NL1024182C2 - Scheidingswand in een voertuig. - Google Patents

Scheidingswand in een voertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL1024182C2
NL1024182C2 NL1024182A NL1024182A NL1024182C2 NL 1024182 C2 NL1024182 C2 NL 1024182C2 NL 1024182 A NL1024182 A NL 1024182A NL 1024182 A NL1024182 A NL 1024182A NL 1024182 C2 NL1024182 C2 NL 1024182C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
vehicle
partition wall
panel
recess
airbag
Prior art date
Application number
NL1024182A
Other languages
English (en)
Inventor
Olaf Gerrit Jan Moro
Original Assignee
Terberg Specials B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Terberg Specials B V filed Critical Terberg Specials B V
Priority to NL1024182A priority Critical patent/NL1024182C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1024182C2 publication Critical patent/NL1024182C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R21/00Arrangements or fittings on vehicles for protecting or preventing injuries to occupants or pedestrians in case of accidents or other traffic risks
    • B60R21/02Occupant safety arrangements or fittings, e.g. crash pads
    • B60R21/026Rigid partitions inside vehicles, e.g. between passengers and load compartments
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R21/00Arrangements or fittings on vehicles for protecting or preventing injuries to occupants or pedestrians in case of accidents or other traffic risks
    • B60R21/02Occupant safety arrangements or fittings, e.g. crash pads
    • B60R21/16Inflatable occupant restraints or confinements designed to inflate upon impact or impending impact, e.g. air bags
    • B60R21/23Inflatable members
    • B60R21/231Inflatable members characterised by their shape, construction or spatial configuration
    • B60R21/232Curtain-type airbags deploying mainly in a vertical direction from their top edge

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Air Bags (AREA)

Description

SCHEIDINGSWAND IN EEN VOERTUIG
De onderhavige heeft betrekking op een scheidingswand voor het scheiden van een laadruimte en een bestuurderscompartiment van een voertuig. De uitvinding heeft tevens betrekking op het gebruik van een dergelijke 5 scheidingswand in een voertuig.
Voor het vervoeren van vracht zijn bestelbussen bekend waarbij de vracht achterin het voertuig wordt vervoerd en voorin het voertuig de bestuurder en eventuele bijrijders zijn gesitueerd. Tussen het voor de lading bestemde deel van 10 het voertuig, ook wel de laadruimte genoemd, en het voor de bestuurder en zijn eventuele bijrijder(s) bestemde deel van het voertuig, hierna ook wel bes tuurderscompart iment genoemd, is een scheidingswand geplaatst. Deze scheidingswand heeft een aantal functies. Een eerste functie is bescherming van de 15 bestuurder en zijn bijrijder tegen naar voren schuivende lading in de laadruimte, bijvoorbeeld wanneer het voertuig afremt. Een verdere functie van een dergelijke scheidingswand is om eventuele hinderlijke luchtstromen tussen het bestuurderscompartiment en de laadruimte te voorkomen. De 20 bestuurdersruimte is bijvoorbeeld meestal verwarmd, terwijl de laadruimte veelal onverwarmd is. Dit zou zonder scheidingswand tot ongewenst luchtstromingen kunnen leiden.
Vóórts zijn voertuigen bekend waarbij, bijvoorbeeld uit de fiscale redenen, een personenauto zodanig is 25 opgebouwd, dat achterin een laadruimte gecreëerd wordt.
Hierbij wordt dan tussen de voorstoelen en de achterstoelen van de personenwagen een scheidingswand aangebracht die het voertuig opdeelt in een voorste compartiment (bestuurderscompartiment) en een achterste compartiment 30 (laadruimte). Tevens zijn de achterstoelen verwijderd teneinde een vlakke laadruimte achterin de personenwagen te 1 0 241 &2
creëren. De scheidingswand is hierbij aangebracht aan de I
bodem en de middenstijlen van de personenwagen en sluit aan I
tegen het dak van het voertuig. In de scheidingswand is I
meestal een ruit aangebracht, zodat de bestuurder via de ruit I
5 naar achteren kan blijven kijken. Ook bij dergelijke I
scheidingswanden geldt dat het de voorkeur heeft of fiscaal I
gezien noodzakelijk is het bestuurderscompartiment en de I
laadruimte zoveel mogelijk van elkaar te scheiden. I
Wanneer personenauto's worden omgebouwd om een I
10 dergelijke laadruimte te creëren treedt echter een aantal I
problemen op. Tegenwoordig worden personenauto's vaak I
voorzien van "curtain*-airbags of "curtain"-gordijnen, die I
ervoor zorgen dat ook bij een aanrijding vanaf de zijkant van I
het voertuig of wanneer het voertuig op een zijkant daarvan
15 terecht komt de personen in het voertuig beschermd worden. I
Hierbij zijn in het voertuig sensoren aangebracht, die een I
dergelijke botsing detecteren en die de airbags activeren. De I
"curtain*-airbags zijn meestal aangebracht op een positie I
tussen het dak van het voertuig en de dakbekleding. Bij I
20 activatie van de airbags worden deze op bekende wijze I
opgeblazen waardoor ze vanaf de positie waarop ze tegen het I
voertuig bevestigd zijn naar beneden toe ontvouwd worden met I
als doel de ramen van het voorportier en het achterportier I
van binnenuit te bedekken en aldus eventuele personen op de I
25 betreffende stoelen te beschermen. In het geval van I
personenauto's zijn de "curtain"-airbags zodanig uitgevoerd I
dat elke airbag zowel een voor- als een achterraam beschermt. I
Wanneer echter dergelijke "curtain"-airbags zijn gemonteerd I
in en op bovengenoemde wijze omgebouwde personenauto, doet I
30 zich het probleem voor dat wanneer een scheidingswand wordt I
aangebracht dit de werking van de "curtain"-airbag hindert. I
Ter plaatse van de scheidingswand kan de "curtain*-airbag I
immers niet tot ontplooiing komen. Het heeft ook effect op I
1024182 I
3 het resterend deel van de "curtain"-airbag aangezien rondom de scheidingswand, door net voor en net achter de wand, de airbag slechts gedeeltelijk uitgevouwen kan worden.
Uit het Duitse document DE 299 22 989 UI is een 5 scheidingswand bekend voor het scheiden van de laadruimte en bestuurdersruimte van een voertuig, waarbij het voertuig voorzien is van een zij-airbag en de scheidingswand voorzien is van een uitsparing. In de uitsparing is een paneel aangebracht. Het paneel vult bij niet-ontvouwen zij-airbag de 10 uitsparing op. Het bekende paneel is echter voorzien van een gecompliceerd vrij geef mechanisme waarmee de panelen weggeschoven of weggeklapt wordt. Het vrijgeefmechanisme is niet alleen kostbaar, maar tevens relatief onbetrouwbaar.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding een 15 scheidingswand te vérschaffen, die de beschermende functie van het bestuurderscompartiment ten opzichte van de laadruimte blijft vervullen, terwijl tegelijkertijd de juiste beschermende werking van een "curtain"-airbag op betrouwbare en eenvoudige wijze behouden blijft.
20 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt in een scheidingswand voor het scheiden van een laadruimte en bestuurderscompartiment van een voertuig, waarbij het voertuig voorzien is van ten minste een zich Icings een voorste en een achterste zijraam van het voertuig uitvouwbare 25 "curtain"-airbag, de scheidingswand voorzien is van een uitsparing die gevormd is voor het kunnen opnemen van een "curtain"-airbag in ontvouwen toestand, en waarbij in de genoemde uitsparing een paneel is voorzien dat is uitgevoerd om in niet-ontvouwen toestand van de "curtain"-airbag de 30 uitsparing op te vullen en om een in hoofdzaak gehele ontvouwing van de "curtain"-airbag in de uitsparing mogelijk te maken, waarbij in de uitsparing een paneel is voorzien dat is vervaardigd van een materiaal dat scheurt wanneer de 1024182
•curtain*-airbag bij ontvouwing tegen een paneelrand wordt I
gedrukt. Door een uitsparing in de scheidingswand te I
voorzien, kan de airbag bij calamiteiten geheel of nagenoeg I
geheel ongehinderd ontvouwen worden. De uitsparing heeft I
5 bovendien bij voorkeur een vorm en afmeting die in hoofdzaak I
overeenkomt met die van een "curtain*-airbag in uitgevouwen I
toestand. De uitsparing is dan zodanig klein, dat de I
beschermde functie van de scheidingswand vrijwel geheel I
behouden blijft. I
10 De genoemde uitsparing is voorzien van een paneel dat I
is uitgevoerd om in niet-ontvouwen toestand van de “curtain" - I
airbag de uitsparing op te vullen en om een in hoofdzaak I
gehele ontvouwing van de "curtain"-airbag in uitsparing I
mogelijk te maken. In normale gevallen, waarin de "curtain"- I
15 airbag in opgevouwen toestand zich tussen de bekleding en het I
dak van het voertuig bevindt, maakt het paneel de scheiding I
tussen het bestuurderscompartiment en de laadruimte compleet. I
Dit betekent dat de tweede functie van de scheidingswand, dat I
wil zeggen het voorkomen van hinderlijke luchtverplaatsingen I
20 tussen het bestuurderscompartiment en de laadruimte, vervuld I
blijft. Bovendien vormt het paneel een extra bescherming I
tegen het schuiven van de lading tussen het I
bestuurderscompartiment en de laadruimte, waardoor tevens de I
beschermende functie van de scheidingswand verder verbeterd I
25 wordt. I
Het paneel is vervaardigd van een materiaal dat I
scheurt wanneer de *curtain"-airbag bij ontvouwing tegen een I
paneelrand wordt gedrukt. Dit materiaal is zodanig gekozen, I
dat bij het uitoefenen van druk van bovenaf, dat wil zeggen I
30 een kracht die tegen de bovenrand van het paneel wordt I
uitgeoefend, het materiaal relatief gemakkelijk zal scheuren. I
Onder scheuren moet hierbij ook elke vorm van uiteenrijten, I
verbrijzelen, kapotduwen, et cetera worden verstaan. Dit I
1024182 I
5 betekent dat wanneer de "curtain"-airbag plotseling wordt j opgeblazen, deze als het ware het paneel doet scheuren, waardoor de ecurtain"-airbag vrijwel ongehinderd in zijn ontvouwen toestand kan worden gebracht.
5 Bij voorkeur heeft het materieel van het paneel daarbij zodanige eigenschappen dat in richtingen dwars of schuin op het oppervlak daarvan het materieel stootvast is.
Hiermee wordt bedoeld dat het materiaal bestand is tegen relatief grote stootkrachten in de genoemde richtingen en dat 10 daarmee de beschermende functie van de scheidingswand vervuld blijft. Relatief kleine voorwerpen in de laadruimte, die door de relatief kleine afmetingen daarvan bij het remmen van het voertuig door de toch al kleine uitsparing het bestuurderscompartiment zouden kunnen bereiken, hetgeen een 15 gevaarlijke situatie voor de bestuurder zouden kunnen opleveren, worden volgens deze uitvoeringsvorm door de stootvastheid van het paneel tegengehouden.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het paneel vervaardigd van kunststof, zoals bijvoorbeeld polystyreen 20 (polystyrol) op basis van styrol-butadeen. Uit proefneming is gebleken dat een dergelijk materiaal in het bijzonder geschikt is om een dergelijk paneel te vormen.
De eigenschappen van het materiaal en het functioneren van het systeem is gewaarborgd bij temperaturen 25 tussen de -35° tot +90°C.
Tevens is in praktijk gebleken dat het paneel, zeker wanneer dit vervaardigd is van de genoemde polystyrol kunststof, een dikte dient te hebben tussen de 2,5 mm en 0,2 mm om enerzijds de beschermende functie te kunnen 30 uitoefenen en anderzijds voldoende scheurbaar te zijn om in het geval van calamiteiten de "curtain"-airbag nagenoeg ongehinderd uit te laten klappen. In het bijzonder voordelig is een dikte tussen 1,5 mm en 0,7 mm.
i 1024182
6 I
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is, in I
gebruik, de scheidingswand bevestigd aan de vloer en de I
middenstijlen van het voertuig en is elk van de uitsparingen I
voorzien nabij de aansluiting van de middenstijlen op het dak I
5 van het voertuig. I
Om de scheidende functie van de scheidingswand I
maximaal te houden, strekt een uitsparing zich vanaf het dak I
van het voertuig naar beneden toe uit over een hoogte die in I
hoofdzaak overeenkomt met de hoogte van de airbag in I
10 uitgevouwen toestand en heeft de uitsparing een breedte die I
in hoofdzaak overeenkomt met de breedte van de "curtain*- I
airbag in uitgevouwen toestand. Zodoende kan enerzijds de I
airbag op juiste wijze uitgevouwen worden en kan anderzijds I
de daarvoor benodigde uitsparing minimaal blijven. I
15 De uitvinding heeft tevens betrekking op het gebruik I
van een voertuig waarin de bovengenoemde scheidings- I
constructie is aangebracht. I
Verdere voordelen, kenmerken en details van de I
onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de I
20 hand van een beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm I
daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de volgende I
figuren, waarin tonen: I
Figuur 1 een gedeeltelijk opengewerkt aanzicht in I
perspectief van een personenauto, die voorzien is van een I
25 scheidingswand volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de I
uitvinding; I
Figuur 2 een verder gedetailleerd aanzicht in I
perspectief is van de voorkeursuitvoeringsvorm van figuur 1, I
waarin het rechter achterportier geopend is; en I
30 Figuur 3 een aanzicht op de scheidingswand volgens de I
uitvoering van figuur 1 en 2, waarbij de linker "curtain"- I
airbag is geactiveerd en de rechter "curtain*-airbag zich in I
zijn oorspronkelijke toestand bevindt. I
1024182 I
7 . Figuur 1 toont een personenvoertuig 1 die op bekende wijze voorzien is van een linker en rechter voorportier 3, . een linker en rechter achterportier 4, een dak 2 en middenstijlen 5. Het personenvoertuig 1 is, om fiscale of 5 andere redenen, omgebouwd tot bestelauto door de achterste zitplaatsen daaruit te verwijderen en een laadvloer 9 aan te brengen. Tussen de positie waarop normalerwijze de achterstoelen zijn gesitueerd en de positie van de voorstoelen is een scheidingswand 7 aangebracht. Een 10 dergelijke scheidingswand 7 is over het algemeen opgebouwd uit een sandwich-constructie bestaande uit twee relatief lichte delen met daartussen een kern van schuim-materiaal. De scheidingswand is bevestigd aan de vloer en aan de linker en rechter middenstijlen 5 van het voertuig. De bovenzijde van 15 de scheidingswand 7 sluit in de getekende uitvoering aan tegen de onderzijde van de bekleding 12 van het dak 2. Het is echter tevens mogelijk om de scheidingswand tot tegen de binnenzijde van het dak aan te laten sluiten.
Op bekende wijze is in de scheidingsconstructie een 20 ruit 8 aangebracht, die het voor de bestuurder mogelijk maakt vanuit het bestuurderscompartiment in de laadruimte te kijken of vanuit de bestuurdersruimte via zijn achteruitkijkspiegel en de achterruit van het voertuig het verkeer achter hem in de gaten te houden.
25 Zoals bij moderne personenvoertuigen gebruikelijk is, zijn aan de linker en rechter zijde van het voertuig "curtain"-airbags 10', 10 voorzien. De "curtain"-airbags bestaan in het algemeen uit kunststof "zakken" die in een fractie van een seconde opgeblazen kunnen worden met als doel 30 een bescherming te vormen voor eventuele aanrijdingen varnaf de betreffende liner of rechter zijkant van het voertuig. Dergelijke "curtain"-airbags worden ook wel "curtain"-gordijnen genoemd en er zijn talloze uitvoeringen hiervan 1024182
mogelijk, die alle binnen het bereik van de onderhavige I
uitvinding vallen. I
Opgemerkt wordt dat ter bescherming van een eventuele I
bestuurder aan de linkerzijde de linker airbag 10' is I
5 voorzien, terwijl ter bescherming van een eventuele bijrijder I
aan de rechterzijde van het voertuig de rechter airbag 10 is I
voorzien. De airbags zijn over het algemeen aangebracht I
tussen de bekleding 12 en het dak 2 van het voertuig. Wanneer I
een "curtain"-airbag bij een botsing geactiveerd wordt, zal I
10 deze in een fractie van een seconde worden opgeblazen, I
daarbij de bekleding opzij duwend. Het resultaat is dat een I
naar beneden toe uitstrekkend, tussen de zijruiten van het I
betreffende voor- en achterportier en de persoon in kwestie, I
gesitueerd beschermingskussen wordt gevormd (figuur 3). I
15 Onder de linker en rechter airbag zijn I
uitsparingen in de scheidingswand voorzien, die beide zijn I
opgevuld met een respectievelijk linker paneel 11' en rechter I
paneel 11. In de weergegeven uitvoering sluit het paneel I
11',11 aan tegen de onderzijde van de bekleding 12 van het I
20 dak 2. In andere voorkeursuitvoeringsvormen kan echter het I
paneel gedeeltelijk tot tegen het dak zijn doorgezet. I
In normale toestand is het paneel bevestigd aan de I
scheidingswand en eventueel aan de zij-stijl 5 van het I
voertuig. Hierdoor ontstaat een nagenoeg luchtdichte I
25 scheiding tussen het bestuurderscompartiment en de I
laadruimte. Wanneer er echter één van de *curtain*-airbags I
geactiveerd wordt, drukt deze vanaf de bovenzijde tegen de I
rand van het betreffende paneel 11',11 zodat het paneel van I
bovenaf inscheurt. Het paneel scheurt vervolgens van bovenaf I
30 tot onderen door, waardoor de "curtain"-airbag nagenoeg I
ongehinderd in zijn geheel uitgevouwen kan worden. I
Hierdoor wordt voorkomen dat de *curtain"-airbag I
zodanig uitgevouwen wordt dat het middendeel van de airbag I
1024182 I
9 ter plaatse van de middenstijl 5 door de scheidingswand wordt j tegen gehouden. Wanneer de "curtain"-airbag niet geheel uitgevouwen kan worden, zou dit de werking daarvan nadelig kunnen beïnvloeden waardoor de persoon in kwestie niet goed 5 beschermd zou worden.
Indien éénmaal een ncurtain"-airbag geactiveerd is, is het betreffende paneel geheel of gedeeltelijk doorgescheurd. De scheidingswand kan echter eenvoudige gerepareerd worden door een nieuw paneel van juiste 10 afmetingen in de uitsparing aan te brengen.
De keuze van het materiaal van het paneel is belangrijk. Uit talloze proefnemingen is gebleken dat een polystyreen plaat met een dikte tussen de 1,5 mm en 0,7 mm de voorkeur geniet. In sommige gevallen zijn hierbij de randen 15 relatief dikker en is het centrum van het paneel relatief dun uitgevoerd.
De karakteristieken van een in het bijzonder geschikt materiaal zijn in onderstaande tabel 1 weergegeven.
20 Tabel 1. Mechanische eigenschappen van het paneelmateriaal (gemeten bij een paneeldikte van 4 mm) i
Mechanische Bepalings- Groot- Waarden eigenschappen methoden heden 25 Strekspanning DIN 53455 N/mm2 18
Rek bij DIN 53455 % 2 strekspanning
Scheurvast- DIN 53455 N/mm2 17 heid 30 Scheurrek_ DIN 53455 % >30 1024182 i
10 I
• E-Modulus (4 DIN 53457-B4 N/mm8 1850 I
punts- I
buigproef) I
Slagtaaiheid DIN 53453 kJ/m8 >30 I
5 bij 23°C__I
Kerftaaiheid DIN 53453 kj/m8 6 I
bij 23°C____I
Het paneelmateriaal is hierbij zodanig gekozen dat I
10 dwars op het oppervlak van het paneel grote krachten kunnen I
worden uitgeoefend zonder dat het paneel bezwijkt. Wanneer I
bijvoorbeeld een lading verschuift en tegen het paneel stoot, I
zorgt de relatief grote sterkte van het paneel voor dat dit I
in tact blijft. In een richting evenwijdig aan het paneel, I
15 dat wil zeggen, vanaf een paneel rand naar beneden toe, moet I
het materiaal van het paneel echter zodanig gemakkelijk I
kunnen scheuren dat een "curtain"-airbag hiervan bij I
ontvouwing daarvan geen of althans weinig hinder ondervindt. I
De materiaalsoort en materiaaldikte zijn daarom zodanig I
20 gekozen, dat een "curtain"-airbag het paneel eenvoudig doet I
scheuren, wanneer de "curtain"-airbag opgeblazen wordt, I
terwijl het paneel toch de nodige sterkte heeft om bestand te I
zijn tegen zijdelingse stoten, zoals bijvoorbeeld het gevolg I
kan zijn van de schuivende lading. I
25 De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de I
boven beschreven voorkeursuitvoeringsvorm daarvan. De I
gevraagde rechten worden velerlei bepaald door de navolgende I
conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties I
denkbaar zijn. I
30 I
1024182 I

Claims (14)

1. Scheidingswand voor het scheiden van een laadruimte en bestuurderscompartiment van een voertuig, waarbij het voertuig voorzien is van ten minste een zich langs een voorste en een achterste zijraam van het voertuig 5 uitvouwbare "curtain"-airbag, de scheidingswand voorzien is van een uitsparing die gevormd is voor het kunnen opnemen van een "curtain"-airbag in ontvouwen toestand, en waarbij in de genoemde uitsparing een paneel is voorzien dat is uitgevoerd om in niet-ontvouwen toestand van de "curtain"-airbag de 10 uitsparing op te vullen en om een in hoo£dzaak gehele ontvouwing van de "curtain"-airbag in de uitsparing mogelijk te maken, met het kenmerk, dat in de uitsparing een paneel is voorzien dat is vervaardigd van een materiaal dat scheurt wanneer de "curtain"-airbag bij ontvouwing tegen een 15 paneelrand wordt gedrukt.
2. Scheidingswand volgens conclusie 1, waarbij het paneel is vervaardigd van materiaal dat in richtingen dwars of schuin op het oppervlak daarvan in hoofdzaak stootvast is.
3. Scheidingswand volgens een der voorgaande 20 conclusies, waarbij het paneel is vervaardigd van kunststof, bij voorkeur slagvast polystyreen.
4. Scheidingswand volgens een der conclusies 1-3, waarbij het paneel is vervaardigd van een kunststof die, bij een plaatdikte van circa 4 mm, een scheurvastheid van circa 25 17 N/mm2 en een E-modulus van circa 1850 N/mm2 heeft.
5. Scheidingswand volgens een der conclusies 1-4, waarbij het paneel is vervaardigd van een kunststof die, bij een plaatdikte van 4 mm, een trekspanning van circa 18 N/mm2 heeft. 1024182
12 I . 6. Scheidingswand volgens een der voorgaande I conclusies, waarbij het paneel een dikte tussen 2,5 mm en 0,2 I mm, en bij voorkeur een dikte tussen 1,5 mm en 0,7 mm heeft. I
7. Scheidingswand volgens een der voorgaande I 5 conclusies, waarbij, in gebruik, de scheidingswand is I bevestigd aan de vloer en de middenstijlen van het voertuig I en waarbij elk van de uitsparingen is voorzien nabij de I aansluiting van de middenstijlen op het dak van het voertuig. I
8. Scheidingswand volgens een der voorgaande I 10 conclusies, waarbij een uitsparing zich vanaf het dak van het I voertuig naar beneden toe uitstrekt over een hoogte die in I hoofdzaak overeenkomt met de hoogte van de airbag in I uitgevouwen toestand. I
9. Scheidingswand volgens een der voorgaande *1 15 conclusies, waarbij de vorm en afmeting van de uitsparing in hoofdzaak overeenkomt met die van een airbag in uitgevouwen [I toestand. I
10. Scheidingswand volgens een der voorgaande I conclusies, waarbij een uitsparing een breedte heeft die in I 20 hoofdzaak overeenkomt met de breedte van de "curtain"--airbag I in uitgevouwen toestand. I
11. Voertuig voorzien van een scheidingswand volgens I een der voorgaande conclusies. I
12. Scheidingswand of voertuig volgens een der I 25 voorgaande conclusies, waarbij het voertuig een omgebouwde I personenwagen is. I
13. Voertuig volgens conclusie 12, waarbij de I scheidingswand vlak achter de voorstoelen van het voertuig is I aangebracht.. I
14. Gebruik van een voertuig of scheidingsconstructie I volgens een der voorgaande conclusies. I 1024182 I
NL1024182A 2003-08-28 2003-08-28 Scheidingswand in een voertuig. NL1024182C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024182A NL1024182C2 (nl) 2003-08-28 2003-08-28 Scheidingswand in een voertuig.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024182 2003-08-28
NL1024182A NL1024182C2 (nl) 2003-08-28 2003-08-28 Scheidingswand in een voertuig.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1024182C2 true NL1024182C2 (nl) 2005-03-01

Family

ID=34464852

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1024182A NL1024182C2 (nl) 2003-08-28 2003-08-28 Scheidingswand in een voertuig.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1024182C2 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ITPR20090005A1 (it) * 2009-02-02 2010-08-03 Bertazzoni S R L Barriera antisfondamento per autoveicoli
US8091939B2 (en) 2009-03-23 2012-01-10 Pro-Gard Products, Llc Air bag compatible vehicle partition
GB2564947A (en) * 2017-06-09 2019-01-30 Ford Global Tech Llc Vehicle partition

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6012753A (en) * 1999-01-04 2000-01-11 Ordoyne; William K. Pet barrier for installation in a vehicle with removable headrests
DE29922989U1 (de) * 1999-12-30 2000-04-06 Eichhorn Elisabeth Schutzgitter/Trennwand abgestimmt auf Seitenairbags, für Kraftfahrzeuge zum Schutz vor Ladegut
DE10155695A1 (de) * 2001-11-13 2003-05-28 Porsche Ag Aufblasbarer seitlicher Kopfairbag in einem Kraftfahrzeug

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6012753A (en) * 1999-01-04 2000-01-11 Ordoyne; William K. Pet barrier for installation in a vehicle with removable headrests
DE29922989U1 (de) * 1999-12-30 2000-04-06 Eichhorn Elisabeth Schutzgitter/Trennwand abgestimmt auf Seitenairbags, für Kraftfahrzeuge zum Schutz vor Ladegut
DE10155695A1 (de) * 2001-11-13 2003-05-28 Porsche Ag Aufblasbarer seitlicher Kopfairbag in einem Kraftfahrzeug

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ITPR20090005A1 (it) * 2009-02-02 2010-08-03 Bertazzoni S R L Barriera antisfondamento per autoveicoli
US8091939B2 (en) 2009-03-23 2012-01-10 Pro-Gard Products, Llc Air bag compatible vehicle partition
GB2564947A (en) * 2017-06-09 2019-01-30 Ford Global Tech Llc Vehicle partition
US10336275B2 (en) 2017-06-09 2019-07-02 Ford Global Technologies, Llc Vehicle partition

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN107804261B (zh) 具有至少一个延伸部的安全气囊
US6302437B1 (en) Vehicle glove box assembly having knee restraint capabilities
EP1834848A2 (en) Airbag with an adaptativelt closable vent device
RU2398689C1 (ru) Устройство с подушкой безопасности для автомобиля
US7416214B2 (en) Motor vehicle with a movable roof and an extensible rollover protection element
EP2212163B1 (en) A pedestrian-protecting air bag arrangement and a method of folding and storing a pedestrian-protecting air bag arrangement
JP2004034975A (ja) 車両の荷物室を保護するためのシステム
WO2010026671A1 (ja) 車両用ニーエアバッグ装置
KR20200069396A (ko) 자율주행 차량용 무릎에어백 장치 및 이의 제어방법
JP2001502269A (ja) 自動車用エアバッグ装置
WO2007132743A1 (ja) 膝保護用エアバッグ装置、膝保護用エアバッグ装置の展開方法及び車両
US7204510B2 (en) Occupant restraint system located in the rear passenger compartment of a motor vehicle
US10059298B2 (en) Head airbag system for a vehicle and vehicle with a head airbag system
CN108688600A (zh) 主动翻车保护
DE202004001726U1 (de) Airbagmodul, insbesondere Fahrzeughaubenairbag zum Schutz eines Fußgängers
US7578520B2 (en) Airbag module
NL1024182C2 (nl) Scheidingswand in een voertuig.
EP1541426A1 (en) Crash protection
US9193322B2 (en) Glove compartment box with tear seam
DE19818121A1 (de) Kraftfahrzeug mit wenigstens einer in Fahrtrichtung ausgerichteten Sitzeinheit
JP3944632B2 (ja) 乗員脚部保護装置の設置構造
KR101637204B1 (ko) 조수석 하부 전개형 무릎 에어백 모듈
JPH03281454A (ja) 自動車のエアバッグ装置
JP4626090B2 (ja) 乗員脚部保護装置
JP7416659B2 (ja) 乗員保護システム

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170901