NL1023994C2 - Stoppen voor houders. - Google Patents
Stoppen voor houders. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1023994C2 NL1023994C2 NL1023994A NL1023994A NL1023994C2 NL 1023994 C2 NL1023994 C2 NL 1023994C2 NL 1023994 A NL1023994 A NL 1023994A NL 1023994 A NL1023994 A NL 1023994A NL 1023994 C2 NL1023994 C2 NL 1023994C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- plug
- hole
- stop body
- container
- plug rod
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D39/00—Closures arranged within necks or pouring openings or in discharge apertures, e.g. stoppers
- B65D39/12—Closures arranged within necks or pouring openings or in discharge apertures, e.g. stoppers expansible, e.g. inflatable
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D39/00—Closures arranged within necks or pouring openings or in discharge apertures, e.g. stoppers
- B65D39/16—Closures arranged within necks or pouring openings or in discharge apertures, e.g. stoppers with handles or other special means facilitating manual actuation
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Closures For Containers (AREA)
Description
•ι
STOPPEN VOOR HOUDERS
De onderhavige uitvinding heelt betrekking op stoppen voor houders en betreft meer in het bijzonder een dergelijkè stop voor een houder die herhaaldelijk gebruikt 5 kan worden om de monding van de houder dicht af te sluiten.
Een houder, bijvoorbeeld, een fles wijn of dergelijke, wordt normalerwijze afgesloten met een kurk. Kurk houdt de fles in een goede afgedichte toestand. De kurk is echter niet duurzaam in gebruik want deze heeft de neiging om per ongeluk beschadigd te geraken. Verder is de kurk minder aantrekkelijk wat betreft het uiterlijk.
10 De onderhavige uitvinding werd tot stand gebracht onder de in aanmerking ge nomen omstandigheden. Het is een doel van de onderhavige uitvinding een stop voor een houder te verschaffen die herhaaldelijk kan worden gebruikt om de monding van een houder in een goede afdichtingstoestand af te sluiten. Het is een ander doel van de onderhavige uitvinding om een stop voor een houder te verschaffen die past bij de 15 vorm van de houder, en een gevoel van schoonheid veroorzaakt Volgens één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, heeft de stop voor de houder een hol elastisch stoplichaam dat in de monding van een houder kan worden gezet, en een plug-stang die is gezet in het axiaal verlopende centrale doorgaande gat van het stoplichaam en verticaal wordt bewogen tussen een eerste stand waarin het stoplichaam radiaal is 20 uitgezet door de plugstang tegen de omtrek van de monding van de houder om de monding van de houder af te sluiten, en een tweede stand waarin de plugstang de druk vanuit het stoplichaam om het mogelijk te maken dat het stoplichaam uit de monding van de houder kan worden verwijderd. Volgens een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de stop voor de houder een elastisch stoplichaam dat vast is 25 bevestigd aan de monding van een houder, welk stoplichaam een axiaal verlopend centraal doorgaand gat heeft; een plugstang die door het axiaal verlopende centrale doorgaande gat van het stoplichaam is gezet en axiaal beweegbaar is ten opzichte van het stoplichaam tussen een eerste stand waarin de plugstang de doorgang sluit door het axiaal verlopende centrale doorgaande gat van het stoplichaam en een tweede stand 30 waarin de plugstang de doorgang van het axiaal verlopende doorgaande gat van het stoplichaam opent, welke plugstang een onderste kegel heeft, een veelvoud van radiaal doorgaande gaten door de onderste kegel, en een axiaal gat dat axiaal omhoog verloopt vanuit het midden van de onderste kegel naar een boveneinde daarvan in verbinding 1023994 I 2 I met de radiaal doorgaande gaten, welke radiaal doorgaande gaten in het stoplichaam I zijn opgenomen en afgedicht door het stoplichaam wanneer de plugstang naar de eerste I stand beweegt, waarbij de radiaal doorgaande gaten naar buiten toe uit het stoplichaam I doorlopen wanneer de plugstang beweegt naar de tweede stand; en een hefboom die I S scharniert aan het boveneinde van de plugstang en in staat is om de plugstang te bewe- I gen tussen de eerste stand en de tweede stand.
I De uitvinding zal nu verder worden beschreven aan de hand van een voorbeeld, I onder verwijzing naar de tekeningen waarin:
Figuur 1 is een opengesneden stop voor een houder overeenkomstig de eerste uit- I 10 voeringsvorm van de onderhavige uitvinding;
Figuur 2 is een uiteengetrokken afbeelding van de stop voor een houder overeen- I komstig de eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; I Figuur 3 is een schematische tekening die een toepassingsvoorbeeld toont van de stop voor een houder volgens de eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; 15 Figuur 4 toont een ander toepassingsvoorbeeld van de stop voor een houder vol· I gens de eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;
Figuur 5 toont nog een ander toepassingsvoorbeeld van de stop voor een houder volgens de eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;
Figuur 6 toont nog een ander toepassingsvoorbeeld van de stop voor een houder 20 volgens de eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;
Figuur 7 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van de stop voor een houder vol* gens de eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; I Figuur 8 is een opengesneden tekening van een stop voor een houder volgens de tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; I 25 Figuur 9 is een uiteengetrokken afbeelding van de stop voor een houder volgens de tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; I Figuur 10 is soortgelijk als figuur 8 maar toont een hard inzetstuk dat is geplaatst in het stoplichaam;
Figuur 11 is een opengesneden weergave van een alternatieve uitvoeringsvorm 30 van de stop voor een houder volgens de tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;
Figuur 12 is een schematische tekening die een toepassingsvoorbeeld toont van de stop voor een houder die in figuur 11 is getoond;
I 1023984'*'_ I
3
Figuur 13 is een afbeelding van een stop voor een houder volgens de derde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding
Figuur 14 is een uiteengetrokken afbeelding van de stop voor een houder volgens de derde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; 5 Figuur 15 is een afbeelding van een samenstelling in doorsnede van de stop voor een houder volgens de derde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;
Figuur 16 is een doorsnede die een toepassingsvooibeeld toont van de stop voor een houder volgens de derde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;
Figuur 17 is een opengesneden afbeelding die een stop voor een houder toont die 10 is geplaatst in een houder overeenkomstig de vierde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; en
Figuur 18 is een doorsnede die de stop voor een houder toont overeenkomstig de vierde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding in geopende toestand.
hi de figuren 1 en 2 wordt een stop 1 voor een houder getoond overeen-15 komstig een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding die bestaat uit een harde plugstang 11 en een hol cilindrisch elastisch stoplichaam 12. De plugstang 11 heeft een bovenste met de hand te pakken deel 111, een plaatsingsflens 112 die rondom de omtrek van de onderkant verloopt van het met de hand te pakken deel 111, een doorgaand gat 113 dat in dwarsrichting loopt door het bovenste met de hand te pakken deel 111, 20 een onderste kegel 115 en een tapse schacht 114 die tussen het bovenste met de hand te pakken deel 111 en de onderste kegel 115 is geplaatst. De tapse schacht 114 heeft een diameter die geleidelijk afneemt in de richting vanaf de onderste kegel 115 naar het bovenste met de hand te pakken deel 111. Het stoplichaam 112 heeft een taps bovenste gedeelte 121 dat geleidelijk groter wordt naar de bovenkant toe en een axiaal verlopend 25 centraal doorgaand gat 122 dat in staat is tot opname van de plugstang 11.
hl de figuren 3 en opnieuw 1, is het stoplichaam 12, wanneer het wordt gebruikt, geplaatst in de monding 31 van een houder 3, waarbij het tapse bovenste gedeelte 121 wordt tegengehouden boven de monding 31, waardoor wordt verhinderd dat het stoplichaam 12 in de houder 3 valt. Daarna wordt de plugstang 11 via het axiaal verlopende 30 centrale doorgaande gat 122 ingezet om het stoplichaam 12 radiaal uit te zetten tegen het binnenvlak van de monding 31 van de houder 3, waardoor de houder 3 stevig wordt afgedicht Wanneer de plugstang 11 in het axiaal verlopende centrale doorgaande gat 122 wordt gezet om het stoplichaam 12 radiaal naar buiten toe uit te zetten, wordt het 1 023994:<_ _ _
I 4 I
I stoplichaam 12 tegengehouden tegen het binnenvlak van de monding 31 en dicht aan- I
I gedrukt op de omtrek van de tapse schacht 114 en de omtrek van de onderste kegel 115, I
I hetgeen lekkage verhindert. Bij verwijdering van de stop luit de houder 3 pakt men het I
I tapse bovengedeelte 121 met één hand en drukt dan de plugstang 11 met de andere I
I 5 hand om de plaatsingsflens 112 te drukken in het inwendige van het axiaal verlopende I
I centrale doorgaande gat 122, op welk moment de diameter van het ondergedeelte van I
I het stoplichaam 12 in verhouding wordt verminderd en vrijkomt van het binnenvlak I
I van de monding 31 en daardoor kan de stop 1 voor de houder gemakkelijk uit de mon- I
I ding 31 van de houder 3 worden getrokken. I
I 10 Opnieuw verwijzend naar de figuren 4 en 5 en figuur 3 kan de stop 1 voor de I
I houder gébruikt worden voor het afdichten van een houder van elke gevarieerde vorm. I
I Verder kan een koord 4 of ketting 4’ worden bevestigd aan het doorgaande gat 113. I
I bi figuur 6 kan de stop 1 voor een houder worden geïnstalleerd in een aanbreng- I
I pen 116 en gemonteerd met een versieringslichaam 5 te gebruiken voor het afdichten I
I 15 van de monding 21 van een houder 2 die een bellenblazende oplossing bevat I
I hi figuur 7 wordt een stop Γ voor een houder getoond die bestaat uit een harde I
I plugstang 11 ’ en een elastisch stoplichaam 12*. De plugstang 11 ’ heeft een bovenste I
I met de hand te pakken deel 11Γ, een plaatsingsflens 112’ die verloopt rondom de om- I
I trék van de onderkant van het met de hand te pakken deel 11Γ, een onderste kegel I
I 20 114’, en een tapse schacht 113’ die zich bevindt tussen het met de hand vast te pakken I
I bovenste gedeelte 11Γ en de onderste kegel 114*. Het stoplichaam 12' heeft een I
I schouder 122’ die rondom de omtrek van het boveneinde verloopt Wanneer het stopli- I
I chaam 12’ is gezet in de monding 31 van een houder 3, dan drukt de schouder 122’ op I
I de omtrek van de monding 31 en houdt het stoplichaam 12* op zijn plaats. Verder heeft I
I 25 de plaatsingsflens 112* een ondervlak dat radiaal naar beneden toe afhelt naar de tapse I
I schacht 113’ dat past op een hellend binnenvlak 121’ van het stoplichaam 12*. I
I Figuur 8 en 9 tonen een andere alternatieve uitvoeringsvorm van de ondeadiavige I
I uitvinding. Volgens deze uitvoeringsvorm bestaat de stop 6 voor de houder uit een I
I plugstang 61, een elastisch stoplichaam 62 en een knop 63. Het stoplichaam 62 heeft I
I 30 een taps bovengedeelte 623 dat geleidelijk groter is gemaakt naar de bovenkant toe, een I
I axiaal verlopend centraal doorgaand gat 621 in staat tot het opnemen van de plugstang I
I 61 en inwendige schroefdraad 622 die schroeflijnvormig verloopt in het axiaal verlo- I
I pende centrale doorgaande gat 621. De plugstang 61 heeft een onderste kegel 614, een I
I 1023994 I
5 rechthoekig bovenste koppelingsblok 613, een schacht 611 tussen de ondraste kegel 614 en een rechthoekig bovenste koppelingsblok 613 en een buitenste schroefdraad 612 die schroeflijnvonnig verloopt om de omtrek van de schacht 611. De plugstang 61 is gezet in het axiaal verlopende centrale doorgaande gat 621 van het stoplichaam 62 van-5 af de onderkant om de buitenste schroefdraad 612 in aangrijping te dwingen met de binnenste schroefdraad 622, waarbij het rechthoekige bovenste koppelingsblok 613 uit het stoplichaam 62 steekt De knop 63 heeft een rechthoekig koppelingsgat 631 aan de onderkant in staat om samen te werken met het rechthoekige bovenste koppelingsblok ____613. Bij_draaimg van de knop 63 in éénrichting,nainstallatie van de stop 6 in de mon- 10 ding van een houder, wordt het stoplichaam 62 geëxpandeerd om de monding van de houder af te sluiten. Daarentegen, wanneer de knop 63 in omgekeerde richting wordt gedraaid, dan wordt het stoplichaam 62 vrijgegeven en komt vrij van het binnenvlak van de monding van de houder, waardoor het mogelijk is de stop 6 uit de houder te verwijderen.
15 Figuur 10 toont nog een andere alternatieve uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Deze uitvoeringsvorm is soortgelijk aan de uitvoeringsvorm getoond in de figuren 8 en 9 met de uitzondering van een hard inzetstuk 44 in het stoplichaam 62 om beweging van de plugstang 61 ten opzichte van het stoplichaam 62 te geleiden.
Figuur 11 en 12 tonen nog een andere alternatieve vorm van de onderhavige uit-20 vinding. Volgens deze uitvoeringsvorm bestaat de stop 6’ voor een houder uit een plug· stang 61 ’, een elastisch stoplichaam 62’, een knop 63’ en een hard inzetstuk 64’. Het stoplichaam 62’ heeft een taps bovengedeelte 623’ dat naar de bovenkant toe geleidelijk groter wordt, een axiaal verlopend centraal doorgaand gat 621 in staat tot het opnemen van de plugstang 61, en een inwendige schroefdraad 622' die schroeflijnvormig 25 verloopt in het axiaal verlopende centrale doorgaande gat 621Het harde inzetstuk 64’ is een hol lichaam dat vast is bevestigd aan de binnenkant van het stoplichaam 62’ rondom het boveneinde van het axiaal verlopende centrale doorgaande gat 62Γ. De plugstang 61’ heeft een onderste kegel 614’, een rechthoekige bovenste koppelingsblok 613’, een schacht 611’ tussen de onderste kegel 614’ en het rechthoekige bovenste 30 koppelingsblok 613’, een buitenste schroefdraad 612’ die schroeflijnvormig verloopt rondom de omtrek van de schacht 611’, een horizontaal doorgaand gat 615' dat in dwarsrichting verloopt door de onderste kegel 614’, en een verticaal gat 616’ verticaal omhoog verlopend vanuit het horizontale doorgaande gat 615’ door de schacht 611' en 1^^994
I 6 I
I het rechthoekige bovenste koppelingsblok 613’. De plugstang 6Γ wordt in het axiaal I
I verlopende centrale doorgaande gat 62Γ van het stoplichaam 62’ gezet vanaf de bo- I
I demkant om de uitwendige schroefdraad 612' te dwingen in aangrijping te geraken met I
I de inwendige schroefdraad 622’, waarbij het rechthoekige bovenste koppelingsblok I
I . 5 613’ uit het stoplichaam 62’ steekt. De knop 63' heeft een rechthoekig koppelingsgat I
I 631 ’ aan de onderkant in staat om het rechthoekige bovenste koppelingsblok 613’ op te I
I nemen. Bij draaiing van de knop 63’ in één richting na installatie van de stop 6’ in de I
I monding 81” van een houder 8”, wordt het stoplichaam 62’ geëxpandeerd om de I
I monding van de houder af te dichten. Daarentegen, wanneer de knop 63’ in tegenge- I
I 10 stelde richting wordt gedraaid, dan wordt het stoplichaam 62’vrijgemaakt en komt vrij I
I van het binnenvlak van de monding 81 ” van de houder 8”, waardoor de stop 6’uit de I
houder 8” kan worden verwijderd. I
Figuur 13 tot 16 tonen nog een andere alternatieve uitvoeringsvorm van de on- I
I derhavige uitvinding. Volgens deze uitvoeringsvorm bestaat de stop 7 voor een houd» I
I 15 uit een plugstang 71, een stoplichaam 72, een dop 73, een koppelingsplaat 733, en een I
I plaatsingsplaat 734. Het stoplichaam 72 heeft een axiaal verlopend doorgaand centraal I
I gat 721, een inwendige schroefdraad 722 die schroeflijnvormig verloopt in het axiaal I
I verlopende centrale doorgaande gat 721, en een inspringend plaatsingsgat 723 in het I
boveneinde rondom het axiaal verlopende centrale doorgaande gat 721. De plugstang I
I 20 71 heeft een onderste kegel 714, een rechthoekig bovenste koppelingsblok 713, een I
I schacht 711 tussen de onderste kegel 714 en het rechthoekige bovenste koppelingsblok I
I 713, en een buitenschroefdraad 712 die schroeflijnvonnig verloopt rondom de omtrek I
I van de schacht 711. De plugstang 71 is gezet in het axiaal verlopende centrale door- I
I gaande gat 721 van het stoplichaam 72 vanaf de onderkant om de buitenschroefdraad I
I 25 712 in aangrijping te dwingen met de binnenschroefdraad 722, waarbij het rechthodri- I
I ge bovenste koppelingsblok 713 uit het stoplichaam 72 steekt. De plaatsingsplaat 734 is I
I bevestigd aan de dop 73 en ten dele met perspassing geplaatst in het inspringende I
I plaatsingsgat 723 van het stoplichaam 72. De koppelingsplaat 733 wordt ondersteund I
I op de plaatsingsplaat 734 en stevig bevestigd aan de binnenkant van de dop 73, waarbij I
I 30 een rechthoekig centraal koppelingsgat 7331 is gekoppeld met het rechthoekige boven- I
I ste koppelingsblok 713 van de plugstang 71. De dop 73 heeft verder een getande onder- I
ste scheurstrook 731 die is afgedicht op de monding 81 van de houder 8. Bij het openen I
I van de dop 73 om de houder te openen, wordt de getande onderste scheurstrook 731 I
I 1023994 ! I
7 verbroken. Volgens dit ontwerp, wordt het stoplichaam 72 radiaal geëxpandeerd of vrijgegeven door middel van het regelen van de draaiingsrichting van de dop 73.
Figuren 17 en 18 tonen nog een andere alternatieve vorm van de onderhavige uitvinding. De houder 8' heeft een monding 8Γ en een uitsparing 82* aan één kant van de 5 monding 8Γ. Een stop 9 voor de houder is geplaatst in de houder 8’ om de monding 8Γ af te dichten. De stop 9 heeft een plugstang 91, een hol elastisch stoplichaam 92, en een ringvormige kophefboom 93. Het stoplichaam 92 is vast bevestigd aan de monding 8Γ en heeft een axiaal verlopend centraal doorgaand gat 921. De plugstang 91 is door het axiaal verlopende centrale,doorgaande-gat 921 vanhet stoplichaam 92 gezet en 10 heeft een verticaal gat 911 dat axiaal verloopt door het midden van de onderste kegel 912 naar het boveneinde en heeft een veelvoud van radiaal doorgaande gaten 913 die radiaal verlopen uit het ondereinde van het verticale gat 911 naar de omtrek van de onderste kegel 912. De van een ring voorziene hefboom 93 scharniert aan het boveneinde van de plugstang 91 buiten het stoplichaam 92 en rust in de uitsparing 82’. Wanneer de 15 van een ring voorziene hefboom 93 wordt opgetild (zie figuur 18), wordt de plugstang 91 neergelaten en worden de radiale doorgaande gaten 913 uit het stoplichaam 92 bewogen naar de binnenzijde van de houder 8’, waardoor het mogelijk wordt dat zich daarin bevindende vloeistof uit de houder 8* wordt gegoten via de radiale doorgaande gaten 913 en het verticale gat 911. Wanneer de van een ring voorziene hefboom 93 20 wordt neergelaten en rust in de uitsparing 82’, dan wordt de plugstang 91 ten opzichte van het stoplichaam 92 opgetild, en worden de radiale doorgaande gaten 913 bewogen naar de binnenkant van het stoplichaam 92 en weer afgedicht
Alhoewel speciale uitvoeringsvormen van de uitvinding in detail werden beschreven met het oog op de toelichting, kunnen verschillende wijzigingen en verbete-25 ringen worden gemaakt zonder af te wijken van de geest en strekking van de uitvinding. Derhalve is de uitvinding niet beperkt behalve door de bijgaande conclusies.
1023994 ! k
Claims (7)
1. Stop voor houder geschikt om de monding af te sluiten van een houder omvat- I tende: I 5 een elastisch stoplichaam voor plaatsing in de monding in een houder, welk elas- I tische stoplichaam een taps bovengedeelte heeft dat naar de bovenkant daarvan geleide- I lijk groter wordt, en een axiaal verlopend centraal doorgaand gat; en een plugstang die in het axiaal verlopende centrale doorgaande gat van genoemd I stoplichaam is gezet en verticaal kan bewegen tussen een eerste stand om genoemd I 10 stoplichaam te expanderen tegen de omtrek van de monding van de houder waarin ge- noemd stoplichaam is gezet, en een tweede stand om genoemd stoplichaam vrij te ma- I ken van de omtrek van de monding van de houder, welke plugstang een onderste kegel I heeft en een tapse schacht die verticaal omhoog verloopt vanaf de gereduceerde boven- I kant van genoemde onderste kegel, welke tapse schacht een diameter heeft die in de I IS richting vanaf genoemde onderste kegel naar een boveneinde daarvan geleidelijk min- I der wordt. I
2. Stop voor een houder volgens conclusie 1, waarin genoemde plugstang een met I de hand vast te pakken deel heeft aan het boveneinde daarvan en een plaatsingsflens die I 20 zich uitstrekt rondom de omtrek van genoemd met de hand vast te pakken deel aaneen I onderkant. I
3. Stop voor een houder volgens conclusie 1, waarin genoemd stoplichaam een I schouder heeft die zich uitstrekt rondom de omtrek van het genoemde tapse bovenge- I 25 deelte en in staat is om genoemd tapse bovenste gedeelte tegen te houden buiten de I monding van de houder waarin het genoemde stoplichaam is gezet I
4. Stop voor een houder volgens conclusie 1, waarin genoemd stoplichaam om- I vat: I 30 een elastisch stoplichaam voor plaatsing in de monding van een houder, welk I elastische stoplichaam een taps bovengedeelte heeft dat naar de bovenkant daarvan I geleidelijk groter wordt, en een axiaal verlopend centraal schroefgat, en I 1023994 I een plugstang, welke plugstang een van schroefdraad voorziene schacht heeft die is geschroefd in het schroefgat van genoemd stoplichaam, een veelhoekig koppelings-blok gelegen bij een boveneinde van genoemde van schroefdraad voorziene schacht en geplaatst buiten genoemd stoplichaam, een onderste kegel gelegen bij een ondereinde 5 van genoemde van schroefdraad voorziene schacht en gelegen buiten genoemd stoplichaam; en een knop die aan genoemde plugstang is bevestigd en in staat om genoemde plugstang ten opzichte van genoemd stoplichaam te draaien, welke knop een veelhoekige koppelingsopening in de bodem heeft gekoppeld aan het veelhoekige koppelings- 10 blok van genoemde plugstang.
5. Stop voor een houder volgens conclusie 1, waarin genoemde plugstang een horizontaal doorgaand gat heeft dat in dwarsrichting loopt door genoemde onderste kegel, en een verticaal gat dat omhoog loopt loodrecht ten opzichte van genoemd hori- 15 zontaai doorgaand gat en axiaal verlopend door genoemde van schroefdraad voorziene schacht en genoemd veelhoekig koppelingsblok.
6. Stop voor een houder volgens conclusie 1, waarin genoemd stoplichaam bestaat uit: 20 een elastisch stoplichaam, welk stoplichaam een axiaal verlopend centraal schroefgat heeft en een inspringend plaatsingsgat in een boveneinde daarvan rondom genoemd axiaal verlopende centrale schroefgat; een plugstang, welke plugstang een onderste kegel heeft die wordt tegengehouden bij een onderkant van genoemd stoplichaam, een rechthoekig bovenste koppelings- 25 blok dat is opgenomen in het inspringende plaatsingsgat van genoemd stoplichaam, een van schroefdraad voorziene schacht verbonden tussen genoemde onderste kegel en genoemd rechthoekig bovenste koppelingsblok en in het schroefgat van genoemd stoplichaam geschroefd; een draaibare dop; 30 een plaatsingsplaat bevestigd aan genoemde dop en ten dele met perspassing in het inspringende plaatsingsgat van genoemd stoplichaam; een koppelingsplaat die op genoemde plaatsingsplaat wordt gedragen en vast bevestigd is aan genoemde dop, welke koppelingsplaat een rechthoekig centraal koppe- 1 02399-4 . 1 · - y H t Η I 10 I I lingsgat heeft dat is gekoppeld met het rechthoekige bovenste koppelingsblok van ge- I I noemde plugstang. I
7. Stop voor een houder geplaatst in de monding van een houder en regelbaar I I 5 voor het sluiten/openen van genoemde monding, omvattende: I I een elastisch stoplichaam dat vast bevestigd is aan genoemde monding, welk I I stoplichaam een axiaal verlopend centraal doorgaand gat heeft; I I een plugstang die door het axiaal verlopende centraal doorgaande gat van ge- I I noemd stoplichaam is gezet en axiaal beweegbaar is ten opzichte van genoemd stopli- I I 10 chaam tussen een eerste stand waarin genoemde plugstang de doorgang door het axiaal I I verlopende centrale doorgaande gat van genoemd stoplichaam sluit en een tweede stand I I waarin genoemde plugstang de doorgang van het axiaal verlopende doorgaande gat van I I genoemd stoplichaam opent, welke plugstang een onderste kegel heeft, een veelvoud I I van radiaal doorgaande gaten door genoemde onderste kegel, en een axiaal gat dat om- I I 15 hoog loopt vanaf het midden van genoemde onderste kegel naar een boveneinde daar- I I van in verbinding met genoemde radiale doorgaande gaten, welke radiale doorgaande I I gaten zich bevinden binnen genoemd stoplichaam, en zijn afgedicht door genoemd I I stoplichaam wanneer genoemde plugstang is bewogen in genoemde eerste stand, welke I I radiale doorgaande gaten buiten het stoplichaam zijn wanneer de genoemde plugstang I I 20 is bewogen naar de genoemde tweede stand; en I I een hefboom die scharnierend is bevestigd aan het boveneinde van de genoemde I I plugstang en in staat is om genoemde plugstang te bewegen tussen genoemde eerste en I I tweede stand. I I 1023994 I
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1023994A NL1023994C2 (nl) | 2003-07-24 | 2003-07-24 | Stoppen voor houders. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1023994 | 2003-07-24 | ||
NL1023994A NL1023994C2 (nl) | 2003-07-24 | 2003-07-24 | Stoppen voor houders. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1023994C2 true NL1023994C2 (nl) | 2005-01-25 |
Family
ID=34374347
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1023994A NL1023994C2 (nl) | 2003-07-24 | 2003-07-24 | Stoppen voor houders. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1023994C2 (nl) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2000236C2 (nl) * | 2006-09-14 | 2008-03-17 | 4Sight Innovation Bv | Afsluiter voor een drankhouder, en drankhouder voorzien van een dergelijke afsluiter. |
WO2016046424A1 (es) * | 2014-09-22 | 2016-03-31 | Tapointel S.L. | Tapón autoextraíble |
-
2003
- 2003-07-24 NL NL1023994A patent/NL1023994C2/nl not_active IP Right Cessation
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2000236C2 (nl) * | 2006-09-14 | 2008-03-17 | 4Sight Innovation Bv | Afsluiter voor een drankhouder, en drankhouder voorzien van een dergelijke afsluiter. |
WO2016046424A1 (es) * | 2014-09-22 | 2016-03-31 | Tapointel S.L. | Tapón autoextraíble |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US6041982A (en) | Beverage container with cap and spout | |
US6763961B2 (en) | Apparatus for opening a bottle sealed with a cork stopper | |
RU2000122304A (ru) | Тарное устройство для подачи жидкого продукта и способ его изготовления | |
JP2007269394A (ja) | 塗布容器 | |
US7040499B1 (en) | Container with primary closure and a secondary closure | |
JP2013525219A (ja) | キャップを用いて引っ込められる飲み口をボトルに取り付けるためのボトル付属品 | |
CA2291407C (en) | A hand removable and re-usable bottle stopper | |
NL1023994C2 (nl) | Stoppen voor houders. | |
US20040178167A1 (en) | Container stoppers | |
US5826748A (en) | Closed isobaric dispenser for carbonated liquid | |
JP2003522684A (ja) | 閉栓方法及び閉栓具、並びに発泡酒用容器 | |
US7513388B2 (en) | Retractable straw device | |
WO2014181337A2 (en) | Retractable spout assemblies | |
GB2405144A (en) | Expandable container stopper | |
CN216187565U (zh) | 一种防假盖组件 | |
US4480769A (en) | Re-usable controlled outflow and liquid-tight plug for _bottles and the like | |
JP7387229B2 (ja) | ヒンジキャップ | |
KR200487518Y1 (ko) | 기능성 볼을 구비한 화장품 용기의 뚜껑 및 그를 포함하는 화장품 용기 | |
FR2574760A1 (fr) | Dispositif de bouchage a verseur integre et procede de fabrication | |
WO2002038461A1 (en) | Bottle closure and combined bottle holder and bottle opener | |
KR20050046281A (ko) | 용기의 덮개와 수납통의 결합장치 | |
BE622268A (nl) | ||
FR2815944A3 (fr) | Bouchon-robinet pour carafes et similaires | |
JP2024093979A (ja) | 抜栓キャップ | |
JP2004025065A (ja) | 液塗布容器 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20080201 |