling ten opzichte 30 van het frame, hetgeen de normale beweging van de kermisattractie is. Zo vergt de verplaatsing dus geen afzonderlijke aandrijving.A structurally simple and robust fairground attraction is obtained when the displacement device comprises an eccentric rotation coupling. Such a coupling makes it possible to have the movement of the person carrier (s) carried out by a rotation of the coupling relative to the frame, which is the normal movement of the fairground attraction. Thus, the displacement does not require a separate drive.

1024884 , 31024884, 3

Bij( een voorkeursuitvoering van de kermisattractie volgens de uitvinding omvat de excentrische rotatiekoppeling een eerste, roteerbaar om de liggende rotatie-as in het frame gelagerd koppelorgaan, alsmede een zwenkbaar om ten minste één 5 liggende zwenkas met het eerste koppelorgaan verbonden tweede koppelorgaan, waarbij de ten minste ene zwenkas versprongen is ten opzichte van de rotatie-as. Een dergelijke koppeling is relatief eenvoudig en tegen geringe kosten te vervaardigen en toch zeer robuust.In (a preferred embodiment of the fairground attraction according to the invention, the eccentric rotation coupling comprises a first coupling member rotatably mounted about the lying axis of rotation in the frame, as well as a second coupling member pivotally connected to the first coupling member and pivotably connected to the first coupling member, at least one pivot axis is staggered with respect to the axis of rotation, such a coupling can be manufactured relatively easily and at low costs and yet very robust.

10 Teneinde de capaciteit van de kermisattractie te verhogen, kan deze voorzien zijn van een aantal via de excentrische rotatiekoppeling met het frame verbonden amen, waarbij de koppeling een met het aantal amen overeenkomend aantal zwenkassen vertoont. Zo kan elke arm met de daaraan 15 opgehangen personendrager(s) in de' ruststand van de attractie Om de bijbehorende zwenkas omlaag bewogen worden om passagiers te laten in- en uitstappen, waarna de amen vérder geroteerd kunnen worden tot een volgende am de ruststand inneemt en omlaag bewogen kan worden.In order to increase the capacity of the fairground attraction, it can be provided with a number of arms connected to the frame via the eccentric rotary coupling, the coupling having a number of pivot axes corresponding to the number of arms. For example, each arm with the person carrier (s) suspended therefrom can be moved downwards in the rest position of the attraction. The corresponding pivot axis can be lowered to allow passengers to get in and out, whereafter the amen can be further rotated until a following am takes the rest position. and can be lowered.

20 Teneinde verplaatsing van de personendrager(s) ten opzichte van de am(en) tijdens de rotatie daarvan - waardoor immers de personendrager(s) in contact zou(den) kunnen komen met vaste delen van het frame of de grond - te voorkomen, is de kermisattractie bij voorkeur voorzien van middelen voor het bij 25 bedrijf van de kermisattractie blokkeren van de verplaatsingsinrichting. Bij een constructief eenvoudige uitvoeringsvorm omvatten deze blokkeringsmiddelen ten minste één het eerste en tweede koppelorgaan star met elkaar verbindende, losneembare borgpen omvatten.20 In order to prevent movement of the person carrier (s) relative to the carriage (s) during its rotation - as a result of which the person carrier (s) could come into contact with fixed parts of the frame or ground - the fairground attraction is preferably provided with means for blocking the displacement device during operation of the fairground attraction. In a constructionally simple embodiment, these blocking means comprise at least one rigidly interconnecting the first and second coupling member and detachable locking pin.

30 In het geval dat de kermisattractie voorzien is van een aantal armen, kunnen met voordeel de bij de verschillende armen behorende zwenkassen afwisselend als borgpennen fungeren.In the case that the fairground attraction is provided with a number of arms, the pivot axes associated with the different arms can advantageously function alternately as locking pins.

.1024884 * 4.1024884 * 4

Bij voorkeur zijn de blokkeringsmiddelen bestuurbaar verbonden met de aandrijfmiddelen, zodat kan worden voorkomen dat de arm(en) van de kermisattractie in beweging gezet wordt/worden, zolang de verplaatsingsinrichting niet 5 geblokkeerd is.Preferably the blocking means are controllably connected to the driving means, so that it is possible to prevent the arm (s) of the fairground attraction from being set in motion, as long as the displacement device is not blocked.

De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een tweetal voorbeelden, waarbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekening, waarin overeenkomstige onderdelen met gelijke verwijzingscijfers zijn aangeduid, en waarin: 10 Fig. IA een zijaanzicht is van een kermisattractie volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding tijdens bedrijf,The invention is now elucidated on the basis of two examples, wherein reference is made to the appended drawing, in which corresponding parts are designated with the same reference numerals, and in which: 1A is a side view of a fairground attraction according to a first embodiment of the invention during operation,

Fig. 1B een schematisch vooraanzicht is van de koppeling tussen de arm en het frame in de getoonde stand van 15 de attractie,FIG. 1B is a schematic front view of the coupling between the arm and the frame in the position of the attraction shown,

Fig. 2A een zijaanzicht is van de kermisattractie van fig. 1 met de arm in zijn ruststand,FIG. 2A is a side view of the fairground attraction of FIG. 1 with the arm in its rest position,

Fig. 2B een schematisch vooraanzicht is van de koppeling tussen de arm en het frame in deze stand, 20 Fig. 3 een detailaanzicht op vergrote schaal is van de koppeling in de stand als getoond in fig. 2,FIG. 2B is a schematic front view of the coupling between the arm and the frame in this position, FIG. 3 is a detailed view on an enlarged scale of the coupling in the position as shown in FIG. 2,

Fig. 4A een zijaanzicht is van de kermisattractie van fig. 2, waarbij de personendrager omlaag bewogen is ten opzichte van de arm, 25 Fig. 4B een schematisch vooraanzicht is van de koppeling tussen de arm en het frame in de omlaag bewogen stand,FIG. 4A is a side view of the fairground attraction of FIG. 2, with the person carrier lowered with respect to the arm, FIG. 4B is a schematic front view of the coupling between the arm and the frame in the lowered position,

Fig. 5 een detailaanzicht op vergrote schaal is van de koppeling in de stand als getoond in fig. 4, en 30 Fig. 6 een schematisch vooraanzicht is van de koppeling van een alternatieve uitvoeringsvorm van de kermisattractie volgens de uitvinding, met een drietal armen en bijbehorende zwenkassen.FIG. 5 is a detailed view on an enlarged scale of the coupling in the position as shown in FIG. 4, and FIG. 6 is a schematic front view of the coupling of an alternative embodiment of the fairground attraction according to the invention, with three arms and associated pivot axes.

1024884 5 *1024884 5 *

Een kermisattractie 1 (fig. IA) omvat een frame 2 en een arm 3, die roteerbaar om een liggende rotatie-as R in het frame 2 gelagerd is. Voor het doen roteren van de arm 3 zijn (hier niet getoonde) aandrijfmiddelen aanwezig, bijvoorbeeld in 5 de vorm van een in het frame 2 opgenomen elektromotor of hydromotor. De arm 3 is aan een eind 4 voorzien van twee personendragers 5, terwijl aan het tegenovergelegen eind van de arm 3 een contragewicht 8 is aangebracht. De personendragers 5 zijn in het getoonde voorbeeld ten opzichte van de arm 3 10 roteerbaar om zijn langsas L en om een dwarsas T. Elke personendrager 5 wordt hier gevormd door een beugel 6, waaraan een aantal zitplaatsen 7 is opgehangen.A fairground attraction 1 (Fig. 1A) comprises a frame 2 and an arm 3, which is rotatably mounted in the frame 2 about a lying axis of rotation R. For rotating the arm 3, drive means (not shown here) are present, for example in the form of an electric motor or hydromotor included in the frame 2. The arm 3 is provided with two person carriers 5 at one end 4, while a counterweight 8 is arranged at the opposite end of the arm 3. In the example shown, the person carriers 5 are rotatable relative to the arm 3 about its longitudinal axis L and about a transverse axis T. Each person carrier 5 is here formed by a bracket 6 on which a number of seats 7 are suspended.

Het frame 2 wordt in het getoonde voorbeeld gevormd door een enkele mast 9, die met een eind zwenkbaar om een as 10 15 bevestigd is aan een sokkel 11. Deze sokkel 11 is op zijn beurt bevestigd op een onderstel 12 met wielen 13, zodat de kermisattractie 1 verrijdbaar is, en als aanhanger achter een trekker gehangen kan worden. Voor het stabiliseren van de attractie 1 is het onderstel 12 voorzien van beweegbare of 20 losneembare stempelarmen 14. Voor het van zijn ingeklapte transportstand naar zijn staande bedrijfsstand bewegen van de mast 9 is de attractie 1 voorzien van een of meer hydraulische vijzels 30. In de bedrijfsstand wordt de mast 9 verder ten opzichte van het onderstel 12 gestabiliseerd door een tweetal 25 schoren 15 aan weerszijden daarvan.In the example shown, the frame 2 is formed by a single mast 9, which is fixed with an end pivotally about an axis 10 to a base 11. This base 11 is in turn mounted on a base 12 with wheels 13, so that the fairground attraction 1 is mobile, and can be hung behind a tractor as a trailer. For stabilizing the attraction 1, the chassis 12 is provided with movable or detachable pivot arms 14. For moving the mast 9 from its collapsed transport position to its standing operating position, the attraction 1 is provided with one or more hydraulic jacks 30. In the In the operating position, the mast 9 is further stabilized relative to the chassis 12 by two struts 15 on either side thereof.

Teneinde passagiers te laten in- en uitstappen, is voor het onderstel 12 een bordes 16 geplaatst. In verband met de mogelijke bewegingen van de personendragers 5 zijn de afmetingen van de arm 3 en van de mast 9 zo gekozen, dat er 30 onder alle omstandigheden een veilige, dus relatief grote afstand is tussen de personendragers 5 enerzijds en de vaste delen van de attractie 1 en de grond G anderzijds. Dit brengt met zich mee dat wanneer de arm 3 zijn ruststand inneemt (fig.In order to allow passengers to get in and out, a platform 16 is placed in front of the chassis 12. In connection with the possible movements of the personnel carriers 5, the dimensions of the arm 3 and of the mast 9 are chosen such that there is a safe, and therefore relatively large, distance between the personnel carriers 5 on the one hand and the fixed parts of the attraction 1 and ground G on the other. This implies that when the arm 3 takes its rest position (fig.

1024884 ι 6 2A) de afstan<ji H tussen de personendragers 5 en het bordes 16 te groot is om passagiers te kunnen laten in- en uitstappen. Volgens de uitvinding vertoont de kermisattractie 1 derhalve een inrichting 17 voor het in hoogterichting verplaatsen van de 5 personendragers 5 wanneer de arm 3 zich in de ruststand bevindt. Door deze verplaatsingsinrichting 17 kunnen de personendragers 5 vanuit de in fig. 2A getoonde stand over een bepaalde afstand neergelaten worden, waardoor de zitplaatsen 7 zich op een normale in- en uitstaphoogte h boven het bordes 16 10 bevinden (fig. 4A). Door deze voorziening hoeft dus het bordes 16 zelf niet in hoogterichting verplaatsbaar te zijn, waardoor de constructie van de attractie sterk vereenvoudigd wordt.1024884 ι 6 2A) the distance between the passenger carriers 5 and the landing 16 is too large for passengers to get on and off. According to the invention, the fairground attraction 1 therefore has a device 17 for displacing the person carriers 5 in height when the arm 3 is in the rest position. This displacement device 17 allows the person carriers 5 to be lowered over a certain distance from the position shown in Fig. 2A, as a result of which the seats 7 are located at a normal entry and exit height h above the landing 16 (Fig. 4A). Because of this provision, the platform 16 itself does not have to be displaceable in height, so that the construction of the attraction is greatly simplified.

In het getoonde voorbeeld wordt de verplaatsingsinrichting 17 gevormd door een excentrische 15 rotatiekoppeling 18 tussen de arm 3 en de mast 9. Deze koppeling 18 omvat een eerste koppelorgaan 19, dat roteerbaar om de liggende rotatie-as R in het frame 2 gelagerd is, en een tweede koppelorgaan 20, dat zwenkbaar om een liggende zwenkas P met het eerste koppelorgaan 19 verbonden is. Daarbij is de 20 zwenkas P versprongen ten opzichte van de rotatie-as R.In the example shown, the displacement device 17 is formed by an eccentric rotation coupling 18 between the arm 3 and the mast 9. This coupling 18 comprises a first coupling member 19, which is rotatably mounted in the frame 2 around the rotating axis of rotation R, and a second coupling member 20, which is pivotally connected to the first coupling member 19 for pivotal pivot axis. The pivot axis P is thereby staggered relative to the rotation axis R.

Verder zijn er middelen 21 aanwezig voor het bij bedrijf van de kermisattractie 1 blokkeren van de verplaatsingsinrichting 17. Deze blokkeringsmiddelen 21 omvatten in het getoonde voorbeeld een losneembare borgpen 22, 25 die het eerste en tweede koppelorgaan 19, 20 star met elkaar verbindt.Furthermore, means 21 are present for blocking the displacement device 17 when the fairground attraction 1 is operating. In the example shown, these blocking means 21 comprise a releasable locking pin 22, 25 which rigidly connects the first and second coupling member 19, 20 to each other.

Het eerste koppelorgaan 19 vertoont een schijfvormige doosconstructie, met aan de naar de mast 9 gekeerde buitenzijde een lagerring 23, die om een eindrand 31 van de mast 9 grijpt 30 (fig. 3). Het eerste koppelorgaan 19 vertoont verder een (hier niet getoonde) draaikrans, die in aangrijping verkeert met een uitgaande as van de aandrijfmiddelen. In het eerste koppelorgaan 19 is een tweetal ten opzichte van de rotatie-as RThe first coupling member 19 has a disc-shaped box construction, with a bearing ring 23 on the outside facing the mast 9, which bearing ring engages an end edge 31 of the mast 9 (Fig. 3). The first coupling member 19 furthermore has a turntable (not shown here), which is in engagement with an output shaft of the drive means. In the first coupling member 19 there are two relative to the axis of rotation R

1024884 , 7 diametraal tegenover elkaar geplaatste openingen 24, 25 gevormd. In de eerste opening 24 is een astap 26 gelagerd, die de zwenkas P bepaalt, terwijl in de tweede opening 25 de borgpen 22 kan worden opgenomen. Ook kunnen er middelen zijn 5 die de aanwezigheid van de borgpen 22 in de opening 25 waarnemen, bijvoorbeeld een in de opening 25 geplaatste schakelaar of sensor, en die besturend verbonden zijn met de aandrijfmiddelen. Op deze wijze kan worden voorkomen dat de arm 3 in rotatie gebracht wordt, wanneer de koppelorganen 19, 20 10 niet geborgd zijn.1024884, 7 diametrically opposed openings 24, 25 are formed. A spindle 26 is mounted in the first opening 24 which determines the pivot axis P, while the locking pin 22 can be received in the second opening 25. There may also be means that detect the presence of the locking pin 22 in the opening 25, for example a switch or sensor placed in the opening 25, and which are connected to the drive means for control. In this way it can be prevented that the arm 3 is brought into rotation when the coupling members 19, 20 are not locked.

Het tweede koppelorgaan 20 wordt gevormd door een eveneens schijfvormig verbreed deel van de arm 3. In dit tweede koppelorgaan 20 zijn eveneens twee openingen 27, 28 gevormd, waarin wederom de astap 26, respectievelijk de borgpen 22 zijn 15 opgenomen. In het verlengde van de opening 28 is nog een bedieningsmechanisme 29 voor de borgpen 22 aangebracht, hier in de vorm van een hydraulische vijzel.The second coupling member 20 is formed by a part of the arm 3 which is likewise widened in a disc-shaped manner. In this second coupling member 20 two openings 27, 28 are also formed, in which again the journal pin 26 and the locking pin 22 are accommodated. An operating mechanism 29 for the locking pin 22 is provided in line with the aperture 28, here in the form of a hydraulic jack.

De werking van de verplaatsingsinrichting 17 is als volgt. Wanneer de arm 3 aan het eind van een serie rotaties om 20 de as R zijn verticale ruststand bereikt heeft (fig. 2A, 3), wordt de borgpen 22 door middel van de hydraulische vijzel 29 ingetrokken, waardoor deze vrij komt van de opening 25. Nu kan het tweede koppelorgaan 20 in beginsel vrij om de zwenkas P draaien. Vervolgens wordt door het bedienen van de 25 aandrijfmiddelen het eerste koppelorgaan 19 over 180° verdraaid rond de as R, waardoor de astap 26, die de beide koppelorganen 19, 20 verbindt, in zijn laagste stand komt (fig. 5). Hierdoor wordt dus ook de arm 3 met de personendragers 5 omlaag bewogen naar het bordes 16, zodat de passagiers kunnen in- en 30 uitstappen (fig. 4A) . Daarna wordt het eerste koppelorgaan 19 weer over 180° verdraaid, zodat de astap 26 naar zijn hoogste stand bewogen wordt, en dé personendrager 5 omhoog gebracht wordt. Dan wordt de borgpen 22 weer in de opening 25 gestoken, 1024884 8 en kan de attractie 1 weer in bedrijf genomen worden. Doordat zo voor het omlaag en weer omhoog bewegen van de arm 3 met de personendragers 5 gebruik gemaakt wordt van een draaibeweging van de koppeling 18, die wordt opgewekt door de 5 aandrijfmiddelen van de attractie, behoeft daarvoor geen afzonderlijke aandrijving voorzien te zijn.The operation of the displacement device 17 is as follows. When the arm 3 has reached its vertical rest position at the end of a series of rotations about the axis R (Figs. 2A, 3), the locking pin 22 is retracted by means of the hydraulic jack 29, so that it is released from the opening 25 Now the second coupling member 20 can in principle rotate freely about the pivot axis P. Subsequently, by operating the drive means, the first coupling member 19 is rotated through 180 ° about the axis R, whereby the journal 26, which connects the two coupling members 19, 20, comes into its lowest position (Fig. 5). As a result, the arm 3 with the person carriers 5 is thus lowered to the platform 16, so that the passengers can get in and out (Fig. 4A). The first coupling member 19 is then rotated again through 180 °, so that the axle journal 26 is moved to its highest position, and the person carrier 5 is raised. The locking pin 22 is then inserted again into the opening 25, 1024884 8, and the attraction 1 can be put into operation again. Because thus for moving the arm 3 with the personnel carriers 5 down and up again use is made of a rotational movement of the coupling 18, which is generated by the drive means of the attraction, no separate drive need be provided for this.

Bij een alternatieve uitvoeringsvorm.vertoont de attractie 1 niet een, maar meer, bijvoorbeeld drie armen 3A, 3B, 3C (fig. 6), die samenkomen in het tweede koppelorgaan 20. 10 In dat geval vertoont dit koppelorgaan drie openingen 27, 28, 32, waarin drie astappen 26A, 26B, 26C zijn opgenomen. Deze astappen 26 fungeren daarbij tegelijkertijd als borgpennen 22, en zijn daartoe elk voorzien van een bijbehorend bedieningsmechanisme 29. In dit geval worden, wanneer een van 15 de armen, bijvoorbeeld de arm 3A zijn ruststand bereikt heeft, de astappen/borgpennen 26B, 26C die behoren bij de twee andere armen 3B, 3C ingetrokken, waarna door het verdraaien van het eerste koppelorgaan 19 de eerste astap 26A en daarmee de arm 3A met zijn personendrager(s) omlaag bewogen wordt. Na het 20 terugdraaien van het eerste koppelorgaan 19 worden dan de beide astappen 26B, 26C weer uitgestoken, en wordt de complete koppeling 18 over 120° graden verdraaid, waardoor dus een van de beide andere armen 3B, 3C zijn ruststand bereikt, en op overeenkomstige wijze omlaag bewogen kan worden. Dit kan dan 25 nogmaals herhaald worden voor de derde arm, waarna de attractie 1 weer gereed is voor bedrijf.In an alternative embodiment, the attraction 1 does not show one, but more, for example three arms 3A, 3B, 3C (Fig. 6), which come together in the second coupling member 20. In that case this coupling member has three openings 27, 28, 32, which includes three journals 26A, 26B, 26C. These journals 26 simultaneously function as locking pins 22, and are therefor each provided with an associated operating mechanism 29. In this case, when one of the arms, for example the arm 3A, has reached its resting position, the journals / locking pins 26B, 26C become belong to the other two arms 3B, 3C withdrawn, after which the first stub 26A and thus the arm 3A with its personnel carrier (s) are lowered by turning the first coupling member 19. After the first coupling member 19 has been turned back, the two journals 26B, 26C are then extended again, and the complete coupling 18 is rotated through 120 ° degrees, so that one of the other two arms 3B, 3C reaches its rest position and at corresponding can be lowered. This can then be repeated again for the third arm, after which the attraction 1 is again ready for operation.

Hoewel de uitvinding hiervoor is toegelicht aan de hand van een tweetal voorbeelden, zal het duidelijk zijn dat deze daartoe niet is beperkt. Zo zou ook een vaste attractie, 30 bijvoorbeeld met twee masten waartussen de arm(en) opgehangen is/zijn kunnen worden voorzien van de beschreven en getoonde verplaatsingsinrichting. Ook zou de verplaatsingsinrichting elders in de attractie, bijvoorbeeld tussen de 1024004 9 personendrager(s) en de arm aangebracht kunnen zijn. Verder zou de verplaatsingsinrichting anders uitgevoerd kunnen worden, bijvoorbeeld met ten opzichte van elkaar lineair verschuifbare of telescopische delen. In plaats van de getoonde astap(pen) 5 zouden ook draaikransen toegepast kunnen worden, terwijl ook de borgpen(nen) vervangen zouden kunnen door anders gevormd blokkeringsorganen. De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald door de nu volgende conclusies.Although the invention has been explained above on the basis of two examples, it will be clear that it is not limited thereto. A fixed attraction, for example with two masts between which the arm (s) is / could be suspended, could also be provided with the described and shown displacement device. The displacement device could also be arranged elsewhere in the attraction, for example between the 1024004 9 person carrier (s) and the arm. Furthermore, the displacement device could be designed differently, for example with linearly displaceable or telescopic parts relative to each other. Instead of the spindle pin (s) 5 shown, swivel wreaths could also be used, while the locking pin (s) could also be replaced by differently shaped blocking members. The scope of the invention is therefore solely determined by the following claims.

1 0Z4ÖO*1 0Z4ÖO *

Claims

1. The first and second coupling means comprise rigidly connecting, detachable locking pin.

Fairground attraction as claimed in claims 5 and 7, characterized in that the pivot axes function as locking pins.

1. Fairground attraction, comprising a frame, at least one arm, which is rotatably mounted in the frame about a lying axis of rotation and at one end of which at least one person carrier is suspended, and means for rotatingly driving the at least one arm, characterized by a device for displacing the at least one human carrier in height in a rest position of the at least one arm.

2. Fairground attraction according to claim 1, characterized in that the displacement device is arranged between the at least one arm and the frame.

Fairground attraction according to claim 2, characterized in that the displacement device comprises an eccentric rotation coupling.

Fairground attraction as claimed in claim 3, characterized in that the eccentric rotation coupling comprises a first coupling member which is rotatably mounted about the lying axis of rotation in the frame, as well as a second coupling member pivotably connected to the first coupling member about at least one horizontal pivot axis, wherein the at least one pivot axis is offset from the axis of rotation.

5. Fairground attraction according to claim 4, characterized by a number of arms connected to the frame via the eccentric rotary coupling, the coupling having a number of pivot axes corresponding to the number of arms.

Fairground attraction according to one of the preceding claims, characterized by means for blocking the displacement device when the fairground attraction is operating.

7. Fairground attraction according to claim 4 or 5 and 6, characterized in that the blocking means comprises at least one

Fairground attraction according to one of claims 6 to 8. characterized in that the blocking means are controllably connected to the drive means. 1 0 2 4 tf „