NL1024761C2 - Kurkentrekker met spiraal, hefboom en steunlichaam. - Google Patents

Description

Kurkentrekker met spiraal, hefboom en steunlichaam.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kurkentrekker omvattende een spiraal, een om een draaipunt schamierbare hefboom voor het roteren en trekken van 5 die spiraal, en een steunlichaam beweegbaar verbonden met die hefboom voor het verschaffen van een kurk verwijderende reactiekracht.

Een dergelijke kurkentrekker is ook wel bekend als "kelnersmes" omdat behalve de hierboven beschreven onderdelen van de kurkentrekker bovendien een mesje aanwezig is voor het verwijderen van om de kurk aangebracht afschermend materiaal. 10 Een dergelijke kurkentrekker is compact en eenvoudig te gebruiken. Deze kan na gebruik ingeklapt worden en makkelijk meegenomen worden.

Een belangrijk nadeel is dat bepaald door het mechanisme van trekken altijd een zijdelingse kracht op de spiraal werkt. Behalve dat deze zijdelingse kracht de spiraal kan verbuigen, betekent dit eveneens dat via de kurk een dwarskracht op de fles 15 uitgeoefend wordt. Daardoor neemt ter plaatse de wrijving tussen kurk en fles toe hetgeen het verwijderen bemoeilijkt.

Bovendien is het niet goed mogelijk binnen de beperkte afmetingen die mogelijk zijn voor de kurkentrekker, de overbrenging tussen hefboom, spiraal en steunlichaam optimaal te kiezen. Immers indien een grotere hefboomverhouding gekozen wordt is 20 deze slechts over een beperkte slag effectief. Dit probleem is op te lossen door verschillende afsteunpunten op de fles te gebruiken, dat betekent wel dat een aantal malen de kurkentrekker in een andere positie op de fles geplaatst moet worden.

Om dit probleem te vermijden zijn in de stand der techniek constructies met hefboom voorgesteld. Zo wordt in de Europese aanvrage 1132332 een kurkentrekker 25 beschreven waarbij tussen de hefboom en het steunlichaam een verbindingsstang is aangebracht.

Gebleken is dat door passende keuze van de lengte van de stang het probleem van het scheef trekken van de kurk voor een deel opgenomen kan worden maar dat daardoor de hefboomoverbrenging naar het steunlichaam ongunstig beïnvloed wordt In 30 praktijk is het niet mogelijk om over het hele bereik van het verwijderen van de kurk in een optimale overbrenging te voorzien. Bovendien kan slechts in een beperkt aantal posities gegarandeerd worden dat geen zijdelingse kracht op de spiraal uitgeoefend wordt.

1024761 f 2 t

Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een kurkentrekker te voorzien waarmee het mogelijk is over in hoofdzaak het hele bereik van het verwijderen van de kurk uit de fles een verhoudingsgewijs grote kracht op te brengen zonder dat de hefboom in een ongunstige positie komt waardoor het opnieuw plaatsen van de 5 kurkentrekker ten opzichte van de fles noodzakelijk is. Bovendien is het een doel van de onderhavige uitvinding in een kurkentrekker te voorzien waarbij de hefboomoverbrenging nauwkeurig ingesteld kan worden, dat wil zeggen waarmee het mogelijk is zonder al te veel kracht de kurk te verwijderen. Anderzijds dient het mogelijk te zijn de slag van de hefboom zo optimaal mogelijk te benutten.

10 Deze en verdere doeleinden worden bij een hierboven beschreven kurkentrekker verwezenlijkt doordat een langsgeleiding is aangebracht voor het verschuifbaar ontvangen van die spiraal of dat steunlichaam en waarbij in die langsgeleiding een scharnier voor die hefboom alsmede een met die hefboom verbonden scharnierend overbrengingsorgaan zijn aangebracht 15 Volgens de onderhavige uitvinding is een langsgeleiding aangebracht waarin hetzij het steunlichaam hetzij de spiraal verplaatsbaar is. Met behulp van een overbrengingsorgaan aangebracht tussen de hefboom en de spiraal respectievelijk het steunlichaam wordt de spiraal respectievelijk het steunlichaam bij het trekken van de kurk in de langsgeleiding verplaatst. Zo kan verzekerd worden dat de spiraal steeds in 20 lijn ligt met de hartlijn van de fles waaruit de kuik verwijderd dient te worden.

Door deze rechtlijnige beweging is het mogelijk met een verhoudingsgewijs korte spiraal te volstaan waardoor het gevaar dat de kurk doorboort wordt, bepakt kan worden. Echter kan de uitvinding ook met een spiraal met gebruikelijke lengte uitgevoerd worden. Door het overbrengingsorgaan passend te kiezen kan de 25 overbrenging tussen hefboom en spiraal/steunlichaam geoptimaliseerd worden. De hierboven beschreven langsgeleiding kan op enige in de stand der techniek voorstelbare wijze uitgevoerd worden voor het ontvangen van de spiraal respectievelijk steunlichaam. Deze kan zowel recht als gekromd uitgevoerd worden en kan elke vorm hebben voor het ontvangen van spiraal/steunlichaam.

30 Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding vallen het scharnierpunt van de hefboom en van het overbrengingsorgaan samen.

Het overbrengingsorgaan kan enige in de stand der techniek bekende constructie omvatten zoals stangen, hefbomen en dergelijke.

1024761.

t 3 t

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding is het i overbrengingsorgaan als klein tandwiel (rondsel) uitgevoerd dat mechanisch star met de hefboom gebonden is. Dat wil zeggen door het kantelen van de hefboom draait het rondsel. Door het steunlichaam respectievelijk de spiraal van een overeenkomstige 5 vertanding (heugel) te voorzien wordt door het kantelen van de hefboom via het tandwiel verplaatsing van het steunlichaam respectievelijk de spiraal veroorzaakt.

Dit tandwiel kan een eenvoudig gevormd tandwiel zijn, maar eveneens kunnen bijzonder gevormde tandwielen toegepast worden, zoals met schuine vertanding (al dan niet in paren toegepast). In plaats van tandwielen kunnen eveneens kunststof rollen, 10 bijvoorbeeld met rubberachtig oppervlak toegepast worden.

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding zijn zowel de spiraal als het steunlichaam elk in een afzonderlijke geleiding opgenomen. Daartussen kan het hierboven beschreven overbrengingsorgaan werken. Deze geleidingen kunnen ten opzichte van elkaar schamierbaar zijn. In dat geval heeft het de .15 voorkeur dat het scharnierpunt samenvalt met het eerder genoemde draaipunt van de hefboom. Het is eveneens mogelijk de twee geleidingen star met elkaar te verbinden. Het is echter anderzijds mogelijk de twee geleidingen ten opzichte van elkaar verschuifbaar uit te voeren waarbij de geleidingen in elkaar kunnen grijpen.

Volgens een bijzondere uitvoering van de uitvinding is de hefboom ter plaatse 20 van het scharnier U-vormig uitgevoerd voor het tussen de lijven van de U opnemen van de geleiding waarbij zich een as door de geleiding uitstrekt verbonden is met de hefboom. Op deze as is star een tandwiel aangebracht dat de beweging van de hefboom volgt Eveneens is het mogelijk ten minste aan een zijde niet in een dergelijke pen te voorzien maar het tandwiel direct te bevestigen aan de hefboom.

25 Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding zijn de verschillende hierboven genoemde onderdelen zodanig uitgevoerd dat een en ander inklapbaar is. Bovendien is het mogelijk de hefboom gedeeld uit te voeren dat wil zeggen bestaande uit een kort direct met het overbrengingsorgaan verbonden deel en een verder deel dat scharnierend mee verbonden is. Zo kan een verdere 30 inklapmogelijkheid verkregen worden terwijl anderzijds voldoende lengte van de hefboom gegarandeerd is.

Volgens de onderhavige uitvinding kan door de gelijkblijvende horizontale afstand tussen de twee draaipunten van het steunpunt en de spiraal optimaal gebruik 1024761 4 gemaakt worden van de slag van de hefboom. Deze slag van de hefboom kan zelfs tot het (hoogste) eindpunt effectief gebruikt worden. De hefboom kan een “slag” van meer dan 180° maken door deze als draaiknop uit te voeren. Op deze wijze kan de kracht waarmee de kurk verwijderd wordt voortdurend hoog zijn bij een verhoudingsgewijs 5 grote verplaatsings afstand.

Bovendien blijft de afstand tussenbet steunpunt en de spiraal constant, waardoor de spiraal in een rechte lijn uit de fles wordt getrokken.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen: 10 fig. 1 in perspectivisch aanzicht gedeeltelijk opengewerkt de kurkentrekker volgens de uitvinding; fig. 2 de kurkentrekker volgens fig. 1 ingebracht in een kurk voor het verwijderen van de kurk; fig. 3 de kurkentrekker volgens de voorgaande figuren tijdens het eerste stadium 15 van het verwijderen van de kurk; fig. 4 het laatste stadium van het verwijderen van de kurk uit een fles, fig. 5 een verdere uitvoering van de kurkentrekker volgens de uitvinding in gesloten positie; fig. 6 de uitvoering volgens fig. 5 tijdens gebruik; en 20 fig. 7 een detail van de in fig. 5 getoonde variant.

In fig. 1 is met 1 een kurkentrekker volgens de uitvinding aangegeven. Deze omvat een hefboom 2 die draaibaar is aangebracht met behulp van een schamierpen 3. Schamierpen 3 is opgenomen in openingen in oren van geleidingen 5 en 6. Tussen deze oren bevindt zich een tandwiel 4 dat star verbonden is met as 3 zodat door draaiing van 25 de hefboom 2 tandwiel 4 roteert. In geleiding 5 is een steunlichaam 7 opgenomen voorzien van een uitsparing 8 voor het afsteunen op de rand van de hals van een fles en een vertanding 9 die aangrijpt op de vertanding van tandwiel 4. Een vertanding 12 is aangebracht in spiraalblok 11 dat verschuifbaar geleid is in geleiding 6. Het einde van spiraalblok 11 is verbonden met spiraal 10. Door draaien van hefboom 2 wordt 30 tandwiel 4 verdraaid en zullen steunlichaam 7 en spiraal 10 in tegenovergestelde richting bewegen via het overbrengen van de krachten van tandwiel 4 op vertandingen 9 respectievelijk 12. Tijdens een dergelijke beweging zullen steunlichaam 7 en spiraal 10 in principe evenwijdig aan elkaar blijven.

1024761

______ _ I

5

Het verwijderen van een kurk uit een fles gaat als volgt.

Het eerst wordt op gebruikelijke wijze met behulp van hefboom 2 een draaikracht in het "horizontale vlak" op spiraal 10 aangebracht zodat deze spiraal 10 in kurk 21 bewogen wordt Daarna wordt hefboom 2 naar beneden gedrukt waardoor 5 steunlichaam 7 naar boven komt Dit is in fig. 2 afgébeeld. Uitsparing 8 komt door de bovenzijde van de rand van fles 20 te liggen. Door thans een opwaartse kracht op het uiteinde van hefboom 2 uit te oefenen, zal via het tandwiel 4 een kracht uitgeoefend worden op zowel steunlichaam 7 (in neerwaartse richting) als spiraal 10 (in opwaartse richting). Daardoor wordt de kurk uit de fles getrokken zoals in fig. 3 getoond is. Door 10 de thans toegepaste constructie kan het spiraalblok 11 in hoofdzaak in lijn liggen met de langsas van de fles waardoor geen of nauwelijks zijdelingse krachten op de kurk respectievelijk de wand van de fles gebracht worden. Daardoor is het verhoudingsgewijs eenvoudig mogelijk de kurk uit de fles te verwijderen. Bovendien kan de gebruiker invloed uitoefenen op de zijdelingse krachten door op het handvat 15 meer of minder kracht naar links of rechts uit te oefenen. Voor verdere constructieve wijzigingen kan de bediening geoptimaliseerd worden. Door bovendien de overbrengingsverhouding tussen tandwiel 4 en vertandingen 9, 12 passend te kiezen, kan het verwijderen van de kurk geoptimaliseerd worden.

Begrepen zal worden dat de overbrengingsverhouding tussen steunarm 7 en 20 spiraal 10 verschillend gemaakt kan worden. Bovendien is het mogelijk de geleidingen 5 en 6 star met elkaar te verbinden.

hi fig. 4 is de eindstand afgebeeld in een naar boven gebrachte positie van de hefboom. Door gebruik van het tandwiel zal de hefboomverhouding over het gehele traject in hoofdzaak constant zijn hetgeen in het optimaal opbrengen van een kracht en 25 verwijderen van de kurk voorziet. Uit fig. 4 blijkt dat de kurk uit de fles verwijderd is.

In fig. 5 en 6 is een verdere variant van de onderhavige uitvinding getoond. Deze is in het geheel met 31 aangegeven. Een hefboom 32 is aanwezig die nabij het vrije uiteinde voorzien is van een haaks deel 44 dat kan functioneren voor het verwijderen van kroonkuiken.

30 Hefboom 32 is voorzien van een schamierpen 33. Het eerder beschreven tandwiel is thans uitgevoerd als twee naast elkaar liggende tandwielen aangegeven met 45 en 46 (zie fig. 7 ). Tussen deze tandwielen bestaat een afstand. Daarin is opgenomen het gekromde einddeel 34 van geleiding 35 of 36. Door de groeven 47 in de tandwielen 1024761 t , 6 wordt geleiding 35 of 36 tussen de tandwielen opgesloten. Uitsluitend onderlinge i verdraaiing van de geleidingen 35,36 om schamierpen 33 is mogelijk. Steunarm 37 is van een enigszins naar buitengekromd vrij uiteinde 38 voorzien waardoor ook bij het enigszins schuin plaatsen van steunarm 37 optimale aangrijping op de fles plaatsvindt 5 zoals blijkt uit fig. 5. Evenals bij de eerdere uitvoering is de steunarm voorzien van een vertanding 39. Ook het met spiraal 40 verbonden spiraalblok 41 is voorzien van een vertanding 42. In deze uitvoering is de vertanding dubbel uitgevoerd met daartussen een vrije ruimte net zoals de tandwielen 45,46. In die vrije ruimte strekt het lijf 48 van de geleiding 35 of 36 zich uit terwijl het einddeel 49 opgenomen is in een 10 dienovereenkomstig gevormde groef in hetzij de steunarm 37 hetzij het spiraalblok 41. De cirkelboog van de gekromde delen 34 van beide geleidingen 35, 36 is zodanig dat deze een beperkte onderlinge beweging in dezelfde door de twee tandwielen begrensde ruimte kunnen maken. Als voorbeeld wordt een waarde van ongeveer 140° genoemd.

Bij het verder bewegen voorbij die bovengenoemde begrenzing zullen de delen 15 elkaar meenemen. Dit betekent bijvoorbeeld dat bij het uit een opslagpositie nemen van de kurkentrekker en het naar buiten bewegen van de delen door het meenemen de spiraal vanzelf naar buiten komt in een positie voor het in een kurk draaien.

Ter verdere ondersteuning is een hulpaim 53 aanwezig. Deze is vrij roteerbaar om schamierpen 33 en staat verschuiving van steunarm 37 ten opzichte daarvan toe. 20 Daarmee kan de vertanding 39 (deels) afgeschermd worden en kan in de meer horizontale positie van steunarm 37, bij het in de kurk draaien van spiraal 40, verdere ondersteuning verwezenlijkt worden. De wijze van gebruik van de in fig. 5 en 6 getoonde kurkentrekker is gelijk aan hetgeen in de eerdere figuren getoond is zodat geen nadere uitleg gegeven zal worden.

25 Na het bovenstaande zullen bij degene bekwaam in de stand der techniek talloze varianten opkomen die liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies.

Zo is het mogelijk uit te gaan van allerlei constructies voor het in elkaar klappen van de verschillende hierboven beschreven delen. Bovendien is het mogelijk de steunarm nabij de vertanding of het spiraalblok nabij de vertanding gekromd uit te 30 voeren. De vorm van de geleiding dient vanzelfsprekend overeenkomstig aangepast te worden. De vertanding zelf kan eveneens gekromd zijn. Bovendien is het mogelijk het tandwiel als een geheel met de hefboom uit te voeren. Daartoe kan het tandwiel op een van de zijden van de hefboom vast bevestigd zijn bijvoorbeeld één geheel zijn door 1024761 7 spuitgieten. Volgens een verdere variant is het mogelijk het tandwiel slechts als een tandwiel een deel uit te voeren. Het is niet noodzakelijk dat het draaipunt van de hefboom respectievelijk tandwiel eveneens het draaipunt in de geleiding is. Het tandwiel respectievelijk hefboom kan op andere wijze binnen de geleiding beweegbaar 5 aangebracht zijn.

1024761

Claims (9)

1. Kurkentrekker (1, 31) omvattende een spiraal (10), een om een draaipunt (3) schamierbare hefboom (2, 32) voor het roteren en trekken van die spiraal, en een 5 steunlichaam (7) beweegbaar verbonden met die hefboom voor het verschaffen van een kurk verwijderende reactiekracht, met het kenmerk, dat een langsgeleiding (5, 6) is aangebracht voor het verschuifbaar ontvangen van die spiraal (10, 11) of dat steunlichaam (7) en waarbij in die langsgeleiding een scharnier voor die hefboom alsmede een met die hefboom verbonden scharnierend overbrengingsorgaan (4; 44,45) 10 zijn aangebracht.

2. Kurkentrekker volgens conclusie 1, waarbij het scharnierpunt van die hefboom en van dat overbrengingsorgaan samenvallen.

3. Kurkentrekker volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat overbrengingsorgaan een rondsel (4; 44,45) (deel) omvat en die met die langsgeleiding geleide spiraal en/of dat steunlichaam van een heugel (9,12) is voorzien.

4. Kurkentrekker volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij twee op dat 20 draaipunt aangrijpende langsgeleidingen zijn aangebracht voor zowel die spiraal als dat steunlichaam.

5. Kurkentrekker volgens conclusie 4, waarbij die twee langsgeleidingen ombeweegbaar ten opzichte van elkaar aangebracht zijn. 25

6. Kurkentrekker volgens conclusie 3 in combinatie met een van de overige conclusies, waarbij die hefboom ter plaatse van dat scharnier U-vormig is uitgevoerd voor het tussen de lijven van de U opnemen van die langsgeleiding, waarbij een as (3) de lijven van die U verbindt, op welke as centraal dat rondsel(deel) is aangebracht. 30

7. Kurkentrekker volgens een van de voorgaande conclusies, in combinatie met conclusie 3, waarbij dat rondsel(deel) onderdeel van de hefboom is. 1024761 , · «

8. Kurkentrekker volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die hefboom, spiraal ai steunlichaam elkaar opnemend inklapbaar zijn.

9. Kurkentrekker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij dat overbrengings-5 orgaan twee op afstand liggende overbrengingsdelen (44,45) omvat waartussen die langsgeleiding (35,36) is aangebracht 1024761