NL1024177C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een strooisel voor dierenverblijven. - Google Patents

Description

r

Korte aanduiding: Werkwijze voor het vervaardigen van een strooisel voor dierenverblijven.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze 5 voor het vervaardigen van een strooisel voor dierenverblijven, alsmede op een daarmee verkregen strooisel. Verder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een kattenbak voorzien van een strooisel.

Een methode voor het vervaardigen van een strooisel voor dierenverblijven is bekend uit het Nederlands octrooi 1 015 138, waarbij 10 als uitgangsmateriaal grassen, zoals grasmaaisel, slootmaaisel en bermmaaisel, worden toegepast. Het uitgangsmateriaal wordt na verkleining gedurende een korte periode gedroogd op een temperatuur van 160 °C, waarna aan het gedroogde materiaal een bindmiddel wordt toegevoegd, bestaande uit een zetmeel, een plantaardig vet en/of eiwit. Aansluitend 15 wordt het gedroogde materiaal samen met het bindmiddel tot pellets geperst in vorm van een cilinder met een diameter variërend van 5-7 mm en een lengte variërend van 5-40 mm.

De Japanse octrooipublicatie 2000 032861 heeft betrekking op een strooisel dat in dierenverblijven wordt toegepast, welk strooisel 20 een korrelachtig product is. D1t korrel achtige product wordt verkregen door het mengen van een mengsel van houtpoeder en een bindmiddel en water en het vervolgens extruderen hiervan ter verkrijging van een cilindervormig korrel vormig materiaal dat aansluitend wordt gedroogd en gezeefd.

25 De Franse octrooipubl1cat1e 2 618 641 heeft betrekking op een methode ter vervaardiging van een strooisel voor dierenverblijven, waarbij als uitgangsmateriaal oud papier wordt toegepast.

Het Amerikaans octrooi schrift 4.206.718 heeft betrekking op een strooisel voor dierenverblijven, waarbij chlorofyl bevattende 30 alfalfa wordt gemengd met een gelatinevormend bestanddeel. Het aldus verkregen mengsel wordt onder invloed van stoom en druk tot een 1 0 24 1 7 7 Η

samenhangend uitgangsmateriaal gevormd waarna ten gevolge van de interne I

stoomdruk de samengebonden deeltjes in de atmosfeer zullen uitzetten en I

een geëxpandeerde-poreuze structuur verkrijgen. I

Uit het Duitse Offenlegungsschrift 42 01 410 1s strooisel I

5 voor dierenverblijven bekend waarbij een materiaal op basis van I

gehakselde stro en/of hooi wordt voorbevochtigd waarna het mengsel 1n een I

persstap tot tabletten of pellets wordt verdicht. I

Uit het Amerikaans octrooi 6.508.965 is een methode voor I

het vervaardigen van een strooisel voor een kattenbak bekend, waarbij als I

10 uitgangsmateriaal papiersnippers worden toegepast die na mengen met water I

en aansluitend drogen tot de gewenste pellets worden gesneden. I

Volgens traditionele wijze wordt een strooisel voor I

dierenverblijven voornamelijk verkregen uit kleiachtige materialen, omdat I

klei vocht absorbeert, goedkoop is en eenvoudig via de vuilnisbak kan I

15 worden afgevoerd. Kleiachtige materialen vormen bovendien klonten indien I

zij nat zijn, zodat het voor de eigenaar van een huisdier gemakkelijker I

is om de bevochtigde strooisel materialen selectief uit het dierenverblijf I

te verwijderen. Dergelijke kleiachtige klonten bezitten echter een I

relatief geringe samenhang waardoor de kans bestaat dat zij na het I

20 opdrogen zullen verkruimelen en, wanneer zij uit het dierenverblijf I

worden verwijderd, uiteen zullen vallen. Aldus zal het uit het I

dierenverblijf verwijderen van bevochtigd strooisel lastig zijn en het is I

waarschijnlijk dat derhalve in het dierenverblijf de hoeveelheid I

bevochtigd kleiachtig materiaal zal toenemen. Dit leidt vervolgens tot I

25 vervelende geuren die uit het dierenverblijf opstijgen tengevolge van het I

achterblijvende kleiachtige materiaal. Een ander probleem dat met een I

klei achtig strooiselmateriaal samenhangt is de stofvorming. Stof wordt I

tijdens het productieproces gevormd tengevolge van het drogen van de I

klei deeltjes en het vervolgens malen van de deeltjes. Tijdens het malen I

30 ontstaan kleine deeltjes die een integraal onderdeel van het strooisel I

vormen. Dergelijke kleine deeltjes komen met name vrij wanneer de I

1024177 I

3 ' .

verpakking door de gebruiker wordt geopend wanneer het strooisel 1n het dierenverblijf wordt aangebracht. Een ander nadeel is dat het stofachtige materiaal aan de vacht van het dier zal hechten, waardoor een verdere verspreiding van stof plaatsvindt. Daarnaast kan worden opgemerkt dat 5 strooisels op basis van klei achtige materialen niet als bio-afbreekbaar worden beschouwd, hetgeen betekent dat het materiaal niet via de gft-bak kan worden afgevoerd.

Door de onderhavige aanvrager worden zowel kattenbakkorrels als houtvezels voor onder andere hamsters en konijnen 1n 10 de handel gebracht. Het soortelijk gewicht van dergelijke materialen, met name de kattenbakkorrels, bedraagt ongeveer 600 kg/m3, hetgeen betekent dat reeds kleine verpakkingen van bijvoorbeeld 10 11 ter, een gewicht vertegenwoordigen van 6 kg. Door de consument wordt een dergeüjk gewicht als lastig ervaren. De kattenbakkorrels worden verkregen door 15 houtsnippers met afmetingen van 1-5 mm door een samenstel van drukplaten en walsen te persen.

Een eerste aspect van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het vervaardigen van een strooisel voor dierenverblijven waarbij een strooisel wordt verkregen dat een 20 aanzienlijk lagere dichtheid bezit dan de reeds in de handel verkrijgbare strooiselmateri alen.

Een ander aspect van de onderhavige uitvinding omvat het verschaffen van een strooisel voor dierenverblijven waarbij een uitgangsmateriaal wordt toegepast dat voorheen als afvalmateriaal werd 25 beschouwd.

Nog een ander aspect van de onderhavige uitvinding Is het verschaffen van een strooisel voor dierenverblijven dat nagenoeg geen problemen op het gebied van stofvorming kent en een goed vocht opnemend vermogen bezit.

30 De werkwijze zoals vermeld in de aanhef wordt gekenmerkt doordat een van hout afgeleid materiaal en een of meer toevoegmlddelen 1024177

worden geëxtrudeerd, waarna het geëxtrudeerde product tot strooisel wordt I

verkleind. I

Als het van hout afgeleide materiaal wordt houtstof, I

verkregen bij het bewerken van hout, toegepast. I

5 De in de onderhavige uitvinding bij voorkeur toegepaste I

houtstof bezit een deeltjesafmeting in het gebied van overwegend I

0,5-1 mm. De houtstof volgens de onderhavige uitvinding kan verder ook I

deeltjes buiten het hiervoor genoemde gebied bezitten maar dergelijke I

kleine of grote deeltjes worden als "toevallige" deeltjes, veroorzaakt I

10 door de zeefhandeling, beschouwd. Een dergelijke deeltjesafmeting wordt I

verkregen door houtkrullen, houtsnippers en ander, bij het bewerken van I

hout verkregen materiaal aan een aantal zeefhandel 1ngen te onderwerpen I

ter verschaffing van houtstof met een deeltjesafmeting 1n het gebied van I

overwegend 0,5-1 mm. De houtstof met een dergelijke deeltjesafmeting is I

15 met name geschikt om via extrusie verder te worden verwerkt. I

Ter verkrijging van een strooisel dat de gewenste I

dichtheid bezit verdient het de voorkeur dat tijdens de extrusie een of I

meer toevoegmiddelen worden toegepast, gekozen uit de groep van I

vloei middel en, bindmiddelen, conserveringsmiddelen en geurmiddelen. I

20 Het is met name gewenst dat als toevoegmiddel voor de I

extrusie mais wordt gebruikt, waarbij verder als aanvullende I

toevoegmiddelen kunnen worden genoemd: een zetmeel bevattend materiaal, I

zoals bloem, zetmeel afkomstig van aardappelen, cellulose, lactose, I

carboxymethylcellulose en lignosulfonaat (houtsuikers). De toepassing van I

25 een zetmeel bevattend materiaal heeft met name tot gevolg dat het I

verkregen strooisel een poreus uiterlijk verkrijgt, welke porositeit niet I

alleen een gunstige invloed op de absorptiecapacitelt maar ook op het I

soortelijke gewicht vertoont. I

De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een I

30 strooisel voor dierenverblijven, verkregen door het extruderen van een I

van hout afgeleid product en een of meer toevoegmiddelen en het

1 0 24 1 7 7 I

1 · 5 aansluitend verkleinen, waarbij het strooisel een absorptiecapaclteit variërend van 150-250%, een soortelijk gewicht variërend van 200-500 kg/m3 en een deeltjesafmeting variërend van 1-5 mm bezit.

In het onderhavige strooiselmateriaal is bij voorkeur 5 houtstof, verkregen bij het bewerken van hout, als het van hout afgeleide materiaal toegepast, waarbij de houtstof met name een deeltjesafmeting in het gebied van overwegend 0,5-1 mm bezit.

Naast de houtstof verdient het de voorkeur dat het strooisel verder een of meer toevoegmiddelen omvat, gekozen uit de groep 10 van vloeimiddelen, bindmiddelen, conserveringsmiddelen en geurmiddelen, waarbij in het bijzonder als toevoegmiddel maïs wordt gebruikt. Daarnaast verdient het de voorkeur, vanuit het oogpunt van het gewenste poreuze karakter van het strooisel, een zetmeel bevattend materiaal, zoals bloem, zetmeel afkomstig van aardappelen, cellulose, lactose, carboxymethyl-15 cellulose en lignosulfonaat (houtsuikers), toe te passen.

Het 1s vanuit het oogpunt van vochtopnemend vermogen gewenst dat het van hout afgeleide materiaal aanwezig Is In een hoeveelheid van ten minste 50 gewichtsprocent, bij voorkeur 70 gewichtsprocent, in het bijzonder 90 gewichtsprocent, op basis van het 20 uiteinde!1jk verkregen strooisel. Een klonten- of klompenvormend strooisel wordt in een bijzondere uitvoeringsvorm verkregen wanneer het gehalte cellulose als toevoegmiddel wordt toegepast op een waarde van ten minste 30%.

Het strooisel volgens de onderhavige uitvinding 1s 25 geschikt voor toepassing in dierenverblijven, waarbij met name moet worden gedacht aan kattenbakken. Een dergelijke kattenbakvulling is milieuvriendelijk, blodegradeerbaar en voorzien van een hoog absorptievermogen. Het poreuze karakter van het strooisel Is met name gunstig voor kattenbakken omdat daar relatief grote hoeveelheden 30 uitwerpselen dienen te worden opgevangen. Bovendien zijn de strooisels zodanig vormgegeven dat geen deeltjes tussen de poten van de katten 1024177

I I

I 6 I

achterblijven. Andere geschikte dierenverblijven zijn bijvoorbeeld in de I

I rundveehouderij, pluimvee, reptielen en varkens- en paardenstallen te I

I vinden. I

I 5 I

I 1024177 I

Claims (17)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een strooisel voor dierenverblijven met het kenmerk, dat een van hout afgeleid materiaal en 5 een of meer toevoegmiddelen worden geëxtrudeerd waarna het geëxtrudeerde product tot strooisel wordt verkleind.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat houtstof, verkregen bij het bewerken van hout, als het van hout afgeleide product wordt toegepast.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerkt dat, dat de houtstof een deeltjesafmeting in het gebied van overwegend 0,5-1 mm bezit,

4. Werkwijze volgens een of meer van de voorafgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de toevoegmiddelen worden gekozen 15 uit de groepen van vloeimiddelen, bindmiddelen, conserveringsmiddelen en geurmlddelen.

5. Werkwijze volgens een of meer van de voorafgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat als toevoegmlddel maïs wordt toegepast.

6. Werkwijze volgens een of meer van de voorafgaande conclusies 1-5, met het kenmerk, dat als toevoegmlddel een zetmeel bevattend materiaal, zoals bloem, wordt toegepast.

7. Werkwijze volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat als dierenverblijf een kattenbak wordt 25 toegepast.

8. Strooisel voor dierenverblijven, verkregen door het extruderen van een van hout afgeleid product en een of meer toevoegmiddelen, en het aansluitend verkleinen hiervan, waarbij het aldus verkregen strooisel een absorptiecapaciteit van 150-250%, een soortelijk 30 gewicht variërend van 200-500 kg/m3 en een deeltjesafmeting variërend van 1-5 mm bezit. 1024177 8 ι

9. Strooisel volgens conclusie 8» met het kenmerk, dat I houtstof, verkregen bij het bewerken van hout, als het van hout afgeleide I materiaal 1s toegepast. I

10. Strooisel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de I 5 houtstof een deeltjesafmeting in het gebied van overwegend 0,5-1 πη I bezit. I

11. Strooisel volgens een of meer van de conclusies 8-10, met I het kenmerk, dat als toevoegmiddel maïs Is toegepast. I

12. Strooisel volgens een of meer van de conclusies 8-11, met I 10 het kenmerk, dat als toevoegmiddel een zetmeel bevattend materiaal, zoals I bloem, 1$ toegepast. I

13. Strooisel volgens een of meer van de conclusies 8-12, met I het kenmerk, dat de hoeveelheid van hout afgeleid product ten minste I 50 gewlchtsprocent bedraagt, op basis van het verkregen strooisel. I

14. Strooisel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de I hoeveelheid van hout afgeleid product minstens 70 gewichtsprocent I bedraagt, op basis van het verkregen strooisel. I

15. Strooisel volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de I hoeveelheid van hout afgeleid product ten minste 90 gewichtsprocent I 20 bedraagt, op basis van het verkregen strooisel. I

16. Kattenbak voorzien van een strooisel volgens een of meer I van de conclusies 8-15. I

25 I 1 0 24 1 7 7 I